De Europeasehe Oorlog.
ÜUESIM'S DlGSLM
Alleen op de Wereld
TWEEDE BLAO
Woensdag 17 November 1915
OM ONS HEEN
No. 2088
Verzea van Demokriet.
Demokriet was een vereeniging
van vroolijke Haarlemsohe burgers.
(Lang niet de minsten in stand en
aanzien en evenmin in de kunst van
dichten. Walré, Vim der Vinne,
Loosjes zijn drie er van en de jolige
broeders waren, schijnt het, niet
minder er op uit om elkaar, als t
pas gaf. te begckken, dan de seboone
dichtkunst te beoefenen.
Van wijlen A. Loosjes Pz. heb ik
het bewijs van lidmaatschap van het
genootschap te zien gekregen en
hieronder wordt het afgeschreven,
ook als een bewijs, dat men tijdens
de kentering van de achttiende eeuw,
zóó vol ernstige en belangrijke ge
beurtenissen, ook voor Nederland, de
vroolijkheid nog wel wist te bewa
ren. Dit ter -overdenking aan wie
mconen, dat de mensch, in dezen
ontzaglijken tijd van volkrer.strijd,
vlak tegen des menschen aanpas
singsvermogen in, voortdurend een
stral gezicht zetten moet.
'T GENOODTSCHAP DEMOCRIET,
IN HAARLEMS GPTJZE VEST,
wenscht allen schepselen, die deezen
zien, leezen ofte hooren leezen,
van gantscher harte 't allerbest
Ons doel zynde om elkaêr tot lagchen
op te wekken
En vrv te foppen, mits in Dicht of
rijmerij.
Begrijpen wij ook, dat bekwaanie
Lagcliebekken
De boste steunsels zijn van deeze
Maatschappij,
t Is daarom dat de rey van Demo-
crietsche snaaken
Den Vriend, "wiens naam hier volgt,
tot hunnen broeder maken
ADRIAAN LOOSJES Pz.
En, steunende op zijn lust, zijn spot
zucht en zijn' geest,
Belooven zij zich veel van zijne lagch-
tafreelen
Daar zij bescheidenheid hem altoos
aanbeveelen,
En kalmte van gemoed bij 't geen hij
hoort of leest
Want elk moet, in den kring der
Democrietsche mannen,
Waar lagchen 't hoofddoel is, de ligt-
geraaktheid bannen
Tot openbaar bewijs van werkend
lidmaatschap
Word hem deeze open brief door on
zen Kring gegeeven
Terw ijl wij wenschen, dat zijn naam,
door grap bij grap,
'oor 't minst zoo lang als die van
Demociiet moog' leeven 1
Gedaan ter Stede van Heer-
lem.
Ter jaare en dage als hier
beneden
Geteekend, uit den naam
der Leden,
En ook gezegeld, tot meer
klem.
Door
*t Oudste Lid van deezen Kring
1ZA&K VAN WESTERKAPPEL
JUNIOR
t Jongste der Vergadering
LAMBt. OVERBEEK.
17
21
Bovenaan op het stevige diploma,
dat nog wel twee eeuwen meer kan
tarten, staat de lachende kop van
Democriet afgebeeld, het zegel, waar
over gesproken wordt, is een lak-
stempel, voorstellende een lier, met
emblemen.
Een van de eigenaardigheden van
hel, genootschap was, dat ieder er
een eefingeerden naam droeg. Blijk-
baar heeft Loosjes den naam van
Rotgans gevoerd. In een gedicht om
zijn broeders te bedanken voor hun
gelukwenschen op zijn zilveren brui
loft. spreekt hij hen achtereenvolgens
aanBrederode, de Regt, Zoet, Van
Booren, zelfs Molière, Crous, Van
den Bergh, Hoffhaiu, Asseheroberg,
lluygens. Krul, zelfs de ernstige
Dat-heen, Althuizen, Van Nimwegen,
Van Belle. Hoogeveen, alle herinne
ringen aan vroegere beroemdheden,
die nu lang vergeten zijn.
