De Europeosche Oorlog. Alleen op do Wereld TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 3 D^CEVBER ISI5 Kraeïtlge arflllarleactles op 't Westelijk front. De strijd ln Servië. Cijtsrs van gevangenen en Forlogsiuit der Enigaren. De onzekerheid over de houding van Griekenland. Een vredesexpeditie nit Amerika. Officieel nieuws. 'Aan de Stafbcrichten ontleencn wij: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf Ten N.W. van St. Quentin viel door een motordefect een Engalsche twee dekker. Twee officieren werden gc- vancen genomen. Van den Franschcn eta f Woensdagnacht werd de artillerie- etrijd met minder intensiteit voort- j gezet in verschillende seotoren, voor namelijk in Artois, in den omtrek van Frise. Fey (vallei van de Somme) en in Champagne bij Tahure. Van den Engelschen staf De Engelschen bombardeerden in de laatste vier dagen met succes de Duitsche loopgraven, steunpunten en geschutstellingen cn brachten aan zienlijk© schade toe. Het antwoord van de Duitsche artillerie was zwak. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitsche 11 staf Tegen het leger van Von B ohm er ontrekkende zwakke afdeeiingen van de Russen zijn door Duitsche voorpos ten teruggeslagen. Van den Russischen staf Een Duitsch bivak, dat Woensdag werd opgemerkt aan den linkeroever van de Dwina bij de hoevo Souven hof, tussohen Friedrichsladt en Jar. cobstadt, werd onder vuur genomen door de Russische artillerie. De Duitschers namen de vlucht met ach terlating van ongeveer 100 dooden en gewonden. Aan den linkeroever van de Styr werden de Duitschers en Oostenrij kers naar het zuidoosten van Khriask teruggedrongen. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrijkschen etaf De Italianen hernieuwden hun aan vallen op het bruggehoofd Tolmein en op de Oostcnrijksciie bergstelhn- gen ten noorden öaar\an. Voor de Mrzli Vrh mislukten drie, voor de bergruggen ten noorden van Doljen twee aanvallen van de Italianen. In bet bekken van Tolmein ver woestte de Iialiaaneche artillerie plaatsen achter t Ooslenrijksche front. Het bruggehoofd stond gedeel telijk v/eer o rider roffel vuur, maar werd door zoer sterke strijdkrachten herhaaldelijk tevergeefs aangevallen. Bij Oslavyu trachtte tie Italiaansche infanterie onder bescherming van den nevel door te breken. Afdeeiingen van eau Oostenrijkisch inXanteriore- gimer.t sloegen hier drie bestormin gen af. Overigens kwam liet niet tot groo- te infantcriegevechten. D® strijd in Servië. STAFBERICHT EN. Van den Duitsche n staf Teil W. van de Lim zijn Boljanits, Plewlje en Jaboeka door de Du.it- sohers bezet. Ten Z.W. van Mitrowitsa zijn 4000 Servische krijgsgevangenen en twee kanonnen binnengebracht. Van den Oostenrijkschen etaf Donderdagmorgen vroeg rukten de Oostenrijkers Plevlje binnen. Do inneming der stad was het resultaat van hardnekkig© gevechten. Een over de Metalkaafadei voortrukken- de colonne wierp de Serviërs bij Bol- janio terug. Do over Priboj opruk kende groep bestormde de hoogten ten noorden van Plevlje, een derde groep verdreef de Montenegrijnen bij Jaboeka. Oostenrijksche troepen werden door de Mohaimnedaansche bevolking met gejubel begroet. D© terugtocht der Montenegrijnen nam voor ©en deel het karakter van een vlucht aan. Ten zuidwesten van Mitrowitsa maakte een Oostenrijksch- Hongaarsch halt-bataljon 4000 Ser viërs gevangen. Twee kanonnen en 100 paarden werden buitgemaakt. Van den Bulgaarschen staf (van 30 November) De Bulgaarsohe troepen zetten het offensief voorbij Prizrend voort. Sedert den aanvang van den oor log tegen Servië op 14 October tot de. inneming van Prizrend op 29 Novem ber namen de Bulgaren 50.000 Ser viërs gevangen de buit bedroeg in dat tijdvak 2G5 kanonnen. 