De Europeesche Oorlog.
Alleen op ie Wereld
TWSEDE BLAD.
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 3 FEBRUARI 1916
De oorlog ln do Incbt. Dsmmen op Salonlki en Monastir geworpen.
't iantal slachtoffers ran de Zeppelin-bommen li Parijs.
De Entente en Griekenland. Ontstemming in Griekenland tegen de Entente.
De AmerikaansGhe voorstellen over den zee-oorlog.
't Gebeurde met de
Otficieel nieuws.
Aan de stafberichten ontleenen we:
WESTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitse li en staf:
Lens is weer door de Franschen be
schoten.
Een groot Frarusoh vliegtuig is,
door Duitsch afweeiVuur Retroffen,
ten N.O. -van Cbauny. Revallen. De
inzittenden zijn gewond gevangen
genomen.
Van den Franschen staf
In den Elzas brachten dc Fransche
batterijen een munitiedepót tol ont
ploffing bij Orhey.
OOSTELIJK OORLOGSVELD.
Van den Duitschen 6taf
Sterke Russische afdeclinRen wer
den door Duitsche verkenningsafdee-
lincer aan dc Wiesiëloecha, ten zaïi-
den van Kuchecka Wola (tu&fcchen de
Stochod en de Styr), aanRevallen en
Uiteengeslagen.
Van den Oostenrijkschen
Btaf
Voor de burggeschans ten noord
westen van Usciesako werden de
Russen door münen-aanvallen Re-
noodzaakt. hun voorste loopgraven te
Verlaten.
Van den Russischen staf:
Zuid-Oostelijk van Schloss Kokr
ken hue en poogden een troep Dut-
schers in witte boerenkielen gekleed,
het ijs van de Dwina te breken doch
tij werden door het Russische vuur
uiteengedreven.
Bij het Marotsch-meer hebben de
Duitschers projectielen van groot ka
liber, die een eigenaardige lucht
verspreidden, op ons afgeschoten.
ZUIDELIJK OORLOGSVELD.
Van den Italiaanschen staf:
Ten zuiden van de Isonco werd het
spoorwegstation en het Morarodis-
trict door de Oostenrijksdie artille
rie beschoten, waarbij eenige burgers
werden gedood.
Van den Go stenrijkschen
staf
In het Sugana-dal ten westen vaja
Roncegno werden verscheidene aan
vallen van Italiaansohe bataljons
afgeslagen.
Aan de helling van den Gol di Lana
namen de Oostenrijkers in een ge
vecht van man teRen man een
6aDDenstellinR van de Italianen en
lieten deze in de lucht vliegen.
Aan het Isonzo-front artillerie-
Kevechten.
Uit Servië en Montenegro
BOMMEN OP SALONIKI.
Do „Daily ChTon." verneemt uit
SalonikiTijdens de Zeppelinraid is
volstrekt geen schade in militair op
zicht toegebracht. De eorete bommen
beschadigden een dak, terwijl alle
ruilen in den omtrek werden vernield.
Een volgend projectiel trof een ma
gazijn, waarin groote hoeveelheden
tinker en olie waren opgeslagen. De
brand, ham dadelijk groote afmetin
gen aan. Do Grieksche brandweer
rukte uit en hielp de Fransche sol
daten en Eugelsche marinieie. Een
andere bom vermelde een klein huis
bij de moskee, waarbij twee vrouwen
en eon man werden gedood. De aan
val duurde tien minuten. Men gelooft,
dat de Zeppelin kwam uit een loods
te Ueskjueb.
Do „Times"-correspondent te Salo
niki meldt:
Dinsdagmorgen om drie uur werd
een luchtaanval op de stad godaan
er werden 16 bommen geworpen,
waarvan eenige op de haven. Drie
Grieksche, tweo Bntsche en één
Fransche soldaat werden gedood, ter
wijl 20 Grieksche en Joodscho bur
gers gewond werden. Verscheidene
huizen en wimpels en een moskee
zijn verwoest, terwijl een groot ma
gazijn tot den grond afgebrand is.
Beritiht van den Duitschen
staf
Duitsche vliegers namen waar, dat
de havenwerken van Saloniki
groote branden ontstonden, klaarblij-
keliik ten gevolge van de actie der
Duitsche luchtschepen.
EEN VLIEGER NEERGESCHOTEN.
