De Europeesche Oorlog.
DERDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 9 OCTOBER 1915
Opnieuw wordt aan alle fronten fel gevochten. Verwoede aanvallen der
Russen op de Oostenrijkers
De positie van Bnlgarüe.
Uit Griekenland komen berichten die doen vermoeden, dat dit land neutraal
zal blijven.
Op het Westelijk
Oorlogsveld.
Duitsch stafbeririht:
„Na vergcefsche pogingen van de
Franschen om door te breken op den
5den en 6dcn, was do dag van Don
derdag in Champngne betrekkelijk
kalm.
Het stuk loopgraaf ten O. van de
lioeve van Navarin, dat de Fran
schen nog bezet hielden, is ln den
loop van den ochtend door een Duit-
schen tegenaanval gezuiverd, waar
bij eenige gevangenen en 2 machine
geweren in Duitsche handen vielen.
Tegen den avond is het artillerie
vuur van de Franschen weer sterker
geworden.
In den nacht kwam het op verschil
lende plaatsen tot infanterie-aanval-
len, die alle afgeslagen werden.
Bij oen geslaagde voonvaartsche
beweging tegen de vooruitgeschoven
stelling van de Franschen ten Z. van
St. Marie b. Py hebben de Duitschers
den Franschen 6 officieren en 250
nian aan gevangenen afgenomen.
In de Oostelijke Argonnen hij Ma-
laucourt zijn verscheidene mijngan
gen van de Franschen door ontplof
fingen vernield."
F i ansch communiqué
„Ten N. van Atreeht duurde het
kanonvuur in de richting van Sou-
choz en zijn omtrek en in den eeclor
Hoogte 140la Folie in den loop van
•Jen nacht voort. Ook is een vrij groo-
le bedrijvigheid van de Duitsche ar
tillerie geweest, waarop de Fransche
ïrtillerie antwoordde, in destreek van
Boye en ten N. van de ALsne in de
richting van Tracy le Val en in het
toosch van St. Mard.
In Champagne hebben de Duit-
sch'ers de Fransche stelling hevig ge
bombardeerd tussehen den weg van
St. Wilaire naar St. Soupiet en van
Souam naar Sommo-Py.
Do Fransche batterijen hebben over
al krachtig geantwoord. Een felle
strijd ontwikkelde zich in de UAvars-
gangen ten Z.O. van Taliure ln de
richting van Mesr.il. Tüsschen de Ar
gonnen en d& Maas heeft een Fran-
ïohe mijn in het bosoh van Malau-
court sappe werken vernield."
Havas seint uit Parijs een lang
relaas, waarin opgekomen wordt te
gen „de pogingen der Duitschers,
om het succes der geallieerden bij
hun offensief te verkleinen". Ontkend
wordt de Duitsche voorstelling, dat
het succes door de geallieerden b ij
v errassing behaald is. Dc
Franschen hebben op krijgsgevange
nen legerorders gevonden, waaruit
blijkt, dat de Duitsche commandan
ten het offensief der geallieerden
verwachtten.
In 't geheel zijn bij dat offensief
minstens 25.000 Duitschers gevangen
genomen en 146 kanoilnen veroverd.
De „Times" verneemt uit Parijs:
„De Franschen bobben zich ge
haast hun stellingen op de Tu.hure-
hoogte te versterken maar het feit,
dat de Duitschers in staat waren, zoo
inel tot een tegenaanval over te gaan
op dit gedeelte van het front, wijst
er op, welk een geduchte weerstand
nog overwonnen moet worden, dien
de Duitschers waarschijnlijk voorbe
reiden op het. bedreigde Champagne-
front. De stelling werd behouden te
genover de verwoede aanvallen. De
Duitschers wier,pen gesloten forma
ties in het vuur, welke de een na de
ander werden neergeschoten door
het vernietigende artillerie- en mi-
trailleursvuur. At deze onstuimig
heid beteekent, dat hierin een welko
me aanduiding ligt van de concen
tratie van het offensief op de twee
eorst-bedreigde punten. Intusschen
verkondigt het gedonder van liet ge
schut in den hoek van dc grootc
versperring van de zee tot de Voge
zen, in den Roye—I.assigny—Com-
'piègne sector cu tussehen Maas en
Moezel aan de Duitschers de .bood
schap, welke gehoord moet worden
langs de Duitsche spoorlijn van het
Russische tot het Duitsche front."
