Haarlems Duwi TWEEDE BLAD Zaterdag 18 December 1915 Parijsche Brieven Wio twijfelen zou aan den geduldig onverschrokken gemoedetoestand oer Fransche natie, dien zcru het, om zijn twijfel weg te doen nemen, voldoende Kijn (•enige uren door te brengen voor de loketten der Banqu© de France en van het Pavilion de Flore, of van alle crediethankcn in welk postkantoor- ook. De Fransohe leening', „do lea ning der overwinning", zooale zij gd doopt is, heeft zich reeds van het eer ste uur af laten aanzien als ©en suc ces zender voorbeeld. De geestdrift in de provincie is even groot nis te Parijs. Men had er het Klare bewijs van sinds meer dan ©en week, hij het algemeen ontvangers kantoor der posterijen, waar de be handeling der gevouwen briefjes, aan het adres van verscheidene bijkanto ren van een buitengewone begeerig- heid om in te schrijven getuigde. De gansche Fransche spaarzaamheid is opgesprongen van vaderlandsliefde: want het is opmerkelijk, dut de lee ning onbeperkt is en drie weken, voor de inschrijvingen zijn toegestaan. Ilct zou dus nutteloos zijn each te haasten indien het niet ging om de zeer voor- deehgo geldbelegging, die voorgesteld is. Zijn het, zoo men wil, die voorde-a len doch or is ook een ander gevool dan dat van geldgewin welke te zelfdertijd de geld'brengers van neu traio naties naar hun bankinstellin gen voeren, wat doet het er toe! Is het niet de zekerste hulde aan het crediet van Frankrijk, xte klaarhlijkelijkste geloof aan de overwinning, die zij ons op die wij«ze uiten'? Is 't bovendien niet een schitterend bewijs van vriend schap, dat de Fransche harten als iets heel kostbaars treft? Zelfs de meest platonische wenschen voor de zege van Frankrijks wapenen mate- rialiseeren zich in gei dei ij ken hij standi De geestdrift «Ier Fransche inschrij vers is des te verdienstelijker, naai* dien, to oordeelen naar veelvuldige gehoorde gesprekken en zelfs naar de lango stoelen, die blijven staan alvo rens de loketten te bereiken, voor mij de gevolgtrekking is to maken, dat velen onder hon in liet welslagen van deze leening <y>n uiterste voortzetting van den oorlog voorzien en dat ze den vrede, waarnaar niettemin verlangd wordt, vertraagt of verwijdert. Vol gens anderen is die redeneering niet juist. Maatregelen nemen om opnieuw de ootlogsschatkist te vullen, haar materiaal to ermendgvuldigen dat is weliswaar aantoonen, dat men met hardnekkigheid naar den uitslag ver langt doch tegelijkertijd is t het doen naderen van liet beslissingsuur on der. vrede. Zetfs de voorbereiding der leening on sommige bijzonderheden van or ganisatie zijn nogal schilderachtig geweest. Zoo heeft de Minister van Financiën niet geaarzeld de publieke aandacht te trekken, te overreden, door sommigen vermaarden teeke- naars en schilders te verzoeken gele genhcidswerk te vervaardigen, door zijn zorgen aan te plakken op de mu ren van Parijs en te doen opnemen op hot lichtende doek van cinema's. De plechtige Banque de France is niet voor haar prestige bevreesd ge weest om overal uitdrukkelijke op roepingen te doen naar de vaderlands liefde der bevolking. En m haar def tige zalen is men niet weinig verrast, do onbeschaamde tegenwoordgheid te zien van ettelijke kleine kiosken, ha 6temd om het goud en de inschrijvin gen te ontvangen, en die aan dit ge woonlijk zeer weinig lachend oord een klein kennisachtig aanzien geven! Wat den „Leeningsfilm" in de cine ma's betreft, hij bevat tien nummers, dio door het publiek zeer toegejuicht worden. Het eerste en het tweede kon digen de tijding aau: de eenparige stemming van het parlement en van den senaat, dio de groote „Overwin- ningsleening" goedkeurt, naar de uit drukking van don heer Ribot, minis ter var Financiën. Vervolgens