Ter Zee. DE DUIKBOOTEN-OORLOG. Lloyds meldt, dat de Engelsohe /tcomscliepen „Sailor Prince" en ..llaydn" zijn gezonken. Eenige leden fcer bemanning van de „Sailor Prin ce werden opgepikt. Naar gemeld wordt ia ook de be manning van de „Haydn" gered. (liet s.e. „Sailor Prince", groot 3144 lit. ton, gebouwd in 1901, behoorde Ban de Prince Line Ltd., te New castle het e.s. „Haydn", groot 3923 Li. tons, gebouwd in 1906, aan de jOrpheus Shipping Co. Ltd.. te Sun derland Uit Engeland. DE DUURTE DER LEVENSMIDDELEN. De „Tiiuesdeelt mede, dat ten ge volge van de prijsstijging van levens middelen enz .de huishoudkosten met 4U pCt. zijn gestegen. Ook jn de ande- jre steden doet zich natuurlijk hetzelf- 'de verschijnsel voor; zoo bijvin Man. Chester, waar de stijging der kosten van ievensondei'lioud ongeveer 35 pCt. bedraagt. Uit België SPIONNAGE IN BELGIë. Een der correspondenten in België van de „Tijd" schrijft: Do drie doodvonnissen, welke den laatsten t:jd zijn voltrokken, worden niet uitgesproken onkel omdat brief smokkelarij bedreven was. Wegens ..verraad van militaire geheimen" luidden zich voor het veldgorecht van Brussel de volgende personen te ver antwoorden: Joseph Baeckel thans, vroeger chauffeur in het Belgische le. gor en van beroep architect te Ant werpen; de koopman Alexander Frank uit Gent, de politie commissaris Alexis Thlry uit St. Ghislain; een zekere ma. dame YVillockx uit Bergen, haar zoon, do drukker Adolphe WiUoekx; de ar chltect Charles Gilson uit Brussel; de spoorwegarbeider Louis Stievenart uit B rzen; Zuster Maria Xaveria (Kulalie Frank) uit Brussel en de schermmeester Tack uit Brussel. Reeds bij het eerste verhoor beken den Baockelmans en Thiry de feiten, vvo ke tegen hen* worden Ingebracht, dat zij aan een Belgisch bureau in Holland berichten hadden verstrekt over hot vervoer van Duitsche troe pen met opgaven van regimenten enz. Thiry was Baeckelmans bij zijne on doreoekingen behulpzaam. Een ver zwarende omstandigheid voor hem was, dat hij onder eede verklaard had niets tegen de Duitsehers te zullen on dernemen en alles te zullen nalaten, wat de Duitsche overheid schadelijk zou kunnen wezen. Onder deze voor waarden hadden de Duitsehers hem in zijn ambt behouden. Desondanks stelde hij' Baeckelmans in kennis van twee militaire spoorwegtransporten. Mevrouw WiJIockx en haar zoon wa ren eveneens door Baecke mans over. gehaald. Zij hadden van den spoor wegarbeider Stievenart gedaan weien te krijgen hun schriftelijke aanduidin gen i« geven omtrent militaire troe penverplaatsingen. Ook Frank, die vroeger langen tijd in Duitschland woonde en vóór den oorlog een zaak dreef in Antwerpen, was door Baec- kolmans voor de spionnage gewon nen en verschafte meerdere inlichtin gen, o.a. over de bezetting van Rijs- sel met een plan van het officiers casino. Deze zes personen hadden zich schuldig gemaakt aan spionnage in oorlogstijd, waarop de doodstraf staat. Wegens hunne positie en ont wikkeling wilde men bij Baeckelmans, Frank en Thlry geen verzachtende omstandigheden laten gelden. Zij werden dan ook ter dood veroorde Bij de YVillockx en Stievenart werden deze verzachtende omstandigheden wel in aanmerking genomen. Zij wor den gestraft met 1015 jaren tucht huis. Gilson, die twee sjuonuagoberichten van Baeckelmans, ter overbrenging dcor een briefsmokkelaar naar Hol land, hud aangenomen, werd gestraft met een jaar gevangenisstraf en dui zend mark boete. De schermmeester Tack, die brieven van Baeckelmans in ontvangst had genomen, kreeg drie maanden gevangenisstraf. Zuster Maria Xaveria, een zuster van boven- «eiioemden Frank, werd beschuldigd, eenige inlichtingen te hebben ver schaft; zij bleek te goeder trouw te hebben gehandeld en werd geheel vrijgesproken. Dezer dagen diende nog e>en nieuwe zaak n.l. van pastoor Renard en het dienstmeisje