om het bij Wilna strijdende Russi sche legzr door handige bezetting der terugtochtswegen af te snijden en te omsingelen, mishikt is. De stad was bijna geheel door de Duitsche lo- gers omringd en de spoorwegknoo- en op de belangrijkste punten wa ren bezet; een cavalerie-afdeeling, gevolgd door infanterie, had de ver in ndingstinie bij Molodctsjno en Le- hedef afgesloten, liet scheen onmo gelijk, dat do Russen ditmaal zou den ontkomen. Toch Is het den Rus sen gelukt, zij het ook met zware of fers, aan de omsingeling te ontsnap pen. Het koste wat het wilde, zij moesten bij Smorgon en bij Molo- letsjno zich een doortocht banen, zonder den terugtocht van het leger van generaal Evort, ten noorden van de Schura, in verwarring te brengen. De voornaamste strijd schijnt geleverd te zijn aan de Wilija, maar cok bij Smorgon en bij Lebedef werd krachtig gestreden, en met succes, om de Duitsche omsingeling te verbreken. De Duitsche legers langs de Wilija poogden de Russen, die in de richting van Vileika cn Mo lodetsjno oprukten, in een zuidelijke lichting naar Osjnmny en Minsk to drijven. Daardoor werd bij Soly be zet, en infanterie geconcentreerd op de lijn Biniakovy-I.ida, ten eindo de Russen te noodzaken op twee fron ten te strijden. Maar de Russische bevelvoerder bracht de plannen van de Duitsche generaals in de war, door in oostelijke richting, langs den linkeroever van de Wilija op teruk ken, en de Duifsc-he troepen, die daar stonden, over de rivier terug te werpen. WiliKt werd op het juiste oogen- blik verlaten. De generaals Von F.ichhorn en Von Scholz hadden hun troepen opgesteld langs den spoor weg Wilna—Lid», om de Russen, zoo zij in zuidoostelijke richting op Osj- mnnv terugtrokken, in de flank aan te vallen. Door den Russischen rnarsch in oostelijke rlohting langs de Wilija, waren zij gedwongen tot een frontaanval op den linkervleugel. Terwijl de Russische hoofdmacht in oostelijke richting terugtrok, wer den flank- en achterhoede-gevechten geleverd, en met zooveel kracht werd (Haarbij opgerukt, dat zoowel bij Le bedef als bij Smorgon de Duitsche cgers tot den terugtocht werden ge noodzaakt. Een tijdelijke tegenslag, die spoedig hersteld werd, maar die den Russen gelegenheid gaf, om hun hoofdmacht in de richting van Minsk—Moskou terug te trekken. De Duitsche legers, die de terugtrekken de Russen dicht achtervolgden, zijn thans in de lijn Soly—Osjmany— Traby—Iwje—Novo— Grodek aange komen. Maar de insluiting van het Russi sche leger bij Wilna ls mislukt." Oo het Zuidelijk Oorosjstooreel. liüIlö'OostenrSjh. STAFBERICHTEN. Van den OOSTENRIJKS CHEN «taf Van Zaterdag: ,,Op het westelijk deel van het front in Tiiol heeft Oostenrijksche artillerie nu ook in het gebied van de Ortter-groep het vuur geopend. Een Italiaansche afdeeling, die in het dal van de Cedeh oprukte, is tot San Caterina gevlucht, een andere is uit haar stelling ten Westen van de KOnigsspitze verjaagd. Ten Oosten van het dal der boven- Daone hebben Oostenrijksche troe pen de Cima Latola van Italianen gezuiverd. Op het Dolomieten-front is een aanval van de Italianen op de Oos tenrijksche stelling op den Col del Busi mislukt. De Alpentroepen, die zich vrijwillig voor dien aanval had den opgegeven, hebben groote verlie zen geleden. Op het front in Karinthië en de kuststreek is niets van belang ge bcurd. Ten Westen van Ronchl is een Italiaiansche kabelballon door een ontploffing vernield." Van Zondag: „Zaterdag bepaalde zich het optre den der Italianen tot een hevige be schieting van eon hospitaal te Görz, dat door do vlag van het Roodo Kruis reeds uit de verte als zoodanig kon- baar was. Vijfmaal werd dezo Inrichting ge raakt, een granaat viel neder