ft ft ft ft ft ft ter. Deze 4 manen of satellieten kan men al door de zwakste kijkers zien en het is iedereen aan te raden, het heerlijk schouwspel dat de moeder planeet mot hare dochters biedt, eens te bewonderen. De eenvoudigste too- ïieelkjjkor, ja soms zelfs een kijkertje uit de kinderkamer, brengt ons al een heel eind op weg. Dikwijls ziet men echter niet al deze -4 manen, daar zij bij het wente len om de hooidp aneet zich van tijd tot :ijd achter deze bevinden. Soms zijn zij evenmin te zien, doordat zij Juist vóór de planeet zijn, in welk go val de helder verlicht© Jupiterschiif ze geheel overstraalt. In het eerste geval spreekt men van ©en bedekking, in het laatste van een overgang der Jupitennanen. De omloopstijden der 9 manen, die men algemeen- door de Rorneinsch© cijfers I tot IX aangeeft, wijken zeer van elkaar af. Terwijl I in 1 dag en 18 uur haar baan om de planeet af legt, heeft IX daar niet minder dan 3 jaar voor noodig. Ook de afstanden zijn zeer verschillend en liggen tus schen een li a f en zes millioen K.M., zoodat dus VIII ruim 52 maul zoovor van Jupiter v erwijderd is als I. En hiermede heb ik u het voor naamste van onze grootste planefet verteld. Doch ik wil niet eindigen vóór ik nogmaals heb aangeraden, vooral toch eens een kijkertje op haar te richten en ik bon overtuigd dat men getroffen zal zijn door hetgeen men dan te zien krijgt. II. C. Brieven uit BerlUn. DE I1ARZ EN DE OORLOG. Berlijn, 5 October. Hot eigenlijk seizoon was al voor bij. Als tie bladeren gelen in Harzburg en Wernigerode-, als de nevelsluiers jagen om den top van den Broeken, zoodat men meent witte gewaden van de heksen, wier k'assieke bodem het hier boven op den Bloksberg is, te 2ien fladderen door de lucht, als de wegen modderig worden en de lucht vochtig er» kil... dan verdwijnen de gasten, die weken, maandenlang in de badplaatsen' en sanatoria van dit heerlijk gebergte herstel van gezond heid zochten. Enkelen zagen wij er nog in het Harzbift-ger Kurhaus, en het voornaamste hotel was zelfs nog zoo bezet, dat ons gezelschap van een veertien personen or geen plaats had kunnen vinden en wij op een anderen heuveltop van dit gezegend oord inge kwartierd werden bij onze journalis tieke inspectie-reis, di© ditmaal via Bronswijk naar den Harz voerde. Het genoemde hotel, wiens gasten in norraa'e jaren voor eon derde uit Hollanders pleeg; te bestaan (de Harz is dan door de uiterst gunstige ver binding Amsterdam-Harzburg slechts een uitstapje), heeft dit Jaar welis waar weinig bezoek uit ons land ge had. doch hol was desniettemin zuc bezet, dat wekenlang geen hokje vri bleef. De bezitter verklnaixie dit uit het feit, dat de Duitschers zelf meest al in het land gebleven zijn en ook daar door de afsluiting van een ge deelte der zeekusten beperkt in hun keuze waren, terwijl de centrale lig ging van den Harz bovendien nog eea v oordeel was. VVij hoorden dan ook nergens ontevredenheid over het sei zoen uiten, en ze'fs de pachter van het Broekenhotel, dat aan den vorst van Stolberg—Wernigerode behoort, en die een jaarlijksche pachtsom van niet minder dan 80000 mark betaalt, was voldaan over den stand van za ken. En in de meer algelegen en klei nere plaatsen of daar, waar de hotêl- bezitters bij het begin van den zomer bang waren voor een gering bectoek, hebben d© overal ingerichte lazaret» ten or voor gezorgd, dat het