De Europeesche Oorlog. Di Dilts&hers en Oostenrijkers hebben Kreejevatsj in Servië bezet. De dnikbootsn-aetii. Srlekeniand en de oorlogspaestles. De zending van Lord Kltebener. Alleen op do Wereld TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 9 NOVEMBER 1915 Officieel nieuws. Aan de stafberichten ontleenen wlJ: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf Aan den Hilsenfirst In de Vogezen werd aan de Franschen oen vooruit geschoven stuk loopgraaf ontnomen. Luitenant Immelmann schoot ten westen van Douai een zesde vijande lijk vliegtuig neer. Het was een En- gelsche Bristol-tweedekker met drie mitrailleurs. Van den Franschen staf Geen enkele actie wordt gemeld. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf Ten Z. en Z.O. van Riga, verder ten westen van Jacobstadt, ter weers zijden van den spoorweg Mitau— Jacolxstadt en voor Dunaburg deden de Russen met aanzienlijke strijd krachten aanvallen, na krachtige voorbereiding door de artillerie. Hun aanvallen werden, ten deele onder voor hen zware verliezen, af geslagen. Russische aanvullen ten noord westen van Tsartoryek bloven zon der resultaat. Drie officieren en 271 man werden door de Duitschers en Oostenrijkers gevangen genomen. Van den OostenrijkBChen staf Bij Saponof aan de Ikwa, aan de öeek Kormyn en ten westen van Tsjartorysk zijn aanvallen der Rus sen afgeslagen. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrijkschen ataf De kalmte aan het zuid-westelijk front duurde over het algemeen ook Zondag voort Om den Col di Lana werd hevig gestreden. Zondagmiddag viel de top van dezen berg in handen van de Italianen, 's Avonds werd hij echter door Oostenrijksche troepen in een tegenaanval heroverd. De artillerie van de Italian en open de het vuur op het zuidelijk front van Riva. Do strE]d In Sarvlë. STAFBERICHTEN. Van den Duitschen stuf De Oostenrijksch-Hongaarsche troe pen hebben Iwanjica cn den berg VjenatsJ (896 meter hoog) 7 K.M. ten zuidoosten daarvan bereikt De Duit- sche troepen vallen aan op de door de Serviërs bezette hoogten ten zui den van Kraljevo. Tusschen Kraljevo en Kroejevatsj is de westelijke Morawa op verschil lende plaatsen door de Duil6ch-Oos- tenrijksche troepen overgetrokken. Kroejevatsj (gelegen ten Z,W. van Paratum en ten N.VV. van NisJ, ten W. \an de spoorweglijn) werd be reikt en in den nacht van 6 op 7 No vember bezet Meer dan 8000 Serviërs werden ongewond gevangen geno me». Meer dan 1500 gewonden wer den in de lazaretten gevonden. De buit bestaat voor zoover tot dusver Is vastgesteld, uit 10 kanonnen, veel munitie en materieel en groote voor raden. In hot dal van don zuidelijken Mo rawa werd Praakowtse doorgetrok ken. Van den Oostenrlj kschen etaf Kroesjevatsj en de hoogten ten O. van die plaats werden veroverd door tiet leger van Von Gallwits. Van den Bulgaarse hen staf: Het Bulgaarsche leger rukt met succes voorwaarts en maakte zich meester van uitgangen in het bekken van LeskowatsJ. Van den Montenegrijnschen etaf Het gevecht «an de zijde van Gra- howo (in het westen van Montenegro, niet ver van de grens van Herzego- Wlnu) werd gedurende den dag en den nacht van 6 November verwoed voortgezet. Evenals den vorig en dag sloegen de Montenegrijnen de Oos tenrijkers af. De Oostenrijkers leden zware verliezen. De Montenegrijnen dreven zich verzamelende Oostenrijksche troepen uiteen. Van, den Franschen staf: De actie wordt voortgezet ten noord oosten van Stroemnitea; de dorpen Kajali, Memsli en Doroluba zijn m handen der Franschen. Deze zetten hun actie voort in noordelijke rich ting, daarbij gesteund aan hunnen rechtervleugel door de Emgelschen, die hun bewegingen in overeenstem ming brengen met de operaties dor Franschen. De Franschen hebben een hevigem aanval der Bulgaren afgeslagen bij het dorp Paplist aan den linkeroever van de Wardar, in de buurt