Reutor seint uit Saloniki
Door dc geallieerden fs bij Topsin
een Duitsche vlieger neergeschoten
de beide aviateurs werden gevangen
genomen.
VLIEGTUIGEN ROVEN
MONASTIR.
Uit Sofia wordt aan de „Voss. Zei-
tung" geseind, dat volgens een offi-
cieele mededeeling in het „Militaire
Blad"- op 23 Januari twaalf vliegtuij
gen van de Entente gedurende 15
minuten de stud Monastir gebombar
deerd hebben 29 personen werden
gedood en gewond, onder wie twee
Bulgaaredhe soldaten en een Duit
sche soldaat, de overigen waren bur
gers en kinderen van Grieken. Geen
militair object werd beschadigd.
DE KRIJGSBEDRIJVEN.
Bericht van den Ooetenrijk-
scben staf
In Albanië viel de zuidelijke oever
van de Mati zonder gevecht ln han
den der Oostenrijkers.
In Montenegro is het volkomen
rustiger viel niets bijzondere voor.
De ..Deutsche Tagesztg." verneemt
uit Cattaro. dat de tegen de kust van
Albanië oprukkende Oostenrijksche
strijdkrachten reeds voorbij San Gio
vanni di Medua zijn getrokken, zon
der den gei;ruiten tegenstand ont
moet te hebben. Niet alleen Montene-
grijnen, doch ook Servische troepen-
afdeelingen, die de Oostenrijkers on
derweg tegenkwamen, hebben' de
wapens neergelegd. In verschillende
steden van Montenegro werden nog
voor de aankomst der Oostenrijksohe
troepen de geweren in kerken verza
meld, en de binnentrekkende Oosten
rijkere voriden er vreedzame arbei
ders. in plaats van soldaten. De naar
Montenegro gezonden Fransche troe
pen. die hulp moesten verleenen. tn
het geheele Fransche personeel van
het draadlooze station, zijn nog vóór
de aankomst der Oostenrijkers op de
vlucht gegaan het draadlooze sta
tion werd vernield.
Uit het Oosten rijksche oor
logspersbureau wordt gemeld:
Het legerbericht zegt. dat de toe
stand in Montenegro rustig is, terwijl
de houding van de bevolking niet:
wenschen laat.
Als illlustratie van dit bericht kan
het feil dienen, dat in de laatste da
gen talrijke Montenecrijnen verzocht
hebben, als vrijwilliger tegen Italië te
worden aangenomen. Zulke aanbie
dingen moeten natuurlijk op volken
rechtelijke gronden worden afgesla
gen, maar zij zijn zeer teokenend
voor do sympathieën, welke Italië
ook bij nïet-Oostenrijkschc of Hon-
gaarsche bewoners van de Oostkust
van de Adriatische Zee geniet.
Zeer vele Montenegrijnen doen ook
het verzoek, in het binnenland van
de monarchie wérk te mogen zoeken,
aangezien de jarenlange oorlog hun
elke bestaansmogelijkheid in het va
derland ontnam. Met deze wenschen
zal naar belmoren rekening worden
gehouden. Natuurlijk moeten onze
Roepen in hei Ewaarbepibefde land
hard werken ter verbetering Van d-
toestanden, in de eerste plaats op het
gebied van verpleging en hygiëne.
DE BEZETTING VAN KARA
BOEROEN.
Naar bet Wolff-bureau meldt wordt
aan de „Corriere della Sera" uit
Athene gemeld
De Entente-vijandige bladen hi
Griekenland schrijven over de be
zetting van Kara Boenoen op eene
wijze, die dc openbare meening kan
opwinden.
Na Embroe bezetten de Entente
troepen het fort met do bajonet op
het geweer, zonder eerst de Grieksche
autoriteiten te waarschuwen. Aan
den berelwerenden Griekschen offi
cier werd een schriftelijk bevel ge
toond van heit Fransche hoofdkwar
tier. waarin ten onrechte van een re
geling met den Griekschen generalen
staf gesproken werd. Aan het ver
zoek van den officier, om het docu
ment te laten, werd niet voldaan.
Tijdens de bezetting waren alle En
tente-troepen in Saloniki geconsig
neerd en de wegen naar Kara Boc-
roen afgezet.
