Zuidelijk© afdeel In£.
le klasse:
Wiihelmina—M. V. V.
M. S. V.—R. V. V.
N. A. C.Velocitae.
Pers Overzicht
DE GEVANGENNEMING VAN DEN
,.TELEGRAAF"-HOOFD-
REDACTEUR.
De Nieuwe Rotterdarasohe
Courant schrijft o. a.
Over de inhechtenisneming van
den hoofdredacteur van de „Tele
graaf" moet men zijn oordeel groo-
tendeels opschorten. Tot nu toe ont
breekt zoo goed als elk gegeven, dat
noodzakelijk is. om dit feit te kunnen
beoordeelen of veroordeelen.
Heeft de heer Schröder het artikel,
dat tot zijne gevangenneming heeft
geleid, zelf geschreven Het werd,
van de tijde van zijn advocaat, ont
kend.
Neemt de hoofdredacteur dan de
strafrechtelijke verantwoordelijkheid
voor het artikel op zich. gelijk voor
niet onderteekende artikelen in de
pers te doen gebruikelijk is Ook dit
bleek niet hei geval te zijn. Dit feit
is van gewicht, en zij die. zoo noocLig
en dan terecht, voor de vrije mee-
ningsuiting gaarne in de bres willen
komen, mogen dit niet negeeren. Van
het ..vrije woord" in de pens is de
strafrechtelijke verantwoordelijkheid,
die de hoofdredacteur van» de krant
voor het anoniem en redactioneel ge
plaatst artikel onder alle omstandig
heden behoort te aanvaarden, en ge
woonlijk ook aanvaardt, eene onmis
bare aanvulling. Zonder (lat is het
vrije woord een caricatuur, anarchie.
Nu treft het, dat juist in de critie-
ke dagen, deze verantwoordelijkheid
van den hoofdredacteur van „De
Telegraaf" op zijde geschoven is.
Eerst heeft de hoofdredacteur een
„verantwoordelijk adviseur" naast
zich gekregen, een nieuw element in
de journalistiek, dat in elk geval niet
bestemd lijkt, om de. ook in het be
lang van de pers. zoo noodzakelijke
verantwoordelijkheid van den hoofd
redacteur voor hetgeen in zijn blad
voorkomt te versterken. Vervolgens
is de hoofdredacteur geheel geeclip-
seerd. en is de heer H. C. M. Holdert,
de technische directeur van het blad,
als verantwoordelijk voor den inhoud
der „Telegraaf", aan het hoofd van
dat blad verrezen. Dit is iets heel
ongewoons. Is de heer Schröder zijns
ondanks als verontwoordelijk per
soon op zijde gesteld, of heeft hij zich
zelf plotseling teruggetrokken
Doch mag verondersteld worden,
dat de hoofdredacteur vau de „Tele
graaf" zichzelf ineens aan zijne ver
antwoordelijkheid zou hebben ont
trokken Was zijne verantwoorde
lijkheid misschien reeds, vóór zijn
naam aan het hoofd van de „Tele
graaf" verdween, feitelijk te niet ge
daan
Worden de verklaringen van den
advocaat van den heer Schröder ook
formeel tegenover de rechtbank af
gelegd. of zal het blijven bij de mede-
deeling aan onzen correspondent
Welke aanleiding heeft de recht
bank gehad, den heer Schröder, juist
op den dag, nadat hij officieel had
opgehouden voor den inhoud van de
„Telegraaf" verantwoordelijk te zijn,
in hechtenis te doen nemen
Dit alles zou men wenschen te we
ten, eer men een oordeel over het
feit der gevangenneming uitsprak.
De wet eischt voor inhechtenisne
ming „gewichtige" redenen van
maatschappelijke veiligheid. De
rechtbank nam aan vrees voor
vlucht ön voor herhaling. Dit klopt
niet het een sluit het andere uit
Als de rechtbank vlucht vreesde, boe
kon zij dan tevens voor herhaling
bang zijn Er is hier iets, dat niet
gemakkelijk verklaarbaar is. Voor
herhaling leek door de nieuwe orga
nisatie van de „Telegraaf' den heer
Schröder daarenboven de pas afge
sneden.
Alles bijeen is het mogelijk, dat de
lieer Schröder een martelaar la. Of
li ij een martelaar is van het recht of
van de rechtbank niet van de
Regeering. al tracht men ook haar
hier weer in te mengendoch de
rechtbank heeft in volle vrijheid, van
de Regeering volstrekt onafhanke
lijk. moeten beslissen of slachtof
fer van de directie van de „Tele
graaf", valt niet uit te maken. De
mogelijkheid is niet uitgesloten, dat
de verontwaardiging zich in een ver
keerde richting aan het uiten is. Meer
kan men thans niet zeggen.
IS DE GRONDWET GESCHONDEN?