verkeer minstens op dezehde hoogte bleef als vroeger. Zelfs in Scinerke, volgens velen de parel van den Harz en in elk geval 's zomers on 's winters eon zeer bezocht oord, zijn eenige laza retten in hotels ingericht, groote ka mers met balcons .en gesloten veran da's, meest voor reconvalescenten en lang niet vol, wat door den inspectee. reuden generaal die ons rondleidde als ©en bewijs er voor aangevoerd werd dat de Duitsche verliezen in het Oosten, vanwaar deze gewonden a zonder uitzondering komen, lang niet zoo groot zijn als het vaak voorgesteld wordt. Bijna allen met het ijzeren Kruis versierd stonden de mannetjes daar, en de dokter toonde ons ©enige interessant© gevallen van hooldwon den en borst- en rugscholen. Goed genezon, doch onverkwikkelijk om te zien, was de trechtervormige diep te, die een shrapnell in den mg van een jongen vrijwilliger achterliet. La- ter hoorde ik dat de zenuwaandoenin gen, die hier genezen werden, hoofd zakelijk aan het Inslaan der zw are granaten te wijten zijn, waartegen soms noch gezicht, noch gehoor of spraakvermogen bestand zijn. Ook hier hielden' de herstellenden zich bezig met allerlei kunstnijverheid, waarin ©en verpleegstertje les gaf, en ook oen Hindenburg gedenkteeken uit behouwen granietblokken hadden de soldaten opgericht. Is er nog wel een plaats in Duitschiand waar soldaten zijn. waar deze populairste aller veld- maarschalken niet op de eene of an dore w ijze vereeuw igd werd? Wij hoorden in déu Harz veel waar- deerend© en bewonderend© woorden van mannen over het werk en her- stille heldendom der vrouwen. Van de 2000 soldatenvrouwen die de burge meester van Wernigerode onder zijn hoede had, wist hij met weinige uit zonderingen niets dan goeds to ver tellen. En dit is van hoog tot laag het geval. Ik heb in het slot van vorstin Marie von Stolberg—Werni gerode, met het uniek schoon verge zicht van het terras, zelf do stapels Liebesgaben zien liggen, daar genaaid en in orde gebracht, ter verpakking gereed. En ook dit slot, welks bezitter vorst Ihristiaan Ernst, aan het Westelijk front staat, was maandenlang laza ret. Ook de kinderen doen me©. Waren het geen kinderen, die jongens van 14 tot 17 jaar, de vrijwillig© brand weer van Wernigerode, gymnasias ten, die nog niet evenals d© twee hoogst© klassen der school, me© kon den in den oorlog en nu doen wat zij kunnen. Stram ©tl flink exerceerden 'ij, krachtig klonken do comniando- woortlen van hun Jongen aanvoerder en door den sch jn- va n apel van dit harde loopen en Kanteeren lichtte d© ernst van een jong geslacht, dat be wust zijn beete krachten geeft. In Wernigerode zag ik ook di© prachtige school voor moer uitge breid lager ondierwijs, die (in eon plaats met 20000 inwonersl) bijna een half millioe-n kostte, waar de kinderen in de aula uitstekend a ca pel la zon gen en boven, op de plaats waar de gebeurtenissen op het oorlogsterrein geïllustreerd worden door landkaar ten, prentbriefkaarten en portretten van legeraanvoerders, I'ransche cou ranten lagen met artikelen over Duitschland, die de onderwijzer mot de knapen op rustige wijze besprak. Op neutral© journalisten, maakte dit kleine feit een sterkon indruk. Het Is een teeken van onvexstoorbure kracht. Amsterdamsche Kout 192. Een hoogletraars-vacature. Kerrnis. Er is een hoogleeraars-vacature. Curatoren bovelen, gehoord de be trokken-faculteit, een of meer