De Europeosche Oorlog. TWEEDE Bt AD. HASRLEBS'S DAGBLAD DINSDAG SO KOVEPAEER !?15 Nog steeds blijven 4o Italianen ban offensief ïoorfzetten. Hevige geveehten aan het Isonzo- en ïrentino-front. Keizer Wilhelm brengt te Weenen een bezoek aan keizer Frans Jozef. Olficieel nieuws. 'Aan de stafberichten ontleenen wij: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van. den Duitsciien staf Ten N. van St. Mihlel is een Fransch vliegtuig tot een landing voor 't Duitsche front gedwongen en door DuitECli artillerievuur vernield. In Connnes zijn sedert de twee laatste weken door Fransch vuur 22 inwoners gedood en 8 gewond. Van den Franschen staf: Melding wordt gemaakt van ge vechten met handgranaten in Artois, aan den weg naar Rijsel en in Lotha ringen, bij Reillon. Nieuwe bijzonderheden omtrent den Zondag beproefden verrassenden aanval tegen een van de Franscho werken ten westen van Berry au bac bevestigen het échec van de Duit- schers. Na met handgranaten aange vallen te hebteai, moest een Duitscbe afueeling vluchten met achterlating van vele dooden en gevangenen. Zondag vlogen vier Duitsche vlieg tuigen boven Verdun. Ze wierpen, en kele bommen zonder schade aan te richten. Ter weerwraak wierpen vijf Fransche vliegers een twintigtal bommen op het station van Brielies, ten zuiden van Steway. De spoorlijn werd vernield en een trein, die in de richting van de zee op weg was moest ijlings terugkeeren. OOSTELIJK OORLOGSVELD. De Duitsche en Oosten- rij k s c h e stafberiehten brengen - een nieuws. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrijkschem staf: De slag aan de Isonzo duuii voort. Ook in de hevige gevechten van Zon dag handhaafden de Oostenrijksuhe troepen zich. in al hun stellingen. Tegen het braggehoofd van Görz brachten de Italianen wederom nieu we troepen in het veld; ondanks de verliezen, die zij leden, volgde de eene bestorming op de andere. Alleen bij Oslavija «n op de Podgora-hoog- te gelukte het den Italianen in de Oostenrijksche stellingen binnen te dringen; zij werden er echter weder uitgeworpen. Overigens mislukten al le aanvallen der Italianen roeds door 't Oostenrijksche kanonvuur. Het gebied ter weerszijden van dien Monte Michelo werd eveneens door zeer sterke Italiaansche troepen aan gevallen. Aan den sector van de noordelijke Isonzo werden hevige aanvallen op de Oostenrijksche bergstclluigen ten noorden van Tohnein afgeslagen. D« strijd In Servië. STAFBERICHTEN. Van den Duitschen staf negro alle nog aanwezige zware en veldkanonnen. Het overblijfsel van het Servische loger trekt alleen met bergkanoimen terug. De opmarsch der Bulgaren naar Prizrend duurt voort. Aan het Zuid-Macodonische front bezetten Bulgaarsche troepen d® laatste Servische stelling aan de Crna Rjeka aan eten weg van Prilep naar Mon astir. Bij Alince, 11 K.M. ten zuidwesten rn Prilep, trokken de Serviërs zich in de richting van Monastir terug. Ten gevolge van de krachtige ver volging door Bulgaarsche trctepen konden de Serviërs de brug over de Crna Rjeka niet vernielen. Aan genoemden weg hebben de Fransehen bij hun terugtocht naar den rechteroever van de Cerna de spoorwegbrug over tte Wardar en de brug bij Vozerei, negen K.M. ten westen van Kawadar, vernield. IN MONASTIR. Router seint uit SaloniKr De toestand te Monastir is zeer ern stig. De bureeriijko autoriteiten ver lieten de stad, maar kolonel Yassitsj is vast besloten de plaats tot het uiterste te verdedigen. MILITAIRE BESCHOUWINGEN. De