13G artil- leriemunitiewagens, ongeveer 100.000 geweren, 36.000 granaten, 3 millioen geweerpatronen. 2350 spoorwagens, 03 locomotieven. Na de inneming van Kitsjwas Kroesewos bezetten de Bulgaren Brodi aan den weg Kitsjewo— PriJep. Aan het front der Engelsch-Fran- sche troepen geen verandering. PERSBERICHTEN. Havas eeint uit Rome De Montenegrijn6che troepen deden op 29 November een aanval in de streek van den Lotsjèn en versloegen do Oostenrijkers, die in wanorde op Geradja terugtrokken. Reuter meldt uit Saloniki Een bericht van kolonel Vassitsj meldt, dat de Serviërs het In den ochtend van 1 December te half vier nog volhielden in het front van Mo nastic Volgens de laatste berichten ruk ken Servische versterkingen op tot hulp van Monnstir. Die versterkingen naderen van het noorden en zouden reeds op betrek kelijk korten afstand van Monastir zijn. Indien ze tijdig aankomen, ver trouwen de Serviërs in staat te zijn de elad te behouden. De Times verneemt uit Athene, dat de Serviërs op hun terugtocht de brug te Losnani uiët hebben kunnen vernielen, waardoor de Bulgaren naar Monastir oprukten en het dorp Baltoveutsi (Baldcntsi bereikten. liet is duidelük, dat de Balgaren de Serviërs willen omsingelen, om te voorkomen, dat zij naar Grieksch grondgebied zouden uitwijken. De houding van Grie kenland. Uit Sofia wordt aan de N. R. CL geseind De houding van Griekenland tegen over de schending zijner onzijdigheid door de mogendheden der entente zal binnenkort nauwkeurig aangege ven worden zoodra de centrale mo gendheden gereed zullen zijn met al de maatregelen, die zij thans aan het nemen ziin om Griekenland, in geval van nood, krachtdadig te steu nen. Dan zal Griekenland van de entente eischen dc troepen uit liet Grieksche gebied terug te trekken er, zoo dit niet gebeurt, deze troepen ont wapenen. De bedreiging van de en tente, om de Grieksche havens te blokkeeren, ja, te beschieten, wordt door de regeeriug en het rustig oordeelende publiek niet voor ernst opgenomen, omdat Griekenland in dat geval terstond represaille-maat regelen tegen do expeditie der en tente zou nemen eri deze, door het afsnijden van allen toevper en het verhinderen van den terugtocht op Grieksch gebied, aan geheele vernie tiging blootstellen, of, door de en tente-troepen te ontwapenen, deze aan een zielig eind zou blootstellen. In hooge militaire kringen van Salo niki wordt onomwonden verzekerd, dat dit in bet gegeven geval zeker ge beuren zaL Routc-r seint uit SaJondki: De politieke toestand in verband met de eischen der Enientemogend- heden blijft duister en onzeker, we gens liet uitblijven van authentiek nieuws uit Athene dat voornamelijk veroorzaakt wordt door de onderbre king van de telegraaflijn over land sedert vele dagen. Niettemin beweren' de plaatselijke bladen hef resultaat van do overweging der jongst© voor stellen van d© Entente te kennen. De pro-Duitscne bladen verklaren, dat Griekenland de Entente vooretellen verwierp en beijveren zich om aan te toonen, dat d© actie dezer mogend heden in den Balkan te laat kwam. De jegens de Entente .gunstig gezinde bladen ecliter hebben goed vertrou wen op een bevredigenden