Op het Oostelijk
Ojrlogsveld.
Dultscli stafbericht:
„Legergroep Hindenburg:
De aanvallen van de Russen ten
N. van Kosjuny en ten Z. van het
AVisjniew-meer zijn afgeslagen.
Legergroep Leopold van Beieren:
De toestand is onveranderd.
Legergroep Linsingen:
Bij Newel en Omyt, ten Z.W. van
Pinsk, zijn Russische voorposten
door de Duitschers verdreven.
De Duitsche aanval ln -de etreek
ten N.W. van Tsartorisk vordert.
Duitsche troepen van het leger van
Bothmer hebben verscheidene aan
vallen van de Russen afgeslagen."
O o s t en r ij k e c h stafbericht
„Do Russen hebben Donderdag aan
gevallen over het heele front van
OoötrGaücië en Wolhynië. Deze aan
vallen, ondernomen met sterk© strijd
krachten en veel verbruik van muni
tie, bleven zonder gevolg. v
Aan de Bessarabische grens zijn de
Russische 6tormkolonni\s op de hoog
ten ten noorden van den Dnjestr en
uan de Strypa verstrooid eer ze de
Oostenrijkse he hindernissen waren
genaderd.
Ton N.W. van Tarnopol zijn de
Russen op tweo fronten de Oosten
rijksche loopgraven binnengedron
gen, maar door in allerijl aangovoer-
do Duitsche en Oostcnrijksoh-Hon-
gaarsche versterkingen Vrijdagoch
tend weder teruggeslagen.
Een zelfd© lot trof den Russsi-
sehen aanval op het dorp Sapanof ten
N.W. van Kemunec, dat Donderdag
als middelpunt van een verbitterden
strijd meermalen van bezitter is ge
wisseld, maar nu wéder vast in Oos
tenrijksche handen verkeert.
Zoo ook hebben de Oostenrijkers
ten Z.W. van Olyka 6lerkere Russi
sche strijdkrachten in een gevecht up
korten afstand teruggeworpen, waar
bij het 89e regiment infanterie en liet
31e landweerregiment zich vooral heb
ben onderscheiden.
Ten N. en ten N O. van Kokil heb
ben Oostenrijsche tegenaanvallen veld
gewonnen. De Oostenrijkere hebben
den Russen de dorpen Lisowo en Ga-<
luzio ontnomen.
Op het grondgebied van Wolhynië
zijn in de gevechten van Woensdag
en Donderdag in. 't geheel ongeveer
4000 Russen gevangen genomen. De
Russen leden zeer zware verliezen."
strijdkrachten een nieuwen aanval
ondernomen, die. evenals alle voor-
arfguaude, bloedig is afgeslagen. Bij
zondei hevig heeft de strijd gewoed
om een van de Oostenrijks! lie steun
punten noordoosten van den Maro-
nia-berg. Hier hebben drie ltaliaan-
sehe bataljons in dichte drommen
storm geloopen en zijn door een ver
nielde hindernis binnengedrongen,
doch door die afdeetingen van het
veertiende Oostenrijksche regiment
infanterie met de bajonet terugge
worpen De geheele aanval eindigde
met de vlucht der Italianen.
De Italianen hebben weder tever
geefs de Oostenrijksche stellingen
aan de noordzijde van den sector van
Doberdo aangevallen.
Bij Selz hebben afdeelingen van
het 878te regiment infanterie der
Oostenrijkers de Italianen verjaagd
uit een binnen hun gevechlsfront ge
legen steengroeve. De Oost> iir ijkers
hebben een tegenaanval afgeslagen
en de Italiaansche stellingen in de
lucht doen vliegen."
den
stenrijkschei
Van
staf
„De overtocht der Oostonrijkscli-
Hongnarsehe en Duitsche strijdkrach
ten over de Beneden-Drinu, de Gave
en den Donau is voortgezet. Pogin
gen der Serviërs, om de Duitsch-
Oostenrijksche krijgsverrichtingen te
belemmeren of te verijdelen, zijn op
alle punten mislukt."