Mr. H. F. van Leeuwen schrijft aan
'l Alg. Handelsblad:
Onder het opschrift Grondwettelij
ke Waarborgen lieeft mr. dr. C. A.
Valllant in het Handelsblad van 7
December (door ons overgenomen.
Red. H. D.) aan de Rechtbank, welke
mede op grond van vrees voor her
haling de voorloopige inhechtenisne
ming van den hoofdredacteur van.
De Telegraaf heeft bevolen, het ver
wijt van schending der Grondwet
voor de voeten geworpen.
De rechtsgeleerde schrijver heeft
een argument te voorschijn gebracht,
dat. vergis ik mij niet kans op
eenige populariteit heeft Toch Is het
aangevoerde argument niet steek
houdend, naar ik meen te kunnen
anntoonen.
Schrijvers argumentatie komt hier
op neer, dat, waar art 7 der Grond
wet de vrijheid van drukpers waar
borgt on alle preventieve censuur
uitsluit, art. 86 Wetboek Strafvorde
ring, hetwelk in het algemeen aan
geeft bij welke delicten preventieve
hechtenis is toegelaten, bjj drukpers-
delicten niet toepasselijk is.
Deze interpretatie van grondwet en
wet komt mij echter stellig onjuist
voor. Het bewuste grondwetsartikel
toch houdt ln ©en voorschrift tot den
wetgever en speciaal tot de admini
stratie gericht, en verbiedt hun iedere
preventieve contróle. Geenezins staat
hel artikel in den weg aan het alge
meen beginsel, dat ieder, die zich aan
het geldende recht vergrijpt en ie
wetten schendt, daarvoor zal hebben
te booten.
Geheel lefi overvloede wordt zulks
nog gezegd ln het toevoegsel: „behou
dens ieders aansprakelijkheid voor de
wet". En wanneer nu aan de Recht
bank in eenig geval bij hare delibe-
ratlên over de verleening van rechts
ingang zal hlijksm, dat door middel
der drukpers een strafbaar feit is ge
pleegd dat tot atrafvervolging aan
leiding geeft, staat art. 7 dor Grond
wet haar evenmin in den weg om de
voorloopige gevangenneming van een
verdachte te bevelen als zij later
door dit artikel ln hare bevoegdheden
wordt beperkt, wanneer zij heeft le
beslissen over strafbaarheid van fedt
en dader.
Argumenten om den rechter door
art. 7 der Grondwet beperkt te ach
ten bij liet geven van bevel tot ge
vangenneming, zijn noch ln de ge
schiedenis, noch in de woorden van
dit grondwetsartikel te vinden. „Nie
mand heeft voorafgaand verlof noo-
dlg om door de drukpers gedachten
of gevoelens te openbaren". Deze
woordem kim non op niets anders
slaan dan op de preventieve censuur
in concrete gevallen, en censuur in
de eigenlijke beteekenis van 't woord
wordt toch niet geleverd door een
rechtbank, welke iemand in het alge
meen het plegen van strafbare feiten
door middel der drukpers belet-
Ik meen derhalve, dat de poging om
de beslissing der rechtbank ln zake
het bevel tot gevangenneming van
den heer Schröder als eene schennis
der Grondwet voor te stellen, n'ret Is
gelukt en niet kan lukken. Men blij-
ve dus dezen maatregel beschouwen
uit 't oogpunt van beleid, van doelma
tigheid on billijkheid en trachte dien
niet voor te stellen mdruischeade te
gen Grondwet en wet
DR. KUYPER EN DE TELEGRAAF.
De „Van-dagytot-dag-eichrijiver" in
't „Alg. Handelsblad", die de
inhechtenisneming van den heer
Schröder afkeurt, schrijft verder nog:
Maar tot verdediging van de eer
van onze pers, moet ik nog deze op
merking toevoegen aan wat ik
schreef
üp de meo6t besliste wijze protes
teer ik tegen wat dr. A. Kuyper over
de inhechtenisneming „driestart" in
de „Standaard"
Hij schrijft over het optreden van
den heer Schröder in ,.De Telegraaf":
.In hoeverre achter zulke persactie
vreemd geld zit, ia niet uit te ma
ken."
Deze insinuatie veroordeelen wij op
de ernstigste wijze.
Onze Nederlandsche journalisten
voeren een onbesmet blazoen van on
omkoopbaarheid. Ik heb gedurende
inijn journalistieke loopbaan van
meer dan een halve eeuw nooit eenig
bewijs, nooit eenigo aanduiding ge
vonden, dat de Nederlandsche jour
nalisten zoo eervergeten en misdadig
waren, dat ae voor geld vreemde mo
gendheden dienden.
Men mag niet vooronderstellen, dat
or vreeand geld achter de persactie
van „De Telegraaf" zit en dr. Kuyper
mag het uiet insmueeren door te zeg
gen, „dat het niet is uit te maken".