uitslag van de tegenwoordige onderhande lingen. Havas seint uit Athene: Hoewel regeering en diplomatie gpoote reserve toonen over de han gende onderhandelingen, overweegt hier de hoop, dat eon bevredigende oplossing zal worden verkregen, dank zij den goeden wil, die aan beide kan ten worjlt getoond. Het „Berliner Tageblatt" verneemt van de „Srtdslaw. Korr." te Weenen, dat in haar tweede nota de Entente de volgende eischen aan Griekenland heeft gesteld: 1. Terugtrekking van alle Gneksche troepen uit Saloun en omgeving; 2. aigemeene beschik king yver ilo spooiwogen en stralen in hel gelioe-e gebied, «lat begrensd wordt uoor cl© linie die van Saloniki naar Monasur loopt; 3. liet rechi om Saloniki en hei schierehand Chaldi dik© ie versterken; 4. overdracht der zeeponiie m ©enige Grieksche havens, waaronder die ui den Piraeus. De nota verlangt, dat Griekenland met 'toezeggingen doet, maar door hande lingen, bijvoorbeeld dour een oiunicb deiiijke ontruiming van Saloniki, zijn toegeiendilieid bewijst. ROEiMENlë. Aan 8iet „Berl. Tageblatt" wordt uit Sofia gemeld, dat eeno overeen komst is tot stand gekomen tusschen Oostenrijk-Hongarije en Roemenië, waarbij 500.000 waggons graan en levensmiddelen, in het bijzonder mals en tarwe, tot vastgeatelden prijs uit Roemenië naar Oostenrijk zullen worden uitgevoerd. Verspreid nieuws van de oorlogsvelden ENGELSCHE VERLIEZEN. De officieel© verliescijfers voor hef Britsche leger tot den 9en November waren voor het Fransohe oorlogstoo- neeJ: gesneuveld 4C20 officieren en 69.272 minderen, gewond 9754 offi cieren en 240.283 minderen, vermist 1583 officieren en 54.446 minderen; op het oorlogstoon©©! aan de Middelland sche Zee gesneuveld 1504 officieren en 21.531 minderen, gewond 2860 offi cieren en 70.148 minderen, vermist 350 officieren en 10.211 minderen; op andere oorlogstooneelen gesneuveld en overleden 227 officieren en 2052 minderen, gewond 337 officieren en 5587 minderen, vermist 76 officieren on 3223 minderen en verder wat de vlooi betreft gesneuveld cn overleden 589 officieren en 9928 minderen, ge wond 1G1 officieren en 1120 minderen vertuist 52 ofticieion en 31U minderen. In totaal bedragen do verliezen 510.23j man. „GENERAAL WINTER". De correspondent van de „Daily Chroniclehij het Eugelsche hoofd kwartier zegt, dat een nieuwe vijand, „generaal Winter", weer aan den strijd is gaan deelnemen. Het eenige goede aan dien vijand ie, dat hij bei de partijen even hevig aanvalt. Op sommige deelen van het front is het erger dan op andere, maar er zijn plaatsen, waar het terrein dooi de sneeuw en regens in ec-n moeras is verajiderd en de loopgraven zóó vol ijskoud water zijn, dat de man nen er tot aan de knieën in staan. Tegen het aanbreken van den dag bevriest het som3 om de beenen van de soldalen heen. Hoe diep is het bij jullie? vroeg onlangs een Duitsch soldaat van achter een troep zandzakken, die de Engelsehe stelling van de Duit sche scheidden. Tot aan de knieën, zei een Engelsch korporaal, die zijn bommen probceroe droog te houden in een stuk zeildoek. Zco, was het antwoord, dan ben jullie geluksvogels; wij staan er tot het middel toe in. Qp enkele plaatsen is het zoo erg, dat de borstweringen gedurende de laatste stormen ingestort en In de loopgraven terecht gekomen zijn, waar zich een onbeschrijflijke chaos van modder en klei vormde. De aard werken. die door den regen en de vorst hunne vastheid hadden verlo ren. waren namelijk