De Europeesche Oorlog. DERDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 9 OCTOBER 1915 Opnieuw wordt aan alle fronten fel gevochten. Verwoede aanvallen der Russen op de Oostenrijkers De positie van Bnlgarüe. Uit Griekenland komen berichten die doen vermoeden, dat dit land neutraal zal blijven. Op het Westelijk Oorlogsveld. Duitsch stafbeririht: „Na vergcefsche pogingen van de Franschen om door te breken op den 5den en 6dcn, was do dag van Don derdag in Champngne betrekkelijk kalm. Het stuk loopgraaf ten O. van de lioeve van Navarin, dat de Fran schen nog bezet hielden, is ln den loop van den ochtend door een Duit- schen tegenaanval gezuiverd, waar bij eenige gevangenen en 2 machine geweren in Duitsche handen vielen. Tegen den avond is het artillerie vuur van de Franschen weer sterker geworden. In den nacht kwam het op verschil lende plaatsen tot infanterie-aanval- len, die alle afgeslagen werden. Bij oen geslaagde voonvaartsche beweging tegen de vooruitgeschoven stelling van de Franschen ten Z. van St. Marie b. Py hebben de Duitschers den Franschen 6 officieren en 250 nian aan gevangenen afgenomen. In de Oostelijke Argonnen hij Ma- laucourt zijn verscheidene mijngan gen van de Franschen door ontplof fingen vernield." F i ansch communiqué „Ten N. van Atreeht duurde het kanonvuur in de richting van Sou- choz en zijn omtrek en in den eeclor Hoogte 140la Folie in den loop van •Jen nacht voort. Ook is een vrij groo- le bedrijvigheid van de Duitsche ar tillerie geweest, waarop de Fransche ïrtillerie antwoordde, in destreek van Boye en ten N. van de ALsne in de richting van Tracy le Val en in het toosch van St. Mard. In Champagne hebben de Duit- sch'ers de Fransche stelling hevig ge bombardeerd tussehen den weg van St. Wilaire naar St. Soupiet en van Souam naar Sommo-Py. Do Fransche batterijen hebben over al krachtig geantwoord. Een felle strijd ontwikkelde zich in de UAvars- gangen ten Z.O. van Taliure ln de richting van Mesr.il. Tüsschen de Ar gonnen en d& Maas heeft een Fran- ïohe mijn in het bosoh van Malau- court sappe werken vernield." Havas seint uit Parijs een lang relaas, waarin opgekomen wordt te gen „de pogingen der Duitschers, om het succes der geallieerden bij hun offensief te verkleinen". Ontkend wordt de Duitsche voorstelling, dat het succes door de geallieerden b ij v errassing behaald is. Dc Franschen hebben op krijgsgevange nen legerorders gevonden, waaruit blijkt, dat de Duitsche commandan ten het offensief der geallieerden verwachtten. In 't geheel zijn bij dat offensief minstens 25.000 Duitschers gevangen genomen en 146 kanoilnen veroverd. De „Times" verneemt uit Parijs: „De Franschen bobben zich ge haast hun stellingen op de Tu.hure- hoogte te versterken maar het feit, dat de Duitschers in staat waren, zoo inel tot een tegenaanval over te gaan op dit gedeelte van het front, wijst er op, welk een geduchte weerstand nog overwonnen moet worden, dien de Duitschers waarschijnlijk voorbe reiden op het. bedreigde Champagne- front. De stelling werd behouden te genover de verwoede aanvallen. De Duitschers wier,pen gesloten forma ties in het vuur, welke de een na de ander werden neergeschoten door het vernietigende artillerie- en mi- trailleursvuur. At deze onstuimig heid beteekent, dat hierin een welko me aanduiding ligt van de concen tratie van het offensief op de twee eorst-bedreigde