Zuidelijk© afdeel In£. le klasse: Wiihelmina—M. V. V. M. S. V.—R. V. V. N. A. C.Velocitae. Pers Overzicht DE GEVANGENNEMING VAN DEN ,.TELEGRAAF"-HOOFD- REDACTEUR. De Nieuwe Rotterdarasohe Courant schrijft o. a. Over de inhechtenisneming van den hoofdredacteur van de „Tele graaf" moet men zijn oordeel groo- tendeels opschorten. Tot nu toe ont breekt zoo goed als elk gegeven, dat noodzakelijk is. om dit feit te kunnen beoordeelen of veroordeelen. Heeft de heer Schröder het artikel, dat tot zijne gevangenneming heeft geleid, zelf geschreven Het werd, van de tijde van zijn advocaat, ont kend. Neemt de hoofdredacteur dan de strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor het artikel op zich. gelijk voor niet onderteekende artikelen in de pers te doen gebruikelijk is Ook dit bleek niet hei geval te zijn. Dit feit is van gewicht, en zij die. zoo noocLig en dan terecht, voor de vrije mee- ningsuiting gaarne in de bres willen komen, mogen dit niet negeeren. Van het ..vrije woord" in de pens is de strafrechtelijke verantwoordelijkheid, die de hoofdredacteur van» de krant voor het anoniem en redactioneel ge plaatst artikel onder alle omstandig heden behoort te aanvaarden, en ge woonlijk ook aanvaardt, eene onmis bare aanvulling. Zonder (lat is het vrije woord een caricatuur, anarchie. Nu treft het, dat juist in de critie- ke dagen, deze verantwoordelijkheid van den hoofdredacteur van „De Telegraaf" op zijde geschoven is. Eerst heeft de hoofdredacteur een „verantwoordelijk adviseur" naast zich gekregen, een nieuw element in de journalistiek, dat in elk geval niet bestemd lijkt, om de. ook in het be lang van de pers. zoo noodzakelijke verantwoordelijkheid van den hoofd redacteur voor hetgeen in zijn blad voorkomt te versterken. Vervolgens is de hoofdredacteur geheel geeclip- seerd. en is de heer H. C. M. Holdert, de technische directeur van het blad, als verantwoordelijk voor den inhoud der „Telegraaf", aan het hoofd van dat blad verrezen. Dit is iets heel ongewoons. Is de heer Schröder zijns ondanks als verontwoordelijk per soon op zijde gesteld, of heeft hij zich zelf plotseling teruggetrokken Doch mag verondersteld worden, dat de hoofdredacteur vau de „Tele graaf" zichzelf ineens aan zijne ver antwoordelijkheid zou hebben ont trokken Was zijne verantwoorde lijkheid misschien reeds, vóór zijn naam aan het hoofd van de „Tele graaf" verdween, feitelijk te niet ge daan Worden de verklaringen van den advocaat van den heer Schröder ook formeel tegenover de rechtbank af gelegd. of zal het blijven bij de mede- deeling aan onzen correspondent Welke aanleiding heeft de recht bank gehad, den heer Schröder, juist op den dag, nadat hij officieel had opgehouden voor den inhoud van de „Telegraaf" verantwoordelijk te zijn, in hechtenis te doen nemen Dit alles zou men wenschen te we ten, eer men een oordeel over het feit der gevangenneming uitsprak. De wet eischt voor inhechtenisne ming „gewichtige" redenen van maatschappelijke veiligheid. De rechtbank nam aan vrees voor vlucht ön voor herhaling. Dit klopt niet het een sluit het andere uit Als de rechtbank vlucht vreesde, boe kon zij dan tevens voor herhaling bang zijn Er is hier iets, dat niet gemakkelijk verklaarbaar is. Voor herhaling leek door de nieuwe orga nisatie van de „Telegraaf' den heer Schröder daarenboven de pas afge sneden. Alles bijeen is het mogelijk, dat de lieer Schröder een martelaar la. Of li ij een martelaar is van het recht of van de rechtbank niet van de Regeering. al tracht men ook haar hier weer in te mengendoch de rechtbank heeft in volle vrijheid, van de Regeering volstrekt onafhanke lijk. moeten beslissen of slachtof fer van de directie van de „Tele graaf", valt niet uit te maken. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de verontwaardiging zich in een ver keerde richting aan het uiten is. Meer kan men thans niet zeggen. IS DE GRONDWET GESCHONDEN? Mr. H. F. van Leeuwen schrijft aan 'l Alg. Handelsblad: Onder het opschrift Grondwettelij ke Waarborgen lieeft mr. dr. C. A. Valllant in het Handelsblad van 7 December (door ons overgenomen. Red. H. D.) aan de Rechtbank, welke mede op grond van vrees voor her haling de voorloopige inhechtenisne ming van den hoofdredacteur van. De Telegraaf heeft bevolen, het ver wijt van schending der Grondwet voor de voeten geworpen. De rechtsgeleerde schrijver heeft een argument te voorschijn gebracht, dat. vergis ik mij niet kans op eenige populariteit heeft Toch Is het aangevoerde argument niet steek houdend, naar ik meen te kunnen anntoonen. Schrijvers argumentatie komt hier op neer, dat, waar art 7 der Grond wet de vrijheid van drukpers waar borgt on alle preventieve censuur uitsluit, art. 86 Wetboek Strafvorde ring, hetwelk in het algemeen aan geeft bij welke delicten preventieve hechtenis is toegelaten, bjj drukpers- delicten niet toepasselijk is. Deze interpretatie van grondwet en wet komt mij echter stellig onjuist voor. Het bewuste grondwetsartikel toch houdt ln ©en voorschrift tot den wetgever en speciaal tot de admini stratie gericht, en verbiedt hun iedere preventieve contróle. Geenezins staat hel artikel in den weg aan het alge meen beginsel, dat ieder, die zich aan het geldende recht vergrijpt en ie wetten schendt, daarvoor zal hebben te booten. Geheel lefi overvloede wordt zulks nog gezegd ln het toevoegsel: „behou dens ieders aansprakelijkheid voor de wet". En wanneer nu aan de Recht bank in eenig geval bij hare delibe- ratlên over de verleening van rechts ingang zal hlijksm, dat door middel der drukpers een strafbaar feit is ge pleegd dat tot atrafvervolging aan leiding geeft, staat art. 7 dor Grond wet haar evenmin in den weg om de voorloopige gevangenneming van een verdachte te bevelen als zij later door dit artikel ln hare bevoegdheden wordt beperkt, wanneer zij heeft le beslissen over strafbaarheid van fedt en dader. Argumenten om den rechter door art. 7 der Grondwet beperkt te ach ten bij liet geven van bevel tot ge vangenneming, zijn noch ln de ge schiedenis, noch in de woorden van dit grondwetsartikel te vinden. „Nie mand heeft voorafgaand verlof noo- dlg om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren". Deze woordem kim non op niets anders slaan dan op de preventieve censuur in concrete gevallen, en censuur in de eigenlijke beteekenis van 't woord wordt toch niet geleverd door een rechtbank, welke iemand in het alge meen het plegen van strafbare feiten door middel der drukpers belet- Ik meen derhalve, dat de poging om de beslissing der rechtbank ln zake het bevel tot gevangenneming van den heer Schröder als eene schennis der Grondwet voor te stellen, n'ret Is gelukt en niet kan lukken. Men blij- ve dus dezen maatregel beschouwen uit 't oogpunt van beleid, van doelma tigheid on billijkheid en trachte dien niet voor te stellen mdruischeade te gen Grondwet en wet DR. KUYPER EN DE TELEGRAAF. De „Van-dagytot-dag-eichrijiver" in 't „Alg. Handelsblad", die de inhechtenisneming van den heer Schröder afkeurt, schrijft verder nog: Maar tot verdediging van de eer van onze pers, moet ik nog deze op merking toevoegen aan wat ik schreef üp de meo6t besliste wijze protes teer ik tegen wat dr. A. Kuyper over de inhechtenisneming „driestart" in de „Standaard" Hij schrijft over het optreden van den heer Schröder in ,.De Telegraaf": .In hoeverre achter zulke persactie vreemd geld zit, ia niet uit te ma ken." Deze insinuatie veroordeelen wij op de ernstigste wijze. Onze Nederlandsche journalisten voeren een onbesmet blazoen van on omkoopbaarheid. Ik heb gedurende inijn journalistieke loopbaan van meer dan een halve eeuw nooit eenig bewijs, nooit eenigo aanduiding ge vonden, dat de Nederlandsche jour nalisten zoo eervergeten en misdadig waren, dat ae voor geld vreemde mo gendheden dienden. Men mag niet vooronderstellen, dat or vreeand geld achter de persactie van „De Telegraaf" zit en dr. Kuyper mag het uiet insmueeren door te zeg gen, „dat