pas- seeren de illustraties van Potilboi. Ad Ier voorstellend hot individueel getuigschrift uitgereikt aan eiken in schrijver. Een laatste kiek ls die, ge- teeltend door Abel Faivre, waarop men een Duxtscher ziet, verpletterd door een ontzaglijke goudstuk. Curieus is de vertooning in het Pa vilion de Flor©, anex aan het rainist© rie van Financiën. Een dienstorder zorgt voor de orde der lange, overi gens geduldige schare van inschrij vers. Men ziet van alles onder hen, kleine renteniers met een voorkomen van voorzichtigheid en niettemin oen sprankje trots, oude dames, jonge meisjes. geestelijken, „rijkelui", werklieden, soldaten. Men komt bij» zeven-en-twintig loketten zijn geopend, waarnaar men zich bij tien» tallen precies richt. Rijen tafeltjes met twee stoelen: op eon daarvan zet de inschrijver zich neer voor een da me of een jong meisje, aangewezen voor het onderzoek van zijn gelds waardige papieren wanneer hij bo doeit in te schrijven door inwisseling van behoorlijk aangeslagen waarden. Het borderel wordt tamelijk vlug op gesteld, waarmede de inschrijver dan niets anders te doen heeft, dan zich te begeven tot het naaste bureau, al waar hij zijn nieuwe papieren ont vangt. Men bevindt zich in een atmos feer van beminnelijke activiteit; nooit en nergens kende men een dergelijke administratieve hoofschheid! meesto jonge meisjes en vrouwen, reeruteerd uit de zusters of weduwen van tegenover den vijand/ gedoode soldaten, hebben op haar corsage een drie kleurige cocarde. Onder de moi» nen min of meer verminkte soldaten: in het geheel zeshonderd, voor het oogenblik... In andere tijden zou men hebben kunnen voorstellen, de in- sohrijving van nu af aan, te sluiten, zoo wonderbaarlijk is dit haar suc ces!... Wel, het was juist den dag vóór die opening van do „Overw inning el ee- niiig", dat eeai ontzaglijke ontroering Par ijs aangreep: de bijgebouwen van den BorsMarché waren in brand ge vlogen. Een „Ambulance' was er in dio bijgebouwen ingericht, en vlakbij word het hospitaal Laënnec bedreigd, stond het op het punt ontruimd te worden. Terzelfder tijd vergrootte zich een gerucht nader en nodor: dat wns een Duitsclje aanslag! Ja zij hadden de gemoederen willen versto ren den dag vóór de Leening, er het verzekerd welslagen van in ge\ brengen!... Spoedig kon men gelukkig ecm wei nig glimlachen om die ietwat onre delijke inbeeldingen want men ver nam, dat de brand geen énkel slacht offer had gemaakt, en dat de Ambu lance ln haar geheel op tijd had kun nen worden ontruimd, dank zij een prachtige toewijding-en een waarlijk verrassende snelheid van handelen: in'twintig minuten waren alle go- wonden, waarvan verscheidene dieu zelfden ochtend geopereerd waren ge- wórden, naar Laënnec vervoerd... Op een zeker oogenblik ontbreken de draagbaren daarop brengt men do gewonden in do armen, hoe, komt ex niet op aan, naar beneden onder den rook, die zijn wrang duister ver spreidt, terwijl door den liftkoker, die een reusachtige sclboorsteen is gewon den, het onmetelijke rood dor vlam men neërslaat. En allereerst waren het vrouwen, de verplotters, rfi© men zag verschijnen, gekromd onder haar levende lasten.... Men zag een van hen, die op haar schouders, die op haar nochtans niet zeer robuusten rug, de oogen grooter geworden door wilskracht, een armen verminkte wegvoerde, die, niet wil lende kreunen, mei zijn tanden in zijn bleeke lippen beet... Die ramp, slechts van stoffelijke schade, doch die zoo verschrikkelijk had kunnen zijn wegens de tegen woordigheid dier ambulance, heeft do militaire overheid tot een verstandig besluit geleid. Ze heeft de ontruiming bevolen van alle ambulances, gele gen in de deelen der Gronds-Maga- sins. Niemand scheen tevoren heb ben kunnen denken aan