punten. Intusschen verkondigt het gedonder van liet ge schut in den hoek van dc grootc versperring van de zee tot de Voge zen, in den Roye—I.assigny—Com- 'piègne sector cu tussehen Maas en Moezel aan de Duitschers de .bood schap, welke gehoord moet worden langs de Duitsche spoorlijn van het Russische tot het Duitsche front." Op het Oostelijk Ojrlogsveld. Dultscli stafbericht: „Legergroep Hindenburg: De aanvallen van de Russen ten N. van Kosjuny en ten Z. van het AVisjniew-meer zijn afgeslagen. Legergroep Leopold van Beieren: De toestand is onveranderd. Legergroep Linsingen: Bij Newel en Omyt, ten Z.W. van Pinsk, zijn Russische voorposten door de Duitschers verdreven. De Duitsche aanval ln -de etreek ten N.W. van Tsartorisk vordert. Duitsche troepen van het leger van Bothmer hebben verscheidene aan vallen van de Russen afgeslagen." O o s t en r ij k e c h stafbericht „Do Russen hebben Donderdag aan gevallen over het heele front van OoötrGaücië en Wolhynië. Deze aan vallen, ondernomen met sterk© strijd krachten en veel verbruik van muni tie, bleven zonder gevolg. v Aan de Bessarabische grens zijn de Russische 6tormkolonni\s op de hoog ten ten noorden van den Dnjestr en uan de Strypa verstrooid eer ze de Oostenrijkse he hindernissen waren genaderd. Ton N.W. van Tarnopol zijn de Russen op tweo fronten de Oosten rijksche loopgraven binnengedron gen, maar door in allerijl aangovoer- do Duitsche en Oostcnrijksoh-Hon- gaarsche versterkingen Vrijdagoch tend weder teruggeslagen. Een zelfd© lot trof den Russsi- sehen aanval op het dorp Sapanof ten N.W. van Kemunec, dat Donderdag als middelpunt van een verbitterden strijd meermalen van bezitter is ge wisseld, maar nu wéder vast in Oos tenrijksche handen verkeert. Zoo ook hebben de Oostenrijkers ten Z.W. van Olyka 6lerkere Russi sche strijdkrachten in een gevecht up korten afstand teruggeworpen, waar bij het 89e regiment infanterie en liet 31e landweerregiment zich vooral heb ben onderscheiden. Ten N. en ten N O. van Kokil heb ben Oostenrijsche tegenaanvallen veld gewonnen. De Oostenrijkere hebben den Russen de dorpen Lisowo en Ga-< luzio ontnomen. Op het grondgebied van Wolhynië zijn in de gevechten van Woensdag en Donderdag in. 't geheel ongeveer 4000 Russen gevangen genomen. De Russen leden zeer zware verliezen." strijdkrachten een nieuwen aanval ondernomen, die. evenals alle voor- arfguaude, bloedig is afgeslagen. Bij zondei hevig heeft de strijd gewoed om een van de Oostenrijks! lie steun punten noordoosten van den Maro- nia-berg. Hier hebben drie ltaliaan- sehe bataljons in dichte drommen storm geloopen en zijn door een ver nielde hindernis binnengedrongen, doch door die afdeetingen van het veertiende Oostenrijksche regiment infanterie met de bajonet terugge worpen De geheele aanval eindigde met de vlucht der Italianen. De Italianen hebben weder tever geefs de Oostenrijksche stellingen aan de noordzijde van den sector van Doberdo aangevallen. Bij Selz hebben afdeelingen van het 878te regiment infanterie der Oostenrijkers de Italianen verjaagd uit een binnen hun gevechlsfront ge legen steengroeve. De Oost> iir ijkers hebben een tegenaanval afgeslagen en de Italiaansche stellingen in de lucht doen vliegen." den stenrijkschei Van staf „De overtocht der Oostonrijkscli- Hongnarsehe en Duitsche strijdkrach ten over de Beneden-Drinu, de Gave en den Donau is voortgezet. Pogin gen der Serviërs, om de Duitsch- Oostenrijksche krijgsverrichtingen te belemmeren of te verijdelen, zijn op alle punten mislukt." 