De Europeesche Oorlog.
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 9 DECEMBER 1915
't Officieels nlenws der oorlogsfronten. De Italianen hernieuwen hnn aan
vallen. Over de krijgsbedrijven in en om Servië.
Een kleine ltallaansche krilser doei' een Oostenrijkschei onderzeeër ge
torpedeerd.
De Engelsche premier over vredesvoorwaarden.
Verklaringen van een Hongaarse! minister.
Officieel nieuws.
Aan de slafberichten ontleonen wij
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den DaiUclien staf
De poging van de Franschen, om
het Duitsche succes ten.' Oosten van
Auberive afbretfk te doen-, mislukte.
Noordoostelijk van Soudin werd
den Franschcn een stelling op lioogto
193, op een uitgebreidheid van onge
veer 500 meter ontnomen. Vier
Franscbz tegenaanvallen werden af
geslagen. Een officier en 120 man
werden door de Duitschers gevangen
genomentwee machine-geweren
maakten de Duilschcre buit.
Van den Franschen staf
In den loop van den Dinsdagnacht
beletten Franeche mitrailleurs op het
front in België den Duitschers het
door de Franschen bij Het Sas ver
nielde werk te herstellen.
In het westelijk deel van Artois bij
hoogte liO belette het Fransohe sper
vuur een aanval der Duitschers, die
zich daartoe gereed maakten onder
dekking van een mijnontplofling.
Dinsdag beschoot en vernielde de
Fransche artillerie den molen St
Aurin bij Roye, welke de vijand ter
Verdediging had ingericht.
In Champagne bleven do Fian-
echen terrein winnen door middel van
handgranaten in de vooruitgescho
ven loopgraven, waar de Duitschers
Dinsdag vasten voet hadden gekregen
ten zuiden van St. Souples.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf:
Aan het front der legergroep van
Von Hindenburg werden enkele aan
vallen van zwakke Russische afdee-
lingen teruggeslagen.
.Van den Oostanrijkechen staf:
Ten noordon van 'fssjai loryish wen
den vrij sterke Russische Verken
ningsdetachementen door Oostenrijk-
eche landweer verdreven.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Oostenrijkschen staf:
De artillerie-gevechten aan het
Isonzo-front waren Dinsdag heviger
dan in de laatste voorafgaande da
gen. 'b Namiddags gingen de Italia-
i;en over tot den aanval op het noor
delijk gedeelte van de hoogvlakte
van Doberdoin dichte massa's
etoimde ltaliaansche infanterie op
den Mkmte San Michele en het geluk
te haar in een gedeelte van 't Ooston-
rijksche front aan de helling binnen
te dringen. Door een tegenaanval
heroverden de Oostenrijksche troepen
echter in een verbitterd handgemeen
hun loopgraven weer geheel en al.
Overigens werd de bestorming van de
Italianen door vuur afgeslagen met
zware verliezen aan de zijde der Ita
lianen.
Ook in den sector San Martino mis
lukten een aantal aanvallen van de
Italianen.
'8 Avonds werd Sistiana (zeebad
(tan de Adriati3che Zee) door een
aantal Ilaliaansche torpedóbóoten be
schoten.
De 8trf]d In Servië.
STAFBERICHTEiN.
Van den Duitschen staf:
Bij Ipek werden 80 stukken geschut
en veel oorlogsmateriaal buit ge
maakt. Maandag maakten de Duit
schers meer dan 2000 gevangenen.
Van den Oostenrijkschen staf:
Met succes deden tfè Oostenrijkers
aanvallen op de Montenegrijnsohe
Btellingen ten noorden van Berane en
namen op verscheiden punten «tonnen
derhand linies der Montenegrijnen.
Ipek ie gezuiverd van Serviërs en
Montenegrijnen.
De Oosten rijksch Duitsche troepen
maakten 80 stuks geschut, 160 muni
tiewagens, 40 automobielen, 12 ver
plaatsbare veldkeukens, eenige dui
zenden geweren en veel ander oor
logsmateriaal buit-
Wederom zijn door het leger van
generaal v. Kövess meer dan 2000
man, waaronder 300 Montenegrijnen,
gevangen genomen.
Arnauten nemen overal deel aan
de gevechten tegen het overschot van
het Servische leger.
