De Europeosche Oorlog.
TWEEDE Bt AD.
HASRLEBS'S DAGBLAD
DINSDAG SO KOVEPAEER !?15
Nog
steeds blijven 4o Italianen ban offensief ïoorfzetten. Hevige geveehten
aan het Isonzo- en ïrentino-front.
Keizer Wilhelm brengt te Weenen een bezoek aan keizer Frans Jozef.
Olficieel nieuws.
'Aan de stafberichten ontleenen wij:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van. den Duitsciien staf
Ten N. van St. Mihlel is een
Fransch vliegtuig tot een landing
voor 't Duitsche front gedwongen en
door DuitECli artillerievuur vernield.
In Connnes zijn sedert de twee
laatste weken door Fransch vuur 22
inwoners gedood en 8 gewond.
Van den Franschen staf:
Melding wordt gemaakt van ge
vechten met handgranaten in Artois,
aan den weg naar Rijsel en in Lotha
ringen, bij Reillon.
Nieuwe bijzonderheden omtrent den
Zondag beproefden verrassenden
aanval tegen een van de Franscho
werken ten westen van Berry au bac
bevestigen het échec van de Duit-
schers. Na met handgranaten aange
vallen te hebteai, moest een Duitscbe
afueeling vluchten met achterlating
van vele dooden en gevangenen.
Zondag vlogen vier Duitsche vlieg
tuigen boven Verdun. Ze wierpen, en
kele bommen zonder schade aan te
richten. Ter weerwraak wierpen vijf
Fransche vliegers een twintigtal
bommen op het station van Brielies,
ten zuiden van Steway. De spoorlijn
werd vernield en een trein, die in
de richting van de zee op weg was
moest ijlings terugkeeren.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
De Duitsche en Oosten-
rij k s c h e stafberiehten brengen
- een nieuws.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oostenrijkschem
staf:
De slag aan de Isonzo duuii voort.
Ook in de hevige gevechten van Zon
dag handhaafden de Oostenrijksuhe
troepen zich. in al hun stellingen.
Tegen het braggehoofd van Görz
brachten de Italianen wederom nieu
we troepen in het veld; ondanks de
verliezen, die zij leden, volgde de
eene bestorming op de andere. Alleen
bij Oslavija «n op de Podgora-hoog-
te gelukte het den Italianen in de
Oostenrijksche stellingen binnen te
dringen; zij werden er echter weder
uitgeworpen. Overigens mislukten al
le aanvallen der Italianen roeds door
't Oostenrijksche kanonvuur.
Het gebied ter weerszijden van dien
Monte Michelo werd eveneens door
zeer sterke Italiaansche troepen aan
gevallen.
Aan den sector van de noordelijke
Isonzo werden hevige aanvallen op
de Oostenrijksche bergstclluigen ten
noorden van Tohnein afgeslagen.
D« strijd In Servië.
STAFBERICHTEN.
Van den Duitschen staf
negro alle nog aanwezige zware en
veldkanonnen. Het overblijfsel van
het Servische loger trekt alleen met
bergkanoimen terug.
De opmarsch der Bulgaren naar
Prizrend duurt voort.
Aan het Zuid-Macodonische front
bezetten Bulgaarsche troepen d®
laatste Servische stelling aan de Crna
Rjeka aan eten weg van Prilep naar
Mon astir.
Bij Alince, 11 K.M. ten zuidwesten
rn Prilep, trokken de Serviërs zich
in de richting van Monastir terug.
Ten gevolge van de krachtige ver
volging door Bulgaarsche trctepen
konden de Serviërs de brug over de
Crna Rjeka niet vernielen.
Aan genoemden weg hebben de
Fransehen bij hun terugtocht naar
den rechteroever van de Cerna de
spoorwegbrug over tte Wardar en de
brug bij Vozerei, negen K.M. ten
westen van Kawadar, vernield.
IN MONASTIR.
Router seint uit SaloniKr
De toestand te Monastir is zeer ern
stig. De bureeriijko autoriteiten ver
lieten de stad, maar kolonel Yassitsj
is vast besloten de plaats tot het
uiterste te verdedigen.
MILITAIRE BESCHOUWINGEN.