militaire deskundige van 't Alge. meen Handelsblad schrijft: „Men kan zich nu wel troosten, ge lijk de „Times"' liet dtaet, met de op somming van al de geweldige strijd machten die noodig waren om het kleine landje te onderwerpen. Aan het feit verandert dit niets: op het oogenblik zijn de Duitscbers en hun ne bon&zenooten in den Balkon de overwinnaars. Hun doel is bereikt en blijkbaar volkomen bereikt. In het Duitsche legerboricbt wordi officieel verklaard en ondanks alle gerust stellende verzekeringen van Reuter en Ilavas is er alle reden o-m de juist heid van het Duitsche bericht te er kennen dat thans met Servië is af gerekend, dat de grocte operatiën zijn geëindigd en dat. wat nu alleen nog noodig is, de bevestiging is van het veroverde. Het Servische leger is voor ©en groot deel krijgsgevangen gemaakt bijna de helft, zegt het Dukeche bericht duizenden zijn gesneuveld of gewond en wat er nog over ia van het leger trekt terug in liet onherberg. zarne Albanië waar gemis aan aanvoer van munitie en levensmidde- km, de laatste weerstandskracht de zer dapperen zal vernietigen. Dat is blijkbaar ook de verwachting der Duitschers, die voorloopig geen plan non schijnen te hebben op eon ver dere vervolging en de uitgeputte Ser vische troepen schijnen te wallen over laten aan cLo ellenden van het Alba- neeecho bergland en cle mogelijke vijandschap der Albancesche- bunden. Het was den Duitschers ie doen om de vrije verbinding met Bulgarije en Turkije; nu dit doel bereikt is zul Ion zij b.ijkbaar zicli aan geen verdere Balkanavonturen wagen. W at er al dus aan troepen van hen mocht vrij komen. kan dan worden gebruikt, in dien dit noodig mocht blijken, om clo t-, a „.„.i Bulgaren te steunen in den strijd1 tel- De vervolging der berwere Franschen en Engelse-hein, diie verderen voortgang. Meer dan 1500J*» grens van Sei-vic draagt 502, waaronder vele zware. Van den Oostenrijkscben staf: Het Oostenrijksche offensief tegen het noordelijk en noord-oostelijk ge deelte van Montenegro wordt voort gezet. Dc Dostonrijksch-Hongoarsche troepen dringen voorwaarts over dien Metalkapas ten zuiden van Priboj. Van den Bulgaarse hen staf: Aan het front vervolgen de Bulga ren de Serviers krachtig ondanks het zeer ongunstige weder. Op den opmarseli naar Prizrend na men de Huigaren 3000 man gevan gen en maakten acht kanonnen buit. De Serviërs vernielden bij hun te rugtocht in de richting naar Monte- de Bulgaarsche liaien te doorbreken niet om Serv ië te redden, daarvoor is het natuurlijk te Iaat, maar om aldus te trachten do vei binding der Duitsohers met hun Turkschen bond genoot te verlireken. Voor den nuchteren beschouwer blijkt dit echter eon vrij hopeloos on dernemen. Franschen en Engelschen zijn nog ver af van de spoorlijn, die Midden Europa niet do Turksche hoofdstad verbindt; een uiterst be zwaarlijk terrein, waar de Buigaar- sclie soldaat volkomen, bekend is en die noodige oorlogservaring reeds heeft opgedaan, zou moeten worden doorgetrokken. Reeds is de winter in gevallen een strenge winter dreigt het te worden, zegt een Reuter be richt en een stiistand in den veld1- tocht is dus bovendien nog zeer waar schijn! ijk. De voorspelling van den correspon dent van het „Bert. Tagebl.dat de geallieerden het nuttelooze van een campagne in Servië gaan inzien, is dus lang niet onwaarschijnlijk. Die campagne is ber/onnen in de hoop op cle medewerking van Griekenland, nu dit echter van deelneming aan den strijd niet wil