ge- wenschie cundidaten aan, B. en W. (plaatsen die op de voordracht en de Raad benoemt nummer één. Dat is de gewone gang van zaken, en maar hoogst zeldzaam komt het oor, dat daarvan algeweken wordt. Hoogst zeldzaam zijn de gevallen, dat de ltaud buiten de manbevehng der faculteit omgaat. Er is thans echter wrijving tus schen den gemeenteraad en het col lege van curatoren der Gemeentelijki. Universiteit, meer bcpauld don lus- schen den gemeenteraad en de medi sche faculteit onzer hoogeschool. Een loit dat, zooals ik schreef, bij- a nooit voorkomt en dat dan ook belangstelling wekt in wijder krin gen. dan alleen in de geleerde we reld. Wat toch ia het geval Prof. Winkler, hoogleeraar in ds psychiatrie, heeft onze universiteit verlaten en een leerstoel aanvaard aan Utrecid's alma mater. an medische zijde nu is er ten sterkste op aangedrongen, met klem an eenvoudige argumenten, die ook tol den leek spreken, dat een kli nisch ervaren psychiater in Prof. Winkler's plaats zou vvordeD be noemd. Die zijn er nu wel niet bij tientallen in ons land, maar ze zijn or toch. Wat doet nu echter de medische faculteit Zij doet, door middel der curato ren, een dubbele voordraoht indie nen, waardoor een groote verwar ring is ontstaan. De Raad heeft er twee geheime zittingen en één open- ibare aan gewijd en het povere resul taat is, dat we nog niets zijn opge schoten. Curatoren stelden voor Prof. Wert heim Salomonson, buitengewoon hoogleeraar in de neurologie, maar die hoofdzakelijk zijn arbeidsveld vindt "als Röntgenoloog en op dit ge bied een wereld-reputatie heeft, tot gewoon hoogleeraar te benoemen, en naast hem een psychiater, waarvoor dan zijn voorgedragen Dr. Valken burg en Dr. Brouwer. Nu bleek de Raad geenszins gezind het buitengewoon hoogleeraarscbap van Prof. Wertheim Salomonson in een gewoon te veranderen. Men zag er een drijven van de faculteit-in, om aan de persoonlijke aspiraties van den hooggqjeerde tegemoet te komen, en daar paste men voor. Bovendien werd het bezwaar geopperd, dat, in dien Prof. Wertheim tot gewoon hoogleeraar in de neurologie wordt benoemd en hij er 140 bedden bij- krijgt, zijn klinieken worden gehou den in het Binnen- en in het Buiten- gasthuis en hij ook nog een nieuwe inrichting voor Röntgen-behanuelmg zal gaan beheeren eerlang, een co ander veel te druk wordt. Ik zal als leek hierover geen oor deel uitspreken, maar dit weet ik wel, dat liet pijnlijk heelt aangedaan, dat over de persoonlijke verdiensten en beteekenis van dezen beroemden geleerde in openbare zitting zoo uit voerig is gesproken. Hoewel ik aan den anderen kant erkennen moet, dat het goed is, dat de burgerij ook eens wordt ingelicht over hetgeen achter de schermen gobeurt, en dat zii ziet, dat de Raad maar niet cri tiekloos meegaat met het drijven der medische faculteit van onze hooge school. Een tweede punt is het andere deel der voordracht van curatoren. Als hoogleeraar in de psychiatrie naast Prof. Wertheim Sulomonson worden aanbevolen Dr. Valkenburg en Dr. Brouwer. En nu kwam een der medi sche raadsleden met de verbluffende rnededeeling, dat Prof. Jclgersma, hem naar zijn oordeel gevraagd, ver klaard had, dat beide heeren buiten gewoon knap zijn op het gobied der herssn-anatonvie, maar dat geen van beiden ervaren kli nisch psychiater is. Trou wens, hot is een publiek geheim, dat Dr. Brouwer enkel en alleen op de