De militaire deskundige van 't Alge.
meen Handelsblad schrijft:
„Men kan zich nu wel troosten, ge
lijk de „Times"' liet dtaet, met de op
somming van al de geweldige strijd
machten die noodig waren om het
kleine landje te onderwerpen. Aan
het feit verandert dit niets: op het
oogenblik zijn de Duitscbers en hun
ne bon&zenooten in den Balkon de
overwinnaars. Hun doel is bereikt en
blijkbaar volkomen bereikt. In het
Duitsche legerboricbt wordi officieel
verklaard en ondanks alle gerust
stellende verzekeringen van Reuter
en Ilavas is er alle reden o-m de juist
heid van het Duitsche bericht te er
kennen dat thans met Servië is af
gerekend, dat de grocte operatiën zijn
geëindigd en dat. wat nu alleen nog
noodig is, de bevestiging is van het
veroverde.
Het Servische leger is voor ©en
groot deel krijgsgevangen gemaakt
bijna de helft, zegt het Dukeche
bericht duizenden zijn gesneuveld
of gewond en wat er nog over ia van
het leger trekt terug in liet onherberg.
zarne Albanië waar gemis aan
aanvoer van munitie en levensmidde-
km, de laatste weerstandskracht de
zer dapperen zal vernietigen. Dat is
blijkbaar ook de verwachting der
Duitschers, die voorloopig geen plan
non schijnen te hebben op eon ver
dere vervolging en de uitgeputte Ser
vische troepen schijnen te wallen over
laten aan cLo ellenden van het Alba-
neeecho bergland en cle mogelijke
vijandschap der Albancesche- bunden.
Het was den Duitschers ie doen om
de vrije verbinding met Bulgarije en
Turkije; nu dit doel bereikt is zul Ion
zij b.ijkbaar zicli aan geen verdere
Balkanavonturen wagen. W at er al
dus aan troepen van hen mocht vrij
komen. kan dan worden gebruikt, in
dien dit noodig mocht blijken, om clo
t-, a „.„.i Bulgaren te steunen in den strijd1 tel-
De vervolging der berwere Franschen en Engelse-hein, diie
verderen voortgang. Meer dan 1500J*» grens van Sei-vic
draagt 502, waaronder vele zware.
Van den Oostenrijkscben
staf:
Het Oostenrijksche offensief tegen
het noordelijk en noord-oostelijk ge
deelte van Montenegro wordt voort
gezet. Dc Dostonrijksch-Hongoarsche
troepen dringen voorwaarts over dien
Metalkapas ten zuiden van Priboj.
Van den Bulgaarse hen staf:
Aan het front vervolgen de Bulga
ren de Serviers krachtig ondanks het
zeer ongunstige weder.
Op den opmarseli naar Prizrend na
men de Huigaren 3000 man gevan
gen en maakten acht kanonnen buit.
De Serviërs vernielden bij hun te
rugtocht in de richting naar Monte-
de Bulgaarsche liaien te doorbreken
niet om Serv ië te redden, daarvoor
is het natuurlijk te Iaat, maar om
aldus te trachten do vei binding der
Duitsohers met hun Turkschen bond
genoot te verlireken.
Voor den nuchteren beschouwer
blijkt dit echter eon vrij hopeloos on
dernemen. Franschen en Engelschen
zijn nog ver af van de spoorlijn, die
Midden Europa niet do Turksche
hoofdstad verbindt; een uiterst be
zwaarlijk terrein, waar de Buigaar-
sclie soldaat volkomen, bekend is en
die noodige oorlogservaring reeds
heeft opgedaan, zou moeten worden
doorgetrokken. Reeds is de winter in
gevallen een strenge winter dreigt
het te worden, zegt een Reuter be
richt en een stiistand in den veld1-
tocht is dus bovendien nog zeer waar
schijn! ijk.
De voorspelling van den correspon
dent van het „Bert. Tagebl.dat de
geallieerden het nuttelooze van een
campagne in Servië gaan inzien, is
dus lang niet onwaarschijnlijk. Die
campagne is ber/onnen in de hoop op
cle medewerking van Griekenland,
nu dit echter van deelneming aan
den strijd niet wil weten en zich al
leen wil beperken tot eon voor de en
tent© welwillende neutraliteit, schijnt
elke actie hier dan ook slechts een
versnippering van krachten. De hon-
dorddui zen dsn, die noodig zouden
zijn orn met eenige kans op succes de
operation hier door te zetten, kunnen
elders waarschijnlijk van meer nut
zijn. Vooral nu blijkbaar noch do ac
tie van Russische zijde waar men
aarzelt omdat Roemenië een zelfde
rol als Griekenland wensclit te sper
ten noch de zoo vaak aangekondig
de en telkens weer tegengesproken
actie van Italië, aanstaande is",
merkt <la correspondent op.