het gevaar, dat zich op elk oogenblik voor onze soldaten kon voordoen, aan de op stapeling, dichtbij of onder hen, in het sousterrain, van producten,' waarin do brand kan ontstaan door een kortsluiting of een onvoorzichtig heid zooals men er aan zou moeten denken voor het onlangs voorgeval lene Het schijnt ons evenmin toe, dat de groote magazijnen, in het volle centrum van verkeer en een dagelijks sell© opeenhooping van mensohm te weegbrengend, de uitverkoren plaats is voor de installatie van gezondheids diensten. Geen slachtoffers, alles is herstel baar cn Parijs heeft zijn groote zorg hernomen: de voorbereiding der zendingen van allo soorten voor de loopgraven ln den winter. Van nu af aan heeft het gevroren, vriest het. Op de bevroren vlakten van Champagne waait de wind langs den vlakken grond; in ATgonne en op de heuvels van Eleas sneeuwt on ijzelt het. Het schijnt, dat alle meterologisclve lecke- nen, helaas! een barren winter aan kondigen. De uienplauten van onze boomgaarden hebben, zich omwikkeld met een driedubbele scihillerevacht, en de veldmuizen hebben haar gaten tachtig centimeter diep gegraven: sommige instincten der planten en der dieren overtreffen onze intelik gentio, die verhoogd: is, doch daar door ook zich van moeder natuur heeft verwijderd. Wij denken dus aan onze soldaten dor loopgraven. En er zijn onder ons, die den vijf-en-twin- tigsten November aan hen dachten; ln een ze-er aandoenlijk© gn&adhle. het was de heilige Catherine, de hei lige, die sedert eenige jaren heel bij zonderlijk vereerd wordt door de „mi- dinettes', de werkstertjes van Parijs. Welnu, dit Jaar heeft men hen evenmin als verleden jaar gezien, lie felijk gecoiffeerd met het mutsje, men heeft hen niet zingend door de Bou levards zien gaan, optochten en guir landes, lachend in het gezicht der voorbijgangers, die met een glimlach of een zucht de bekoorlijke en licht zinnige jeugd zien voorbijgaan! Geen „Catbcrinotics". Nochtans hebben zij den datum niet laten voorbijgaan, doch hun kopje en hun hart zijn zwaar en zie, hoe zij haar be schermvrouw hebben gehuldigd. Al haar "mutsjes hebben zij vervormd tot omslagen van pakjes vol lieve atten ties, en die zijn naar do loopgraven vertrokken 1 In de ateliers hebben zij allen als naar gewoonte wat bijge dragen, de sommen bijeengebracht, waarvan men kokette mutsen kocht, waarvan men lekkere maaltjes be reidde, banket en een teug Champag ne vervolgens zijn sommigen uitr genoodigd geworden om nieuwe in- koopen te doen: kleeren en tricots, sokken en handschoenen, alle soorten van conserven, en tabak! En in allo ateliers zetten de kleine vingers zich met de groote naalden aan het werk om grof doek të naaien om dat alles in te houden, door vindingrijk geor dende pakjes. En al keuvelend, zongen de „Mi- dlnettcs" niet, ofschoon het hun toe gestaan was omdat er, belaas! on der hen z/ijn, die, gekleed ln het zwart, gesnikt zouden hebben door te hoo- ren zingen. Doch moge de winter hard, streng zijn voor de arme dap pere soldaten, de harten zijn warm. WILMA KNAAP. Uit de verschllleBde oor logslanden. Be strijd In Servië. HET SERVISCHE LEGER. Uit Rcme wordt aan de „Daily Te- legraph" geseind De toeeland van het Servische le ger ln Albanië blijft zich verbeteren. De Servische troepen hebben zich niet opgehouden in Montenegro, doch zijn er alleen doorgetrokken, om het Albaneesch gebied te bereiken. Drie Servische legers van omstreeks 150.000 man bevinden zich tueschen Skoetarl, Duxaizo en Elbassan. Nog een 50.000 man zijn ln Zuid-AlbaniS. D>- Bulga ren zijn niet over de Atboneesche grens getrokken, en zijn zelfs eenige kilometers achter uitgegaan. HET LOT DER SERVISCHE VLUCHTELINGEN. Uit Rome wordt aan de „Daily Te legraph" geseind: Blijkens telegrammen uit Durazzo Is de toestand der Servische vluchte lingen in Albanië hartverscheurend. Eenige honderdduizenden vrouwen en kinderen ziin geheel verstoken van voedsel en het land kan ln hun nood niet voorzien. De Amerikaansche regeering heeft haar gezant te Rome opgedragen, om allo beschikbare stoomschepen te charteren, ten einde hulp aan de Ser vische vluchtelingen te zenden, cn hen op kosten van Amerika naur Ita lië over te brengen. Het is echter ontzaglijk moeilijk schepen te krij gen. DE OOSTENRIJKSCHE GEVANGE NEN DF.R SF.KVIëRS. Reuter seint uit Athene Uit officieele bron wordt gemeld 18.000 Oostcnrijksdhe gevangenen zijn onder Servisch escorte aangekomen te Tirana en El Basun. Uit den Bilkan. SUEZ-KANAAL. De „Daily Telegraph" deelt mede, dat ook de Engelsche stoomvaart maatschappijen er ernstig over den ken, haar schepen via de Kaap to zenden. Uit Rome is dit, naar men .i-i. al als feit gemeld. Anderzijds •ernom het blad, dat de schepen van andere nationaliteiten eveneens spoe dig den langen weg zullen hebben te volgen, om de eenvoudig© reden, dat men de sluiting van het kanaal ver wacht. Vor«pro'd tveuws van deoorlogsveldsn EEK VLIEGER VERBRAND. De Engelsche militaire vlieger Dry- den Smith deed een vlucht te Farnbo- rouph. Zijn toestel vloog in brand en de vlieger kwam in de vlammen om. Uit België FREIHEiRR VON BISSING OVER BELGIé. De heer Landauer, de correspon dent van „Az Est"' had te Brussel een onderhoud met den gouverneur gene raal, Freiherr von Bissing, die hein meedeelde, dat de gewone toestanden in België langzamerhand terugkee- ren. De gouverneur-generaal be schouwde het als zijn voornaamste laak om do verkeert, ogen te herstel len en de werkloosheid op te heffen. Nu verdienen vele Belgen hun brood ln DuitecWand. Vele Belgische staats ambtenaren zijn in hun betrekking ge bleven en de 'rechtspraak wordt door Belgische rechters gevoerd. De taal- quaestie eisehte alle aandacht. Ten slotte vroeg de correspondent of Duitschland Beigiè slechts bezet zou houden of wilde inlijven. De gou verneur-generaal antwoordde: met betrekking tot deze vraag duiken or vole wenschen op welke echter voor- toopig niet anders zijn dan even zou vele wenschen. De quaestle behoort tot het machtsgebied van den rijks kanselier cn hoe hij over de zaak denkt blijkt uit zijn laatste rede. Uit Engeland. NA DEN OORLOG. In het II oogerhuis hoeft kird Par ker gewezen op de noodzakelijkheid om voorzorgsmaatregelen te nemen ten behoeve van de arbeiders na den oorlog. Me»n diende zich ook op den vrede voor te bereiden, op het om smeten van het zw aard tot het ploeg ijzer. Hij gaf in overweging een com missie te benoemen uit de leden van beide Huizen om dit vraagstuk te bd- studecren. Lord Crews antwoordde, dat men zich reeds lang aan de verschillende de partementen, in het bijzonder den Board of Agriculture, met het vraag stuk bezig Hield en dat weldra een rapport was te verwachten over de quaestio van den terugkeer der solda ten tot den landarbeid. Lord Newton verklaarde, dat het departement van oorlog voornemens was ale tot demo bilisatie zon worden overgegaan, de- te geleidelijk te doen geschieden. Bo- vendlcn zonden de soldaten vier we ken volle soldij ontvangen bij hun out- slug uit den dienst, reiskosten naar huls, een geldelijke premie nog en eindelijk een polis voor een Jaarverza kering tegen werkloosheid. DE BEPROEVINGEN' VAN EEN RECRUUT. De „Daily Mail" bevat het volgende vermakelijke verhaaltje over de lotgevallen van een recruut ,,Jii, het allereerst natuurlijk I" lachte mijn vrouw spottend. ..Verklaar je nader", zeide ik. „Ben ik anders dan andere mannen? Heb ik een kwaal? Ben ik kreupel? Ben ik Zij viel me in de rede, mlin veront waardiging