Ik protesteer als een oude journa
list, die zijn mooi beroep lief heeft,
tegen deze woorden.
DUITSCHE ACTIE IN NEDER
LAND
Prof. Mr. J. A. van Hamel schrijft
in „de Amsterdammer" opnieuw
over het weekblad „De ToekomstIn
een vorig artikel heeft Prof. Van
Hamel verklaard, dat „De Toe
komst" met Duitsch geld was opge
richt. Deze bewering werkt hij thans
nader uit en schrijft o. a.
„Men zal van mij niet verwacht
hebben, dat ik zulk een ernstige
waarschuwing zou uitspreken, zon
der zeker van de zaak en nauwkeu
rig op de hoogte te zijn". -
Prof. Van llamel meent, dat de
oprichters van „De Toekomst" heb
ben gepoogd zich door bluf en ver
keerde voorstelling, ten opzichte van
zijn bewering, tegenover het publiek
te dekken, maar dat zij daarin niet
geslaagd zijn. Prof. Van Hamel wijst
er op, dat de beschouwingen, door
„De Toekomst" ten beste gegeven en
volgens welke Duitschland ons zoo
goed gezind is. „hoogstens dienen,
om de feitelijke verklaring te ver
drinken, waarop het echter alleen
aankomt. Niet om de meeningen gaat
het. Die zijn al zijn ze bedenkelijk
door de betrokkenen allicht wèlge-
meend en een verdenking van het
tegendeel leg ik op hen niet." Terwijl
dus naar de mecriing van den heer
Van llamel de heeren Sleeswijk cn
Van Vredenburcli volslagen de waar
heid van zijn mededeelïngen erken
nen. acht hij die erkenning „zeer
listig getourneerd, en daardoor
geschikt om een verkeerden en on-
sehuldigen indruk te maken."
In ..kantteekeningen" verklaart
professor Van Hamel, dat de oprich
ting „allerminst gelijkelijk door drie
Nederlanders (de oorspronkelijke re
dacteuren) en den eencn Duitscher
geschied" is.
„Neen. Deze Duitscher was het, die
er zijn werk van maakte, eenige
Nederlanders van eeuigeu naam bij
een te zoeken, genegen om een week
blad voor Duitsche propaganda on
der hun zorg te nemen. Hij heeft ze
(o. a. door bemiddeling van eenen
heer Van der Beek van der Sonde)
bij elkaar gebracht en de middelen
gefourneerd, om het blad te exploitee-
ren. Hij was de impressario de drie
anderen de artiesten. Hij bepaalde
en hielp aan de middelen. Zij dien
den als werklieden en naamdra-
gers".
In verband met de mededeeling
van „De Toekomst", dat de heer
Reichmann „in gecnerlei verband
met het hoofd der Duitsche legatie te
Den Haag staat", merkt mr. Van
Hamel op. dat de Duitsche gezant
zich inderdaad wel niet met zulke
personen zal inlaten, maar hij kan
mededeelcn „dat bedoelde Reich
mann bij onze betrokken autoriteiten
bekend staat onder de personen, die
als zaakwaarnemers van buitenland-
aohe mogendheden (i. c. van Duitsch
land) lil Den Haag aanwezig zijn en
waartegen men zijn maatregelen zal
1 nemen op hel eerste oogenblik. dat
ln die stad de staat van beleg mocht
worden afgekondigd."
Daaruit leidt professor Van Hamel
af, dat het hier niet „een particulier
van Duitsche afkomst gold, die zijn
persoonlijke sympathieën liet spre
ken". noch een „administrateur van
weekbladen" van beroep, maar wel
iemand, die ervaring had „van het
bedcktelïjk organiseeren van een
perscampagne, met Duitschen steun
voor Duitsche belangen. In een neu
traal land I"
De schrijver der beschuldiging be
toogt vervolgens, dat de heeren
Vaickenier Kips, Van Vredenburch
en Sleeswijk. met behulp van het
door Reichmann geleverde geld en
onder diens directie in zee zijn gesto
ken. „Oprichting en inrichting, druk
ken en verspreiden, zoomede ook
hun bezoldiging (matig of niet 1) zijn
oorspronkelijk uit deze Duitsche bron
gekomen. Ook aan de verdere sa
menstelling van den redactioneeien
staf. en ziin werkzaamheid, gaf hij
wel degelijk leiding".
Daarna wordt nagegaan, dat 3
April 1915 het eerste nummer van De
Toekomst verscheen en pas den 22en
Juni daaraanvolgende, de Staalfiscou
rant de oprichting eener „Nieuwe Uit.
gevers Maatschappij" te 'fWGravemhe
ge, die zich ten doel stek het uitgeven
van dag1, en weekbladen, meldde.