DE SERVISCHE REGEERING IN
SKOETARL
De „Temps'' betoogt, dat de vesti
ging van de Servische regeering in
Skoetari niets afdoet aan den mili
tairen toestand.
De Servische regeering heeft zoo
•erklaart de Temps" het gebeurde
een woonplaats gekozen in
nabijheid van het vaderland, welke
haar tegeliikertijd de noodige veilig
heid verzekert en een betrekkelijk
gemakkelijke verbinding met het bin
nenland. Haar installat.io te Skoetari
beslist al evenmin de Servische
quaestie aks de vestiging van de Bel
gische regeering te Havre dit deed
voor België.
In haar militair overzicht zegt het
blad, dot de Servische minister van
oorlog verklaart nog de beschikking
te hebben over 200.000 man, die lang
zaam op Albanië terugtrekken en
daarbij voet voor voe\ het terrein
verdedigen om zoodoende den gealli
eerden tijd te geven, hun etrijdkrach
ten samen te trekken. De toestand is
moeilijk vooral ten gevolge van het
gebrek aan munitie. De geallieerden
voeren munitie aan langs Saloniki,
maar het zal belaas lang duren, voor
dat de troepen aan de Alhaneesche
grens er over kunnen beschikken.
DE TOESTAND VAN HONING
PETER.
De „Times" verneemt uit Milaan
Het verdriet, waaronder koning Po
ter van Servië gebukt gaat, doet voor
zijn leven vreezen. Hij is zeer ziek,
maar dringt er op aan om naar het
front te gaan.
Griekenland en de
entente
S'KOELOEDIS AAN HET WOORD.
Do Athoeneche correspondent van
den „Teinps" heeft den minister-pre
sident Skoeloedis geïnterviewd, die
verklaarde, dat hij zeil tot geen poli-
tieko partij behoorde. Hij liet zich
uitsluitend leiden door hetgeen hij
Griekenland's belang acht. Hij nam
de zware taak van leider der regee
ring op zich alleen om zijn vaderland
van dienst te zijn. Hij wees er verder
met nadruk op, dat hij wcnschte aan
te toonen, dat het jongste incident
met de Entente-mogendheden, het ge
volg was van een misverstand dat
men overwegingen, welke vun uitslui
tend theoretiechen aard waren, heeft
opgevat als werkelijkheid.
De eerste minister reide tenslotte,
dat Griekenland het gevoel hoeft tus-
schen hamer en. aambeeld te zitten.
De positie van de regoering was ui
terst moeilijk en gevaarlijk. Skoeloe
dis verzekerde, dat hij en zijn colle-
gas trachten de neutraliteit tegen
over de Entente te handhaven, een
welwillende neutraliteit, wel te ver
staan, en haar taak zooveel mogelijk
te vergemakkelijken. Ik verwacht, dat
alles ten goede zal geschikt worden
en dat de than6 aangevangen bespre
kingen tenslotte den geallieerden dui
delijk zullen maken, dat Griekenland
hun vertrouwen waardig is en dit
wil blijven.
Reuter seint uit Athene:
Het antwoord van Griekenland op
dte laatste nota der entente is naar de
gezanten der vier mogendheden (En
geland, Frankrijk, Rusland, Italië)
verzonden.
Het antwoord van Griekenland was
ln vriendschappelïjken geest gesteld.
Grieksche ambtelijke kringen is
men van oordeel, dot dit antwoord
den weg baant naar liet gewensehte
vergelijk, wijl het voldoet aan den
wenscli van Griekenland om neutraal
te blijven, doch tevens geen belemme
ringen opwerpt tegen de plannen der
entemie.
