ft
ft
wezlg te zijn. Beschouwt men haar
door een kijker, dan solujut alles
even koud en doodschl Alles even le
venloos! Niets dan gebergten en hun
schaduw! Dat er werkelijk geen at
mosfeer aanwezig is, volgt o.a. uit
het feit, dat wanneer de maan een
ster bedekt, men deze, tot het aller
laatste oogenblik vóór zij achter den
maanrand verdwijnt even helder ziet.
Was er een dampkring voorhanden,
dan moesten de hemellichamen lang
zamerhand eenigszins verflauwen
vóór geheel te verdwijnen.
Dadelijk na de uitvinding en ver
betering der verrekijkers werd de Se-
lenographie of maankunde druk be
oefend. Al heel gauw werden de oer-
Bte' maankaarten uitgegeven.
Door de ontwikkeling der photogra-
fie is de geheele astronomie en dus
ook de maankunde een enorme schre-
de vooruitgegaan en tegenwoordig j
zijn dan ook prachtige en uitvoerige
maanatlassen naar photografisclve
opnemeingen samengesteld in den j
handel verkrijgbaar.
Verreweg de schitterendste Is wel
die van Pickering, die in 1903
als Deel 51 der Harwardsterrenwaoht
werd uitgegeven. Zij bevat 80 mooie
kaarten, die de 16 gedeelten van de
maan tijdens vijf verschillende be
lichtingen weergeeft. Alle andere
maan-atlassen worden door deze in
de schaduw gestcidi
a c.
Parijsche Brieven
AAN DE SCHOOLDEUREN.
Gewond in het jongste en victo
rieuze offensief, zeide oen onzer sol
daten, vertellend zijn uitgang uit de
loopgraven en den aanval in storm
pas, „terwijl de vaandels met hen
renden", met bewonderenswaardigen
eenvoud het volgende: „Nooit heb Ik
me zoo hoog in mezelf gevoeld!"
Die woorden, welke gansch een
door een subliem idee of een ideaal
volstrekte liefde uitdrukken, drukken
ook het eenparig gevoel der Fransche
natie "uit in de dagen na dien held-
linftteen doormarsch, terwijl ze kalm
do macht van heur op verstandige
wijze opgestapelde geestkracht be
seft niet om den trotschen op
te drinpon, doch om den vrede te be
werkstelligen... De onthutste tegen
aanvallen brekend, gaat het voort-
ganp"=werk door met voorzichtigheid
en voor eerlang opzamelend denzelf
den élan. die uitbreken zal In een
nieuwen sprong voorwaarts onder de
plooien der wapperende vaandels
naar Fransche wijze.
..Opdat onze kinderen den oorlog
■niet meer zullen terugzien", zeiden
het vorige jaar degenen, die ten strij
de togen en waarvan zoovel en helaas!
niet zullen terugkomen, voor hun
ideaal gestorven als zij zijn. De kin
deren, die den oorlog niet zullen te
rugzien. hebben morgen een andere
en ernstige tank, namelijk om man
nen en vrouwen te-zijn, die de ver
dreven krachten en waarden zullen
vervangen op elk terrein der maat
schappelijke werkzaamheid. En nu,
om zich bewust te worden van deze
taak en de vervulling daan.-an voor
te bereiden, zijn zij wéér ter echole
gegaan.
De heropening der scholen, in Oc
tober, was in vorige jaren de terug
komst te Parijs van grooten en klei
nen. Het openbaar onderwijs nam
een oogenblik de aandacht in beslag:
het was het uur der scholieren, de
hervatting der studiën, de bcrand-
slagingen over de veranderingen, vnn
programma's die overigens te vaak
veranderden, bijkans even vaak als
de ministers van Onderwijs! Verleden
Jaar ging de heropening der scholen
schier opgemerkt voorbij: de zege
nnn de >Tame was er pas geweest,
doch ook was h'-t de exodus van do
noordelüke bevolkingen, en de vrees-
nchtisen. die In Zuid-Frankriik ble
ven hanven. Men wna nog niet ann
den terugkeer uit Bordeaux!De groote
leerlingen dachten meer nan de keu
ringscommissie dan aan de examens,
ïn de kleiner geworden klnssen werk
te men met ijver en toch in stilte.
