ft
ft
ft
ft
ft
ft
ter. Deze 4 manen of satellieten kan
men al door de zwakste kijkers zien
en het is iedereen aan te raden, het
heerlijk schouwspel dat de moeder
planeet mot hare dochters biedt, eens
te bewonderen. De eenvoudigste too-
ïieelkjjkor, ja soms zelfs een kijkertje
uit de kinderkamer, brengt ons al een
heel eind op weg.
Dikwijls ziet men echter niet al
deze -4 manen, daar zij bij het wente
len om de hooidp aneet zich van tijd
tot :ijd achter deze bevinden. Soms
zijn zij evenmin te zien, doordat zij
Juist vóór de planeet zijn, in welk go
val de helder verlicht© Jupiterschiif
ze geheel overstraalt. In het eerste
geval spreekt men van ©en bedekking,
in het laatste van een overgang der
Jupitennanen.
De omloopstijden der 9 manen, die
men algemeen- door de Rorneinsch©
cijfers I tot IX aangeeft, wijken zeer
van elkaar af. Terwijl I in 1 dag en
18 uur haar baan om de planeet af
legt, heeft IX daar niet minder dan
3 jaar voor noodig. Ook de afstanden
zijn zeer verschillend en liggen tus
schen een li a f en zes millioen
K.M., zoodat dus VIII ruim 52 maul
zoovor van Jupiter v erwijderd is als I.
En hiermede heb ik u het voor
naamste van onze grootste planefet
verteld. Doch ik wil niet eindigen
vóór ik nogmaals heb aangeraden,
vooral toch eens een kijkertje op haar
te richten en ik bon overtuigd dat
men getroffen zal zijn door hetgeen
men dan te zien krijgt.
II. C.
Brieven uit BerlUn.
DE I1ARZ EN DE OORLOG.
Berlijn, 5 October.
Hot eigenlijk seizoon was al voor
bij. Als tie bladeren gelen in Harzburg
en Wernigerode-, als de nevelsluiers
jagen om den top van den Broeken,
zoodat men meent witte gewaden van
de heksen, wier k'assieke bodem het
hier boven op den Bloksberg is, te
2ien fladderen door de lucht, als de
wegen modderig worden en de lucht
vochtig er» kil... dan verdwijnen de
gasten, die weken, maandenlang in
de badplaatsen' en sanatoria van dit
heerlijk gebergte herstel van gezond
heid zochten. Enkelen zagen wij er
nog in het Harzbift-ger Kurhaus, en
het voornaamste hotel was zelfs nog
zoo bezet, dat ons gezelschap van een
veertien personen or geen plaats had
kunnen vinden en wij op een anderen
heuveltop van dit gezegend oord inge
kwartierd werden bij onze journalis
tieke inspectie-reis, di© ditmaal via
Bronswijk naar den Harz voerde.
Het genoemde hotel, wiens gasten
in norraa'e jaren voor eon derde uit
Hollanders pleeg; te bestaan (de Harz
is dan door de uiterst gunstige ver
binding Amsterdam-Harzburg slechts
een uitstapje), heeft dit Jaar welis
waar weinig bezoek uit ons land ge
had. doch hol was desniettemin zuc
bezet, dat wekenlang geen hokje vri
bleef. De bezitter verklnaixie dit uit
het feit, dat de Duitschers zelf meest
al in het land gebleven zijn en ook
daar door de afsluiting van een ge
deelte der zeekusten beperkt in hun
keuze waren, terwijl de centrale lig
ging van den Harz bovendien nog eea
v oordeel was. VVij hoorden dan ook
nergens ontevredenheid over het sei
zoen uiten, en ze'fs de pachter van
het Broekenhotel, dat aan den vorst
van Stolberg—Wernigerode behoort,
en die een jaarlijksche pachtsom van
niet minder dan 80000 mark betaalt,
was voldaan over den stand van za
ken. En in de meer algelegen en klei
nere plaatsen of daar, waar de hotêl-
bezitters bij het begin van den zomer
bang waren voor een gering bectoek,
hebben d© overal ingerichte lazaret»
ten or voor gezorgd, dat het verkeer
minstens op dezehde hoogte bleef als
vroeger. Zelfs in Scinerke, volgens
velen de parel van den Harz en in
elk geval 's zomers on 's winters eon
zeer bezocht oord, zijn eenige laza
retten in hotels ingericht, groote ka
mers met balcons .en gesloten veran
da's, meest voor reconvalescenten en
lang niet vol, wat door den inspectee.