De Vossische Ztg. ontleent aan de
Stampa dat volgens uit Parijs ontvan
gen berichten de nota van de entente
aan Griekenland vier eischen bevat
te: le afstand van den spoorweg van
Saloniki in Engelsch-Fransch beheer
tot na afloop der operaties; 2e. spoe
dig vertrek uit Saloniki van de daar
samengetrokken C.rieksohe troepen-
-afdeelingen; 3e. het toestaan van het.
recht van onderzoek van alle Griek
sche kusten en eilanden door de vlo
ton dor geallieerden om vijandelijke
duikbooten en liaar steunpunten op
te sjioren; 4e. plechtige verplichting
om de troepen der geallieerden on
der geen omstandigheden te ontwa
penen.
Slechts het vierde puilt is ingewik
ligd.
Kitchener.
Kitchener is te Parijs aangekomen
i door president Poincaré ontvan
gen.
Keizer Wilhelm en Keizer
Frans «Jozef.
't WoHfbureau meldt officieel uit
Berlijn:
Do Duitsche keizer begaf zich
Maandag voor een kort bezoek aan
k-iizc-r Franz Joseph naar Scliön-
brunn. Dit is de eerste ontmoeting
van de beide verbonden vorsten se
dert het uitbreken van den oorlog.
Het weerzien heeft plaats op een tijd
stip dat Duitsche en Oostenrijksch-
Hongaarsche troepen schouder aan
schouder en in verband met de troe
pen van het verbonden Bulgarije, de
grootste successen hebben behaald.
De keizer voelde behoefte na zoo
langen bewogen tijd keizer Franz
Joseph In trouwe vriendschap
hand te drukken.
't Weensche correspondentiebureau
sehit:
Keizer Wilhelm is Maandagoch
tend 11 uur te Weenen aangekomen
om een Intiem bezoek te brengen aan
Keizer Franz Jozef. Aan het station
werd hij ontvangen door den aarte-
herlog-troonopvotger Karl Franz Jo
seph en de- aartshertogen Franz Sal-
vator en Karl Stefan.
De Keizei- reed onder onbeschrijfe
lijk© geestdrift van de sa Am gestroom
de menigte naar het kasteel SchOn-
bruirn. waar hij als gast van den Kei
zer zijn intrek nam.
De ontmoeting tusschen dé beide
Keizers was buitengewoon hartelijk.
De vorsten konden hun ontroering
bi.eia niet bedwingen. Keizer Franz
Jo'sejJi geleidde zijn gast zelf naar
zijn appartementen.
Kort na de aankomst des Keizers
had een intiem dejeuner plaats aan
hetwelk alleen de beide keizers en de
aartshertog-ëli'oon op volger deelnam
men.
In de geheelc stad, die eerst 's och
tends kennis kreeg van het bezoek,
van den Duitsdien Keizer, heerschton
de grootste vreugde en geestdrift.
Weenen prijkte in rijken vlaggentooi.
Keizer Wilhelm omving des mid
dags den minister van Buitenland-
sche Zaken, baron Burian, den Oos-
tenrijkschen minister president graaf
Stuergkh, en graaf Tteza, den
gaarschen minister-president, in bij
zondere audiëntie.
De Keizer gebruikte de thee op de
Duitsche ambassade, waarheen hij
zich met den aartshertog-troonopvol
ger Karl Franz Josoph incognito be
gaf.
De Keizer vertrok Maandagavond
n i een zeer hartelijk afscheid van
Keizer Franz Joseph te hebben gen»
men op het kakteel Schönbrunn. Hij
werd door den troonopvolger naar
het station gebracht.
De „Wiener Abend poet" schrijft
„De Duitsche Keizer is lieden
Weenen aangekomen. De doorluchti
ge vriend van onzen Keizer werd
steeds als een hoogvereerde gast bin
nen de muren van onze hoofd
residentiestad gevierd.
De bevolking van Weenen, die
wist, dat zii daartnj één van tin was
met de monarchie, begroette in Kei-
ze." Wilhelm het hoofd van het trouw
met Oostenrijk-Hongarije verbonden
Duitsche rijk en den beproefden
vriend van zijn zeer geliefden Keizer;
een heerscher, die voor alles, wat den
vooruitgang en het geluk der menseh-
heid kan bevorderen, een «pen oog
heeft en het 6teeds krachtig bevor
dert.