Van den Bulgaarschen staf:
De vervolging der Franschen aan
beide oevers van de Wardar wordt
geregeld voortgezet.
De van Kisjawo op Ochrida aan
rukkende colonne heeft de linie Tsjer-
nawodiv—Besocan—Walmei (15 K.M
ten noorden van het Oohrida-meer)
bereikt.
In Monastir werden Bulgaarsche
troepen plechtig en met groote praal
ontvangen de geheele bevokling was
op de been en begroette de zegevie
rende troepen met geestdriftig ge
juich.
Te Monastir werden buitgemaakt
twee magazijnen met geweren, hand-
bómimen en ander oorlog«malerieel
en één magazijn mei uniformen, de
kens, automobielen, benzine en een
groote hoeveelheid ander materieel,
te Dibra 1000 geweren, 120 kisten
met patronen, 22 kisten rookloos
kruit, terwijl 750 man gevangen wer
den genomen.
Te Dibra vonden de Bulgaren ook
een kamp met Oostenrijksch-Hongaar
sche krijgsgevangenen, die sedert
acht dagen geen brood hadden ge
had 80 hunner waren bijna verhon
gerd. Er werd hun onmiddellijk
voedsel en geneeskundige hulp ver-,
schaft.
Van den Montenegrijnschen
staf:
De Montenegrijneche troepen heb
ben een krachtigen tegenaanval ge
daan in de richting Jaboeka—Mata-
roge.
Zij sloegen de Oostenrijkers ln
voorpostengevechten in alle richtin
gen terug tot achter hun stellingen.
PERSBERICHTEN.
De „Berliner Lokal Anzeiger" ont
leent aan de .Secoio" het bericht, dal
het Servische legerkorps onder kolo
nel Waserits er in geslaagd ie, orii, on
danks de heftige aanvallen der Bul-
garon, Resna te bereiken en zich in
den bergpas daar te handhaven. Do
positie der Franechen is gevaarlijk
geworden, nu elke hoop om hulp te
krijgen van de Serviërs, verdwenen is.
Tot dusver zijn 150.000 Engelschen
en Franschen ontscheept, waarvan
30.000 te Saloniki gebleven zijn. De
positie der geallieerden wordt cri-
tiek, indien niet onverwijld belang
rijke versterkingen aankomen. Er
zijn «ohler geen aanwijzingen varf
dien aard.
De „Times" verneemt C dezer uit
Athene
Drie Duitsche, Oostenrijksche cn
Bulgaarsche officieren,, die Monastir
binnenkwamen om de vlaggen van
de drie bondgenooten op de ambts
woning van den gouverneur te hij-
echen, verlieten die stad, nadat zij de
hun verstrekte opdracht hadden vol
voerd. De hoofdmacht van de Bul
gaarsche troepen is daarna de stad
niet binnengetrokken, maar west
waarts naar Kriweni, ten N. van
Resna gerukt. De officier die over
de Bulgaarsche troepen te Kenali.
ten Z. van Monastir, het hevel voert,
heeft last ontvangen om het vervoer
langs den spoorweg van Monastir
over dc Grietosche grens ongemoeid
te laten.
De Grieksphe onden-burgemeaster
van Monastir bracht een bezoek aan
den Dulgaarschen commandant, die
hem hoffelijk ontving en hem mede
deelde, dat Monastir door een ge
mengde Duitsche, Oostenrijksche en
Bulgaarsche troepenmacht bezet zou
worden. In afwachting van haar
komst, zorgt de gemeenteraad voor
de handhaving van dc orde.
Dezelfde correspondent meldde den
7dcn December dat volgens inlichtin
gen uit Bulgaarsche bron Duitsche
en Bulgaarsche troepen Monastir zijn
binnengerukt. Duitsche officieren
voeren het bevel oxer de stad.
Router seint Athene:
Uit Grieksehe officieele bron wordt
bericht, dat een Duitsoh en een Bul-
gaarsch regiment Dinsdag Monastic
zijn binnengerukt.
Uit dezelfde bron wordt vernomen,
dat de Engelsch Fiansclie troepen
hun terugtocht in de richting van de
Grieksehe grens voortzetten.
Reuter seint uit Saloniki
De Bulgaren hebben Maandag de
geheele Engelsche liinie bij Strum-
nitza gebombardeerd, gevolgd door
een aanval van de infanterie, die
werd afgeslagen. De Engelsche ver
liezen zijn gering. Het gevecht duurt
voort.