van Kri- wolatsj, en hun linie strekt arch thans uiit langs de Wardar tot aan Grads- ko. De Fransdien heibben zich even eens uitgebreid in westelijke richting tot de Crnaya, oen rechter zijrivier van de Wardar. De Crnaya vormde een ernstig beletsel, de Franschen hebben zich echter berekend betoond voor hun taak en staken over naar dm rechteroever bij het dorp Kamen- dol, dat evenals het dorp Debriata door hen werd bezet. TROEPEN DER GEALLIEERDEN IN SALONIKL- Reuter seint uit Saloruki: De ontscheping van de troepen der goal iieerden hoeft geregeld en voort gang en wondi begunstigd door prachtig weder. De zending ven Lord Kitchener. 't Algemeen Hhndelsblad schrijft o.a. Dat aez© opdracht betrekking hooft op den toestand in het Europcesche Oosten, gelijk in Engelsche bladen werd gezegd, vindt bevestiging in het telegram, meldend dat lord Kitchener le Parijs besprekingen hield met mi nister Briand en generaal Joffre over vraagstukken in verband met de opo- ratiën in het Oosten, welke bespre kingen tot volkomen overeenstem ming leidden. Maar overigens kan men omtrent aard en 6trekking van de aan lord Kitchener gegeven op dracht nog slechts veronderstellingen maken. Dat lord Kitchener de leiding der oporatiön op den Balkan op zich zou nemen, lijkt zeer onwaarschijn lijk. De betedkenia van dezen Brit- schen veldmaarschalk is immens min der die van troepenaanvoerder, dan wel die van organisator, hetgeen dan ook de reden was dat hem als minis ter van oorlog de organisatie der Brit- sche strijdkrachten werd opgedragen, terwijl do leiding te velde in Frank rijk in handen werd gelegd van sir John French, die in den Boerenoor log na lord Roberts zeker de beste eigenschappen als aanvoerder had getoond. Als organisator zal dan ook lord Kitchener wel zijn uitgezonden. U<t de uitlatingen der Britsche en Fransche staatslieden van de laatste dagen immers blijkt, dat de geallieer den voornemens zijn tot een actie op groote schaal in het oosten, welke de vèr strekkende plannen van Duitsch- land tot mislukking zal moeten bren gen. Die actie vereischt nauwgezette voorbereiding, groote strijdkrachten zullen moeten worden geconcentreerd en dat men liet nu na de ondervon den teleurstellingen onder de bondge- nooten eens is geworden den voor- treffeüjksten organisator met de taak van deze voorbereiding te belasten, kan niet verbazen. Daar komt dan trouwens nog iets bij. Het gevaar is groot, dat de verbinding van de cen trale mogendheden met Turkije, langs den waterweg reeds tot stand geko men en lange den spoorweg van Bel grado over Nisj naar Bulgarije wel dra te wachten, den Turken, die zich dan van de ontbrekende wapens en munitie zullen kunnen voorzien, ge legenheid zal geven, het plan tot een aanval op Egypte opnieuw en krach tiger dan te voren, aan te vatten. Lord Kitchener, de oud-bestuurder van Egypte, die zijn eerste militaire lau weren in Egypte toehaalde, is zeker de aangewezen man om de verdedi ging van deze voor het Britsche we reldrijk zoo belangrijke strategische pos'tie te organiseeren, waarbij zijn aanwezigheid kalmeerend zal kunnen werken op de gemoederen der Egyp tische nationalisten, die wellicht in de nadering van Turksche legers aan leiding zouden mogen willen vinden om beroering te wekken in het land der Fellalis. Waarschijnlijker dan een optreden van lord Kitchener op het oorlogstooneel in dén Balkan zelf, lijkt ons dan ook eon tijdelijke vestiging van den Britschen veldmaarschalk in Egypte, basis van de groote operaties tegen Turkije en Bulgarije, welke de gevaren, die uit de reohtstreeksche verbinding van deze beide landen met de centrale mogendheden zullen voort vloeien, zullen moeten te niet doen; de plants tevens waar de Duitschers door middel van door hen gewapende en aangevoerde Turksche legers wel licht zullen trachten het Britsche we reldrijk