Aan den weg timmerden de vroo
lijke volgers van Dcmokriet niet bij
voorkeurtoch hebben ze er niet
tegen opgezien om nu en dan de
vonken van hun vernuft rond te
strooien. In 1S08 geeft A. Loosjes Pz.
een bescheiden boekje uit, waarin
verschillende liedjes van de broeders,
met opgaaf van dc melodij en andere
aanwijzingen tot den zang, zijn op
genomen. ,,'t Spreeuwtje" heette dat
bundeltje en een ongenoemde in
leider verklaart te beseffen, dat -het
wel niet aan de critiek ontkomen
zal
Strenge mannen,
Die elk maand de regtbank spannen
Over Proze en Poêzy
Schrandre bollen, fiksche venten,
Wijze, kiesche Recensenten,
'f Spreeuwtje loopt gewis niet vrij.
Niet dat hij er bang van is. Als de
heeren er. in weerwil van den alle-
daagschen titel, op letten, het diertje,
grijpen in zijn vlucht.
Zoo zij H ongenadig plukten,
Ja, -het zelfs zijn staart ontrukten,
'k Zou nog lagchen om die klucht.
Want, zoo philosofeert hij, terwijl
de critiek zich daarmee bezighoudt,
ontsnapt een ander
Zoolang als die schrandre Heeren
't Spreeuwtje anatomizeeren,
Loopt een ander vrij van 't mes.
Om zijn Jagthond in Athenen,
Staartloos onder 't graauw verschee-
nen,
Lagchte ook Aleibiades.
De dichter, die aldus in herinne
ring brengt, dat Aleibiades, de schoo-
ne jongeling, zijn hond. den staart
afsneed om weer van zich te doen
spreken, had - zijn klassieken niet
vergeten.
Ik zal niet zeggen, dat 't Spreeuw
tje eerste rangs gedichten kwetterde,
maar wie eenmaal over den onder
richtenden toon van dien tijd heen
is. kan de vloeiende verzen wel waar-
deeren. Zoo schreef C r on s er een
vlot liedje in „Onder de Roos"
Onder de Roos is menigeen
Anders dan voor 't algemeen,
't Geen m' op straat, als goud ziet
blinken,
Zal vaak in 't verborgen stinken,
Wie, wie, wat men zij.
Onder de Roos is ieder vrij.
Onder de Roos zegt jjienig man,
"t Geen hij niet bewijzen kan.
Moet ook niet, in vrouwenkransen,
Iedereen op tafel dansen
Men spreekt in der daad
Onder de Roos het meeste kwaad.
Onder dc Roos een kameraad
Vrij te zeggen waar 't op staat.
Maar dan voort3 meteen te zorgen,
Dat zijn dwaling blijv' verborgen,
Dan is op deze aard
Onder de Roos "1 vrij wat waard.
Van Booren schrijft een Matrozen-
afscheid, dat in de verte denken doet
aan Specnhoffs liedjes, maar meteen
duidelijk aantoont, in wolk opzicht
het daarvan verschilt
Waarom, mijn lieve Grietje,
Uw Kees toch zoo gebruid
Je zingt weer 't ouwe liedje,
En 'k inoet toch 't zeegat uit.
Waartoe die waterlanders?
Al huilde Jij een zee,
Het wordt daarom niet anders
Uw Kees moet naar de reê.
Al zit ik van den winter
Niet bij u aan den haard,
En zwerf ik -hier en ginter,
'k Btn even goed bewaard.
Een zeebonk kan niet duren
Op 't muffe, vaste land.
De zee roet al haar. kuren
Is beter voor zoo'n kwant.
't Is met slecht gezeid, door Van
Booren. Maar Kees de zeebonk zelf
zou het anders gezegd hebben
De volgeling van Demoknet, die
bcscheidcnlijk den naam van
Bredero had aangenomen, mocht er
met zijn versjes ook wel wezen. In
"t Spreeuwtje schreef hij een Schaats-
rijderslied, waaruit blijkt, dat het
een eeuw geleden ('t was in 1808)
ook wel duchtig kwakkelen kon.
Wat is toch dat Wintertje nattig en
koud
En darnprig en windrig van aard.
Een mensch, die van rijden of wan
delen houdt.
Verdroogt in den hoek van den
haard.
En dan fantaseert hij over de heer
lijkheid van het ijs, waarop hij met
zim lieve Grietje wil gaan schaatsen
rijden
Ja, mogt het dit Wintertje zoo nog
eens gaan,
iDat ik eens kon rijden naar Griet,
En binden haar voetjes de schaatsjes
eens aan,
Op 't kantje van 't ijs in het riet 1
Rotgans laat zich ook niet onbe
tuigd en schrijft in H bundeltje twee
liedjes, de verscheurde Minnebrief en
het dorstige Eendje. De eerste zou
pas gebeurd kunnen zijn, in mobili
satietijd.
