De Europeesehe Oorlog.
Alleen op ie Wereld
TWEEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 25 DECEMBER 1615
Dit is GorlogslasdeB.
De aanstaande strijd in
Oproer in China.
Egypte.
er den nadruk op, dat de verschijning
van Bulgaarsche troepen op Grieksch
grondgebied de Grieksche belangen
niet zouden schaden, doch integendeel
die belangen zouden beschermen, hen
bevestiging van dit bericht is te Ber
lijn nog niet aanwezig.
Het Berl. Tngebl. ontleent aan de
Petit Journal de mededeeling van den
bijzonderen correspondent te Athene,
volgens welken de Grieksche regee
ring den toevoer van levensmiddelen
nuar Saloniki zou hebben verboden.
Het Petit Journal betreurt dezen
maatregel, welke do burgerlijke be
volking en de soldateu bemoeilijkt en
het bewijs oplevert» dat de moeilijkhe
den, welke do verbondenen voortdu
rend van het Grieksche bestuur on
dervinden, nog niet zijn weggeruimd.
GRIEKENLAND EN KAVALLA.
Het „Berliner Tageblalt" verneemt
uit Sofia het volgende
De Bulgaarsche minister-president
Radoslavof verklaarde aan den leider
der agrarische partij Dimitrof. dal
Griekenland volgens door de Bulgaar
sche regeering ontvangen berichten,
aan do vertegenwoordigers der En-
tente-mogendheden medegedeeld had
eene landing van Entente-troepen te
Kavalla niet te kunnen toelaten.
De aanstaand® strijd in
Ëygpto en Pezrië,
De militaire deskundige van 't Alg.
Handelsblad schrijft
De Britech-Indiecho troepen zijn
van het Fransehe front vertrokken.
Waarheen zijn ze vertrokken? Dat
kan wel niet ander» zij-n, dan naar
Egypte.
Want naar men in Engeland meent,
dreigt voor Egypte gevaar.
De verbinding Berlijn—tKonstantk
nópel, over Belgrado—Nisj—Sofia !s
gereed, of zal binnen weinig tijd ge
reed komen. Van Konstantinopel uit
kan Duitschland, met den Bagdad-
spoorweg, troepen zenden naar Bag
dad, oni daar den Turken te hulp te ko
men en „Trultr' dringt derhalve aan
op spoedig voortrukken naar Bagdad,
want zegt dit blad »Zoo wij er niet
zijn voor de Duitschers, zullen zij' zor
gen er te komen, en dan zullen zij' die
stad als bas's gebruiken, om ons uit
Mesopotamiö le jagen."
Reeds ie generaal Von der Gollz-
pasja te Aleppo, waar hij zoowel voor
het troepenvervoer naar Bagdad kan
zorgen, ais het oog houden op Kaïro.
En dat ls, alweer naar „Truth" uit
eenzet, bet zwakke punt.
Gibraltar, Malta. Perirn, Aden kun
nen slechts worden aangevallen van
zee uit, en dat is dus onmogelijk zoo
lang Engeland de heerschappij ter
zee heeft.
Maar Kairo, maar Egypte moeten
worden verdedigd. Door den aanleg
van den epoorvveg van Aleppo naar
Beereheba, is <le mogelijkheid ont
staan, uit Konstantinopel in vier da
gen troepen naar Beorsheba te bren
gen, Daar is reeds een Tunkscho troe-
penafdeelimg, onder Duitsche officie
ren, en worden toebereidselen ge
maakt voor het leggen van een lich
ten spoorweg naar El Arish, en van
daar door het hart van liet schierei
land Sinai tot in de nabijheid van het
Suez-kanaal. De hoofdingenieur van
den Bagdad-spoorweg, Meissncr-pas-
ja ia te Beersheba, en dagelijks ko
men daar spoorwegmaterialen uit
Duitschland aan.
Dit alles, zegt „Truth", is geen bluf
maar eenvoudige waarheid, Enge
land moet, om daarop te antwoorden,
maatregelen nemen, ten einde het
Suez-kanaal te beschermen.
Dat is dus de oorzaak, waarom de
mailschepen niet meer door het Suez-
kanaal, maar om de Kaap zullen va
ren en waarom, in groote haast, de
Engelsch-Indische troepen naar Egyp
te zijn vertrokken.
Er is nog een ander gevaar, als ge
volg van de verbinding Berlijn—Kon-
stan/tinopel—Bagdad, dat men in En
geland vreest.
En dat is de houding van Perz:ë.