voordracht paradeert als een soort huldeblijk voor hetgeen hij op het gebied der hersen-anatomie heeft ge presteerd. Met mijn eenvoudig loeken-verstand zeg ik dat is toch geen voordracht opmaken De Raad heeft groot ge lijk dat hij tot ouiatoren, zegt geeft mil een andere voordracht, opdat ik met oordeel en in hot belang van het hooger onderwijs een beslissing kon nemen. Wat zullen curatoren nu doen? Het is ook een tot nog toe niet op gelost raadsel, waarom Prof. Brou wer, die een psyclnutrische kliniek heefi, nooit op de voordracht is ge komen. Naar mij verzekerd werd', staat het volstrekt niet vast, dat hij zich een benoeming niet sou luien welge len. De wegen van curatoren en vui medische faculteit van Amsterdam zijn in dit opzicht duister I Ik heb indertijd naar bobooien melding gemaakt van de Stadion- kermfs en verteld, dut het inder daad niet veel zaaks was. Nu is. eeu beetje als mostent den maaltijd een adres van Patri monium hij den Raad ingekomen, om de kermis te verbieden. Bedoeld dan natuurlijk voor de toekomst, want toen het adres inkwam, wa» kermis al afgeloopen, of ten minsle zoo goed als. Nu sohijnPhet College van B. en wel iets te voelen voor de argu menten, door Patrimonium op het tapijt gebracht. Dit zou men ten minste kunnen afleiden uit hot feit, dat een verzoek om verlenging is llge wazen. Toen de verzoekers kwamen, zei de burgemeester „U heeft vergunning gevraagd voor de maand September. Die heeft u gekregen, welnu, wat wilt u meer Burgemeester Teilegen stond in- tusschen de aanvragers uiterst riendelijk te woord en hij blijkt neer en meer een wel gemakkelijk toegankelijk mcnsch te zijn, die nog al eens een geestig antwooid weet te plaatsen ook. De burgemeester heeft Indertijd een bezoek aan do Stadion-kermis gebracht. Toen hem nu gevraagd word, toestemming te geven tot ver lenging. o. m. op grond dat de mon- schen zich zoo amuseerden, merkte i hem op„U is er toch cok ge- 'st. burgemeester, en u heeft u toch ook geamuseerd?" „Dat ik er geweest ben, heeft u kunnen zien", zei hij. „Maar hoe .weet u, dat ik mij heb geamuseerd Heeft u dat van mijn gelaat kunnen lezen In de laatstgehouden Raadszitting •as het venzoek van Patrimonium, om voortaan geen toestemming tot het houden van kermissen te verlee- nen, onder de ingekomen stukken. B. en W. zullen, naar medegedeeld is. in de volgende vengadering met een voorstel komen. Dat zal dan wel zijn het voorstel, om de zaak in hun handen te stel ten voor prae-advies. En mij dunkt dat, waar eerst iiftieu twintig jaar geleden de kermis werd afgeschaft, daarna de pseudo-kermis, die voorjaarsmarkt heet. hetzelfde lot onderging, nu wel besloten zal worden, dat we voortaan het zonder kermis zullen moeten stellen. Wat nog zoo'n groot verlies niet is. AMSTERDAMMER. De Snnifdoos. Het was een storm- en regenachtige avond. De wind huilde door do hoo rnen, terwijl de regen, den eenzamen wandelaar, die moeizaam tegen den storm indrong, in 't gelaat striemde. Hij was een zwaargebouwd man, zijn drie kanten steok, zijn houge laarzen, waarvan een gedeelte vuil onder zijn langen mantel zichtbaar was, en de degen, die aan zijn zijde hing, verrieden den edelman, 't Was donker, doch vastberaden volgde hij den weg, die leidde naar het kasteel van den ouden graaf von Halfburry. In plaats van echter aan het eind daarvan de oprijlaan van liet kasteel in te gaan, sloeg