in do operatie-zaal. En in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw vielen nog 53 project'elen Eon militair doel had dezo met het volkenrecht ©trijdlge handeling niet, daar er heinde en ver geen troepen te bekennen waren." Van den ITALIAANSCHEN staf: Van Zaterdag: ..Een afdoeling alpenjagers, ver trokken uit Santa Caterina, heeft drie nachtelijke marschon gedaan, een kanon vervoerende. Zij deed een aan val op den Sulden-top, 3376 meter hoog, die door de Oostenrijkers sterk bezet gehouden werd, nam hem stor menderhand en vernietigde de schanswerken-. Eén even gelukkige verrichting" is er op den Cevedaie-paa, op 3217 me ter hoogte, gedaan. Vervolgens viel de afdoeling de Oostenrijkers aan, die van de Sch&u- bach-hut aankwam, wierp haar te rug in het dal, in do zóne van To nale. Een hevige etrijd heeft er den 23en dezer plaats gehad om het bezit van de.i Torriono-hauvel, <he herhaalde lijk genomen en verloren werd. Do Oostenrijkere slaagden er niet in zich er te vestigen." Van Zondag: „Felle gevechten kwamen voor in de nabijheid van Cividale, waar de Oostenrijkers zijn versterktde Ita lianen braohten echter versterkingen van de Valtellina in het vuur en dron gen de Oostenrijkers terug. Zoor krachtige actie van de artil lerie op het heole front van Cainva. Do Oostenrijkers vielen driemaal aan, maar werden telkens teruggedreven. Do Ituliaanoche artillerie beschoot het station Tarvia en veroorzaakte geweldige branden." Servlë-Oostenrfjk. Van den 00STENRUK9CHEN staf Van Zaterdag: „Oostenrijksche artillerie heeft met goed gevolg Servische treinen bij Belgrado en Servische infanterie op de hoogte van Topcider (aan de Sa ve, ten W. van Belgrado) beechoten. Overigens is de toestand onveran derd gebleven." Van Zondag: „Er valt niets nieuws te berichten." Verspreid nieuws van de oorl ogsvelden DE OFMUTIGS IN WOLHYNIÜ. I.ennboff, eon oorlogscorrespon dent van de Vossische Zeitung bij de Oostenrijkers, seint did. 20 Septem ber: De Russische aanvallen op het Wolhynische front zijn gisteren toet groote kracht begonnen. Zij vonden onze troepen goed voorbereid in sterke posities. Reeds toen het Wol hynische gedeelte van het front, na de inneming van I.uck en Dubno In een, In verhouding tot de aanslui tende Oost-C al icische opstelling, vrij ver naar het oosten vooruitgescho ven gebied opereerde, was men zich bewust, dat de Russen onder de be scherming van Rowno, strijdkrachten verzamelden, om te probeeren mot een krachtigen aanval opluchting te krijgen. Het legerbestuur had toen sterke posities moeten voorbereiden om daar de Russen tegen aan te laten loopen. Het gebied ten westen van Rowno, met zijn warwinkel van stroompjes, kwam daarvoor niet ln aanmerking. Ten noorden van da Rownoer- spoorweg ls het land een groote moe ras. Als eilanden steken de smalle, groote strooken aan de Goryn uit de poel-woestenij. Beter ziet het er zui delijk van den spoorweg boven Kle- wan aan de Stubiel uit. De strijd krachten, die daar waren vast gelegd vielen echter zoo ver buiten het kader van het hoofifront, dat zij gevaar liepen geflankeerd to worden. Bovendien was de vesting Rowno als rugdekking der Russen uiterst hinderlijk. Deze positie moest dus terug geno men worden, wat nog te noodzakelij ker was, daar door het slechte weer de verbinding met den dag ongunsti ger werd. Als men toch nog aanvallend op trad, had dit slechts len doel achter de strijdende troepen een verdcdl- glngsstelling tegen den hoofdaanval der Ru33en voor te bereiden. Het vooruitgeschoven -front was slechts de dekking voor omvungrijke beves- tingingswerkeu. De op deze post ge stelde troepen hielden prachtig stand. Om de krommingen van de Goryn werd hevig