Daar heerscht een zeer vijandige
etemming tegen de Entente, als ge
volg van het optreden sedert vele ja
ren van Engeland en Rusland, die fei-,
telijk Perziö beheerschen zij gingen
een overeenkomst aan waardoor
Nooril-Porzië onder Russischen, Zuid-
Perzië onder Engelschen invloed werd
gebracht.
Wetend, dat daar een alles behalve
vriendschappelijke stemming bestaat,
zag men met groote bezorgdheid het
werken van den Duitschen gezant
aan, en het was aan diens optreden
dat de opstandjes in Porzië tegen de
Russen werden toegeschreven. On
middellijk zond Rusland troepen naar
Perzië, om die opstanden te onder
drukken en nu hoopt men in Enge
land, naar „Truth" uiteenzet, dat de
Russische troepen het daarbij niet
zullen laten, maar van Ilamadan, dal
zij bezot hebben, zullen oprukken naar
Kremanshah en vandaar naar Bag
dad, om zoodoende in Meeopotamië
•met de Engelschen le kunnen samen
werken. Dan zouden de Russen uit
het Oosten, en generaal Townehend
uit het Zuiden Bagdad bedreigen. Het
'■6 vdór alles zaak voor Engeland, om
te zorgen, dat Bagdad niet in Duit
sche handen valt, wijl zij, als zij eens
daar zijn. ook meester zijn van Per
ziö,
Om al deze redenen is nu de aan
dacht van de Entente geheel en al ge
vestigd, op wat in Egypte en Meso
potamiö gebeuren zal.
Zoo breidt zioh de strijd steeds meer
uit, en echijnt thans Klein-Azië, Me
sopotamiö, Perziö en. Egypte het slag
veld te zullen worden, waar de legers
der Europoesche mogendheden elkaar
bestrijden.
Tegen Egypte dringen echter ook
de Senoessi, uit Lybrië, op. Hun op-
marsch langs de kust hi drie colon
nes, heeft eveneens maatregelen voor
de verdediging van Egypte naar het
Westen noodig gemaakt. Hoe sterk
deze Arabische afdeelingen zijn, en of
hunne bewapening hen in staat zal
stellen tegen Engelsche troepen op te
rakken, is niet bekend. Engelsche be
richten" zeggen, dat de Senoessi niet
sterker zijn dan 5000 man, zoodat hun.
opmarsch niet veel meer is dan een
strooptocht.
i Zij trokken naar Solium, dat de En
gelschen tijdens den Italiaansch-
Turksclicn oorlog bezet hebben, en
waaruit de Engelschen teruggetrok
ken zijn. Er was daar een kustwacht
en een kleine inifanterie-afdeeling on
der bevel van een Engelschen officier.
Dit Solium ligt 500 K.M. van Kairo._
Vandaar rukken de Senoessi Daar
Malruh op, waar een troepenafdeeling
onder bevel van generaal Gordon
stond. Het Turfcsche lcgerbericbt
meldt, dat de Senoessi, na Siwah van
Engelschen te hebben gezuiverd, Ma-
truh, dat op 2S0 K.M. oostelijk van
Solium ligt. dns ongeveer halverwege
Solium—Kaïro, aanvielen en de En
gelschen verdreven.
Van Engelsche zijde werd dit ech
ter tegengesproken. Het Engelsche de
partement van oorlog meldt, dut er
tusRchcu 14 en, 24 December geen ge
vecht aan het westelijk Egyptische
front hoeft plaats gehad, maar dat op
25 December de Arabische troepen
macht, die ongeveer 12 K.M. van Ma
lruh lag, door de Engelsche troepen
werd aangevallen en uiteengeslagen.
Het. feit dus, dat de Senoessi in de
nabijheid van Malruh waren, 210 K.M
van Kairo, wordt in het Engelsche
bericht erkend. Slechts over den uit
slag van het daar geleverde gevecht
loopen de lezingen uiloen.
Sexiert oenige dagen worden tc Alex
andria voortdurend troepen aan land
gezet, ter verdediging van Egypte.
Niet alleen de Britsch-Indlsche troe
pen uit Frankrijk worden daarheen
gevoerd, maar ook de Auetralierc en
Nieuvv-Zeelanders, die uit de Soevla-
baai en Anzac komen. De troepen in
Egypte staan onder het bevel van ge
neraal Maxwell, die allo groote ge
bouwen in Kairo voor de huisvesting
der troepen in beslag neemt, liet op
perbevel en de generale staf zijn in 't
Savoy-hutel onde-r dak gebracht- Ge
neraal Maxwell neemt maatregelen,
om met allen spoed den spoorweg
naar Ismaïla met dubbel spoor te
doen voorzien, opdat de verbinding
tusschen KuJro en het Suezkanaal
voor militaire doeleinden geschikt zal
zijn, en om het Suezkanaal in staat
van verdediging te brengen tegen een
mogolijkcn aanval uit het oosten.