Deze feiten maakten op de Griek
sche burgers en militaire autoriteiten
diepen indruk. De Grieksche regee
ring zal nrotcfsteeren. Het Atheen-
sehe blad „Nea Hemera" meldt, dat
de troepen den fortcommandant twee
uur tijd gaven om eich te onderwer
pen en een Grieksche cavalerie
brigade, welke voor een oefening
Saloniki wilde vorlaten, werd door
de Fransche troepen gedwongen orn
de stad te.rug te keeren. De
Franschen maakten zich meester van
de in he»t fort voorhanden zijnde ka
nonnen en munitie.
Onbeschrijflijk Hs de verontwaardi
ging in Griekse'militaire kringen,
daar de gezanten van de Entente en
Sarrail zich verbonden hadden, om
Kara Bocroen nlot te bezetten.
De „Athenai" zegtdoor de bezet
ting van Kara Boeroen wordt de ge
wapende neutraliteit van Grieken
land een bespotting.
NOG MEER GRIEKSCHE EILAN
DEN BEZET
De ..Deutsche Tageszeftung" ver
neemt uit Rome. dat aan de Griek
sche regeeringis meegedeeld, dat
het Viervoudig Verbond voornemens
is 10 eilanden in de Middellandse!)?
en in de Aegeïsche Zee in te richten
tot steunpunten van torpedobooten
voor het opsporen naar geheime sta
pelplaatsen van voorraden voor Duit
sche en Ocetenriiksche ondcraeeboo-
ten in deze watoren.
GEVANGEN GENOMEN.
Do „Daily Chron." verneemt uit
Saloniki
Een Engolsche vrachtboot verliet
juist do haven, toen een Duitsche
duikboot verscheen en op het schip
vuurde zonder ernstige schade te ver
oorzaken. Het echip seinde draadloos
om hul'pt terwijl een kleine sloep met
eon officier en vijf man de duikboot
verliet, om het schip te doorzoeken.
Een Fransche torpedojager verscheen
snel ten tooneele en de Duitschers
hadden geen tijd meer om naar de
duikboot terug te keeren, die onder
dook on verdween. De vrachtboot
koorde onder' geleide van de torpedo
jager naar Saloniki terug met zes
krijgsgevangenen aan boord.
DE VRIJGELATEN CONSULS.
Uit Berlijn wordt gemeld:
Ten gevolge van de invrijheidstel
ling der te Saloniki gevangen geno
men Duitsche, Ooster.rijksch-Hon-
gaarsclie, Bulgaarsche en Turksclie
consuls, lieeft do Turksclie regeering
de invrijheidstelling bevolen van de
in hechtenis genomen consuls der
met Turkije oorlogvoerende stalen.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
DE OOKLOG TUSSCHEN ITAIJ6 EN
OOSTENRIJK.
De Italiaaneche legatie te 's-Gra-
venhage ontving een telegram van de
Itaiiaansche Regeering, waarin een
overzicht wordt gegeven van den
stand der krijgsbedrijven aan dit
front.
Er wordt allereerst gewezen op den
ongunstigien toestand van do Itaii
aansche militaire grens van 800 K.M
den aard van de hooge en moeilijke
Alpenstreek, die het oorlogsterrein
vormt, beslaande uit dien slagboom
van. de Alpeu, welke voor een groot
deel in het bezit van den vijand zijn
en het krachtig vestingstelsel, waar
door Oostenrijk in vredestijd zijn
grenzen had versterkt en hetwelk het
tijdens Italiö's onzijdigheid met
'koortsachtige bedrijvigheid had aan
gevuld met veldwerken. Deze verde
diging s versper ring werd bewerkt door
drie Oosten rijksche legers welke on
geveer 12 legerkorpsen bevatten.
Het overzicht brengt vervolgens In
herinnering dat het met het oog op
de formaties van de Itaiiaansche grens
en het doel van den oorlog, noodzake
lijk was op de meeet doeltreffende
wijze met de krijgsverrichtingen der
geallieerden samen te werken op de
oogenblikiken. waarin het krijgsgeluk
in Rusland aan de centrale keizerrij
ken gunstig was. Do Itaiiaansche be
volvoering besloot offensief op te tre
den niet alleen langs de Isonzo-grens,
maar ook in het vierkant van den
Boven-Trentino en den Boven-Etsch
met onmiddellijk doel er eenige bij
zondere belangrijke punten te bezet
ten en op de best mogelijke wijze dri
dreigend») deel van de grens te ver
beteren.
De krijgsverrichten namen overal
een beslist aanvallend karakter ean.