door het gewicht der zandzakken ingestort. Een groot aantal soldaten zijn von waterlaarzen, die tot de knieën rei ken, voorzien, maar dat is niet vol doende, omdat het water er over den bovenwand heen nog in loopt. Er ko men dan ook. evenals verleden jaar, weer vele gevallen van bevroren voeten, zoogenaamde loongraafvoeten voor. Als de mannen dan tiidig naar het hospitaal kunnen gaan, genezen zij gemakkelijk, maar blijven zij te lang in de loopgraven, dan is het veel moeilijker, de voelen weer te doen herleven. In het begin veroorzaken bevroren voeten bij het genezen een gevoel, alsof zij met gloeiende poken bewerkt worden. Maar ondanks alles blijven de sol- ddten vol moed. Onlangs werd een man, die in het water stond, door een projectiel in de heup gewond. De geneesheer, die ge waarschuwd was, kwam. tot aan den hals door de modder wadend, zijn instrumenten boven zijn hoofd hou dend, in de loopgraaf, om de eerste hulp te verleenen. De operatie, die noodig bleek, werd in het water uit gevoerd. waarna de lijder naar het veldhospitaal werd gevoerd. Dien zelfden avond nog maakte hij grapjes en schreef hij een opgewekten brief aan zijn vrouw, waarin hij haar me dedeelde, dat hij heel wel was, maar een klem ongelukje had gehad. Zelfs in het hospitaal, waar dagelijks zoo veel heldenmoed betoond wordt, ston den de omstanders verbaasd. „Door dezen geest van dapperheid wordt de strategie van „generaal Winter" krachteloos gemaakt, of schoon het waarachtig geen pretje is om zulke dagen en nachten in de loopgraven of zelfs in de kwartieren achter het front, waar de regen door de vernielde daken binnenstroomt en de wind door de schoorsteenen of kogelgaten heen giert, door te bren gen. „De koude van daze Vlaanische noohtcn zou iemand kunnen doen huilen van pijn, als hij niet door bet inwendige vuur van trots ver warmd werd. De wind houdt er een snijdenden humor op na en dringt even gemakkelijk door het wolk-n vest. dat tante Morie heeft gebreid, en de twee vesten, die je nog uit je burger-uitrusting hebt meegenomen, en bet khaki-hemd zonder knoopen en een uniformjas, en een winterjas, en een waterproofjas, en „de muffler, die zusje Susie heeft gebreid" heen als een bajonet door het lichaam van den armen stakker, die er mee in aanraking komt. „Gelukkig zijn de stinkjassen' aangekomen, die harige oude vricn den. die na een natten nacht in de loopgraven een luchtje verspreiden, I dat door een gashouder been zou dr.ngen. langs de wegen zien onze f soldaten er in hunne jassen van scJia- pe n vacht en uit als vroolijke herders, die bun kudde zijn kwijt geraakt en een geweer in plaats van een staf hebben." Uit Frankrijk, DE BEHANDELING DER VREEMDELINGEN. De Parijsche gemeenteraad heeft een motie aangenomen, waarin de wensch wordt uitgesproken, dat de regeenng maatregelen zal nemen tegen zekere categorieën vreemdelin gen, die in Frunkrijk verblijf hou den. De Temps schrijft o. a.: „De onderhavige quaestie is zeer ingewikkeld en delicaat. Eenerzijds wil men er tegen ageeren, dut een groot aantal onderdanen van de allieerde landen in den weerbaren leeftijd rustig in Frankrijk wonen, terwijl alle dienstplichtige Fran- schen vechten voor een zaak, waar van de overwinning van belang ia voor de geallieerden evenzeer als voor Frankrijk. Anderzijds wil mee een einde maken aan den toestaud, dat onderdanen van de vijandelijke mogendheden zich vrij in Frankrijk kunnen bewegen, terwijl