Reuter seint uit Cairo
Drieduizend Tripolitanen ziln den
2östen dezer bij Mersa Matroeh te
ruggeslagen. en met achterlating van
meer dan 200 dooden gevlucht. Het
geschutvuur der oorlogsschepen heelt
de Britsche troepen krachtic ge
steund.
'T GEVECHT IN "T TWEESTROO-
MENLAND.
Omtrent het gevecht bjj Koc*t zijn
door de Engclsclie overheid twee tele
grammen ontvangem Het eerste dag-
leekenend 24 Dec. zegt; ..Van 10
uur 's ochtends tot na 12 uur 's mid
dags werd onze stelling hevig bescho
ten. De vijand die een bres in het
front gemuakt, had, drong naar bin
nen, maar werd er weer uitgeworpen
en liet 200 dooden in het fei t achter.
Het fort ligt aan de rechterflank
van de stelling van den vijand land
waarts".
In het tweede telegram d.d. 25 Dec.
wordt verhaald van verdere gevechten
om het bezit van het fort, *e midder
nacht begonnen. De vijand, die voet
had gekregen in het noordelijke bas
tion, werd er uitgeworpen, kwam te
rug en bezette het bastion opnieuw.
Kerstmisochtend echter moes: hij hot
weer ontruimen en trok terug naar
de loopgraven, die op slechts 100
yards van den bres lagen.
Gedurende de rest van den Kerst-
dag was liet- rustig aan het front. De
besetting, die in uitstekende stem
ming vejjkeort, heeft het bastion op
nieuw geheel en al bezets
Het schijnt, dat de aanval is uitge
voerd door oen geheele divisie.
Uit Oostenrijk-Hongarijd
EBN ECONOMISCH VER/BOND MET
DUITSCHLAND.
In Duitschland en Oostenrijk is te
genwoordig de vraag aan de orde van
een nauwere economische aansluiting
van Duitschland en Oostenrijk Hon
garije na den oorlog. In breede krin
gen heerscht de opvatting, dat het ge-
wenscht is bet zoo sterke politieke cn
militaire verbond tusschen het Duit-
«hè Rijk en de Monarchie na den
oorlog door een economische toena
dering te versterken, waai door een
machtig Midden-Europeesch „Wirt-
schaftsgebiet" zou ontstaan, dat door
J deze samenwerking van alle krachten
j in Cciktraal-Europa gemakkelijker de
I ernstige gevolgen van den oorlog zou
kunnen te boven komen. Intusschen
echter zijn er toch ook velen, die van
zulk een economisch verbond nadeo-
len duchten, en vooral in Oostcnrijk-
fiongarije gaan er stemmen op, die
wijzen op het gevaar dat speciaal de
Oostenrijksclirllongaarache belangen
van een economische aansluiting bij
het industrieel zoo hoog ontwikkelde
Duitsche Rijk zouden loopen.
s Grooten aanhang vindt liet denk-
beeld der economische aaneensluiting
I in de universitaire kringen. En dezer
dagen heeft een deputatie van Woo-
ner hooglcerarca aan de Oostenrijk-
eche regeering een door 855 Duitsche
professoren in Oostenrijk ondertee-
I kende memorie overhandigd, waarin
wordt verklaard, dat de onderteeke-
naars na rij po overweging tot de over
tuiging zijn gekomen, dat een enge en
duurzame economische aaneenslui
ting van Oostenrijk Hongarije rnet 't
Duitsche Rijk noodzakelijk is en dat
het gewenscht is een duurzame belan-
gen-gemeenschap voor te bereiden.
De ondertedkenaars der memorie
verklaren in een toelichting, dal voor
het behoud van het in enge samen
werking in den oorlog, verkregeno het
noodig is do factoren dezer samen
werking na den oorlog nog te venstor-
ken, bij handhaving echter van do
zelfstandigheid der betrokken staten.
De economische vraagstukken zouden
grondslag moeten zijn voor de ver
dere waarborgen cn versterking van
de politieke en cultureele betrekkin
gen.