'T OORDEEL VAN EEN ENGELSCH
DESKUNDIGE.
Reuter seint uit Londen:
Kolonel Maude, de bekende mili
taire expert, verklaart in een artikel
in de Standard:
„De fouten van liet Duitsche hoofd
kwartier in Frankrijk begaan, zijn
groot genoeg, maar nog teel grootcr
zijn de misslagen aan het Poolsche
en Galicisclie front. De gevaren van
de moerassen van Pinsk en Polen,
die vooral in den ïegentijd den herfst
en tijdens het smelten van dc
sneeuw in het voorjaar, zeer ernstig
zijn, zijn elk geoefend soldaat in
Duitschlnnd bekend.
Derhalve is het feit, dat
op het oogenblik geheele legercorp
sen en tal van troepen-afdeelingen
in een droevigen toestand en sommi
gen zelfs in groot gevaar verkeereu,
het beste bewijs, dat een zeker
iemand een geweldigen blunder heeft
gemaakt en die „zekere iemand"
moet de generale staf zijn. Maude
wijst er op, dat, welke ook de oorzi
ken van den Russischen terugtocht
uit Galicië zijn geweest, de groot
vorst op volmaakt ordelijke wijze ge
retireerd ls, daarbij de. Duitschers
met zich medesleepend, naar de
streek, waar hij zich thans in een
hachelijken toestand bevindt, en
waar hij bun rnet een hevigheid aan
viel,, dat zij in de laatste drié weken
bijna 80.000 man aan ongewonde van ja. j,ej verdrag moest vroeger of
krijgsgevangenen, wellicht tweemaai later komen, ria hetgeen Rusland ons
zooveel aan dooden en gewonden ver- I na den tweeden oorlog heeft aange
lören hebben. Van het begin tot liet 3 daan. Ons geheele vertrouwen hnd-
cinde, hebben de Duitschers altijd j wi.' löen C'P Rusland gesteld, en
•ten vechten, waar lm den vijand on?* toekomst wij in de handen
brthu^eii. 1,. S5 SSuSïïSSXlSS; LT-
OOSTENjRDK-SERVIê.
Duitsch stafbericht-
„De overtocht over de Drina, Save
en Donau neemt een gunstig ver
loop.
Ten Z.W. van Belgrado zijn 4 offi
cieren en 296 man gevangen geno
men en 2 machinegeweren buitge
maakt.
Tegenover Ram vielen na een
strijd drie kanonnen in Duitsch-Oos-
tenrijksche handen."
Uit den Balkan.
Bulgarije'* positie.
De Milaneesche correspondent der
„Neiie Zürchër Ztg." heeft een onder
houd gehad met een vertrouwensman
der Bulgaarsche regeerinig, die met
een belangrijk dossier van het ge
zantschap m Rome over Weenen naar
Sofia reisde. De correspondent be
schrijft zijn interviev^aidus
lk vroeg hem iioè allereerste
plaats of de beriehten, dat er een ver
drag gesloten werd tussehen de cen
trale mogendheden en Bulgarije,-
juist zijn, en kreeg ten antwoord:
j „Zooals u ziet, reis ik over Weenen
- aar mijn vaderland terug. Ik geLoof
rnoetc
Sprekend
Duitschers, over
Konstan tinopel,
den droom dc-r
opmarsch
zegt Maude: lk ge
land nog steeds de groote vriend van
Bulgarije is, waarvoor het destijds le
recht of ten onrechte gold, heeft
loof niet, dat vijf-en-twintig jaar ge- Bulgarije nog maar weinige aanban-
leden één verantwoordelijk officier -S^1"3 nieer.
van den geöeralen staf-zijn na
daarop voorbereid vinden. Wij sree-
zen Rusland niet. Er heerscht een die
pe verbittering In het Bulgaarsche
volk en de overtuiging is algemeen,
dat Rusland nooit belangeloos iets
voor ons gedaan heeft. Wat het voor
Bulgarije deed, heeft het in zijn ei
gen belang gedaan.
