De Europeosche Oorlog.
Alleen op do Wereld
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 3 D^CEVBER ISI5
Kraeïtlge arflllarleactles op 't Westelijk front.
De strijd ln Servië. Cijtsrs van gevangenen en Forlogsiuit der Enigaren.
De onzekerheid over de houding van Griekenland.
Een vredesexpeditie nit Amerika.
Officieel nieuws.
'Aan de Stafbcrichten ontleencn wij:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf
Ten N.W. van St. Quentin viel door
een motordefect een Engalsche twee
dekker. Twee officieren werden gc-
vancen genomen.
Van den Franschcn eta f
Woensdagnacht werd de artillerie-
etrijd met minder intensiteit voort- j
gezet in verschillende seotoren, voor
namelijk in Artois, in den omtrek van
Frise. Fey (vallei van de Somme) en
in Champagne bij Tahure.
Van den Engelschen staf
De Engelschen bombardeerden in
de laatste vier dagen met succes de
Duitsche loopgraven, steunpunten en
geschutstellingen cn brachten aan
zienlijk© schade toe. Het antwoord
van de Duitsche artillerie was zwak.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitsche 11 staf
Tegen het leger van Von B ohm er
ontrekkende zwakke afdeeiingen van
de Russen zijn door Duitsche voorpos
ten teruggeslagen.
Van den Russischen staf
Een Duitsch bivak, dat Woensdag
werd opgemerkt aan den linkeroever
van de Dwina bij de hoevo Souven
hof, tussohen Friedrichsladt en Jar.
cobstadt, werd onder vuur genomen
door de Russische artillerie. De
Duitschers namen de vlucht met ach
terlating van ongeveer 100 dooden en
gewonden.
Aan den linkeroever van de Styr
werden de Duitschers en Oostenrij
kers naar het zuidoosten van Khriask
teruggedrongen.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oostenrijkschen
etaf
De Italianen hernieuwden hun aan
vallen op het bruggehoofd Tolmein
en op de Oostcnrijksciie bergstelhn-
gen ten noorden öaar\an. Voor de
Mrzli Vrh mislukten drie, voor de
bergruggen ten noorden van Doljen
twee aanvallen van de Italianen.
In bet bekken van Tolmein ver
woestte de Iialiaaneche artillerie
plaatsen achter t Ooslenrijksche
front. Het bruggehoofd stond gedeel
telijk v/eer o rider roffel vuur, maar
werd door zoer sterke strijdkrachten
herhaaldelijk tevergeefs aangevallen.
Bij Oslavyu trachtte tie Italiaansche
infanterie onder bescherming van
den nevel door te breken. Afdeeiingen
van eau Oostenrijkisch inXanteriore-
gimer.t sloegen hier drie bestormin
gen af.
Overigens kwam liet niet tot groo-
te infantcriegevechten.
D® strijd in Servië.
STAFBERICHT EN.
Van den Duitsche n staf
Teil W. van de Lim zijn Boljanits,
Plewlje en Jaboeka door de Du.it-
sohers bezet.
Ten Z.W. van Mitrowitsa zijn 4000
Servische krijgsgevangenen en twee
kanonnen binnengebracht.
Van den Oostenrijkschen
etaf
Donderdagmorgen vroeg rukten de
Oostenrijkers Plevlje binnen. Do
inneming der stad was het resultaat
van hardnekkig© gevechten. Een
over de Metalkaafadei voortrukken-
de colonne wierp de Serviërs bij Bol-
janio terug. Do over Priboj opruk
kende groep bestormde de hoogten
ten noorden van Plevlje, een derde
groep verdreef de Montenegrijnen bij
Jaboeka.
Oostenrijksche troepen werden door
de Mohaimnedaansche bevolking met
gejubel begroet.
D© terugtocht der Montenegrijnen
nam voor ©en deel het karakter van
een vlucht aan. Ten zuidwesten van
Mitrowitsa maakte een Oostenrijksch-
Hongaarsch halt-bataljon 4000 Ser
viërs gevangen. Twee kanonnen en
100 paarden werden buitgemaakt.
Van den Bulgaarschen staf
(van 30 November)
De Bulgaarsohe troepen zetten het
offensief voorbij Prizrend voort.