reuden generaal die ons rondleidde
als ©en bewijs er voor aangevoerd
werd dat de Duitsche verliezen in het
Oosten, vanwaar deze gewonden a
zonder uitzondering komen, lang niet
zoo groot zijn als het vaak voorgesteld
wordt. Bijna allen met het ijzeren
Kruis versierd stonden de mannetjes
daar, en de dokter toonde ons ©enige
interessant© gevallen van hooldwon
den en borst- en rugscholen. Goed
genezon, doch onverkwikkelijk om
te zien, was de trechtervormige diep
te, die een shrapnell in den mg van
een jongen vrijwilliger achterliet. La-
ter hoorde ik dat de zenuwaandoenin
gen, die hier genezen werden, hoofd
zakelijk aan het Inslaan der zw are
granaten te wijten zijn, waartegen
soms noch gezicht, noch gehoor of
spraakvermogen bestand zijn. Ook
hier hielden' de herstellenden zich
bezig met allerlei kunstnijverheid,
waarin ©en verpleegstertje les gaf, en
ook oen Hindenburg gedenkteeken uit
behouwen granietblokken hadden de
soldaten opgericht. Is er nog wel een
plaats in Duitschiand waar soldaten
zijn. waar deze populairste aller veld-
maarschalken niet op de eene of an
dore w ijze vereeuw igd werd?
Wij hoorden in déu Harz veel waar-
deerend© en bewonderend© woorden
van mannen over het werk en her-
stille heldendom der vrouwen. Van de
2000 soldatenvrouwen die de burge
meester van Wernigerode onder zijn
hoede had, wist hij met weinige uit
zonderingen niets dan goeds to ver
tellen. En dit is van hoog tot laag
het geval. Ik heb in het slot van
vorstin Marie von Stolberg—Werni
gerode, met het uniek schoon verge
zicht van het terras, zelf do stapels
Liebesgaben zien liggen, daar genaaid
en in orde gebracht, ter verpakking
gereed.
En ook dit slot, welks bezitter vorst
Ihristiaan Ernst, aan het Westelijk
front staat, was maandenlang laza
ret.
Ook de kinderen doen me©. Waren
het geen kinderen, die jongens van
14 tot 17 jaar, de vrijwillig© brand
weer van Wernigerode, gymnasias
ten, die nog niet evenals d© twee
hoogst© klassen der school, me© kon
den in den oorlog en nu doen wat zij
kunnen. Stram ©tl flink exerceerden
'ij, krachtig klonken do comniando-
woortlen van hun Jongen aanvoerder
en door den sch jn- va n apel van dit
harde loopen en Kanteeren lichtte d©
ernst van een jong geslacht, dat be
wust zijn beete krachten geeft.
In Wernigerode zag ik ook di©
prachtige school voor moer uitge
breid lager ondierwijs, die (in eon
plaats met 20000 inwonersl) bijna een
half millioe-n kostte, waar de kinderen
in de aula uitstekend a ca pel la zon
gen en boven, op de plaats waar de
gebeurtenissen op het oorlogsterrein
geïllustreerd worden door landkaar
ten, prentbriefkaarten en portretten
van legeraanvoerders, I'ransche cou
ranten lagen met artikelen over
Duitschland, die de onderwijzer mot
de knapen op rustige wijze besprak.
Op neutral© journalisten, maakte dit
kleine feit een sterkon indruk. Het Is
een teeken van onvexstoorbure kracht.
Amsterdamsche Kout
192.
Een hoogletraars-vacature.
Kerrnis.
Er is een hoogleeraars-vacature.
Curatoren bovelen, gehoord de be
trokken-faculteit, een of meer ge-
wenschie cundidaten aan, B. en W.
(plaatsen die op de voordracht en de
Raad benoemt nummer één.
Dat is de gewone gang van zaken,
en maar hoogst zeldzaam komt het
oor, dat daarvan algeweken wordt.
Hoogst zeldzaam zijn de gevallen,
dat de ltaud buiten de manbevehng
der faculteit omgaat.