'T OORDEEL VAN EEN ENGELSCH DESKUNDIGE. Reuter seint uit Londen: Kolonel Maude, de bekende mili taire expert, verklaart in een artikel in de Standard: „De fouten van liet Duitsche hoofd kwartier in Frankrijk begaan, zijn groot genoeg, maar nog teel grootcr zijn de misslagen aan het Poolsche en Galicisclie front. De gevaren van de moerassen van Pinsk en Polen, die vooral in den ïegentijd den herfst en tijdens het smelten van dc sneeuw in het voorjaar, zeer ernstig zijn, zijn elk geoefend soldaat in Duitschlnnd bekend. Derhalve is het feit, dat op het oogenblik geheele legercorp sen en tal van troepen-afdeelingen in een droevigen toestand en sommi gen zelfs in groot gevaar verkeereu, het beste bewijs, dat een zeker iemand een geweldigen blunder heeft gemaakt en die „zekere iemand" moet de generale staf zijn. Maude wijst er op, dat, welke ook de oorzi ken van den Russischen terugtocht uit Galicië zijn geweest, de groot vorst op volmaakt ordelijke wijze ge retireerd ls, daarbij de. Duitschers met zich medesleepend, naar de streek, waar hij zich thans in een hachelijken toestand bevindt, en waar hij bun rnet een hevigheid aan viel,, dat zij in de laatste drié weken bijna 80.000 man aan ongewonde van ja. j,ej verdrag moest vroeger of krijgsgevangenen, wellicht tweemaai later komen, ria hetgeen Rusland ons zooveel aan dooden en gewonden ver- I na den tweeden oorlog heeft aange lören hebben. Van het begin tot liet 3 daan. Ons geheele vertrouwen hnd- cinde, hebben de Duitschers altijd j wi.' löen C'P Rusland gesteld, en •ten vechten, waar lm den vijand on?* toekomst wij in de handen brthu^eii. 1,. S5 SSuSïïSSXlSS; LT- OOSTENjRDK-SERVIê. Duitsch stafbericht- „De overtocht over de Drina, Save en Donau neemt een gunstig ver loop. Ten Z.W. van Belgrado zijn 4 offi cieren en 296 man gevangen geno men en 2 machinegeweren buitge maakt. Tegenover Ram vielen na een strijd drie kanonnen in Duitsch-Oos- tenrijksche handen." Uit den Balkan. Bulgarije'* positie. De Milaneesche correspondent der „Neiie Zürchër Ztg." heeft een onder houd gehad met een vertrouwensman der Bulgaarsche regeerinig, die met een belangrijk dossier van het ge zantschap m Rome over Weenen naar Sofia reisde. De correspondent be schrijft zijn interviev^aidus lk vroeg hem iioè allereerste plaats of de beriehten, dat er een ver drag gesloten werd tussehen de cen trale mogendheden en Bulgarije,- juist zijn, en kreeg ten antwoord: j „Zooals u ziet, reis ik over Weenen - aar mijn vaderland terug. Ik geLoof rnoetc Sprekend Duitschers, over Konstan tinopel, den droom dc-r opmarsch zegt Maude: lk ge land nog steeds de groote vriend van Bulgarije is, waarvoor het destijds le recht of ten onrechte gold, heeft loof niet, dat vijf-en-twintig jaar ge- Bulgarije nog maar weinige aanban- leden één verantwoordelijk officier -S^1"3 nieer. van den geöeralen staf-zijn na daarop voorbereid vinden. Wij sree- zen Rusland niet. Er heerscht een die pe verbittering In het Bulgaarsche volk en de overtuiging is algemeen, dat Rusland nooit belangeloos iets voor ons gedaan heeft. Wat het voor Bulgarije deed, heeft het in zijn ei gen belang gedaan. Hoe denkt u, dal Roemenië zich tegenover het conflict zal stellen Het is te hopen, dat onze regee ring zich den rug