„Verscheidene maanden lang hobben
dus in elk geval de Toekomst redao-
teuiren gewerkt mat het door Roicflï-
maan persoonlijk gefinancierde en
gedirigeerde blad, terwijl zij dit. steeds
als „pro Nederlandsch" bij uitne
mendheid aankondigden".
Professor Van Hamel is van oordeel
dat do gdheele „reconstructie", dis
later plaats liad, aan don opzet der
verborgen Duitsche actie niets afdoet
en „dat de wijze, waarop de oprich
ters nu nog hun verklaringen tegen
over het publiek inrichten, hun ver
dere aanspraak op vertrouwen in hun
verzekeringen beneemt". Hij vraagt,
of het werkkapitaal, volgens De Toe
komst later bij landgeavooLen geplaatst
de kosten gelieel dekt en wijst op de
door het Handelsblad gemaakte op
merking, betreffende de gelieel onge
motiveerde Duitsche advertenties, die
De ToeJfioanst*vullen, Mr. Van Hamel
trekt dan zijn aanklacht samen door
vast te stellen, dalt „De Toekomst" is
lvsgonnon als mot tendentieus-Du itsch
gold gesteund, onder Duitsche mode
directie gevoerd orgaan", waardoor
ze het publiek ten onzent in een ver
keerden waan hoeft trachten te bron-
gen eindigt met eenige aanhalin
gen uit de eerste nummers van het
gewraakte blad, waaruit hij conclui-
dieert.
„Om onze burgerij meer tegen die
Engelsche maatregelen in bet harnas
to jagen dan menigeen al is; om Ne
derland an de Nederlanders kortzich
tig te iioudm, zoodat zij wegens de
tijdelijke Engelsche onaaxigenaamhe
dien het duurzame en grootere Duit-
sclie gevaar zullen voorbijzien... daar
voor, vooral. Toekomst, hebt gij, met
hulp van Duitsch geld en Duitsch int
tiaüef, moeten dienen!
Voorloopig heeft professor Van Ha
mel hiermee zijn laatste woord over
deze zaak geschreven. In een onder
zoek dioor „onpartijdige personen",
zooals De Toekomst had geopperd,
ziet hij niets, noch in een ©ereraad of
commissie van onderzoek. De eenige
aangewezen plaats voor de heeren
van De Toekomst, om hem te ont
moeten, acht de heer Van Hamel den
Nederiandschen rechter. Om dat te
bewerken, laat hij hun met vertrou
wen de gelegenheid.
In hetzelfde nummer van de Am
sterdammer antwoorden de heeren
M. P. "C. Valter en Stedrametx op liet
eerste artikel in dat blad.
De heer Steimneta verklaart nvet
den volsten ernst, overtuigd te zijh,
„dat liet bedrijfskapitaal van De Toe.
komst gelieel in zuiver liollandscfce
handen zich bevindt en dat de redao
tie in al haar doen en laten volkomen
en absoluut onafhankelijk is van
ioileren \Teemden invloed, boe dan
ook, en dat zij gelieel on alleen naar
haar eigen oordeel en geweten bun
delt". En later heet helt.:
,,l>e grond van des heeren Van
Hamei's onbesuisdheid en van h.
ontbreken der remming door zijn o
lega's, ligt hierin, dat hij en zij nie/t
begrijpen kunnen, dat eon ander de
dingen anders Inziet dan zij".
UIT DE ANTI REV. PARTU.
Het eindoordeel van de (antirev.)
N. Haagsche CL over de brochure
van het antirov. quintet, kan niet
gunstig zijn.
„Als vijf mannen van aulk oen re
putatie niet anders te zeggen hebben
dan dit wal ieder voetknecht der par
tij reeds lang wist en wat onze tegen
standers dag aan dag aan onze poort
staan uit te schreeuwen, mag men
vragen: Ware het, toen de heeren
door een toevallige omstandigheid
bijeen werden gebracht en schier
vanzelf tot een bespreking kwamen
van den toestand, niet profijtelijker
geweest deze vragen te behandelen,
hoe zij er in zouden kunnen slagen
door een brochure het oud vertrou
wen in den leider hij zekere betrekke
lijk kleine groep van „Intellectueel©"
partijgenooten te herstellen, en hoe
zij. mannen van grooten invloed en
verantwoordelijkheid, met en naast
Dr. Kuyper door woord en geschrift
den vijand zouden kunnen weerstaan
en ons Christenvolk opheffen tot hoo-
ger peil? Indien de auteurs dan te
vens van de gelegenheid hadden ge
bruik gemaakt om aan eenige beden
kingen van formeeleu aard tegen de
leiding recht te doen wedervaren, zou
zonder twijfel hun geschrift in goede
aarde zijn gevallen en begeerlijke
vrucht hebben kunnen voortbrengen.