te treffen, nu de machtige Britsche vloot hun belet eenige actie te ondernemen tegen Engeland zelf, dat ze wel eens een enkele maal door Zeppelin-tochten kunnen verontrus ten, maar dat overigens voor hen on kwetsbaar is. Voor Engeland is door de gebeur tenissen op den Balkan het zwaarte punt van den oorlog naar het Oosten verplaatst en het is te begrijpen dat het nu zijn besten man zendt daar waar het gevaar het grootst ls. De „Petit Partei cn" meldt, dat lord Kitchener na zijn overleg met de Fransche regeering vertrokken zal naar de Dardanellen, Egypte, Mace donië en Griekenland. Hij zal de ver schillende fronton bezoeken waar go vochten wordt of waar strijd te ver- j wachten is. Hij zal omtrent zijn be-1 vindingen te Parijs en Londen verslag j uitbrengen, dat naar men hoopt tot: volledige samenwerking in de actie der goallieerden zal voeren en wellicht tot thans nog onvoorziens plannen zal lelden. Havas seint nog uit Parijs: De Engetoche minister van oorlog, die zioli naar het Oosten begeeft om het nieuwe oorlogstooneel te bezoe ken, wenschte eerst opnieuw in oven- leg te treden met do vertegenwoordi gers van regeering en legerbestuur in Frankrijk. Hij sprak met Briand, en de generaals GoUïenl en Joffre. Er 13 volkomen overeenstemming tus schen beide regeeringon. Verspreid nieuws van de oorlogsvelden VAN EEN' HELD EN' EEN HELDIN. We lezen in „Do Tijd" In Kassei woonde een jong» vrouw met drie kinderen, uier man, zoodra de oorlog in Augustus 1914 uitbrak, naar het front vertrok. Do vrouw wachtte maanden en maanden ca hoorde niets van haar man. Niemand wist waar hij was. Eindelijk meende zij, dat hij niet zueer onder de leven den was, trok rouwkleeren aan en be weende hem als een doode. Tien maanden waren voorbijgegaan, toen zij op zekeren dag eon gewon den soldaat ontmoette, dien zij kende. Hij doolde haar mee, dat hij onlangs met haar man in hetzelfde lazaret van een naburige stad had gelegen. „Maar hoe uw arme man er uitziet, dat kan ik u niet vertellen," zei de gewonde soldaat. Met onbeschrijfelijke vreugde ia 'i hart vertrok de aruie vrouw naar de stad. Des avonds kwam zij bij het la zaret. Men bracht haar naar kamer -46. Zij eag daar een monschelijk wezen zon der boenenzonder armenen zonder oogenl Dat was haar man. Maar haar voet aarzelde nietzij wierp zich op hem, omhelsde en kuste hem. Voortaan week zij niet meer van zijn zijde en nu verzorgt en verpleegt zij zelf haar man. Hij vertelde van zijn gevechten, zij van haar wachten en hopen. Haar liefde is de zijne waard. Om haar den gruwelijken aanblik te besparen, wilde hij liever voor haar dood zijn daarom had hij haar zon der berioht gelaten. Nu echter ver langt hij naar den dag, dat hij met zijn vrouw naar huis mag terugkee- ron.... VLUCHTELINGENELLENDE. Stanley Washburn beschrijft in e>©D brief in de „Times", dd. half October, hoe hij op zijn tocht naar Moskou op den weg WarschauMoskou einde- looze troepen vluchtelingen ontmoette, die allen voor de Duitsche invasie een goed heenkomen zochten. Nimmer nog zag de correspondent zóóveel vluchtelingen in twee dagen passeerde hij zeker 100.000 menschen, mannen, vrouwen en kinderen. In een stad met een bevolking van 25.000 zielen bevonden zich thans 83000 men- sohen, 'ndien althans de cijfers van den plaatselijken commandant juist zijn. En zoo zijn er vele steden. Langs de wegen, in de straten, op de vel den, overal kampeeren ae on geluk kigen. Niettegenstaande alle ellende tooncn die lieden een ongelooflijken moed en vastberadenheid. De corres pondent sprak met verschillende vluchtelingen en 6teeds kreeg hij weer denzellden indruk. De meesten waren reeds twee maanden onderweg. Hun huizen waren in de asch gelegd; daarna waren zij naar liet oosten go- trokken waarheen, dat wisten zij niet. En toch bijna geen klachten. De meesten beschouwden de