gedekt heeft Onze verhouding tegenover Roemenië is in deze dagen gunstiger dan ooit to vo ren. Of dat nu een voldoende waar borg is?Wie kan het zeggen? Maar dat lean ik u wel zeggen, dat de houding van Roemenië voor ons geen twijfel meer zou laten, als Duitsch- land het onderspit moest delven lk herinner u slechts aan Roemeniès houding tegenover ons in de dagen, toen het ons machteloos genoeg acht te. om zonder moeite datgene te be reiken, wat men reeds lang bereiken wilde. Te denken geeft ook de oi> riendelij'k'heM'. waarmede doorrei zende Bulgaarsche couriers in Roeme nië behandeld worden En Griekenland Er kwam een montere trek op het gelaat van mijn zegsman. Griekenland Als wij den oorlog wenschen, dan geschiedt het in de hoop, dat Griekenland daaraan mee doet Wij verlangen veelmeer met Griekenland af te rekenen dan met Servië; want wij weten heel goed, waar eigenlijk alle dreigementen te gen ons gesmeed worden. Duitschland heefl Griekenland om voor de hand liggende redenen van dynastieken aard tot dusverre ontzien, misschien langer ontzien dan het zich met de regelen eenor wijze politiek laat rij men. Maar dat is, naar wij hopen, nu voorbij, en zal spoedig anders wor den En welke houding denkt Bulga rije eigenlijk tegenover Serviü aan te nemen Wij meenen, dat nu het o ogen- blek. gekomen is, om datgene te ha len, wat ons toekomt; een zoo gun stige gelegenheid zal nic-t zoo spoedig le rugkomen. Maar de landing in Varna en in Saloniki, de legers van Servië en Griekenland en dan nog de mogelijk heid eener bedreiging door Roeme nië waagde ik te vragen. Mijn zegsman lachte fijntjes Misschien dat het laatste bij ons eenige' bezorgdheid wekken kan. Ge looft u in ernst aan die fabelachtige landing in Varna, of aan een titani- sciien marsch der geallieerden op Sa loniki lk niet. Althans voorshands rnet. Rusland heeft geen troepen be schikbaar want had het zulke krach ten ter beschikking, dan zou het die zeker naar Thracië gezonden hebben tegen Turkije. Ook de andere legers der geallieerden hebben liet niet zoo gemakkelijk. En dan, de 'Bulgaar is hard. En verdrukking maalkt hem nog harder. Wij goven het niet op. Bovendien hebben wij ook nog enkele dingen in ons voordeel I U verwacht dus voor de toekomst de doorbraak der Duitscb- Oostenrijkische legers door Serii Ik hoop inderdaad dat dit het geval zal zijn. Niet ontkend mag wor den, dat de voorgenomen actie lang- .amer voortschrijdt, dan men gehoopt had. Ik hoop echter ook op datgene, U gelooft dus niet, dat do bewo- wat Duitschland reeds gedaan heeft, zou hebben onder "het huidige f'n* den boeien-leider Rtamboe-- Ons leger en zijn uitrusting zijn dwaze nl-in r.m door mor' ll,l'skl' dnt Bulgarije nooit tegen Rus- good; daarover bestaat geen twijfel. I land zal optrekken, de «temming des. - Gelooft u, dat Turkije, ais het Konsiantinopel op te rukken, want - lands weergeeft? noodig blijken zou, in staat zou zijn zij zouden allen geweten hebben, dat] ik geloof eigenlijk heele- Bulgarije te hulp te snellen zulks een krankzinnigheid zou zijn.' j maal niet. dat Stamboelineki j Laat ons hopen, dat het niet noo- zich aldus heeft uitgelaten,dig zal zijn Wat de vraag zelf belieft, want zijn bewering zou dun beslist neen, Lk geloof niet, dat het ons huip in tegenspraak met de algemeene zou kunnen brengen, volksstemming zijn. Die z g. uiting En Italië Gelooft u, dat het aan