Sedert den aanvang van den oor
log tegen Servië op 14 October tot de.
inneming van Prizrend op 29 Novem
ber namen de Bulgaren 50.000 Ser
viërs gevangen de buit bedroeg in
dat tijdvak 2G5 kanonnen. 13G artil-
leriemunitiewagens, ongeveer 100.000
geweren, 36.000 granaten, 3 millioen
geweerpatronen. 2350 spoorwagens,
03 locomotieven.
Na de inneming van Kitsjwas
Kroesewos bezetten de Bulgaren
Brodi aan den weg Kitsjewo— PriJep.
Aan het front der Engelsch-Fran-
sche troepen geen verandering.
PERSBERICHTEN.
Havas eeint uit Rome
De Montenegrijn6che troepen deden
op 29 November een aanval in de
streek van den Lotsjèn en versloegen
do Oostenrijkers, die in wanorde op
Geradja terugtrokken.
Reuter meldt uit Saloniki
Een bericht van kolonel Vassitsj
meldt, dat de Serviërs het In den
ochtend van 1 December te half vier
nog volhielden in het front van Mo
nastic
Volgens de laatste berichten ruk
ken Servische versterkingen op tot
hulp van Monnstir.
Die versterkingen naderen van het
noorden en zouden reeds op betrek
kelijk korten afstand van Monastir
zijn. Indien ze tijdig aankomen, ver
trouwen de Serviërs in staat te zijn
de elad te behouden.
De Times verneemt uit Athene, dat
de Serviërs op hun terugtocht de
brug te Losnani uiët hebben kunnen
vernielen, waardoor de Bulgaren
naar Monastir oprukten en het dorp
Baltoveutsi (Baldcntsi bereikten.
liet is duidelük, dat de Balgaren de
Serviërs willen omsingelen, om te
voorkomen, dat zij naar Grieksch
grondgebied zouden uitwijken.
De houding van Grie
kenland.
Uit Sofia wordt aan de N. R. CL
geseind
De houding van Griekenland tegen
over de schending zijner onzijdigheid
door de mogendheden der entente
zal binnenkort nauwkeurig aangege
ven worden zoodra de centrale mo
gendheden gereed zullen zijn met al
de maatregelen, die zij thans aan
het nemen ziin om Griekenland, in
geval van nood, krachtdadig te steu
nen. Dan zal Griekenland van de
entente eischen dc troepen uit liet
Grieksche gebied terug te trekken er,
zoo dit niet gebeurt, deze troepen ont
wapenen. De bedreiging van de en
tente, om de Grieksche havens te
blokkeeren, ja, te beschieten, wordt
door de regeeriug en het rustig
oordeelende publiek niet voor ernst
opgenomen, omdat Griekenland in
dat geval terstond represaille-maat
regelen tegen do expeditie der en
tente zou nemen eri deze, door het
afsnijden van allen toevper en het
verhinderen van den terugtocht op
Grieksch gebied, aan geheele vernie
tiging blootstellen, of, door de en
tente-troepen te ontwapenen, deze
aan een zielig eind zou blootstellen.
In hooge militaire kringen van Salo
niki wordt onomwonden verzekerd,
dat dit in bet gegeven geval zeker ge
beuren zaL
Routc-r seint uit SaJondki:
De politieke toestand in verband
met de eischen der Enientemogend-
heden blijft duister en onzeker, we
gens liet uitblijven van authentiek
nieuws uit Athene dat voornamelijk
veroorzaakt wordt door de onderbre
king van de telegraaflijn over land
sedert vele dagen. Niettemin beweren'
de plaatselijke bladen hef resultaat
van do overweging der jongst© voor
stellen van d© Entente te kennen. De
pro-Duitscne bladen verklaren, dat
Griekenland de Entente vooretellen
verwierp en beijveren zich om aan te
toonen, dat d© actie dezer mogend
heden in den Balkan te laat kwam.
De jegens de Entente .gunstig gezinde
bladen ecliter hebben goed vertrou
wen op een bevredigenden uitslag
van de tegenwoordige onderhande
lingen.
Havas seint uit Athene:
Hoewel regeering en diplomatie
gpoote reserve toonen over de han
gende onderhandelingen, overweegt
hier de hoop, dat eon bevredigende
oplossing zal worden verkregen, dank
zij den goeden wil, die aan beide kan
ten worjlt getoond.
