De Europeesche Oorlog. TWEEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 9 DECEMBER 1915 't Officieels nlenws der oorlogsfronten. De Italianen hernieuwen hnn aan vallen. Over de krijgsbedrijven in en om Servië. Een kleine ltallaansche krilser doei' een Oostenrijkschei onderzeeër ge torpedeerd. De Engelsche premier over vredesvoorwaarden. Verklaringen van een Hongaarse! minister. Officieel nieuws. Aan de slafberichten ontleonen wij WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den DaiUclien staf De poging van de Franschen, om het Duitsche succes ten.' Oosten van Auberive afbretfk te doen-, mislukte. Noordoostelijk van Soudin werd den Franschcn een stelling op lioogto 193, op een uitgebreidheid van onge veer 500 meter ontnomen. Vier Franscbz tegenaanvallen werden af geslagen. Een officier en 120 man werden door de Duitschers gevangen genomentwee machine-geweren maakten de Duilschcre buit. Van den Franschen staf In den loop van den Dinsdagnacht beletten Franeche mitrailleurs op het front in België den Duitschers het door de Franschen bij Het Sas ver nielde werk te herstellen. In het westelijk deel van Artois bij hoogte liO belette het Fransohe sper vuur een aanval der Duitschers, die zich daartoe gereed maakten onder dekking van een mijnontplofling. Dinsdag beschoot en vernielde de Fransche artillerie den molen St Aurin bij Roye, welke de vijand ter Verdediging had ingericht. In Champagne bleven do Fian- echen terrein winnen door middel van handgranaten in de vooruitgescho ven loopgraven, waar de Duitschers Dinsdag vasten voet hadden gekregen ten zuiden van St. Souples. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen staf: Aan het front der legergroep van Von Hindenburg werden enkele aan vallen van zwakke Russische afdee- lingen teruggeslagen. .Van den Oostanrijkechen staf: Ten noordon van 'fssjai loryish wen den vrij sterke Russische Verken ningsdetachementen door Oostenrijk- eche landweer verdreven. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Oostenrijkschen staf: De artillerie-gevechten aan het Isonzo-front waren Dinsdag heviger dan in de laatste voorafgaande da gen. 'b Namiddags gingen de Italia- i;en over tot den aanval op het noor delijk gedeelte van de hoogvlakte van Doberdoin dichte massa's etoimde ltaliaansche infanterie op den Mkmte San Michele en het geluk te haar in een gedeelte van 't Ooston- rijksche front aan de helling binnen te dringen. Door een tegenaanval heroverden de Oostenrijksche troepen echter in een verbitterd handgemeen hun loopgraven weer geheel en al. Overigens werd de bestorming van de Italianen door vuur afgeslagen met zware verliezen aan de zijde der Ita lianen. Ook in den sector San Martino mis lukten een aantal aanvallen van de Italianen. '8 Avonds werd Sistiana (zeebad (tan de Adriati3che Zee) door een aantal Ilaliaansche torpedóbóoten be schoten. De 8trf]d In Servië. STAFBERICHTEiN. Van den Duitschen staf: Bij Ipek werden 80 stukken geschut en veel oorlogsmateriaal buit ge maakt. Maandag maakten de Duit schers meer dan 2000 gevangenen. Van den Oostenrijkschen staf: Met succes deden tfè Oostenrijkers aanvallen op de Montenegrijnsohe Btellingen ten noorden van Berane en namen op verscheiden punten «tonnen derhand linies der Montenegrijnen. Ipek ie gezuiverd van Serviërs en Montenegrijnen. De Oosten rijksch Duitsche troepen maakten 80 stuks geschut, 160 muni tiewagens, 40 automobielen, 12 ver plaatsbare veldkeukens, eenige dui zenden geweren en veel ander oor logsmateriaal buit- Wederom zijn door het leger van