Nooit hadden de scholden beter
grootschheid dezer beide woorden,
die Frankrijk redden, begrepen: tucht
®n inspanning.
De resultaten der schotenherope
ning zijn in allen deele gelukkig. Tiet
aantal leerlingen is overal veel groo-
ter dan het vorige Jaar en nadert in
vele onderwijsinrichtingen het nor
male cijfer. Wat de gemeentescholen
van Parijs betreft, ze hebben zoo tal
rijke leerlingen zich zien aanbieden,
dnt de grool3te vindingrijkheid noo-
dlg is geweest om al dat kleine we
reldje te bergen. In de colleges Is een
groot gedeelte leerlingen aangebracht
door uit de overweldigde landstreken
gekomen families,- die, In afwachting
van den terugkeer besloten hebben
het onderricht van heur kinderen te
Parijs te doen voortzetten. Doch an
derzijds verklaart zich de overvolheid
der gemeentescholen natuurlijkerwij.
ze door de vermindering der geld
middelen, en vele ouders hebben
dientengevolge moeten afzien van
middelbare of particuliere scholen
voor hun kinderen.
Alle noodige maatregelen zijn ge
nomen, doch men ga eens na, dat op
het gansche grondgebied zestig dui
zend lagere scholen op liet oogenblik
open zijn! Op een personeel van, in
gewone omstandigheden, vler-en-vljf-
tig duizend onderwijzers, is meer dan
d» helft onder de wapens geroepen,
waarvan tweeduizend gesneuveld en
vier duizend ln de hospitalen of ver
minkt zijn. De overheid heeft dan
ook de leerlingen uit de normaal
scholen, alle bezitters van noodlge
diploma's, verminkten en onderwij
zersweduwen met do eenvoudige akte
van lager onderwijs opgeroepen. Jon
gensscholen krijgen onderricht van
onderwijzeressen. Zoo hebben jonge-
mei.sjes toezicht te houden op en on
derwijs te geven aan klassan van
veertig jongens van acht tot twaalf
jaar en het is, niettegenstaande
den ernst van dezen tijd, naar het
schijnt allesbehalve gemakkelijk, den
joohies het hoofd te bieden, die, on
der andere grappigheden, hardnek
kig „meneer" tegen de onderwijze
ressen zoggen, terwijl ze tegelijkertijd
iets als mannelijke geringschatting
betoonen!
Bij het middelbaar onderwijs blij
ven de programma's dezelfde. Iets
vaags en onthutst evenwel ten op
zichte der aardrijkskunde vnn Euro
pa: men zal eenlge maanden wachten
om de landgrenzen van zijn verschil
lende volken te herzien. Wat de le
vende talen betreft, merkt men uit
het algemeene program, dat de voor
de Duitsche taal bestemde uren bui
tengewoon verminderd zijn. Men
heeft voorzien wat op heel natuurlij
ke wijze is gebeurd: de Engelsche les
sen worden veel door de leerlingen
gevolgd, ten koste van de Duitsche,
waarbij de meeste plaatsen leeg zijn.
Vóór den oorlog wna liet heel anders,
het ook waar, dnt mon in de
laatste Jaren een aangroei en den zin
ln de Engelsche taal kon merken.
Sommigen hebben zich afgevraagd,
of deze afkeer van Goethe's taal wel
logisch en noodig was? Er is zelfs een
enquête in een tijdschrift geopend
over deze belangwekkende en neteli-
vraag. Onder eerste antwoorden
van mannen uit de politieke wereld
Maurice Barrès, Emile Combes,
Charles Humbert, Joseph Rcinach,
Pierre Baudin, enz. zullen wij in
het lcort de meeningen van Combes
Humbert, die onder de best ge
uite tellen, tegenover e'kander stel
len.
