Haarlems Duwi
TWEEDE BLAD
Zaterdag 18 December 1915
Parijsche Brieven
Wio twijfelen zou aan den geduldig
onverschrokken gemoedetoestand oer
Fransche natie, dien zcru het, om zijn
twijfel weg te doen nemen, voldoende
Kijn (•enige uren door te brengen voor
de loketten der Banqu© de France en
van het Pavilion de Flore, of van alle
crediethankcn in welk postkantoor-
ook. De Fransohe leening', „do lea
ning der overwinning", zooale zij gd
doopt is, heeft zich reeds van het eer
ste uur af laten aanzien als ©en suc
ces zender voorbeeld.
De geestdrift in de provincie is even
groot nis te Parijs. Men had er het
Klare bewijs van sinds meer dan ©en
week, hij het algemeen ontvangers
kantoor der posterijen, waar de be
handeling der gevouwen briefjes, aan
het adres van verscheidene bijkanto
ren van een buitengewone begeerig-
heid om in te schrijven getuigde. De
gansche Fransche spaarzaamheid is
opgesprongen van vaderlandsliefde:
want het is opmerkelijk, dut de lee
ning onbeperkt is en drie weken, voor
de inschrijvingen zijn toegestaan. Ilct
zou dus nutteloos zijn each te haasten
indien het niet ging om de zeer voor-
deehgo geldbelegging, die voorgesteld
is. Zijn het, zoo men wil, die voorde-a
len doch or is ook een ander gevool
dan dat van geldgewin welke te
zelfdertijd de geld'brengers van neu
traio naties naar hun bankinstellin
gen voeren, wat doet het er toe! Is het
niet de zekerste hulde aan het crediet
van Frankrijk, xte klaarhlijkelijkste
geloof aan de overwinning, die zij ons
op die wij«ze uiten'? Is 't bovendien niet
een schitterend bewijs van vriend
schap, dat de Fransche harten als
iets heel kostbaars treft? Zelfs de
meest platonische wenschen voor de
zege van Frankrijks wapenen mate-
rialiseeren zich in gei dei ij ken hij
standi
De geestdrift «Ier Fransche inschrij
vers is des te verdienstelijker, naai*
dien, to oordeelen naar veelvuldige
gehoorde gesprekken en zelfs naar de
lango stoelen, die blijven staan alvo
rens de loketten te bereiken, voor mij
de gevolgtrekking is to maken, dat
velen onder hon in liet welslagen van
deze leening <y>n uiterste voortzetting
van den oorlog voorzien en dat ze den
vrede, waarnaar niettemin verlangd
wordt, vertraagt of verwijdert. Vol
gens anderen is die redeneering niet
juist. Maatregelen nemen om opnieuw
de ootlogsschatkist te vullen, haar
materiaal to ermendgvuldigen dat
is weliswaar aantoonen, dat men met
hardnekkigheid naar den uitslag ver
langt doch tegelijkertijd is t het
doen naderen van liet beslissingsuur
on der. vrede.
Zetfs de voorbereiding der leening
on sommige bijzonderheden van or
ganisatie zijn nogal schilderachtig
geweest. Zoo heeft de Minister van
Financiën niet geaarzeld de publieke
aandacht te trekken, te overreden,
door sommigen vermaarden teeke-
naars en schilders te verzoeken gele
genhcidswerk te vervaardigen, door
zijn zorgen aan te plakken op de mu
ren van Parijs en te doen opnemen
op hot lichtende doek van cinema's.
De plechtige Banque de France is
niet voor haar prestige bevreesd ge
weest om overal uitdrukkelijke op
roepingen te doen naar de vaderlands
liefde der bevolking. En m haar def
tige zalen is men niet weinig verrast,
do onbeschaamde tegenwoordgheid te
zien van ettelijke kleine kiosken, ha
6temd om het goud en de inschrijvin
gen te ontvangen, en die aan dit ge
woonlijk zeer weinig lachend oord een
klein kennisachtig aanzien geven!
Wat den „Leeningsfilm" in de cine
ma's betreft, hij bevat tien nummers,
dio door het publiek zeer toegejuicht
worden. Het eerste en het tweede kon
digen de tijding aau: de eenparige
stemming van het parlement en van
den senaat, dio de groote „Overwin-
ningsleening" goedkeurt, naar de uit
drukking van don heer Ribot, minis
ter var Financiën. Vervolgens pas-
seeren de illustraties van Potilboi.
Ad Ier voorstellend hot individueel
getuigschrift uitgereikt aan eiken in
schrijver. Een laatste kiek ls die, ge-
teeltend door Abel Faivre, waarop
men een Duxtscher ziet, verpletterd
door een ontzaglijke goudstuk.