generaal v. Kövess meer dan 2000 man, waaronder 300 Montenegrijnen, gevangen genomen. Arnauten nemen overal deel aan de gevechten tegen het overschot van het Servische leger. Van den Bulgaarschen staf: De vervolging der Franschen aan beide oevers van de Wardar wordt geregeld voortgezet. De van Kisjawo op Ochrida aan rukkende colonne heeft de linie Tsjer- nawodiv—Besocan—Walmei (15 K.M ten noorden van het Oohrida-meer) bereikt. In Monastir werden Bulgaarsche troepen plechtig en met groote praal ontvangen de geheele bevokling was op de been en begroette de zegevie rende troepen met geestdriftig ge juich. Te Monastir werden buitgemaakt twee magazijnen met geweren, hand- bómimen en ander oorlog«malerieel en één magazijn mei uniformen, de kens, automobielen, benzine en een groote hoeveelheid ander materieel, te Dibra 1000 geweren, 120 kisten met patronen, 22 kisten rookloos kruit, terwijl 750 man gevangen wer den genomen. Te Dibra vonden de Bulgaren ook een kamp met Oostenrijksch-Hongaar sche krijgsgevangenen, die sedert acht dagen geen brood hadden ge had 80 hunner waren bijna verhon gerd. Er werd hun onmiddellijk voedsel en geneeskundige hulp ver-, schaft. Van den Montenegrijnschen staf: De Montenegrijneche troepen heb ben een krachtigen tegenaanval ge daan in de richting Jaboeka—Mata- roge. Zij sloegen de Oostenrijkers ln voorpostengevechten in alle richtin gen terug tot achter hun stellingen. PERSBERICHTEN. De „Berliner Lokal Anzeiger" ont leent aan de .Secoio" het bericht, dal het Servische legerkorps onder kolo nel Waserits er in geslaagd ie, orii, on danks de heftige aanvallen der Bul- garon, Resna te bereiken en zich in den bergpas daar te handhaven. Do positie der Franechen is gevaarlijk geworden, nu elke hoop om hulp te krijgen van de Serviërs, verdwenen is. Tot dusver zijn 150.000 Engelschen en Franschen ontscheept, waarvan 30.000 te Saloniki gebleven zijn. De positie der geallieerden wordt cri- tiek, indien niet onverwijld belang rijke versterkingen aankomen. Er zijn «ohler geen aanwijzingen varf dien aard. De „Times" verneemt C dezer uit Athene Drie Duitsche, Oostenrijksche cn Bulgaarsche officieren,, die Monastir binnenkwamen om de vlaggen van de drie bondgenooten op de ambts woning van den gouverneur te hij- echen, verlieten die stad, nadat zij de hun verstrekte opdracht hadden vol voerd. De hoofdmacht van de Bul gaarsche troepen is daarna de stad niet binnengetrokken, maar west waarts naar Kriweni, ten N. van Resna gerukt. De officier die over de Bulgaarsche troepen te Kenali. ten Z. van Monastir, het hevel voert, heeft last ontvangen om het vervoer langs den spoorweg van Monastir over dc Grietosche grens ongemoeid te laten. De Grieksphe onden-burgemeaster van Monastir bracht een bezoek aan den Dulgaarschen commandant, die hem hoffelijk ontving en hem mede deelde, dat Monastir door een ge mengde Duitsche, Oostenrijksche en Bulgaarsche troepenmacht bezet zou worden. In afwachting van haar komst, zorgt de gemeenteraad voor de handhaving van dc orde. Dezelfde correspondent meldde den 7dcn December dat volgens inlichtin gen uit Bulgaarsche bron Duitsche en Bulgaarsche troepen Monastir zijn binnengerukt. Duitsche officieren voeren het bevel oxer de stad. Router seint Athene: Uit Grieksehe officieele bron wordt bericht, dat een Duitsoh en een Bul- gaarsch regiment Dinsdag Monastic zijn binnengerukt. Uit dezelfde bron wordt vernomen, dat de Engelsch Fiansclie troepen hun terugtocht in de richting van de Grieksehe grens voortzetten. Reuter seint uit Saloniki De Bulgaren