het niet is uit te maken". Ik protesteer als een oude journa list, die zijn mooi beroep lief heeft, tegen deze woorden. DUITSCHE ACTIE IN NEDER LAND Prof. Mr. J. A. van Hamel schrijft in „de Amsterdammer" opnieuw over het weekblad „De ToekomstIn een vorig artikel heeft Prof. Van Hamel verklaard, dat „De Toe komst" met Duitsch geld was opge richt. Deze bewering werkt hij thans nader uit en schrijft o. a. „Men zal van mij niet verwacht hebben, dat ik zulk een ernstige waarschuwing zou uitspreken, zon der zeker van de zaak en nauwkeu rig op de hoogte te zijn". - Prof. Van llamel meent, dat de oprichters van „De Toekomst" heb ben gepoogd zich door bluf en ver keerde voorstelling, ten opzichte van zijn bewering, tegenover het publiek te dekken, maar dat zij daarin niet geslaagd zijn. Prof. Van Hamel wijst er op, dat de beschouwingen, door „De Toekomst" ten beste gegeven en volgens welke Duitschland ons zoo goed gezind is. „hoogstens dienen, om de feitelijke verklaring te ver drinken, waarop het echter alleen aankomt. Niet om de meeningen gaat het. Die zijn al zijn ze bedenkelijk door de betrokkenen allicht wèlge- meend en een verdenking van het tegendeel leg ik op hen niet." Terwijl dus naar de mecriing van den heer Van llamel de heeren Sleeswijk cn Van Vredenburcli volslagen de waar heid van zijn mededeelïngen erken nen. acht hij die erkenning „zeer listig getourneerd, en daardoor geschikt om een verkeerden en on- sehuldigen indruk te maken." In ..kantteekeningen" verklaart professor Van Hamel, dat de oprich ting „allerminst gelijkelijk door drie Nederlanders (de oorspronkelijke re dacteuren) en den eencn Duitscher geschied" is. „Neen. Deze Duitscher was het, die er zijn werk van maakte, eenige Nederlanders van eeuigeu naam bij een te zoeken, genegen om een week blad voor Duitsche propaganda on der hun zorg te nemen. Hij heeft ze (o. a. door bemiddeling van eenen heer Van der Beek van der Sonde) bij elkaar gebracht en de middelen gefourneerd, om het blad te exploitee- ren. Hij was de impressario de drie anderen de artiesten. Hij bepaalde en hielp aan de middelen. Zij dien den als werklieden en naamdra- gers". In verband met de mededeeling van „De Toekomst", dat de heer Reichmann „in gecnerlei verband met het hoofd der Duitsche legatie te Den Haag staat", merkt mr. Van Hamel op. dat de Duitsche gezant zich inderdaad wel niet met zulke personen zal inlaten, maar hij kan mededeelcn „dat bedoelde Reich mann bij onze betrokken autoriteiten bekend staat onder de personen, die als zaakwaarnemers van buitenland- aohe mogendheden (i. c. van Duitsch land) lil Den Haag aanwezig zijn en waartegen men zijn maatregelen zal 1 nemen op hel eerste oogenblik. dat ln die stad de staat van beleg mocht worden afgekondigd." Daaruit leidt professor Van Hamel af, dat het hier niet „een particulier van Duitsche afkomst gold, die zijn persoonlijke sympathieën liet spre ken". noch een „administrateur van weekbladen" van beroep, maar wel iemand, die ervaring had „van het bedcktelïjk organiseeren van een perscampagne, met Duitschen steun voor Duitsche belangen. In een neu traal land I" De schrijver der beschuldiging be toogt vervolgens, dat de heeren Vaickenier Kips, Van Vredenburch en Sleeswijk. met behulp van het door Reichmann geleverde geld en onder diens directie in zee zijn gesto ken. „Oprichting en inrichting, druk ken en verspreiden, zoomede ook hun bezoldiging (matig of niet 1) zijn oorspronkelijk uit deze Duitsche bron gekomen. Ook aan de verdere sa menstelling van den redactioneeien staf. en ziin werkzaamheid, gaf hij wel degelijk leiding". Daarna wordt nagegaan, dat 3 April 1915 het eerste nummer van De Toekomst verscheen en pas den 22en Juni daaraanvolgende, de Staalfiscou rant de oprichting eener „Nieuwe Uit. gevers Maatschappij" te 'fWGravemhe ge, die zich ten doel stek het uitgeven van dag1, en weekbladen, meldde. „Verscheidene maanden lang hobben dus in elk geval de Toekomst redao- teuiren gewerkt