hij nog voor hij aan iet hek gekomen was linksom en .'olpde een klein pad, dat zich door het kreupelhout slingerde. Blijkbaar was hij hier op het ter rein goed bekend. Na een paar honderd pas stond hij voor een hoogen muur, waarin zich •n deur bevond. Hij lichtte den klink op en duwde krachtig tegen de zware met ijzer be slagen dieur, die langzaam open ging. De bezoeker sloot wederom de deur achter zich en deed tevens den gren del er voor. Daarna liep hij snel den tuin door, om, bij het huis aangekomen, zacht» Jcs op een achterdeur aan ts tikken. Eenige oogenb ikken later werd dit geopend en in de gang siond een be diende, die een lamp in de hand hield. Mijnheer Karei, zeide deze ver heugd. Darnell! antwoordde de bezoeker kort en toch hartelijk. Ben ik reeds te laat? vervolgde hij angstig. De bédiende knikt© ontkennend. Neen, antwoordde hij hert. nog niet te laat. Niemand buiten mij weet dat u hier bent Laat ons dus naar de rooksalon gaan. Waar is mijn neof? vroeg Karei nieuwsgierig. Die zit in de bibliotheek in de papieren te snuffelen, inplaats van da laatste oogenbiikken bij zijn uorn door te brengen, antwoordde de be diende bitter. De jonge edelman lachte kort. Laat ons clan hier een glas war me wijn nemen, zei hij. De wandeling heeft mij steenkoud gemaakt. De bediend© vertrok, terwijl Karei zich voor het haardvuur zooveel mo gelijk trachtte te drogen. Darnell kwam terug en beide man nen dronken eenige glazen wijn, waardoor Karei zichzelf voelde oplo ven, zooals hij zei. lloo gaat het met mijn oom? vroeg hij. 't Zal vannacht wel afloopen, zeide de bediende treurig. En dan? Dan komt morgenochtend de nieuwe meesteres hier. Zij logeert nu in het dorp. De oude graaf wilde haar niet in het huis hebben dat no3 het 2ijne is. Mijnheer Karei, vroeg de man angstig, mag ik met u mede? Ik kan niet haar en uw neef als meesters hebben. Mijn'beste Darnell, ik zelf ben straatarm. Ik vecht voor mijn brood ou als er mots te vechten is, probeer ik wat anders. Ik hel) manr één be diende en die moet nog vaak genoeg op zijn gage wachten. Laat niij dan die een© zijn, ver volgde Darnell, ik zal op mijn sa laris wachten, totdat het u schikt. Je bent een beste kerel, ant woordde Karei geroerd. Vroeger toen ik nog hier was, heb je me ook dikwijls uit de narigheid geholpen. Ik zal er over denken. Laat ons nu naar mijn neef gaan. Beid© mannen gingen naar de bi bliotheek waar James, graaf van Len nox, zich verdiepte in stapels docu menten en geschriften. Verrast keek hij op toen Karei bin nenirad. Waarom heb je me niet verteld, dat er bezoek was, vroeg hij den l>e- diende. Mijnheer Karei is juist hier. ant woordde Darnell vrijmoedig. Boven dien zou ik het dan nog aan den graaf hebben moeten medecteelon. Welnu, doe dat dan! Zouden wij niet wachten, tol hij ontwaakt? wierp Karei tegen. Neen, antwoordde James koppig. Iiij moet direct weten, dat nicn6clien, die hij zijn huis ontzegd lieoft, geko men zijn om zijn laatste uren te ver- gallen Pardon, gekomen zijn omdat hij het zelf gevraagd heeft, antwoordde Karei, de hand aan zijn degen slaan de. Zelf gevraagd? vroeg James ver-, based. Zijn neef knikte zwijgend. Zooveel te beter, vervolgde Ja- _jos luchtig, en dan wijzend op Ka- rel's hand, die nog steeds op zijn de gen rustte. Waartoe dient dat? Ik daag ieder uit die mij durft boleedigen, antwoordde Kaï'el grim mig, en dan