De heer Combes begint met zich
naar waarheid te verzetten tezen de
benaming „Indo-Germaansche" ta
len, die Ln gebruik Is gekomen, ter
wijl men, teruggaand tot. den oor
sprong der tnnlclgens, welke ln Eu-
rona gebezig worden, de tnten van
Tndl? en van Eurona associeert. Het
is voegzaam te zercren: „Tndo-F.uro-
pepacbe" ften. waarin, met hefzplfdo
recht als de andere, de Dnitsrihe taal
is inbegrepe-n. 7eker, uit een ïnteltec-
tueel gezïrhtununt verlangt hii. dat
bet Dnit«rh bestudeerd wórdt, daar
het de taal is vnn Contra. Kant fVhil-
W»t echter ziim economisch en
sod an 1 nut betreft, hii zi«t lid duide
lijk beperkt want de handelsbe
trekkingen met Duitschland moeten
niet weer hervat worden; men zal dat
land in zijne afzondering moeten la
ten en ons volksgenie moet er zich
buiten stellen. De lieer Combes vraagt
zich af, of het Russisch, naast het
Engelsch veeteer In het onderwijsnro-
gram moest worden opgenomen.
„Ik behoor heclemaal niet tot de
genen, die meenen, dat de huidige
oorlog tot gevolg het niet kennen
van de Duitsche taal moet hebben,"
roent Char!e3 Humbert uit. „Integen
deel!" De meest elementaire voorz'ch-
tieheLd eischt, dat wij onze tegenstan
ders nog beter kunnen bestudecren
en kennen. „Zou men meenen, dat
men, door de Duitsche taal buiten de
wet te stollen, do zooveel honderd mil-
lioen Germanen vernietigde, die op
de planeet ziin en er op zullen blij
ven? Ja, er zulten Duitscbers blijven
bestaan, ondernemende mannen, vol
werkzaamheid en vermetelheid.
Waarlijk, het zou vreemd zijn, ons
voor te bereiden om hun weerstand
te bieden door ons te vernordeelen
om hen niet te verstaan! Men moet
Duilsch leeren."
In een nieuw tijdschrift, „La Re
vue Anti-Germaniqne", verafschuwt
een redactrice het Duitsch. omdat
.Duitsch leeren is: zich met de Duit
sche ziel vereenzelvigen!" Dat gaat
wellicht een weinig te ver, evenals
van Goethe te ze.ggen, dat hii „decla
matorisch" isl En zij wil, dat men
zich geheel op hot Lntiin toelegt. Het
is zeker waar. dnt men niet ten volte
Frnnsch schrijft, Indien'men niet. tret
Latijn heeft bestudeerd, en de pro
gramma's verkondigen, dat men niet
heeft opgehouden het te bestudeeren.
Maar verlangen, „dnt men in het La
tijn denkt alvorens in het Fransch te
schrijven", komt mij in de twintigste
eeuw verschrikkelijk onlogisch voor.
Et voilft! Het is moeilijk voor de
menschen om het onderling eens
worden, daar de hartstochtelijke ac
tualiteit nog te nabij is. Ik zou een
voudig voor onze scholieren vree zen,
dat op het program een of meer talen
werden ingeschreven talen, die zij
toch niet zullen kennen, terwij! zij
niet den tijd zullen hebben om hun
eigen taal te leeren en, rnet veelvul
dige en subtiele liefde, do geschiede
nis der Franscho Letterkunde te ken
nen.,
WILMA KNAAP.
De „Pijper".
Geliefd was Bilsford niet bij zijn
collega's op de groote Australische
schapenfokkerij, waarheen hij gezon
den was teneinde zijn manke gezond
heid weer op de been te helpen.
Dat werd tenminste altijd beweerd;
de juiste waarheid was het echter
niet.
Hugh Bilsford vertoonde altijd zul
ke filosofische neigingen, en in-
plaats van een „man te worden" zag
zijn vader 'een der eersten die in
het onherbergzame oord was doorge
drongen een drooiner uit zijn
zoon groeten. Dat kon de oude man
niet verdragenal woonde hij dan
nu in Londen, waar de zeden nu
eenmaal anders waren, dan in
Australië, hij wilde niet, dat zijn
zoon zou ten onder gaan en zou ont
aarden in een dier „suffe salet
jonkers", zooals het meerendeel zij
ner studiemakkers was.