men in de derde plaats strenger toezicht eischt op de gastvrijheid, welke Frankrijk biedt aan onderdanen van niet- oorlogvoerende naties, want sommi ge neutralen hebben daarvan mis bruik gemaakt. In beginsel zou toet, volgens het blad, zeer onrechtvaardig zijn. niet een algemeenen maatregel, die alle in Frankrijk verblijf houdende vreemdelingen zou treffen, op te tre den. Wat betreft de onderdanen van de geallieerde landen, die vallen onder de militaire wetgeving van hun va derland. mug Frankrijk niet dienen lot vrijplaats van deserteurs en dienstweigeraars. Binnen do grenzen van hun wetgeving zou men tegen deze lieden moeten optreden, op voor waarde echter, dat deze actie niet het karakter aanneemt onder dek mantel van de huidige omstandighe den. van een klopjacht op politieke réfugiés en bannelingen. De weerbare onderdanen van vijan delijke landen behooren eenvoudig te worden opgesloten ln concentratie kampen. De Temps verbaast zich er over. dat er nog zulke lieden op vrije voeten in Frankrijk rondloopen. Uit Dultschland. KARL LIERKNECHT. De Morning Post" verneemt uit Bern, dat volgens bericht uit Berlijn Karl Liebknecht die eenigen tijd ge leden van het front terugkeerde lij dende aan zenuwoverspanning, thans weder veel beter is. Uit Oostenrijk-Hongarije DE VERJAARDAG VAN 's KEIZERS TROONSBESTIJGING. Op 2 December 1818. dus Donder dag 67 jaar geleden, kwam de toen achttienjarige keizer Franz Joseph van Oostenrijk aan de regeering. De herinneringedag werd in de monar chie herdacht In de geheele monarchie hadden godsdienstige plechtigheden plaats, benevens vaderlandslievende school feesten en herdenkingen door de ver- eeniging voor verzorging van oor- logs-invalidcn. In de bladen van alle nationaliteiten en alle partijen wer den den keizer geestdriftige artike len gewijd, waarin gewezen werd op het feil. «lat de 67-jarig© regeering an den keizer gewijd was aan het welzijn en de vreedzame ontwikke ling zijner volken, die zich in dezen <Lë monarchie opgedrongen oorlog, eensgezind om den troon schaarden ter verdediging en het voortbestaan de rechten der monarchie. De bladen wijzen met groote vol doening op de reeds behaalde suc cessen der Oostenrijksch-iHongaar- ische legers en hun bondgenooten, en spreken dc vaste overtuiging en het vertrouwen uit, dat het den keizer vergund moge zijn, met zijn roemvol leger, voor zijn rijk en zijne volken den zegenrijken vrede te behalen. Uit Japan. JAPANSCHE BUITENLANDSCIIE BETREKKINGEN. Reuter seint uit Tokio De Keizer opende persoonlijk de zitting van den Landdag. In de troon rede wees hij op de builenlandsohe betrekkingen en verklaarde hij dat het verbond met Engeland, en de En tente met Frankrijk en Rusland ver sterkt waren. Uit Engeland. PASSEN VER EISCHT. De staatscourant deelt mede, dat alle passagiers, die in het Vereenig- de Koninkrijk aan land gaan of van daar vertrekken, in het bezit moeten zijn van een pas hunner regeering. SPION DOODGESCHOTEN. Officieel wordt gemeld, dat een on langs schuldig bevonden spion te Londen doodgeschoten is. LORD KITCHENER. In het Lagerhuis ueel«ie minister Asquith mede, «lat Lord Kitcuener züu werkzaamheden aan het minis terie van uorlog beeft hervat, en de vergadenugen van het oorlogscounto uit hel Kabinet weer als minister van Oorlog heeft bijgewoond. Uit Italië. ITALIAANSCHE KAMER. Reuter seint uit Rome In de Kamer zeide minister 6on- nino „De oorlcw en de in verband daar mede