Het „Berliner Tageblatt" verneemt
van de „Srtdslaw. Korr." te Weenen,
dat in haar tweede nota de Entente
de volgende eischen aan Griekenland
heeft gesteld: 1. Terugtrekking van
alle Gneksche troepen uit Saloun
en omgeving; 2. aigemeene beschik
king yver ilo spooiwogen en stralen
in hel gelioe-e gebied, «lat begrensd
wordt uoor cl© linie die van Saloniki
naar Monasur loopt; 3. liet rechi om
Saloniki en hei schierehand Chaldi
dik© ie versterken; 4. overdracht der
zeeponiie m ©enige Grieksche havens,
waaronder die ui den Piraeus. De
nota verlangt, dat Griekenland met
'toezeggingen doet, maar door hande
lingen, bijvoorbeeld dour een oiunicb
deiiijke ontruiming van Saloniki, zijn
toegeiendilieid bewijst.
ROEiMENlë.
Aan 8iet „Berl. Tageblatt" wordt
uit Sofia gemeld, dat eeno overeen
komst is tot stand gekomen tusschen
Oostenrijk-Hongarije en Roemenië,
waarbij 500.000 waggons graan en
levensmiddelen, in het bijzonder
mals en tarwe, tot vastgeatelden prijs
uit Roemenië naar Oostenrijk zullen
worden uitgevoerd.
Verspreid nieuws
van de oorlogsvelden
ENGELSCHE VERLIEZEN.
De officieel© verliescijfers voor hef
Britsche leger tot den 9en November
waren voor het Fransohe oorlogstoo-
neeJ: gesneuveld 4C20 officieren en
69.272 minderen, gewond 9754 offi
cieren en 240.283 minderen, vermist
1583 officieren en 54.446 minderen; op
het oorlogstoon©©! aan de Middelland
sche Zee gesneuveld 1504 officieren
en 21.531 minderen, gewond 2860 offi
cieren en 70.148 minderen, vermist
350 officieren en 10.211 minderen; op
andere oorlogstooneelen gesneuveld
en overleden 227 officieren en 2052
minderen, gewond 337 officieren en
5587 minderen, vermist 76 officieren
on 3223 minderen en verder wat de
vlooi betreft gesneuveld cn overleden
589 officieren en 9928 minderen, ge
wond 1G1 officieren en 1120 minderen
vertuist 52 ofticieion en 31U minderen.
In totaal bedragen do verliezen
510.23j man.
„GENERAAL WINTER".
De correspondent van de „Daily
Chroniclehij het Eugelsche hoofd
kwartier zegt, dat een nieuwe vijand,
„generaal Winter", weer aan den
strijd is gaan deelnemen. Het eenige
goede aan dien vijand ie, dat hij bei
de partijen even hevig aanvalt.
Op sommige deelen van het front
is het erger dan op andere, maar er
zijn plaatsen, waar het terrein dooi
de sneeuw en regens in ec-n moeras
is verajiderd en de loopgraven zóó
vol ijskoud water zijn, dat de man
nen er tot aan de knieën in staan.
Tegen het aanbreken van den dag
bevriest het som3 om de beenen van
de soldalen heen.
Hoe diep is het bij jullie?
vroeg onlangs een Duitsch soldaat
van achter een troep zandzakken, die
de Engelsehe stelling van de Duit
sche scheidden.
Tot aan de knieën, zei een
Engelsch korporaal, die zijn bommen
probceroe droog te houden in een
stuk zeildoek.
Zco, was het antwoord,
dan ben jullie geluksvogels; wij
staan er tot het middel toe in.
Qp enkele plaatsen is het zoo erg,
dat de borstweringen gedurende de
laatste stormen ingestort en In de
loopgraven terecht gekomen zijn,
waar zich een onbeschrijflijke chaos
van modder en klei vormde. De aard
werken. die door den regen en de
vorst hunne vastheid hadden verlo
ren. waren namelijk door het gewicht
der zandzakken ingestort.