Daarom had hij Hugh op zekeren
dag Reroepen en hem medegedeeld,
dat hij besloten had, om hem naar
Australië te zenden, opdat hij daar
zou leeren „een man" te worden.
En Hugh, die altijd een lijdzaam
karakter getoond had, had ook hier
in berust en was naar Australië ver
trokken.
Zijn vader had hem naar een oud
vriend gestuurd en op diens hoeve
werd Hugh onderwezen in de gehei
men van de schapenfokkerij. Al spoe-
as het leven er voor hem on
draaglijk geworden.
De anderen waren te weten geko
men hoe, was Hugh een raadsel
wat de eigenlijke oorzaak van zijn
tocht naar de koloniën was en sinds
dien dag werd hij behandeld als een
paria. Het feit, dat hii bij zijn garde
robe een smoking, een sportpak en
een massa luxe artikelen medebracht,
deed hem niet in hun achting stijgen.
Doch dan was er nóg iets.
De farmer was een weduwnaar en
had een dochter z'n oogappel en
de godin van allen.
Zij was opgegroeid te midden dor
wildernis en tusschen de ruwe man
nen. die echter op haar wenken vlo
gen.
Zij was een heerschzuchtig, eigen
zinnig wezentje, dat de meest eigen
aardige liefhebberijen er op nahield.
Zij verschilde zóó in alle opzichten
van de enkele vrouwelijke kennis
sen, die Hugh ooit gehad had, dat
hij zich absoluut niet met haar ver
eenigen kon integendeel. Zijn in
het oog loopende onverschilligheden
hinderden Willy, die gewoon was
als de koningin beschouwd en be
handeld te worden, buitengewoon.
Slechts korten tijd na Hugh's aan
komst volgde er een uitbarsting.
Op een snikheeteu middag had zich
plotseling een zwerm ratten over het
erf verspreid: niettegenstaande haar
overigens nogal mannelijke eigen
schappen had Willy groote Vrees
voor deze diertjes
Zij vluchtte op een stapel planken,
nadat zij haar lievelingshondje
klein beestje in de armen ge
nomen had.
Zelfs het feit, dat Hugh reeds op
den stapel stond, kon haar niet weer
houden.
Deze beschouwde rustig het tumult,
dat op 't erf ontstaan was, de paar
fox-terriers vlogen luid blaffend heen
en weder, terwijl Dalsen en Kyrie
een paar employé's met lange
stokken een verwoede Jacht organi
seerden.
Willy schreeuwde boven alles uit
en wierp nu en don een minachten
den blik op Hugh, die geen moment
ziin stoic'iinsche kalmte verloor.
Rustig haalde hij zijn sigaretten
koker te voorschijn, om er een ciga-
ret uit te halen, die hij wilde aan
steken. De lucifer woei uit en Hugh
ondernam een tweede poging.
Op dat moment sprong de kleine
Polly uit de armen van zijn mees
teres.
Pak l.em 1 gilde Willy,
Hugh, pak hem I
De man, wien dit bevel gold
want Willy riep volgens haar
woonte op bevelenden toon had
juist een derde lucifer aangestoken,
die, meer plichtgetrouw dan .de vo
rige, bleef branden, en stak met wel
behagen zijn cigaret aan.
Een ondeelbaar oogenblik keek
Willy hem aan en uit haar blik spra
ken verachting en woede.
Toen sprong zij van den stapel,
teneinde haar lieveling uit het ge
drang te redden.
Even later stond zij opnieuw
de planken en plotseling zag Hugh,
dat haar vinger bloedde.
U bloedt, riep hij verschrikt,
ik zal
Doet u geen moeite. ant
woordde Willy afgemeten,
ik niet lastig vallen.
Zij riep Kyrie, haar lijfdienaar,
en die geleidde haar veilig door de
gevaarlijke zóne naar het woonhuis.