Maar aooals ze het nu meenden te
moeten inkleedeu, begingen zij de
groote fout de quaestie van het lei
derschap. waarin een persoonlijk ele
ment zit. tot een twistappel in de par
tij te maken, pijnlijk voor den leider,
onvruchtbaar voor de partij.
Juist het persoonlijk element, dat
reeds nu in deze bruchure zoo groote
■rol speelt, spelt niet veel goeds voor
de toekomst, als Dr. Kuyper zal zijn
heengegaan, en sommigen hun zin
hebben: de anti-revolutionaire partij,
eenmaal genoemd le parti du Dieu
vlvant, een debatingclub."
Binnenland
DE NIEUWE COMMANDANT VAN-
HET VELDLEGER.
We lezen in het ,,N. v. dL D."
Generaal-majoor W. H. van Ter-
wisga. die. in de plaat9 van luite
nant-generaal G. A. Buhlman, ia be
noemd tot luitenant-generaal en
commandant van het veldleger, ge
noot zijn opleiding tot officier aan de
Koninklijke Militaire Academie, werd
2 Juli 1879-benoemd tot 2e-luitenant
bij het 1ste regiment infanterie te
Leeuwarden en in 1884 bevorderd tot
le-luitenant, in welken rang hij ach
tereenvolgens leeraar was aan den
hoofdcursus te Kampen en gedeta
cheerd was bij de Hoogere Krijgs
school, het 2de regiment veld-artille-
rie en het 3de regiment huzaren, en
werkzaam ia geweest bij den chef
van den generalen staf. In 1891 is hij
overgeplaatst bij het regiment grena
diers en jagers, twee jaren later be
noemd tot kapitein bij het 5de regi
ment infanterie te Amersfoort en in
1899 geplaatst bij den generalen staf.
In 1903 volgde zijn benoeming tot
majoor bij het 1ste regiment infante
rie te Assen en in 1905 zijn plaatsing
biï den generalen staf bij de 3de divi
sie te Breda. Bij zijn bevordering tot
luitenant-kolonel was hij eerst toege
voegd aan den chef van den genera
len staf en een jaar later, als hoofd
van de 2de afdeeling, geplaatst bij
het departement van oorlog. Be
noemd tot kolonel, den lsten Novem
ber 1910. was hij eerst waarnemend-
sous-chef van den generalen staf en
in 1912 belast met het bevel van het
4de regiment infanterie te Leiden.
Den lsten November 1913 volgde zijn
benoeming tot generaal-majoor en
commandant van de 3de divisie te
Breda.
Generaal Van Terwisga is 54 jaar
oud.
LIJNOLIE AANGEHOUDEN.
Over de poging tot lijnolie-smokke
larij met het motorschip „Liuibur-
gia", meldt men aan de Telegraaf
•nog, dat twee verdachten in deze
zaak bekend hebben. Men is druk be
zig het schip te lossen.
ONZE GRENSWACHT.
Men schrijft uit Limburg aan 't Alg.
Handelsblad:
Uit de Servische looriogdberiGhtem
leest men telkens, da'- cr zoo weinig
meer te bespeuren is var. een uniform,
bloeding bij de Servische soldaten.
Maar tegenwoordig kost hot ook aan
onze grens moeite, een Nederland!
sclien grenswachter tè ontdekken in
liet hulssi van grauw, blauw, grijs,
bruin en vaal. Het hoofd gedekt door
eon grijs kleploos petj'e, het bovenlijf
gehuld in een donkerblauw slagers, of
kruidend ersj asje met been en knoopen,
de boenen in een okerkleurige imitatie
bombazijnen broek, de kuiten in gTij1
ze beenwindsels en de voeten in zwar.
te rijgschoenen... rara, wie is dat?
Aan den stok herkent men den dorps
veldwachter. En zoo is nog alleen aan
't geweer de grenswacht te herken
nen.
Naar men zegt, hebben de witlinnen
werkpakken voor een deel plaats ge
maakt voor blauwe en bruine of oker.
kleurige werkpokjes, zooals ee reeds
vóór dien door eorveëere werden ge
dragen. Op wacht nat geregend, Ma
den de grenswachten dan in hun
kwartier ten stel droge kleeren. Blijk,
baar wordt er echter niet vee] onder
scheid gemaakt tusscliem dienstpak
en wetrkkleeren en trekt men de laat
ste over liet eerste heen, om zoo, in
bombazijnen broek en blauw bonket*
tje, de uniformiteit in 0112» militaire
klceding wat te brekenl
VEIlGIFriGING?
De N. R. Ct. meldt:
Te Nieuw veen is zekere D. R. onder
verdachte verschijnselen, vermoede
lijk vergiftigiug, overleden. Het lijk
is naar het academisch ziekenhuis te
leiden vervoerd om gerechtelijk te
worden geschouwd.