Een groot aantal soldaten zijn von
waterlaarzen, die tot de knieën rei
ken, voorzien, maar dat is niet vol
doende, omdat het water er over den
bovenwand heen nog in loopt. Er ko
men dan ook. evenals verleden jaar,
weer vele gevallen van bevroren
voeten, zoogenaamde loongraafvoeten
voor. Als de mannen dan tiidig naar
het hospitaal kunnen gaan, genezen
zij gemakkelijk, maar blijven zij te
lang in de loopgraven, dan is het veel
moeilijker, de voelen weer te doen
herleven. In het begin veroorzaken
bevroren voeten bij het genezen een
gevoel, alsof zij met gloeiende poken
bewerkt worden.
Maar ondanks alles blijven de sol-
ddten vol moed.
Onlangs werd een man, die in het
water stond, door een projectiel in de
heup gewond. De geneesheer, die ge
waarschuwd was, kwam. tot aan den
hals door de modder wadend, zijn
instrumenten boven zijn hoofd hou
dend, in de loopgraaf, om de eerste
hulp te verleenen. De operatie, die
noodig bleek, werd in het water uit
gevoerd. waarna de lijder naar het
veldhospitaal werd gevoerd. Dien
zelfden avond nog maakte hij grapjes
en schreef hij een opgewekten brief
aan zijn vrouw, waarin hij haar me
dedeelde, dat hij heel wel was, maar
een klem ongelukje had gehad. Zelfs
in het hospitaal, waar dagelijks zoo
veel heldenmoed betoond wordt, ston
den de omstanders verbaasd.
„Door dezen geest van dapperheid
wordt de strategie van „generaal
Winter" krachteloos gemaakt, of
schoon het waarachtig geen pretje is
om zulke dagen en nachten in de
loopgraven of zelfs in de kwartieren
achter het front, waar de regen door
de vernielde daken binnenstroomt en
de wind door de schoorsteenen of
kogelgaten heen giert, door te bren
gen.
„De koude van daze Vlaanische
noohtcn zou iemand kunnen doen
huilen van pijn, als hij niet door
bet inwendige vuur van trots ver
warmd werd. De wind houdt er een
snijdenden humor op na en dringt
even gemakkelijk door het wolk-n
vest. dat tante Morie heeft gebreid,
en de twee vesten, die je nog uit je
burger-uitrusting hebt meegenomen,
en bet khaki-hemd zonder knoopen
en een uniformjas, en een winterjas,
en een waterproofjas, en „de muffler,
die zusje Susie heeft gebreid" heen
als een bajonet door het lichaam van
den armen stakker, die er mee in
aanraking komt.
„Gelukkig zijn de stinkjassen'
aangekomen, die harige oude vricn
den. die na een natten nacht in de
loopgraven een luchtje verspreiden,
I dat door een gashouder been zou
dr.ngen. langs de wegen zien onze
f soldaten er in hunne jassen van scJia-
pe n vacht en uit als vroolijke herders,
die bun kudde zijn kwijt geraakt en
een geweer in plaats van een staf
hebben."
Uit Frankrijk,
DE BEHANDELING DER
VREEMDELINGEN.
De Parijsche gemeenteraad heeft
een motie aangenomen, waarin de
wensch wordt uitgesproken, dat de
regeenng maatregelen zal nemen
tegen zekere categorieën vreemdelin
gen, die in Frunkrijk verblijf hou
den.
De Temps schrijft o. a.:
„De onderhavige quaestie is zeer
ingewikkeld en delicaat. Eenerzijds
wil men er tegen ageeren, dut een
groot aantal onderdanen van de
allieerde landen in den weerbaren
leeftijd rustig in Frankrijk wonen,
terwijl alle dienstplichtige Fran-
schen vechten voor een zaak, waar
van de overwinning van belang ia
voor de geallieerden evenzeer als
voor Frankrijk. Anderzijds wil mee
een einde maken aan den toestaud,
dat onderdanen van de vijandelijke
mogendheden zich vrij in Frankrijk
kunnen bewegen, terwijl men in de
derde plaats strenger toezicht eischt
op de gastvrijheid, welke Frankrijk
biedt aan onderdanen van niet-
oorlogvoerende naties, want sommi
ge neutralen hebben daarvan mis
bruik gemaakt.
In beginsel zou toet, volgens het
blad, zeer onrechtvaardig zijn. niet
een algemeenen maatregel, die alle
in Frankrijk verblijf houdende
vreemdelingen zou treffen, op te tre
den.