Er is thans echter wrijving tus
schen den gemeenteraad en het col
lege van curatoren der Gemeentelijki.
Universiteit, meer bcpauld don lus-
schen den gemeenteraad en de medi
sche faculteit onzer hoogeschool.
Een loit dat, zooals ik schreef, bij-
a nooit voorkomt en dat dan ook
belangstelling wekt in wijder krin
gen. dan alleen in de geleerde we
reld.
Wat toch ia het geval
Prof. Winkler, hoogleeraar in ds
psychiatrie, heeft onze universiteit
verlaten en een leerstoel aanvaard
aan Utrecid's alma mater.
an medische zijde nu is er ten
sterkste op aangedrongen, met klem
an eenvoudige argumenten, die ook
tol den leek spreken, dat een kli
nisch ervaren psychiater in Prof.
Winkler's plaats zou vvordeD be
noemd.
Die zijn er nu wel niet bij tientallen
in ons land, maar ze zijn or toch.
Wat doet nu echter de medische
faculteit
Zij doet, door middel der curato
ren, een dubbele voordraoht indie
nen, waardoor een groote verwar
ring is ontstaan. De Raad heeft er
twee geheime zittingen en één open-
ibare aan gewijd en het povere resul
taat is, dat we nog niets zijn opge
schoten.
Curatoren stelden voor Prof. Wert
heim Salomonson, buitengewoon
hoogleeraar in de neurologie, maar
die hoofdzakelijk zijn arbeidsveld
vindt "als Röntgenoloog en op dit ge
bied een wereld-reputatie heeft, tot
gewoon hoogleeraar te benoemen, en
naast hem een psychiater, waarvoor
dan zijn voorgedragen Dr. Valken
burg en Dr. Brouwer.
Nu bleek de Raad geenszins gezind
het buitengewoon hoogleeraarscbap
van Prof. Wertheim Salomonson in
een gewoon te veranderen. Men zag
er een drijven van de faculteit-in, om
aan de persoonlijke aspiraties van
den hooggqjeerde tegemoet te komen,
en daar paste men voor. Bovendien
werd het bezwaar geopperd, dat, in
dien Prof. Wertheim tot gewoon
hoogleeraar in de neurologie wordt
benoemd en hij er 140 bedden bij-
krijgt, zijn klinieken worden gehou
den in het Binnen- en in het Buiten-
gasthuis en hij ook nog een nieuwe
inrichting voor Röntgen-behanuelmg
zal gaan beheeren eerlang, een co
ander veel te druk wordt.
Ik zal als leek hierover geen oor
deel uitspreken, maar dit weet ik
wel, dat liet pijnlijk heelt aangedaan,
dat over de persoonlijke verdiensten
en beteekenis van dezen beroemden
geleerde in openbare zitting zoo uit
voerig is gesproken. Hoewel ik aan
den anderen kant erkennen moet,
dat het goed is, dat de burgerij ook
eens wordt ingelicht over hetgeen
achter de schermen gobeurt, en dat
zii ziet, dat de Raad maar niet cri
tiekloos meegaat met het drijven der
medische faculteit van onze hooge
school.
Een tweede punt is het andere deel
der voordracht van curatoren. Als
hoogleeraar in de psychiatrie naast
Prof. Wertheim Sulomonson worden
aanbevolen Dr. Valkenburg en Dr.
Brouwer. En nu kwam een der medi
sche raadsleden met de verbluffende
rnededeeling, dat Prof. Jclgersma,
hem naar zijn oordeel gevraagd, ver
klaard had, dat beide heeren buiten
gewoon knap zijn op het gobied der
herssn-anatonvie, maar dat geen
van beiden ervaren kli
nisch psychiater is. Trou
wens, hot is een publiek geheim, dat
Dr. Brouwer enkel en alleen op de
voordracht paradeert als een soort
huldeblijk voor hetgeen hij op het
gebied der hersen-anatomie heeft ge
presteerd.
Met mijn eenvoudig loeken-verstand
zeg ik dat is toch geen voordracht
opmaken De Raad heeft groot ge
lijk dat hij tot ouiatoren, zegt geeft
mil een andere voordracht, opdat ik
met oordeel en in hot belang van het
hooger onderwijs een beslissing kon
nemen.