mat het door Roicflï- maan persoonlijk gefinancierde en gedirigeerde blad, terwijl zij dit. steeds als „pro Nederlandsch" bij uitne mendheid aankondigden". Professor Van Hamel is van oordeel dat do gdheele „reconstructie", dis later plaats liad, aan don opzet der verborgen Duitsche actie niets afdoet en „dat de wijze, waarop de oprich ters nu nog hun verklaringen tegen over het publiek inrichten, hun ver dere aanspraak op vertrouwen in hun verzekeringen beneemt". Hij vraagt, of het werkkapitaal, volgens De Toe komst later bij landgeavooLen geplaatst de kosten gelieel dekt en wijst op de door het Handelsblad gemaakte op merking, betreffende de gelieel onge motiveerde Duitsche advertenties, die De ToeJfioanst*vullen, Mr. Van Hamel trekt dan zijn aanklacht samen door vast te stellen, dalt „De Toekomst" is lvsgonnon als mot tendentieus-Du itsch gold gesteund, onder Duitsche mode directie gevoerd orgaan", waardoor ze het publiek ten onzent in een ver keerden waan hoeft trachten te bron- gen eindigt met eenige aanhalin gen uit de eerste nummers van het gewraakte blad, waaruit hij conclui- dieert. „Om onze burgerij meer tegen die Engelsche maatregelen in bet harnas to jagen dan menigeen al is; om Ne derland an de Nederlanders kortzich tig te iioudm, zoodat zij wegens de tijdelijke Engelsche onaaxigenaamhe dien het duurzame en grootere Duit- sclie gevaar zullen voorbijzien... daar voor, vooral. Toekomst, hebt gij, met hulp van Duitsch geld en Duitsch int tiaüef, moeten dienen! Voorloopig heeft professor Van Ha mel hiermee zijn laatste woord over deze zaak geschreven. In een onder zoek dioor „onpartijdige personen", zooals De Toekomst had geopperd, ziet hij niets, noch in een ©ereraad of commissie van onderzoek. De eenige aangewezen plaats voor de heeren van De Toekomst, om hem te ont moeten, acht de heer Van Hamel den Nederiandschen rechter. Om dat te bewerken, laat hij hun met vertrou wen de gelegenheid. In hetzelfde nummer van de Am sterdammer antwoorden de heeren M. P. "C. Valter en Stedrametx op liet eerste artikel in dat blad. De heer Steimneta verklaart nvet den volsten ernst, overtuigd te zijh, „dat liet bedrijfskapitaal van De Toe. komst gelieel in zuiver liollandscfce handen zich bevindt en dat de redao tie in al haar doen en laten volkomen en absoluut onafhankelijk is van ioileren \Teemden invloed, boe dan ook, en dat zij gelieel on alleen naar haar eigen oordeel en geweten bun delt". En later heet helt.: ,,l>e grond van des heeren Van Hamei's onbesuisdheid en van h. ontbreken der remming door zijn o lega's, ligt hierin, dat hij en zij nie/t begrijpen kunnen, dat eon ander de dingen anders Inziet dan zij". UIT DE ANTI REV. PARTU. Het eindoordeel van de (antirev.) N. Haagsche CL over de brochure van het antirov. quintet, kan niet gunstig zijn. „Als vijf mannen van aulk oen re putatie niet anders te zeggen hebben dan dit wal ieder voetknecht der par tij reeds lang wist en wat onze tegen standers dag aan dag aan onze poort staan uit te schreeuwen, mag men vragen: Ware het, toen de heeren door een toevallige omstandigheid bijeen werden gebracht en schier vanzelf tot een bespreking kwamen van den toestand, niet profijtelijker geweest deze vragen te behandelen, hoe zij er in zouden kunnen slagen door een brochure het oud vertrou wen in den leider hij zekere betrekke lijk kleine groep van „Intellectueel©" partijgenooten te herstellen, en hoe zij. mannen van grooten invloed en verantwoordelijkheid, met en naast Dr. Kuyper door woord en geschrift den vijand zouden kunnen weerstaan en ons Christenvolk opheffen tot hoo- ger peil? Indien de auteurs dan te vens van de gelegenheid hadden ge bruik gemaakt om aan eenige beden kingen van formeeleu aard tegen de leiding recht te doen wedervaren, zou zonder twijfel hun geschrift in goede aarde zijn gevallen en begeerlijke vrucht hebben kunnen voortbrengen. Maar aooals ze het nu meenden te moeten inkleedeu, begingen zij de groote fout de quaestie