gevochten en ge deelten van dens oever wisselden voortdurend van bezitter. Toen uit Rowno steeds nieuwe massa's en ar tillerie kwamen en de aanvallen der Russen steeds heviger werden, was het oogenblik gekomen om de nieu we stelling in te nemen. Het is een ter niet gemakkelijk zonder verlip zen van een aanvallenden vijand ,bs te komen. Er werd dus een algomeenen te genaanval begonnen, dip de Russi sche overmacht zoo verrassend trof, dat zij op verschillende punten te ruggedrongen werd. Een oogenblik kwamen hun aanvallen tot stilstand cn toon kon men do nieuwe stellin gen zonder strijd en zonder verliezen bereiken. IN HET GEVECHT. In een feuilleton ln het Berliner Tagebiatt vertelt Walter von Hollan der, een Dultsch officier, van een ge vecht, waarbij hij den psychologl- schen toestand van den soldaat voor en in den strijd zeer aardig schetst. De oude soldaat ruikt onmiddel lijk, dat het een warme dag wordt Een nuchtere koorts grijpt allen aan. Doodsangst? Niemand heeft angst Geen enkele, die niot reeds velen heeft zien sterven. Maar in de diepte van zijn hart gelooft niemand aan zijn dood. „Jij kan wol sterven, of die on die, maar niet ik". Het verstand weet dat de ik ook wel eens sterven kan. Maar op dezen koelen morgeu, bij dit boschje, voor dezen heuvel neen, daar kan de ik niet sterven. Stenen is niet zoo gemakkelijk en eischt rijpelijk overleg. ...Op een avond hadden de Rusien zich vastgezet in een groot» hoeve met daarmee verbonden heuvel cn rechts daarvan een moeras. Zoo rap porteerde de patrouille. Onze heuvel, steil en breed, den heuvel, dien wij nemen moesten, had zeven honderd meter schootsveld. Dat vertelde ons de kaart. Zeven honderd meter schootsveld, dat ls niet aangenaam, maar wij hadden erger volbracht, toen en toen en toen. hij al de nesten, die men niet kan uitspreken. Zeven hon derd meter schootsveld, dat kost me nigeen arm, been of leven. Zeven hon derd meter schootsveld, en daarboven stonden machinegeweren. De nacht zal echter den weg verkorten, het duister ons pantseren. Wij zijn niet vroolijk, en niet bedrukt, misschien oen beetje sentimenteel. En ook hon gerig. Dat staal in verband. Onze meester, de buik, onze koning, de honger, heerschen over ons. Ons hart is gevlucht naar Duitschland. Ons iiart woont in heldere kamers, slaapt ln breede bedden, bemint onze beken den Koning buik knort. Vandaag hoeft hij echter zijn meester gevon den. Het bevel Is nog sterker dan hij. Eindelijk komt het. Het wachten Is het onverdrageiijkste. Een korte in structie. De riemen worden aange trokken. Niets mag rammelen. Ram meien kan voor velen de dood zijn. Ieder weet dat Dan rukken wij op. Zoo zacht als het gaat, op onze be spijkerde zolen. Zacht gaat het com mando van man tot man. Een hand druk, hier en daar hoort men cm adre9. Dan komt het veld. Wij mar- cheeren nog in gesloten gelederen. Het bloed popelt nu toch een beetje, lederen meter, dien wij onontdekt voorwaarts komen, beteekent het lo ven voor velen. Het is hoerlijk doiv ker. Alleen de gezichten van de vier meest nabijzijnden kan ik herkennen. Het andere is een reusnehtige slang, die door de stoppels glijdt. Daar is het. Eon stroom van licht glijdt langs den heuvel. Onmiddellijk kunnen we ln het licht verdrinken. Zoeklicht. 