Wat zullen curatoren nu doen?
Het is ook een tot nog toe niet op
gelost raadsel, waarom Prof. Brou
wer, die een psyclnutrische kliniek
heefi, nooit op de voordracht is ge
komen.
Naar mij verzekerd werd', staat het
volstrekt niet vast, dat hij zich een
benoeming niet sou luien welge
len.
De wegen van curatoren en vui
medische faculteit van Amsterdam
zijn in dit opzicht duister I
Ik heb indertijd naar bobooien
melding gemaakt van de Stadion-
kermfs en verteld, dut het inder
daad niet veel zaaks was.
Nu is. eeu beetje als mostent
den maaltijd een adres van Patri
monium hij den Raad ingekomen, om
de kermis te verbieden. Bedoeld dan
natuurlijk voor de toekomst, want
toen het adres inkwam, wa»
kermis al afgeloopen, of ten minsle
zoo goed als.
Nu sohijnPhet College van B. en
wel iets te voelen voor de argu
menten, door Patrimonium op het
tapijt gebracht. Dit zou men ten
minste kunnen afleiden uit hot feit,
dat een verzoek om verlenging is
llge wazen.
Toen de verzoekers kwamen, zei de
burgemeester „U heeft vergunning
gevraagd voor de maand September.
Die heeft u gekregen, welnu, wat
wilt u meer
Burgemeester Teilegen stond in-
tusschen de aanvragers uiterst
riendelijk te woord en hij blijkt
neer en meer een wel gemakkelijk
toegankelijk mcnsch te zijn, die nog
al eens een geestig antwooid weet te
plaatsen ook.
De burgemeester heeft Indertijd
een bezoek aan do Stadion-kermis
gebracht. Toen hem nu gevraagd
word, toestemming te geven tot ver
lenging. o. m. op grond dat de mon-
schen zich zoo amuseerden, merkte
i hem op„U is er toch cok ge-
'st. burgemeester, en u heeft u
toch ook geamuseerd?"
„Dat ik er geweest ben, heeft u
kunnen zien", zei hij. „Maar hoe
.weet u, dat ik mij heb geamuseerd
Heeft u dat van mijn gelaat kunnen
lezen
In de laatstgehouden Raadszitting
•as het venzoek van Patrimonium,
om voortaan geen toestemming tot
het houden van kermissen te verlee-
nen, onder de ingekomen stukken.
B. en W. zullen, naar medegedeeld
is. in de volgende vengadering met
een voorstel komen.
Dat zal dan wel zijn het voorstel,
om de zaak in hun handen te stel
ten voor prae-advies.
En mij dunkt dat, waar eerst
iiftieu twintig jaar geleden de
kermis werd afgeschaft, daarna de
pseudo-kermis, die voorjaarsmarkt
heet. hetzelfde lot onderging, nu wel
besloten zal worden, dat we voortaan
het zonder kermis zullen moeten
stellen.
Wat nog zoo'n groot verlies niet is.
AMSTERDAMMER.
De Snnifdoos.
Het was een storm- en regenachtige
avond. De wind huilde door do hoo
rnen, terwijl de regen, den eenzamen
wandelaar, die moeizaam tegen den
storm indrong, in 't gelaat striemde.
Hij was een zwaargebouwd man,
zijn drie kanten steok, zijn houge
laarzen, waarvan een gedeelte vuil
onder zijn langen mantel zichtbaar
was, en de degen, die aan zijn zijde
hing, verrieden den edelman,
't Was donker, doch vastberaden
volgde hij den weg, die leidde naar
het kasteel van den ouden graaf von
Halfburry.
In plaats van echter aan het eind
daarvan de oprijlaan van liet kasteel
in te gaan, sloeg hij nog voor hij aan
iet hek gekomen was linksom en
.'olpde een klein pad, dat zich door
het kreupelhout slingerde.
Blijkbaar was hij hier op het ter
rein goed bekend.
Na een paar honderd pas stond hij
voor een hoogen muur, waarin zich
•n deur bevond.
Hij lichtte den klink op en duwde
krachtig tegen de zware met ijzer be
slagen dieur, die langzaam open ging.
De bezoeker sloot wederom de deur
achter zich en deed tevens den gren
del er voor.