HET EX'PEDITIELEGER TE
SALONIKI.
Aan do Telegraaf wordt geseind:
Er blijven nog steeds versterkingen,:
bestemd voor het Fransch-Engekche
expediticleger, te Saloniki aankomen,
vanwaar zonder ophouden belangrijk
oorlogsmateriaal naar het front wordt
verzonden.
EEN OORDEEL VAN GENERAAL
SAR R AIL.
Een correspondent van de „Temps"'
te Saloniki heeft een onderhoud ge
had met generaal Sarrail, den opper
bevelhebber van het Fransche leger
in het oosten, waarin deze hem zijn
opvatting van den toestand der en
ten tebondgenooten in Macedonië
heeft uiteengezel. De correspondent
komt tot deze slotsom
De Fransch-Engelsche legerkorp
sen uit het dal van den Wardar staan
wel is waar bloot aan een drievoudi-
gen aanval, uit het westen, het noor
den en het oosten, maar dc stevige
organisatie van de stellingen, die zij
innemen en de bewonderenswaardige
geest, die de soldaten bezielt, boeze
men aan de legerleiding alle vertrou
wen in.
Het iis intusschen voldoende een
kaart aan lo zieii, om de moeilijkhe
den te beseffen, die de positie van
het expeditie-leger meebrengt, en het
zou onvoorzichtig zijn, die over het
hoofd te zien.
De omstreken van Saloniki zijn in
het westen een moerassig gebied, in
het oosten een reeks van meren. Het
schiereiland Chalcidice, rotsachtig,
woestijnachtig en omringd door zand
banken, is over het algemeen vrijwel
ongenaakbaar; en do golf van Salo
niki kan door de vijanden versperd
worden met mijnen en duikbooten.
Maar, in het belang zelf van den uit
slag van den oorlog, moeten we tot
geen enkelen prijs dezen sleutel en
dit onderpand want dat is Saloniki
voor ons opgever.
DE WEG NAAR MONASTIR.
Een kenner van het ge-bied be
schrijft in de Norddcutselue AHgemeï-
nc Zeituug de moeilijkheden van het
terrein om Monastir
De Bulgaren, zoo schrijft hij, heb
ben met groote moeilijkheden van
het terrein te kampen, al zijn deze ook
nog niet zoo groot als die der verbon
den Duitech-Oostonrijksclie trooixm
bij hun vervolging, over de Monteno
gïrijnsclie ern Alil>a,n©esehe grenzen,
van de wijkende Serviërs overw innen
moeten.
Bij hun opmarsch tegen het op den
weg naar Monastir gelegen Prilop
moesten de Bulgaren zich l>eveiligen
tegen het gevaar, dat hnn van Fran
schen kant van de Cerna- rivier be
dreigde. Verderop, tiusschm Prilep.en
Monastir, komt men qp de vruchtbare
Pelagonische vlakte. Deze vormt een
plateau, ongeveer zes honderd meter
boven den zeespiegel en strekt zich
in een breedte van gemiddeld twintig
kilometer over zestig kilometer van
hét noorden naar het zuiden nik Om
gievqcr vijftig kilometer van het vrij
wel aan den noordrand in een zijdnl
gelegen Prilep, bevindt zich op den
westelijken rand van het plateau Mo
nastir of Bitolje, zooals de Serviërs de
stad noemen. Deze streek is buitenge
woon rijk aan landschappelijk schoon
en het plaeau wordt door een kring
von prachtig gevormde bergen om
zoomd. De weg over dit plateau is
voor een aanval zeer moeilijk, daar
het zonder dekking en bovendien zeer
moerassig is etn ook in de flank geen
beschutting geeft. Bovenal is liet hier
weer een rivier die de Bulgaren last
bezorgt. Want deze bezit vele zijstroo.
hi oh en rechts en links van haar loopt
een breed moeras. Over moeras en
stroom ka.il meoi slechts komen over
de houten bruggen bij Cairli cn Rado.
bor. en de steenen brug bij Noxvaci.
Meer westelijk stuit men op de Cem
nica, waarover bij Trn een bóuten
brug loopt. Behalve dc over deze brug.
gén loepen de wegen is het zelfs voor
infanterie in dit jaorgetijite niet mo
gelijk dit terrein te passeeren, daar
het moeras een diepte van zestig tot
tachtig centimeter heeft en er wel
sneeuw gex allen is.