2gen. Het is overbodig het te roe pen. Allen liggen al, als aan den grond gekleefd. Het gesnater der ma chinegeweren begint, een fluiten, een zuigen, een kletteren, een gonzen. Wij kussen, u, aarde, wij klemmen ons aan u vast. Bescherm ons, mod der, vriend en reisgezel van vele maanden. Een kogel smijt mij modder in don mond. Ik spuw uit alle macht. Achter mij lacht iemand als beze ten. Mijn oppasser. Wat is er aan de hand? Ze schieten te hoog. Hij schudt van het lachen. Mijn buik knort.. Ik ga op den rug liggen. Boven een paar sterren. Den zachte melodie. Tien minuten. Het zoeklicht loopt verder, eindelijk. De machinegewe ren zwijgen. Wij staan op. Het is een beetje heet in den kouden nacht. »V:J gaan nu uit elkaar. Elke twintig pas een man. Wij gaan in acht Unies, .ar me Russen. Ik heb de voorste linie. Vijfhonderd meter vooruit en .Ingraven, is het be vel. We langzaam en gebogen. Hard loopen zou ons kunnen verraden. Tien minuten hebben we noodig. Dat ls niet aangenaam. In tien minuten kan men allerlei danken. „Zijn ge- heele loven ging aan zijn oogen voor- bij". Neen, dat is het niet Het is veeleer een op hol geslagen draaitoo- neel met verwarde voorstellingen, bliksemsnelle bioscoop-beelden, dwaas hei l en de dierbaarste idiotismen. Eea dwaas liedje gaat door mijn hoofd. Ik kan het niet kwijt raken. Wij zijn er. Maar nu hebben de Russen ons toch herkend en eer do ontfermende aarde ons opneemt, klet tert een kogelregen op ons neer, bo ren twoe, zes, acht kreten zich in nujn hoofd, gevolgd door een steunen. Wij graven voor on9 leven. Dit klinkt mooier dan het is. Dan wordt het-kal mer. Alleen het kermen duurt voort. Wij liggen hier te wachten tot men ons verder zendt. Het heele denken is met het wachten gevuld. Ach God, als dat wachten er niet was, was de oor log reeds lang ten einde Voor ons stijgt dreigend de heuvel omhoog. Hij slaapt. Nog slechts honderd meter. Als die machinegeweren er maar niet waren. Naast lacht weer iemand. Kon verweerd mannetje, gedrukt, gebogen door het leven. Onze oudste vrijwilli ger. Dat het mij niet treft, zegt hij En hij grinnikt in zijn baard. Wat 's daaraan zoo komiek? Eerst wou ik getroffen worden, dan tre.ft het na tuurlijk niet. Nu wil ik niet meer ge troffen worden en nu treft het mij ook niet. Ik zwijg. Mijn hoofd staat niet naar praten. Ik moet aan iemand denken. Ik voel het, deze iemand denkt aan mij. En Ik kan niet vin den wie het is. Ik neurie het oude liedje: Wie weet of zij ons weer zien. Het mannetje grinnikt al weer. We dei zien? Ja, wie dat kan! Hij wil ver tellen, hij moet vertellen, ik merk het. Ik vraag hem dus en hij vertelt. Een heel eenvoudige geschiedenis. Hij was kolensjouwer geweest. Ten slotte was hij getrouwd. „Veel waard was ze niet, maar ik ook niet". Na twee, drie jaren, „kinderen hoddon we niet" 13 hij kolensjouwer aan boord vaneen vrachtboot geworden. Eerst naar Amerika, dan naar Cliina, dan op en neer. Gezien heeft hij niet veel meer dan de machinekamers -en vaak den ouden kapitein. Zijn vrouw was hem ontrouw ge worden. Vervolgens is hij met zijn stok aan het zwerven gegaan den hee- lcn zomer. Maar geknaagd had het hem toch. Ofschoon hij nu al zijn geld alleen verdrinken kon. Toen is de zo mer gekomen met den oorlog en heeft hij tot zichzelf gezegd: daar ben je nog te gebruiken. Loopen beo je ge woon en schieten ze je dood, dan is het goed. Maar ze hebben hem niet dood geschoten. Hij grinnikt Toen kwam da aanval. We ded9n wat we moesten. Zooals steeds. We namen den heuvel. We hielden hem taal. Een paar menschcu kostten de heuvel het leven. Zooals steeds. On der hen was liet kolenajonwertje, Ko gel in het hoofd. Hij had niet meer kunnen grinniken. We hebben ge daan, wat we zoo vaak gedaan, ge zien, wat wij zoo vank gevoeld had den. Een paar zijn er bij gebleven. Zooals steeds. Eeu paar weenende vrouwen meer. Morgen gaan we ver der. Op Zee. DE DU1 KBOOTEN-OORLOG. Aau do „Frankf. Ztg.wordt uit Athene gemeld„In de Lybische Zee i& liet Fransche stoomschip „Ravl- tailleur" door een duikboot in den grond geboord. Het echip had een in houd van vijfduizend ton en was, mot