KIPPEN HOUDEN.
Men schrijft uit Noord-Brabant aan
hot Vad.:
Nu de eieren voortdurend een hoo
gen prijs opbrengen ©n in najaar en
winter zelfs voor 10 A 12 ct. por stuk
worden verkocht, zoeken en \iuden
velen ln onze provincie in deboeit-
der teelt een prachtige bijverdienste.
Een kippenhouder te Gemonde bijv.,
die gedurende een jaar noteerde wat
zijn honderd kippen aan onderhoud
nooddg hadden, mag zich in een netto
winst van f 10 per week verheugen.
Bij de hooge voederprijzen hebben
vele stadsmeiischem, die meestal hun
kippen moeten vasthouden en over
niet veel ruimte beschikken, het kip-
penhouden als liefhebberij opgegeven
en hok en kippen wijselijk finaal op
geruimd.
Op liet platteland echter hébben de
hennen een vrij leventje en kunnen
daarom groetend eels zelf haar kost
opscharrelen. Op tra ar wandeltochten
an het erf naar de weide en het ak
kerland genieten ze gratis het onmis
bare groenvoedael. Wordt er al eens
een kïp vermist, dan gebeurt het niet
zei dien, dat ze na ©enigen tijd Ln blo
kouden welstand statig het erf komt
opgestapt met alsgovolg een alleraar
digst kroost van een dozijn kanarie
kleurige kuikens, die door heel de
kippenfamilie met groot kakelccincert
worden ontvangen en door den baas
maar wat graag met grutjes worden
verwelkomd.
Jonge hanen, zoowel als braad, esn
soepkipjien worden bij de hooge
vloeschprijzen duur verkocht. De
hoenderteelt vraagt in NoordBrabant
steeds mear de aanducht en veten
geeft het kippenhouden een groote
winst,
ZILVERBONS.
De Minister van Financiën brengt
in herinnering, dat de gelegenheid
tot inwisseling mui zilverbons van
don ouden vorm (dus alleen de zilver-
bons, wuarop de handleekening van
den minister Bertling voorkomt), nog
slechts openstaat tot 1 Januari 1916.
Het publiek wordt er derhalve met
nadruk op gewetzen, dat het, ter voor.
homing van geldelijk nadeel, noodlg
Is de zooeven bedoelde zilverbons
1 vóór oT uiterlijk op 31 December 1915
in te wisselen. Dit geldt dus niet voor
de nieuwe zilverbons van f 2.50 met
de handtekening van den minister
Treub. Deze blijven gangbaar.
Do vorenbedoelde inwisseling kan
uitsluitend geschieden bij het agent»
schap van het ministerie van finan
ciën te Amsterdam (Korte Spinhuis
steeg no. 3).
De bons kunnen ook per post aan
bovenstaand adres worden gezonden,
met duidelijke opgave van naam en
ad ree vau den inzender.
(SL CL)
BRAND.
Door onbekende oorzaak Is de groo
te boerderij van den landbouwer
Klein Hesselink nabij Dmxperlo af
gebrand. De schade wordt door ver
zekering gedekt.
BUITENGEWOON CONGRES
S. D. A. P.
„Het Volk" zet aan de partijgenoo
ten uitvoerig uiteen, waarom een bui
tengewoon congres noodig is. De on
middellijke aanleiding is het indie
nen van het wetsvoorstel tot herzie
ning der Grondwet.
Dit congres schrijft „Het Volk"
dient om samen te beraadslagen
over de actie, welke wij te voeren zul
len hebben om de handhaving en ver-
sterking van onzen geheelen kies-
rechteisch naar voren te brengen.
Ons congres zal een strijdroep zijn
van de partij der Nederlandsche ar
beiders om voor den eisch van alge
meen kiesrecht voor mannen en vrou
wen in de Grondwet onverzwakt te
blijven opkomen. Ons congres moet
het parool uitgeven aan de arbeiders
klasse van Nederland, om door haar
krachtige wilsuiting aan de Eerste
Kamer duidelijk te maken, dat zij.
door de grondwetsherziening af te
stemmen, hoog spel zou spelen, dat
door de arbeidersklasse van Neder
land niet met stille berusting zou
worden aanvaard.
Dit congres moet de inzet worden
voor een vernieuwden strijd, dien wij
te voeren zullen hebben om van het
olgemeen kiesrecht voor mannen ea
vrouwen een voldongen feit te ma
ken. Verder zullen op het congres be
handeld worden de sooiale wetgeving
en de belastingen.
HET KAMERLID OOSTERBAAN.
I>e heer Oosterbaan heeft aan den
voorzitter bericht, deze en volgende
week de vergaderingen wegens on
gesteldheid niet te kunnen bijwonen.
Ook een gedeelte van de vorige week
was hij om deze reden verhinderd
aan de werkzaamheden der Kamer
deel te nemen.