van het lei derschap. waarin een persoonlijk ele ment zit. tot een twistappel in de par tij te maken, pijnlijk voor den leider, onvruchtbaar voor de partij. Juist het persoonlijk element, dat reeds nu in deze bruchure zoo groote ■rol speelt, spelt niet veel goeds voor de toekomst, als Dr. Kuyper zal zijn heengegaan, en sommigen hun zin hebben: de anti-revolutionaire partij, eenmaal genoemd le parti du Dieu vlvant, een debatingclub." Binnenland DE NIEUWE COMMANDANT VAN- HET VELDLEGER. We lezen in het ,,N. v. dL D." Generaal-majoor W. H. van Ter- wisga. die. in de plaat9 van luite nant-generaal G. A. Buhlman, ia be noemd tot luitenant-generaal en commandant van het veldleger, ge noot zijn opleiding tot officier aan de Koninklijke Militaire Academie, werd 2 Juli 1879-benoemd tot 2e-luitenant bij het 1ste regiment infanterie te Leeuwarden en in 1884 bevorderd tot le-luitenant, in welken rang hij ach tereenvolgens leeraar was aan den hoofdcursus te Kampen en gedeta cheerd was bij de Hoogere Krijgs school, het 2de regiment veld-artille- rie en het 3de regiment huzaren, en werkzaam ia geweest bij den chef van den generalen staf. In 1891 is hij overgeplaatst bij het regiment grena diers en jagers, twee jaren later be noemd tot kapitein bij het 5de regi ment infanterie te Amersfoort en in 1899 geplaatst bij den generalen staf. In 1903 volgde zijn benoeming tot majoor bij het 1ste regiment infante rie te Assen en in 1905 zijn plaatsing biï den generalen staf bij de 3de divi sie te Breda. Bij zijn bevordering tot luitenant-kolonel was hij eerst toege voegd aan den chef van den genera len staf en een jaar later, als hoofd van de 2de afdeeling, geplaatst bij het departement van oorlog. Be noemd tot kolonel, den lsten Novem ber 1910. was hij eerst waarnemend- sous-chef van den generalen staf en in 1912 belast met het bevel van het 4de regiment infanterie te Leiden. Den lsten November 1913 volgde zijn benoeming tot generaal-majoor en commandant van de 3de divisie te Breda. Generaal Van Terwisga is 54 jaar oud. LIJNOLIE AANGEHOUDEN. Over de poging tot lijnolie-smokke larij met het motorschip „Liuibur- gia", meldt men aan de Telegraaf •nog, dat twee verdachten in deze zaak bekend hebben. Men is druk be zig het schip te lossen. ONZE GRENSWACHT. Men schrijft uit Limburg aan 't Alg. Handelsblad: Uit de Servische looriogdberiGhtem leest men telkens, da'- cr zoo weinig meer te bespeuren is var. een uniform, bloeding bij de Servische soldaten. Maar tegenwoordig kost hot ook aan onze grens moeite, een Nederland! sclien grenswachter tè ontdekken in liet hulssi van grauw, blauw, grijs, bruin en vaal. Het hoofd gedekt door eon grijs kleploos petj'e, het bovenlijf gehuld in een donkerblauw slagers, of kruidend ersj asje met been en knoopen, de boenen in een okerkleurige imitatie bombazijnen broek, de kuiten in gTij1 ze beenwindsels en de voeten in zwar. te rijgschoenen... rara, wie is dat? Aan den stok herkent men den dorps veldwachter. En zoo is nog alleen aan 't geweer de grenswacht te herken nen. Naar men zegt, hebben de witlinnen werkpakken voor een deel plaats ge maakt voor blauwe en bruine of oker. kleurige werkpokjes, zooals ee reeds vóór dien door eorveëere werden ge dragen. Op wacht nat geregend, Ma den de grenswachten dan in hun kwartier ten stel droge kleeren. Blijk, baar wordt er echter niet vee] onder scheid gemaakt tusscliem dienstpak en wetrkkleeren en trekt men de laat ste over liet eerste heen, om zoo, in bombazijnen broek en blauw bonket* tje, de uniformiteit in 0112» militaire klceding wat te brekenl VEIlGIFriGING? De N. R. Ct. meldt: Te Nieuw veen is zekere D. R. onder verdachte verschijnselen, vermoede lijk vergiftigiug, overleden. Het lijk is naar het academisch ziekenhuis te leiden vervoerd om gerechtelijk te worden geschouwd. KIPPEN HOUDEN. Men schrijft uit Noord-Brabant aan hot Vad.: Nu de eieren voortdurend een hoo gen prijs opbrengen ©n in najaar en winter zelfs voor 10 A 12 ct. por