Maak staat eens op soldatenpraatjes,
Bij lang na vullen zij geen gaatjes
Flip noemde me zijn lust, zijn lief,
En uit het kamp schreef hij me een
1 brief.
Hij zou mij nooit of nooit begeven.
De brief was met zijn bloed geschre
ven,
'k Denk nog, hoe hij dien brief be
sloot
'Uw Flip, getrouw tot in den dood.
'kWas grootsch er op, ik wil 't wel
weten.
Maar gisteren bij Ka gezeten.
Liet ik dien brief haar zien. Maar
ach.
Zij haalde er ook een voor den dag.
Flip had ook Ka een brief geschre-
Ook met zijn bloed, 'k Begon te beven
Van nijdigheid ik vloekte ik
kreet,
Daar 'k zijn gekrabbel van mij
smeet
Dan in het dorstige Eendje weer de
moraliseerendo toon van die dagen.
Iedere dichter, elke prozaschrijver
was destijds een vermaner. Tegen
woordig plukken zij hun innerlijk
anu heel kleine stukjes en vertoonen
dat vaak weinig interessante schouw
spel aan den volke
Hoe dorstig It Eendjen is,
Het blijft, al drinkend, vlug en
frisch,
Het roept gestadig kwak, kwak,
kwak,
Kwak. kwak, kwak.
En drinkt weer met gemak.
Maar drinken wij den wijn,
Net of wij dorstige Ecndjens zijn,
Dan roepen we eerst ook kwak,
kwak, kwak,
Kwak, kwak, kwak,
En drinken met gemak.
Doch glijdt de wijn te veel
Of al te spoedig door de keel,
Dan wordt bij 't sn at rend kwak,
kwak, kwak,
Kwab, kwak, kwak.
Het huis een Eendebak.
Dit lied moet gezongen worden op
de wijze„Hier is Matthijsje weer".
Die melodie is misschien in den loop
van de tijden verloren gegaan, maar I
we kunnen ons toch wel voorstellen,
dat de volgelingen v an Demokriet in
hun vroolijke bijeenkomsten het met
plezier hebben gezongen.
Stilte op 't Westelijk en 't Oostelijk oorlogsveld; «enige actie op 't Zui
delijk front.
In Servië worden de gevechten met felheid voortgezet. Over den toestand
van 't Servische leger.
De actie der dnlkbooten.
J. c. p.
Officieel nieuws.
Aan de verschillende stafberichten
ontleemen we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf:
Hier en daar artillcrm-duels en
mijn- ep loopgraven-gevechten.
Bij de telkenmale herhaalde be
schieting van Lens door artillerie der
geallieerden werden van 22 Oct tot
12 Nov. 33 inwoners gedood en 55
gewond. Schade van militairen aard
werd niet aangericht
Van den E ngelschen «taf:
Alleen artillerie- en mijnengevech-
ten. De infanterie kwain niet in actie.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf:
De toestand aan 't geheele front is
dezelfde gebleven.
Van den Oostenrijkschen
staf:
Geen nieuws.
Van den Russischen staf:
Op het geheele front, van de streek
van Riga af tot aan de Pripjet, ge
beurde Maandag niets belangrijks.
in de buurt van de dorpen Tznnny
en Khriasse an voor de overgangen
van de Styr duren de gevechten
voort
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van dun Oostenrijkschen
staf:
Het noordelijk gedeelte van de hoog
vlakte van Doberdo was ook Maan
dag het tooneel van een hardnekkig
gevecht Om de steil ji gen ter weers
zijden van den Monte San Michel*?
wordt dag en nacht gestreden. Aan
de noordelijke helling van dezen berg
drongen de Italianen herhaaldelijk
de Oostcnrijksche stellingun binnen.
In den lbop van den avond slaagden
de Oostenrijkers er echter in de Ita
lianen geheel en al weer te verdrij
ven.
Ook de gevechten van man tegen
man in de buurt van San Martino
duren voort
Voor het bruggehoofd van Górz
werd een aanval van de Italianen op
de Podgora-hoogte afgeslagen.
Van den Italiaan schen staf
De Italianen breidden bun stellin
gen in de Etsch-vallei uit, versterkten
ze en sloegen een infanterie-aanval
af.