Sinds dien dag was de verhouding
tusschen Willy en Hugh buitenge
woon gespannen.
Zij doopte hem „pijper", naar aan
leiding van het verhaal -van een be
kenden rattenvanger Van Hameien,
en direct namen alle anderen het
over.
Ongeveer een week na deze ge
beurtenis kwam een bezoek op de
farm. Hugh had, met zijn echels-
boek gewapend, een wandeling ge
maakt cn kwam thuis met het plan,
de ontwerpen uit to werken, toon
een 3temmengeraa3 In de „mooie"
kamer zijn aandacht trok.
Zij zag een ouden heer en dame,
•benevens twee Jongere dames zitten.
Willy schonk thee met haar gewone
onverschilligheid, terwijl Kyrie en
Dal son, die eveneens tegenwoordig
waren, als opgeprikte kapellen za
ten.
Wie zijn er gekomen? vroeg
Hugh aan een der bedienden.
Deze vertelde hem, dat de district
opziener Jonkins, die tevens de rijk
ste farmer miilen in het rond was,
op bezoek was met zijn vrouw en
dochters.
vroegere gesprekken wist
Hugh, dat Jonkins en meer nog
diens vrouw en dochters, een zwak
hadden voor alles wat „Engelsche
chique" was, en een plotseling plan
kwam bij hem op.
Hii meende wel op een kleine
wraakneming recht te hebben. Hij
wist hoeveel waarde er algemeen ge
hecht werd aan het oordeel der fa
milie Jonkins, en dus besloot -hij hun
svmnathie te winnente meer waar
zii zich om de anderen vreeselijk zou
den moeten ergeren, naar hij ver
onderstelde.
Vlug begaf hij zich naar zijn ka
mer. waar hij zijn stoffig pak ver
wisselde voor een onberispelijke smo
king. Ziin donkere kop stond prach
tig boven het hagelwitte overhemd,
dat tegenover de gestreepte en ge
stippelde fronts van Kyrie en Dalson
een schitterenden indruk moest ma
ken. berekende hij
Statig begaf hii zich naar beneden,
waar hij met algemeene verrassing
ontvangen werd.
Jonkins en de dames begroetten
faera zeer hartelijk, terwijl de beide
andere mannen een gevoel van af
gunst nauwelijks konden onderdruk
ken.
Willy nam totaal geen notitie van
hem. slechts een biizonder geflikker
in haar oogen bewees, dat zij zijn
snel doorzien had.
Het is werkelijk een genoegen,
eens iemand te ontmoeten, die „En
gelsch" is. gaf mevrouw Jonkins te
kennen.
Zooals het voor mij een genoe
gen is. eens met „een dame" te
converseerpn, antwoordde Hugh.
U is toch steeds samen met
Willy vroeg de jongste der twee
zusters Jonkins quasi-vermonderd.
O. zij, antwoordde Hugh
lachend. zij is op de farm tusschen
al het volk zoo „mannelijk" gewor
den. dat men vergeet soms een i
der zwakkere sokse voor te hebben.
De beide zusters en mevrouw Jon
kins lachten eenigszins triomfeereml;
Willv wierp een veniinïgen blik op
den spreker, die met het onschuldig
ste gelaat dit complimentje gemaakt
had.
U begrijpt, voor iemand met de
opvattingen van meneer Bilsford is
dat niets, viel Willy gemaakt
vrooliik in. Hij zelf bezit geen en
kele mannelijke eigenschap, dus ver
wacht hii die van een vtouw heele-
maal niet.
Een gloeien.de blos overtoog Hugh's
gelaat en er ontstond een piinllik
zwiigen.
Ik verwonder me zelf,
volgde Willy onmeedoogend,
waarom hii naar Australië gekomen
is. Me dunkt, de stilte geleerde be
hoort hier niet thuis.
Neen. deze streken zijn meer ge
schikt voor polderjongens en derge-
liïken, stemde Hugh toe, met een
blik naar Kyrie en Dalson, uiige
zond er d dan, vervolgde hij, zich
wendend tot de familie Jonkins,
hen, wier plicht hen gebiedt hier te
blijven.