vern'e- ling van hunne woningen als een noodzakelijk kwaad, en velen verklaar den, dat zij beieid waren geweest den brand er in te steken, wanneer dit kon bijdragon tot de nederlaag der Duitschers. Uit Culfschland. VOORBEREIDINGEN VOOR HET DERDE OORLOGSJAAR. De „Nordd. Allgemeine Zeitung' zegt, dat Duitschland door den oorlog gedwongen wordt, niet alleen zuinig om te gaan met de aanwezige voorra den, maar ook zooveel mogelijk partij te trekken van alle vruchtbare grond- oppervlakte. Veel meer dan tot nu toe is geschied, moet de bodem voor landbouw en vruchtenteelt geschikt worden gemaakt. Verschillende land eigenaren en ook de oorlogs-cominls- sie hebben bij den aanvang van het jaar een deel der toraak-liggende gron den laten bebouwen, maar nu het derde oorlogsjaar intreedt, moeten alle krachten ingespannen worden nu het uitliongeringsplan van don ijand te doen mislukken. In 1913 werd officieel vastgesteld, dat alleen in Groot-Berlijn ongeveer 18000 H.A. grond braak liggen, ca daar het bouwbedrijf sedert het uit breken van den oorlog zoo goed als stilstaat, zal dat oppervlak intussclien wel niet veel kleiner zijn geworden. ONTGINNING DOOR KRIJGSGEVANGENEN. Prins Hutzfeld, de militaire inspec teur van don vrij willigen Duitschen hospitaal dienst heeft een verslag <-p gesteld over de moge! ijkheid om na don oorlog den invaliden a3s kleine boeren land te geven. Hij schat hot getal invaliden na de zen oorlog buitengewoon hoog, wel op een millioen. Bij Ivc-t bespreken van de mogelijkheid om het gedeelte daarvan dat zich op het land zou wil ier. vestigen, grond te geven, han delt hij ook over den omvang die de ontginning van heide en laag veen door krijgsgevangenen aangi-no. men heeft. Volgens ambtelijke nk> le- deeliingen waren dit voorjaars feer dan 100.000 krijgsgevangenen me?'hot ontginningswerk bezag cn haJdKk-n bij de voorjaarstoebereidselen van den landbouw reeds 75000 H.A. voor be werking gereed gemaakt. Iedere maand komen er 30.000 hectaren bij. Volgens een berekening van pro fessor Albracht zullen in het voorjaar van 1916 ongeveer 400.000 H.A. ont gonnen en voor den landbouw bruik baar veen. en heidegrond beschik baar zijn. De landerijen van de Fis cus en do Domeinen zullen in de eer ste plaats In staat zijn gebied over te laten voor de invaliden. DE VORWaRTS. De „Vorwiirts" verscheen Zondag niet. De abonnées ontvingen een pa gina mot de mededeeling, dat het blad door de redactie- tijdig gereed wa3 gemaakt, maar dat het niet mo gelijk was de toestemming der cen suur te verkrijgen. Uit Frankrijk» De minister van oorlog, generaal Gallieni, heeft aan de territoriale be velhebbers een circulaire gericht naar aanleiding van het zeer groote aantal brieven met verzoeken en aanbevelingen ten gunste van mili tairen van alle rangen, dat hem el- ken dag bereikt. De minister wijst er op, dat ieder militair zijn belangen kan bepleiten langs den hierarebieken weg. Thans, zegt generaal Gallieni, moet aller wilskracht gericht zijn op de oplossing der ernstige vraagstuk ken. waarvoor de landsverdediging ons steltalleen de quaesties, welke dadrmede samenhangen, hebben be lang. Op persoonlijke quaesties is die regel evenzeer van toepassing. Uit Engeland. DE WERVING. Reuter seint uit Londen: De CunajxitmaaLscheppij heeft mee gedeeld, dat zij geen passagebiljetten kan verstrekken aan Britten, die ge schikt zijn om militairen dienst te doen. Deze maatregel houdt verband met het volgende: Toen de Cunard liner S axon ia op lïet punt stond van te vertrekken, kwam een aantal Ieren, die scheep wilden gaan, maar wervers namen hen onderhanden, het publiek juichte de wervers toe, en plotseling gingen de stokers van de Saxonia aan wal, den ambtenaren kort en goed zeg geiud, dat zij niet vertrekken wilden, als de Iersche „spijbelaars" aan boord van de Saxonia zouden worden