hebben Maandag de geheele Engelsche liinie bij Strum- nitza gebombardeerd, gevolgd door een aanval van de infanterie, die werd afgeslagen. De Engelsche ver liezen zijn gering. Het gevecht duurt voort. HET EX'PEDITIELEGER TE SALONIKI. Aan do Telegraaf wordt geseind: Er blijven nog steeds versterkingen,: bestemd voor het Fransch-Engekche expediticleger, te Saloniki aankomen, vanwaar zonder ophouden belangrijk oorlogsmateriaal naar het front wordt verzonden. EEN OORDEEL VAN GENERAAL SAR R AIL. Een correspondent van de „Temps"' te Saloniki heeft een onderhoud ge had met generaal Sarrail, den opper bevelhebber van het Fransche leger in het oosten, waarin deze hem zijn opvatting van den toestand der en ten tebondgenooten in Macedonië heeft uiteengezel. De correspondent komt tot deze slotsom De Fransch-Engelsche legerkorp sen uit het dal van den Wardar staan wel is waar bloot aan een drievoudi- gen aanval, uit het westen, het noor den en het oosten, maar dc stevige organisatie van de stellingen, die zij innemen en de bewonderenswaardige geest, die de soldaten bezielt, boeze men aan de legerleiding alle vertrou wen in. Het iis intusschen voldoende een kaart aan lo zieii, om de moeilijkhe den te beseffen, die de positie van het expeditie-leger meebrengt, en het zou onvoorzichtig zijn, die over het hoofd te zien. De omstreken van Saloniki zijn in het westen een moerassig gebied, in het oosten een reeks van meren. Het schiereiland Chalcidice, rotsachtig, woestijnachtig en omringd door zand banken, is over het algemeen vrijwel ongenaakbaar; en do golf van Salo niki kan door de vijanden versperd worden met mijnen en duikbooten. Maar, in het belang zelf van den uit slag van den oorlog, moeten we tot geen enkelen prijs dezen sleutel en dit onderpand want dat is Saloniki voor ons opgever. DE WEG NAAR MONASTIR. Een kenner van het ge-bied be schrijft in de Norddcutselue AHgemeï- nc Zeituug de moeilijkheden van het terrein om Monastir De Bulgaren, zoo schrijft hij, heb ben met groote moeilijkheden van het terrein te kampen, al zijn deze ook nog niet zoo groot als die der verbon den Duitech-Oostonrijksclie trooixm bij hun vervolging, over de Monteno gïrijnsclie ern Alil>a,n©esehe grenzen, van de wijkende Serviërs overw innen moeten. Bij hun opmarsch tegen het op den weg naar Monastir gelegen Prilop moesten de Bulgaren zich l>eveiligen tegen het gevaar, dat hnn van Fran schen kant van de Cerna- rivier be dreigde. Verderop, tiusschm Prilep.en Monastir, komt men qp de vruchtbare Pelagonische vlakte. Deze vormt een plateau, ongeveer zes honderd meter boven den zeespiegel en strekt zich in een breedte van gemiddeld twintig kilometer over zestig kilometer van hét noorden naar het zuiden nik Om gievqcr vijftig kilometer van het vrij wel aan den noordrand in een zijdnl gelegen Prilep, bevindt zich op den westelijken rand van het plateau Mo nastir of Bitolje, zooals de Serviërs de stad noemen. Deze streek is buitenge woon rijk aan landschappelijk schoon en het plaeau wordt door een kring von prachtig gevormde bergen om zoomd. De weg over dit plateau is voor een aanval zeer moeilijk, daar het zonder dekking en bovendien zeer moerassig is etn ook in de flank geen beschutting geeft. Bovenal is liet hier weer een rivier die de Bulgaren last bezorgt. Want deze bezit vele zijstroo. hi oh en rechts en links van haar loopt een breed moeras. Over moeras en stroom ka.il meoi slechts komen over de houten bruggen bij Cairli cn Rado. bor. en de steenen brug bij Noxvaci. Meer westelijk stuit men op de Cem nica, waarover