De Oostenrijkers poogden te ver
geefs den Italianen tc verhinderen de
stellingen, die zij op het Karet pla
teau hebben veroverd, te versterken.
De Italiaansche infanterie sloeg
twee hevige mlanterie-aaiivallen af
in de streek van San Michele, waar
bij de Oostenrijkers zware verliezen
leden.
Do gevechton In Servië.
STAFBERIGHTE.N.
Van den Duitschen stof:
De vervolging der Serviérs vordert
flink. Maandag zijn meer dan 1000
Serviërs gevangen genomen en twee
machinegeweren en drie stuks ge
schut buitgemaakt.
Van den Oostenrijkschen
staf:
Oostenrijksch-Hongaarsehe troepen
hebben de streek van Uwatsj, Cigota
Planina en de hoogten van Javor ge
nomen.
Een Duitsche colonne van generaal
Von Kövess, die oprukte langs beide
zijden van den weg van Kraljewo
naar Novi-Posar, nam Usee in bezit.
Verder naar het oosten voorwaarts
dringende Oostenrijksch-Hongaar
sehe troepen trokken bij Babica over
den weg Uaska—Kursu.ilja en namen
stormenderhand de Servische ver-
schansingen op den berg Lucak (ten
oosten van Bah.ca), waar de bezet
ting (drie officieren on 110 manschap
pen; en een machinegeweer in hun
handen vielen.
Van den Bulgaarse hen staf:
Na den val van Nisj hadden de Ser
viérs zich teruggetrokken op den lin
keroever van de Morawa en alle
bruggen vernield. De rivier heeft hier
een breedt van 15 tot 200 M. en een
diepte van 1 A 2 M. De Serviérs tracht
ten, steunende op hun versterkte
piaaLsen, die van zware artillerie
voorzien waren, door verbitterde te
genaanvallen de Bulgaarsche troepen
te beletten over de rivier te trekken.
Koning Peter woonde deze gevech
ten bij.
In de laatste dagen braken de Bul
gaarsche troepen den wanhopigen te
genstand van de Serviërs en trokken
definitief naar den linkeroever der
rivier. De Bulgaren rukten Prokuplje
bir.nen en maakten daar zes 12 c.M.-
morteren, 480 kisten artilleriomu
nitie, 220 kisten uifanterie-munitie, 12
karren met ander oorlogsmateriaal
en een pionierspark met 10 pontons
met artillerie-granaten beladen kar
ren buit en namen 7000 man gevan-
,gen. Op het station van Grejeze
maakten de Bulgaren 150 wagens
buit.
In den nacht van 12 op 13 Nov. de
den de Franschen een aanval op de
Bulguarsclie stellingen aan de War-
dar. De Bulgaren deden een krachti-
gen tegenaanval en sloegen hen te
rug naar den rechteroever van de
Karassa. De Bulgaren maakten twee
machinegeweren met bespanning en
twee bergkanoimen buil en namen 56
man, onder wie drie officieren ge
vangen.
Het resultaat van den Bulgaar-
schen tegenaanval aan den westelij
ken oever van de Karassa ten zuiden
van Veles was, dat d© Franschen go-
heel en al teruggeslagen werden naar
den oostelijken oever dezer rivier.
Daar namen de Bulgaarsche troepen,
onder het zingen van 't volkslied,
stormenderhand de krachtig versterk
te stellingen der Franschen.
OVER DEN TOESTAND.
De militaire deskundige van 't
Alg. Handelsblad schrijft:
,,De berich«vi uit Servië luiden
zeer ernstig. Terwrji bijna geheel
Oud-Servië in handen der Duitsch-
Oostenrijksche en Bulgaarsche troe
pen is, en d» bewoners van dit ge
bied gevlucht zijn naar het bergland
iu het .Nieuw-Servische gebied, naar
de districten Mi-rowitza en Prisjtina
komt vandaar de ïnedtdtcling, dat
er ontzettend geleden wordt; door de
ze opeenhooping van menschen is er
hongersnood uitgebroken. Brood is
is met meer -e verkrijgen, zelfs tegen
de hoogst© prijzen. Eliende en gebrek
heerschen a.oni. En de middelen ont
breken om dezen ongeiukkigcn e hulp
te komen; de weg door Aluanie is ie
leng eu te gevaarlijk, en Montenegro
is zelf afgesloten van de wereid, se
der, de haven van Au-ivari door de
Ooötenrijksche onderzeeéis wordt ge-
b okkeerd.