locgtelaten. De maatschappij trok par tij voor de stokers cn weigerde den Ieren do passaga Zes van die Ieren namen onmiddellijk daarop dienst. Uit den Balkan. AAN DE DARDANELLEN. Van den Tur kschen staf: Op G diezer heeft Turksch vuur een vliegtuig der geallieerden bescha digd, dat in de buurt van Koetsjoek- Kenrikli in zee viei, waar Turksche artillerie het verder vernielde. De overblijfselen werden door de gealli eerden aan land gehaald. De houding van Griekenland. Uit Athene wordt aan 't Alg. Han delsblad geseind: Het nieuwe kabinet zal de politiek in het afgetreden ministerie voort zetten. Aan de „Star" wordt uit Athene geseind: „De „HesUa" berioht, dat de Fransche regeering zich bereid hoeft verklaard om aan Griekenland een bedrag van 40 millioeai fres. te leenen en 20,000 ton meel te zenden." Tor Zee. DE DUIKBOOTEN-OORLOG. Lloyds meldt dat de Engelsche stoomboot „Woolwich" (2936 bruto ton) gezonken is. De bemanning is gered. Reu tor soint uit Grimsby De Engelsche trawler „King Wil liam is gezonken; zeven man zijn ge red. De kapitein en één man van de equipage worden vermist De Britsche Admiraliteit berioht: „Het gewapende stoomschip „Tora" is in het oostelijk deel van de Mid» deUandsche Zee aangevallen door twee vijandelijke onderzeeërs en in den grond geboord. 31 man van de equipage worden als vermist opgegeven. ZWEEDSCHF. II NDELSSCHEPEN GBCONVOYEERD. Het „Berliner Tageblatt" ontleent aan eon bericht uit Göteborg in „Svenska Dagblad" de mededeeling, dat op 7 November voor de eerste maa! Zweeds-die -handelsschepen, be geleid werden door Zweedsclie oor logsschepen. DE „TURQUOISE" ALS „ACILMED" IN TURKSOHEN DIENST. Mwi herinnert zich, dat de Fransche onderzeeër „Turquoise" gestrand is en de bemanning door de Turken ge- van gongenomen werd. De „Frank furter Zeitung" vernoemt thans u.t Konstantinopel, dat het schip door de Turken gelicht en in dienst der Turk sche marine gesteld is. Do sultan heeft het schip ec-hter omgedoopt cn den naam gegeven van den Turk- schen kanonnier Achmed. die door een welgericht schot de periscoop van oen onderzeeër verbrijzelde, waar door het schip het stuur verloor en aan den grond raakte. Allerlei. DE OORLOG IN DE LUCHT. De Italiaansche staf spreekt 't Oos tenrijksche bericht tegen dat een der Italiaansche luchtschepen talrijke bommen heeft geworpen op de stad Görx. Dit bericht is onwaar. Een luchtschip heeft kampementen ge bombardeerd in de vlakte van Görz, en wel te Savogna, ten zuiden van Göra, maar niet de stad. Verder komt uit Rome het bericht dat onjuist is het Qostsnrksche bericht dat een ItaJiaansch luchtschip bommen geworpen heeft op Miramar. EEN AANSLAG IN ROEMENI6. 't Wolffbureau seint uit Boechn* rest: Tn een straat hier ter stede ont plofte Maandag voormiddag een hefl- sche machine. Zij was goed verpakt aan een pakjesdrager ter hand ge steld met de opdracht het pakket, welks inhoud aan den pakjesdrager onbekend was, bij Janculiscu, leeraar aan een seminarie, te bestellen. Op weg daarheen liet de besteller het bij ongeluk vallen. Er ontstond toen een ontploffing, door welk© de pak jesdrager zwaar en een jongmensoh, dat juist voorbij ging, licht werden gewond. Zondag reeds was hij genoemden leeraar een pakjesdrager gekomen met eon pakje en een brief, die den leeraar waarschuwde het pakje niet te openen, daar hij anders verloren zou zijn. De leeraar gaf den brenger het pakje dan ook weer mede. Men veronderstelt, dat hier sprake is van een persoonlijke wraakne ming. De .autoriteiten zijn onmiddellijk een onderzoek begonnen. Binnenland BUITENGEWOON CONGRES N. V. V. Hot Nederlandsch Verbond van Vakverenigingen heeft Maandag in Amsterdam zijn buitengewoon Con gres ..ter bespreking van den econo- mlachen toestand der arbe'dersklnsse in Nederland" geopend. Do voorzitter, de heer .T. Oudegeeat, zei de in zijn