naapend. „Is hij rheuma- tisch als liet nattig weer is O, heele- maal niet. Moet hij dieet houden Nooit, Is hij 's avonds vermoeid In 't geheel niet. Hij slaapt alleen maar in zijn armstoel voor de aardigheid." „Veertig" zeg ik ernstig, „is de mooiste leeftijd voor een man. het hoogtepunt" („van sommige man nen", verbetert ze me). „Hij is ge hard, taaier. Hij heeft geleerd zlc.h te behelpen en vol te houden. Als hij een plaats heeft Ingenomen, laat hij zich niet makkelijk verdringen. Moet ik aan lord Derby schrijven", vraag ik ..en hem zeggen, dat ik mijn plicht niet kan doen. omdat mijn vrouw me niet wil laten gaan?" Moet 1 k aan lord Derby schrij ven", vroeg zij „cn zeggen James Mentwell, mijn man, is in Juni veer tig geworden ik ken hem heter dan eenig officier van gezondheid. Ilij is zoo geschikt voor de loopgraven, dat hij het vorige jaar voor zijn rheu- matiek naar Droitwich moest. Hij zal zóó goed het rumoer van den slag kunnen verdragen, dat hij al zijn ooren dicht houdt als de haan van zijn buurman kraait. James Mentwell heeft een kachel in zijn slaapkamer, een wrijfmiddeltje op zijn wasch- tafel, hii hoeft eiken winter een aan val van bronchitis cn hij heeft een vrouw, die hij geen week kan verla ten zonder helmweb te krijgen. Laat als 't u blieft James vrij. my lord." Mijn vrouw eindigde haar aanval onder dekking van de witte vlag. Zij viel in een stoel en drukte de witte ving tegen haar oogen, „ik noem het wreed en zelfzuchtig. Je doet het alleen om den menschen wijs te maken, dat je jonger bent, dan je werkelijk bent. Jij wilt ,,Tip- perary" zingen met een troep jon gens, die je zoons konden zijn. Je wil in een uniform rondloopen en de meisjes naar Je laten kijken". Die toespelingen op mijn leeftijd en mijn physiek hinderden mè en ik as verontwaardigd over haar op merkingen over de populariteit van de militairen bij haar eigen sekse. Den volgenden dag kwam ik thuis met mijn 2 6hillingen en negen pence. „Zoo, hebben ze Jou genomen I" riep mijn vrouw uit. „Nu, dan kan ik alleen zeggen, dat ze iedereen zui len nemen." Ik was van plan, haar mijn premie aan te bieden, maar ik wns zóó in mijn wiek geschoten, dat ik ze zelf maar heb opgemaakt aan een hartig slokje. Voor ik mijn kennissen ontmoette was de vrije Zondag de meest trotsche dag van mijn leven. Ge woonlijk kom ik om kwart voor tien aan het ontbijt. Maar op dien Zondag begon ik mini militaire oefening en om negen uur was ik al gebaad, ge schoren en gekleed beneden. De eer ste kennis, dien we zagen, w dominee, toen hij ons op weg naar de kerk voorbij kwam. Ik mocht hem tet dusver wel. Ik heb altijd wel een extraatje voor zijn fondsen over ge had. Maar cd zou ik nu ook ooit veld maarschalk worden, hii krijgt geen cent meer van me. Wat zoi hij „Waarde, waarde Mentwell. Gij hebt het toch niet gedaan Een man van uw gestel." „Zeker, heb ik het gedaan", ant woordde ik koeltjes. „Hoe denkt ge dan, dat ik dat hob gekregen en ik lichtte mijn arm op met het lint „Men had het u niet moeten ge ven", was het antwoord. „Mijn goeie oude vriend. Het is zeer vaderlands lievend. maar hoe zult gij de mili taire oefeningen kunnen meema ken?". De volgende kennis was onze dok- ter. Hij is een goed patriot, en hii zou me toch icfcer w el geluk wen schen. Hu zag mijn armlint en hield zijn auto stil. „Wat", riep hij uit, „wat I hebben ze u genomen Wel, ik bonPar don, mevrouw Mentwell, maar het is belachelijk." ,Wot is belachelijk vroeg ik op ljskouden toon. „Dat een beste oude kerel ale gij, Mentwell. meent, dat ge soldaat kunt zi'n. De dokter mompelde ook nog een paar gemeenplaatsen over mijn va derlandsliefde, fluisterde mijn vrouw toe: „Maak u niet bezorgd, mevrouw, een tijdje in de wei ls goed vooroude