En te midden van het gewoel van
den oorlog verschiint thans Keizer
Wilhelm binnen de muren onzer stad
en het juichende Weenen ontvangt
hem warmer dan ooit. In onverzwak
te herinnering -zijn nog de woorden,
met welke Keizer Wilhelm eens in het
raadhuis te Weenen Duitechland's
onverbrekelijke wapentrouw beloofde
oorwaar. de geschiedenis van
den wereldoorlog is het hooglied van
de trouw geworden. In de ideéelsle
wapen broederschap strijden Duifsch-
land en Oostenrijk-Hongarije voor de
hoogste goederen en de Almachtige
heeft hunne wapens gezegend.
In trouwe samenwerking sloten het
Turksche rijk en Bulgarije zich bij
hen aan. De onwederstaanbare ge
meenschappelijke wil tot overwinnen
bezielt het volk onder de wapens van
de kusten van Noord- en Oostzee af
tot in de velden van Mesopotamië.
Onder veelbelovende voorteekens
kwam Keizer Wilhelm te Weenen
aan.
in plechtige stemming herinnerde
de bevolking van de rijkshoofdstad
rich hun Keizer Wilhelm, die alles
deed om ziin volk te doordringen van
het bewuetzün van den grooten tijd,
in welken wij leven en door rijn nie-
dcsleepend, persoonlijk voorbeeld het
gemoed van zijn soldaten wist te ont-
lammen. Met eerbiedige vreugde
begroeten Weenen en geheel Oosten
rijk-Hongarije den verheven gast en
vriend van zijn innig geliefden Kei
zer, den zegenrijken bondsveldheer
•on het Duitsche rijk.
Geluk en heil den verbonden vol
ken, die onder de zichtbare genade
der Voorzienigheid strijden, geluk en
heil den Duitschen Keizer en zijn
doorluchtig huis."
Op Zee.
GEZONKEN SCHEPEN.
Lloyde meldt, dat de Fransche
stoomboot „Algerien" gezonken is.
Acht opvarenden zijn gered, een lijk
ia gevonden 29 opvarenden worden
nog vermist.
Verder zijn nog gozonken de Fran
sche stoomboot „Omara" en de En-
gelsohe stoomboot „Tanie". De equi
page van dit laatste schip is in twee
reddingbooten aan wal gekomen.
Uit Zuid-Afrika.
Reuter seint uit Londen
Generaal Smuts hield op een feest
maal te Stellenbosoh een redevoe
ring, waarin hij wees op de zware
wolk, die thans de beschaving om
sluiert en waarin hij verklaarde, dat
ook de Zuid-Afrikanen, als onderdeel
van het blanke ras, dat zijn blued
vergiet voor de hoogste idealen der
vrijheid, hun aandeel moeten dragen.
Hij zeide overtuigd te zijn, dat zij hun
plicht zouden doen jegens henzelf en
het rijk. „Er zijn menschen." zoo ver-
olgde hij, „die alleen aan Zuid-
Gnze Laeiiiioek
Onverwacht
Z ijDit is nu do vierde maal, dat
u mij ten huwelijk vraagt. Hoeveel
maai verwacht u, dat ik u telkens
weer zal afwijzen?
II ij Persoonlijk acht ik driemaal
voldoende.
Weinig invloed.
A tot collega boekhouder) Heb je
al plannen voor je vacantie gemaakt?
B.Dat is onnoodig, inijn patroon
beveelt wanneer ik gaan kan en znijo
vrouw waarheen.
Hoogsalaris.
Een advocaat had de gewoonte, zijn
jongsten bediende de les te lezen, uf
hij het verdiende of niet.
Totdat hij op zekeren dag een ge
sprek hoorde lusscticn zijn jongste»
bediende en dien van een oollega.
Hoeveel verdien j'j? vroeg de
laatste.
Tweeduizend gulden per jaar.
Och kom!
Heusch waar tweehonderd gul
den in geld en de rest in adviezen.
zorgvolle omstandigheden geopend
als die van tiet vorige jaar. De oor
log, die de wereld rondom ons met
bloed bedekt, duurt met stijgende
verbittering voort. Nieuwe staten gre
pen in den strijd in, waardoor het
Europeesch conflict steeds grootrr
omvang aannam. De toestand rnaakt
het voor ons nog meer tot plicht ow.e
bemoeiingen te vereenigen tot verde
diging van de groote belangen vim
Roemenië en alle andere zorgen tor
zijde te stellen.