bij Trn een bóuten brug loopt. Behalve dc over deze brug. gén loepen de wegen is het zelfs voor infanterie in dit jaorgetijite niet mo gelijk dit terrein te passeeren, daar het moeras een diepte van zestig tot tachtig centimeter heeft en er wel sneeuw gex allen is. Het heeft nog niet zooveel gevroren, dat tiet water met dragend ijs is be- bedekt.. Nu grenst onmiddellijk aan deze vlakte, steil omhoog stijgend, het 2500 meter iiooge gebergte, waar men bij den opmarsch overheen moet. Dl', gebergte is met struikgewas begroeid, voor een leger zeer moeilijk te bestij gen en bevat ook vele natuurlijke hiix dernissen. Een andere weg. naar M'onastiir, dietn een sterke Bulgaarsche Iesgeraf deoling ingeslagen heeft, loopt over Kicewo, Sopa en Demiriiissar naar Dolenac en van hieruit, of langs de rivier de Bojisjta over Wirowo, Smit- jewo en Gobcc naar het blokhuis Gia- wat en vandaar naar Monastir, of van Dolenac over Pribilci, Murgosj Mramorica naar Monastir. Al loopt dóze weg ook over hooge bergreeksen, toch geeft hij niet zoo groote moeilijk, heden als het eerst beschreven terrein. Tevens biedt hij ook uitstekende mei gelijk lieden voor een aanval en snijdt hij een der teiaigtochtswegen dor Senviërs naar Ochrida af. IN NISJ. Het „Berliner Tageblalt" heeft een telegram ontvangen uit Nisj, dal reeds van 25 November gedateerd was. Daarin leest men bijzonderhe den over den toestand, die toen te Nisj heerschte. Tot franc-tireursgcvechtcn was het nergens gekomen. De volksklasse is zeer goedmoedig en de groot-Servi sche eerzucht schijnt slechts onder de middelklasse te heerschen. Gewil lig hebber, de lieden bij de eerste aanmaning hun geweren afgeleverd. Ook bij de grondigste huiszoeking heeft men niets meer gevonden van dien aard. Op het oogenblik lijdt de stad nog hevig. Brood en vleescii eijn slechts met moeite te krijgen. Eieren, boter en melk ontbreken volkomen. De voorraden zijn op of door dc Serviërs meegenomen. De Bulgaren hebben moeite om voor het noodzakelijkste te zorgen, zoolang de spoorweg Bel grado—Nisj—Sofia nog niet functio neert. Do correspondent meldt dan, hoe Bulgaarsche en Duitsche spoorweg troepen dag en nacht werkten, en dc iijn in tien of vijftien dagen in orde hoopten te krijgen. Ondanks alle ellende zijn de stra ten van de stad den heelen dag vol meuschen. Werkloozc-n slenteren langs de gesloten winkels. Trooste loos en doelloos stroomt hel heele stadsleven door de straten. Goed gekleede menschen venten met chocolade, noga, nooten, tabak, lucifers en sigaretten. Bleeke vrou- weu en meisjes, in het zwart gekleed, dringen ziel: door de menigte. Een nieuwe stoet gevangenen gaat voor bij. Angstig zoeken de Serviërs naar verwanten in de gelederen van jam merlijk uitziende mannen. Niet zel den beleeft men roerende herken- ningstooneelen. Op alle hoeken ziet men thans Ser vische gevangenen. Tusschen de trein-colonnns en uitgespannen, rus tende ossen, die de pleinen van Nisj als een merkwaardige weekmarkt zonder koopwaar- vullen, staan Ser vische gevangenen, alleen met de ééne gedachte, weer eens met ver zadigde maag te kunnen uitslapen. Overal ziet men deze hongerige, ge kwelde menschenoogen in dit land, dat dc volkomen verwarring tege moet gaat. Onder deze hongerende Serviërs zijn honderden Hongaren en Oostenrijkers, die sedert tientallen van jaren in het naburige Servië woonden. In dichte scharen staan zij bij het Öostenrijksch-Hongaarsche consulaat. En steeds weer hoort men het geroep om bróód. Misschien zijn er ook echte Serviërs in' deze honger- processie, in