postpaarden", en liet ons sprakeloos staan. Ik was toen juist in mijn humeur gekomen om de Fergusons te ont moeten. De Fergusons hooren tot die aangename soort van menschcn, die altijd iemand ziek kunnen maken. De Fergusons zullen je nooit ontmoe- ten of ze vinden, dat je er bleek uit ziet. wat betrokken. Als ze Hercules hadden gekend, zouden *e gezegd hebben, dat hij wat teertJes was, en Falstuff zou zeker den raad krijgen, wat meer te eten. Als ik de Fergu sons heb ontmoet, ga lk altijd naar huis en maak een nieuw testament. Mevrouw Ferguson zag het armlint, greep de handen van mijn vrouw r-n condoleerde haar, alsof ze al wedu we was. Ferguson hield mijn hand vast en bezwoer me om me los te koopen „Schrijf dadelijk aan het ministerie van oorlog", smeekte hij me. „Bied al het geld aan dat je bij mekaar kunt krijgen. Zeg, dijt je het alleen deed, om aan de jong© mannen een voorbeeld te geven. Ik bewonder Je. dat je het gedaan hebt. Mentwell. maar Je moest het niet doorzetten. Toep we de Fergusons kwijt waren, zag ik nog meer kennissen naderen. Ik deed stilletjes mijn armlint af en ik had niet den moed. het weer om te doen voor des Maandagsmorgens. Tenslotte heeft men alleen zijn ken nissen te vreezen. Mijn beproevingen waren nu geëindigd en mlin triomfen als recruut waren dien dag groot. De krulérs aan het station zagen niet bewonderende, goedkeurende blikken naar me. De conducteur opende het portier met een beweging, alsof ik Joffre zelf was. Mijn mede passagiers oudere mannen van over de vijf tig, arme kerels keken me met af gunst en toch ook weer goedkeurend aan. De vrouwelijke controleurs aan het eindstation glimlachten tegen me, zooals ik anders peg maar al leen op het tooneel had gezien. En ik moet nu nog een teedere bekente nis doen. Sedert laren reeds had ik de pijnlijke overtuiging gekregen, dat de jonge aardige exemplaren der andere sekse me beschouwden met denzelfden blik waarmee ik gewoon ben de geologische merkwaardighe den ln het museum te zien. Op da „Armlet Monday" verkeerde ik in een nieuwe wereld. Tweemalen in Holborn, eens in CheapsideIk zo? niet meer er van zeggen. En des avonds triomf der triomfen, mijn vrouw I De Fergusons bleken een ware zegen te zijn gewast. Da Fergusons en de andere memohen hadden mlin vrouw tot heel onderö denkbeelden gebracht. Zii was ge kwetst in haar bezillers-trots. Ik heli niet alleen tniin vrouw getoond, dat Ik nog jong hen. maar Ik heb haar ook getoond, dat zii. zlizelf. nog jong is. Maandagavond, toen ik thuis kwam en mijn overjas ophing liet lint naar buiten, want de meiden moeten toch weten hij wien ze eigen lijk dienen) sloeg mijn vrouw haar armen om mlin hals. „Ik ben zoo blij en zoo trotsch", fluisterde ze, „mijn soldaat-echtgenoot Mijn ..soldaat-echtgenootZe tal er ©en bontmantel voor hebben. Over vrede. VREDESBEMIDDELING. De „Vosslsche Zeitung" bevat een radio*telegram ,utf, New-York, waar in medegedeeld wordt, dat de „New York American" in een hoofdartikel eeu krachtigcn oproep tet het Aroeri- kaansche volk richt, om thans de ge- tegenheid tot beëindiging van d- n oorlog te gebruiken, nu uit de offi cieel© verklaringen van don Engel- sotien premier, zoowel nis uit die var den Duitschen rijkskanselier is y© bleken dat *.