Curieus is de vertooning in het Pa
vilion de Flor©, anex aan het rainist©
rie van Financiën. Een dienstorder
zorgt voor de orde der lange, overi
gens geduldige schare van inschrij
vers. Men ziet van alles onder hen,
kleine renteniers met een voorkomen
van voorzichtigheid en niettemin oen
sprankje trots, oude dames, jonge
meisjes. geestelijken, „rijkelui",
werklieden, soldaten. Men komt bij»
zeven-en-twintig loketten zijn
geopend, waarnaar men zich bij tien»
tallen precies richt. Rijen tafeltjes
met twee stoelen: op eon daarvan zet
de inschrijver zich neer voor een da
me of een jong meisje, aangewezen
voor het onderzoek van zijn gelds
waardige papieren wanneer hij bo
doeit in te schrijven door inwisseling
van behoorlijk aangeslagen waarden.
Het borderel wordt tamelijk vlug op
gesteld, waarmede de inschrijver dan
niets anders te doen heeft, dan zich te
begeven tot het naaste bureau, al
waar hij zijn nieuwe papieren ont
vangt. Men bevindt zich in een atmos
feer van beminnelijke activiteit; nooit
en nergens kende men een dergelijke
administratieve hoofschheid!
meesto jonge meisjes en vrouwen,
reeruteerd uit de zusters of weduwen
van tegenover den vijand/ gedoode
soldaten, hebben op haar corsage een
drie kleurige cocarde. Onder de moi»
nen min of meer verminkte soldaten:
in het geheel zeshonderd, voor het
oogenblik... In andere tijden zou men
hebben kunnen voorstellen, de in-
sohrijving van nu af aan, te sluiten,
zoo wonderbaarlijk is dit haar suc
ces!...
Wel, het was juist den dag vóór die
opening van do „Overw inning el ee-
niiig", dat eeai ontzaglijke ontroering
Par ijs aangreep: de bijgebouwen van
den BorsMarché waren in brand ge
vlogen. Een „Ambulance' was er in
dio bijgebouwen ingericht, en vlakbij
word het hospitaal Laënnec bedreigd,
stond het op het punt ontruimd te
worden. Terzelfder tijd vergrootte
zich een gerucht nader en nodor: dat
wns een Duitsclje aanslag! Ja zij
hadden de gemoederen willen versto
ren den dag vóór de Leening, er het
verzekerd welslagen van in ge\
brengen!...
Spoedig kon men gelukkig ecm wei
nig glimlachen om die ietwat onre
delijke inbeeldingen want men ver
nam, dat de brand geen énkel slacht
offer had gemaakt, en dat de Ambu
lance ln haar geheel op tijd had kun
nen worden ontruimd, dank zij een
prachtige toewijding-en een waarlijk
verrassende snelheid van handelen:
in'twintig minuten waren alle go-
wonden, waarvan verscheidene dieu
zelfden ochtend geopereerd waren ge-
wórden, naar Laënnec vervoerd... Op
een zeker oogenblik ontbreken de
draagbaren daarop brengt men do
gewonden in do armen, hoe, komt
ex niet op aan, naar beneden onder
den rook, die zijn wrang duister ver
spreidt, terwijl door den liftkoker, die
een reusachtige sclboorsteen is gewon
den, het onmetelijke rood dor vlam
men neërslaat. En allereerst waren
het vrouwen, de verplotters, rfi©
men zag verschijnen, gekromd onder
haar levende lasten....
Men zag een van hen, die op haar
schouders, die op haar nochtans niet
zeer robuusten rug, de oogen grooter
geworden door wilskracht, een armen
verminkte wegvoerde, die, niet wil
lende kreunen, mei zijn tanden in
zijn bleeke lippen beet...
Die ramp, slechts van stoffelijke
schade, doch die zoo verschrikkelijk
had kunnen zijn wegens de tegen
woordigheid dier ambulance, heeft do
militaire overheid tot een verstandig
besluit geleid. Ze heeft de ontruiming
bevolen van alle ambulances, gele
gen in de deelen der Gronds-Maga-
sins. Niemand scheen tevoren heb
ben kunnen denken aan het gevaar,
dat zich op elk oogenblik voor onze
soldaten kon voordoen, aan de op
stapeling, dichtbij of onder hen, in
het sousterrain, van producten,'
waarin do brand kan ontstaan door
een kortsluiting of een onvoorzichtig
heid zooals men er aan zou moeten
denken voor het onlangs voorgeval
lene Het schijnt ons evenmin toe,
dat de groote magazijnen, in het volle
centrum van verkeer en een dagelijks
sell© opeenhooping van mensohm te
weegbrengend, de uitverkoren plaats
is voor de installatie van gezondheids
diensten.