Het heeft nog niet zooveel gevroren,
dat tiet water met dragend ijs is be-
bedekt..
Nu grenst onmiddellijk aan deze
vlakte, steil omhoog stijgend, het
2500 meter iiooge gebergte, waar men
bij den opmarsch overheen moet. Dl',
gebergte is met struikgewas begroeid,
voor een leger zeer moeilijk te bestij
gen en bevat ook vele natuurlijke hiix
dernissen.
Een andere weg. naar M'onastiir,
dietn een sterke Bulgaarsche Iesgeraf
deoling ingeslagen heeft, loopt over
Kicewo, Sopa en Demiriiissar naar
Dolenac en van hieruit, of langs de
rivier de Bojisjta over Wirowo, Smit-
jewo en Gobcc naar het blokhuis Gia-
wat en vandaar naar Monastir, of
van Dolenac over Pribilci, Murgosj
Mramorica naar Monastir. Al loopt
dóze weg ook over hooge bergreeksen,
toch geeft hij niet zoo groote moeilijk,
heden als het eerst beschreven terrein.
Tevens biedt hij ook uitstekende mei
gelijk lieden voor een aanval en snijdt
hij een der teiaigtochtswegen dor
Senviërs naar Ochrida af.
IN NISJ.
Het „Berliner Tageblalt" heeft een
telegram ontvangen uit Nisj, dal
reeds van 25 November gedateerd
was. Daarin leest men bijzonderhe
den over den toestand, die toen te
Nisj heerschte.
Tot franc-tireursgcvechtcn was het
nergens gekomen. De volksklasse is
zeer goedmoedig en de groot-Servi
sche eerzucht schijnt slechts onder
de middelklasse te heerschen. Gewil
lig hebber, de lieden bij de eerste
aanmaning hun geweren afgeleverd.
Ook bij de grondigste huiszoeking
heeft men niets meer gevonden van
dien aard.
Op het oogenblik lijdt de stad nog
hevig. Brood en vleescii eijn slechts
met moeite te krijgen. Eieren, boter
en melk ontbreken volkomen. De
voorraden zijn op of door dc Serviërs
meegenomen. De Bulgaren hebben
moeite om voor het noodzakelijkste
te zorgen, zoolang de spoorweg Bel
grado—Nisj—Sofia nog niet functio
neert.
Do correspondent meldt dan, hoe
Bulgaarsche en Duitsche spoorweg
troepen dag en nacht werkten, en dc
iijn in tien of vijftien dagen in orde
hoopten te krijgen.
Ondanks alle ellende zijn de stra
ten van de stad den heelen dag vol
meuschen. Werkloozc-n slenteren
langs de gesloten winkels. Trooste
loos en doelloos stroomt hel heele
stadsleven door de straten.
Goed gekleede menschen venten
met chocolade, noga, nooten, tabak,
lucifers en sigaretten. Bleeke vrou-
weu en meisjes, in het zwart gekleed,
dringen ziel: door de menigte. Een
nieuwe stoet gevangenen gaat voor
bij. Angstig zoeken de Serviërs naar
verwanten in de gelederen van jam
merlijk uitziende mannen. Niet zel
den beleeft men roerende herken-
ningstooneelen.
Op alle hoeken ziet men thans Ser
vische gevangenen. Tusschen de
trein-colonnns en uitgespannen, rus
tende ossen, die de pleinen van Nisj
als een merkwaardige weekmarkt
zonder koopwaar- vullen, staan Ser
vische gevangenen, alleen met de
ééne gedachte, weer eens met ver
zadigde maag te kunnen uitslapen.
Overal ziet men deze hongerige, ge
kwelde menschenoogen in dit land,
dat dc volkomen verwarring tege
moet gaat. Onder deze hongerende
Serviërs zijn honderden Hongaren en
Oostenrijkers, die sedert tientallen
van jaren in het naburige Servië
woonden. In dichte scharen staan zij
bij het Öostenrijksch-Hongaarsche
consulaat. En steeds weer hoort men
het geroep om bróód. Misschien zijn
er ook echte Serviërs in' deze honger-
processie, in dit bonte mengsel van
nationaliteiten, die tiians allen Oos-
tenriikers en Hongaren willen zijn.