Hoe denkt u, dal Roemenië zich
tegenover het conflict zal stellen
Het is te hopen, dat onze regee
ring zich den rug gedekt heeft Onze
verhouding tegenover Roemenië is in
deze dagen gunstiger dan ooit to vo
ren. Of dat nu een voldoende waar
borg is?Wie kan het zeggen?
Maar dat lean ik u wel zeggen, dat de
houding van Roemenië voor ons geen
twijfel meer zou laten, als Duitsch-
land het onderspit moest delven
lk herinner u slechts aan Roemeniès
houding tegenover ons in de dagen,
toen het ons machteloos genoeg acht
te. om zonder moeite datgene te be
reiken, wat men reeds lang bereiken
wilde. Te denken geeft ook de oi>
riendelij'k'heM'. waarmede doorrei
zende Bulgaarsche couriers in Roeme
nië behandeld worden
En Griekenland
Er kwam een montere trek op het
gelaat van mijn zegsman.
Griekenland Als wij den oorlog
wenschen, dan geschiedt het in de
hoop, dat Griekenland daaraan mee
doet Wij verlangen veelmeer met
Griekenland af te rekenen dan met
Servië; want wij weten heel goed,
waar eigenlijk alle dreigementen te
gen ons gesmeed worden. Duitschland
heefl Griekenland om voor de hand
liggende redenen van dynastieken
aard tot dusverre ontzien, misschien
langer ontzien dan het zich met de
regelen eenor wijze politiek laat rij
men. Maar dat is, naar wij hopen, nu
voorbij, en zal spoedig anders wor
den
En welke houding denkt Bulga
rije eigenlijk tegenover Serviü aan te
nemen
Wij meenen, dat nu het o ogen-
blek. gekomen is, om datgene te ha
len, wat ons toekomt; een zoo gun
stige gelegenheid zal nic-t zoo spoedig
le rugkomen.
Maar de landing in Varna en in
Saloniki, de legers van Servië en
Griekenland en dan nog de mogelijk
heid eener bedreiging door Roeme
nië waagde ik te vragen.
Mijn zegsman lachte fijntjes
Misschien dat het laatste bij ons
eenige' bezorgdheid wekken kan. Ge
looft u in ernst aan die fabelachtige
landing in Varna, of aan een titani-
sciien marsch der geallieerden op Sa
loniki lk niet. Althans voorshands
rnet. Rusland heeft geen troepen be
schikbaar want had het zulke krach
ten ter beschikking, dan zou het die
zeker naar Thracië gezonden hebben
tegen Turkije. Ook de andere legers
der geallieerden hebben liet niet zoo
gemakkelijk. En dan, de 'Bulgaar is
hard. En verdrukking maalkt hem
nog harder. Wij goven het niet op.
Bovendien hebben wij ook nog enkele
dingen in ons voordeel I
U verwacht dus voor de
toekomst de doorbraak der Duitscb-
Oostenrijkische legers door Serii
Ik hoop inderdaad dat dit het
geval zal zijn. Niet ontkend mag wor
den, dat de voorgenomen actie lang-
.amer voortschrijdt, dan men gehoopt
had. Ik hoop echter ook op datgene,
U gelooft dus niet, dat do bewo- wat Duitschland reeds gedaan heeft,
zou hebben onder "het huidige f'n* den boeien-leider Rtamboe-- Ons leger en zijn uitrusting zijn
dwaze nl-in r.m door mor' ll,l'skl' dnt Bulgarije nooit tegen Rus- good; daarover bestaat geen twijfel.
I land zal optrekken, de «temming des. - Gelooft u, dat Turkije, ais het
Konsiantinopel op te rukken, want - lands weergeeft? noodig blijken zou, in staat zou zijn
zij zouden allen geweten hebben, dat] ik geloof eigenlijk heele- Bulgarije te hulp te snellen
zulks een krankzinnigheid zou zijn.' j maal niet. dat Stamboelineki j Laat ons hopen, dat het niet noo-
zich aldus heeft uitgelaten,dig zal zijn Wat de vraag zelf belieft,
want zijn bewering zou dun beslist neen, Lk geloof niet, dat het ons huip
in tegenspraak met de algemeene zou kunnen brengen,
volksstemming zijn. Die z g. uiting En Italië Gelooft u, dat het aan
van Stainboehnski zal wel even als j de gemeenschappelijke actie der ge-
zooveel anders, wat dezer dagen overallieerden in Saloniki zal deelnemen?