Geen slachtoffers, alles is herstel
baar cn Parijs heeft zijn groote
zorg hernomen: de voorbereiding der
zendingen van allo soorten voor de
loopgraven ln den winter. Van nu af
aan heeft het gevroren, vriest het. Op
de bevroren vlakten van Champagne
waait de wind langs den vlakken
grond; in ATgonne en op de heuvels
van Eleas sneeuwt on ijzelt het. Het
schijnt, dat alle meterologisclve lecke-
nen, helaas! een barren winter aan
kondigen. De uienplauten van onze
boomgaarden hebben, zich omwikkeld
met een driedubbele scihillerevacht, en
de veldmuizen hebben haar gaten
tachtig centimeter diep gegraven:
sommige instincten der planten en
der dieren overtreffen onze intelik
gentio, die verhoogd: is, doch daar
door ook zich van moeder natuur
heeft verwijderd. Wij denken dus aan
onze soldaten dor loopgraven. En er
zijn onder ons, die den vijf-en-twin-
tigsten November aan hen dachten;
ln een ze-er aandoenlijk© gn&adhle.
het was de heilige Catherine, de hei
lige, die sedert eenige jaren heel bij
zonderlijk vereerd wordt door de „mi-
dinettes', de werkstertjes van Parijs.
Welnu, dit Jaar heeft men hen
evenmin als verleden jaar gezien, lie
felijk gecoiffeerd met het mutsje, men
heeft hen niet zingend door de Bou
levards zien gaan, optochten en guir
landes, lachend in het gezicht der
voorbijgangers, die met een glimlach
of een zucht de bekoorlijke en licht
zinnige jeugd zien voorbijgaan! Geen
„Catbcrinotics". Nochtans hebben
zij den datum niet laten voorbijgaan,
doch hun kopje en hun hart zijn
zwaar en zie, hoe zij haar be
schermvrouw hebben gehuldigd. Al
haar "mutsjes hebben zij vervormd tot
omslagen van pakjes vol lieve atten
ties, en die zijn naar do loopgraven
vertrokken 1 In de ateliers hebben zij
allen als naar gewoonte wat bijge
dragen, de sommen bijeengebracht,
waarvan men kokette mutsen kocht,
waarvan men lekkere maaltjes be
reidde, banket en een teug Champag
ne vervolgens zijn sommigen uitr
genoodigd geworden om nieuwe in-
koopen te doen: kleeren en tricots,
sokken en handschoenen, alle soorten
van conserven, en tabak! En in allo
ateliers zetten de kleine vingers zich
met de groote naalden aan het werk
om grof doek të naaien om dat alles
in te houden, door vindingrijk geor
dende pakjes.
En al keuvelend, zongen de „Mi-
dlnettcs" niet, ofschoon het hun toe
gestaan was omdat er, belaas! on
der hen z/ijn, die, gekleed ln het zwart,
gesnikt zouden hebben door te hoo-
ren zingen. Doch moge de winter
hard, streng zijn voor de arme dap
pere soldaten, de harten zijn warm.
WILMA KNAAP.
Uit de verschllleBde oor
logslanden.
Be strijd In Servië.
HET SERVISCHE LEGER.
Uit Rcme wordt aan de „Daily Te-
legraph" geseind
De toeeland van het Servische le
ger ln Albanië blijft zich verbeteren.
De Servische troepen hebben zich
niet opgehouden in Montenegro, doch
zijn er alleen doorgetrokken, om het
Albaneesch gebied te bereiken. Drie
Servische legers van omstreeks 150.000
man bevinden zich tueschen Skoetarl,
Duxaizo en Elbassan. Nog een 50.000
man zijn ln Zuid-AlbaniS. D>- Bulga
ren zijn niet over de Atboneesche
grens getrokken, en zijn zelfs eenige
kilometers achter uitgegaan.
HET LOT DER SERVISCHE
VLUCHTELINGEN.
Uit Rome wordt aan de „Daily Te
legraph" geseind:
Blijkens telegrammen uit Durazzo
Is de toestand der Servische vluchte
lingen in Albanië hartverscheurend.
Eenige honderdduizenden vrouwen
en kinderen ziin geheel verstoken van
voedsel en het land kan ln hun nood
niet voorzien.