Het leger toonde groote dapperheid,
giroote zelfverloochening!, onwankel
bare taaiheid en geestdrift, welke door
de moeilijkheden van den oorlog nog
verhoogd werden.
Breedvoerig worden de vorderingen
nagegaan, die qp verschillende deoien
van 't front door de Italianen behaald
zijn.
Daarna wordt opgemerkt
Langs het geheele front moest de
tegenpartij den druk ondervinden,
hoezeer zij zioh wanhopig aan het ter
rein vastklemde om uit de etericte
hare stellingen, de eenige hoop te put
ten, zich te kunnen handhaven zij,
die nog kort geleden invallen en mi
litaire wandelingen hadden beraamd
tot in het hart der Po-vlakte. Toch
beeigde de vijand geweldige strijd
krachten, en verloor meer dan 30000
gevangenen, vijf kanonnen, 65 machi
negeweren, verscheidene duizenden
bommenwerpers en overvioodigen
schietvoorraad en ooriogsmaterieel.
Het Itaiiaansche leger, hoezeer ver
plicht voortdurend in een toestond
van minderheid den strijd te voeren
tegenover eon vijand die over over-
heenschendo stellingen en een goed
voorbereid terrein beschikte, heeft
gedurende acht maanden zijn harden
strijd en zijn aanvallende houding vol
gehouden. Met vuur en hardnekkig
heid strijdend in het hoogste en ruw
ste der Europeesche terreinen van
den oorlog, het slechte weder, de ver
moeienissen en de grootste moeilijk
heden moedig dragend, heeft het een
gerechtvaardigde vermaardheid van
dapperheid verworven en den eerbied
zelfs van den vijand weten af te dwin
gen. Het legerak't dientengevolge 't
nieuwe jaar tegemoet met gerecht-
vaardigden trots over do verrichte
heldendaden en een onwankelbaar
vertrouwen in de toekomst. Kracht
puttende uit 't voorbeeld van den Ko
ning, die de eerste onder allen is bij
alle gebeurlijkheden van den oorlog,
gesteund door de voortdurende en
leedere zorgen van het vaderland, put
het leger uit de overwonnen zware
beproevingen den aandrang om in de
toekomst zijn pogingen te verveel
voudigen, totdat het volkomen het
roemrijk doel zal bobben bereikt, door
den wil der Natie aan het leger aan
gewezen-
Uit Duitschiand.
DE TEXTIEL-QUAESTIE
De Duitsche regeering heeft zoo-
als we reeds in 't kort meldden een
regeling opgemaakt voor de fabrica
tie en het gebruik van textielwaren.
De „Kóln. Ztg.", dezen maatregel
besprekend wijst er op, dat alle voor
spellingen, voor en tijden® den oorlog
gedaan, vooral pp economisch go-
bied onjuist zijn gebleken. Er waren
staathuishoudkundigen due bij een
eenigezins langen duur van den oor
log een volkomen stilstand in de pro
ductie voorspelden, en anderen, die
een tijd van volkomen werkloosheid
voorzagen. De gebeurtenissen hebben
doen zien, zegt het Keulsche blad, dat
zij ongelijk hadden. Er is integen
deel, een gebrek aan werkkrachten,
en de productie wordt geregeld voort
gezet. Al is het niet op dezeilde wijs
en vooral niet van dezelfde artikelen
als voor den oorlog.
De regelingen, die de regeering ge
maakt beeft voor de gelijkmatige
verdoeling van brood en aardappelen,
hebben goed gewerkt.
Het is te verwachten, dat ook de
maatregelen voor de textiel-industrie
uit verstandige voorzorg zijn gemaakt,
al kan het volk wellicht de redenen
niet inzien, die voor deze maatrege
len noodig zijn. De meening, dat er
gebrek is aan ruwe stoffen, moet,
naar de „Köln. Ztg." verzekert, he
slist worden tegengesproken. De
aanwezige voorraden zijn nog voor
geruimon tijd toereikend, en de gele
genheid om die voorraden aan te vul
len uit het zuidoosten, is, door de ope
ning van den Balkanspoorweg, toe
genomen. Slechts voorzorg en voor
zichtigheid hebben een regeling noo
dig gemaakt.
Heeds voor goruimen tijd werd het
gebruik van ruwe stoffen voor de
textiel-industrie geregeld, thans
wordt ook een regeling getroffen
voor de afgewerkte goederen De
broodkaartenregelmg. die in de prak
tijk blijkt te voldoen, gaf het voor
beeld voor de regeling van het ge
bruik der textielproducten.