In dit onherbergzame en arme deel
van liet land, waar nu reeds de diep
ste ellende heerscht, trok het dappe
re Servische leger terug, en nioo.
daar onherroepelijk te gronde gaan.
W at baat het, of een groot gedeeite
der legerbehoelten zijn gerui, wan
ucor de mannen die de kanonnen
moeten bedienen, door den honger
en door ziekten worden weggeiaap
Het is ondoenlijk voor dit leger, om
den strijd voort te zetten, wanneer
niet op groote scliaal levensmiddelen
kunnen worden aangevoerd. En du
laatste is onmogelijk zoolang do
spoorweg van SaJoniki over Ueskjueb
naar Mitrowitzu op verschil ende
punten in handen cL?r Bulgaren is.
En inmiddels hebben dc Centraal-
Europeesche mogendheden het doel
van hun inval in Servie bereikt. Do
spoorweg van Belgrado over Nisj
naar Tsjaribrod is in hunne handen,
en a] kan die weg nog niet worden
gebruikt, overal word!4, gewerkt, om
de nooifige herstellingen te verrich
ten. de sporen der vernielingen, door
de terugtrekkende Servische troepen
ondernomen, uit te vvtsschen. Binnen
korten -ijd zal die spoorweg hersteld
en bruikbaar zijn, voor het doel, dat
de Duitsche staf er mee beoogde. Eu
langs den Donau worden nu reeds
groote voorraden graan en mais naar
Duitschland en Oostenrijk gevoerd.
Uit Sofia wordt gemeld, daJ. de DnitA
sche aankoopsvereeniging vergun
ning kreeg voor hel vervoer van
20.(KX) ton mais uit Bulgarije langs
den Donau, en dat ook andere gra
nen zullen worden vervoerd. De „Ind.
Rournaine" meldt, dat de met graan
voor Duitschland en Oostenrijk ge
laden booten thans langs den Donau
worden gesleept; de verzending zal
in drie afdeehngen plaats hebben.
'Telkens wanneer een convooi van de
IJzeren Poort is teruggekeerd, zaJ
oen nieuw vertrekken".
Verspreid nieuws
van deooriogsvelden
VAN T WESTELIJK FRONT.
De correspondent van Reuter in 't
Engelschc hoofdkwartier meldt
„Do winter is nu in ernst ingetre
den in Vlaanderen. Do week van re
gen, die de wegen in modderpoelen
veranderde en het leven in de loop
graven allesbehalve aangenaam
maakte, ie plotseling gevolgd door
prachtig, zonnig weder met hardo
nachtvorsten.
Het lag voornamelijk aan het slech
te weder, dat er in de afgoloopcti
week op de linie betrekkelijk weinig
bedrijvigheid heeft goheerscht, of
schoon or in 6ommigo sectoren hevi
ge artillerie-duels hebben plaats go-
had.
Hoog© en de naburigo heuvel 60
werden beschoten, terwijl de Engel-
sche stellingen bij Hulluch en andere
punten op het onlangs bezette ter
rein, door de Duitsche batterijen niet
werden vergeten.
Ook de iuchttorpedo's van de Duit-
schers traden weder in aclie.
De Engel sche kanonnen liearit-
woordden de beschieting krachtig.
Het mijnenwerk wordt geregeld
krachtig aan beide zijden voortgezet
en er gaat bijna geen dag voorbij
zonder dat eon Engelsche ot Duitsche
inijn springt Nu en dan raken En
gelschc nujncnleggers bij hun onder-
aardschen arbeid hetzij toevallig, het
zij ten gevolge van hunne waarne
mingen, oen der galerijen van de
Duitschers. Onmiddellijk wordt dan
een lading aangebracht, de galerij
vliegt in de lucht en het resultaat vau
wekenlangen arbeid is vernield."
DE ZAND VESTING DUNABURG.
Een oorlogscorrespondent van do
Vossische Zeitung, schrijft:
...Gisteren zei men ons, dat Duna/-
burg de eerste geheel moderne ves
ting was, die ons hier in het Oosten
den weg verspert. L>© 'deskundige le
zer zal misschien antwoorden, dat de
kleme roode vlek, die op de stafkaar
ten naast de stad geteekend s, in het
geheel geen vesting meer beduidt.
Dunaburg is allang niets meer daD
een zoogenaamde wapenplaats.