Marietta Toussaint uit B' loeil. Zij werden aangeklaagd l eerplichtigen over de grenzen te heb ben geholpen. De aangebrachte bewij zen werden echter onvoldoende ge licht, zoodat beiden zijn vrij gespro- Allerlei. FRANKRIJK EN RUSLAND. Generaal d'Amade, hoofd van de Fianeche militaire missie, is te Pe tersburg aangekomen. Hij verklaarde aan een redacteur van de „Nowoje Y\ remija", dat zijn hoofdtaak was te kennen te geven, welk groot vertrou wen geheel Frankrijk in Ru6land Btelt. „lederoen in Frankrijk," zeide de generaal, „is overtuigd, dat een schit terende eindoverwinning niet kan uitblijven." Al zou de oorlog een, twee, drie, z<I£e nog tien jaren duren, zou de ei ergic van de Franschen daardoor niet verslappen. Maar 10 jaren zijn zeker niet noodig om den gemeen- bchappclijken vijand te overwinnen. IN F.EN HOSPITAAL. Een vorhaal van het front, een der tulloozo. Het gebeurde in Champagne, vlok achter het front. Eon generaal is in d» ambulance gekomen om een zwaargewonden soldaat de „Médaille Militaire" te overhandigen. Doodsbleek ligt de patiënt in het heldere lied. Dien morgen is zijn dij- lssin geamputeerd, terwijl hij nog een zware operatie aan het hoofd heeft ondergaan. De generaal, met zijn chef van den stuf. nadert het bed. waarop de ge kwetste een poging doet om overeind te komen. ..Liggen blijven, jongen," haast d« generaal zich te zeggen j maar de zieke schudt het verbonden hoofd en verklaart „Onmogelijk, generaalde „Mé- dalllo Militaire" ontvangt men staan de." En gesteund door hospitaalsolda ten, richt de man zich op; zijn gene raal 6pclt de decoratie op zijn bomt en geeft hem de accolade om daarna liet militair saluut te maken voor den heldhaftigen poilu. Doet zoo'n trekje niet denken, vraagt de „Matin", aan de woorden van Napoleon „Mes soldats? lis sont ee mettre genoux devant!" DE ENGELSCH FRANSCHE LEENING IN DE VEREENIGDE STATEN. Reuter seint uit Londen: In Amcnkaansche financiccle krin gen verklaart men, dat het welslagen van de Engelsch-Fransch© leening niet alleen de pogingen tot herstel van den wisselkoers bekroont, doch een triomf is voor het Engelsch Fran, sche erediet in het algemeen. Beide landen woruen volkomen credaelwaardig geacht. Tijdelijk zijn zij genoodzaakt ontzaglijke inkoopen in den vreemde te doen, doordat een groot gedeelte van de arbeidende klasse in de vuurlinie staat en de ban. cMsbalansen te groote afmeting heb ben aangenomen, dan dat liieraan ware tegemoet te komen door goud- verscheping of betaling met de in buitenlaudsch bezit vorkeerende Ame- rikaansche waarden. De schepping van een credietfonds in den vorm van een leening was noodig geworden. Het welslagen van de leening Is mede een gevolg van de erkenning door de Amerikaansche gemeenschap van het feit, dat oen ieder had mee te werken aan de oplossing van het vraagstuk van den wisselkoers. Een verdere daling van dien koers zou toch den uitvoerhandel naar de twee grootste afnemers, Engeland en Frankrijk, die gezamenlijk 50 procent van de Amerikaansche uitvoeren be trekken, hebben stop ge-zet. Er dreig de dientengevolge, een nationale rump. Want door het volkomen op houden van de uitvoeren naar Duitschlttnu, Oostenrijk en Turkije, wegens Engelaud's heerschappij ter ze:-, zou de geheele uitvoerhandel zijn ontwricht en daardoor ook de alge- meene handel gedrukt, met het gevolg dat de binnenlandsch© markten over stroomd zouden zijn inet producten te gen sterk gedaalde prijzen met moge lijk verminderden afzet. Sport en Wedstrijden Voetbal. WEDSTRIJDPROGRAMMA 10 OCTOBER 1915. Westelijk© afdeeling. HerculesH. F. C. V. O- C.—di. V. V. D. F. C-—U. V. V. Haarlem—Sparta. H. B. S.—Quick. Reservele klasse: H. F. C. IIA. F. C. II. H. V. V. II—V. O. C. 1L U. V. V. II—D. F. C. IL Sparta II—Haarlem IE IL B. S. IIQuick II. 2e klasse B. Blauw Wit—Spartaan. E. D. O.