weten en zich al leen wil beperken tot eon voor de en tent© welwillende neutraliteit, schijnt elke actie hier dan ook slechts een versnippering van krachten. De hon- dorddui zen dsn, die noodig zouden zijn orn met eenige kans op succes de operation hier door te zetten, kunnen elders waarschijnlijk van meer nut zijn. Vooral nu blijkbaar noch do ac tie van Russische zijde waar men aarzelt omdat Roemenië een zelfde rol als Griekenland wensclit te sper ten noch de zoo vaak aangekondig de en telkens weer tegengesproken actie van Italië, aanstaande is", merkt <la correspondent op. DE SERVISCHE REGEERING IN SKOETARL De „Temps'' betoogt, dat de vesti ging van de Servische regeering in Skoetari niets afdoet aan den mili tairen toestand. De Servische regeering heeft zoo •erklaart de Temps" het gebeurde een woonplaats gekozen in nabijheid van het vaderland, welke haar tegeliikertijd de noodige veilig heid verzekert en een betrekkelijk gemakkelijke verbinding met het bin nenland. Haar installat.io te Skoetari beslist al evenmin de Servische quaestie aks de vestiging van de Bel gische regeering te Havre dit deed voor België. In haar militair overzicht zegt het blad, dot de Servische minister van oorlog verklaart nog de beschikking te hebben over 200.000 man, die lang zaam op Albanië terugtrekken en daarbij voet voor voe\ het terrein verdedigen om zoodoende den gealli eerden tijd te geven, hun etrijdkrach ten samen te trekken. De toestand is moeilijk vooral ten gevolge van het gebrek aan munitie. De geallieerden voeren munitie aan langs Saloniki, maar het zal belaas lang duren, voor dat de troepen aan de Alhaneesche grens er over kunnen beschikken. DE TOESTAND VAN HONING PETER. De „Times" verneemt uit Milaan Het verdriet, waaronder koning Po ter van Servië gebukt gaat, doet voor zijn leven vreezen. Hij is zeer ziek, maar dringt er op aan om naar het front te gaan. Griekenland en de entente S'KOELOEDIS AAN HET WOORD. Do Athoeneche correspondent van den „Teinps" heeft den minister-pre sident Skoeloedis geïnterviewd, die verklaarde, dat hij zeil tot geen poli- tieko partij behoorde. Hij liet zich uitsluitend leiden door hetgeen hij Griekenland's belang acht. Hij nam de zware taak van leider der regee ring op zich alleen om zijn vaderland van dienst te zijn. Hij wees er verder met nadruk op, dat hij wcnschte aan te toonen, dat het jongste incident met de Entente-mogendheden, het ge volg was van een misverstand dat men overwegingen, welke vun uitslui tend theoretiechen aard waren, heeft opgevat als werkelijkheid. De eerste minister reide tenslotte, dat Griekenland het gevoel hoeft tus- schen hamer en. aambeeld te zitten. De positie van de regoering was ui terst moeilijk en gevaarlijk. Skoeloe dis verzekerde, dat hij en zijn colle- gas trachten de neutraliteit tegen over de Entente te handhaven, een welwillende neutraliteit, wel te ver staan, en haar taak zooveel mogelijk te vergemakkelijken. Ik verwacht, dat alles ten goede zal geschikt worden en dat de than6 aangevangen bespre kingen tenslotte den geallieerden dui delijk zullen maken, dat Griekenland hun vertrouwen waardig is en dit wil blijven. Reuter seint uit Athene: Het antwoord van Griekenland op dte laatste nota der entente is naar de gezanten der vier mogendheden (En geland, Frankrijk, Rusland, Italië) verzonden. Het antwoord van Griekenland was ln vriendschappelïjken geest gesteld. Grieksche ambtelijke kringen is men van oordeel, dot dit antwoord