kolen geladen, van Malta op weg naar Cyprus. Do duikboot voerde do Ooftterixijksch-Hongaar;>che vlag, de bemanning van het stoomschip had last ontvangen voor de beschieting in de reddingboot en over te gaan." Reuter seint uit London „Het Engelsche stoomschip „Cornu- bia" ia den öden September in de Middellandsche Zee tot zinken ge bracht De bemanning is, na 28 uren roelens, opgepikt ën in een Spaanrelïe haven ontschoept. (De „Cornubia", 1889 Ion, behoorde aan de Cornubia-Stoombootmaatsch. te Falmouth.) Uii den BaSkan. DE DARDANELLES Reuter sednt uit Parijs; Do Franscho ooggetuige aan de Dardanelien schrijft: De hoek van het plateau dat naar de Kerevesdere (ten oosten van de Morto-baai) afholt is het geliefkoosde terrein voor de krijgsverrichtingen van de patrouil les dor geallieerden. Zoo vaak de Tur ken daar iets tegen hen ondernemen, wordt hun doel aanstonds ontdekt en afslmtingsvuur verhiDdert dan vele Turken om naar hun uitgangspunt terug le keeren. Fransche infanterie bewijst eiken dag haar meerderheid op de Turk sche, die wel dapper doch traag is. Het vuur van de Turkscho artillerie is grillig; sommige dagen zwijgt het vooral dat der zware kanonnen bijna geheel, 't geen op gebrek aan munitie schijnt, te duiden, maar an dere dagen is het druk doende. Het brengt aan de goallieerden trouwens slechts geringe stoffelijke schade toe. De laatste helft van Augustus is geen enkele Turksche vlieger boven do stellingen der geallieerden ver schenen. Fransche luchteskaders voa. ren eiken dag verkenningen uit en bombardeeren herhaaldelijk doeltref fond de Turksche landingsplaatsen en provianddépöts bij Ak liasji Liman (tegenover Nagara op den Eu rope e- schen oever van Hel Nauw). Dit is de voornaamste aanvoerplaats der Tur ken voor proviand en versterkingen. Daar is ook een groot transportschip, dat er voor anker lag, in den grond geboord. Den Turken wordt dagelijks uren jang belet gebruik van deze lan dingsplaats te maken. De Engelsche duikbooten, die kracht tig opereeren in do Zee van Marmara, hebben ook twee transportschepen ln de Ak IJasji Liman baai doen zinken en twee andere tussohen Nagara en Gallipoli. 't Fransche vlicgtuigeskader heeft ook het Turksche hoofdkwartier en de wapenfabriek bij Tsjanak gebombar deerd. Do Fransche opperbevelheb ber heeft het vliegtuig-eskader voor zijn met goed gevolg bekroonde wa penfeiten bij dagorder eervol vermeld en het 't oorlogskruis verleend. De officieele bektesten maken slechts molding van kleine gevechten en artillerie-acties. DE HOUDING VAN BULGARIJE. Uit Sofia komt de volgende offici eele mededeeling: „'Het besluit van de Bulgaarsche rogeering om den toestand von gewapende neutraliteit af to kondigen is, naar de opvatting van officieele kringen uit de wijzi ging te verklaren, die sedert korten tijd; ln den politieken en militairen toestand is ontstaan. Bulgarije heeft geen vijandelijke plannen, maar is vast besloten, zijn rechten en zijn on afhankelijkheid met het geweer bij den voet te beschermen. Naar liet voorbeld van Nederland en Zwitser land, die niet aarzelden van het be gin van d»n oorlog af, tot dien maat regel over te gaan, ls Bulgarije door de troepenbeweging bij zijn naburen, genoodzaakt, tot de gewapende neu traliteit over te gaan, waarbij net evenwel de beraadslagingen en on derhandelingen met de vertegen woordigers van belde oorlogvoerende groepen voortzet". Reuter verneemt dat Bulgarije offi cieel de entente-mogendheden de ver zekering gegeven hoeft, dat Bulgarije met het bevel tot mobilisatie geen enlcele agressieve bedoeling had. De mobilisatie was uitsluitend een ge- vulg \an den onvasten toestand van Europa en de troepenbewegingen in do naburige