een blik op de papieren werpend: Van niemand duld ik een laagheid, zoomin als van mezelf. Als ik die ooit boging, zou mijn eigen degen mij doorboren en wee ook een ander! Eigenaardige begrippen, zei Ja mes spottend. De bediende kwam terug en ver zocht namens zijin heer aan beide mannen hem te volgen. Zii kwamen in een groote slaap kamer. Oo het bed bil het raam lag een ge stalte uitgestrekt. Karei herkend© in de vermagerde trekken ziin oom on hartelijk drukte h'j de hand. die de zieke hem aan bood Hebt ge vergeven, fluisterde de stervend© zacht. Stil, oom, zei Karei geroerd. Laat ons daaraan niet denken. Dat is alles voorbij. Hebt gij mij echter ver geven? Do zieke knikte heftig van ja. James stond aan het ondereinde van het bed en wierp vergramde blikken op het tweetal. James, geef mij mijn snuifdoos, vroeg de zieke moeilijk. Do aangesprokene voldeed aan het verzoek. Iiij overhandigde zijn oom een groo- ten gouden snuifdoos. Op de doksel bevond zich het por tret van George I, daaromheen een dubbele rij brillonten. Daarboven een groote blauwe diamant in een kring an pareltjes. Karei, zei de zieke zwak, deze doos schenk i'k je, met alles wat er in is James zal er geen bezwaar tegen hc-bben. Hij krijgt al het andere enbekeken? zal dus die onnoozele duizend of i.'tienhonderd gulden niet missen. James wierp hebzuchtige blikken op het kostbare voorwerp. Ik schat haar wel op tweedui zend, zei hij vlug. Ge zult de rest ook wel getaxeerd hebben, vervolgd© zijn oom sarcas tisch, en weot dus dat zelfs tweedui zend in verhouding daarmoe niet voel beteokent. O. maar alle schikkingen die u treft, zijn mij natuurlijk heilig, ant woordde James, zich op de lip bij tend. Begrijp ik, zei de oude graaf, kort doch ironisch, en dan zich tot Karei wendend Ik scheuk j© de doos, die mijn overgrootvader persoonlijk van George I kreeg. Juist aan jou, omdat jij mijn naam draagt, doch op voor waarde, dat j© haar slechts weder aan een Karei, graaf van Halfburry overgeeftdie naam staat er in en slechts de drager van dien naam mag de doos bezitten. Gaarne zal ik aan die voorwaar de voldoen, antwoordde Karei met overtuiging. D© oude man scheen gerust. Hebt gij elkaar vergeven?vroeg hij beklemd weder. Ik heb niets te vergeven, ant woordde Karei rondborstig. Ik ook niet, zei zijn neef valsch. -— Dan is het goed, zei de oude man, die dit niet bemerkte. Ik was dwaas, ik wa6 kwaad op jou, omdat je weigerde mijn dochter te huwen op mijn bevel en ik was kwaad op James, oindat die het wèl deed. Laat dat alles rusten, vroeg Ka- rel, dat alles is voorbij. Ja. antwoordde de graaf moei lijk, alles is voorbij-, behalve de vloek, dien ik over mijn dochter uit- eprak Gij windt u op, zei Karei kauüe» rend, spreek daarover niet, want an ders... Woes niet bevreesd, vannacht zal ik nog niet sterven, zei de oude graaf rustig verder. Hij stierf ook niet <lien nacht. Eerst den volgenden morgen tegen tien uur blies de graaf von Halfburry den laats ten adem uit. Karei erfde zijn titel, als zoon van den overleden broeder van den graaf en James werd eigenaar van de be zittingen omdat hij gehuwd was met de dochter van den graaf. Slechts de snuifdoos was bestemd voor Karei. Doch toen deze met zijn neef in de stci ikamer verscheen, zag hij dat de doode de snuifdoos in de hand hield en do verstijfde vingers hielden haar zoo vast omklemd, dat hij besloot de