den weg baant naar liet gewensehte vergelijk, wijl het voldoet aan den wenscli van Griekenland om neutraal te blijven, doch tevens geen belemme ringen opwerpt tegen de plannen der entemie. De Vossische Ztg. ontleent aan de Stampa dat volgens uit Parijs ontvan gen berichten de nota van de entente aan Griekenland vier eischen bevat te: le afstand van den spoorweg van Saloniki in Engelsch-Fransch beheer tot na afloop der operaties; 2e. spoe dig vertrek uit Saloniki van de daar samengetrokken C.rieksohe troepen- -afdeelingen; 3e. het toestaan van het. recht van onderzoek van alle Griek sche kusten en eilanden door de vlo ton dor geallieerden om vijandelijke duikbooten en liaar steunpunten op te sjioren; 4e. plechtige verplichting om de troepen der geallieerden on der geen omstandigheden te ontwa penen. Slechts het vierde puilt is ingewik ligd. Kitchener. Kitchener is te Parijs aangekomen i door president Poincaré ontvan gen. Keizer Wilhelm en Keizer Frans «Jozef. 't WoHfbureau meldt officieel uit Berlijn: Do Duitsche keizer begaf zich Maandag voor een kort bezoek aan k-iizc-r Franz Joseph naar Scliön- brunn. Dit is de eerste ontmoeting van de beide verbonden vorsten se dert het uitbreken van den oorlog. Het weerzien heeft plaats op een tijd stip dat Duitsche en Oostenrijksch- Hongaarsche troepen schouder aan schouder en in verband met de troe pen van het verbonden Bulgarije, de grootste successen hebben behaald. De keizer voelde behoefte na zoo langen bewogen tijd keizer Franz Joseph In trouwe vriendschap hand te drukken. 't Weensche correspondentiebureau sehit: Keizer Wilhelm is Maandagoch tend 11 uur te Weenen aangekomen om een Intiem bezoek te brengen aan Keizer Franz Jozef. Aan het station werd hij ontvangen door den aarte- herlog-troonopvotger Karl Franz Jo seph en de- aartshertogen Franz Sal- vator en Karl Stefan. De Keizei- reed onder onbeschrijfe lijk© geestdrift van de sa Am gestroom de menigte naar het kasteel SchOn- bruirn. waar hij als gast van den Kei zer zijn intrek nam. De ontmoeting tusschen dé beide Keizers was buitengewoon hartelijk. De vorsten konden hun ontroering bi.eia niet bedwingen. Keizer Franz Jo'sejJi geleidde zijn gast zelf naar zijn appartementen. Kort na de aankomst des Keizers had een intiem dejeuner plaats aan hetwelk alleen de beide keizers en de aartshertog-ëli'oon op volger deelnam men. In de geheelc stad, die eerst 's och tends kennis kreeg van het bezoek, van den Duitsdien Keizer, heerschton de grootste vreugde en geestdrift. Weenen prijkte in rijken vlaggentooi. Keizer Wilhelm omving des mid dags den minister van Buitenland- sche Zaken, baron Burian, den Oos- tenrijkschen minister president graaf Stuergkh, en graaf Tteza, den gaarschen minister-president, in bij zondere audiëntie. De Keizer gebruikte de thee op de Duitsche ambassade, waarheen hij zich met den aartshertog-troonopvol ger Karl Franz Josoph incognito be gaf. De Keizer vertrok Maandagavond n i een zeer hartelijk afscheid van Keizer Franz Joseph te hebben gen» men op het kakteel Schönbrunn. Hij werd door den troonopvolger naar het station gebracht. De „Wiener Abend poet" schrijft „De Duitsche Keizer is lieden Weenen aangekomen. De doorluchti ge vriend van onzen Keizer werd steeds als een hoogvereerde gast bin nen de muren van onze hoofd residentiestad gevierd. De bevolking van Weenen, die wist, dat zii daartnj één van tin was met de monarchie, begroette in Kei- ze." Wilhelm het hoofd van