gevoerde onderhandelingen hebben ons overtuigd van de noodza kelijkheid. openlijk plechtig getuige nis af te leggen van de solidariteit met de geallieerden, door de gemeen- schappeluke verklaring der vijf mo gendheden, die een hernieuwing is van die, tusschen Frankrijk, Eng' land en Rusland gesloten op 5 Sep tember 1914, waarbij zich later ook Japan aansloot. De formeele acte van onze aanslui ting werd reeds te Londen ondertee kend en hierin moet men een ge tuigenis zien, die elkeen uit den droom kan helpen. De houding van Griekenland heeft eenige bezorgdheid gewekt, maar de toestand is gelukkigerwijze opgehel derd, sedert Griekenland er in toe- Onze Lachhoek HEEL ONNOODIG EN LASTIG. Boer Teunissen was trotseh op lijn zoon in Londen, en ging hem nu op zoeken zijn zoon opzoeken in de City waar hij veel geld zou vendic- non. Bij zijn aankomst haalde zijn zoon •hem af en zij zouden dadelijk de merkwaardigheden der stad begin nen te kijken. Nn woog vader T. ongelukkig over de tweehonderd pond, en toen de dag ten einde liep, sleepte hij zich met moeite de trap van het gToote Monu ment op, hij voelde zich een beetje vermoeid om er niet meer van te zeg gen. Zie eens, vader! riep de Jongen uit, toen zij goed en wel boven waren. Is dat geen prachtig gezicht? Och, pufte zijn vader, als het daar l>ened6n zoo prachtig is, waar om ter wereld- Bleep te je mij dan hier heen? EEN QUAESTIE VAN SPIER KRACHT. De instructeur legde een bijzonder groenen recruut uit. hoe 't geweer in elkaar zat. Ten slotte vroeg hij: Nu, is er nog iemand, die Ict9 wil vragen? Een bijzonder dom uitziend Jong- mensoh kwam naar voren ©n bloosde hevig. Ja, wat is er? zei de instructeur bemoedigend. Wat ik zesrgen wil, sergeant, sla- melde de weetgierige jongeling, is hert. waar dat, hc© harder ik de haan overtrek, hoe verter de kogel weg schiet OP VADER. Kareltje was stout geweest, en moest nu in den hoek staan. Ik kan niet helpen dat ik stout was, zei hij op peinzend droevigen toon. Ik heb nog nooit van een jongen gehoord die volmaakt was, behaive van éen. Wie was dat? vroeger moesier, die moeite had niel te lachen. Vader toen hij klein was, klonk op beslisten toon hel antwoord. stemde, de gevraagde verzekeringen te geven." Sonnino veTklaardo de onafhanke lijkheid van Servië voor Italic nood zakelijk, en in overeenstemming mtt de bondgenooten, eischt Italië als niet te wijzigen voorwaarde het her stel der Servische onafhankelijkheid. Italië kon niet onverschillig blijven voor den angstkreet van Servië; wij zullen dus ten spoedigste doen wat ons afhangt om aan Servië hulp te verleenen. De aanwezigheid van onze vlag aan de kust der Adriatiscne Zee bevestigt eveneens de tradilionee- le staatkunde van lt&lie betreffende de onafhankelijkheid van Albanië, die ook voor Italië van groot be lang is. De strategische verdediging der Ailriatische Zee vormt eveneens een der bedoelingen van onze staatkun de. Sonnino besloot met de verzekering, dat Italië vastbesloten is. den ooriog met alle kracht en met de grootste opofferingen voort te zetten. Nader seint Reuter nog, uot muns ter Sonnino verklaarde, dat Italië in otereensiemming met ziin geallieer den de proviandeenng en munitie- voorziening van het Servische leger zou verzekeien, en de concentratie er van zou vergemakkelijken in afwach ting van het oogeivblik der revanche. Tor Zee. SCHEPEN GEZONKEN. Router seint uit Londen Do Eugelsche s-8. „Coleneo" (3861 ton, uit Hull) en „Orang© Prince i3583 ton, uit New Castlej zijn ge zonken de bemanningen worden go- red. E©n Lloydsbericht uit Gothenberg meldt, dat de Zweedsche schoener „Emma Aalborg", van Brazilië ko mend, gezonken is. Men vreest dat do bemanning jg omgekomen. Lloyds meldt, dat de Grieksche stoomboot „Zarlfis" gezonken is. Een deel der bemanning is gered door de Fransche stoomboot „Mira'. De ove rigen werden door een andere stoom boot op Malta aan wal gebracht. FEUILLETON HECTOR MALOT. 