De „Neue Freie Presso" acht deze
verklaring der hoogleeraren van groo
te betoekenie. Het blad meent dat zij
voor de regeer in ge ii een nieuwe aan
sporing zal zijn om de uit den oorlog
voortvloeiende economische conse
quenties te trekken en door gemeen
schap met Duitschland de Monaicliio
nader te brengen tot het wereldver
keer en do concentratie der krachten,
die do oorlogsnadeelen zullen moeten
vergoeden, te bespoedigen.
- In verband hiermee is ook van be-
teekenis een interview, dal de Beilijn-
scbe medewerker van „A Vilag" had
met hertog Ernst Günther van Slees-
wijk-Holstein. Do hertog erkende dat
voorloopig van een tolverbond nog
geen 6prake kon zhu. Maar niettemin
Officieel nieuws.
'Aan de etafberichten ontleenon we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van don Duitschen staf:
Door het vuur van een vijandelijke
monitor werden 1e WestendoBad drie
in vvuans, onder wie twee vrouwen
gedood.
Aan het front ontwikkelde zich le
vendige artillerie-, handgranaten- en
m ij nengev echten.
Aan de Hirzstein deden de Fran
schen een aanval. Nadere berichten
zijn nog niet ingekomen.
Bij druk treinenverkeer werd het
station van Soissons door Duitsche
artillerie beschoten. De Franschcn
hebben sedert kort bet in do onmid
dellijke nabijheid van het station ge
legen hospitaal van een Roodo Ivruis-
vlag voorzien, blijkbaar ter bescher
ming van liet station. Toevallige tref
fers op het hospitaal zijn met het Oog
op de nabijheid van het station niet
uitgesloten.
Van den F ranse hen staf
Hevige arl'illeriestriid in de streek
Van den Haitrnannsweilerkopf. De
Duitschers trachtten hun loopgraven
hij Rekfelden te verlaten de poging
mislukte echter in het veraperrinfis-
vuur dor Franschen.
De Franschen hebben de Duitsche
stellingen tusschen het Groote Duin
en de zee besc/.oten, waarbij zij ver
schansingen vernielden en een blok
huis iii de lucht lieten vliegen.
In Champagne deden de Duitschers
na ariilleriewoorbereidin.ï een aan
val op de Fransehe linies, die zonder
veel moeite werd afgeslagen.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen staf:
Auu de Beresina zoowel als ten N.
W. van Tsjartorysk en bij Berestiany
werden Russische verkeniiingsafdec-
liiigcn teruggeslagen.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Italiaanse hen staf:
De Italianen hebben op het gelieele
front hun vc-r3ierkingsarbeid voov;-
gezc' die do Oostenrijkers herhaal
delijk hebben trachten te belemmeren
door hun vuur en het werpen van
groote boimiiien anet verstikkende en
traanverwekkende gassen.
D« strijd in en om Servië
STAFBERICHTEN.
Van den Franschen stof
De Bulgaren versterken zich zoo
wel aan de Grieksche als aan de Roe-
meensche grens.
De Bulgaarsche minister Toutsjef
verklaarde in een interview, dat bel
Bulgaarsche leger bevel kreeg, om
de Grieksche grens niet te over
schrijden.
PERSBERICHTEN,
t Pensbureau Vaz Dias meldt dat
uit Valona geseind wordt
De Montenegrin,en dreven ln ver
bitterde gevechten de Oostenrijksche
troepenafdeelingen die over do Tara
(in Montenegro) waren gat rok kon,
weer over de rivier terug. Do Monte-
negrijncn maakten 800 gevangenen.
De „Tempsverneemt, dat de Bul-
ruursche troepen, die vau Monastir
in Oostelijke richting oprukten, bij
Elbassar. op Servische troepen stieten.
Dezon, die goed van munitie en le
vensmiddelen voorzien waren, weer-
dein zich dapper: de strijd duurt reeds
twee dagen voorL
Griekenland en de
entente
't Bureau Norden seint uit Berlijn:
De Berliner Lokal Anzeigor ontleent
aan de officieuze Narodun Pruwa ie
Sofia het bericht dat de Grieksche re
geering door haar gezant te Sofia aan
de Bulgaarsche regeering deed ken
nis geven, geen bezwaar meer te heb
ben tegen het betreden van Grieksch
grondgebied door Bulgaarsclie troe
pen indien voor de belangen dcir ojve-
raticri zulks onvermijdelijk en nood-
mkelijk ia.
Radoslawof aanvaardde de mede
deel uig onder dankbetuiging en legde
FEUILLETON
van
HECTOR MALOT.