van Stainboehnski zal wel even als j de gemeenschappelijke actie der ge- zooveel anders, wat dezer dagen overallieerden in Saloniki zal deelnemen? Bulgarije geschreven wordt, uit ver-' Italië Ls ons gunstig gezind. En- dacltle bronnen voortkomen. Rusland geland ook. Geen van beide staten moge het beproeven aan de kusten - heeft er belang bij ons tot een w illoos der Zwarte Zee te landen het zal ons werktuig van Rusland te maken. Op hel Zuidelijk Ocrlopztaorsesl. ITALIC OOSTENRIJK. Van den Oostenrijkschen staf „Donderdagmiddag hebben rle Ita lianen op de hoogvlakte van Vielgo- rcuth over het heele front niet sterke Frankrijk daarerttogen wel. Wij ho pen daarom, dat uit deze meenings- erschillen voor ons een gunstige po sitie ontstaan zal. Italië zal niet in Saloniki landen. Veel eerder in Va- lona, doch dan doet het dat in zijn eigen belang. U ziet dus zonder groote bezorgd heid do toekomst van uw land tege moet Ja. Deze toekomst met al zijn verschrikkingen van een nieuwen oor log moest in korter of langer tijd voor ons volk komen. Een volk als het on ze kan geen vrede nemen met de be sluiten, zooals de tweede Balkan oorlog die gedicteerd hééft. Er moge gebeuren wat wil, dit moet u steeds in het oog houden, wij strijden om het bezit van Macedonië. En in dezen strijd heelt do koning heel het Bul gaarsche volk achter zichl T VERTREK DER DIPLOMATEN. Het Bulgaarsche telegraaf agent schap meldt d d. Woensdag het vol gende „Ito diplomatieke vertegenwoordi gers van Engeland, Frankrijk, Rus land en Italië zijn 's avonds per ex tra-trein vertrokken, met het perso neel van do gezantschappen. De Rus sen reisden over Roestsjoek, alle an deren over Dedeagatsj. Uit naam van de regoering was de secretaris-gene raal 'van het departement van buiten- landscbe zaken aan het elation aan- ezig om hen uitgeleide te doen na- iens den Koning waren de chef van diens politieke kabinet, Dobrowitsj, en da adjudant des Koninge, generaal Sawof, aan het station gekomen. ambtenaren van het departe ment van buitenlandsche zaken ma ken de reis mee tot de grensstations Roestsjoek of Dedeagat«j. De Bulgaarsche gezant, bij de Ser vische regeering is op Bulgaarsch ge bied teruggekeerd." 'T LEGER. Wolff seint uit Sofia „De koning heeft een schrijven ge richt tot den ministerraad, waarin hij. in zijn cfiia 1 jteit van opperbevel hebber van alle strijdkrachten des lands, aan den minister van oorlog, generaal Jekof. het bevel over het le- ger te velde heeft opgedragen." BULGARIJE KI AAGT OVER GRIEKENLAND. Uit Sofia wordt door Wolff gemeld, dat de Bulgaarsche minister-presi dent, Radoslawof, aan den Grlekechen gezant heeft meegedeeld, dat hetgeen te Saloniki geschiedt niet in overeen stemming is met de verklaringen, die de Grieksche regeenng door zijn gezant te Sofia had laten afleggen. Indien Griekenland zijn houding niet verandert, kan de Bulgaarsche regee ring niet instaan voor de instand houding van een vriendschappelijke gezindheid der openbare meaning van Bulgarije. Zij wil in dat geval niet verantwoordelijk zijn voor het omslaan van de stemming van het Bulgaarsche volk. De Bulgaarsche gezant te Athene, Pasarof, heeft opdracht gekregen van Radoslawof, een dergelijk vertoog te houden tot de Grieksche regeering. WatzalGrtokenianddoen? 