—A. F. C. D. V. V.Ajax (L.). V. U C.Alc. Victrix. Reserve 2e klasse E. Ajax 111 (A.)—W. F. C. IL Hollarulla II—Edo II. Blauw Wit III—V. R. A. III. 3e klasse E. Amstel—Steeds Voorwaarts. Heemstede—Kinheim. V. V. C.—II. S. V. SchotenBloemendaal. R. C. H —S term vogels. Rechtszaken POGING TOT MOORD. De 23-jarige arbeider D. B., te Stol wijk, had op 17 Mei, ter uitvoering van het vooraf door hem, na kalm overleg opgevatte voornemen, om zijn vrouw H. V. van het leven te be- rooven, een hoeveelheid plvosphor- brij, vermengd met melk, toegevoegd aan een bord pap, dat voor de vrouw gereed had gestaan. De uitvoering van beklaague's voornemen is echter niet voltooid, alleen tengevolge van de van zijn wil onafhankelijke om standigheid, dat de vrouw niet van de pap gegeten heelt, omdat deze een stinkende lucht veispreiduc. Voor den rcchter-commissaris had beklaagde verklaard, dat hij op 14 Mei het plan had opgevat, zijn vrouw door vergif om het leven te brengen. Hij was sinds Februari gehuwd, doch het huwelijk was z. i. een mislukking geweest. Herhaaldelijk ha«l hij woor den met zijn vrouw gehad en al was het ook nooit tot handtastelijkheden gekomen, toch had beklaagde beslo ten, dat er een eind aan moest ko men, dat een van hun tweeën er maar „uit moest". Het was hem be kend geweest, dat er op zolder een fleschje spintus stond, waarvan zijn vrouw wel eens gezegd had, dat het vergift bevatte. Hij had dit op 15 Mei naar beneden gehauld en een deel van den inhoud uitgestort ln een kommetje koffie, dat voor zijn vrouw gereed stond, maar op het laatste uogenblik beroutw gekregen, de kof- iie weggeworpen eu het kommetje schoongemaakt. Later was het plan, het misdrijf te volvoeren, evenwel opnieuw bij be klaagde gerezen en had hij het be sluit er toe genomen. Tc Gouda had hij toen een fleschje pliosphor-brij gekocht en, thuis gekomen, een ge deelte van den inhoud in een kom metje, dat gedeeltelijk met melk ge vuld was, uitgestort. Hij had dat kommetje op een kast gezet en tot zijn vrouw gezegd, dat het medicij nen voor hem bevatte en zij er niet aan mocht komen. Des avonds van dienzelfden dag, den 17den Mei, had hij een deel van den inhoud uit het kommetje uitgegoten in de pap, die voor zijn vrouw gereed stond. De vrouw had er echter niet van gegeten, toodat beklaagde'» toeleg niet was gelukt, hetgeen hem achter af verheugde. Aldus had beklaagde voor den rechter-commissaris verklaard. Nu bevestigde hij deze verklaring en vul» de haar nog eenigszins aan. De vrouw van beklaagde, buiten eede gehoord, verklaarde, dat zij on middellijk na het opscheppen nog niets aan de pap geroken had, doch deae had laten staan, daar ze nog te heet was. Nadat getuige even de ka mer uitgegaan en weer teruggekeerd was, had zij opgemerkt, dat de pap een sterke, vieze lucht afgaf. Zij had het bord met de pap daarop in den kelder gezet, waaruit het den vol genden dag was verdwenen. Dr. A. Grutterink, apothekeres en scheikundige, had in tegenwoordig heid der vrouw en een buurvrouw proeven genomen met phosphor-brij, vermengd met melk. Een mengsel, volgens die getuigen gelijk van uiter lijk en even gebonden als wat zij in het kommetje gezien hadden, had de deskundige scheikundig onderzocht, waarbij was gebleken, dat zulk een mengsel ruimschoots voldoende phos phor bevatte, om den dood van een naensch ten gevolge te kunnen heb ben. De beurtschipper A. v. d. Wijn gaard verklaarde ten slotte, dat be klaagde wel eens geklaagd had over ongenoegen met zijn vrouw on hem gevraagd had, of hij geen rattekruid of ander vergift^ wist te krijgen want, had beklaagde gezegd, dan wil ik me van kant maken. Het O. M., waargenomen door mr. Büthlingk, achtte het ten laste geleg de bewezen. De officier geloofde niet aan beklaagde's berouw en achtte het middel, door beklaagde bij de po ging