De avond hult de stad, in een diep
duister. Slechts één op dé drie straat
lantaarns mag branden. Olie. petro
leum en kaarsen, en gedeeltelijk ook
kolen voor de electrische centrale
ontbreken. Een uur na zonsonder
gang mag de bevolking haar woning
niet meer verlaten
Griekenland en de
entente
Een Rep tor-telegram uit Saloniki
meldt:
Twee officieren van den Grlekschen
Genoralen Staf zijn hier uit Athene
aangekomen om met de Engelsclr
Fransche niilitairo autoriteiten de do.
tails te regelen voor een overeenkomst
tusschen de Entente en Griekenland.
Uit Athene wiordt door Reuter ge
seind:
Minister Rallis zal met generaal
Sarrail den toestand in bijzonderhe
den bespreken en daarna zullen de
offieieele Grieksehe en Fransche milk
La ire commissies vergaderen.
In bevoegde kringen is men over
tuigd, dat oen bevredigend resultaat
zal worden bereikt.
De Engelsche legatie spreekt met
beslistheid het bericht tegen, dat de
uitvoer van Engelsche goederen naar
Griekenland verboden zou zijn.
De regeer ing maakt bekend, dat
geen enkel beladen schip to Malta is
vastgehouden.
Een Duitsehe besohuldl-
ging tegen Engelsohe
zeelieden.
Een zeer uitvoerig telegram van het
WólfMïiireau maakt melding von een
artikel in de „N'ordd. AJlg. Ztg." over
de quaestie van dc „Baralong"waaiv
xan we indertijd hebl>en melding ge
maaktDe „Nordd. Alig. Ztg." deelt
de memorie inedie, die op grond van
in Amerika ingestelde onderzoekin
gen is opgesteld en ter overhandiging
aan <Lë BriUssahe r-cgeeiing aan de
Amerikaan sche ambassade Is toege
zonden.
De quaestie loopt, gelijk men zich
wellicht zal herinneren, over de be
handeling van een Duitsche duikboot
op lost van dien commandant, van
dien Britsclien hulpkruiser „Bara
long".
Li de memorie nu wordt meded'O
ling gedaan van de lx-êedigde verkla
ringen op 5 en 8 October 1915 door
zes Amerlkaansche burgers afgelegd
ten overstaan van oen tweetal nof<a
rissen, een te Hancock (Mississippi)
eai oen te New-Orlentis (Louisiana).
Volgons de ovoi-eeaisfornmondie ver
klaringen van deze getuigen, was in
Augns'us vun dit jaar de Britsehe
stoomboot „Nicosian", die ongeveer
350 muildieren voor oorlogsdoelein
den dus contrabande aan boord
had, op wqg van Now Orleans naar
Avruunouth. Do getuigen bevonden
zich als opzichters en verzorgers dor
dieren aan boord. Op 19 Augustus
werd de stoomboot ongeveer zeventig
zeemijlen ten zuiden van Queenstown
(Ierland) door een Duitsche duikboot
aangehouden en beschoten, nadat de
geheele bemanning het schip in de
rexIdi'JigbocWcirt had verlaten. Toen de
getuigen zich'in de reddingbooten bu.
vonden buiten do vuurlinie, zagen zij
dat e?n stoomboot naderde, die later
bleek de Britsehe hulpkruiser ,,Barn
long' te zijn. De getuigen zagen dat
het schip de Amerikaansche vlag
voerde en ter zijde met de Amerikaan,
sche kleuren was beschilderd. Men
meende dat de stoomboot naderde
hulp to bieden daar zij in niets het
karakter van oorlogsschip vertoonde.
Terwijl de Duitsche duikboot de „Ni
cosdan" aan bakboordzijde beschoot,
voor Iele te hulp gekomen duiklxiot
langs de stuurboordzijde voin de „Ni
cosian" en toen zij even voorbij den
boeg van dit vaartuig was gekomen
opende zij het vuur op de Duitsehe
duikboot, ook met kanonnen, die eerst
zichtbaar werden toen do bescher
mende wanden werden weggenomen.