Daarna liep hij snel den tuin door,
om, bij het huis aangekomen, zacht»
Jcs op een achterdeur aan ts tikken.
Eenige oogenb ikken later werd dit
geopend en in de gang siond een be
diende, die een lamp in de hand
hield.
Mijnheer Karei, zeide deze ver
heugd.
Darnell! antwoordde de bezoeker
kort en toch hartelijk. Ben ik
reeds te laat? vervolgde hij angstig.
De bédiende knikt© ontkennend.
Neen, antwoordde hij hert.
nog niet te laat. Niemand buiten mij
weet dat u hier bent Laat ons dus
naar de rooksalon gaan.
Waar is mijn neof? vroeg Karei
nieuwsgierig.
Die zit in de bibliotheek in de
papieren te snuffelen, inplaats van da
laatste oogenbiikken bij zijn uorn
door te brengen, antwoordde de be
diende bitter.
De jonge edelman lachte kort.
Laat ons clan hier een glas war
me wijn nemen, zei hij. De wandeling
heeft mij steenkoud gemaakt.
De bediend© vertrok, terwijl Karei
zich voor het haardvuur zooveel mo
gelijk trachtte te drogen.
Darnell kwam terug en beide man
nen dronken eenige glazen wijn,
waardoor Karei zichzelf voelde oplo
ven, zooals hij zei.
lloo gaat het met mijn oom? vroeg
hij.
't Zal vannacht wel afloopen,
zeide de bediende treurig.
En dan?
Dan komt morgenochtend de
nieuwe meesteres hier. Zij logeert nu
in het dorp. De oude graaf wilde haar
niet in het huis hebben dat no3 het
2ijne is.
Mijnheer Karei, vroeg de man
angstig, mag ik met u mede? Ik kan
niet haar en uw neef als meesters
hebben.
Mijn'beste Darnell, ik zelf ben
straatarm. Ik vecht voor mijn brood
ou als er mots te vechten is, probeer
ik wat anders. Ik hel) manr één be
diende en die moet nog vaak genoeg
op zijn gage wachten.
Laat niij dan die een© zijn, ver
volgde Darnell, ik zal op mijn sa
laris wachten, totdat het u schikt.
Je bent een beste kerel, ant
woordde Karei geroerd. Vroeger
toen ik nog hier was, heb je me ook
dikwijls uit de narigheid geholpen.
Ik zal er over denken.
Laat ons nu naar mijn neef gaan.
Beid© mannen gingen naar de bi
bliotheek waar James, graaf van Len
nox, zich verdiepte in stapels docu
menten en geschriften.
Verrast keek hij op toen Karei bin
nenirad.
Waarom heb je me niet verteld,
dat er bezoek was, vroeg hij den l>e-
diende.
Mijnheer Karei is juist hier. ant
woordde Darnell vrijmoedig. Boven
dien zou ik het dan nog aan den
graaf hebben moeten medecteelon.
Welnu, doe dat dan!
Zouden wij niet wachten, tol hij
ontwaakt? wierp Karei tegen.
Neen, antwoordde James koppig.
Iiij moet direct weten, dat nicn6clien,
die hij zijn huis ontzegd lieoft, geko
men zijn om zijn laatste uren te ver-
gallen
Pardon, gekomen zijn omdat hij
het zelf gevraagd heeft, antwoordde
Karei, de hand aan zijn degen slaan
de.
Zelf gevraagd? vroeg James ver-,
based.
Zijn neef knikte zwijgend.
Zooveel te beter, vervolgde Ja-
_jos luchtig, en dan wijzend op Ka-
rel's hand, die nog steeds op zijn de
gen rustte.
Waartoe dient dat?
Ik daag ieder uit die mij durft
boleedigen, antwoordde Kaï'el grim
mig, en dan een blik op de papieren
werpend: Van niemand duld ik een
laagheid, zoomin als van mezelf. Als
ik die ooit boging, zou mijn eigen
degen mij doorboren en wee ook een
ander!
Eigenaardige begrippen, zei Ja
mes spottend.
De bediende kwam terug en ver
zocht namens zijin heer aan beide
mannen hem te volgen.
Zii kwamen in een groote slaap
kamer.