Bulgarije geschreven wordt, uit ver-' Italië Ls ons gunstig gezind. En-
dacltle bronnen voortkomen. Rusland geland ook. Geen van beide staten
moge het beproeven aan de kusten - heeft er belang bij ons tot een w illoos
der Zwarte Zee te landen het zal ons werktuig van Rusland te maken.
Op hel Zuidelijk
Ocrlopztaorsesl.
ITALIC OOSTENRIJK.
Van den Oostenrijkschen
staf
„Donderdagmiddag hebben rle Ita
lianen op de hoogvlakte van Vielgo-
rcuth over het heele front niet sterke
Frankrijk daarerttogen wel. Wij ho
pen daarom, dat uit deze meenings-
erschillen voor ons een gunstige po
sitie ontstaan zal. Italië zal niet in
Saloniki landen. Veel eerder in Va-
lona, doch dan doet het dat in zijn
eigen belang.
U ziet dus zonder groote bezorgd
heid do toekomst van uw land tege
moet
Ja. Deze toekomst met al zijn
verschrikkingen van een nieuwen oor
log moest in korter of langer tijd voor
ons volk komen. Een volk als het on
ze kan geen vrede nemen met de be
sluiten, zooals de tweede Balkan
oorlog die gedicteerd hééft. Er moge
gebeuren wat wil, dit moet u steeds
in het oog houden, wij strijden om het
bezit van Macedonië. En in dezen
strijd heelt do koning heel het Bul
gaarsche volk achter zichl
T VERTREK DER DIPLOMATEN.
Het Bulgaarsche telegraaf agent
schap meldt d d. Woensdag het vol
gende
„Ito diplomatieke vertegenwoordi
gers van Engeland, Frankrijk, Rus
land en Italië zijn 's avonds per ex
tra-trein vertrokken, met het perso
neel van do gezantschappen. De Rus
sen reisden over Roestsjoek, alle an
deren over Dedeagatsj. Uit naam van
de regoering was de secretaris-gene
raal 'van het departement van buiten-
landscbe zaken aan het elation aan-
ezig om hen uitgeleide te doen na-
iens den Koning waren de chef van
diens politieke kabinet, Dobrowitsj,
en da adjudant des Koninge, generaal
Sawof, aan het station gekomen.
ambtenaren van het departe
ment van buitenlandsche zaken ma
ken de reis mee tot de grensstations
Roestsjoek of Dedeagat«j.
De Bulgaarsche gezant, bij de Ser
vische regeering is op Bulgaarsch ge
bied teruggekeerd."
'T LEGER.
Wolff seint uit Sofia
„De koning heeft een schrijven ge
richt tot den ministerraad, waarin
hij. in zijn cfiia 1 jteit van opperbevel
hebber van alle strijdkrachten des
lands, aan den minister van oorlog,
generaal Jekof. het bevel over het le-
ger te velde heeft opgedragen."
BULGARIJE KI AAGT OVER
GRIEKENLAND.
Uit Sofia wordt door Wolff gemeld,
dat de Bulgaarsche minister-presi
dent, Radoslawof, aan den Grlekechen
gezant heeft meegedeeld, dat hetgeen
te Saloniki geschiedt niet in overeen
stemming is met de verklaringen,
die de Grieksche regeenng door zijn
gezant te Sofia had laten afleggen.
Indien Griekenland zijn houding niet
verandert, kan de Bulgaarsche regee
ring niet instaan voor de instand
houding van een vriendschappelijke
gezindheid der openbare meaning
van Bulgarije. Zij wil in dat geval
niet verantwoordelijk zijn voor het
omslaan van de stemming van het
Bulgaarsche volk.
De Bulgaarsche gezant te Athene,
Pasarof, heeft opdracht gekregen van
Radoslawof, een dergelijk vertoog te
houden tot de Grieksche regeering.
WatzalGrtokenianddoen?