landen. GRIEKENLAND. Wolf seint uit Athene: „Een offi cieele bekendmaking legt er nadruk op. dat de mobilisatie slechts ais veiligheidsmaatregel is te beschou- Door Reuter wordt uit Athene ge seind: „Het onderhoud, dat tusschen den koning en Veniaelos heeft plaats gevonden, heeft tot resultaat gehad, dat zij tot overeenstemming zijn ge raakt nopens de verplichtingen van Griekenland krachtens de traktaten zoomede nopens de maatregelen, d:e er met het oog op den toestand te nemen vallen". Na zijn onderhoud met den ko- mng heeft Venizeloe de gezanten van Frankrijk, Eingeland en Rusland ont vangen. Er wordt groote beteokenis toegekend aan ihet onderhoud, dat Venizc-loj met den koning gehad heeft. Het duurde meer dan een uur. Volgons de „Köln. Volksztg." heeft do Grieksche gezante te Rome aan een medewerker van do „Italia" ge- ztgd, dat Griekenland Servië zal steu nen, wanneer Bulgarije aanvallend tegen Macedonië optreedt. Ondanks deze verklaring zou men te Rome zeer eceptisch oordeelen over de hou ding van Griekenland. W oia meldt nog uit Rome Goenaris 13 telegrafisch bij den ko ning ontboden. GEEN MOBILISATIE IN ROE- MENIê. Do officieuze „Indépendance Roi> maine" schrijftministerraad, d-e zich niet het onderzoekon van den huitenlandschen toestand bezig ge houden heeft, nam kennis van de mobilisatie in Bulgarije en Grieken land. Do ministers waren eenstemmig van meening dat deze nieuwe feiten de tot dusver door Roemenië gevolg- do richting in geen enkel opzicht be hoorden te veranderen. Bijgevolg zuilen onze troepen verder langs onze grenzen samengetrokken blijven. Do kwestie van den staat van be leg. waar sommige bladen van gerept hebben, is door den ministerraad niet eons ter sprake gebracht." DE GRTEKSCHE LEGERMACHT, We lezen Ln de Telegraaf: Nu ook Griekenland zijn legers on der de wapens roept, en plotseling hoowel geenszins onverwacht, aan den vooravond van een gewapend in grijpen blijkt te staan, laten we hier in korte nekken een overzicht van de Grieksche weermacht volgen. Te huldigen dage beslaat in Grie kenland algemeen® dienstplicht, met ©en diensttijd van 35 jaren. Iedere Griek is dienstplichtig van zijn 19de tot zijn 51ste jaar, ©n wel 2 jaren ac tief, 10 jaar in de e^rsto, 9 jaar in de tweede reserve, 7 jaar bij de Natio naie Garde (een soort schutterij) en 7 jaren in de reserve daarvan. Niet- dienenden betalen w eer-belas ting. Af korting van den diensttijd is veroor loofd bij goede voor-geoefendheid. Het recruten-con tingent, d. w. z. iedere lichting, bedraagt per jaar on- ge\ eer 25.000 man. In vredestijd zijn er 4 divisies (voor 1912 maar 3) van 3 regimenten infan terie ieder, en 1 a 2 bataljons jagers, 3 regimenten cavalerie, (2 van 5 en 1 van 6 ©scadrons), 4 regimenten veld artillerie (3 van 6 en 1 van 8 batte rijen), 2 regimenten berg-artillerie, ieder van 4 batterijen, voorts 3 bat terijen zware artillerie, benevens 2 re gimenten genie, 2 regimenten ponton, niers, en de noodigc telegrafie-, spoor weg- en luchtschippertroepen. Op oorlogssterkte telt het leger on geveer 125.000 man van het veldleger, 80.000 man nationale garde en 60.000 man landstorm, in totaal 265.000 man. Het geweer is het 6.5 m.M. Mannlicher, het kanon de Fransche 75 er, het bergkanon van 75 m.M. is eveneens van Fransch maaksel. De zware artillerie had tot 1912 houwit sers en mortieren van Krupp, die ech ter ook door stukken van Schneider- Creusot vervangen zouden worden. Het Grieksche leger, vroeger nooit zeer hoog aangeslagen, heeft zich in de Balkan oorlogen voortreffelijke eigenschappen getoond en is sedert dien aanmerkelijk versterkt en in gun- stigen zin georganiseerd. De Grieksche vloot telt 2 slagsche pen (bovendien 1 in aanbeuw). 