|j horoid rijn, vrede* voorst -Hen in overweging 'te nemen. Het Amerkaanscho Miui zegt, dat de Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Wat de een groen ziqt schijnt den ander bruin toe. Dat dacht ik, toen twee heeren op de tram eon opmer king maakten over de nieuwe kaart van Haarlem, die het Bureau van pu blieke werken, voorloopig alleen ten gerieve van de gemeenteadministra tie, heeft laten drukken. „Zie je wel," zoo zei de een, „dat het stadhuis te Haarlem zelf geen ver trouwen heeft in het succes van zijn annexatieplannen? Anders zou het niet, zóó kort vóórdat de ontwerpen zullen verschijnen, een kaart van de gemeente hebben uitgegeven, want waar zou dat dan voor dienen?" „Je begrijpt het niet," zei de ander. „Die kaart Le uitgegeven om te laten zien, hoe klein Haarlem wel is en hoe noodzakelijk het dus zijn moet, dat de gemeente wordt uitgebreid." Een ander geval van meeningver- schil. A. ontmoette zijn vriend B., die 's morgens te half tien al met een si gaar in den mond zat. „Rook je al zóo vroeg?" zei hij. „Dit is," zei B. onverstoorbaar, „vandaag mijtn derde.* „Hoeveel rook je er'dan per dag?" „Dat tel ik nooit." „Waarom niet?" „Om ontslagen te zijn van een ant woord aan onbescheiden vragers." „Heel aardig," vond B., „maar ik wil je als vriend toch wijzen op het •chadelük© van zóóveel rookon „Ik ben altijd gezond," verzekerde A., „en ik rook niet zóó maar, ik drink er ook veel water bij." „Wat bedoel je daarmee?" „Begrijp je dat niet? Ziekten wor den veroorzaakt door bacillen, is 't niet? Nu dan. de bacillen die op mij afkomen bedwelm ik eerst door roo kon, en daarna verdrink ik ze in wa ter. Veiliger kan het toch niet!" En daarmee liep het gesprek af. Nu nog een derde geval van ver- schil van opinie. Een bekend leeraar aan een school, die ik niet noemen zal, had in de maand November voel ex tra lessen, moeten geven, omdat er nog al vaak leeraren ziek waren. Toen nu do directeur van do school, met wien hij zeer bevriend was, hem verzocht bij zijn kinderen voor St. Nicolaas te te spelen, zag do leetaar de kans schoon om zijn vriend dat extra werk eens duchtig onder het oog te bren gen. Op den St. N'icolaasavond de direc teurswoning 'binnengetreden, stelde St. Nicolaas zichzelf en zijn knecht natuurlijk voor en vroeg daarna aan den heer des huizes „En mijnheer, wat is wel uw be roep?" „Ik ben directeur van do school, St. Nicolaas," antwoordde de direc teur. „En heeft u met dat slechte weer nogal veel zieken onder leeraren en leerlingen?" .„Dat schikt nog al." „Het is maar," zei St. Nicolaas, „dat wanneer er vaak leeraren ziek zijn, van de anderen niet te veel extra lesuren moeten worden gevergd. Dat is u zeker wel met mij eens!" „O zeker, St. Nicolaas," antwoordde de directeur, die nu begreep waar het heen moest. „Maar stel u gerustaan de goede leeraren worden nooit extra-leesen opgedragen I" De kinderen, die met eerbiedigen schroom naar dit gesprek„luisterden, begrepen niet, waarom St. Nicolaas plotseling een ander onderwerp ter sprake bracht. Maar ik denk, dat de twee vrieuden dienzelfden avond nog hartelijk over de grap zullen hebben gelachen. Nu een ernstiger toon. Een familie, die onlangs bij een andere op de thee wae, kwam toevallig te spreken over de vraag, wat ze doen zou. wanneer ze in 't bezit kwam van een millioen. De vader, niet dadelijk aangepast bij do millioenengedachten (rijk we zen moet je even goed leeren als arm worden) gaf als hoogste wensch te kennen dat de keuken verplaatst en de tegenwoordige als spreekkamer in gericht worden zou. De dochter, vlug ger in deze millioenstoastand inge- daoht, wenechte in het ouderlijk huis een muziekzaal. Toen schoot de fan tasie van 't gezelschap vleugelen aan en wanneer al de wenschen, die daar na uitgesproken werden, hadden moe ien worden verwezenlijkt, dan zou zeer waarschijnlijk do rente van het fameuss millioen nog niet eens toe reikend zijn geweest. Tot het uur van scheiden werd er veel gepraat over dat millioen en veel gelachen. Dat niemand wist waar hel nu of later vandaan zou moeten ko men, vergalde geenszins de opgewek te stemming, en onder groote pret werd afscheid genomen. Toch had het Leven, dat zoo nu en dan aan de menschen vermaningen