't Alg. Handelsblad schrijft „Do berichten uit Griekenland doen vermoeden, dat de koning wel goed keuring verleend heeft voor het ont schepen van troepen der Entente-mo- gendheden in Saloniki- Het i« wel niet in overeenstemming met do mededce- jing van Reuter uit Athene, dat tus sehen den koning en Venizelos sedert het wcaeroptreden van den minister niet de ware overeenstemming be stoud en dat slechts omtrent do mobilisatie geen verschil van mee ning was. Maar de „Times" zegt. in een artikel om te betoogen, dat er riet dc minste overeenstemming is lussohen de formeele echendmg der Giioksche neutraliteit door do Enten- Haarlemmer Halletjes EIEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE. Als de krans bij Wouter bijeen komt, wordt ze hel meest onthaald, want onze waarde neef, al kan hij soms wat ruw in den mond wezen, is als het er op aankomt goedhartig en gastvrij. Nergens zijn de sigaren droger (en ieder weet, hoe moeilijk het is zo in deze - klamme dagen droog te houden) dan bij hem. Geen thee is geuriger, dan die van tante Koosjc. Op de lamp is een nieuw kousje gezet, want gasgloeilicht is Wouter voldoende en van electrisch licht wil hij niet weten uit vrees voor ongelukken. „Kortsluiting", pleegt hij te zeggen, „zou wel eens voor Koos en mij kunnen uiüöopen op langsluiting", en dan wijst bij op zijn oogen. Het gesprek liep natuurlijk eerst over de dingen van den dag. De arme Hupstra had kiespijn gehad en was bij den tandaits geweest, die hem naar zijn tevredenheid volgens de regelen der kunst behandeld had. „Wat me hinderde", zei 'hij, „was dat op de schrijftafel in de ontvang kamer allerlei poppetjes stonden met kiespijndoeken om net of hij ons arme kiespijnlijders voor de mal hield." We waren het evenwel erover eens, dat een goedhartig man als deze tandarts dat niet doen zou en opper den het vermoeden, dat hij veeleer op verzamelen uit was. „Verzamelen", zei llopma wijsgeerig, „doet ieder een. Als je geen dure kostbaarheden of schilderijen verzamelen kunt, doe je het met zilveren lepeltjes of post zegels of programma's van concer ten, waar je geweest bent. Ilc heb iemand gekend, die sleutels verza melde, alleen onidat ze wel eens te pas konden komen, wanneer er een huisdeur- of een kastsleutel zoek raaktetoen bij dood glirg was dat nog nooit gebeurd, maar in een af zonderlijke kast van zijn kamer la gen wel vijfhonderd sleutels, netjes roestvrij gehouden. We vroegen elkaar toen, wat ieder van ons verzamelde. Wouter, wie zou 't gedacht hebben, 6tond aan liet hoofd met postzegels, dan kwam mevrouw llopma met een groote collectie prentbriefkaarten, vervol gens Hupstra met eigenaardige bier kruiken, hoewel de man van zijn leven geen droppel bier drinkt, kort- <om, ieder had de eene of andere ver- zamelliefhebberij, zelfs mijn beste vrouw, die buitengewoon gesteld is op zakdoekjes met kant, van die dingen, die wegwaaien als je uit vol le borst ademt en waarmee je alles kunt doen, behalve je neus er in snuiten. En ten laatste bleef ik alleen over, als man die niets, in 't geheel niets verzamelde. „Dat geloof ik niet", zei de gast heer beslist, en ook de anderen kon den het zich niet begrijpen, schenen het mij niet recht te gunnen, totdat eindelijk mijn vrouw, met een lachje, zei, dat 'ook ik mijn zwakke zij had. „Wat verzamelt hij dan V' vroegen ze triomfantelijk. „Touwtjes", zei mijn vrouw. „Als er een pakje komt dat hij openmaakt, rolt hij zorgvuldig het touwtje op, legt het weg en kijkt er verder niet meer naar om." 