tot het plegen van vergiftiging aangewend, deugdelijk. Deskundig onderzoek had uitgewezen, dat be klaagde niet ontoerekenbaar was, zoodat het feit hem ten volle zou moeten worden toegerekend. Met het oog op den ernst van het misdrijf wilde het O. M. een zware straf eischenhet vroeg ter zake van po ging tot moord acht jaar ge vangenisstraf. Mr. H. Sanders was het niet volko men met het O. M. eens, dat het aan gewende middel niet als ondeugde lijk kon worden beschouwd. Nog daargelaten, dat de phosphor-brij een zóó onaangename lucht had ver spreid, dat het wel zeer onwaar schijnlijk moest worden genoemd, dat iemand van pap met dienzelfdeu stank zou hebben gegeten, was be klaagde ook op de meest domme wij ze t e werk gegaanhij had het kom metje met het vergift, dat door zijn stank de aandacht trok, onder Ieders bereik op een kast laten staan, enz. Mocht het dan al waar zijn, dat be klaagde niet ontoerekenbaar was, pleiter had toch den indruk gekre gen, ook bij gesprekken in het huis van bewaring, dat beklaagde in zóó hooge mate dom is, dat men kon aannemen, dat hij zich van zijn daad geen rekenschap gegeven had. Met recht mocht men zeggen hij wist niet wat hij deed dies wilde pleiter de rechtbank verzoeken zoo ge het beklaagde toerekent, rekent het hem dan toch niet te zwaar aan. Met aandrang riep de verdediger de cle mentie der rechtlbank in. („N. R. Ct."). Letteren en Kunst Het Tooneel PALEIS V. VOLKSVLIJT. „DE PAR1S1ENNE Comédie van Henri Becque. „MIJNHEER SERJANSZOON" van Herman Teirlinck. Er was veel belangstelling voor tfreze voorstelling, waarin mevrouw Magda Janssens, d e Fientjc Beulemans van hoj, vorige seizoen, in een of liever twee, nieuwe rollen bij het gezelschap Royaards debuteerde. Deze Vlaamse he actrice heeft zich door haar frissche, pittige uitbeelding vun de aarclig-gedachte figuur van Fuutje Beulemans een eigen plaats in de waardeering van het publiek veroverd. Men was verlangend, haar ook in een andere creatie te zien. Tweede recloa van de belangstelling was ongetwijfeld het groote aandeel, dut de heer Royaards blijkens het programma in de voorstelling zou hebben. In beide stukken vervulde hij een rol, had van beide de regie en verzorgde bovendien de vertaling van „De Parisieime". Alles met elkaar deed veel ver wachten. Of het publiek niet eenigszins te- leurgeste.d en ontnuchterd naar hui9 is gegaan? We zouden moeilijk het- tagonctoeJ kunnen beweren. llenri Becque, de schrijver van „La Parisieime' vindt in zijn werk, zoover wij het kennen, weinig tonen, die gemakkelijk aanspreken; hij is eerlijk en scherp eu legt ineedoogen- ioos den vinger op de zwakke en rotte plekken der maatschappij. Het is hem niet te doen om 't publiek te be- hagen, of om zooals Bernstein en Bataiile en underen dor moderne Frausche schrijvers „scènes" te scheppen, „tooneel te maken", hij heeft iets te zeggen en zegt het zon der iets of iemand te ontzien. In „Les corbeaux" b.v., één van zijn meeat bekende stukken, toekent hij in scherpe lijnen, hoe een familie, die (buiten eigen schuld) haar geld verloren heeft, machteloos en weer loos is overgeleverd aan groote en kleine schuldeischers hoe ten slotte alle levensgeluk verwoest wordt door der „raven" gulzig eischen. Een prachtige zodencomedie, vol navrante waarheid! „De Parisienne" zouden we eer een zeden schels kunnen noemen, de schrijver stelt ons de Parijsche vrouw tilt do „groote" of de „bijna groote" wereld voor als een wezentje vol uiter lijke bekoring, wuft, coquet, slim ge noeg om elke levenskans te grijpen, hakend naar emoties, dartelend om en op de grootste levensvragen. Wat ln anderer leven oen tragedio kon worden, beroert bij haar nauwelijks de oppervlakte. In eiken strijd blijft zij overwinnaar, omdat zij koel blijft en in elke situatie ltaar eigen wenschen op den voorgrond