De Amerikaansche regeering heeft
haar gezant te Rome opgedragen, om
allo beschikbare stoomschepen te
charteren, ten einde hulp aan de Ser
vische vluchtelingen te zenden, cn
hen op kosten van Amerika naur Ita
lië over te brengen. Het is echter
ontzaglijk moeilijk schepen te krij
gen.
DE OOSTENRIJKSCHE GEVANGE
NEN DF.R SF.KVIëRS.
Reuter seint uit Athene
Uit officieele bron wordt gemeld
18.000 Oostcnrijksdhe gevangenen zijn
onder Servisch escorte aangekomen
te Tirana en El Basun.
Uit den Bilkan.
SUEZ-KANAAL.
De „Daily Telegraph" deelt mede,
dat ook de Engelsche stoomvaart
maatschappijen er ernstig over den
ken, haar schepen via de Kaap to
zenden. Uit Rome is dit, naar men
.i-i. al als feit gemeld. Anderzijds
•ernom het blad, dat de schepen van
andere nationaliteiten eveneens spoe
dig den langen weg zullen hebben te
volgen, om de eenvoudig© reden, dat
men de sluiting van het kanaal ver
wacht.
Vor«pro'd tveuws
van deoorlogsveldsn
EEK VLIEGER VERBRAND.
De Engelsche militaire vlieger Dry-
den Smith deed een vlucht te Farnbo-
rouph. Zijn toestel vloog in brand en
de vlieger kwam in de vlammen om.
Uit België
FREIHEiRR VON BISSING OVER
BELGIé.
De heer Landauer, de correspon
dent van „Az Est"' had te Brussel een
onderhoud met den gouverneur gene
raal, Freiherr von Bissing, die hein
meedeelde, dat de gewone toestanden
in België langzamerhand terugkee-
ren. De gouverneur-generaal be
schouwde het als zijn voornaamste
laak om do verkeert, ogen te herstel
len en de werkloosheid op te heffen.
Nu verdienen vele Belgen hun brood
ln DuitecWand. Vele Belgische staats
ambtenaren zijn in hun betrekking ge
bleven en de 'rechtspraak wordt door
Belgische rechters gevoerd. De taal-
quaestie eisehte alle aandacht.
Ten slotte vroeg de correspondent
of Duitschland Beigiè slechts bezet
zou houden of wilde inlijven. De gou
verneur-generaal antwoordde: met
betrekking tot deze vraag duiken or
vole wenschen op welke echter voor-
toopig niet anders zijn dan even zou
vele wenschen. De quaestle behoort
tot het machtsgebied van den rijks
kanselier cn hoe hij over de zaak
denkt blijkt uit zijn laatste rede.
Uit Engeland.
NA DEN OORLOG.
In het II oogerhuis hoeft kird Par
ker gewezen op de noodzakelijkheid
om voorzorgsmaatregelen te nemen
ten behoeve van de arbeiders na den
oorlog. Me»n diende zich ook op den
vrede voor te bereiden, op het om
smeten van het zw aard tot het ploeg
ijzer. Hij gaf in overweging een com
missie te benoemen uit de leden van
beide Huizen om dit vraagstuk te bd-
studecren.
Lord Crews antwoordde, dat men zich
reeds lang aan de verschillende de
partementen, in het bijzonder den
Board of Agriculture, met het vraag
stuk bezig Hield en dat weldra een
rapport was te verwachten over de
quaestio van den terugkeer der solda
ten tot den landarbeid. Lord Newton
verklaarde, dat het departement van
oorlog voornemens was ale tot demo
bilisatie zon worden overgegaan, de-
te geleidelijk te doen geschieden. Bo-
vendlcn zonden de soldaten vier we
ken volle soldij ontvangen bij hun out-
slug uit den dienst, reiskosten naar
huls, een geldelijke premie nog en
eindelijk een polis voor een Jaarverza
kering tegen werkloosheid.
DE BEPROEVINGEN' VAN EEN
RECRUUT.
De „Daily Mail" bevat het volgende
vermakelijke verhaaltje over de
lotgevallen van een recruut
,,Jii, het allereerst natuurlijk I"
lachte mijn vrouw spottend.
..Verklaar je nader", zeide ik.
„Ben ik anders dan andere mannen?
Heb ik een kwaal? Ben ik kreupel?
Ben ik
Zij viel me in de rede, mlin veront
waardiging naapend. „Is hij rheuma-
tisch als liet nattig weer is O, heele-
maal niet. Moet hij dieet houden
Nooit, Is hij 's avonds vermoeid In
't geheel niet. Hij slaapt alleen maar
in zijn armstoel voor de aardigheid."