't Was waur, ik mócht het niet ontkennen. „Ja", betoogde Hopma wijsgeerig, „daaraan kan niemand ontkon: Meermalen heb ik geprobeerd, een bepaalde soort kostbaarheden te ver zamelen een poosje ging 't goed, dan kwam er weer iemand, die er een paar weghaalde „Weghaalde «eidén.' we in kdor. „Weghaalde Daarna groeide de eivzameling aan, tot er weer Iemand 'erseheen, die er eenige van mij hebben wou „En gaf je die dan T' ,,'t Sclieen niet anders te kunnen. Kortom, ik ben al vijf jaar bezig, maar nog altijd is er geen verzame ling van gegroeid." Sn welke kostbaarheden waren het dan?" vroeg Hupstra. „Gouden tientjes", zei Hopma. Een algemeene kreet vaji veront waardiging volgde. „Ilopmu", zei Wouter, „dit is zoo ontzaglijk flauw, dat je geen-" van deeïe Bïsmarcken meer krijgt, die je zoo lekker vindt. En hij hield woord inplaats van de fijne sigaar, waar «Hopma zoo op gesteld is, kreeg hij den heelen avond niets dan een gewoon blazertje. In den loop van den avond kwam er een zwarigheid op. Iemand zou een verhaaltje doen. maar wie moest het wezen? „Wie wat te zeggen heeft, neemt het woord", raadde de een „Neen, het gezelschap wijst iemand aan", adviseerde et-n ander. Geen van J>eide kon ons bekoren. Je -zelf aanmelden staat zoo pedant en al denkt iemand, dat hij wat aardigs te vertellen heeft, dan wil hij nog niet, dat anderen denken, dat hij dat denkt. En gezamenlijk aanwijzen zon te pijnlijk wezen voor iemand, die niet aangewezen werd. omdat het. gezelschap in zijn vertelkunst geen fiducie had. De eenige oplossing was dus lo ten. Er werden namen in een hood gedaan en tante Koosje, als gast vrouw, trok er een uit, waarop do ftaaiu van mevrouw Hopma stond. Eenigszins tot mijn verwondering protesteerde ze niet, sclieen hel zelfs wel aangenaam te vinden, en terwijl Hopma de naambriefjes verscheurde, (begon zijn vrouw met ons te vragen of we gelezen hadden, dat urchitec- ten van plan waren modern speel goed te ontwerpen. Architecten vroegen we ver wonderd.- „Ja, architecten, die het tegen woordige speelgoed zoo leelijk vin den", zei ze. „Toen ik dat bericht ag in de courant, kwam een een- •oudige geschiedenis' me tc binnen, die ik bij een van mijn kennissen heb meegemaakt, 't Was een aardig vrouwtje, niet vroeg getrouwd en toen ze eenmaal in 't huwelijksbootje gestapt was, bleef ze jaren lang met haar man samen. Eindelijk verscheen de lang gewenschte baby. Jullie kunt begrijpen, hoeveel zorg dddraan be steed werd. De moeder leefde er voor, de vader was er dol op en 't moet gezegd worden een allerliefst kind was het, met mooi, blond, krullend haar en blauwe oogen, niet van die zoogenaamde, die eigenlijk grijs of groen zijn, maar echte, van dat Delftsche blauw zal ik muur zeg gen." ,.I.aat dat nu maar blauw blauw", verzocht de ongeduldige Wouter, „en ga verder." „Ik heb haar In de jeugd van haar kind een koer of wat bezocht en zoo het meisje zien opgroeien tot schat van een kind. Iedereen wat dol op. man en vrouw hadden een groote familie en zoo werd het meisje ultijd overladen met cadeaux. En als jelui vraagt of het verwend ward, ju zooals we dat gewoonlijk opvatten, heel erg. Iedereen wou haar zin doen, het allermooiste was maar nauwelijks mooi genoeg en als het kind maar even hoestte, was ieder een vol angst. Van zooveel zorg worden de meeste kinderen onver dragelijk en vervelend, lastig en humeurig, maar op