openingswoord, dat kort voor den oorlog In de arV>efPerswe reld geen slechte toekomst werd ver wacht. De macht der vakbeweging groeide, het ledental van het N. V. V. nam toe, de loonen stegen en de arbeidstijden werden verkort. Doch neg geen veertien dagen later was al die hoop vernietigd. De steunbeweging besprekende, zeide spreker waardeering en dank te kunnen uitspreken aan het advies der Regeering voor de uitnemende maatregelen inzake de werklooa- heklsfondsen, die er toe h<2»bea bij gedragen, dat de vakbeweging zich kon handhaven, maar ook, dat de ar- beide re werden verre gehouden van de „Armenzorg." Al waren die maatregelen nu ook al niet toereikend, toch zijn zij van grooten invloed geweest op liet leven van tienduizenden arbeiders in Ne« derland. Gebleken ls, dat de vakbeweging een van de groote machten is in het economische loven iu Nederland en de draagster van de belangen, van het proletariaat. Ook is gebleken, dat zij voor de Regeering een van de groot ste hulpmiddelen is in dozen tijd van verwarring en verwoesting. Een van de quaesties, die dit congres zal heb ben na te gaan, is het onderzoek io Iioenrerre zoowel in de groote als it de kleine steden, liet woord der Re geering, dat de arbeider zooveel mo gelijk moet worden gehouden van armenzorg, is nagekomen. FEUILLETON HECTOR MA LOT. 11) Zij had nu den tuin ten einde ge- loopen en liet haar oog naar alle kaa ien gaan. Ik riep nog luider, maar evenals de •ersle maai, was het ook thans tever geefs. Vital ie giste toen de waarheid en beklom ook de helling. IIU bespeurde terstond do witte muts. —Arme jongen, fluisterde hij. Och, als je blieft, riep ik, aange moedigd door zijn medelijden, laat mij toch teruggaan. Maar hij vatte mij bi] de hand en liep den weg op. Nu zijt gij uitgerust en kunnen we dus verder gaan. II» wilde mij losrukken, maar hij hield mij stevig vast. Capi! zeide hij. Zerbinoi en de beide honden omringden mij. Capi achtor mij, Zerbino vooruit Ik moest Vltalis dus wel volgen. Toen wij eenige schreden gedaan' hadden, wendde ik liet hoofd om, Wij daalden nu den heuvelrug af en ik kon noch het dal, noch mijn wo ning meer zien. In de verte waren niets dan de blauwe heuvels. V. Op rei». Wanneer men voor veertig francs kinderen koopt, ligt hierin nog niet opgesloten, dat men een wildeman is en menschenvleesoh opdoet om dat te elen. Vltalis wilde mij niet opeten en een zeldzame uitzondering bij een handslaar in kinderen hij was vol strekt geen slecht monscht Hiervan kreeg ik weldra de onder vinding. Het was op de kruin van den berg, dte de beddingen van de Loire en de Dordogne van elkander scheidt dut hij mijn hand gevat had en bijna onmid dellijk begonnen wij langs de zuide lijke helling af te dalen. Toen wij ongeveer oon kwartier ge- loopcn hadden, liet hl] mij los. N'u kunt ge langzaam naast mij voortgaan, maar bedenk wel, dat als ge ontvluchten wilt, Capi en Zerbino u spoedig zouden hebben ingehaald en zij scherpe tandeu hebben. Dat het mij onmogelijk was om te ontvluchten, besefte lk volkomen en evenzoo, dat het een vergeefecbe po ging zou wezen om het te beproeven. Een diepe zucht ontglipte ine. Gij schijnt u ongelukkig te gevoe len, dat begrijp lk en ik neem het u niet kwalijk. Gij kunt gerust eens uit. weeneo, als go daartoe lust hebt. Maar wees er van overtuigd, dat ik u niet tot uw ongeluk inodeneem. Wat zou er van u geworden zijn? Waarschijnlijk zoudt ge thans in hot gesticht wezen. De mensohen die u opgevoed hebben zijn uw vader en moeder niet. Die vrouw is goed voor u geweest, zoonis ge zegt ,en gij houdt van haar; het spijt u, dat gij haar verlaten moet; dat is allee goed en wel;maar bedenk dat zij u niet bij iich zou hebben kunnen houden tegen den wil van haar man. Die man ls zoo wreed niet als gij wel meent. Hij is urm; hij ls afgotobt en kan niet meer werken. Hij