In de thans geopende zitüng zullen
u verschillende wetsontwerpen en
credietvoorstellen worden voorgelegd,
dia ten doel hebben het hoofd re bic-
den aan de tegenwoordige moeilijke
omstandigheden.
Ik twijfel noch aan de wijsheid,
waarmede gij die voorstellen onder
zoeken zult, noch aan uw patrious'-
me-, dat u de regeering zal doen
steunen. Ik ben toch overtuigd, dut
gij u en later in de behoeften van ons
geliefd leger zult voorzien, dat zich
steeds de liefde en het vertrouwen
van het land waardig toonde en
waarop thans meer dan ooit de po
sitie, die Roemenië toekomst, is go-
bassoerd.
Vol vertrouwen in de toekomst van
0419 dierbaar Roemenië bid ik God
uw arbeid te wilTcn zegenen".
Uit do Veresnlgd© Staten
Reuter seint uit New-York:
„De met groot misbaar aangekon
digde pogingen der verschillende zoo
genaamde pacifist/-» en andoren, wier
verlangen naar vrede wordt mgog-j.
ven door min of meer doorzichtige
beweegredenen, vinden seen weer
klank in ce verantwoordelijke bladen
der Yereenigde Staten
Afrika denken, terwijl bij anderen het I Reeds hebben otficieele personen te
rijk alle gedachten in beslag neemt." j \Ye32ungton verklaard, niets inot de-
Spreker echter zeide„Zoolang wij ze vredesbeweging uitstaande te l»el>-
ix-n, wjer organisatois pogingen doen
om alle middelen der ope-nbaarlteid
aan te wenden tot het scheppen van
en llvredes"-stemming onder het
olk, hier en in den vreemde".
in dit land aan het bewind zijn, zul
len wij trachten onzen plicht te doen
jegens Zuid-Afrika en levens jegens
liet rijk. Ik zeg u, dat het heel wel
mogelijk is de vervulling onzer plich
ten in beide gevallen rnet elkander
in overeenstemming te brengen."
Burton, de minister van spoorwe
gen, verklaorde, dat men in het rijk
overtuigd is, dat de belangen van
Zuid-Afrika onverbrekelijk verbon
den zijn met die van het rijk. De ge
beurtenissen, die zich thans afspelen,
leiden tot een ruimer verwezenlijking
van de verplichtingen jegens het
rijkhet gesloten verbond is er geeu
van elaafsche aanhankelijkheid, maar
een, dat liet roemrijk beginsel der
vrijheid verdedigt. Deze band ver
bindt allen, zonder ze feitelijk te
binden.
Voor don vredo.
DE OORLOG EN HET KERSTFEEST.
Reuier seint uit Rome:
Wij vernemen, dat de Paus het ver
langen te kennen gaf opnieuw te
trachten een wapenstilstand met
Kerstmis tusschen de oorlogvoeren
den te verkrijgen.
Uft dan Balkan.
DE ROEMEENSCHE TROONREDE.
Hit Boekarest-wordt door het Roe-
meenech agentschap geaeind
De gewone zitting van het parle
ment werd door den Koning, in te
genwoordigheid van den kroonprins
en de ministers, geopend.
De Koning werd in het parlement
luide toegejuicht.
Hij las de volgende Troonrede
voor
Atterlei.
Havas seint uit Parijs dat aldaar
op het Trocadero een betoog.ng heeft
plaats gehad ter eere van de nage
dachtenis van mis9 Cavell, georgani
seerd door den Ligu© du Droit de I -
Hiomnie. Eenige mnlsters, gezanten
en ook president Poincaré waren te
genwoordig.
EEN ONDERHOUD MET Z. II.
DEN PAUS.
't Wolffbureau seint uit Berlijn:
De „Berl. Zeit. am Mittag" publi
ceert een onderhoud van een hoogge
plaatst neutraal persoon met den
Paus, Op ©en vraag betreffende we
reldlijke machtspositie van den Paus
antwoordde bij, dat alleen dan een
duurzame vrede zou ontstaan, wan
neer de positie van den Heiligen StoJ
op bevredigende wijze geregeld werd.