Dit zou inderdaad het geval zijn,
als het ging om de verouderde ves
tingwerken ten oosten van de üuna.
Dan zouden een paar projectielen
van zwaar kaliber de zaak kuuinen
beslissen. Maar het is zoo, dat een
moderne vesting heelemaal niet meer
uit beton en pantserplaten bestaat,
maar uit zand. Als een vesting uit
steen eenmaal stuk gescholen is, dan
heeft men haar ook meestal in zijn
macht. Zoo zijn in het westen en in
het oosten een heele reeks onover
winlijk geachte werken van dit soort
in verbazend korten tijd veroverd.
De zandvesting Dunaburg echter heb
ben wij van den lóen September tot
den 26en October reeds vijft en maal
veroverd. En ze is nog steeds niet in
ons bezit. Bij vijftien bestormingen
hebben wij 85 officieren, 13300 man
gevangen genomen, 35 machmegewe-
FEUILLETON
18)
Wat dan
Dat zal ik u later wel eens ver
tellen. Voor het oogenblik behoeft gij
slechts te weten, aat een man uict
geleerde honden wel eens een
gansch andere plaats in de wereld
kan bekleed hebben. En weet dan te
vens, dat, al behoort gij thans tot
een der laagste standen in de maat
schappij. gij tot een hoogeren kunt
geraken, wanneer gij wilt. Dit hangt
een weinig van het toeval af, maar
veel van u zelf. Wanneer gij naar
mijn lessen luistert en mijn raad op
volgt. dan zult gij later, als gij ouder
«iit, met een gevoel van genegenheid
en dankbaarheid terugdenken aan
den armen muzikant, die u zooveel
schrik aanjoeg, toen hij u van uw
Pleegmoeder sc-heivde ik verbeeld
mij. dat onze ontmoeting tot uw ge
luk leiden moet
Welke kon die stand wezen, waar
over m"n meester ilikiviils met ze
kere geheimzinnigheid sprak Deze
vraag wekte telkens mijn nieuwsgie
righeid op en hield mijn geest aan
houdend bezig. Indien hij zulk een
hooge betrekking in de maatschappij
bekleed had, waarom was hii dan
tot zulk een lage afgedaald Ilij be
weerde, dat ik mijzelf tot een betere
positie kou opwerken, zoo ik dat wil
de ik, die niets" was, niets wist,
zonder een bloedverwant of iemand
om mij te helpen. W aarom was hij
dan zelf zoo gedaald
Nadat wij Auvergne verlaten had
den, hadden wij ons naar de golven
de vlakte van Quercy begeven. Geen
land is urmer en treuriger dan dit.
En wat bovendien den indruk, dien
de reiziger in deze streek ontvangt,
nog sterker maakt, is, dat er bijna
nergens eenig water te bespeuren is.
Geen rivier, noch beekje, noch vijver.
Hier en daar een steenachtige bed
ding van een stroom, die thans ge
heel verlaten was. Het water was in
de diepte verdwenen en had zich ver
borgen onder den grond, om elders
op te borrelen en rivieren of fontei
nen te vormen.
Midden in deze vlakte, die op het
tijdstip, dat wij haar bezochten, ge
heel verzengd was door de droogte,
ligt het aanzienlijke dorp Bnstide-
Murot wij brachten daar den nac-ht
door op de vliering van oeh herberg,
Hier. zeiite Vilalis toen wij
's avonds, voor we ons naar bed be
gaven, nog een oogenblik bieven pra
ten, hier is oen man geboren, die
duizenden solduten heelt doen sneu
velen, die zijn loopbaan als staljon
gen begonnen is. eu als vorst ji ko
ning haar heeft geëindigd hij heette
Muratmen heeft een held vau hem
gemaakt en zijn naam aan dit dorp
gegeven ik heb hem gekend en zelfs
dikwijls gesproken.
Ondanks mij zei .en kou ik ccne
vraag niet terughouden.
Toen hij staljongen was
Neen, zeide Vitalis lachend,
toen hij koning was. Het is voor
de eerste maal, dat ik te Bastide kom
en ik heb hem te Napels, te midden
ziuier hofhouding, gekend
Ilebt gij een koning gekend
Ik vermoed, dat de toon, waarop ik
dit uitriep, zeer dwaas was, want
mijn meester barstte in lachen uil.