't Alg. Handelsblad schrijft
„Do berichten uit Griekenland doen
vermoeden, dat de koning wel goed
keuring verleend heeft voor het ont
schepen van troepen der Entente-mo-
gendheden in Saloniki- Het i« wel niet
in overeenstemming met do mededce-
jing van Reuter uit Athene, dat tus
sehen den koning en Venizelos sedert
het wcaeroptreden van den minister
niet de ware overeenstemming be
stoud en dat slechts omtrent do
mobilisatie geen verschil van mee
ning was. Maar de „Times" zegt. in
een artikel om te betoogen, dat er
riet dc minste overeenstemming is
lussohen de formeele echendmg der
Giioksche neutraliteit door do Enten-
Haarlemmer Halletjes
EIEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE.
Als de krans bij Wouter bijeen
komt, wordt ze hel meest onthaald,
want onze waarde neef, al kan hij
soms wat ruw in den mond wezen, is
als het er op aankomt goedhartig en
gastvrij. Nergens zijn de sigaren
droger (en ieder weet, hoe moeilijk
het is zo in deze - klamme dagen
droog te houden) dan bij hem. Geen
thee is geuriger, dan die van tante
Koosjc. Op de lamp is een nieuw
kousje gezet, want gasgloeilicht is
Wouter voldoende en van electrisch
licht wil hij niet weten uit vrees voor
ongelukken. „Kortsluiting", pleegt
hij te zeggen, „zou wel eens voor
Koos en mij kunnen uiüöopen op
langsluiting", en dan wijst bij op
zijn oogen.
Het gesprek liep natuurlijk eerst
over de dingen van den dag. De
arme Hupstra had kiespijn gehad en
was bij den tandaits geweest, die
hem naar zijn tevredenheid volgens
de regelen der kunst behandeld had.
„Wat me hinderde", zei 'hij, „was
dat op de schrijftafel in de ontvang
kamer allerlei poppetjes stonden met
kiespijndoeken om net of hij ons
arme kiespijnlijders voor de mal
hield."
We waren het evenwel erover eens,
dat een goedhartig man als deze
tandarts dat niet doen zou en opper
den het vermoeden, dat hij veeleer op
verzamelen uit was. „Verzamelen",
zei llopma wijsgeerig, „doet ieder
een. Als je geen dure kostbaarheden
of schilderijen verzamelen kunt, doe
je het met zilveren lepeltjes of post
zegels of programma's van concer
ten, waar je geweest bent. Ilc heb
iemand gekend, die sleutels verza
melde, alleen onidat ze wel eens te
pas konden komen, wanneer er een
huisdeur- of een kastsleutel zoek
raaktetoen bij dood glirg was dat
nog nooit gebeurd, maar in een af
zonderlijke kast van zijn kamer la
gen wel vijfhonderd sleutels, netjes
roestvrij gehouden.
We vroegen elkaar toen, wat ieder
van ons verzamelde. Wouter, wie zou
't gedacht hebben, 6tond aan liet
hoofd met postzegels, dan kwam
mevrouw llopma met een groote
collectie prentbriefkaarten, vervol
gens Hupstra met eigenaardige bier
kruiken, hoewel de man van zijn
leven geen droppel bier drinkt, kort-
<om, ieder had de eene of andere ver-
zamelliefhebberij, zelfs mijn beste
vrouw, die buitengewoon gesteld is
op zakdoekjes met kant, van die
dingen, die wegwaaien als je uit vol
le borst ademt en waarmee je alles
kunt doen, behalve je neus er in
snuiten. En ten laatste bleef ik alleen
over, als man die niets, in 't geheel
niets verzamelde.
„Dat geloof ik niet", zei de gast
heer beslist, en ook de anderen kon
den het zich niet begrijpen, schenen
het mij niet recht te gunnen, totdat
eindelijk mijn vrouw, met een lachje,
zei, dat 'ook ik mijn zwakke zij had.
„Wat verzamelt hij dan V' vroegen
ze triomfantelijk.
„Touwtjes", zei mijn vrouw. „Als
er een pakje komt dat hij openmaakt,
rolt hij zorgvuldig het touwtje op,
legt het weg en kijkt er verder niet
meer naar om."
't Was waur, ik mócht het niet
ontkennen.