De vrijheid van de Kerk en hare on
afhankelijkheid behoorden vnstge-
steld t,e worden.
De Paus zeide verder: „Wij mogbn
wel aannemen, dat hier en daar hard
heden zijn voorgekomen, maar de
Duitschers werden steeds geprovo
ceerd. Wanneer wij onze stem zou
den willen verheffen tegen hetgeen,
naar het heet, in België is gebeur t,
dan moesten wij ons in de eerste
plaats keeren legen het optreden dei
„Deze rilling wordt onder dezelfde Russen in Polen en Oost-Prinsen
FEUILLETON
29) i
Was Lij lam? Hij schoen op een
plank vastgebonden.
Intussohen was het schip tegen
den oever komen liggen, waar ik
stond, en ik zag nu den jongen alsof
ik zelf op de 60huit had gestaan. Hij
bad blonde haren en zijn, gelaat was
zeer bleek, zoo bleek, dat men de
blauwe aderen van zijn voorhoofd
zien kon onder zijn doorschijnend
vel. Zijn gelaat had iets treurigs en
pijnlijks als van een zieke.
Hoeveel kost eene plaats bij
uwe vertooning? vroeg de dame.
Men betaalt naarmate van het
genoegen, dat ze gegeven heeft.
Dan moet u heel voel betalen,
mama, zeide de knaap, en hij voegde
er toen iets bij in eene taal, die ik
niet verstond.
Arthur wilde uw diertjes van
dichterbij zien.
Ik gaf Capi een lecken. die ter
stond zijn loop nam en in de boot
sprong.
En de anderen I riep Arthur.
Zei-bi no en Doloe volgdm hun mak
ker.
En de aap!
Ook Joli-Ooeur kon gemakkelijk den
sprong doen; maar als hij eens aan
boord was, kon hij zich wel eens vrij
heden veroorloven, die niet in den
smaak der dame vielen.
Is hij nijdig? vroeg zij.
O neen, mevrouw, maar hij is
niet altijd gehoorzaam en ik ben
bang, dftt hij iets doet dat niet goed
is.
Welnu, kom zelf dan maar met
hem mede.
Bij die woorden gaf zij een wonk
aan con man, die bij het roer stond
en deze kwam terstond naar de plecht
met een plank, waarvan hij het uit
einde op den kant legde.
Oven- deze brug kon ik nu op het
schip komen zonder den gevaarlijken
sprong t© wagen en ik liep er mot
waardigheid overheen met mijn harp
over den schouder en mijn aap in de
hand.
O, de aap! de aapl riep Arthur.
Ik naderde den knaap en terwijl
hij hem streelde, kon ik hem on mijn
gemak gadeslaan. Ik zag nu, aat hij
inderdaad op een plank was vastge
bonden, zooals ik terstond iv©ds had
meenen ta bomerkeü.
Je hebt een vader, niet waar
Jongenlief? vroeg de dame.
Ja, maar thans ben ik alleen.
Voor hoe lang?
Voor twee maanden.
Twee maanden? anno jongen."
Hoe komt gij zoo alleen op uw leef
tijd?
Ik moei wel, mevrouw.
Uw meester dwingt u vast om
na twee maanden hem eene bepaal
de som geld te geven?
Neen. mevrouw, hij dwong mij
tot mets. Als ik maar met mijn troep
je leven kan, is dit genoeg.
En ge hebt tot dusver kunnen
leven?
Ik aarzelde met mijn antwoord.
Nooit had ik eene dame gezien die
mij zooveel ontzag inboezemde als zij
die mij thans ondervroeg. Toch sprak
zij zoo minzaam tegen mij, hare stem
was zoo zacht, haar blik zoo vriende
lijk, zoo bemoedigend, dat ik er ein
delijk maar ioe besloot de waarheid
te vertellen.
Waarom zou ik ook zwijgen?
Ik verhaalde haar dus waarom ik
van Vitalis had moeten scheiden, die
tot gevangenisstraf was veioordeeld,
omdat hij mij verdedigd had en hoe
ik, sedert ik Touiouse had verlaten,
niets had verdiend-
Terwijl ik sprak, speel de ArthuT
met de honden, maar hij luisterde
toch toe en hoonto wat. Ik zeide
Wat zult ge dan allen honger
hebben! riep hij uit.