Wat betreft de onderdanen van de
geallieerde landen, die vallen onder
de militaire wetgeving van hun va
derland. mug Frankrijk niet dienen
lot vrijplaats van deserteurs en
dienstweigeraars. Binnen do grenzen
van hun wetgeving zou men tegen
deze lieden moeten optreden, op voor
waarde echter, dat deze actie niet
het karakter aanneemt onder dek
mantel van de huidige omstandighe
den. van een klopjacht op politieke
réfugiés en bannelingen.
De weerbare onderdanen van vijan
delijke landen behooren eenvoudig te
worden opgesloten ln concentratie
kampen. De Temps verbaast zich er
over. dat er nog zulke lieden op vrije
voeten in Frankrijk rondloopen.
Uit Dultschland.
KARL LIERKNECHT.
De Morning Post" verneemt uit
Bern, dat volgens bericht uit Berlijn
Karl Liebknecht die eenigen tijd ge
leden van het front terugkeerde lij
dende aan zenuwoverspanning, thans
weder veel beter is.
Uit Oostenrijk-Hongarije
DE VERJAARDAG VAN 's KEIZERS
TROONSBESTIJGING.
Op 2 December 1818. dus Donder
dag 67 jaar geleden, kwam de toen
achttienjarige keizer Franz Joseph
van Oostenrijk aan de regeering. De
herinneringedag werd in de monar
chie herdacht
In de geheele monarchie hadden
godsdienstige plechtigheden plaats,
benevens vaderlandslievende school
feesten en herdenkingen door de ver-
eeniging voor verzorging van oor-
logs-invalidcn. In de bladen van alle
nationaliteiten en alle partijen wer
den den keizer geestdriftige artike
len gewijd, waarin gewezen werd op
het feil. «lat de 67-jarig© regeering
an den keizer gewijd was aan het
welzijn en de vreedzame ontwikke
ling zijner volken, die zich in dezen
<Lë monarchie opgedrongen oorlog,
eensgezind om den troon schaarden
ter verdediging en het voortbestaan
de rechten der monarchie.
De bladen wijzen met groote vol
doening op de reeds behaalde suc
cessen der Oostenrijksch-iHongaar-
ische legers en hun bondgenooten, en
spreken dc vaste overtuiging en het
vertrouwen uit, dat het den keizer
vergund moge zijn, met zijn roemvol
leger, voor zijn rijk en zijne volken
den zegenrijken vrede te behalen.
Uit Japan.
JAPANSCHE BUITENLANDSCIIE
BETREKKINGEN.
Reuter seint uit Tokio
De Keizer opende persoonlijk de
zitting van den Landdag. In de troon
rede wees hij op de builenlandsohe
betrekkingen en verklaarde hij dat
het verbond met Engeland, en de En
tente met Frankrijk en Rusland ver
sterkt waren.
Uit Engeland.
PASSEN VER EISCHT.
De staatscourant deelt mede, dat
alle passagiers, die in het Vereenig-
de Koninkrijk aan land gaan of van
daar vertrekken, in het bezit moeten
zijn van een pas hunner regeering.
SPION DOODGESCHOTEN.
Officieel wordt gemeld, dat een on
langs schuldig bevonden spion te
Londen doodgeschoten is.
LORD KITCHENER.
In het Lagerhuis ueel«ie minister
Asquith mede, «lat Lord Kitcuener
züu werkzaamheden aan het minis
terie van uorlog beeft hervat, en de
vergadenugen van het oorlogscounto
uit hel Kabinet weer als minister van
Oorlog heeft bijgewoond.
Uit Italië.
ITALIAANSCHE KAMER.
Reuter seint uit Rome
In de Kamer zeide minister 6on-
nino
„De oorlcw en de in verband daar
mede gevoerde onderhandelingen
hebben ons overtuigd van de noodza
kelijkheid. openlijk plechtig getuige
nis af te leggen van de solidariteit
met de geallieerden, door de gemeen-
schappeluke verklaring der vijf mo
gendheden, die een hernieuwing is
van die, tusschen Frankrijk, Eng'
land en Rusland gesloten op 5 Sep
tember 1914, waarbij zich later ook
Japan aansloot.