dit bonte mengsel van nationaliteiten, die tiians allen Oos- tenriikers en Hongaren willen zijn. De avond hult de stad, in een diep duister. Slechts één op dé drie straat lantaarns mag branden. Olie. petro leum en kaarsen, en gedeeltelijk ook kolen voor de electrische centrale ontbreken. Een uur na zonsonder gang mag de bevolking haar woning niet meer verlaten Griekenland en de entente Een Rep tor-telegram uit Saloniki meldt: Twee officieren van den Grlekschen Genoralen Staf zijn hier uit Athene aangekomen om met de Engelsclr Fransche niilitairo autoriteiten de do. tails te regelen voor een overeenkomst tusschen de Entente en Griekenland. Uit Athene wiordt door Reuter ge seind: Minister Rallis zal met generaal Sarrail den toestand in bijzonderhe den bespreken en daarna zullen de offieieele Grieksehe en Fransche milk La ire commissies vergaderen. In bevoegde kringen is men over tuigd, dat oen bevredigend resultaat zal worden bereikt. De Engelsche legatie spreekt met beslistheid het bericht tegen, dat de uitvoer van Engelsche goederen naar Griekenland verboden zou zijn. De regeer ing maakt bekend, dat geen enkel beladen schip to Malta is vastgehouden. Een Duitsehe besohuldl- ging tegen Engelsohe zeelieden. Een zeer uitvoerig telegram van het WólfMïiireau maakt melding von een artikel in de „N'ordd. AJlg. Ztg." over de quaestie van dc „Baralong"waaiv xan we indertijd hebl>en melding ge maaktDe „Nordd. Alig. Ztg." deelt de memorie inedie, die op grond van in Amerika ingestelde onderzoekin gen is opgesteld en ter overhandiging aan <Lë BriUssahe r-cgeeiing aan de Amerikaan sche ambassade Is toege zonden. De quaestie loopt, gelijk men zich wellicht zal herinneren, over de be handeling van een Duitsche duikboot op lost van dien commandant, van dien Britsclien hulpkruiser „Bara long". Li de memorie nu wordt meded'O ling gedaan van de lx-êedigde verkla ringen op 5 en 8 October 1915 door zes Amerlkaansche burgers afgelegd ten overstaan van oen tweetal nof<a rissen, een te Hancock (Mississippi) eai oen te New-Orlentis (Louisiana). Volgons de ovoi-eeaisfornmondie ver klaringen van deze getuigen, was in Augns'us vun dit jaar de Britsehe stoomboot „Nicosian", die ongeveer 350 muildieren voor oorlogsdoelein den dus contrabande aan boord had, op wqg van Now Orleans naar Avruunouth. Do getuigen bevonden zich als opzichters en verzorgers dor dieren aan boord. Op 19 Augustus werd de stoomboot ongeveer zeventig zeemijlen ten zuiden van Queenstown (Ierland) door een Duitsche duikboot aangehouden en beschoten, nadat de geheele bemanning het schip in de rexIdi'JigbocWcirt had verlaten. Toen de getuigen zich'in de reddingbooten bu. vonden buiten do vuurlinie, zagen zij dat e?n stoomboot naderde, die later bleek de Britsehe hulpkruiser ,,Barn long' te zijn. De getuigen zagen dat het schip de Amerikaansche vlag voerde en ter zijde met de Amerikaan, sche kleuren was beschilderd. Men meende dat de stoomboot naderde hulp to bieden daar zij in niets het karakter van oorlogsschip vertoonde. Terwijl de Duitsche duikboot de „Ni cosdan" aan bakboordzijde beschoot, voor Iele te hulp gekomen duiklxiot langs de stuurboordzijde voin de „Ni cosian" en toen zij even voorbij den boeg van dit vaartuig was gekomen opende zij het vuur op de Duitsehe duikboot, ook met kanonnen, die eerst zichtbaar werden toen do bescher mende wanden werden weggenomen. Een der getuigen verklaarde (jat- toen ook de Aincrikaansehe vlag word neergehaald, Ken te New-York verhoord getuige, Sehwurz geheeten, verklaarde, dat toen de door vele