Oo het bed bil het raam lag een ge
stalte uitgestrekt.
Karei herkend© in de vermagerde
trekken ziin oom on hartelijk drukte
h'j de hand. die de zieke hem aan
bood
Hebt ge vergeven, fluisterde de
stervend© zacht.
Stil, oom, zei Karei geroerd.
Laat ons daaraan niet denken. Dat is
alles voorbij. Hebt gij mij echter ver
geven?
Do zieke knikte heftig van ja.
James stond aan het ondereinde
van het bed en wierp vergramde
blikken op het tweetal.
James, geef mij mijn snuifdoos,
vroeg de zieke moeilijk.
Do aangesprokene voldeed aan het
verzoek.
Iiij overhandigde zijn oom een groo-
ten gouden snuifdoos.
Op de doksel bevond zich het por
tret van George I, daaromheen een
dubbele rij brillonten. Daarboven een
groote blauwe diamant in een kring
an pareltjes.
Karei, zei de zieke zwak, deze
doos schenk i'k je, met alles wat er in
is James zal er geen bezwaar tegen
hc-bben. Hij krijgt al het andere enbekeken?
zal dus die onnoozele duizend of
i.'tienhonderd gulden niet missen.
James wierp hebzuchtige blikken
op het kostbare voorwerp.
Ik schat haar wel op tweedui
zend, zei hij vlug.
Ge zult de rest ook wel getaxeerd
hebben, vervolgd© zijn oom sarcas
tisch, en weot dus dat zelfs tweedui
zend in verhouding daarmoe niet
voel beteokent.
O. maar alle schikkingen die u
treft, zijn mij natuurlijk heilig, ant
woordde James, zich op de lip bij
tend.
Begrijp ik, zei de oude graaf,
kort doch ironisch, en dan zich tot
Karei wendend
Ik scheuk j© de doos, die mijn
overgrootvader persoonlijk van
George I kreeg. Juist aan jou, omdat
jij mijn naam draagt, doch op voor
waarde, dat j© haar slechts weder
aan een Karei, graaf van Halfburry
overgeeftdie naam staat er in en
slechts de drager van dien naam
mag de doos bezitten.
Gaarne zal ik aan die voorwaar
de voldoen, antwoordde Karei met
overtuiging.
D© oude man scheen gerust.
Hebt gij elkaar vergeven?vroeg
hij beklemd weder.
Ik heb niets te vergeven, ant
woordde Karei rondborstig.
Ik ook niet, zei zijn neef valsch.
-— Dan is het goed, zei de oude
man, die dit niet bemerkte. Ik was
dwaas, ik wa6 kwaad op jou, omdat
je weigerde mijn dochter te huwen
op mijn bevel en ik was kwaad op
James, oindat die het wèl deed.
Laat dat alles rusten, vroeg Ka-
rel, dat alles is voorbij.
Ja. antwoordde de graaf moei
lijk, alles is voorbij-, behalve de
vloek, dien ik over mijn dochter uit-
eprak
Gij windt u op, zei Karei kauüe»
rend, spreek daarover niet, want an
ders...
Woes niet bevreesd, vannacht zal
ik nog niet sterven, zei de oude graaf
rustig verder.
Hij stierf ook niet <lien nacht.
Eerst den volgenden morgen tegen
tien uur blies de graaf von Halfburry
den laats ten adem uit.
Karei erfde zijn titel, als zoon van
den overleden broeder van den graaf
en James werd eigenaar van de be
zittingen omdat hij gehuwd was met
de dochter van den graaf.
Slechts de snuifdoos was bestemd
voor Karei.
Doch toen deze met zijn neef in de
stci ikamer verscheen, zag hij dat de
doode de snuifdoos in de hand hield
en do verstijfde vingers hielden haar
zoo vast omklemd, dat hij besloot de
doos er in te laten.
Neemt jje haar niet? vroeg James
verbaasd.
Neen, antwoordde KareL Ik wil
de hand van den dood© niet ontwrich
ten. Laat de snuifdoos met hem be
graven worden.
Dus ge ziet van de doos af?
--Die moet mede begraven worden.
Kurel drukle oen kus op liet koude
voorhoofd en vertrok. In de gang ontu
moetle hij DaruelL
Gaat gij reeds, vroeg deze.