2 mo nitors, 1 gepantserde kruiser (on 1 in aanbouw), 14 torpedojagers, 14 torpe dobooten en 2 duikbooten. Uit Engeland. Minister McKenna heeft ln het La gerhuis nog eens nadrukkelijk ver klaard dat de nieuwe invoei-rechten zoomin een aanvaarding als een ver werping van ©enige fiskale opvatting inhouden, doch niet anders zijn dan gel egenh eidsrecht en. DE BEVOLKING VAN ENGELAND. Het bevolkingscijfer van het Ver- eenigd Koninkrijk bedroog een maand voor het uitbreken van den oorlog 46.089.249. DE ZEPPELIN-AANVAL OP LONDEN. Wolffbureau seint uit Berlijn: De Lokal-Anzeiger verneemt van ©en Amerikaansch nieuwsagentschap het volgende over don aanval van Duitsche luchtschepen op Engeland: Uit betrouwbare berichten blijkt dat Liverpool-station te Londen bijna ge heel is vernield. Er is daar een door bommen gemaakte trechter, waarin men wel twee omnibussen zou kun nen bergen. Een groot aantal tele graaf- en seinpalen liggen op de baan, zoodat de treinen het verkeer hebben moeten staken en de passagiers moes ten uitstappen. In Bishopsgate bij Li verpool-station zijn vier groote han delshuizen vernield. Zoo ook Is de Tower-brug en de Bolborno-vladuct zwaar beschadigd. In Woodstreet, tusschen St. Paul's station en de En gelsche bank, zijn verscheidene han delshuizen in brand geraakt. Het achterste deel van het gebouw der En- gelsche bank en de beurs zijn ©ven eens getroffen. Een bom viel ook in d© buurt vun den Tower, ander© vielen bij London Bridge. Groot© verwoes tingen worden ook gemeld in Leaden, hallstreet, eveneens te ftloomfield, Norton-Falgate, Morgate, Aldersgate, Hol borne, bij Farringdonroad en Hat- tongarden Wood. Uit Frankrijk. EEN ONDERSCHEIDINGSTEEKEN VOOR VERMINKTEN. Herhaaldelijk hebben afgevaardig den ibij den minister van Oorlog aan gedrongen op de instelling vao een onderscheidingsteeken voor in den strijd gewonden. Thans heeft minis ter Millerand verklaard aan dien wensöh gehoor te zullen geven. Bin nenkort zal een wetsontwerp wor den iugediend tot instelling van een „oorlogsherinneringsmedaille" voor de uit den dienst wegens verwondin- geu ontslagen militairen. Uit Oosgonrijk-HongarQe NIEUWE FLNANGTRRLF. MID DELEN. Da „Wiener Zeitung" publiceert drie keizerlijke besluiten betreffende de hervorming van de erf- en schen kingsrechten en de gerechtskosten en de invoering van nieuwe rechten op civiele strafprocessen en op verzeke ringen. De verordeningen treden 1 Januari 1916 in werking. Men schat de opbrengst der herziene en nieuw- ingevoerde rechten op ongeveer 23 mlUioen kronen. Uit Italië. DE ITALIAANSEH£ MINISTER VAN MARINE AFGETREDEN. Reuter seint uit Rome: De koning heeft de ontslagaanvrage van Viale, den minister van marine, wegens zijn slechten gezondheidstoestand, aanvaard. Vial® heeft onlangs een operatie ondergaan. Salandra zal het ambt ad interim bekleeden. Uit da Vsreanlgdt Staten AMERIKA EN HET I.OT DER ARMENIËRS. Reuter seint uit Washington: Amerikanen hebben een be roep gedaan op het departement van buitenlandsche zaken om verde re moorden op de Armeniërs tegen te gaan. Het departement heet daarop dan Amerikaanscben ambassadeur te Konstantinopel, Morgenthan, opge dragen een onderzoek in te stellen, nu een vorig protest jegens Turkije geen resultaat heeft gehad. Volgens hier ontvangen mededeé- lingen zouden 450.000 Armeniërs ga- dood zijn; 600.000 zij'n dakloos of ver bannen. Tal van Amerikaanschc pliilanlhro- pen gaven te kennen bereid te zijn bfj te dragen, tot een fonds om h»t vervolgde volk naar de Vereenig le Staten over te brengen in overeen stemming met een onlangs door den ambassadeur Morgenthan gegeven wenk. Van ambtelijke zijd© wordt echter verklaard, dat