zot. Waar zij schreit, geschiedt dit om een verloren fcani tot genieten Elke man, dien zij in haar leven betrekt zal haar mindere zijn, omdat geen man haar doorziet en geen man sterk ge noeg is aan de bekoring van haar uiterlijk wezen te ontkomen. De schrijver toont ons ltaar in bo- trekking tot een vertrouwenden echt genoot, een jaloerschen vriend en nc-g eon anderen vriend, voor wien de sport na korten tijd sterker aantrek kelijkheid blijkt te bezitten dan de genegenheid der mooie vrouw. De drie mannen len daardoor hel heelo stuk! zijn schetsmatig geteekend al leen de vrouwenrol is uitgewerkt. Een Z'«?r moeilijke speelrol met lange clausen, die. zonder schitterende gees tigheid. echter vol fijne wendingen zijn. Doch die licht vervelend worden «oor de toehoorders, omdat de han deling van het stuk eentonig Is. YVant het leven der Parisienne is volgens Henri Becque bij al zijn schijnbare afwisseling, eentonig. Clotilde spreekt hei aan '1 slot uit„Al one praten heeft alleen gediend om ons weer op het oude punt terug te brengen." Magda Janssens spoelde de rol niet kwaad, maar te veel naar het uiter lijk, wat vermoeiend werkte op hot publiek. Tot die vermoeiing droeg ook haar Vlaamsche tongval bij, die de heldere klanken van het Hol- landsch verdoft weergeeft. Wat een dor bekoringen van Fieritje Beule mans uitmaakte, werkte hier storend. Toch. aan mevrouw Janssens mag 'n woord van lof niet onthouden wor den haar stille spel was dikwijls van een lenigheid, die over menig verve lend oogen blik van de twee oerste be drijven heenhielp. De drie mannenrollen waren in handen van Royaards als de goed hartige echtgenoot. Co Balfoort als de ijverzuchtige vriend en Gobenu als de jonge man, die in Clotilde's ge zelschap naar ziin geweren verlangt. Zooals ik al zeide 't zijn alle drie schetsmatig peteekende figuren Royaards, die met een dofheid in zijm stem te kBmpen had. caf 't meest re lief aan zïm rol. Co Balfoort was te harker'g, Gobeau te weinig expressief. Henrietta Demmlnk had een klein kaïnenicrsrolletje te vervullen, wat haar wèl afging. Na de pauze ging Teïrlink's één- ader„Mijnheer Serjariszoon", van vorsge opvoeringen bekend. 't is ook niet meer dan een schets: één bijzondere dag in het bestaan van een ouden vrijgezel, één dag, waar op het groote leven hem schijnt te naderen. Maar het vervloeit alles weerna korte rimpeling kabbelt de levensstroom weer effen verder. Royaards epeelde met humor zijn oude rol van vrijgezel-philosoofMa rie Verstraete was op haar plaats als 'sneeren Serjanszoon huishoudster, met den zoetklinkenden naam van Filmeele. Julia de Gruyter wist niet veel be tekenis te geven aan de figuur van „Petite Coueine", hot charmante nichtje, dat als een verschietende ster een oogwenk aan den levenshemel van mijnheer Sorjanszoon verschijnt. Magda Janssens kreeg hier dank baar werk in het vervullen van de Kalryne-rol, niet meer dan één scène, doch die gelegenheid biedt tot sterk epcl. Ze vertoonde hier tragische kracht van uitbeelding en hoe goed deed hier 't Y'laamscht Het publiek had blijkbaar moeite hel gebodene te waardoeren, vooral de Parisienne vond maar matig bij val. Wat ten slotte niet verwonde- reu valt. ANNA VAN GOQHKAULBAGII. Binnenland HET DRAMA VAN „DE NOORD ZEE'. We lezen in de Telegraaf: ,,De ongelukkige logger', noemt de Katwijsche bevolking het vaartuig, waarop zich enkele weken geleden het ontzettende drama op de Noord zee heeft afgespeeld, en in dien naam ligt als het ware opgesloten hoe het visschersdorpje over de bemanning denkt... De binnenhaven langs, een trap op, den dijk ai, 'n straat en nog een straat dan eindelijk staan we voor het groe ne poortje, dat de woning van schip per Klaas de Haas aan 't oog ont trekt. „Of de vrouw thuis was", had den we de buren gevraagd, "n Mee warige hoofdknik en dan kwam, wat