schoten getroffen duikboot begon te zinken de commun dunt en een aantal zeedioden over boord sprongen. Deze lieden trachtten zich te redidtji maar werden door go- schuft- en geweervuur van de „Bara- longgedood. Naar een der van de „Nicosian" afkomstige getuigen, die uit de reddingbooten aan boord van <Je „Baralong' kwamen, verklaarde, gaf de commandant van dit schip zijn manschappen het hex-el op de hulpc- FEUILLETON 37) ln het begin en ook gedurende de jeerste jareu was het een zekere vrees, die mi] op een afstand van hem liicld thans was het een gevoel van \erbied dat hij in mij opwekte. Toen ik mijn dorp verliet, was VI- talis in mijn oog een mensch zooals alle anderen, want ik was- toen nog niet in staat om eeuig onder ».heïd te maken inaar mijn verblijf bij me vrouw Milligan had mij tot op zekere hoogte de oogeu geopend en, zonder ling. xvannecr ik Vitalis soms aan dachtig gadesloeg, dan 6cheen het mij toe. alsof hi; in zijn houding, zijn manieren en alles eenige overeen komst had met mevrouw Milligan. Ik zeide dan wel tot mezelf, dat dit onmogelijk was, daar mijn meester Blechls honden en apen vertoonde, en mevrouw Milligan een aanzienlijke dame was. Maar al zelde mijn verstand mij dit. mijn oogen moesten toch geloo- ven. wat zij aanhoudend zagen als Vitalis het wilde, dan was zijn voor komen even voornaam als dat van mevrouw Milligan het eenige on derscheid tusschen hen was. dat me vrouw Milligan altijd een dame xvas, terwijl mijn meester slechts in en kele omstandigheden zich als een heer voordeed maar hij was het dan ook zoo volkomen, dat hij zoowel den stoutmoedigste als den onbeschaamd- ste ontzag zou hebben ingeboezemd. Maar daar ik noch stoutmoedig, noch onbeschaamd was, gevoelde ik mij wel onder dien Invloed, maar toch durfde ik mijn hart geen lucht geven, al lokte hij dit ook door eenige vriendelijke woorden uiH Nadat wij Ceite verlieten, hadden wij verscheidene dagen lang niet over mevrouw Milligan en mijn ver blijf op „De Zwaan" gesproken, maar langzamerhand was dit het onder werp van onze gesprekken geworden en mijn meester xvas altijd de eerste, die het aanroerde, en weldra verliep er geen dag. zonder dat de naam van mevrouw Milligan door ons uitge sproken werd. Gij hieldt veel van die dame vroeg Vitalis mij eerst; ja. Ik be- griip hetzii was goed, zeer goed eelfs voor u gij moet dan ook altijd met dankbaarheid aan haar denken. Hii voegde er dan ook dikwijls bij Het moest Wat moest In het eerst begreep ik dat niet maar langzamerhand kwam ik tot de overtuiging, dat hetgeen zoo moest zijn. betrekking had op het voorstel, dat mevrouw Milligan had gedaan, om mii bij haar te houden. Dat beteekende het zeker, wanneer mijn meester zeide „Het moest", en het kwam mij voor, dat die enkele woorden eenig berouw verrieden hij had mij wel bij Arthur xvillen laten, maar dat was onmogelijk geweest. En in mijn hart was ik hem dank baar voor dit berouw hoewel ik niet gissen kon, waarom hij het aanbod van mevrouw Milligan hnd moeten afslaan, de uitlegging, welke door deze herhaaldelijk aan mij gegeven was. scheen mij niet zeer duidelijk toe. Misschien zou hij later het voor stel aannemen. En dit gaf mij xveer eenige hoop. Waarom ook zouden wij „De Zwaan" niet weder ontmoeten? Zij moest de Rhóne opvaren en w'J volgden den oever van dezelfde rivier. Onder het wandelen wendde ik dun ook dikwijle den blik naar het water, dat aan beide zijden door vruchtbare oevers begrensd werd. Zoodra wij in een stad kwamen, in Arles, Tarascon, Montélimart. Valen ce. Tournon en Vlenne, begaf