Een der getuigen verklaarde (jat- toen
ook de Aincrikaansehe vlag word
neergehaald,
Ken te New-York verhoord getuige,
Sehwurz geheeten, verklaarde, dat
toen de door vele schoten getroffen
duikboot begon te zinken de commun
dunt en een aantal zeedioden over
boord sprongen. Deze lieden trachtten
zich te redidtji maar werden door go-
schuft- en geweervuur van de „Bara-
longgedood. Naar een der van de
„Nicosian" afkomstige getuigen, die
uit de reddingbooten aan boord van
<Je „Baralong' kwamen, verklaarde,
gaf de commandant van dit schip zijn
manschappen het hex-el op de hulpc-
FEUILLETON
37)
ln het begin en ook gedurende de
jeerste jareu was het een zekere
vrees, die mi] op een afstand van hem
liicld thans was het een gevoel van
\erbied dat hij in mij opwekte.
Toen ik mijn dorp verliet, was VI-
talis in mijn oog een mensch zooals
alle anderen, want ik was- toen nog
niet in staat om eeuig onder ».heïd
te maken inaar mijn verblijf bij me
vrouw Milligan had mij tot op zekere
hoogte de oogeu geopend en, zonder
ling. xvannecr ik Vitalis soms aan
dachtig gadesloeg, dan 6cheen het
mij toe. alsof hi; in zijn houding, zijn
manieren en alles eenige overeen
komst had met mevrouw Milligan.
Ik zeide dan wel tot mezelf, dat dit
onmogelijk was, daar mijn meester
Blechls honden en apen vertoonde, en
mevrouw Milligan een aanzienlijke
dame was.
Maar al zelde mijn verstand mij
dit. mijn oogen moesten toch geloo-
ven. wat zij aanhoudend zagen als
Vitalis het wilde, dan was zijn voor
komen even voornaam als dat van
mevrouw Milligan het eenige on
derscheid tusschen hen was. dat me
vrouw Milligan altijd een dame xvas,
terwijl mijn meester slechts in en
kele omstandigheden zich als een
heer voordeed maar hij was het dan
ook zoo volkomen, dat hij zoowel den
stoutmoedigste als den onbeschaamd-
ste ontzag zou hebben ingeboezemd.
Maar daar ik noch stoutmoedig,
noch onbeschaamd was, gevoelde ik
mij wel onder dien Invloed, maar
toch durfde ik mijn hart geen lucht
geven, al lokte hij dit ook door eenige
vriendelijke woorden uiH
Nadat wij Ceite verlieten, hadden
wij verscheidene dagen lang niet
over mevrouw Milligan en mijn ver
blijf op „De Zwaan" gesproken, maar
langzamerhand was dit het onder
werp van onze gesprekken geworden
en mijn meester xvas altijd de eerste,
die het aanroerde, en weldra verliep
er geen dag. zonder dat de naam van
mevrouw Milligan door ons uitge
sproken werd.
Gij hieldt veel van die dame
vroeg Vitalis mij eerst; ja. Ik be-
griip hetzii was goed, zeer goed
eelfs voor u gij moet dan ook altijd
met dankbaarheid aan haar denken.
Hii voegde er dan ook dikwijls bij
Het moest
Wat moest
In het eerst begreep ik dat niet
maar langzamerhand kwam ik tot de
overtuiging, dat hetgeen zoo moest
zijn. betrekking had op het voorstel,
dat mevrouw Milligan had gedaan,
om mii bij haar te houden.
Dat beteekende het zeker, wanneer
mijn meester zeide „Het moest", en
het kwam mij voor, dat die enkele
woorden eenig berouw verrieden hij
had mij wel bij Arthur xvillen laten,
maar dat was onmogelijk geweest.
En in mijn hart was ik hem dank
baar voor dit berouw hoewel ik niet
gissen kon, waarom hij het aanbod
van mevrouw Milligan hnd moeten
afslaan, de uitlegging, welke door
deze herhaaldelijk aan mij gegeven
was. scheen mij niet zeer duidelijk
toe.
Misschien zou hij later het voor
stel aannemen.
En dit gaf mij xveer eenige hoop.
Waarom ook zouden wij „De
Zwaan" niet weder ontmoeten?
Zij moest de Rhóne opvaren en w'J
volgden den oever van dezelfde rivier.
Onder het wandelen wendde ik dun
ook dikwijle den blik naar het water,
dat aan beide zijden door vruchtbare
oevers begrensd werd.