63)
Ongelukkig heb ik dat niet kun
nen doen en ik kan thans niet meer
voort Toch moeten we verderkom,
vooruit kinderen 1
Als hij dit acide, was hij altijd iu
zijn schikmaar nu klonken die
woorden toch treurig.
Wij liepen dus door de straten van
Parijshet was stikdonker en het
gaslicht, dat door den wind flikkerde,
verlichtte den weg slechttelkens
gleden wij uit op de een of andere
bevroren plaats. Vitalis had tnU bij
de hand genomen, terwijl Capl ons
volgde. Van tijd tot tijd echter bleef
hij achter, om tusschen den een of
anderen hoop vuil eeu heentjo of een
korstje brood te zoeken, want de hon
ger kwelde ook hem maar het vuil
lag onder een ijskorst en zijn zoeken
was tevergeefs met hangende oorc-n
baalde hij ons dan weder in.
Op de groote straten volgden de
Etegcn. en na die stegen weder bree
de stratenwij liepen 'maar altijd
voort, en de weinigen, die wij op
onzen weg ontmoetten. 6taarden ons
verbaasd na was het onze kleeding
of onze vermoeide gang. die de aan
dacht trok? De agenten van politie,
die wü tegenkwamen, bleven stil
staan en sloegen ons cou oogenblik
gade.
Vitalis liep bijna in tweeën gebo
gen, zonder een woord te spreken,
voortondanks de koude, voelde ik
zijn hand in de mijne branden het
scheen mij toe, dat hij beefde. Als hij
stilstond, om even op mijn schouder
te rusten, dan voelde ik. dat eeu
schok door zijn gansche lichaam
ging.
Gewoonlijk durfde ik hem niet las
tig vallen met vragen, maar ditmaal
bralt ik met die gewoonte ik had
dan ook behoefte om hem te vertellen,
dat Ik van hem hield, of -tenminste,
dat ik gaarne iets voor hem wensch-
te te doen.
Gij zijt ziek zeade ik, toen
wij weder stilstonden.
Ik geloof het ook in elk geval
ben ik doodmoedie groote tochten
zijn voor mijn leeftijd niet meer ge
schikt en de koude is te heftig voor
mijn bloed; ik heb een goed bed noo
dig. een avondmaal en een warme
kamer bij een goed vuur. Maar van
dat alles kan niets gebeuren. Kom,
vooruit, kinderen
VooruitWij waren nu buiten de
stad of liever wij liaddcn thans
geen huizen meer aan onee zijde nu
eens hadden we aan weerskanten
een lange rij muren, dan weder be
vonden we ons op het vlakke land.
Geen voorbijganger, geen politie
agent, noch gaslantaarns waren op
dezen weg te zien een enkelen keer
slechts een verlicht venster en Doven
ons Jioold een donkerblauwe hemel
met eenigo sterren. De scherpe wind
deed onze kleeren aan ons lichaam
bevriezen gelukkig echter woei hij
in onzen rug, maar daar de naad
van mijn Jas getornd was. bHes bij
door die opening tegen mijn arm, wal
mü niet verwarmde.
Hoewel het donker was en ver
scheidene wegen elkaar kruisten, liep
Vitalis toch steeds voort, als iemand
die goed den weg kent; ik volgde hem
dan ook zonder een oogenblik be
vreesd te zijn, dat wii zouden ver
dwalen. Slechts verlangende, dat wij
eindelijk de steengroef zouden berei
ken.
Eensklaps echter bleef hij stil
staan.
Ziet gij daar ginds dat hoeclije
hoornen vroeg hij.
Ik zie niets.
Ziet gij geen donkere massa?
Ik zaa eerst goed rond., vóór ik
hem antwoord gafwij moe-sten ons
midden op een vlakte bevinden, want
mijn blik verloor zich in do duister
nis. zonder iets te bespeuren, wat
IN EGYPTE.
Het Wolff-bureau meldt
Volgens do „Stampa" te Turijn
zouden thans alleen bij Solium 8000
Senoessis vereenigd zijn.
naar hoornen of huizen geleek ner
gens ontdekte ik eenig teeken van le
ven geen ander geluid dan het gie
ren van den wind, die over den bo
dem hecustreck.
O. had ik uw oogca maar.
sprak Vitalis, maar ik zie slecht
kijk ginds oens.
Hij wees recht vóór .zich, maar
daar ik hem toen-nog geen antwoord
gaf. want ik durfde niet bekennen,
dat ik niets zag, begon hij weder
voort te loopen.