we op onzen tocht door Katwijk tel kens en telkens weer te hooren. kre gen, verbazing over 't gebeurde; leed wezen met de gezinnen, die zoo zwaar getroffen zijn, die moeten dra gen wat door een hoogere macht werd toebedeeld... In het kleine, kraakzindelijke ka mertje, heeft ze haar hart uitgestort, de arrne, beklagenswaardige schip persvrouw... Nooit had ze aan haar man. let© bijzonders gemerkt. Hij kwam ge trouw zijn godsdienstplichten na, ging stipt ter kerk; maar peinzen over wat hem duister was, dat deed hij nooit. Een oppassend man, een trou we vader voor zijn beide kinderen, een goed zeeman, bij de reeders zéér gezien. Sinds twee Jaar voerde hij 't commando over den logger; voor de tweode maal was hij met deze zeilde bemanning ter haringvangst geguan. „Ze konden het zoo goed samen vin den die eerste reis", zuohtte de vrouw en tranen welden in haar rood behuilde oogen. „Klaas was geen man, die twist en tweedracht velen kan. Als ik oneenigheid oaxi boord moest hebben", zei hij altijd, „bleef lk véél liever aan wal". En dat het nou zoo heeft moeten gaan, dat we na zestien jaar getrouwd te zijn zóó van elkaar moeten komen. God hoeft ons zwaar beproefd. Zijn wil geschie de... En verder voerde onze weg langs de murmelende zee, wier schoot on eindig veel geheimen bergt... Arie Vlieland... met huivering wordt te Katwijk die naam genoemd, met medelijden ook, want hulzen niet ln do kleine woning aan de zee een Jon ge vrouw, rfer kleine kinderen, 'dnnr straks zelfs vijf? Ziet niet een arme weduwe zich van den kostwinner be roofd? Ln hot kamertje, waar aan den wand 't portret van den stoeren, vier kanten zeeman de ecreplaats In neemt, hebben ze hun leed verteld, die arme vrouwen; gejammerd over het vreeselijk ongeluk, zoo plols geko men.'„De Heer heeft wonder boven wonder aan ons gedaan" had Arie dezer dagen nog naar huis geschre ven, „Zijn Heilige Geest ls in mij ge varen". Zoo'n goede kerel was hij altijd ge weest; een lobbes van een man; niet eens bijzonder kerksch, want had hij niet Zondags som3 de preek ver zuimd om bij de kinderen te blijven. „En t Bijbellezen?" vroegen we. Met starende oogen, die geen tra nen meer hadde-n, kc-elc de vrouw ons aan. „Het Bijbellezen... och dat ging niet best, want Arie, ja, hij was wat dom... hij las iuog al gebrekkig neen, Bijbellezen heeft mijn man nooit veel gedaan. Maar goed dat-ie was; doodgoed. Zijn laatste cent voor mij en voor de kinderen. Den ochtend van zijn heengaan nog haalde hij een paar oude afgedankte klompen van den zolder; ze konden nog wel mee die reis en dan had ik wat geld voor een nieuw vloerkloedje, dat 'k graag hebben wou. Och Heem, Heere waarom moest dit Looh gebeuren. We hadiden 't best, en nu... de kinderen worden soms op straat al nagejouwd en niemand ls er die voor ons zorgt" Toen ze zweeg, het bleeke, afgetob de vrouwtje, begon Arie's moeder te vertellen van haar reis naar Don Haag verleden weck. Heftiger, steeds heftiger werd de woordenstroom der oude vrouw, nier diep doorgroefd gelaat, omlijst door de Kutwijksche kap, doed denken aan een vrouwen- kop van d'eon of anderen oud-Hol- landschen meesier. Toen 'k er kwam in het hui3 van bewaring, hebben ze me 't eerst naar Leen gebracht, m'n jongste, zeven tien... „OCh moeder," zeiUe, „moeder, maar ik kan hot niet helpen, waar- dat Je hier nou nog komen most, ochtig niet; ons Arie heeft het zoo ge wild; en als we 'tniet hadden gedaan, moeder, don lagen we nou ook in zee. Hij was zoo kalm, mijn jongen, en och, hij schaamde zich zoo. Toen hebben ze me naar Arie gebracht, maar Arie, die stond te schreeuwen en te razen „Op mijn 29en verjaar dag heb ik den Heiligen Geest ont vangen", zcit-ic: en ik zeg Arie Jon gen, dat is de Heilige Geest niet ge weest. En toen is ie gaan bidden, net een dominéé, het klonk door 't heele gebouw. „Verlos ons van den booze schreeuwde hij on sloeg zidh op de borat en dan ineens weer zei ie tegen me: „Moedor. moeder, ik weet geen raad... 