ik mij altiid het eerst naar de kaden of naai de bruggen: ik zocht „De Zwaan", en als ik van verre een boot, die half Sn een nevel gehuld was, ontdekte, dan bleef ik altijd een poos wachten, om te zien of het „De Zwaan" ook wezen zou. Maar zij was het nooit. Soms verstoutte ik mij, om het aan een schipper te x ragen en Ik be schreef hem dan de boot, die ik zocht, maar zij heulden haar nog nooit voor bij zien varen. Nu mijn meester besloten had, om mij aan mevrouw Milligan af te staan ten minste ik verbeeldde mij dit zou ik ook niet langer bevreesd be hoeven te zijn, dat men mij naar mijn geboorte zou vragen, of aan vrouw Barberin schrijven zou alles zou tusschen mijn meester en mevrouw Milligan kunnen afgehandeld wor den zoo stelde ik het mij althans voor, en ik had alles reeds geschikt mevrouw Milligan verlangde mij tot zich te nemen, mijn meester stond haar zijn rechten op mij af, en meer zou er niet toe noodig wezen. Wij bleven verscheidene weken in Lyon, en zoodra ik vrij was, ging ik naar dc oevers van de Rhóne en de Saóne ik wist evengoed ala een in woner van Lyon, xvaar de brug van Aunay, van Tilsitt, van GuiHotlère en die bii het gasthuis gelegen was. ALaar hoe ik ook zocht, „De Zwaan" vond ik nooiL Wij moesten Lyon weder verlaten en ons naar Dijon begeven, toen ver loor ik alle hoop, om ooit mevrouw Milligan en Arthur terug te zien, want in Lyon had ik alle mogelijke kaarten van Frankrijk, die ik op de boekenstalletjes had kunnen vinden, bestudeerd en ik wist, dat het kanaal, dat „De Zwaan" zou opvaren, om de Loire te bereiken, bij Chalon zich van de Saóne scheid;. Wij kwamen te Chalon en verlieten die stad zonder „De Zwaan" te heb ben gezien er viel dus niets nicer aan te doen ik moest mijn droom opgeven. Dit kostte mij echter veel moeite. En om mijn wanhoop nog grooter te maken, begon het weder ondraag lijk te worden de winter naderde met rass^ schreden en onze tochten door weer en wind werden hoe lan ger hoe onaangenamer. Wanneer wij 's avonds een armoedige herberg of een schuur tot nachtverblijf hadden gevonden en ik uitgeput van ver moeienis. tot op mijn huid toe not en tot over mijn enkels beslijkt was, dan begaf ik mij niet met de gelukkigste gedachten ter rusta Toen wij Dijon verlaten hadden, en do heuvels van Cóte-d'Or overtrok ken. werden wij plotseling door een lievige koude overvallen, die al onze ledematen deed verstijven en Joli- 1 Coeur nog treuriger en knorrige* Onze Lachhoek Wat was dat voor een verhaal over Elvira? Kun jc een geheim bewaren? Zeker! Nu Jk ook. Verdediger: Mijn. cliënt is een heel merkwaardig man, en heeft een zeer verantwoordelijke positre; hij '.a directeur van een waterleiding. Na den cliënt goed aangekeken 1# hebben, antwoordde de rechter: Ja, hij ziet er uit als oen man die bij iedere hoeveelheid water wel U vertrouwen is. Hoofdredacteur: Waarom heb Jfl het merkwaardig artikel van Schrij ver over den krankzinnigen millio- nair die geld op straat rondstrooide, niet opgenomen? Stadsrednoteur: Het is een mop. Als hot waar geweest was, zouden wij het artikel niet hebben. Waarom niet? Ilij zou hem nog altijd volgent looze Duitsche matrozen in het wit ter te schieten Daarop werd bevel gegeven de „Nicosian" aan do „B;if raiong" vast te maken, terwijl eenige lieden vam de „Baralong" aan boord van dio „Nicosian" werden gezonden om Duitsche matrozen, die hierop toet vlucht hadden gezocht te zoeken. Uit drukkelijk werd hierbij, volgens een der getuigen, bevel gegeven geen ge- vanpenen te maken. Op de „Nicosian" werden vier Duitsche