stuk worden verkocht, zoeken en \iuden velen ln onze provincie in deboeit- der teelt een prachtige bijverdienste. Een kippenhouder te Gemonde bijv., die gedurende een jaar noteerde wat zijn honderd kippen aan onderhoud nooddg hadden, mag zich in een netto winst van f 10 per week verheugen. Bij de hooge voederprijzen hebben vele stadsmeiischem, die meestal hun kippen moeten vasthouden en over niet veel ruimte beschikken, het kip- penhouden als liefhebberij opgegeven en hok en kippen wijselijk finaal op geruimd. Op liet platteland echter hébben de hennen een vrij leventje en kunnen daarom groetend eels zelf haar kost opscharrelen. Op tra ar wandeltochten an het erf naar de weide en het ak kerland genieten ze gratis het onmis bare groenvoedael. Wordt er al eens een kïp vermist, dan gebeurt het niet zei dien, dat ze na ©enigen tijd Ln blo kouden welstand statig het erf komt opgestapt met alsgovolg een alleraar digst kroost van een dozijn kanarie kleurige kuikens, die door heel de kippenfamilie met groot kakelccincert worden ontvangen en door den baas maar wat graag met grutjes worden verwelkomd. Jonge hanen, zoowel als braad, esn soepkipjien worden bij de hooge vloeschprijzen duur verkocht. De hoenderteelt vraagt in NoordBrabant steeds mear de aanducht en veten geeft het kippenhouden een groote winst, ZILVERBONS. De Minister van Financiën brengt in herinnering, dat de gelegenheid tot inwisseling mui zilverbons van don ouden vorm (dus alleen de zilver- bons, wuarop de handleekening van den minister Bertling voorkomt), nog slechts openstaat tot 1 Januari 1916. Het publiek wordt er derhalve met nadruk op gewetzen, dat het, ter voor. homing van geldelijk nadeel, noodlg Is de zooeven bedoelde zilverbons 1 vóór oT uiterlijk op 31 December 1915 in te wisselen. Dit geldt dus niet voor de nieuwe zilverbons van f 2.50 met de handtekening van den minister Treub. Deze blijven gangbaar. Do vorenbedoelde inwisseling kan uitsluitend geschieden bij het agent» schap van het ministerie van finan ciën te Amsterdam (Korte Spinhuis steeg no. 3). De bons kunnen ook per post aan bovenstaand adres worden gezonden, met duidelijke opgave van naam en ad ree vau den inzender. (SL CL) BRAND. Door onbekende oorzaak Is de groo te boerderij van den landbouwer Klein Hesselink nabij Dmxperlo af gebrand. De schade wordt door ver zekering gedekt. BUITENGEWOON CONGRES S. D. A. P. „Het Volk" zet aan de partijgenoo ten uitvoerig uiteen, waarom een bui tengewoon congres noodig is. De on middellijke aanleiding is het indie nen van het wetsvoorstel tot herzie ning der Grondwet. Dit congres schrijft „Het Volk" dient om samen te beraadslagen over de actie, welke wij te voeren zul len hebben om de handhaving en ver- sterking van onzen geheelen kies- rechteisch naar voren te brengen. Ons congres zal een strijdroep zijn van de partij der Nederlandsche ar beiders om voor den eisch van alge meen kiesrecht voor mannen en vrou wen in de Grondwet onverzwakt te blijven opkomen. Ons congres moet het parool uitgeven aan de arbeiders klasse van Nederland, om door haar krachtige wilsuiting aan de Eerste Kamer duidelijk te maken, dat zij. door de grondwetsherziening af te stemmen, hoog spel zou spelen, dat door de arbeidersklasse van Neder land niet met stille berusting zou worden aanvaard. Dit congres moet de inzet worden voor een vernieuwden strijd, dien wij te voeren zullen hebben om van het olgemeen kiesrecht voor mannen ea vrouwen een voldongen feit te ma ken. Verder zullen op het congres be handeld worden de sooiale wetgeving en de belastingen. HET KAMERLID OOSTERBAAN. I>e heer Oosterbaan heeft aan den voorzitter bericht, deze en volgende week de vergaderingen wegens on gesteldheid niet te kunnen bijwonen. Ook een gedeelte van de vorige week was hij om deze reden verhinderd aan de werkzaamheden der Kamer deel te nemen. EEN NIEUWE AANKLACHT TEGEN DE TELEGRAAF. De heer D. Polak te Almelo, gros sier in koloniale waren, vetten en