'k moet het alles uitmaken met den Heer... O, moeder, mijn ar me moeder, mijn arme kinderen..." „Nou hebben ze hem naar Medem- blik gebracht Snikken beletten haar het verder spreken, een droef, een Innig droef tooneel. We hebben nog meer van die too- ncelen bijgewoond... In alle huisjes der betrokkenen heerscht verslagen heid. De Katwijksclie bevolking be hoort niet tot het soort dat klaagt en jammert in het openbaar. De rnuren van de binnenkamer kennen slechts 't verdriet en daar ook trachten ze be rusting te vinden ln 't geloof. „De inenscben zijn liier streng or thodoxe'werd ons van verschillende kanten verzekerd, „maar drijvers em dweepers zijn het niet..." We spraken den reeder van „De Noordzee". Hij ook schilderde de be manning \an den logger als brave, oppassende kerels, die zich nimmer te buiten gingen aan sterken drank (de schipper was zelfs zoo goed als ge- heel-ontlfouder), die steeds bij vorige gelegei dioden tot in de kleinste on derdeden hun plicht hadden vervuld. Toen de heer Haasnoot de eerste te legrammen in de dagbladen las, docht hij aan can misplaatste grap, kwam geen oogenblik het denkbeeld bij hem op, dat wat daar stond geschreven als bittere ernst moest worden be schouwd, tot „Buiteiliandscbe Zaken" hem telefonisch van het gebeurde op de hoogte bracht... Later heeft de heer Haasnoot nog oen visschcrsman gesproken, di© en kele dagen vóór het drama zich in al zijn afgrijselijkheid had afge speeld, ln volle zee door den logger werd gepraald. Toen viel h©t dén vis- schersman op, dat niet de schipper, maar Vlieland het commando had. Vlieland was het, die beval een boot te strijken en Vlieland ook deelde den ander mede, dal do laatsten der da gen gekomen waren en dat men op zijn mooi, wit scheepje naar Jeruza lem wou varen... ,,'k \:ortrouwde 't zaakje niet", ver telde de visschersman; „en ben met mijn netten naar een andere piek ge gaan; maar to voren heb ik nog tfgen den schipper gezegd; „Klaas, ga terug naar Katwijk; bij Jullie is het niet pluis". Daar liad de schipper toen wol ooren naar... ,,'n Goed schip volk", noemde de grijze predikant de rampzalige be manning, waarvan hij Ieder lid sinds Jaren heeft gekend. Ook hem is het gebeurde op „de Noordzee", een raadsel; van geen dor mannen had hij ooit Iels dergelijks verwacht; van Y'lleland, een goede, nogal domme ke rel, evenmin als van de rest. Tot de denkers en peinzers ln den lande, heeft niemand hunner behoord... Men zegt l» Katwijk, dat 'Arie enkele ja ren geleden op zee ook al een gr-cstn- verschijning heeft gehad. De schipper, onder wie hij toen voer, had zich er afgemaakt mot een: „Ja, jong, nou mot er voor de ha ring gezorgd; dat bidden komt wel terecht". Vlieland was toen héél spoedig weer gewoon gaan doen... Dezen lcecr schijnt hij ln zijn plotse ling losgebarsten waanzin den schip per en de anderen te hebben gebiolo geerd. „Bijgeloof, niet onsreloof, heeft dezen menschen parle.n gespeeld", aldus de dornlné, ©n hij sprak van den strijd door hem en zijne ambtsbroeders sinds vele, vele jaren togen het diep- wortolende bijgeloof ln de overigens bijzonder godsdienstige gemeente aan gebonden. In deai beginne willooze slachtof fers in Viicland's hand, gekomen on der de bekoring van de wartaal, die hij sprak, hebben de cmgelokklgen op de Noordzee later wellicht uit vrees voor den bijzonder sterken krachtige» kerel, zich naar de grillen van can krankzinnige gevoegd... Ziedaar den uitleg, dien de Kat- wijkers geven aan een gebeuren, waarvan de juiste toedracht wellicht voor eeuwig een mysterie blijven zal... DOOR EEN LORRIE. Dinsdagavond is de arbeider A. Tule.ns te Assen door een lorrie van de Staatsspoor overreden en aan de