De formeele acte van onze aanslui
ting werd reeds te Londen ondertee
kend en hierin moet men een ge
tuigenis zien, die elkeen uit den
droom kan helpen.
De houding van Griekenland heeft
eenige bezorgdheid gewekt, maar de
toestand is gelukkigerwijze opgehel
derd, sedert Griekenland er in toe-
Onze Lachhoek
HEEL ONNOODIG EN LASTIG.
Boer Teunissen was trotseh op lijn
zoon in Londen, en ging hem nu op
zoeken zijn zoon opzoeken in de
City waar hij veel geld zou vendic-
non.
Bij zijn aankomst haalde zijn zoon
•hem af en zij zouden dadelijk de
merkwaardigheden der stad begin
nen te kijken.
Nn woog vader T. ongelukkig over
de tweehonderd pond, en toen de dag
ten einde liep, sleepte hij zich met
moeite de trap van het gToote Monu
ment op, hij voelde zich een beetje
vermoeid om er niet meer van te zeg
gen.
Zie eens, vader! riep de Jongen
uit, toen zij goed en wel boven waren.
Is dat geen prachtig gezicht?
Och, pufte zijn vader, als het
daar l>ened6n zoo prachtig is, waar
om ter wereld- Bleep te je mij dan hier
heen?
EEN QUAESTIE VAN SPIER
KRACHT.
De instructeur legde een bijzonder
groenen recruut uit. hoe 't geweer in
elkaar zat. Ten slotte vroeg hij:
Nu, is er nog iemand, die Ict9
wil vragen?
Een bijzonder dom uitziend Jong-
mensoh kwam naar voren ©n bloosde
hevig.
Ja, wat is er? zei de instructeur
bemoedigend.
Wat ik zesrgen wil, sergeant, sla-
melde de weetgierige jongeling, is
hert. waar dat, hc© harder ik de haan
overtrek, hoe verter de kogel weg
schiet
OP VADER.
Kareltje was stout geweest, en
moest nu in den hoek staan.
Ik kan niet helpen dat ik stout
was, zei hij op peinzend droevigen
toon. Ik heb nog nooit van een jongen
gehoord die volmaakt was, behaive
van éen.
Wie was dat? vroeger moesier, die
moeite had niel te lachen.
Vader toen hij klein was,
klonk op beslisten toon hel antwoord.
stemde, de gevraagde verzekeringen
te geven."
Sonnino veTklaardo de onafhanke
lijkheid van Servië voor Italic nood
zakelijk, en in overeenstemming mtt
de bondgenooten, eischt Italië als
niet te wijzigen voorwaarde het her
stel der Servische onafhankelijkheid.
Italië kon niet onverschillig blijven
voor den angstkreet van Servië; wij
zullen dus ten spoedigste doen wat
ons afhangt om aan Servië hulp
te verleenen. De aanwezigheid van
onze vlag aan de kust der Adriatiscne
Zee bevestigt eveneens de tradilionee-
le staatkunde van lt&lie betreffende
de onafhankelijkheid van Albanië,
die ook voor Italië van groot be
lang is.
De strategische verdediging der
Ailriatische Zee vormt eveneens een
der bedoelingen van onze staatkun
de.
Sonnino besloot met de verzekering,
dat Italië vastbesloten is. den ooriog
met alle kracht en met de grootste
opofferingen voort te zetten.
Nader seint Reuter nog, uot muns
ter Sonnino verklaarde, dat Italië in
otereensiemming met ziin geallieer
den de proviandeenng en munitie-
voorziening van het Servische leger
zou verzekeien, en de concentratie er
van zou vergemakkelijken in afwach
ting van het oogeivblik der revanche.
Tor Zee.
SCHEPEN GEZONKEN.
Router seint uit Londen
Do Eugelsche s-8. „Coleneo" (3861
ton, uit Hull) en „Orang© Prince
i3583 ton, uit New Castlej zijn ge
zonken de bemanningen worden go-
red.
E©n Lloydsbericht uit Gothenberg
meldt, dat de Zweedsche schoener
„Emma Aalborg", van Brazilië ko
mend, gezonken is. Men vreest dat do
bemanning jg omgekomen.