„Veertig" zeg ik ernstig, „is de
mooiste leeftijd voor een man. het
hoogtepunt" („van sommige man
nen", verbetert ze me). „Hij is ge
hard, taaier. Hij heeft geleerd zlc.h
te behelpen en vol te houden. Als hij
een plaats heeft Ingenomen, laat hij
zich niet makkelijk verdringen. Moet
ik aan lord Derby schrijven", vraag
ik ..en hem zeggen, dat ik mijn
plicht niet kan doen. omdat mijn
vrouw me niet wil laten gaan?"
Moet 1 k aan lord Derby schrij
ven", vroeg zij „cn zeggen James
Mentwell, mijn man, is in Juni veer
tig geworden ik ken hem heter dan
eenig officier van gezondheid. Ilij is
zoo geschikt voor de loopgraven, dat
hij het vorige jaar voor zijn rheu-
matiek naar Droitwich moest. Hij
zal zóó goed het rumoer van den slag
kunnen verdragen, dat hij al zijn
ooren dicht houdt als de haan van
zijn buurman kraait. James Mentwell
heeft een kachel in zijn slaapkamer,
een wrijfmiddeltje op zijn wasch-
tafel, hii hoeft eiken winter een aan
val van bronchitis cn hij heeft een
vrouw, die hij geen week kan verla
ten zonder helmweb te krijgen. Laat
als 't u blieft James vrij. my lord."
Mijn vrouw eindigde haar aanval
onder dekking van de witte vlag. Zij
viel in een stoel en drukte de witte
ving tegen haar oogen,
„ik noem het wreed en zelfzuchtig.
Je doet het alleen om den menschen
wijs te maken, dat je jonger bent,
dan je werkelijk bent. Jij wilt ,,Tip-
perary" zingen met een troep jon
gens, die je zoons konden zijn. Je
wil in een uniform rondloopen en de
meisjes naar Je laten kijken".
Die toespelingen op mijn leeftijd
en mijn physiek hinderden mè en ik
as verontwaardigd over haar op
merkingen over de populariteit van
de militairen bij haar eigen sekse.
Den volgenden dag kwam ik thuis
met mijn 2 6hillingen en negen
pence.
„Zoo, hebben ze Jou genomen I"
riep mijn vrouw uit. „Nu, dan kan
ik alleen zeggen, dat ze iedereen zui
len nemen."
Ik was van plan, haar mijn premie
aan te bieden, maar ik wns zóó in
mijn wiek geschoten, dat ik ze zelf
maar heb opgemaakt aan een hartig
slokje.
Voor ik mijn kennissen ontmoette
was de vrije Zondag de meest
trotsche dag van mijn leven. Ge
woonlijk kom ik om kwart voor tien
aan het ontbijt. Maar op dien Zondag
begon ik mini militaire oefening en
om negen uur was ik al gebaad, ge
schoren en gekleed beneden. De eer
ste kennis, dien we zagen, w
dominee, toen hij ons op weg naar de
kerk voorbij kwam. Ik mocht hem
tet dusver wel. Ik heb altijd wel een
extraatje voor zijn fondsen over ge
had. Maar cd zou ik nu ook ooit veld
maarschalk worden, hii krijgt geen
cent meer van me. Wat zoi hij
„Waarde, waarde Mentwell. Gij
hebt het toch niet gedaan Een man
van uw gestel."
„Zeker, heb ik het gedaan", ant
woordde ik koeltjes. „Hoe denkt ge
dan, dat ik dat hob gekregen en
ik lichtte mijn arm op met het lint
„Men had het u niet moeten ge
ven", was het antwoord. „Mijn goeie
oude vriend. Het is zeer vaderlands
lievend. maar hoe zult gij de mili
taire oefeningen kunnen meema
ken?".
De volgende kennis was onze dok-
ter. Hij is een goed patriot, en hii
zou me toch icfcer w el geluk wen
schen. Hu zag mijn armlint en hield
zijn auto stil.
„Wat", riep hij uit, „wat I hebben
ze u genomen Wel, ik bonPar
don, mevrouw Mentwell, maar het is
belachelijk."
,Wot is belachelijk vroeg ik op
ljskouden toon.
„Dat een beste oude kerel ale gij,
Mentwell. meent, dat ge soldaat kunt
zi'n.
De dokter mompelde ook nog een
paar gemeenplaatsen over mijn va
derlandsliefde, fluisterde mijn vrouw
toe: „Maak u niet bezorgd, mevrouw,
een tijdje in de wei ls goed vooroude
postpaarden", en liet ons sprakeloos
staan.