het trouw met Oostenrijk-Hongarije verbonden Duitsche rijk en den beproefden vriend van zijn zeer geliefden Keizer; een heerscher, die voor alles, wat den vooruitgang en het geluk der menseh- heid kan bevorderen, een «pen oog heeft en het 6teeds krachtig bevor dert. En te midden van het gewoel van den oorlog verschiint thans Keizer Wilhelm binnen de muren onzer stad en het juichende Weenen ontvangt hem warmer dan ooit. In onverzwak te herinnering -zijn nog de woorden, met welke Keizer Wilhelm eens in het raadhuis te Weenen Duitechland's onverbrekelijke wapentrouw beloofde oorwaar. de geschiedenis van den wereldoorlog is het hooglied van de trouw geworden. In de ideéelsle wapen broederschap strijden Duifsch- land en Oostenrijk-Hongarije voor de hoogste goederen en de Almachtige heeft hunne wapens gezegend. In trouwe samenwerking sloten het Turksche rijk en Bulgarije zich bij hen aan. De onwederstaanbare ge meenschappelijke wil tot overwinnen bezielt het volk onder de wapens van de kusten van Noord- en Oostzee af tot in de velden van Mesopotamië. Onder veelbelovende voorteekens kwam Keizer Wilhelm te Weenen aan. in plechtige stemming herinnerde de bevolking van de rijkshoofdstad rich hun Keizer Wilhelm, die alles deed om ziin volk te doordringen van het bewuetzün van den grooten tijd, in welken wij leven en door rijn nie- dcsleepend, persoonlijk voorbeeld het gemoed van zijn soldaten wist te ont- lammen. Met eerbiedige vreugde begroeten Weenen en geheel Oosten rijk-Hongarije den verheven gast en vriend van zijn innig geliefden Kei zer, den zegenrijken bondsveldheer •on het Duitsche rijk. Geluk en heil den verbonden vol ken, die onder de zichtbare genade der Voorzienigheid strijden, geluk en heil den Duitschen Keizer en zijn doorluchtig huis." Op Zee. GEZONKEN SCHEPEN. Lloyde meldt, dat de Fransche stoomboot „Algerien" gezonken is. Acht opvarenden zijn gered, een lijk ia gevonden 29 opvarenden worden nog vermist. Verder zijn nog gozonken de Fran sche stoomboot „Omara" en de En- gelsohe stoomboot „Tanie". De equi page van dit laatste schip is in twee reddingbooten aan wal gekomen. Uit Zuid-Afrika. Reuter seint uit Londen Generaal Smuts hield op een feest maal te Stellenbosoh een redevoe ring, waarin hij wees op de zware wolk, die thans de beschaving om sluiert en waarin hij verklaarde, dat ook de Zuid-Afrikanen, als onderdeel van het blanke ras, dat zijn blued vergiet voor de hoogste idealen der vrijheid, hun aandeel moeten dragen. Hij zeide overtuigd te zijn, dat zij hun plicht zouden doen jegens henzelf en het rijk. „Er zijn menschen." zoo ver- olgde hij, „die alleen aan Zuid- Gnze Laeiiiioek Onverwacht Z ijDit is nu do vierde maal, dat u mij ten huwelijk vraagt. Hoeveel maai verwacht u, dat ik u telkens weer zal afwijzen? II ij Persoonlijk acht ik driemaal voldoende. Weinig invloed. A tot collega boekhouder) Heb je al plannen voor je vacantie gemaakt? B.Dat is onnoodig, inijn patroon beveelt wanneer ik gaan kan en znijo vrouw waarheen. Hoogsalaris. Een advocaat had de gewoonte, zijn jongsten bediende de les te lezen, uf hij het verdiende of niet. Totdat hij op zekeren dag een ge sprek hoorde lusscticn zijn jongste» bediende en dien van een oollega. Hoeveel verdien j'j? vroeg de laatste. Tweeduizend gulden per jaar. Och kom! Heusch waar tweehonderd gul den in geld en de rest in adviezen. zorgvolle omstandigheden geopend als die van tiet vorige jaar. De oor log, die de wereld rondom ons