Op dat woord, dat ze allen verston
den, begonnen de honden te blaffen
en Joli Coeur wreef zijn buik.
Ilé, mamal zeide Arthur.
Do dame begreep zijn bedoeling.
Zii sprak eenige woorden ln een
vreemd© taal tot eene vrouw, wier
hoofd te voorschijn kwam door eene
half-geopende deur en bijna onmid
dellijk daarna bracht deze een tafel
tje met allerlei spijzen,
Ga zitten, mijn jongen, zeide de
dame.
Ik liet mij niet tweemaal noodig en.
zette mijn harp neder en nam aan
stonds plaats aan tafel. De honden
schaarden zich om mij en Joli-Ooeur
ging op mijne knieën zitten.
Eten uwe honden brood? vroeg
Arllhor.
Of ze brood aten, ik gaf hun elk een
stuk, dat zij onmiddtellijk verslonden.
En de aap? vroeg Arthur weder.
Maar hij behoefde dit niet eens te
vragen, want drvwijl ik de honden
bediende, had hij zich meester ge
maakt van een korst, waarin hij ou
der tafel bijna stikte.
Op mijn beurt nam ik een sneedje
brood en zoo ik er al niet bijna in
stikte, ziooals Joli-Coeur, at ik het
tooh even gulzig op als hij.
Arm kind! sprak de dame, ter
wijl zij mijn glas vulde,
Arthur zeide niets, nnar sloeg ons
gade mot wijd geopende oogen. Hij
verbaasde zich zeker over onzen eet
lust, want de een was al hongeriger
dan de ander, zelfs Zerhino, die toch
meer of minder verzadigd moest zijn
van het vlecech, düt hij gestolen had.
En waar zoudt gij vuudaag ge
geten hebben, als wij u niet ontmoet
hadden? vroeg Arthur.
Ik denk dat wij dan niet zouden
gegeten hebben.
En waar zuH gij morgen van
eten?
Misschien zullen \v ijl morgen
den een of ander ontmoeten, die zoo
goed is als u.
Arthur sprak niet meer tot mij. Hij
wendde zich tot zijn moeder en zij
spraken langen tijd met elkander in
de vreemde' taal, die ik reeds van hen
gehoord had. Hij scheen iets te vra
gen, wat zij niet geneigd was toe t#
staan, tenminste, waartegen zij ba-
zwaar had.
Opeens wendde hij zijn hoofd we
der naar mij toe, want zijn lichaam
verroerde zich niet-
Wilt gij bij ons bJIjvenï vroeg
bij.
Ik zag hem aan, maar ik kon geen
antwoord geven, zoo verrast was ik
door die vraag.
Mijn zoon vraagt, of gij bij ons
wilt blijven.
Op dit schip?
Ja, op dit schip. Mijn zoontje ia
ziek; de geneesheeren hebben voor
geschreven dat hij op eene plank zou
worden vastgebonden, zoouls gij ziet.
Opdat hij zich niet zou vervelen, doo
ik tochtjes met hein op hx water. Gij
blijft bij ons. Uwe honden en uw aap
zullen voorstellingen geven voor AO-
tiiur, die uw publiek zal uitmaken.
En gij, beste jongen zult voor ons op
uw harp spelen. Daarmede bewijst gij
ons een dienst en wij kunnen u ni'S-
schien van nut zijn. Gij behoeft niet
eiken dag naar ©en pub.:ek te zoeken,
wat misschien op uw leeftijd u zoo
gemakkelijk niet zou vallen.
Op een schip! Ik was nooit op een
schip geweest en dat was juist wat
ik het vurigst had verlangd. Ik zou
op een schip, op het water! Wolk een
golukl
Dit was de eerste gedachte, die zich
van mij meester maakte en mij ge-
heel overstelpte. Melk een droom!
Eenige oogenbllkken nadenken d*
don mij al hel geluk beseffen, dat in
die vraag voor mij opgesloten lag ff)
hoe goed de danvo was. die ze tot mij
richtte.
Ik groep har© hand en kuste die.
Zij scheen gevoelig voor dit Mijk
van erkentelijkheid en minzaam, io«n
der bijna, streek zij een paar malen
met hare hand over mijn voorhoofd.
Arm kind, zoide zij.
iNVordt vervolgd).