over geen alge meen Armenisch imimgratieplan ge dacht wordt Reuter seint uit Washington: Pen- field, gezant der Vereenigde Staten te Weanen, heeft opdracht gekregen om de Oostenrijksche regeering dui delijk onder het oog te brengen Jat de regeering der Vereenigde Staten staat op de terugroeping van Dum- ba. Met zijn verlof alleen zal geen genoegen worden genomen. Uit San Francisco: „Vcm Papen, de militaire attaché dor Duitsche ambassade, en prins Ifatzfeldt, Jie beiden hier verblijf houden, hebben hun voornemen te kennen gegeven om op 28 dezer naar Mexico te ver trekken. Men zal zich herinneren dat Von Papen oulangn misnoegen hooft ge wekt door zijn uitdrukking „die idio te Yankee's". Men verwacht, dat hij niet te Washington zal terugkeeren". Allerlei. EEN ONDERSCHEIDING, Keizer Frans Jozef heeft maar schalk von Modkensen de Stefanus- orde verleend. DE LUCHTRAID OP STUTTGART. De Duitsche bladen deelen mede, dat bij den luchtaanval op Stuttgart, het koninklijk paleis niet door bom men werd geraakt. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 30 Cts. per regeL Rechtszaken LOTISICO. De procureur-generaal bij den Hoogen Raud mr. Ncyon nam con clusie in zak© het cassatieberoep der Maatschappij Lotisico, die door het Hof van 'a-Gravenhage veroordeeld was tot uitbetaling van den prijs, op de polis van verweerder gevallen. Lotisico meende tot die betaling niet verplicht te zijn, omdat in Au gustus 1914 de trekkingen van de Staatsloterij tot een nader te bepalen tijdstip waren uitgesteld en volgens art. 4 der polis, in geval van schor sing der Staatsloterij, de overeen komst stilzwijgend verviel. Het Hof besliste echter, d-at het be doelde uitstel niet als „schorsing" kon worden beschouwd. Het hiertegen gericht cassatiemid- <LeI achtte de procureur-generaal on gegrond, omdat geen dor aangevoer de artikelen van de Wet op de Staats loterij van 1885 iets omtrent schor sing bepaalt, 'zoodat zij niet konden, zijn geschonden Voorts had, volgens eisölier, het Hof inbreuk gemaakt op de regels van bet B. W. betreffende uitleg van overeenkomsten, door te beslissen, dat blijkens art. 5 der polis de over eenkomst slechts zou zijn geëindigd, indien oen wijziging in do us-unties invloed op de te betalen uitkeeringon had geoefend, waadbij het Hof enkele woorden van het genoemde artikel over het hoofd zou hebben go- •zien. Dit cassatiemiddel miste echter feitelijken grondslag, daar niet vast stond, dat de bedoelde woorden in de overeenkomst voorkwamen. De conclusie strekte dus tot ver werping van het beroap. BRANDSTICHTING. Voor de rechtbank te Amsterdam stonden terecht E. P., 32 jaar oud, zich noemende expert en H. do R., een 36-jarig diamantbewerker. Eerstge noemde ter zake dat hij op 1 Juni jL in do woning van den tweedon be klaagde, Korte Koningdwarsstraat. 1, door licht of vuur in aanraking te brengen het een of meer kleding stukken in een kleerkast brand heeft veroorzaakt, waardoor gevaar be stond voor andere personen en goe deren in dat perceel ©n voor do belen dende perceelen. Den 2en bekL is en laste gelegd dat hij gelegenheid tot het misdrijf heeft gegeven, door, wetend®, van hel plan, te zorgeu dat den avond waarop den brand zou worden gesticht, ai zijm huisgenooten en hijzelf afwezig wa ren, waardoor hij dan len beklaagde in do gelegenheid heeft gesteld' zijn misdrijf ongestoord le voltooien. Zeven getuigen zijn in deze zaak ge dagvaard, van wie twee décharge ten verzoeke van den 2en bokl. Verdedigers waren mr. J. de Vrieze en E. A. L. Boas. Hte O. M. ©ischte tegen den eersten beklaagde 1 1/2 jaar en tegen den tweeden beklaagd© 1 jaar gevange nisstraf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 6