Eenige cogenblikken zwegen wij,
maar daarop bleef hij weder stil
staan en vroeg hij nogmaals of ik
geen iboschje boomen zag. Ik was toen
niet even zeker van mijn aaak als
een oogenblik te voren, en een onbe
stemde angst overwoldïgde mij, toen
ik antwoordde, dat ik weder niets
zag.
Het is de angst, die u alles zoo
verkeerd doet zien, m - jongen.
Ik verzeker u. dat ik geen boo-
men zie.
Ook geen breeden weg
Ik zie niets.
Dan hebben we ons vergist.
Ik wist niet wat hierop te antwoor
den, want ik kon niet zoggen, waar
wij ons bevonden, noch waarheen we
ons begaven.
Laten wij nog vijf minuten voort
loopen. en wanneer wij dan geen
hoornen zien, dan keeren wij terug
ik heb mii zeker in den weg vereisL
geloofde hij wel dat een economische
toenadering tot stand zou kunnen
komen. „Do met bloed en ijzer afgo
ï-lagen bloedige aanval heeft ons sa
mengesmeed en bracht in breede
volkskringen den wcnsch tót uiting,
naast het politieke verbond eeu ver
dere toenadering te verkrijgen. Zij,
die 'op deze noodzakelijkheid reeds
terder hebben gewezen, kunnen thans
groote voldoening gevoelen. De te
genstanders van de toenadering in
Oostenrijk-Hongarije etaan op het
standpunt, dat de verwijdering dc-r
tolgrenzen de economische verhou
dingen der Monarchie van Duitsch
land afhankelijk zouden maken, daar
Duitschland voor zijn uitvoerhandel,
waarvoor het door den oorlog markten
verloor, vergoeding zal willen geven,
door de Monarchie met waren te over.
stroomen. Duitschland heeft echter
niet zulke bedoelingen. De hoogste
wcnsch van Duitschland is een poli
tiek en economisch sterk verbond met
de Monarchie tot stand te brengen.
Ik geloof dat dit tot stand zal komen
en ik ben overtuigd dat beide betrok
kenen daarbij voordeel zouden heb
ben. De Monarchie heeft dezelfde eco
nomische aanspraken als Duitsch
land. Als wij het idee van de toena
dering van politiek oogpunt uit be
schouwen zien we de noodzakelijk
heid, dat wij in de toekomst elkc-n
aanval met gemeenschappelijke kracht
moeien afweren. Wij moeten ook aan
Buigarijo en Turkije denken. Beide
landen hebben veel voor ons nuttige
grondstoffen. Hoe de landkaart er na
den oorlog zat uilzien, weten we nog
niet, maar we kunnen wel dit zeg
gen. dat wij economisch op elkaar zijn
aangewezen en dat, als zekere poli
tieke bedoelingen zijn verwezenlijkt,
Duitschland en ile Monarchie ook op
het gebied der handelspolitiek nood
zakelijkerwijs hand in hand zullen
moeten gaan. Het politiókc doel staat
in nauw verband met het handelspo
litieke. Ongetwijfeld moet elke staat
daarbij zijn souvereiniieit handhaven.
Wij moeten uit dezen oorlog loeren,
dat wij de nationahteiteu-quaesties
ondergeschikt maken aan de politieke
noodzakelijkheden.
Uit Duitschland.
EEN NIEUW VOEDINGSMIDDEL.
De „Vossieche Zeitimg" deelt mede,
dat de directeur van het abattoir te
Graz. de veearts Alois Walz. er in ge
slaagd is, het eiwit uit runderbioed af
te scheiden op zoodanige wijze, dat
noch de reuk, noch de smaak meer
aan bloed doen denken.
Het is een grof geelachtig poeder,
dat onder den naam van „Haematalb"
in het ziekenhuis te Graz, in volks
keukens enz. geprobeerd is en een
zeer geschikt materiaal ter vervan
ging van kippeneiwit is gebleken.
Het „Haematalb" Is in water oplos
baar en kan voor de bereiding van
vermicelli en macaroni, alsook in de
banketbakkerij gebruikt worden.
BEGRAFENIS VAN GENERAAL
VON EMM1CIL
Uit Hannover wordt gemeld:
Da begrafenis van gene."tuil Von
Emrnich. den veroveraar van Luik,
had op plechtige wijze plaats.
Aanwezig waren de groothertog
van Aldeuburg, hertog Ernst August
en hertogin Victoria I.ouise van
Brunswijk; verder generaal Von Lin
de—Stlder als vertegenwoordiger van
den Duitschen keizer.