Deze regeeringismaatregel herinnert
echter tevens het geheele volk aan
den plicht der zuinigheid. Maar de
maatregel zal ook gevolgen hebben
voor velen, die nu nog met te over
zien zijn, vooral voor hen, die in de
textielnijverheid wërkeaam zijn. En
dan zegt het Keulsche blad
„Het groote nationale döel moet
met vele sociale hardheden gekocht
worden. Hieruit zullen voor leger,
staat en werkgevers zeker nieuwe
plichten ontstaan", ten aanzien van
hen, die door dezen maatregel worden
getroffen.
't Duiteche persbureau Norden meltd
nog
Bij het in beslag nemen van de
textiel-goederen, waardoor de textiel
industrie en de confectie getroffen
worden, dient te worden opgemerkt,
dat de detailhandel de werking van
dezen maatregel eerst tegen d/en ko-
menen winter zal gevoelen, aangezien
de voorjaars- en zomennarkt bereids
gedékt ia Bovendien ie het buiten
twijfel, dat na opneming van don
voorraad groote hoeveelheden voor
don handel zullen vrijkomen, zoodat
eon groote ramp ziich niet zal voor
doen. Voor dc vrijgekomen arbeids
krachten zal blijkens de offcieelc
beschikkingen moer dan voldoende
worden gezorgd aan andere takken
van nijverheid, welke gebrek aan
werklieden hebben, zal de toevloed
aan arbeidskrachten hoogst welkom
zijn Wanneer mi de tegenstanders
van* Duitschiand van deze maatrege
len iets in hun voordeel verwachten,
zullen zij teleurgesteld worden.
Uit Engeland.
DE HANDEL NA DEN OORLOG.
In Guildhall te Londen heeft de
vergadering plaats gehad van afge
vaardigden van verschillende Kaniers
van koophandel en dergelijk© licha
men. bijeengeroepen overeenkomstig
den wcusch der Kamer te Londen,
waarin maatregelen tot bevordering
van hande! en industrie na den oor
log werden behandeld.
De vergadering, die door een groot
aantal autoriteiten en mannen vair
naam op gebied van handel en nij
verheid en door de commercieele ver
tegenwoordigers van de Engelsche
dominions en protectoraten werd bij
gewoond. werd gepresideerd door
den Lord Mayor van Londen. Deze
verklaarde, dat, wat er ook gebeure.
do betrekkingen tusschen Engeland
en zijne vijanden van heden nooit
w eer zóó zouden mogen worden, ais
zij vóór den oorlog waren. Er zou
een nauwer verband tusschen het
moederland en de koloniën en do
minion® moetep gelegd worden, ter
wijl bovendien tusschen Engeland
en zijne bondgenooten alle belemme
ringen voor een ruim. vriendschap
pelijk handelsverkeer, uit den
genmnd moesten worden.
Sir George Pragnell drong aan op
hervorming van de technisohe- en
handelsopleiding in Engeland, die
noodig is. zal het land zijne positie
handhaven. Bovenal moet Duitsch
iand als maritieme mogendheid en
als commercieele concurrent vernie
tigd worilen. De consulaire dienst
moet verbeterd en uitgebreid wor
den en de knapste en meest ener
gieke mannen daarvoor uitgekeeen
worden.
De voorzitter van de ..Association
of Chambers of Commerce", Sir Al
gernon Firth, stelde eene motie voor,
waarin de oprichting van een minis
terie van handel noodzakelijk wordt
verklaard. Reeds in 1869 hadden de
Kamers van Koophandel hierop aan
gedrongen en in de troonrede van
1905 wks eene toezegging in dien
gees', gedaan.
Lord Desbo rough stelde eene motie
voor. waarin de regcering wordt"uit-
gtnoodigd, stappen te doen voor nau
were samenwerking tusschen Enge
land. zijn© koloniën enz. en de ge
allieerden. om te zorgen, dat
Duitschiand nooit weer eenigen be-
langriiken invloed op den handel
van het Britsche Riik zou krijgen.
De Lord Provoost van Glasgow
stelde voor. eene deputatie té benoe
men, die de regeerina de wenschen
der vergadering zou voorleggen en
in die deputatie ook arbeiders op te
namen.
..Er dansen zwarte stipjes voor
mijn oocen. dokter", klaagde een
jonge patiënt. „Dat is heel vervelend
en eentonig."