EEN NIEUWE AANKLACHT TEGEN
DE TELEGRAAF.
De heer D. Polak te Almelo, gros
sier in koloniale waren, vetten en
oliën, bericht aan de N. R. CL, dat
hij op grond van grove beleediging
naar aanleiding van een stuk in de
Telegraaf d.d. 22 October 1915 onder
het motte: Heler on steler, betrek
king hebbende op een verkoop van
100.000 KG. lijnolie, bij den officier
van justitie bij de rechtbank te Am
sterdam, tegen den onderteekenaar
van dat stuk, den heer H, M. C. Hol
dert, een klacht heeft ingediend.
DE GEVANGENNEMING VAN DEN
HEER SCHRÖDER.
„De Telegraaf" ontvangt nog vele
6ympathie-betuigingen, die 't blad af
drukt.
Dr. Froderik van Eeden schreed
„Vergeef mij dat ik u niet onmid
dellijk schreef en zoodoende minder
spontaan schijn te handelen. Ik kom
wel eens meer wat laat met mijn be
sluiten, vooral in een geval als dit,
dat mij overbluft en waardoor ik op
allerlei gedachten-paden afdwaal.
Ik heb namelijk loopen piekeren
al bij 't eerste berichtje over 't ge
val hoe ik het zou kunnen aanleg
gen om in uw plaats te komen, en
daaraan waren natuurlijk allerlei
overwegingen vast. Mijn vijanden
zullen zeggen dat ik jaloerscli bon.op
uw prachtige reclame. Maar dat is
het toch waarachtig niet. Ik héb na
melijk een onbedwingbare lust om
die stommelingen die ons aan een
«achten overgang tot het Pruisisch
régime willen gewennen die taak zoo
onaangenaam on lastig mogelijk te
maken. Daarvoor wil ik graag eenige
min of meer onbesuisde dingen doen
en daarvan eenige min of meer on
plezierige dingen dragen. Maar ik
zou dan ook graag zoo effectief mo
gelijk te werk willen gaan. Ec-n
beetje opruiend en oproerig wil ik
met genoegen zijn. Zou men het niet
zoover kunnen krijgen, dat de regee»-
ring b-v. honderd of twee honderd
vervolgingen moest instellen? Ik denk
over een manifest, met niets als deze
woorden „Wie Schroder in de doos
stopte is een stommeling," en daarop
een duizend hand toeken ingen. Zou
„stommeling" vervolgbaar zijn? An
ders wil ik nog wel binnen de per
ken dor strikte oprechtheid een
krasser term zoeken. Ik ben het nog
altijd met Thorean eens dat in een
land zonder vrijheid de plaats der
oprechten in de gevangenis is. Te
gen dal het met mij zoover komt, hoop
ik u nog wel eens te spreken en goe
de raadgevingen te ontvangen om
trent ligging, tijdverdrijf, omgang
met bewakers enzoovoort
Intusschen met hartelijken hand
druk,
de uwe,
FRED BRIK VAN EBDEN,"
TWEEDE KAMER.
Over de discussies, gisteren nader
gevoerd bij de olgomccnc beschou
wingen over de Staatsbe&rooting
voor 1916, kunnen we betrekkelijk
kort zijn.
De heer Rutgers bestreed uog de
aanbevolen bestendiging van de nood-
regeling ter zake van de werkloos
heidsvoorziening met dwang op de
gemeenten lot medewerking. en
kwam vooral op tegen de sociale
wotecvlngs-plannen van Minister
Treub. waarin hij een irriteerende
provocatie zag voor de voorstanders
van de wet-Talma. Hij vreesde, dat
de daarmeê uitgelokte oppositie voor
heel het. werkplan der Regeering na-
deelig zóu blijken.
Door den heer De Visser werd de
tegenstrijdigheid in het licht gesteld
tusschen het terecht onder de
wapens houden van onze geheete
weermacht wegens mogelijk nog drei
gend gevaar en de opheffing van het
voor de nationale eenheid zoo noodig
politiek bestand. Alleen door een
compromis kon de Regeering haar
plannen verwezenlijken, maar dan
moest zij geen nieuwe strijdvragen,
geen nieuwe anti-thesen, als het pas
sief vrouwenkiesrecht, opwerpen: dan
moest zii ook na jarenlongen arbeid
en na opwekking van verwachtingen,
de arbeiders niet teleurstellen door
vervnnzing, met lane uitstel, van de
invaliditeit9-verzekering. Hij achtte
de verantwoordelijkheid der Recee-
ring ten deze zeer zwaar en hoopte
alleen, dat de daardoor gewekte op
positie na den oorlog niet schadelijk
zon ïinwerkrn on onze neutraliteit pp
onafhankelijkheid, die ten slotte in
Gods hand zijn. En hij voegde er te
genover den heer Schaper aan toe,
dat niet het Christendom aari den
oorlog schuldig staat, maar vrij uit
gaat de oorzaak der ellende ligt hij
hen. die zich aan dat Christendom
hebben onttrokken en die zich niet
onderwerpen aan Hem. die, althans
ten deele, vrede op aarde heeft ge
bracht.