Lloyds meldt, dat de Grieksche
stoomboot „Zarlfis" gezonken is. Een
deel der bemanning is gered door de
Fransche stoomboot „Mira'. De ove
rigen werden door een andere stoom
boot op Malta aan wal gebracht.
FEUILLETON
HECTOR MALOT.
32)
Hoe kon mevrouw Milligan zoo
streng zijn voor haar armen kleinen
jongen, dien zij zoo innig lief schoen
te hebben? Als hij ziju le.s niet kon
Jeeren, was het zijne schuld niet,
maar de schuld van zijn ziekte zeker.
Zou zij dan heengaan zonder hem
een vriendelijk woord toe t© voegen?
Maar zij ging niet heen; in plaats van
in 't benedengedeelte van 't schip te
verdwijnen, kwam zij bij haar zoon
tje terug. Willen we het samen
nog ©ons beproeven? vroeg zij.
O ja, mama, samen.
Toen ging zij bij hem zitten en nam
het bock weder op en begon lang
zaam tl© fabel t© lezen van „de wolf
en b©t lammetje". Arthur herhaalde
eiken volzin, woord voor woord. Toen
hij dit driemaal gedaan had, gaf zij
het boek aan Arthur en zeide, dat hij
nu maar alleen verder moest leeren.
Daarop ging zij naar beneden.
Arthur begon dadelijk te leeren en
vaji de plaats, waar ik was blijven
staan, kon ik duidelijk zijne lippen
zien bewegen. Het scheen, dat hij met
aandacht leerde. Maar die aandacht
duurde niet lang. Weldra sloeg hij
zijn© oogon op; zijne lippen bewogen
zich minder snel, en opeens zwoeg
hij geheel.
Hij las niet meer; hij herhaalde niet
meer Zijne oogen, die nu hor. dan
derwaarts dwaalden, ontmoetten de
mijne. Met mijn hand wenkte ik hem,
dal hij voort zou gaan met loeren.
Hij glimlachte vriendelijk, alsof hij
mij wilde bedanken voor mijn waar
schuwing en zijn oogen vestigden
zich opnieuw op zijn boek. Maar wel
dra sloeg hij ze weder op en zij dool
den van den een en naar den anderen
oever. Daar hij niet in de richting zag
waar ik mij bevond, stond ik op om
zijne aandacht te trokken en wees
liern toen op zijn boek.
Hij begon weder, hoif beschaamd,
te lezen.
Ongelukkigerwijze schoot een
oozenhlik daarna ©en ijsvogel pijlsnel
over het water, vlak voor het schip ©u
Kot i©:s als een blauwe straal achter
zich.
Arthur hief het hoofd op om hem te
volgen.
Toen de vogel verdwenen was."ves
tigde hij zijn blik op mij.
Daarop sprak hij mij aan.
Ik kan niet, zeide hij, en toch
zou ik zoo gaarne willen.
Ik kwam bij hem.
Die fabel ia toch zoo moeilijk
niet. zeide ik.
O, dat is ze wel. Heel moeilijk.
Ze scheen me zoo gemakkelijk,
en toen ik ze uwe moedor hoorde
voorlezen, dacht ik ze al te kennen.
Hii glimlachte ongeloovig.
Wil ik te eens voor u opzeggen?
Maar dat is onmogelijk.
Dnt is volstrekt niet onmogelijk.
Wil ik het eens probeeren? Neem het
boek maar.
Hij nam het boek en ik begon het
vers op te zeggen. Slechts ©en paar
maal behoefde hij mij te heipen.
Maar hoe is 't mogelijk, dat gij
haar keutl riep hij verbaasd uit.
Ik ken ze nog niet heel goed,
maar nu geloof ik wed, dat ik ze zon
der fouten zou kunnen opzeggen.
Hoe hebt gij ze dan geloerd?
Ik heb ze uw mama hoorem voor
lezen, maar ik heb aandachtig ge
luisterd, zonder te letten op hetgeen
er om mij gebeurde.
Hij bloosde en wendde zijn gelaat
af. Na een oogenblik van schaamte,
vervolgde hij:
Ik begrijp hoe gij geluisterd hebt,
en ik zal trachten te luisteren zooals
gij. Maar hoe hetot gij het toch aajr
gelegd, om al die woorden uit elkaar
te houden, die in mijn geheugen zich
niet elkander verwarren.