Ik was toen juist in mijn humeur
gekomen om de Fergusons te ont
moeten. De Fergusons hooren tot die
aangename soort van menschcn, die
altijd iemand ziek kunnen maken.
De Fergusons zullen je nooit ontmoe-
ten of ze vinden, dat je er bleek uit
ziet. wat betrokken. Als ze Hercules
hadden gekend, zouden *e gezegd
hebben, dat hij wat teertJes was, en
Falstuff zou zeker den raad krijgen,
wat meer te eten. Als ik de Fergu
sons heb ontmoet, ga lk altijd naar
huis en maak een nieuw testament.
Mevrouw Ferguson zag het armlint,
greep de handen van mijn vrouw r-n
condoleerde haar, alsof ze al wedu
we was. Ferguson hield mijn hand
vast en bezwoer me om me los te
koopen „Schrijf dadelijk aan het
ministerie van oorlog", smeekte hij
me. „Bied al het geld aan dat je bij
mekaar kunt krijgen. Zeg, dijt je het
alleen deed, om aan de jong© mannen
een voorbeeld te geven. Ik bewonder
Je. dat je het gedaan hebt. Mentwell.
maar Je moest het niet doorzetten.
Toep we de Fergusons kwijt waren,
zag ik nog meer kennissen naderen.
Ik deed stilletjes mijn armlint af en
ik had niet den moed. het weer om
te doen voor des Maandagsmorgens.
Tenslotte heeft men alleen zijn ken
nissen te vreezen. Mijn beproevingen
waren nu geëindigd en mlin triomfen
als recruut waren dien dag groot.
De krulérs aan het station zagen niet
bewonderende, goedkeurende blikken
naar me. De conducteur opende het
portier met een beweging, alsof ik
Joffre zelf was. Mijn mede passagiers
oudere mannen van over de vijf
tig, arme kerels keken me met af
gunst en toch ook weer goedkeurend
aan. De vrouwelijke controleurs aan
het eindstation glimlachten tegen
me, zooals ik anders peg maar al
leen op het tooneel had gezien. En
ik moet nu nog een teedere bekente
nis doen. Sedert laren reeds had ik
de pijnlijke overtuiging gekregen,
dat de jonge aardige exemplaren der
andere sekse me beschouwden met
denzelfden blik waarmee ik gewoon
ben de geologische merkwaardighe
den ln het museum te zien. Op da
„Armlet Monday" verkeerde ik in
een nieuwe wereld. Tweemalen in
Holborn, eens in CheapsideIk zo?
niet meer er van zeggen.
En des avonds triomf der triomfen,
mijn vrouw I De Fergusons bleken
een ware zegen te zijn gewast. Da
Fergusons en de andere memohen
hadden mlin vrouw tot heel onderö
denkbeelden gebracht. Zii was ge
kwetst in haar bezillers-trots. Ik heli
niet alleen tniin vrouw getoond, dat
Ik nog jong hen. maar Ik heb haar
ook getoond, dat zii. zlizelf. nog jong
is. Maandagavond, toen ik thuis
kwam en mijn overjas ophing liet
lint naar buiten, want de meiden
moeten toch weten hij wien ze eigen
lijk dienen) sloeg mijn vrouw haar
armen om mlin hals. „Ik ben zoo blij
en zoo trotsch", fluisterde ze, „mijn
soldaat-echtgenoot
Mijn ..soldaat-echtgenootZe tal
er ©en bontmantel voor hebben.
Over vrede.
VREDESBEMIDDELING.
De „Vosslsche Zeitung" bevat een
radio*telegram ,utf, New-York, waar
in medegedeeld wordt, dat de „New
York American" in een hoofdartikel
eeu krachtigcn oproep tet het Aroeri-
kaansche volk richt, om thans de ge-
tegenheid tot beëindiging van d- n
oorlog te gebruiken, nu uit de offi
cieel© verklaringen van don Engel-
sotien premier, zoowel nis uit die var
den Duitschen rijkskanselier is y©
bleken dat *.|j horoid rijn, vrede*
voorst -Hen in overweging 'te nemen.
Het Amerkaanscho Miui zegt, dat de
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Wat de een groen ziqt schijnt den
ander bruin toe. Dat dacht ik, toen
twee heeren op de tram eon opmer
king maakten over de nieuwe kaart
van Haarlem, die het Bureau van pu
blieke werken, voorloopig alleen ten
gerieve van de gemeenteadministra
tie, heeft laten drukken.