Wij zaten op een bank voor den
stal, met onzen rug tegen dan muur
geleund, waarop de warmte van den
dag afstraalde. In een boschje esch-
doorus, in de nabijheid, zongf-n de
nacht.-gaals. Vóór ons. hoog boven
de ilaken. steeg de maan zachtkens
omhoog. Deze avond was voor ons
des te aangenamer, daar de dag
brandend heet was geweest.
Wilt gij gaan sin-pen, vroeg
Vitalis mij, of wil ik u de geschie
denis van koning Murat vertellen?
O ja, de geschiedenis van den
koning.
Hij verhaalde mij toen diens levens
loop en uren lang bleven wij op die
bank zittenhij vertelde steeds
voort, terwijl ik als aan zijn lippen
hing en zijn gelaat door het bleeke
maanlicht beschenen werd.
Was dat alles mogelijk niet alleen
mogelilk, maar waar
Tot op dut oogenblik had ik in het
minst geen begrip gehad wat de ge
schiedenis eigenlijk was. Wie zou ze
mij ooit verteld hebben Vrouw Bar-
berin zeker nietzij wist het zelve
niet. Zij was te Ghavanon geboren
--© zij hoopte daar te sterven Haar
gedachten waren nooit verder ge
gaan dan haar oogen. En voor haar
oogen lag het heelal besloten In het
landschap, vaar zij de zon zag on
dergaan ac.hter den berg Hudouze.
Mijn meester had een koning ge
zien die koning had tot hem gespro
ken.
Wat was mijn meester dan toch in
zon jeugd geweest
En door welke oorzaak was hij op
ziin ouden dag geworden wat hij
thans was
Men zal mij moeten toegeven, dat
dit meer dan voldoende was om een
kindergeest bezig te houden, zoo vat
baar voor ol wat wonderlijk is.
IX.
Ik ontmoet een reus
zevenmljls laa
e n.
Toen wij -het dorre en onvruchtbare
landschap verlaten hadden, daalden
wij naar het schoone en lieflijke dal
van de Donlogne, dat wij bij kleine
dagreizen doortrokken, want een rijk
land bevat welgestelde burgers, en
danr onze voorstellingen zeer talrijk
waren, stroomde het geld in CapTs
bakje.
Ken bevallige brug. die in den ne
vel ons toescheen aan herfstdraden
te hangen, strekt zic-h boven een bree-
de rivier uit. welke rustig tusschen
hare boorden voortkabbelthet is de
brug van Cubzac en de rivier is de
Dordogne.
Een oud© bouwvallige stad met
grachten en wallen, met torens en
een klooster, omheind door ingestor
te muren, met hoschjes waarin de
krekel zich onophoudelijk doet hoo
ren dat is Saint-Emilion.
Maar dat alles staat mij slechts on
bestemd voor den geest, terwiil een
onder schouwspel mij veel meer ge
troffen heeft, en zulk een dirn°n in
druk op mij maakte, dat ik het mij
nog levendig herinneren kan.
Wij hadden den nacht in een zeer
arm dorp doorgebracht, dat wij den
anderen morgen reeds hii het aan
breken van den dag verlieten. Gerui-
men tiïcl hadden wij een zandweg
gevolgd, toen wij plotseling, inplaats
van de wingerden, die den weg om
zoomden. een open vlakte voor ons
zagen, alsof eensklaps, door een
tooverstaf, een gordijn was opgetrok
ken.
Een breede rivier kronkelde zich
zachtkens om den heuvel, dien wij
bestegen, en aan gindsche zijde van
die rivier verhieven zich -de dnkena
en torens van een groote stad, waar
van de grens met den horizon samen
smolt. Wat een huizen Wat een
schoorsteenen De een al liooger en
nauwer dnn de ander. Zij stonden
daar als pilaren, die een zw arte rook
kolom deden opstijgen pringegeven
aan de luimen van een licht koeltje,
en boven de stad pakten zij zich tot
een donkere wolk samen.
Midden op die rivier en aan de ka
den lagen een aantal schenen, di«
als boomen van een woud zich ver
hieven. waarvan tuig en masten, zei
len en vlaggen in elkander grepen
en zich verwarden, wanneer de wind
er onder speelt.
Men hoorde ©en dof gedreun, het
geluid van rammelend i'»r en zware
hamerslagen, tenviil daar bovenuit
onafgebroken het ratelen van riitui
Een klonk, die men in ziin verheel
ding over de kade »ag >-;jdon
(Wordt vorvoled 1