Zoodra wij in een stad kwamen, in
Arles, Tarascon, Montélimart. Valen
ce. Tournon en Vlenne, begaf ik mij
altiid het eerst naar de kaden of naai
de bruggen: ik zocht „De Zwaan", en
als ik van verre een boot, die half Sn
een nevel gehuld was, ontdekte, dan
bleef ik altijd een poos wachten, om
te zien of het „De Zwaan" ook wezen
zou.
Maar zij was het nooit.
Soms verstoutte ik mij, om het aan
een schipper te x ragen en Ik be
schreef hem dan de boot, die ik zocht,
maar zij heulden haar nog nooit voor
bij zien varen.
Nu mijn meester besloten had, om
mij aan mevrouw Milligan af te staan
ten minste ik verbeeldde mij dit
zou ik ook niet langer bevreesd be
hoeven te zijn, dat men mij naar mijn
geboorte zou vragen, of aan vrouw
Barberin schrijven zou alles zou
tusschen mijn meester en mevrouw
Milligan kunnen afgehandeld wor
den zoo stelde ik het mij althans
voor, en ik had alles reeds geschikt
mevrouw Milligan verlangde mij tot
zich te nemen, mijn meester stond
haar zijn rechten op mij af, en meer
zou er niet toe noodig wezen.
Wij bleven verscheidene weken in
Lyon, en zoodra ik vrij was, ging ik
naar dc oevers van de Rhóne en de
Saóne ik wist evengoed ala een in
woner van Lyon, xvaar de brug van
Aunay, van Tilsitt, van GuiHotlère
en die bii het gasthuis gelegen was.
ALaar hoe ik ook zocht, „De Zwaan"
vond ik nooiL
Wij moesten Lyon weder verlaten
en ons naar Dijon begeven, toen ver
loor ik alle hoop, om ooit mevrouw
Milligan en Arthur terug te zien,
want in Lyon had ik alle mogelijke
kaarten van Frankrijk, die ik op de
boekenstalletjes had kunnen vinden,
bestudeerd en ik wist, dat het kanaal,
dat „De Zwaan" zou opvaren, om de
Loire te bereiken, bij Chalon zich van
de Saóne scheid;.
Wij kwamen te Chalon en verlieten
die stad zonder „De Zwaan" te heb
ben gezien er viel dus niets nicer
aan te doen ik moest mijn droom
opgeven.
Dit kostte mij echter veel moeite.
En om mijn wanhoop nog grooter
te maken, begon het weder ondraag
lijk te worden de winter naderde
met rass^ schreden en onze tochten
door weer en wind werden hoe lan
ger hoe onaangenamer. Wanneer wij
's avonds een armoedige herberg of
een schuur tot nachtverblijf hadden
gevonden en ik uitgeput van ver
moeienis. tot op mijn huid toe not en
tot over mijn enkels beslijkt was, dan
begaf ik mij niet met de gelukkigste
gedachten ter rusta
Toen wij Dijon verlaten hadden, en
do heuvels van Cóte-d'Or overtrok
ken. werden wij plotseling door een
lievige koude overvallen, die al onze
ledematen deed verstijven en Joli-
1 Coeur nog treuriger en knorrige*
Onze Lachhoek
Wat was dat voor een verhaal
over Elvira?
Kun jc een geheim bewaren?
Zeker!
Nu Jk ook.
Verdediger: Mijn. cliënt is een
heel merkwaardig man, en heeft een
zeer verantwoordelijke positre; hij '.a
directeur van een waterleiding.
Na den cliënt goed aangekeken 1#
hebben, antwoordde de rechter:
Ja, hij ziet er uit als oen man
die bij iedere hoeveelheid water wel U
vertrouwen is.
Hoofdredacteur: Waarom heb Jfl
het merkwaardig artikel van Schrij
ver over den krankzinnigen millio-
nair die geld op straat rondstrooide,
niet opgenomen?
Stadsrednoteur: Het is een mop.
Als hot waar geweest was, zouden wij
het artikel niet hebben.
Waarom niet?