„Zie je wel," zoo zei de een, „dat het
stadhuis te Haarlem zelf geen ver
trouwen heeft in het succes van zijn
annexatieplannen? Anders zou het
niet, zóó kort vóórdat de ontwerpen
zullen verschijnen, een kaart van de
gemeente hebben uitgegeven, want
waar zou dat dan voor dienen?"
„Je begrijpt het niet," zei de ander.
„Die kaart Le uitgegeven om te laten
zien, hoe klein Haarlem wel is en hoe
noodzakelijk het dus zijn moet, dat de
gemeente wordt uitgebreid."
Een ander geval van meeningver-
schil. A. ontmoette zijn vriend B., die
's morgens te half tien al met een si
gaar in den mond zat.
„Rook je al zóo vroeg?" zei hij.
„Dit is," zei B. onverstoorbaar,
„vandaag mijtn derde.*
„Hoeveel rook je er'dan per dag?"
„Dat tel ik nooit."
„Waarom niet?"
„Om ontslagen te zijn van een ant
woord aan onbescheiden vragers."
„Heel aardig," vond B., „maar ik
wil je als vriend toch wijzen op het
•chadelük© van zóóveel rookon
„Ik ben altijd gezond," verzekerde
A., „en ik rook niet zóó maar, ik drink
er ook veel water bij."
„Wat bedoel je daarmee?"
„Begrijp je dat niet? Ziekten wor
den veroorzaakt door bacillen, is 't
niet? Nu dan. de bacillen die op mij
afkomen bedwelm ik eerst door roo
kon, en daarna verdrink ik ze in wa
ter. Veiliger kan het toch niet!"
En daarmee liep het gesprek af.
Nu nog een derde geval van ver-
schil van opinie. Een bekend leeraar
aan een school, die ik niet noemen zal,
had in de maand November voel ex
tra lessen, moeten geven, omdat er nog
al vaak leeraren ziek waren. Toen nu
do directeur van do school, met wien
hij zeer bevriend was, hem verzocht
bij zijn kinderen voor St. Nicolaas te
te spelen, zag do leetaar de kans
schoon om zijn vriend dat extra werk
eens duchtig onder het oog te bren
gen.
Op den St. N'icolaasavond de direc
teurswoning 'binnengetreden, stelde
St. Nicolaas zichzelf en zijn knecht
natuurlijk voor en vroeg daarna aan
den heer des huizes
„En mijnheer, wat is wel uw be
roep?"
„Ik ben directeur van do school,
St. Nicolaas," antwoordde de direc
teur.
„En heeft u met dat slechte weer
nogal veel zieken onder leeraren en
leerlingen?"
.„Dat schikt nog al."
„Het is maar," zei St. Nicolaas, „dat
wanneer er vaak leeraren ziek zijn,
van de anderen niet te veel extra
lesuren moeten worden gevergd. Dat
is u zeker wel met mij eens!"
„O zeker, St. Nicolaas," antwoordde
de directeur, die nu begreep waar het
heen moest. „Maar stel u gerustaan
de goede leeraren worden nooit
extra-leesen opgedragen I"
De kinderen, die met eerbiedigen
schroom naar dit gesprek„luisterden,
begrepen niet, waarom St. Nicolaas
plotseling een ander onderwerp ter
sprake bracht. Maar ik denk, dat de
twee vrieuden dienzelfden avond nog
hartelijk over de grap zullen hebben
gelachen.
Nu een ernstiger toon. Een familie,
die onlangs bij een andere op de thee
wae, kwam toevallig te spreken over
de vraag, wat ze doen zou. wanneer ze
in 't bezit kwam van een millioen.
De vader, niet dadelijk aangepast
bij do millioenengedachten (rijk we
zen moet je even goed leeren als arm
worden) gaf als hoogste wensch te
kennen dat de keuken verplaatst en
de tegenwoordige als spreekkamer in
gericht worden zou. De dochter, vlug
ger in deze millioenstoastand inge-
daoht, wenechte in het ouderlijk huis
een muziekzaal. Toen schoot de fan
tasie van 't gezelschap vleugelen aan
en wanneer al de wenschen, die daar
na uitgesproken werden, hadden moe
ien worden verwezenlijkt, dan zou
zeer waarschijnlijk do rente van het
fameuss millioen nog niet eens toe
reikend zijn geweest.
Tot het uur van scheiden werd er
veel gepraat over dat millioen en veel
gelachen. Dat niemand wist waar hel
nu of later vandaan zou moeten ko
men, vergalde geenszins de opgewek
te stemming, en onder groote pret
werd afscheid genomen. Toch had het
Leven, dat zoo nu en dan aan de
menschen vermaningen uitdeelt, ook
voor de millioeoi-fantasien een ver
rassing bewaard.