Ach, nliper, vroeg Willy plot
seling, ga even naar beneden cn
haal uil mïin werkmand een doos
chocolade, die ik vergeten heb.
Hugh stond op.
„Pijper"? vroeg mevrouw
Jonkins verbaasd, waarom noem
je hem „Pijper"
O, gichelde Willy, wiet u
dat niet? Het is een vermakelijke ge
schiedenis.
Zii weifelde even, blijkbaar om te
wachten tot Hugh weg zou zijn.
Hij lioorde hoe Willy op spottende
wijze vertelde, dat hij bang was voor
ratten en hoe ziin ongalant optreden
algemeen gelaakt werd.'
Woedend, vqJ schaamte en beleo-
digden trots snelde hij naar beneden.
Hij hoorde niet, hoe Willy verder
vertelde
Juist omdat hij zoo bang is,
ik een mop met hem hebben. Hij
■weet niet, dat ik een tamme hagedis
heb. Gewoonlijk leeft het beest op het
dak, doch 's middags doet hij in mijn
werkmandje een slaapje.
Maar zou zij hem niet bijten
vroeg een der dames angstig.
Weineen, lachte Willy, het
diertje doet niemand kwaad. Maar
de „Pijper" zal er zich van dood
schrikken.
Juist op dat moment werd
vig geraas vernomen. Men hoorde
het'rinkelen van glas, meubels vielen
om en een geschreeuw trof het oor
der aanwezigen boven. Verschrikt
keken zij elkaar aan.
Plotseling werd de deur open ge
worpen en Hugh verscheen. Zi'n ge-
heele verschijning maakte een in
druk van wanorde, zijn haren hingen
voor zijn voorhoofd, zijn das
scheef, terwijl hij een zakdoek om
den pols gewonden had.
Ik hob hem gedood, riep hij
triomfeerend.
Willy sprong ontzet op.
Wat, jammerde zij, j'ij Jiebt
hem gedood, jou lafaard, jou valsclie
lafaardO, mijn arm diertje ge
dood
Maar zij beet mij, wierp
Hugh tegen, zijn gewonden pols too-
nende.
Dat is gelogen, riep Willy
woedend, Je hebt je gesneden, be
drieg me niet
Hugh was doodsbleek geworden
hij wankelde.
Ik deed het voor jou, stamel
de hij. Toen viel hij achterover,
languit op den grond.
Nu schrok ook Willy hevig.
De heer Jonkins sprong op en
knielde neder bij Hugh, die bewuste
loos was.
O, mijn arme Pipi, jammerde
Willy, mijn Lieve goede Pipi.
Op het geluid van dezen naam liot
zich plotseling een eigenaardig gesis
hooren.
Willy keek op en uitte een kreel
van vreugde, daar hing haar hagedis
gezond en wel aan het gordijn.
Help me even hem wegbrengen,
heval Jonkins.
Kyrie en hij droegen samen den
nog steeds bewusteloozen Ilugh naar
zijn slaapkamer.
Maar wat is er dan eigenlijk
gebeurd zeide Willy peinzend,
dat moeten we onderzoeken.
Kyrie was teruggekomen en met
Dalson ging hij, gevolgd door Willy
de drie dames Jonkins, naar be
neden de oude heer Jonkins was bij
Hugh gebleven.
In de benedenkamer heerschte een
onbeschrijflijke wanorde. Meubelen
u omver geworpen en een goud-
visschenkom was in gruis gevallen.
Het water vormde een grooten plas,
en in het midden daarvan lag een
nog kronkelende slang.
Kyrie gaf een gil van ontzetting en
weeïc verschrikt terug'; daar vóór
hem lag een der gevaarlijkste slan
gensoorten. De leelijke platte kop
hing half doorgesneden aan 't kron
kelende lichaam. Het monster gaf
nog een laatste stuiptrekking, toen
was de slang dood.
Er naast lag een glasscherf, waar
mede haar de keel was afgesneden.
Goede hemel, riep Dalson,
hij zal door deze slang gebeten zijn.