Ja, wat heb ik hier langer te
doen? Is zij er reeds?
Neen, de wagen is wel weg om
haar te halen. O, kon ik nu reeds met
snuifdoos in Kot graf te laten gaan.
Denk je dat? vroeg Karei met
vlammenden blik.
Ik wéét het zeker, antwoordde de
bediende beslist. Laat ons naar bo
ven gaan, dan zult ge 't nu misschien
reeds zien.
Karei ging, gevolgd door Darnell,
voorzichtig weder naar boven. On
hoorbaar liepen zij den gang door en
plotseling opende Karei de deur.
Hij keek naar den doode. De snuif
doos was niet meer in diens handen.
Verschrikt keerde James, die bij
het raam stond zich om. Hij verbleek
te toen hij Karei zag, die wild op hem
afkwam. Darnell bleef in den deurpost
staan.
Geef hier dat, zei Karei sissend
in zijn woede.
iNeen, antwoordde James, die
zijn zelfbehoerschlng had herkregen.
Gij hebt afstand er van gedaan.
Om hem er mede te begraven,
zei Karei. Geef hier of...
Hij trok zijn degen en zette de
punt er van op James borsL
Deze werd nog bleeker.
Wat wilt ge, zei hij ruw, wilt ge
dat ik u door de bedienden uit mijn
huis laat werpen.
Karei lachte hoonend. 1
Roep de bedienden, lijkroover,
zei hij. Geef hier, of ik roep ze.
In machtelooze woede gaf Jamss
hem de snuifdoos.
Vlug keerde Karei zich om. Hii
wierp een blik op het lijk als om te
vragen of hot good was, nu de doos
toch in handen van een Karei, graaf
von Halfburry bleef.
Toen vertrok hij. Darnell was hem
gevolgd.
Ik ga nu ook maar mede. Na wat
gepasseerd is, zal liet voor mij hier te
warm zijn, want ik was getuige van
dit alles, zeide de bediende.
Ge hebt gelijk mijn jongen, volg
me maar.
GTaaf Karei liet een rijtuig inspan
nen om zich naar het dorp t© doen
rijden. Beide mannea zaten tegen
over elkaar.
Zij is mooi, zei Karei de doos t©
voorsciliijn halend en toch, wat heb ik
er aan oigenHjk,
Meer dan ge vermoedt, zei
Darnell. Heb ge de doos reeds goed
Plotseling sprong de bodem open
of beter een wand van den dubbelen
bodem, dfe nu zichtbaas werd.
En daartusschen bevonden zich pa
pieren.
Karei nam ze ©r uit en telde tien
duizend pond. Zijn oogen glinsterden,
doch plotseling keek hij Darnell aan.
Ik zal ze mijn neef terugsturen,
zei hij. Bet behoort bij zijn eigendom
men nu.
Niet waar, wierp de bediende te
gen. Mijn oude moester gaf de
snuifdoos met alles wat er in is.
Bovendien had hij me alles verteld
en dus...
Dus zou ik dwaas zijn dat te
doen. Welnu, ik houd het geld dan.
en zal mot behulp daarvan me zelf
een positi© veroveren, een Karol,
graaf von Halfburry waardig.
Verbaasd zag Karei den bediende
aan.
Deze man nam hem de doo3 uit de
hand, sloot die en drukte toen op
den Mauwen diamant.
VISOH EN VISOBMARKT VOOR
HEEN.
De afslager moet in vroeger dagen
oen man van gewicht geweest zijn.
Dat blijkt uit een aantal keuren on
ordonnantiën, die in 1798 vastgesteld
worden. Door hom immers moest de
•visch worden „afgeslagen" en wie
zich aan deze bepaling niet hield,
had kans, een boete van f 12.— (geen
kleinigheid voor dien lijd) op te loo
pen, terwijl in 6ommige gevallen da
visch bovendien ten voordeele van
het weeshuis verbeurd verklaard
werd.
Bezoekers van den tegenwoordige®
afslag zullen zich wel eene geërgerd
hebben aan het dringen, dat veis
visohliefhebbers maar niet laten kun
nen. Dat zou in den. tijd, waarover
wij zoooveu spraken, niet voorgeko
men zijn. Ieder, die dichter dan 7
voet bij de visch kwam, kreeg 3 stui
vers boete te betalen en zou „bij on-
willigheyd of kwaade bejeegening van
den Afslager, daar over verbeuren een
Boete van drie Guldens".