„Ja", betoogde Hopma wijsgeerig,
„daaraan kan niemand ontkon:
Meermalen heb ik geprobeerd, een
bepaalde soort kostbaarheden te ver
zamelen een poosje ging 't goed,
dan kwam er weer iemand, die er
een paar weghaalde
„Weghaalde «eidén.' we in kdor.
„Weghaalde Daarna groeide de
eivzameling aan, tot er weer Iemand
'erseheen, die er eenige van mij
hebben wou
„En gaf je die dan T'
,,'t Sclieen niet anders te kunnen.
Kortom, ik ben al vijf jaar bezig,
maar nog altijd is er geen verzame
ling van gegroeid."
Sn welke kostbaarheden waren
het dan?" vroeg Hupstra.
„Gouden tientjes", zei Hopma.
Een algemeene kreet vaji veront
waardiging volgde. „Ilopmu", zei
Wouter, „dit is zoo ontzaglijk flauw,
dat je geen-" van deeïe Bïsmarcken
meer krijgt, die je zoo lekker vindt.
En hij hield woord inplaats van
de fijne sigaar, waar «Hopma zoo op
gesteld is, kreeg hij den heelen avond
niets dan een gewoon blazertje.
In den loop van den avond kwam
er een zwarigheid op. Iemand zou
een verhaaltje doen. maar wie moest
het wezen? „Wie wat te zeggen
heeft, neemt het woord", raadde de
een „Neen, het gezelschap wijst
iemand aan", adviseerde et-n ander.
Geen van J>eide kon ons bekoren. Je
-zelf aanmelden staat zoo pedant en
al denkt iemand, dat hij wat aardigs
te vertellen heeft, dan wil hij nog
niet, dat anderen denken, dat hij dat
denkt. En gezamenlijk aanwijzen zon
te pijnlijk wezen voor iemand, die
niet aangewezen werd. omdat het.
gezelschap in zijn vertelkunst geen
fiducie had.
De eenige oplossing was dus lo
ten. Er werden namen in een hood
gedaan en tante Koosje, als gast
vrouw, trok er een uit, waarop do
ftaaiu van mevrouw Hopma stond.
Eenigszins tot mijn verwondering
protesteerde ze niet, sclieen hel zelfs
wel aangenaam te vinden, en terwijl
Hopma de naambriefjes verscheurde,
(begon zijn vrouw met ons te vragen
of we gelezen hadden, dat urchitec-
ten van plan waren modern speel
goed te ontwerpen.
Architecten vroegen we ver
wonderd.-
„Ja, architecten, die het tegen
woordige speelgoed zoo leelijk vin
den", zei ze. „Toen ik dat bericht
ag in de courant, kwam een een-
•oudige geschiedenis' me tc binnen,
die ik bij een van mijn kennissen
heb meegemaakt, 't Was een aardig
vrouwtje, niet vroeg getrouwd en
toen ze eenmaal in 't huwelijksbootje
gestapt was, bleef ze jaren lang met
haar man samen. Eindelijk verscheen
de lang gewenschte baby. Jullie kunt
begrijpen, hoeveel zorg dddraan be
steed werd. De moeder leefde er voor,
de vader was er dol op en 't moet
gezegd worden een allerliefst kind
was het, met mooi, blond, krullend
haar en blauwe oogen, niet van die
zoogenaamde, die eigenlijk grijs of
groen zijn, maar echte, van dat
Delftsche blauw zal ik muur zeg
gen."
,.I.aat dat nu maar blauw blauw",
verzocht de ongeduldige Wouter,
„en ga verder."