heeft ingezien, dat hij niet van honger kou omkomen om u te voeden. Begrijp van nu af aan, mijn jongen, dat liet leven dikwijls een strijd Is, waarin men niet doen kan wat men wil. Dit was zek»r zeer verstandig go- sproken, of liever het getuigde van van veel ondervinding. Maar met dut alles maakte de scheiding meer Indruk op ml], dan alle woorden. Ik zou mijn moedor, die mij zoo menigmaal had geliefkoosd niet te rugzien» En die gedachte kneep mij als hel ware de kc-el toe. Toch liep ;k naast Vital is voort, telkons bij mezelf de woorden herha lende, die hij gesproken had. Ongetwijfeld was dat alles de zui vere waarheid; Barberi.il was mijn vader niet en er bestond geenerlei ro den, die hem de verplichting oplag do om ten gevalle van mij armoede te lijden; hij had inij bij zich in huis ©nomen en mij opgevoed, zoo hij mij hans wegzond, dan was dit, omdat hij mij niet langer bij zich houden kon. Wanneer ik aan hem docht, moest ik mij niet de laatste ©ogen blikken voor het geheugen 1 talen, maar de jaren die ik in z ju huis had doorgebracht. Denk eens na over hetgeen ik u Kczerïd heb, mijn jongen, herhaalde Vltalis van tijd tot tijd, gij zult er niet mij niet ongelukkiger om wezen. Nadat wij een vrij stelle helling wa. ren afgedaald, hadden we een groote vlakte bereikt, die, zoover ons oog reikte, zich voor ons uitstrekte. Geen Jwoiuen, geen huizen. Een v lakte, slecht» uit hei bestaande en hier cn daar afgewisseld door lag© ruwe struiken, die, wanneer de wind er langs streek, een golvende beweging maakten. Gij ziet, sprak Vitalis, terwijl hij met zijn hand op do vlakte wees, dat 1 het Yorgetrfacha moei la wezen zou, in dien gij ontsnappen wildet, gij zoudt terstond door Cap! cn Zerbino ach terhaald worden. Ik daoht al niet meer aan ontvluch ten. Waar s»u ik heengaan? Naar vieii? Bovendien zou de oude man met zijn grijzen haard misschien zoo slecht niet wezen, ais ik in het eerst gemeend had; cn wanneer hij mijn meestor was, zou hij misschien geen hardvochtig man blijken. Geruimon tijd liepen wij over de vlakte voort, omringd door niets an ders dau heidevelden, zoover ons oog reikte, en hier en daar eenige heu vel® niet kale toppen. Ik had mij een gansch andere voor stelling ion le.zou gemankt en als ik somtijds In mijne kinderlijke droo- mon mijn dorp verlaten had, dan was het om eon fraaie landstreek te bezoe ken, die in geenen deelo geleek op de werkelijkheid, welke zich thans aan mij voordeed. Het was voor de eerste maal, dnt ik zulk eon verren tocht maakte zonder stil te houden. Mijn meester stapte regelmatig en met groote schreden voort, terwijl hij Joli-Coeur op zijn schouder of op zijn reiszak droeg, eu naast hem trippel den rustig de honden. Van tijd tot tijd sprak Vitalis hun een vriendelijk woord toe, nu eens In het Fransch, dan weder In een taal, die ik niet verstond. Noch hij, noch zij dachten een oogenblik aan moeheid. Maar bij mij was dit niet liet geval, lk was uitgo- put» Mijne lichamelijke vermoeidheid gevoegd bij mijn verdriet, hud al mijn krachten geéischt. Ik sleepte mijn beenen voort en het kostte mij zelfs groote inspanning om mijn meester te volgen. Toch durfde ik niet vragen om weder uit te ru» ten. Uw klompen maken u stelti® moe, zeide hij, te Ussel zat ik schoe nen voor u koopen. Die woorden gaven mij nieuwen moéd. Naar sctioenen had ik aitijd ver-' langd. De zoon \uu den burge meester en van den herbergier droe gen schoenen, waarmee zij des Zorr dags nis zij in de mis kwamen, bijna onhoorbaar over den steonen vloer liepen, terwijl wij, boeren, mot on/o klompen, een geweldig leven maak ten. Is Ussel nog ver? Dot is een woord uit uw hart. antwoordde Vitaüs lacl»cnd; gij wilt <lus gaarne sdtoeuen hebben? Nu, ik beloof je, dut je ze krijgt, met spij kers In da zolen zelfs. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5