met bloed bedekt, duurt met stijgende verbittering voort. Nieuwe staten gre pen in den strijd in, waardoor het Europeesch conflict steeds grootrr omvang aannam. De toestand rnaakt het voor ons nog meer tot plicht ow.e bemoeiingen te vereenigen tot verde diging van de groote belangen vim Roemenië en alle andere zorgen tor zijde te stellen. In de thans geopende zitüng zullen u verschillende wetsontwerpen en credietvoorstellen worden voorgelegd, dia ten doel hebben het hoofd re bic- den aan de tegenwoordige moeilijke omstandigheden. Ik twijfel noch aan de wijsheid, waarmede gij die voorstellen onder zoeken zult, noch aan uw patrious'- me-, dat u de regeering zal doen steunen. Ik ben toch overtuigd, dut gij u en later in de behoeften van ons geliefd leger zult voorzien, dat zich steeds de liefde en het vertrouwen van het land waardig toonde en waarop thans meer dan ooit de po sitie, die Roemenië toekomst, is go- bassoerd. Vol vertrouwen in de toekomst van 0419 dierbaar Roemenië bid ik God uw arbeid te wilTcn zegenen". Uit do Veresnlgd© Staten Reuter seint uit New-York: „De met groot misbaar aangekon digde pogingen der verschillende zoo genaamde pacifist/-» en andoren, wier verlangen naar vrede wordt mgog-j. ven door min of meer doorzichtige beweegredenen, vinden seen weer klank in ce verantwoordelijke bladen der Yereenigde Staten Afrika denken, terwijl bij anderen het I Reeds hebben otficieele personen te rijk alle gedachten in beslag neemt." j \Ye32ungton verklaard, niets inot de- Spreker echter zeide„Zoolang wij ze vredesbeweging uitstaande te l»el>- ix-n, wjer organisatois pogingen doen om alle middelen der ope-nbaarlteid aan te wenden tot het scheppen van en llvredes"-stemming onder het olk, hier en in den vreemde". in dit land aan het bewind zijn, zul len wij trachten onzen plicht te doen jegens Zuid-Afrika en levens jegens liet rijk. Ik zeg u, dat het heel wel mogelijk is de vervulling onzer plich ten in beide gevallen rnet elkander in overeenstemming te brengen." Burton, de minister van spoorwe gen, verklaorde, dat men in het rijk overtuigd is, dat de belangen van Zuid-Afrika onverbrekelijk verbon den zijn met die van het rijk. De ge beurtenissen, die zich thans afspelen, leiden tot een ruimer verwezenlijking van de verplichtingen jegens het rijkhet gesloten verbond is er geeu van elaafsche aanhankelijkheid, maar een, dat liet roemrijk beginsel der vrijheid verdedigt. Deze band ver bindt allen, zonder ze feitelijk te binden. Voor don vredo. DE OORLOG EN HET KERSTFEEST. Reuier seint uit Rome: Wij vernemen, dat de Paus het ver langen te kennen gaf opnieuw te trachten een wapenstilstand met Kerstmis tusschen de oorlogvoeren den te verkrijgen. Uft dan Balkan. DE ROEMEENSCHE TROONREDE. Hit Boekarest-wordt door het Roe- meenech agentschap geaeind De gewone zitting van het parle ment werd door den Koning, in te genwoordigheid van den kroonprins en de ministers, geopend. De Koning werd in het parlement luide toegejuicht. Hij las de volgende Troonrede voor Atterlei. Havas seint uit Parijs dat aldaar op het Trocadero een betoog.ng heeft plaats gehad ter eere van de nage dachtenis van mis9 Cavell, georgani seerd door den Ligu© du Droit de I - Hiomnie. Eenige mnlsters, gezanten en ook president Poincaré waren te genwoordig. EEN ONDERHOUD MET Z. II. DEN PAUS. 