„Ik heb haar In de jeugd van haar
kind een koer of wat bezocht en zoo
het meisje zien opgroeien tot
schat van een kind. Iedereen wat
dol op. man en vrouw hadden een
groote familie en zoo werd het meisje
ultijd overladen met cadeaux. En als
jelui vraagt of het verwend ward, ju
zooals we dat gewoonlijk opvatten,
heel erg. Iedereen wou haar zin
doen, het allermooiste was maar
nauwelijks mooi genoeg en als het
kind maar even hoestte, was ieder
een vol angst. Van zooveel zorg
worden de meeste kinderen onver
dragelijk en vervelend, lastig en
humeurig, maar op Licsje scheen
het geen invloed te hebben. Tegen
i iedereen was ze lief en hartelijk, niet
te veel en niet te weinig, net zooals
dat wilden en verwachtten, llaar
moeder was vaak angstig over zoo'n
chat van een kind toen ik er op
een dag kwam, vond ik haar in tra
nen. „Je moet me niet uitlachen",
te, „maar ik ben al te gelukkig
met mijn engeltje, 't Is me, of ik
haar niet houden zal. Soms kan ze,
midden onder 't spelen, zoo aan
dachtig voor zich uit zitten staren,
een ernstig gezichtje, alsof ze
Iets belangrijks ziet
Natuurlijk troostte ik haar en tien
minuten later lachte ze weer om
haar eigen „kinderachtige bang
heid", zooals ze het noemde. We ke
ken naar het kind, toen pas vijf
jaar, en hoe het vroolijk zat te sot
Het was iets heel ongewoons,
dat spelen van Liesjc. Mooi speel
goed keek ze niet aan, het eenvou
digste was haar 't liefst en onder
haar poppen (ze had er wel een do-
ij n) was een klein popje haar het
liefsteen goedkoop dingetje, dat
zi; van een kindermeisje gekregen
had. waaraan 't kleine ding bijzon
der gehecht was geweest. Een stuk
van 't hoofd was er af, een been was
kapot, maar altijd was Jonas de lie
veling. Die moest, als ze naar bed
ging, 's avonds mee in haar arm
ik ben er wel eens bij geweest, als
de moeder wanneer 't kind rustig
sliep, zachtjes het popje uit haar
handje losmaakte, dat te er 's nachts
geen hinder van hebben zou. Dan
lag het kind daar als een schilderij
tje, met de blonde krullen
haar roodo wangetjes en de prachti
ge blauwe oogen.
Een paar jaar-geleden had ik
twee maanden niets van haar ge
hoord en toen ik haar bezocht,
er groote droefheid. Liesje was ziek,
ze had roodvonk. De moeder wou er
niet van liooren, dat ze naar het gast
huis gaan zou, ze verpleegde
zelf, maar 't werd hoe langer hoe
erger, totdat de arme ouders einde
lijk begrepen, dat er geen hoop meer
was. .Op een zonnigen morgen heb
ben ze Liesje begraven. Eerst lang
naderhand hob ik van de moeder
geboord, hoe zo gestorven is. De
oogen flonkerden van koorts als
groote diamanten, langs het verma
gerde gezichtje hingen de krullen als
een sluier van blonden rouw en ze
keek rusteloos door de kamer of ze
wat zocht. „Wat wou je, Liesje 7"
roeg de moeder. „Ik wou Jonas
hebben", fluisterde ze en toen ze h"!
leelijke poppetje kreeg, pakte ze het
nog eens stevig beet en legde het in
haar arm loeo is ze, met de gloeien-
'iniidjes in die van vader en moe
der. gestorven
Ilc had toch wel goed gezien", zei
de moeder, toen ze mij dat vertelde,
,dat we het niet zouden houden. Als
ze -zoo stil en ernstig zat te turen,
keek Liesje over haar grafje heen
„8tcek een sigaar op zei Wouter
met een overdreven grove stem, „wat
moeten die vrouwen toch met haar
treurige verhalen 1 En die den vol
genden. keer het lot -trekt, moet wat
vroolijks vertollen en dan zal ik de
briefjes maken. Versta je dal, llop
ma, bedrieger die je bent
„Wat heb je?" vroeg Hopma,
maar lang niet in overeenstemming
met deze onvriendelijke toespraak.
„Hij heeft op al de briefjes den
naam van zijn vrouw gezet geen
wonder, dat het lot haar aangewezen
heeft."
„Ik wist, dut ze dit aandoenlijke
verhaaltje doen zou', zei llopma
verontschuldigend, „en ik dacht, dat
jullie T niet kwalijk nemen zoudt."
Het gezelschap bepaalde bij wijze
van boete, dat Hopma zelf den vol
genden keer een vertelling zou doen,
een vroolijke.
FIDELIO.