Wat zou 't gemakkelijk gewoeer
zijn, wanneer men deze bepaling bij
de hand had gehad, toen in do eerst®
dagen tan den Gemeentelijken visch-
verkoop de winkels van Kok be
stormd werden I
In deze dagen maken de vischvor-
kcopors en -verkoopsters elkaar het
leven waarlijk niet zuur. Dat die ver
standhouding wel eens anders is ge
weest, blijkt uit de bepaling, dat ge
noemde lieden „de Vischmarkt fro-
quenteerende, zullen gehouden zijn,
zich met behoorlijke zedigheyd aldaar
te gedraagen, zonder elkander of ie
mand anders onbehoorlijk te beje
genen of te heeten liegen, op boete
van drie guldens".
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephoon no. 1548.
PROBLEEM No. 708
van Jack.
Ie Publicatie.
SI
«t
a
lüË;
«s
Dg
0
Ét
m
rit
M
ïSlf
lü
a
JÊ
JU
gi
'M
83
0
m
w
m
Wit
46
60
Zwart. 11 Schijven op 1, 3, 6, 8, 9, 10. 11, 13, 19. 20 en 25.
Wit. 12 Schijven op 21, 22. 27, 28, 62, 33, 35. 38, 39, 45. 46 en 48.
PROBLEEM No. 709
van Jack.
Ie Publicatie.
1 2 B '4 5
m
■L
mé
m
Él
lp
M
s
i u
fa
M
ftj
'te
m
m\
':Êk
li
ft
m
m
4
m m
SI
Zwart. 12 Schijven op 1, 2, 4. 10, 12, 13, 14, 15, 18, 21, 22 en 35.
Wit. 13 Schijven op 24, 25, 29, 31, 32, 36, 40, 42, 43, 48, 45, 48 en 49.
Darnell je plicht roept je bij je
ouden meester,
Ik zal ook blijven, mijnheer Ka-
rel. Over een week kom ik bij u.
Goed.
Hebt gij de. snuifdoos?
Neen, do doode hield die zóó
stijf vast dat ik haar niet nemen wil
de. Hij moet er mede begraven wor
den.
Gij zcjt dwaas, mijnheer KareL
Denkt ge dan, dat dis ander dat zal
toelaten? Liever zou hij de vingers
utuk voor stuk breken, don ooit de
Ojhossingeu van doze problemen
worden gaarne ingewacht aan bo
vengenoemd adres, uiterlijk Dinsdag
19 dezer.
Oplossing van probleem no. 704,
v an den auteur Wit 3631, 43—38,
27—21, 23—19, 38—32, 39- 33, 40-35,
35 13
De stand was
Zwart. 10 Schijven op 7, 8, 9, 10,
12. 14. 17. 18. 20 en 26.
WiL 11 Schijven op 21, 23, 27 29,
,34. 06, 39, 40, 43, 44 en 50.
Oplossing van probleem no. 705,
van den auteur Wit 26—21, 37—31,
31 27 41- 37. 40-34. 49-43, 45:12,
47 18
De stand was
Zwart. 10 Schijven op 6, 8, 9, 11,
16, 18. 20, 23. 33 en 39.
Wit. 11 Schijven op: 17, 26, 32, 37,
40. 41, 44. 45, *7. 49 en 50.
Beide problemen zijn goed opge
lost door de lieercn P. van Amers
foort, R. Bouw, J. W. van Darteion,
P. J. van Dartelen, J. Jacobson Azu.,
A. A. Jacobson, W. J. A. Matla, P.
Mollema, J. van Loon, H. W. Zit
man.
De Haarlcruschc Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maan
dagavond van 8 tot 12 uur in de
bovenzaal van Café „De Koren
beurs", Spaarpe 36, alhier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar welkom.
Voor het lidmaatschap kan men
zich bij het bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar
kunnen als aspirant-leden worden
toegelaten.
Inlichtingen verstrekt gaarne de
Secretaris, de heer J. Meyer, Kruis-
slrnal 34. Telephoon No. 1343.