doos er in te laten. Neemt jje haar niet? vroeg James verbaasd. Neen, antwoordde KareL Ik wil de hand van den dood© niet ontwrich ten. Laat de snuifdoos met hem be graven worden. Dus ge ziet van de doos af? --Die moet mede begraven worden. Kurel drukle oen kus op liet koude voorhoofd en vertrok. In de gang ontu moetle hij DaruelL Gaat gij reeds, vroeg deze. Ja, wat heb ik hier langer te doen? Is zij er reeds? Neen, de wagen is wel weg om haar te halen. O, kon ik nu reeds met snuifdoos in Kot graf te laten gaan. Denk je dat? vroeg Karei met vlammenden blik. Ik wéét het zeker, antwoordde de bediende beslist. Laat ons naar bo ven gaan, dan zult ge 't nu misschien reeds zien. Karei ging, gevolgd door Darnell, voorzichtig weder naar boven. On hoorbaar liepen zij den gang door en plotseling opende Karei de deur. Hij keek naar den doode. De snuif doos was niet meer in diens handen. Verschrikt keerde James, die bij het raam stond zich om. Hij verbleek te toen hij Karei zag, die wild op hem afkwam. Darnell bleef in den deurpost staan. Geef hier dat, zei Karei sissend in zijn woede. iNeen, antwoordde James, die zijn zelfbehoerschlng had herkregen. Gij hebt afstand er van gedaan. Om hem er mede te begraven, zei Karei. Geef hier of... Hij trok zijn degen en zette de punt er van op James borsL Deze werd nog bleeker. Wat wilt ge, zei hij ruw, wilt ge dat ik u door de bedienden uit mijn huis laat werpen. Karei lachte hoonend. 1 Roep de bedienden, lijkroover, zei hij. Geef hier, of ik roep ze. In machtelooze woede gaf Jamss hem de snuifdoos. Vlug keerde Karei zich om. Hii wierp een blik op het lijk als om te vragen of hot good was, nu de doos toch in handen van een Karei, graaf von Halfburry bleef. Toen vertrok hij. Darnell was hem gevolgd. Ik ga nu ook maar mede. Na wat gepasseerd is, zal liet voor mij hier te warm zijn, want ik was getuige van dit alles, zeide de bediende. Ge hebt gelijk mijn jongen, volg me maar. GTaaf Karei liet een rijtuig inspan nen om zich naar het dorp t© doen rijden. Beide mannea zaten tegen over elkaar. Zij is mooi, zei Karei de doos t© voorsciliijn halend en toch, wat heb ik er aan oigenHjk, Meer dan ge vermoedt, zei Darnell. Heb ge de doos reeds goed Plotseling sprong de bodem open of beter een wand van den dubbelen bodem, dfe nu zichtbaas werd. En daartusschen bevonden zich pa pieren. Karei nam ze ©r uit en telde tien duizend pond. Zijn oogen glinsterden, doch plotseling keek hij Darnell aan. Ik zal ze mijn neef terugsturen, zei hij. Bet behoort bij zijn eigendom men nu. Niet waar, wierp de bediende te gen. Mijn oude moester gaf de snuifdoos met alles wat er in is. Bovendien had hij me alles verteld en dus... Dus zou ik dwaas zijn dat te doen. Welnu, ik houd het geld dan. en zal mot behulp daarvan me zelf een positi© veroveren, een Karol, graaf von Halfburry waardig. Verbaasd zag Karei den bediende aan. Deze man nam hem de doo3 uit de hand, sloot die en drukte toen op den Mauwen diamant. VISOH EN VISOBMARKT VOOR HEEN. De afslager moet in vroeger dagen oen man van gewicht geweest zijn. Dat blijkt uit een aantal keuren on ordonnantiën, die in 1798 vastgesteld worden. Door hom immers moest de •visch worden „afgeslagen" en wie zich aan deze bepaling niet hield, had kans, een boete van f 12.