't Wolffbureau seint uit Berlijn: De „Berl. Zeit. am Mittag" publi ceert een onderhoud van een hoogge plaatst neutraal persoon met den Paus, Op ©en vraag betreffende we reldlijke machtspositie van den Paus antwoordde bij, dat alleen dan een duurzame vrede zou ontstaan, wan neer de positie van den Heiligen StoJ op bevredigende wijze geregeld werd. De vrijheid van de Kerk en hare on afhankelijkheid behoorden vnstge- steld t,e worden. De Paus zeide verder: „Wij mogbn wel aannemen, dat hier en daar hard heden zijn voorgekomen, maar de Duitschers werden steeds geprovo ceerd. Wanneer wij onze stem zou den willen verheffen tegen hetgeen, naar het heet, in België is gebeur t, dan moesten wij ons in de eerste plaats keeren legen het optreden dei „Deze rilling wordt onder dezelfde Russen in Polen en Oost-Prinsen FEUILLETON 29) i Was Lij lam? Hij schoen op een plank vastgebonden. Intussohen was het schip tegen den oever komen liggen, waar ik stond, en ik zag nu den jongen alsof ik zelf op de 60huit had gestaan. Hij bad blonde haren en zijn, gelaat was zeer bleek, zoo bleek, dat men de blauwe aderen van zijn voorhoofd zien kon onder zijn doorschijnend vel. Zijn gelaat had iets treurigs en pijnlijks als van een zieke. Hoeveel kost eene plaats bij uwe vertooning? vroeg de dame. Men betaalt naarmate van het genoegen, dat ze gegeven heeft. Dan moet u heel voel betalen, mama, zeide de knaap, en hij voegde er toen iets bij in eene taal, die ik niet verstond. Arthur wilde uw diertjes van dichterbij zien. Ik gaf Capi een lecken. die ter stond zijn loop nam en in de boot sprong. En de anderen I riep Arthur. Zei-bi no en Doloe volgdm hun mak ker. En de aap! Ook Joli-Ooeur kon gemakkelijk den sprong doen; maar als hij eens aan boord was, kon hij zich wel eens vrij heden veroorloven, die niet in den smaak der dame vielen. Is hij nijdig? vroeg zij. O neen, mevrouw, maar hij is niet altijd gehoorzaam en ik ben bang, dftt hij iets doet dat niet goed is. Welnu, kom zelf dan maar met hem mede. Bij die woorden gaf zij een wonk aan con man, die bij het roer stond en deze kwam terstond naar de plecht met een plank, waarvan hij het uit einde op den kant legde. Oven- deze brug kon ik nu op het schip komen zonder den gevaarlijken sprong t© wagen en ik liep er mot waardigheid overheen met mijn harp over den schouder en mijn aap in de hand. O, de aap! de aapl riep Arthur. Ik naderde den knaap en terwijl hij hem streelde, kon ik hem on mijn gemak gadeslaan. Ik zag nu, aat hij inderdaad op een plank was vastge bonden, zooals ik terstond iv©ds had meenen ta bomerkeü. Je hebt een vader, niet waar Jongenlief? vroeg de dame. Ja, maar thans ben ik alleen. Voor hoe lang? Voor twee maanden. Twee maanden? anno jongen." Hoe komt gij zoo alleen op uw leef tijd? Ik moei wel, mevrouw. Uw meester dwingt u vast om na twee maanden hem eene bepaal de som geld te geven? Neen. mevrouw, hij dwong mij tot mets. Als ik maar met mijn troep je leven kan, is dit genoeg. En ge hebt tot dusver kunnen leven? Ik aarzelde met mijn antwoord. Nooit had ik eene dame gezien die mij zooveel ontzag inboezemde als zij die mij thans ondervroeg. Toch sprak zij zoo minzaam tegen mij, hare stem was zoo zacht, haar blik zoo vriende lijk, zoo bemoedigend, dat ik er ein delijk maar ioe besloot de waarheid te vertellen. Waarom zou ik ook zwijgen? Ik verhaalde haar dus waarom ik van Vitalis had moeten scheiden, die tot gevangenisstraf was veioordeeld, omdat hij mij verdedigd had en hoe ik, sedert ik Touiouse had verlaten, niets had verdiend- Terwijl ik sprak, speel de ArthuT met de honden, maar hij