Nadat do heer Van Vnnren zich
hij het vertoog van den heer Kooien
aansluitende, den Min. van financiën
zijn verplichting nader had voorge
houden om vóór alles In de midd»ten
te voor7an tot de^kinevan 'I tekort op
hel budget, bestreed de oeeonomischs
maatregelen der Ree., die de smokke
larij bevorderd ep verwarring onder
't publiek gebracht hebben over het
geen geoorloofd is of verboden, vol
gens wettelijke of particuliere rege
lingen (de N. 0. T. een noodzake
lijk kwaad). Hij keurde de werking
dar voedinffscommissiën af, te om
slachtig. over te veel scVvon genn-
de ©n aanleiding gevend© lot mis
bruiken, die achterdocht wekken: hij
snrak van willekeur, mri retributie
en consenten en drong er op aan niet
verder te gaan dun strikt noodzake
lijk is, terwijl, waar de maatregelen
niet op de wet steunden, daarin zoo
dra mogelijk moest worden voorzien.
De hoer Beumer leverdie nog een
betoog voor de saluris-verbctering der
lagere ambtenaren, de heer Duy-
mner van Twist drong aan op bezui
nigingen, in het militair beheer.
Daarna sloot zich de heer De Geer
aan bij de raadgevingen om met oe-
conomische maatregelen niet verder
te gaan dan 6trikt noodig bleek ©n
daarbij niet uitsluitend het oog te
houden op het belang van consumen
ten, maar ook van den handel, op
den uitvoer, de handhaving van ©en
gezonden internationaten bloedsom
loop.
Wat het bestand betreft maakte <te
spr. de Regeering peen verwijt van
de Grondwets- en belastingvoorstel
len, maar wel van de sociale ontwer
pen, die op bet overige van nadeeii-
gen invloed dreigden te worden. Men
mocht geen oorlogswinst maken vooi
rechts noch links. Door verlenging
nu van den invoeringstermijn van de
wet-Talma kon een aannemelijk com
promis worden gesloten. Hij drong
daarop nog aan-, beperking van de
financieel© voorstellen tot de urgente,
noodig voor de dekking van het te
kort: uitstel van de invoering der invtu
Iidlteitswet-Talma voor eesiigen tijd;
en vooropstelling van de Grondwets
herziening, zie daar wat de heer
De Geer het beste achtte voor Regce-
rlng en land.
De heer Sennas verdedigde ln 't al
gemeen de oeconomische maatrege
len, in social iattschen zin door de
Regeering genomen en die de goede
strekking er van hadden bewezen,
waar het niet aan medewerking had
ontbroken. Alleen de aardappelen,
turf- en vlschverzorging had heter
kunnen zijn geregeld, opdat door
maximumprijzen, deze noodzakelijk*
behoeften onder aller bereik zoude?
komen.
Door den heer Van Wijnbergen
werd nogmaals gepleit voor betere
salarisregeling voor de lagere amb
tenaren en ook voor de onderwijzers,
die teleurgesteld waren omdat de
heer Ketelaar zijn voorgenomen en
ten volle in dezen tijd gerechtvaar
digd voorstel ntel had ingediend.
Eindelijk sprak de heer Koster nog
voor de eerste maal, om in 't alge
meen aan te dringen op bezuiniging
ln onze Staatshuishouding Er zijn
te veel ambtenaren, zoodat zij te wei
nig werk hebben en slecht worden
betaald; met minder personeel zou
men "beter werk krijgen. Daarenboven
werd zeer veel geld noodeloos besteed
aan meubelen, bureaubehoeften (bij
abonnement) aan hooge reiskosten
e.n vacatie gelden voor commission;
hij wees op misbruiken bij leveranties
(strijk- of trek-gelden, vooral bij het
leger) en drong aan op instelling van
een onderzoek door een uit hoofdamb
tenaren te vormen bezulnigingscom-
missie.
Daarna was de Minister president,
de heer Cort van der Linden aan het
woord. Deze zette zijn rede echter he
den pas voort on hesprak daarbij
achtereenvolgens de verhouding van
de Regeering tot de Kamers, de hul-
tenlandsche politiek, de oeconomische
maatregelen der Regeering, «le pogin
gen tot bestrijding van den binnen-
l&ndschen nood en de olgemecne bin-
ncnlandscho politiek.
EEDSVRAAGSTUK.
In haar Memorie van A11;woord op
het Voorloopig Verslag betreffende
lici wetsontwerp tot tijdelijke nadere