Ilij zou hem nog altijd volgent
looze Duitsche matrozen in het wit
ter te schieten Daarop werd bevel
gegeven de „Nicosian" aan do „B;if
raiong" vast te maken, terwijl eenige
lieden vam de „Baralong" aan boord
van dio „Nicosian" werden gezonden
om Duitsche matrozen, die hierop toet
vlucht hadden gezocht te zoeken. Uit
drukkelijk werd hierbij, volgens een
der getuigen, bevel gegeven geen ge-
vanpenen te maken. Op de „Nicosian"
werden vier Duitsche matrozen gó-
vonden, die gedood werden. De com
mandant van de duikboot, die ook op
de ..Nicosian' toevlucht had gezocht
sprong te water en wilde naar de ..Bil.
raiong" zwemmen: ook hij werd bó-
schoten en gedood.
De getuigen, die weer aan boord
van de „Nicosian" terugkeerden ver
klaarden de lijken der matrozen te
hebben gezien. De commandant van
de „Baralong" zond den kapitein van
de „Nicosian", nadan het schip ee-n
eind weegs in de richting van Avoit-
moutli w as gesleept, eon brief waarin
hij hem verzocht zijn manschappen
en speciaal de Amerikanen onder hen
in te scherpen niets over het gebeure
de te vertellen.
De verklaringen dier getuigen won
den bevestigd door een bcoedigde ven.
klaring op 12 October te Hamilton
tTeiuiessee) voor een notaris afgelegd,
door een achttienjarigen zeeman, die
als stoker dienst dood op de „Bara
long".
De Duitsche regeea-iing meent op
grond van deze verklaringen, dat ei
geen twijfel kan bestaan aan den
moord op huipelooze Duireche zeeliofc
den.
De Duitsche regcering doet de En
gelsche regeering van die daad mede.
dcelkig en verwacht een vervolging
van don commandant van de „Bara
long" en van de betrokken manschap,
pen wegens moord. De Duitsche ro
geering verwacht spoedig mededoo-
ling van do Briieche regeering dat
het proces tot bestraffing xan het go-
beurde is begonnen cn znl worden be,
spoedigd. „Mocht zij zich in deze ver
wachting teleurgesteld zian, dan zou
zij zich genoopt zien ernstige beslui
ten nemen ter vergelding van de
ongestraft geblexvm misdaad".
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
WINSTON CHURCHILL ONDER
VUUR.
In een brief aan zijn oudere, geeft
een luitenant van de grenadieren der
garde, volgens de „Manchester Guar
dian", een beschrijving van een
bombardement, waarbij ook Winston
Churchill tegenwoordig was. li ij
schrijft
„Winston Churchill is bij mijn com
pagnie in de loopgraven. Hij is zeer
moedig en opgewekt... In den nacht
van 25 November ontsnapten wij ter
nauwernood. Een granaat drongdoor
het dak van onze schuilplaats en
doodde den ordonnans, terwijl mijn
oppasser en ik zelf 'n leelijken schok
kregen."
IN GöRZ.
Over den toestand in Görz seint
een oorlogscorrespondent van het
„Berliner Tageblatt" d.d. 2 Decem
ber
Vreeselijk is het tooneel van ver
woesting. De brandgranaten vallen
onafgebroken neer op dc huizen van
de stad. De straten liggen overal vol
puin. Stukken dak en muur, bak-
stemde dan mij.
Mijn meester was van plan om Pa
rijs binnen den kortst mogelijken tijd
te bereiken eersi te Parijs zou er
x-oor ons kans bestaan om gedurende
den winter eenige voorstellingen te
geven, maar hetzij hij geen geld ge
noeg had om dezen afstand met den
trein af te leggen, of om welke an
dere reden ook. wij moesten te voet
den weg volgen, die Dijon van Parijs
scheidt.
Als het weer het ons toestond, dan
gaven wij een korte voorstelling in
de steden of dorpen, dio wij door
trokken, en wanneer deze ons dan
eenig geld opbrachten, zetten wij on
ze reis weder voort
Tot Chntillon toe ging alles zijn
gewone gang. hoewel wij altijd veel
van de koude en vochtigheid te lijden
hadden maar toen wij deze stad
hadden verlaten, werd het weder
droog en draaide de wind naar het
i noorden.
In het eerst xvas ons dit zeer wel-
i kom. hoewel het lang geen aango-
i naam gevoel is, als de noordenwind
ons vlak in het gelaat waait, maaa
toch xvas Ln elk geval aan dezofj
i scherpen wind nog de voorkeur t®
schenken boven dien regen en inist,
i die in dé laatste weken zonder ophou-
I dén geheerscht hadden.
r (Wordt vervolgd.)