luisterde toch toe en hoonto wat. Ik zeide Wat zult ge dan allen honger hebben! riep hij uit. Op dat woord, dat ze allen verston den, begonnen de honden te blaffen en Joli Coeur wreef zijn buik. Ilé, mamal zeide Arthur. Do dame begreep zijn bedoeling. Zii sprak eenige woorden ln een vreemd© taal tot eene vrouw, wier hoofd te voorschijn kwam door eene half-geopende deur en bijna onmid dellijk daarna bracht deze een tafel tje met allerlei spijzen, Ga zitten, mijn jongen, zeide de dame. Ik liet mij niet tweemaal noodig en. zette mijn harp neder en nam aan stonds plaats aan tafel. De honden schaarden zich om mij en Joli-Ooeur ging op mijne knieën zitten. Eten uwe honden brood? vroeg Arllhor. Of ze brood aten, ik gaf hun elk een stuk, dat zij onmiddtellijk verslonden. En de aap? vroeg Arthur weder. Maar hij behoefde dit niet eens te vragen, want drvwijl ik de honden bediende, had hij zich meester ge maakt van een korst, waarin hij ou der tafel bijna stikte. Op mijn beurt nam ik een sneedje brood en zoo ik er al niet bijna in stikte, ziooals Joli-Coeur, at ik het tooh even gulzig op als hij. Arm kind! sprak de dame, ter wijl zij mijn glas vulde, Arthur zeide niets, nnar sloeg ons gade mot wijd geopende oogen. Hij verbaasde zich zeker over onzen eet lust, want de een was al hongeriger dan de ander, zelfs Zerhino, die toch meer of minder verzadigd moest zijn van het vlecech, düt hij gestolen had. En waar zoudt gij vuudaag ge geten hebben, als wij u niet ontmoet hadden? vroeg Arthur. Ik denk dat wij dan niet zouden gegeten hebben. En waar zuH gij morgen van eten? Misschien zullen \v ijl morgen den een of ander ontmoeten, die zoo goed is als u. Arthur sprak niet meer tot mij. Hij wendde zich tot zijn moeder en zij spraken langen tijd met elkander in de vreemde' taal, die ik reeds van hen gehoord had. Hij scheen iets te vra gen, wat zij niet geneigd was toe t# staan, tenminste, waartegen zij ba- zwaar had. Opeens wendde hij zijn hoofd we der naar mij toe, want zijn lichaam verroerde zich niet- Wilt gij bij ons bJIjvenï vroeg bij. Ik zag hem aan, maar ik kon geen antwoord geven, zoo verrast was ik door die vraag. Mijn zoon vraagt, of gij bij ons wilt blijven. Op dit schip? Ja, op dit schip. Mijn zoontje ia ziek; de geneesheeren hebben voor geschreven dat hij op eene plank zou worden vastgebonden, zoouls gij ziet. Opdat hij zich niet zou vervelen, doo ik tochtjes met hein op hx water. Gij blijft bij ons. Uwe honden en uw aap zullen voorstellingen geven voor AO- tiiur, die uw publiek zal uitmaken. En gij, beste jongen zult voor ons op uw harp spelen. Daarmede bewijst gij ons een dienst en wij kunnen u ni'S- schien van nut zijn. Gij behoeft niet eiken dag naar ©en pub.:ek te zoeken, wat misschien op uw leeftijd u zoo gemakkelijk niet zou vallen. Op een schip! Ik was nooit op een schip geweest en dat was juist wat ik het vurigst had verlangd. Ik zou op een schip, op het water! Wolk een golukl Dit was de eerste gedachte, die zich van mij meester maakte en mij ge- heel overstelpte. Melk een droom! Eenige oogenbllkken nadenken d* don mij al hel geluk beseffen, dat in die vraag voor mij opgesloten lag ff) hoe goed de danvo was. die ze tot mij richtte. Ik groep har© hand en kuste die. Zij scheen gevoelig voor dit Mijk van erkentelijkheid en minzaam, io«n der bijna, streek zij een paar malen met hare hand over mijn voorhoofd. Arm kind, zoide zij. iNVordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5