oliën, bericht aan de N. R. CL, dat hij op grond van grove beleediging naar aanleiding van een stuk in de Telegraaf d.d. 22 October 1915 onder het motte: Heler on steler, betrek king hebbende op een verkoop van 100.000 KG. lijnolie, bij den officier van justitie bij de rechtbank te Am sterdam, tegen den onderteekenaar van dat stuk, den heer H, M. C. Hol dert, een klacht heeft ingediend. DE GEVANGENNEMING VAN DEN HEER SCHRÖDER. „De Telegraaf" ontvangt nog vele 6ympathie-betuigingen, die 't blad af drukt. Dr. Froderik van Eeden schreed „Vergeef mij dat ik u niet onmid dellijk schreef en zoodoende minder spontaan schijn te handelen. Ik kom wel eens meer wat laat met mijn be sluiten, vooral in een geval als dit, dat mij overbluft en waardoor ik op allerlei gedachten-paden afdwaal. Ik heb namelijk loopen piekeren al bij 't eerste berichtje over 't ge val hoe ik het zou kunnen aanleg gen om in uw plaats te komen, en daaraan waren natuurlijk allerlei overwegingen vast. Mijn vijanden zullen zeggen dat ik jaloerscli bon.op uw prachtige reclame. Maar dat is het toch waarachtig niet. Ik héb na melijk een onbedwingbare lust om die stommelingen die ons aan een «achten overgang tot het Pruisisch régime willen gewennen die taak zoo onaangenaam on lastig mogelijk te maken. Daarvoor wil ik graag eenige min of meer onbesuisde dingen doen en daarvan eenige min of meer on plezierige dingen dragen. Maar ik zou dan ook graag zoo effectief mo gelijk te werk willen gaan. Ec-n beetje opruiend en oproerig wil ik met genoegen zijn. Zou men het niet zoover kunnen krijgen, dat de regee»- ring b-v. honderd of twee honderd vervolgingen moest instellen? Ik denk over een manifest, met niets als deze woorden „Wie Schroder in de doos stopte is een stommeling," en daarop een duizend hand toeken ingen. Zou „stommeling" vervolgbaar zijn? An ders wil ik nog wel binnen de per ken dor strikte oprechtheid een krasser term zoeken. Ik ben het nog altijd met Thorean eens dat in een land zonder vrijheid de plaats der oprechten in de gevangenis is. Te gen dal het met mij zoover komt, hoop ik u nog wel eens te spreken en goe de raadgevingen te ontvangen om trent ligging, tijdverdrijf, omgang met bewakers enzoovoort Intusschen met hartelijken hand druk, de uwe, FRED BRIK VAN EBDEN," TWEEDE KAMER. Over de discussies, gisteren nader gevoerd bij de olgomccnc beschou wingen over de Staatsbe&rooting voor 1916, kunnen we betrekkelijk kort zijn. De heer Rutgers bestreed uog de aanbevolen bestendiging van de nood- regeling ter zake van de werkloos heidsvoorziening met dwang op de gemeenten lot medewerking. en kwam vooral op tegen de sociale wotecvlngs-plannen van Minister Treub. waarin hij een irriteerende provocatie zag voor de voorstanders van de wet-Talma. Hij vreesde, dat de daarmeê uitgelokte oppositie voor heel het. werkplan der Regeering na- deelig zóu blijken. Door den heer De Visser werd de tegenstrijdigheid in het licht gesteld tusschen het terecht onder de wapens houden van onze geheete weermacht wegens mogelijk nog drei gend gevaar en de opheffing van het voor de nationale eenheid zoo noodig politiek bestand. Alleen door een compromis kon de Regeering haar plannen verwezenlijken, maar dan moest zij geen nieuwe strijdvragen, geen nieuwe anti-thesen, als het pas sief vrouwenkiesrecht, opwerpen: dan moest zii ook na jarenlongen arbeid en na opwekking van verwachtingen, de arbeiders niet teleurstellen door vervnnzing, met lane uitstel, van de invaliditeit9-verzekering. Hij achtte de verantwoordelijkheid der Recee- ring ten deze zeer zwaar en hoopte alleen, dat de daardoor gewekte op positie na den oorlog niet schadelijk zon ïinwerkrn on onze neutraliteit pp onafhankelijkheid, die ten slotte in Gods hand zijn. En hij voegde er te genover den heer Schaper aan toe, dat niet het Christendom aari den oorlog schuldig staat, maar vrij uit gaat de oorzaak der ellende ligt hij hen. die zich aan dat Christendom hebben onttrokken en die zich niet