gevolgen overleden. MIDDENSTANDSBOND. In de te Amsterdam gehouden ver gadering van hel bestuur van den Middenstandsbond werden Ingevolge de besluiten van de algemeene ver gadering, de volgende comrnissiéa samengesteld: le. vo$r de wet op de oneerlijke concurrentie; 2e. om met de N. O. T. besprekingen te houden, tor verkrijging van meer faciliteiten voor den Middenstand; 3e ter bestudeenng van de Crisismaatregelen op de voe dingsmiddelen; 4e. lot onderzoek van het voorstel Amersfoort. Door het bestuur werden als gede legeerden benoemd in den op te rich ten bond van Onderl. Inf. en Incasso* bureaux de heeren De Graaf eh Hen- mens Moons, terwijl nog werd beslo ten bij de Regeering opnieuw aan te dringen, om den voorlichtingsdienst wederom in werking te stellen. Het volgend oongTes zal gohouden worden te Lelden. Verder werden nog belangrijke be sprekingen gehouden in zake de ver lof regeling, van gemobiliseerde mid denstanders. UNIVERSITEIT TE LEIDEN. De nieuw benoemde hoogleeraar In de Middel-Nederlandsche taal en let terkunde aan de universiteit alhier, prof. dr. J. W. Muller, van Utreoht, de opvolger van prof. dr. J. Verdam, aanvaardde Woensdagmiddag in het groot-auditorium van het Academie gebouw zijn ambt met een rede over: „Nederlandsch Volksbesef en Taalbe sef." BENOEMD. B. en W. van Amsterdam hebben, naar het Hbld. meldt, den heer Dries, sen, van den dienst der publieke wer ken te Amsterdam, benoemd tot inge nieur voor de duinwaterwinplaais Leiduin. TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. Van betrouwbare zijde verneemt de Telegraaf, dat voor de candidatuur dor vrijzinnig-democraten bij de ver kiezing voor de Tweede Kam er te As sen, zoo goed als zeker een keuze zal worden gedaan uil de heeren P J. v. Ravensteyn te Hilversum, W. O. A. Koster, secretaris van den Vrijz.-Dem. Bond to 's-Gravenhage, en jlir. mr. dr. E. A. van Bercnsteijn, burgemeester van Veendam. EEN WAARSCHUWING. Naar aanleiding van een bij den Centralen Gezondheidsraad ingeko men ambtsbericht vestigt dit college de aandacht op het gevaar van het gebruik van verfstof, beslaande uit koolteer. opgelost in technische ben zol („Negrine"), in moeilijk le venll- leeren ruimten. Uit bedoeld'bericht bleek namelijk, dat een werkman, terwijl hij het in wendige van het hoogdrukreservoir van een watertoren schilderde, plotse ling is neergevallen en overleden ten gevolge van de inademing van dam pen, dJe opstegen uit de voor het schil deren gebruikte verfstof, welke bij on derzoek grootendeels bleek te beslaan uit koolteer, opgelost in technische benzol. Waar dezè verf om technisclie rede. nen in gefloten ruimten niet is te ver- vangen door een ander, minder ge vaarlijk dekmiddel, neme men dus voorzichtigheid ln acht en zorge voor voldoenden toevoer van versche lucht. BRAND. Dinsdagmorgen ontstond te Goor brand in den korenmolen van den lieer H. Leijendekker, toen deze den potroleummotor in werking stelde. L. wist, naar hij meende althans, den brand te blusschen. Bij het hergen van eenige zakken grnan kreeg hij eenige brandwonden. Het bleek ech lor spoedig, dat de vlammen nog voortwoekerden ln de zakken en het graan, zoodat de brandweer moest aanrukken, die de vlammen bluschte. De schade is zeor aanzienlijk. NACHTRUST. De Arnhemsche Raad heeft besloten om voortaan het klokkenspel der Groote Kerk 's nachts te doen stik staan, (Zutf. Crt.) PRENTBRIEFKAARTEN OVER NEDERLAND. De Londensche correspondent vox 't Alg. Handelsblad schrijft: „Van prentbriefkaarten gesproken. Vanochtend was ik in een winkel, waar men deze in allerlei soort ver koopt, getuige van het volgende: Een Eugelscliman kwam den winkel bin nen en vroeg den winkelier een soort gekleurde kaarten, afbeeldingen ge vende van ons land, In het bijzonder

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 6