32) Hoe kon mevrouw Milligan zoo streng zijn voor haar armen kleinen jongen, dien zij zoo innig lief schoen te hebben? Als hij ziju le.s niet kon Jeeren, was het zijne schuld niet, maar de schuld van zijn ziekte zeker. Zou zij dan heengaan zonder hem een vriendelijk woord toe t© voegen? Maar zij ging niet heen; in plaats van in 't benedengedeelte van 't schip te verdwijnen, kwam zij bij haar zoon tje terug. Willen we het samen nog ©ons beproeven? vroeg zij. O ja, mama, samen. Toen ging zij bij hem zitten en nam het bock weder op en begon lang zaam tl© fabel t© lezen van „de wolf en b©t lammetje". Arthur herhaalde eiken volzin, woord voor woord. Toen hij dit driemaal gedaan had, gaf zij het boek aan Arthur en zeide, dat hij nu maar alleen verder moest leeren. Daarop ging zij naar beneden. Arthur begon dadelijk te leeren en vaji de plaats, waar ik was blijven staan, kon ik duidelijk zijne lippen zien bewegen. Het scheen, dat hij met aandacht leerde. Maar die aandacht duurde niet lang. Weldra sloeg hij zijn© oogon op; zijne lippen bewogen zich minder snel, en opeens zwoeg hij geheel. Hij las niet meer; hij herhaalde niet meer Zijne oogen, die nu hor. dan derwaarts dwaalden, ontmoetten de mijne. Met mijn hand wenkte ik hem, dal hij voort zou gaan met loeren. Hij glimlachte vriendelijk, alsof hij mij wilde bedanken voor mijn waar schuwing en zijn oogen vestigden zich opnieuw op zijn boek. Maar wel dra sloeg hij ze weder op en zij dool den van den een en naar den anderen oever. Daar hij niet in de richting zag waar ik mij bevond, stond ik op om zijne aandacht te trokken en wees liern toen op zijn boek. Hij begon weder, hoif beschaamd, te lezen. Ongelukkigerwijze schoot een oozenhlik daarna ©en ijsvogel pijlsnel over het water, vlak voor het schip ©u Kot i©:s als een blauwe straal achter zich. Arthur hief het hoofd op om hem te volgen. Toen de vogel verdwenen was."ves tigde hij zijn blik op mij. Daarop sprak hij mij aan. Ik kan niet, zeide hij, en toch zou ik zoo gaarne willen. Ik kwam bij hem. Die fabel ia toch zoo moeilijk niet. zeide ik. O, dat is ze wel. Heel moeilijk. Ze scheen me zoo gemakkelijk, en toen ik ze uwe moedor hoorde voorlezen, dacht ik ze al te kennen. Hii glimlachte ongeloovig. Wil ik te eens voor u opzeggen? Maar dat is onmogelijk. Dnt is volstrekt niet onmogelijk. Wil ik het eens probeeren? Neem het boek maar. Hij nam het boek en ik begon het vers op te zeggen. Slechts ©en paar maal behoefde hij mij te heipen. Maar hoe is 't mogelijk, dat gij haar keutl riep hij verbaasd uit. Ik ken ze nog niet heel goed, maar nu geloof ik wed, dat ik ze zon der fouten zou kunnen opzeggen. Hoe hebt gij ze dan geloerd? Ik heb ze uw mama hoorem voor lezen, maar ik heb aandachtig ge luisterd, zonder te letten op hetgeen er om mij gebeurde. Hij bloosde en wendde zijn gelaat af. Na een oogenblik van schaamte, vervolgde hij: Ik begrijp hoe gij geluisterd hebt, en ik zal trachten