— (geen kleinigheid voor dien lijd) op te loo pen, terwijl in 6ommige gevallen da visch bovendien ten voordeele van het weeshuis verbeurd verklaard werd. Bezoekers van den tegenwoordige® afslag zullen zich wel eene geërgerd hebben aan het dringen, dat veis visohliefhebbers maar niet laten kun nen. Dat zou in den. tijd, waarover wij zoooveu spraken, niet voorgeko men zijn. Ieder, die dichter dan 7 voet bij de visch kwam, kreeg 3 stui vers boete te betalen en zou „bij on- willigheyd of kwaade bejeegening van den Afslager, daar over verbeuren een Boete van drie Guldens". Wat zou 't gemakkelijk gewoeer zijn, wanneer men deze bepaling bij de hand had gehad, toen in do eerst® dagen tan den Gemeentelijken visch- verkoop de winkels van Kok be stormd werden I In deze dagen maken de vischvor- kcopors en -verkoopsters elkaar het leven waarlijk niet zuur. Dat die ver standhouding wel eens anders is ge weest, blijkt uit de bepaling, dat ge noemde lieden „de Vischmarkt fro- quenteerende, zullen gehouden zijn, zich met behoorlijke zedigheyd aldaar te gedraagen, zonder elkander of ie mand anders onbehoorlijk te beje genen of te heeten liegen, op boete van drie guldens". DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephoon no. 1548. PROBLEEM No. 708 van Jack. Ie Publicatie. SI «t a lüË; «s Dg 0 Ét m rit M ïSlf lü a JÊ JU gi 'M 83 0 m w m Wit 46 60 Zwart. 11 Schijven op 1, 3, 6, 8, 9, 10. 11, 13, 19. 20 en 25. Wit. 12 Schijven op 21, 22. 27, 28, 62, 33, 35. 38, 39, 45. 46 en 48. PROBLEEM No. 709 van Jack. Ie Publicatie. 1 2 B '4 5 m ■L mé m Él lp M s i u fa M ftj 'te m m\ ':Êk li ft m m 4 m m SI Zwart. 12 Schijven op 1, 2, 4. 10, 12, 13, 14, 15, 18, 21, 22 en 35. Wit. 13 Schijven op 24, 25, 29, 31, 32, 36, 40, 42, 43, 48, 45, 48 en 49. Darnell je plicht roept je bij je ouden meester, Ik zal ook blijven, mijnheer Ka- rel. Over een week kom ik bij u. Goed. Hebt gij de. snuifdoos? Neen, do doode hield die zóó stijf vast dat ik haar niet nemen wil de. Hij moet er mede begraven wor den. Gij zcjt dwaas, mijnheer KareL Denkt ge dan, dat dis ander dat zal toelaten? Liever zou hij de vingers utuk voor stuk breken, don ooit de Ojhossingeu van doze problemen worden gaarne ingewacht aan bo vengenoemd adres, uiterlijk Dinsdag 19 dezer. Oplossing van probleem no. 704, v an den auteur Wit 3631, 43—38, 27—21, 23—19, 38—32, 39- 33, 40-35, 35 13 De stand was Zwart. 10 Schijven op 7, 8, 9, 10, 12. 14. 17. 18. 20 en 26. WiL 11 Schijven op 21, 23, 27 29, ,34. 06, 39, 40, 43, 44 en 50. Oplossing van probleem no. 705, van den auteur Wit 26—21, 37—31, 31 27 41- 37. 40-34. 49-43, 45:12, 47 18 De stand was Zwart. 10 Schijven op 6, 8, 9, 11, 16, 18. 20, 23. 33 en 39. Wit. 11 Schijven op: 17, 26, 32, 37, 40. 41, 44. 45, *7. 49 en 50. Beide problemen zijn goed opge lost door de lieercn P. van Amers foort, R. Bouw, J. W. van Darteion, P. J. van Dartelen, J. Jacobson Azu., A. A. Jacobson, W. J. A. Matla, P. Mollema, J. van Loon, H. W. Zit man. De Haarlcruschc Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maan dagavond van 8 tot 12 uur in de bovenzaal van Café „De Koren beurs", Spaarpe 36, alhier. Liefhebbers van het damspel zijn daar welkom. Voor het lidmaatschap kan men zich bij het bestuur aanmelden. Jongelieden van 16 tot 18 jaar kunnen als aspirant-leden worden toegelaten. Inlichtingen verstrekt gaarne de Secretaris, de heer J. Meyer, Kruis- slrnal 34. Telephoon No. 1343.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 14