uitdeelt, ook voor de millioeoi-fantasien een ver rassing bewaard. Toen zij thuis kwamen, lag in de brievenbus Een brief van een notaris met de lijding, dat een lang vergeten oom in Amerika uit een levendigen handel in varkens, een millioen (neen, geen guldens!) dollars had nagelaten? Of minstens een schrijven van een oude dame, dat zij de familie, ut eer bied en hoogachting, bij wijze van St. Nicolaas surprise, een millioen (la ten hel dan maar guldens wezen I) vereeren wou? Geen van beiden. In de brievenbus lag het aanslagbiljet vap de Rijks- Inkomstenbelasting en het bedrag viel den heer des huizes tegen. Zoo doet het Loven! Steek je al te driest het hoofd op (al is 't maar uit de grap) dan vat het je bij de ooren en maant, met een etevigen ruk, tot ma tiging en terugkeer tot de werke lijkheid. Met belangstelling heb ik onlangs oen besohouwing Sn dit blad gelezen over den medicus als hygiënist. Dat denkbeeld kan des te beter worden uitgevoerd, omdat dikwijls de dokter volstrekt niet zoo haastig noodig is. Alle doctoren weten, dat bij heel slecht weer weinig patiënten op hun enreekuur komen. Als dat zoo is. dan wa6 er met de kwaal toch niet veel haast. Is het bijzonder mooi weer, dan is het épreekuur óók 6tilde loopende patiënten maken dan liever een loop je. Met andere woorden ze gaan wat wandelen. Daar is nu geen quacstie van. Van mooi weer bedoel ik. Als de kille re gen niet naar beneden rulscht, dan is 't zoo donker, dat je ternauwernood zonder kunstlicht lezen kunt. „Het nieuwe Leven I" riep een jon gen, venlende met een tijdschrift. „Och," zei een trampassagier, ,Jiet oude Leven is al zoo naargeestig!" Ongelijk had hij niet, want hoewel de mensch, met zijn' talent van in schikkelijkheid, zich aan den sombe ren toestand zoogoed mogelijk aan gepast heeft, de toekomst is nog altijd zorgelijk en donker. En de eenige zon, die ln Haarlem te ontdekken valt, staat In de spreekka mer Van sommige Haarlemsche doc toren. Het is de vermaarde Zonne- lamp, die gebruikt wordt tot verbete ring of genezing van versohillende aandoeningen, bloedarmoede bijvoor beeld. Of kaalhoeofdigheid. Ja, kaalhoofdigheid. Neen, ik spot niet, dit is ernstige ernat. Iedere week zit een van mijn vrienden, iemand dien ik ken als mijzei ven, onder de fa- meusc Zonnelamp en laat zijn schedel bestralen, die op den kruin de gaping vertoonde van den naderenden ouder dom. Er is hem gevraagd hoo hij de behandeling vond. ...„Gemakkelijk," zei hij. ..'t Eenige wat je te doen hebt is in een lc»". stoel te ziten en je hoofd te laten be stralen verder moet Je twee dingen niet doen je bewegen en in hel licht kijken, want dat is hoogst ge vaarlijk voor je oogen." „En de resultaten?" „Eerst werd mijn kruin alleen maat bruin, precies als wanneer je een |ko.i ln de echte zon gezeten hebt; toen kwam er eon vriendelijk dons op mijn schedel en nu begiunen de haren t« groeien." „Vind je een kalen schedel zoo ake lig? vroegen zijn kennissen. „Vinden jullie een kalen 6Chedrl zoo mooi?" was zijn wedervraag. Daar bleef het bij. En zoo zit mijn vriend, dien ik zoo goed ken geduldig eens per week onder de zonnelamp; een minuut of vijf, zes lang en luis tert aandachtig of hij zijn haar ook hóórt groeien, (maar daar zijn z n ooren niet jong genoeg meer voor) en betreurt éen ding... Dat de nieuwe haren geen jeugdi ge kleur meer "hebben? Neen, dat hij zichzelf niet boven op zijn kruin kijken kanl Hij peinst nu over een kunstig samenstel van spie gels, waardoor dat mogelijk wczeit zou. Over de kleur van zijn nieuwe haar maakt hij zich geen illusies) hoogstens worden ze, tueschen hei zwart van de jongste en het grijs vaz de oudste, groen. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1915 | | pagina 5