te luisteren zooals gij. Maar hoe hetot gij het toch aajr gelegd, om al die woorden uit elkaar te houden, die in mijn geheugen zich niet elkander verwarren. Hoe ik dat had aangelegd wist ik zelf niet juist; want ik had er niot over nagedacht. Toch trachtte ik het hem uit te leggen en daardoor tevens mij zeiven rekenschap ervan te ge ven. Waarover loopt eigenlijk die fa bel? vroeg ik. Over een lammetje? Nu begon ik te denken aan lammeren. Dan denk ik aan hetgeen zij doen. „De lammetjes waren zoo veilig in 't park". Ik z:e de lammeren neerga vlijd en slapen in hun park. omdat zij «laar veilig zijn, en nu ik ze eens gezien heb, vergeet ik ze niet meer. O ja, zeide hij; nu zie ik ze ook. „De lammetjes waren zoo veilig in 't park". Ik zie witte en zwarte; ik zie ook de schapen en het park zelf. Het zijn elzeboomen. Dus zult gij 't niet meer verge ten? O, neen. Wie waakt er gewoonlijk over d© schapen! Honden. Als ze niet op de schapen behoe ven te passen, omdat deze veilig zijn, wat doen dan do honden? Dan hebben ze niets t© doen. Dus kunnen zij slapen. Daarom zegt de fabel: „De honden sliepan". O ja, mi wordt het gemakkelijk. Niet waar? 't Is heel makkelijk. Nu denken wij aan iets anders. Wie bewaken de schapen nog meer dan d© honden. Een herder. Als de schapen veilig zijn en de herder niets te doen heeft, waar brengt hij dan zijn tijd mee door? Met op de fluit te spelen. ■*- Ziet ge hem? Ja. Waar is hij? Ondor de schaduw van een groo- ten olmboom. Is hij alleen? Neen, met andere herders uit den omtrek. Welnu, als gij de schapen ziet, het park, de honden, den hei-der, kunt gij dan niet zorufer fouten het begin van uw fabel opzeggen? Dat geloof ik ook. Probeer het eens. Toen hij mij zoo lioorde praten en hem uitleggein hoe hij gemakkelijk een les kon leeren, die hem eerst zoo moeilijk toescheen, zag Arthur mij met ontzag en zelfs ©enigszins vrees achtig aan, alsof hij nog niet over tuigd was van de waarheid van hei geen ik zeide. Na eenige oogen blik ken van aarzeling was hij echter ge reed. De lammetjes waren zoo veilig in het park; de honden sliepen em de herder, onder de schaduw van een grooten olmboom, speelde op d© fluit met andere herders uit de buurt. Toen klapte hij in de handen. Maar ik ken de fabell riep hij; ik heb geen enkele fout gemaakt. O, met u bon ik zeker, dat ik haar zal kennen. Wat zal ninma in haar schik zijn. En hij leert© de rest van «ie fabel, zoonis hij het eerste gedeelte geleent had. In minder dan een kwartier ken de hij ze letterlijk en hij was Juist be>zig om ze op te zeggen, toen zijn moeder bij ons kwam. Eerst keek zij een weinig knorrig, dat zij ons bij elkander zag, want zij ducht, dat wij seinen spéélden, maar Arthur liet haar den tijd niet een woord te zeggen. Ik ken de fabel, riep hij, en hij hoeft ze mij geleerd. Mevrouw Milligan zag me eenwr> zins verwonderd aan, en zij zou me zeker iets gevraagd hebben, toen Ar thur, zonder dat zij het hem vroeg, de fabel vaji „de wolf en het lammetje" begon op te zeggen. Hij deed dit op gewonden en vrooiijk, zonder een oogenblik te haperen en zonder ©en enkele fout. Ondenlehand keek ik mevrouw Mil ligan aan, ik zag een glimlach op haar schoon gelaat, en toen meende ik haar oogen vochtig t© zien wor den, maar daar zij op dat oogenblik zich over haar zoon heenboog en hem te«j<ier met beide armen omhelsde, kon ik niei tien of zij weende. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5