Toen zij thuis kwamen, lag in de
brievenbus
Een brief van een notaris met de
lijding, dat een lang vergeten oom in
Amerika uit een levendigen handel in
varkens, een millioen (neen, geen
guldens!) dollars had nagelaten?
Of minstens een schrijven van een
oude dame, dat zij de familie, ut eer
bied en hoogachting, bij wijze van St.
Nicolaas surprise, een millioen (la
ten hel dan maar guldens wezen I)
vereeren wou?
Geen van beiden. In de brievenbus
lag het aanslagbiljet vap de Rijks-
Inkomstenbelasting en het bedrag viel
den heer des huizes tegen.
Zoo doet het Loven! Steek je al te
driest het hoofd op (al is 't maar uit
de grap) dan vat het je bij de ooren en
maant, met een etevigen ruk, tot ma
tiging en terugkeer tot de werke
lijkheid.
Met belangstelling heb ik onlangs
oen besohouwing Sn dit blad gelezen
over den medicus als hygiënist. Dat
denkbeeld kan des te beter worden
uitgevoerd, omdat dikwijls de dokter
volstrekt niet zoo haastig noodig is.
Alle doctoren weten, dat bij heel
slecht weer weinig patiënten op hun
enreekuur komen. Als dat zoo is. dan
wa6 er met de kwaal toch niet veel
haast.
Is het bijzonder mooi weer, dan is
het épreekuur óók 6tilde loopende
patiënten maken dan liever een loop
je. Met andere woorden ze gaan
wat wandelen.
Daar is nu geen quacstie van. Van
mooi weer bedoel ik. Als de kille re
gen niet naar beneden rulscht, dan is
't zoo donker, dat je ternauwernood
zonder kunstlicht lezen kunt.
„Het nieuwe Leven I" riep een jon
gen, venlende met een tijdschrift.
„Och," zei een trampassagier, ,Jiet
oude Leven is al zoo naargeestig!"
Ongelijk had hij niet, want hoewel
de mensch, met zijn' talent van in
schikkelijkheid, zich aan den sombe
ren toestand zoogoed mogelijk aan
gepast heeft, de toekomst is nog altijd
zorgelijk en donker.
En de eenige zon, die ln Haarlem te
ontdekken valt, staat In de spreekka
mer Van sommige Haarlemsche doc
toren. Het is de vermaarde Zonne-
lamp, die gebruikt wordt tot verbete
ring of genezing van versohillende
aandoeningen, bloedarmoede bijvoor
beeld. Of kaalhoeofdigheid.
Ja, kaalhoofdigheid. Neen, ik spot
niet, dit is ernstige ernat. Iedere week
zit een van mijn vrienden, iemand
dien ik ken als mijzei ven, onder de fa-
meusc Zonnelamp en laat zijn schedel
bestralen, die op den kruin de gaping
vertoonde van den naderenden ouder
dom. Er is hem gevraagd hoo hij de
behandeling vond.
...„Gemakkelijk," zei hij. ..'t Eenige
wat je te doen hebt is in een lc»".
stoel te ziten en je hoofd te laten be
stralen verder moet Je twee dingen
niet doen je bewegen en in hel
licht kijken, want dat is hoogst ge
vaarlijk voor je oogen."
„En de resultaten?"
„Eerst werd mijn kruin alleen maat
bruin, precies als wanneer je een |ko.i
ln de echte zon gezeten hebt; toen
kwam er eon vriendelijk dons op mijn
schedel en nu begiunen de haren t«
groeien."
„Vind je een kalen schedel zoo ake
lig? vroegen zijn kennissen.
„Vinden jullie een kalen 6Chedrl
zoo mooi?" was zijn wedervraag.
Daar bleef het bij. En zoo zit mijn
vriend, dien ik zoo goed ken geduldig
eens per week onder de zonnelamp;
een minuut of vijf, zes lang en luis
tert aandachtig of hij zijn haar ook
hóórt groeien, (maar daar zijn z n
ooren niet jong genoeg meer voor) en
betreurt éen ding...
Dat de nieuwe haren geen jeugdi
ge kleur meer "hebben?
Neen, dat hij zichzelf niet boven op
zijn kruin kijken kanl Hij peinst nu
over een kunstig samenstel van spie
gels, waardoor dat mogelijk wczeit
zou. Over de kleur van zijn nieuwe
haar maakt hij zich geen illusies)
hoogstens worden ze, tueschen hei
zwart van de jongste en het grijs vaz
de oudste, groen.
FIDELIO.