matrozen gó- vonden, die gedood werden. De com mandant van de duikboot, die ook op de ..Nicosian' toevlucht had gezocht sprong te water en wilde naar de ..Bil. raiong" zwemmen: ook hij werd bó- schoten en gedood. De getuigen, die weer aan boord van de „Nicosian" terugkeerden ver klaarden de lijken der matrozen te hebben gezien. De commandant van de „Baralong" zond den kapitein van de „Nicosian", nadan het schip ee-n eind weegs in de richting van Avoit- moutli w as gesleept, eon brief waarin hij hem verzocht zijn manschappen en speciaal de Amerikanen onder hen in te scherpen niets over het gebeure de te vertellen. De verklaringen dier getuigen won den bevestigd door een bcoedigde ven. klaring op 12 October te Hamilton tTeiuiessee) voor een notaris afgelegd, door een achttienjarigen zeeman, die als stoker dienst dood op de „Bara long". De Duitsche regeea-iing meent op grond van deze verklaringen, dat ei geen twijfel kan bestaan aan den moord op huipelooze Duireche zeeliofc den. De Duitsche regcering doet de En gelsche regeering van die daad mede. dcelkig en verwacht een vervolging van don commandant van de „Bara long" en van de betrokken manschap, pen wegens moord. De Duitsche ro geering verwacht spoedig mededoo- ling van do Briieche regeering dat het proces tot bestraffing xan het go- beurde is begonnen cn znl worden be, spoedigd. „Mocht zij zich in deze ver wachting teleurgesteld zian, dan zou zij zich genoopt zien ernstige beslui ten nemen ter vergelding van de ongestraft geblexvm misdaad". Verspreid nieuws van deoorlogsvelden WINSTON CHURCHILL ONDER VUUR. In een brief aan zijn oudere, geeft een luitenant van de grenadieren der garde, volgens de „Manchester Guar dian", een beschrijving van een bombardement, waarbij ook Winston Churchill tegenwoordig was. li ij schrijft „Winston Churchill is bij mijn com pagnie in de loopgraven. Hij is zeer moedig en opgewekt... In den nacht van 25 November ontsnapten wij ter nauwernood. Een granaat drongdoor het dak van onze schuilplaats en doodde den ordonnans, terwijl mijn oppasser en ik zelf 'n leelijken schok kregen." IN GöRZ. Over den toestand in Görz seint een oorlogscorrespondent van het „Berliner Tageblatt" d.d. 2 Decem ber Vreeselijk is het tooneel van ver woesting. De brandgranaten vallen onafgebroken neer op dc huizen van de stad. De straten liggen overal vol puin. Stukken dak en muur, bak- stemde dan mij. Mijn meester was van plan om Pa rijs binnen den kortst mogelijken tijd te bereiken eersi te Parijs zou er x-oor ons kans bestaan om gedurende den winter eenige voorstellingen te geven, maar hetzij hij geen geld ge noeg had om dezen afstand met den trein af te leggen, of om welke an dere reden ook. wij moesten te voet den weg volgen, die Dijon van Parijs scheidt. Als het weer het ons toestond, dan gaven wij een korte voorstelling in de steden of dorpen, dio wij door trokken, en wanneer deze ons dan eenig geld opbrachten, zetten wij on ze reis weder voort Tot Chntillon toe ging alles zijn gewone gang. hoewel wij altijd veel van de koude en vochtigheid te lijden hadden maar toen wij deze stad hadden verlaten, werd het weder droog en draaide de wind naar het i noorden. In het eerst xvas ons dit zeer wel- i kom. hoewel het lang geen aango- i naam gevoel is, als de noordenwind ons vlak in het gelaat waait, maaa toch xvas Ln elk geval aan dezofj i scherpen wind nog de voorkeur t® schenken boven dien regen en inist, i die in dé laatste weken zonder ophou- I dén geheerscht hadden. r (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5