Behalve door bovengenoemde vor
sten waren kransen gezonden door de
koningin van Saksen en Würiemberg,
de prinsen lleinrich m Waldcmar van
Pruisen, aartshertog Frederik van
Oostenrijk, het 10e legercorps, eenige
reginienten, de stad Hannover en
dan nog vele autoriteiten.
VROUWEN OP DE TRAM.
Sedert enkele dagen zijn op dc Ber
Hjnsche trams vrouwelijke bestuur
ders in dienst gesteld. Bij de heor-
schende koude zijn zij er warm en dik
ingestopt Het publiek is reeds ge
wend aan de vrouwelijke conducteurs.
Een medewerker van het „Berliner
Tageblatt" vertelt van een treffend
tooneeltje, dat hij op een der Ber-
lijnecho trams heeft waargenomen.
Eergisterenavond stapte een bejaarde
dokter met zijn dochter in het noor
den der stad op een tram. Do arts
merkte onmiddellijk op, dat er met de
conductrice iets niet ln orde was. De
vrouw was dan ook een bezwijming
nabij en er was bijna geen ipols meer
te constaleeren. Terwijl de dokter
zich nu met de armé vrouw bezig
hield, die nog steeds haar post niet
in den steek wilde laten, ontdeed zijn
dochter zich kort besloten van
baar parapluie en hnndtaech, nam 't
pakket kaartjes in boheer en in de nu
het geld bij de vele binnenkomende
passagiers. Met groote correctheid
riep zij do stopplaatsen af en liet de
tram slil houden. Zonder dc minste
Nu ik begreep, dat wij 'Verdwaald
waren, hestonnen ook nnj de krach
tan tc ontbreken.
Vitalis trok mij bij den arzn mede.
Wat is er vroeg hij mij.
Ik kan niet meer loopen.
En denkt ge dan. dat ik u zou
kunnen dragen Wat nnj nog staan
de houdt, is de gedachte, dat, wan
neer wij gaan zitten, wij niet weder
op kunnen staan en van koude zou
den sterven. Kom. vooruit I
ik volgde hem.
Zijn er op den weg diiype voren?
Er zijn er in het geheel geen.
Dan moeten wij omkceren.
De wind, dien wij eerst von achte
ren sehad hadden, blies ons thans
vlak in bet gelaat en met zooveel
hevigheid, dat het was of hij ons
brandde.
Ju het gaan hadden wij niot snel
kunnen loopen, maar in het terug
komen liepen wij uor li^'-vmner.
Wanneer «ij voren net, waar
schuw mij dan, zcidé Vitalis
de Koede weg moet links zijnmen
herkent dien aan het kreupelhout 'bij
den iiMtauR.
Een kwartier liepen wij voort, wor
stelende tenen den wind oivze stap
pen weerklonken op den barden
«rond in dezen hollen nacht lioewel
ik eiRenltjk het eene been niet meer
voor het andere verzetten kon. trok
ik thans Vitalis voort. Met hoeveel
verlangen zag ik den aan de lin-
Onze Lachiioek
HEEFT ZIJ HET GEZEGD?
Het blonde meisje zat op haar pciz
houder te bijten. Toen boo« zij zich
boos over haar briefpapier en schreef
snel.
„Je Jient «een echt beer", zo«
schreef ze. „als Je denkt dat ik ze!
wat zij zet. dat jtj zei dat ik zei dn!
ik sceeetrd had."
Den volgenden dag tiwam het ant
woord.
„Lief meisje", schreef de man, „je
moet niet denken, dat ik denk dat jij
denkt dat je zoo'n meisje zouilt zijn
als ik denk. dat je ziin sJoudt als je
zooiets zei als Jii zei dat zij zei wat ik
zei dat jij zei dut je gezegd hadt."
Het schijnt, dat hij begreep dat zij
begreep wat hij begreep, zei ze pre
cies wat zif zei dat zij hoonde dat hij
gehoord had, dat haar vriendin hem
bad Jiooren zeggen, dat hij haar had
hoor en zeggen, maar met buiten go-
wonen vrouwclijken tact nam zij zijn
verontschuldigingen aan.
GEMAKKELIJK VERDIEND GELD.
De zoon van den boer had veel suc
ces op het tooneel. Toen hij in zijn
geboortestad optrad, kwam zijn trot-
sche vader kijken.
Later kwam de oude heer achter de
sohermen, oin ln de kleedkamer wnt
met zijn zoon te praten.