Hoe ik dat had aangelegd wist ik
zelf niet juist; want ik had er niot
over nagedacht. Toch trachtte ik het
hem uit te leggen en daardoor tevens
mij zeiven rekenschap ervan te ge
ven.
Waarover loopt eigenlijk die fa
bel? vroeg ik. Over een lammetje?
Nu begon ik te denken aan lammeren.
Dan denk ik aan hetgeen zij doen.
„De lammetjes waren zoo veilig in 't
park". Ik z:e de lammeren neerga
vlijd en slapen in hun park. omdat
zij «laar veilig zijn, en nu ik ze eens
gezien heb, vergeet ik ze niet meer.
O ja, zeide hij; nu zie ik ze ook.
„De lammetjes waren zoo veilig in
't park". Ik zie witte en zwarte; ik
zie ook de schapen en het park zelf.
Het zijn elzeboomen.
Dus zult gij 't niet meer verge
ten?
O, neen.
Wie waakt er gewoonlijk over
d© schapen!
Honden.
Als ze niet op de schapen behoe
ven te passen, omdat deze veilig zijn,
wat doen dan do honden?
Dan hebben ze niets t© doen.
Dus kunnen zij slapen. Daarom
zegt de fabel: „De honden sliepan".
O ja, mi wordt het gemakkelijk.
Niet waar? 't Is heel makkelijk.
Nu denken wij aan iets anders. Wie
bewaken de schapen nog meer dan
d© honden.
Een herder.
Als de schapen veilig zijn en de
herder niets te doen heeft, waar
brengt hij dan zijn tijd mee door?
Met op de fluit te spelen.
■*- Ziet ge hem?
Ja.
Waar is hij?
Ondor de schaduw van een groo-
ten olmboom.
Is hij alleen?
Neen, met andere herders uit den
omtrek.
Welnu, als gij de schapen ziet,
het park, de honden, den hei-der,
kunt gij dan niet zorufer fouten het
begin van uw fabel opzeggen?
Dat geloof ik ook.
Probeer het eens.
Toen hij mij zoo lioorde praten en
hem uitleggein hoe hij gemakkelijk
een les kon leeren, die hem eerst zoo
moeilijk toescheen, zag Arthur mij
met ontzag en zelfs ©enigszins vrees
achtig aan, alsof hij nog niet over
tuigd was van de waarheid van hei
geen ik zeide. Na eenige oogen blik
ken van aarzeling was hij echter ge
reed.
De lammetjes waren zoo veilig in
het park; de honden sliepen em de
herder, onder de schaduw van een
grooten olmboom, speelde op d© fluit
met andere herders uit de buurt.
Toen klapte hij in de handen.
Maar ik ken de fabell riep hij;
ik heb geen enkele fout gemaakt.
O, met u bon ik zeker, dat ik haar
zal kennen. Wat zal ninma in haar
schik zijn.
En hij leert© de rest van «ie fabel,
zoonis hij het eerste gedeelte geleent
had. In minder dan een kwartier ken
de hij ze letterlijk en hij was Juist
be>zig om ze op te zeggen, toen zijn
moeder bij ons kwam.
Eerst keek zij een weinig knorrig,
dat zij ons bij elkander zag, want zij
ducht, dat wij seinen spéélden, maar
Arthur liet haar den tijd niet een
woord te zeggen.
Ik ken de fabel, riep hij, en hij
hoeft ze mij geleerd.
Mevrouw Milligan zag me eenwr>
zins verwonderd aan, en zij zou me
zeker iets gevraagd hebben, toen Ar
thur, zonder dat zij het hem vroeg, de
fabel vaji „de wolf en het lammetje"
begon op te zeggen. Hij deed dit op
gewonden en vrooiijk, zonder een
oogenblik te haperen en zonder ©en
enkele fout.
Ondenlehand keek ik mevrouw Mil
ligan aan, ik zag een glimlach op
haar schoon gelaat, en toen meende
ik haar oogen vochtig t© zien wor
den, maar daar zij op dat oogenblik
zich over haar zoon heenboog en hem
te«j<ier met beide armen omhelsde,
kon ik niei tien of zij weende.
(Wordt vervolgd.)