Licsje scheen het geen invloed te hebben. Tegen i iedereen was ze lief en hartelijk, niet te veel en niet te weinig, net zooals dat wilden en verwachtten, llaar moeder was vaak angstig over zoo'n chat van een kind toen ik er op een dag kwam, vond ik haar in tra nen. „Je moet me niet uitlachen", te, „maar ik ben al te gelukkig met mijn engeltje, 't Is me, of ik haar niet houden zal. Soms kan ze, midden onder 't spelen, zoo aan dachtig voor zich uit zitten staren, een ernstig gezichtje, alsof ze Iets belangrijks ziet Natuurlijk troostte ik haar en tien minuten later lachte ze weer om haar eigen „kinderachtige bang heid", zooals ze het noemde. We ke ken naar het kind, toen pas vijf jaar, en hoe het vroolijk zat te sot Het was iets heel ongewoons, dat spelen van Liesjc. Mooi speel goed keek ze niet aan, het eenvou digste was haar 't liefst en onder haar poppen (ze had er wel een do- ij n) was een klein popje haar het liefsteen goedkoop dingetje, dat zi; van een kindermeisje gekregen had. waaraan 't kleine ding bijzon der gehecht was geweest. Een stuk van 't hoofd was er af, een been was kapot, maar altijd was Jonas de lie veling. Die moest, als ze naar bed ging, 's avonds mee in haar arm ik ben er wel eens bij geweest, als de moeder wanneer 't kind rustig sliep, zachtjes het popje uit haar handje losmaakte, dat te er 's nachts geen hinder van hebben zou. Dan lag het kind daar als een schilderij tje, met de blonde krullen haar roodo wangetjes en de prachti ge blauwe oogen. Een paar jaar-geleden had ik twee maanden niets van haar ge hoord en toen ik haar bezocht, er groote droefheid. Liesje was ziek, ze had roodvonk. De moeder wou er niet van liooren, dat ze naar het gast huis gaan zou, ze verpleegde zelf, maar 't werd hoe langer hoe erger, totdat de arme ouders einde lijk begrepen, dat er geen hoop meer was. .Op een zonnigen morgen heb ben ze Liesje begraven. Eerst lang naderhand hob ik van de moeder geboord, hoe zo gestorven is. De oogen flonkerden van koorts als groote diamanten, langs het verma gerde gezichtje hingen de krullen als een sluier van blonden rouw en ze keek rusteloos door de kamer of ze wat zocht. „Wat wou je, Liesje 7" roeg de moeder. „Ik wou Jonas hebben", fluisterde ze en toen ze h"! leelijke poppetje kreeg, pakte ze het nog eens stevig beet en legde het in haar arm loeo is ze, met de gloeien- 'iniidjes in die van vader en moe der. gestorven Ilc had toch wel goed gezien", zei de moeder, toen ze mij dat vertelde, ,dat we het niet zouden houden. Als ze -zoo stil en ernstig zat te turen, keek Liesje over haar grafje heen „8tcek een sigaar op zei Wouter met een overdreven grove stem, „wat moeten die vrouwen toch met haar treurige verhalen 1 En die den vol genden. keer het lot -trekt, moet wat vroolijks vertollen en dan zal ik de briefjes maken. Versta je dal, llop ma, bedrieger die je bent „Wat heb je?" vroeg Hopma, maar lang niet in overeenstemming met deze onvriendelijke toespraak. „Hij heeft op al de briefjes den naam van zijn vrouw gezet geen wonder, dat het lot haar aangewezen heeft." „Ik wist, dut ze dit aandoenlijke verhaaltje doen zou', zei llopma verontschuldigend, „en ik dacht, dat jullie T niet kwalijk nemen zoudt." Het gezelschap bepaalde bij wijze van boete, dat Hopma zelf den vol genden keer een vertelling zou doen, een vroolijke. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 9