Terwijl hij daar stond kwam er
Iemand binnen, die den acteur zijn
verdiend geld overhandigde. De va
der zag op de enveloppe staan hoe-
veel er in zat.
„Goede hemel 1" riep hij uit.
„Krijg je iedere week zooveel, Toni
„Ja, vader", zei de jonge man glim
lachend.
„En wat doe je er dan nog meer
voor als tooneelspelen
NIETS VERMORSEN.
Een goed gekleede vrouw nut
scherpe oogon en niet minder scher
pen neus sprak met den directeur
van een school.
„Ja, ik zou wallen dat mijn doch
ter den cursus volgde in een der
kunsten", zei ze peinzend.
„Hoe denkt u over schilderen
schilderen in olieverf T opperde >'e
directeur„of anders wij hebhr i
een mooien cursus in letterkundi
om te leeren voor tijdschriften t
schrijven."
De vrouw schudde het hoofd.
„Neen", zed ze beslist, „schildem
vermorst linnen en schrijven ver
morst 'Papier. Dan is het maar beter,
dat zij zang studeert."
onregelmatigheid volbracht zij haar
dienet, tot de werkelijke conductrice
een kwartier later weer in staat wo?
deze op zich te nemen.
DE ONTPLOFFING IN DE KRUIT
FABRIEK TE MANSTER.
Omtrent de ontploffing te Munster
i/W. verneemt de „Telegraaftivg
nader
Voordat de ontploffingen plaats
h&dden ct zijn er meer ge
weest werd door verschillende
vrouwen, in de faJhriek werkzniun,
reeds geconstateerd, da£ er in ver
scheidene lokalen rook hing. doch
daar dit wel meer gebeurde, werd
hierop niet voldoende acht geslagen.
Bij het doen van de ronde door den
Feldwebel, met het politie toezicht be
last en die in bet bezit was van du
sleutels der versdiillende gebouwen,
bemerkte deze, dat er rook uit den
vloer kwant lïlj vroeg een vrouw,
wat dit betcokende, maar deze kon
geen opheldering geven. Hij duchtte
groot gevaar en gelastte onmiddellijk
de vrouwen, de fabriek te verlaten
en schijnt toen nog de gelegenheid
gehad te hebben. <le brandvrije kel
ders, die onder de fabriek aanwezig
waren, af te sluiten. Kort nadat het
hevel aan de vrouwen gegeven was,
om de fubriek te verlaten, had een
ontzettende ontploffing plaats, waar
bij de Feldwebel. benevens een groot
aantal mensdhen op de fabriek werk
zaam. het leven verloren. Op de fa
briek werkten ongeveer 750 perso
nen.
Dadadelijk nadat de uitbarsting
plaats had. snelden de menschen uit
de omgeving, zoowel kinderen als
vrouwen, naaT buiten om tc zien
wat er gebeurd was. Velen dachten
aan bommen, geworpen door vijande
lijke vliegeniers. iDeze nieuwsgierig
heid kostte echter aan velen het le
ven. want van de zich in de fabriek
bevindende granaten en bommen
sprongen vele achtereenvolgens uit
elkander. Een gianaat vloog om
hoog. kwam terecht in een struat,
sloeg een gat in den grond, boscha^
digde een groot aantal huizen er.
doodde verscheidene inwoners. De
keraijde tegemoet.
In het donker zag ik eensklaps een
kleine roode ster schitteren.
Een licht, sprak ik, mijn han/
uitstrekkende.
Waar
Vitalis staarde voor zich uit, en
hoewel het licht flikkerde op niet i
grooten afstand, zag hij toch niet*,
Ik begreep hieruit, dat zin gezjchl
verzwakt was, gewoonlijk kon hij vei
zien.
Wat doet dat licht er toe
zeide hij hot is de lamp, die op de
tafel van den een of anderen arbei
der brandt, of misschien wel haar
schijnsel over het bed ven een ster
vende werpt wij kunnen aan die
deur toch niet aankloppen. Op uet
land zouden wij des nachts een on
derkomen kunnen vragen, maar iu
dm omtrek van Parijs is men niet
zoo gastvrij. Hier is goen huts voor
ons open kom, vooruit I
Weder liepen wij eenige minuten
voort toen meende ik een weg te be
speuren. die den onzen doorsneed cn
op den hoek von dat pad een zwarte
massa, dit moest bet kreupelhout
xiin. Ik liet de hand van Vitalis los,
om spoedig vooruit te komen. De-zo
weg was met voren dom-nloecl.
Hier is het kreupelbcschje; hier
zijn de voren
(Wordt vervolgd.)