onderwerpen aan Hem. die, althans ten deele, vrede op aarde heeft ge bracht. Nadat do heer Van Vnnren zich hij het vertoog van den heer Kooien aansluitende, den Min. van financiën zijn verplichting nader had voorge houden om vóór alles In de midd»ten te voor7an tot de^kinevan 'I tekort op hel budget, bestreed de oeeonomischs maatregelen der Ree., die de smokke larij bevorderd ep verwarring onder 't publiek gebracht hebben over het geen geoorloofd is of verboden, vol gens wettelijke of particuliere rege lingen (de N. 0. T. een noodzake lijk kwaad). Hij keurde de werking dar voedinffscommissiën af, te om slachtig. over te veel scVvon genn- de ©n aanleiding gevend© lot mis bruiken, die achterdocht wekken: hij snrak van willekeur, mri retributie en consenten en drong er op aan niet verder te gaan dun strikt noodzake lijk is, terwijl, waar de maatregelen niet op de wet steunden, daarin zoo dra mogelijk moest worden voorzien. De hoer Beumer leverdie nog een betoog voor de saluris-verbctering der lagere ambtenaren, de heer Duy- mner van Twist drong aan op bezui nigingen, in het militair beheer. Daarna sloot zich de heer De Geer aan bij de raadgevingen om met oe- conomische maatregelen niet verder te gaan dan 6trikt noodig bleek ©n daarbij niet uitsluitend het oog te houden op het belang van consumen ten, maar ook van den handel, op den uitvoer, de handhaving van ©en gezonden internationaten bloedsom loop. Wat het bestand betreft maakte <te spr. de Regeering peen verwijt van de Grondwets- en belastingvoorstel len, maar wel van de sociale ontwer pen, die op bet overige van nadeeii- gen invloed dreigden te worden. Men mocht geen oorlogswinst maken vooi rechts noch links. Door verlenging nu van den invoeringstermijn van de wet-Talma kon een aannemelijk com promis worden gesloten. Hij drong daarop nog aan-, beperking van de financieel© voorstellen tot de urgente, noodig voor de dekking van het te kort: uitstel van de invoering der invtu Iidlteitswet-Talma voor eesiigen tijd; en vooropstelling van de Grondwets herziening, zie daar wat de heer De Geer het beste achtte voor Regce- rlng en land. De heer Sennas verdedigde ln 't al gemeen de oeconomische maatrege len, in social iattschen zin door de Regeering genomen en die de goede strekking er van hadden bewezen, waar het niet aan medewerking had ontbroken. Alleen de aardappelen, turf- en vlschverzorging had heter kunnen zijn geregeld, opdat door maximumprijzen, deze noodzakelijk* behoeften onder aller bereik zoude? komen. Door den heer Van Wijnbergen werd nogmaals gepleit voor betere salarisregeling voor de lagere amb tenaren en ook voor de onderwijzers, die teleurgesteld waren omdat de heer Ketelaar zijn voorgenomen en ten volle in dezen tijd gerechtvaar digd voorstel ntel had ingediend. Eindelijk sprak de heer Koster nog voor de eerste maal, om in 't alge meen aan te dringen op bezuiniging ln onze Staatshuishouding Er zijn te veel ambtenaren, zoodat zij te wei nig werk hebben en slecht worden betaald; met minder personeel zou men "beter werk krijgen. Daarenboven werd zeer veel geld noodeloos besteed aan meubelen, bureaubehoeften (bij abonnement) aan hooge reiskosten e.n vacatie gelden voor commission; hij wees op misbruiken bij leveranties (strijk- of trek-gelden, vooral bij het leger) en drong aan op instelling van een onderzoek door een uit hoofdamb tenaren te vormen bezulnigingscom- missie. Daarna was de Minister president, de heer Cort van der Linden aan het woord. Deze zette zijn rede echter he den pas voort on hesprak daarbij achtereenvolgens de verhouding van de Regeering tot de Kamers, de hul- tenlandsche politiek, de oeconomische maatregelen der Regeering, «le pogin gen tot bestrijding van den binnen- l&ndschen nood en de olgemecne bin- ncnlandscho politiek. EEDSVRAAGSTUK. In haar Memorie van A11;woord op het Voorloopig Verslag betreffende lici wetsontwerp tot tijdelijke nadere

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 7