Alten verbleekten en Willy voelde
een rilling langs haar leden gaan.
Zij wisten maar al te goed wat dit
beteekende de dood, onherroepelijk
de dood.
Vlug gingen zij naar boven.
Hugh lag op het bed en zijn stuip
achtige bewegingen bewezen duide
lijk wat hij lijden moest
Willy wierp zich voor het bed op
de knieën.
Vergeving, snikte zij, ver
geving.
Hugh opende do oogen en een trek
van triomf verhelderde zijn gelaat.
Ik deed het voor jou, steunde
hij, omdat ik j.- liefheb. Nu is het
afgeloopen, vaarwel, leef gelukkig.
Met een hartverscheurenden kreet
wierp het meisje zich op hem.
Blijf bij me, riep ze wanho
pig, blijfik heb jou ook lief,
ik heb je steeds lief gehad.
Een glans van geluk vloog over
Hugh's gelaat
Nog eenmaal opende hij de oogen
en wierp een blik vol innige liefde op
het meisje voor hem toen zucht
te hij.
Het was afgeloopen
Willy drukte haar lippen op het
voorhoofd \an een doode.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle oorrespondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den hoer J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephoon no. 1548.
Probleem no. 712,
van H. W. Zitman.
le-Puibticatie.
i#
m
n
Êk
m
m
SS
m
m
A
8
m
M
m
m
si
Hf
0
M
SÊH
m
18
m
mm
Zwart 10 schijven, op: 8, 9, 11, 12,14, 15, 17, 21, 25 en 31.
Wit 12 schijven, op 20, 22, 23, 24,28, 32, 34, 35, 40, 42, 43 en 50,
Probleem no. 713,
van H. W. Zitman.
Ie Publicatie.
m
m
6
II IÉ
m
m
j§
16
Ég fg§
26
a
W,
WÊ
w&,
gg
M
8
86
ift s»
m
fÉÉ
m
46
\m m
SS 4»
m
45 47 48 4ö 50
Zwart 11 eohijven, op: 3, 12, 13. 14, 19, 21, 22, 23, 24, 29 en 35.
Wit 11 schijven, op 31, 84, 36, 37, 50, 43, 44, 46, 47, 48 en 50.
Oplossingen van deze problemen wor
den gaarno ingewacht aan bovenge
noemd) adres, uiterlijk Dinsdag 2 No
vember a.s.
Oplossing van probleem no. 708,
van den auteurWit 22—18, 28—23,
21—17, 38—82, 39—34, 36:2 1
Do stand was
Zwart 11 schijven, op1, 3, 6, 8, 9,
10,11, 13, 19, 20 en 25.
Wit 12 eohijven, op21, 22, 27, 28,
32, 33, 35, 38, 39, 45, 4C en 48.
Oplossing van probleem no. 709,
van den auteur Wit 2923, 4439,
32—27, 42—38, 48 19, 25 5 1
De stand was
Zwart 12 schij ven, op i 1, 2, 4, 10,
12, 13, 14, 15, 18, 21, 22 en 35.
Wit 13 schijven, op 24, 25, 29, 31,
32. 36, 40, 42, ,43, 44, 45, 48 en 49.
Goede oplossingen van boide pro
blemen ontvingen wij van -de heerem
P. van. Amersfoort, R. Bouw, J. W.
van Dartelen, P. J. van Dartelen,
Jack, J. Jacobson Azn., A. A. Jacob-
son, W. J. A. Matla, P. Mollema en
H. W. Zitman.
De Haarlemsche Damclub houdt
haar bijeenkomsten iedcren Maan
dag-avond van 8 tot 12 uur in do
bovenzaal van Café „Do Koren
beurs", Spaarne 36, alhier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar welkom.
Voor het lidmaatschap kan men
zich bij het bestuur aanmelden.
Jongelieden van 16 tot 18 jaar
kunnen als aspiranHeden worden
toegelaten.
Inlichtingen verstrekt gaarne da
Secretaris, de heer J. Meyer, Kruis
straat 34, Telophoon no. 1543.