..Ja. zij schijnen nooit eens een
nieuwen dans te leeren."
Rijd als de duivel schreeuwde
Smit. terwijl hij in een taxi eprong.
Met een ruk*sprong het voert-i.g
vooruit en weg renden z:i ats be
zetenen.
Krak Zij rukten het wiel van een
voorbijrïidenden wagen af.
,,Hu hu 1" Het scheelde maar een
haar. of zij hadden een klein kind
overreden.
Klang I Zij beitsten tegen een inelk-
wacen aan. Menschen schreeuwden,
politieagenten staken hun handen
op. terwijl de taxi de eene straat uit
en de andere in stoof, op twee wielen
de hoeken nam en iederen lantaren
paal dreigde omver te rijden. Einde-
lijk. na een half uur lang woest door
gereden te hebben, gingen zn lang
zaam een smalle dwarsstraat in en
Srnit stak ziin hoofd uit 't raampje.
„Zijn wij er bijna?" vroeg hij
ademloos.
De chauffeur keerde zich om op
zijn zitplaats.
Waar wou u heen, mijnheer?"
vroeg hij.
..Op hetzelfde oogenblik met xier
meisjes tegelijk verloofd Hoe 's
zoo n gedrag te verklaren
„Cupido moet met een machine
geweer op mii geschoten hebben, ver
onderstel ik 1"
Onze Lachhoek
De Lord-Mayor van Birmingham
orzdensteunde dit voorstel. De Engel
sche arbeiders zijn evenzeer als de
handel en de industrie betrokken bij
de ter vergadering behandelde
angstukken, en bovendien was het
vaak gebleken, dat de arbeiders-
vertegenwoordigers dikwijls een
grooteren invloed op het Kabinet
héfcben. dan dc patroons.
Alle moties, die ter vergadering
voorgesteld waren, worden eenstem
mig en onder applaus aangenomen.
VROUWENARBEID IN DE MUNI
TIE-INDUSTRIE.
Reuter seint uit Lorden
Do invoering van eon groot aantal
vrouwelijke arbeidskrachten in de
munitie-industrie, ter versnelling der
productie, blijkt een eucces. Niet
aHoen werken mannen en vrouwen
van harte samen, maar de vrouwen
bleken ook voorej zeer bedreven in 't
fijnere werk. Do meest optimistischs
verwachtingen zijn nog overtroffen,
in eommig© gevallen steeg de produc
tie vijfvoudig. Bij het contröleweric
vooral toonden do vrouwen groote be
kwaamheid. Zij ontdek >;©n spoediger
de fouten dan de mannelijke beamb
ten. De opvatting neemt dan ook m
technische kringen toe. dat het ge-
wenscht is op grooter schaal van vrou
wenarbeid gebruik te maken.
Uit Frankrijk.
DE SCHILDERIJEN VAN IIET
LOUVRE.
Men zal zich herinneren, dat bij dé
nadering van de Duitschers in het
najaar van 1914 de kunstschatten
van het Ixmvre in allerijl ingepakt
en naar het zuiden gezonden zijn.
Thans schijnt bü den onder-minis
ter voor echoone kunsten het plan te
bestaan, de Louvre-schilderijen m de
stad. waarheen zij in veiligheid ge
bracht ziin. ten toon te stellen.
Verschillende Maden, met het
„Journal des Débats" aan het hoofd,
verzetten zich met klem tegen dit
plan.
Het ..Journal des Débats" vertel!,
dat tijdens den overhaasten tocht
naar het zuiden verschillende schil
derijen beschadigd ziin. zoodat zij
met groote zorg moeten worden bij
gewerkt. hetgeen alleen op degelijke
wijze te Parijs kan geschieden.
Toen de schilderijen in -het zuiden
ar.nkwair.en. heeft men de haastig
én vluchtig ingepakte schilderden
van een betere emballage voorzien,
waarvan ze dus .thans weer zouden
moeten worden ontdaan om daarna
w eer "ingepakt te worden voor de te
rugreis naar Pariis. En zoo is er
meer. zoodat het blad sterk betwij
felt. of het ïntellectueele en artistieke
profijt, hetwelk de bevolking van de
betrokken stad in het zuiden van een
tui leenstelling eventueel zoude trek
ken. wel nou opwegen teae.ii 't groote
gevaar, aan een en ander verbon
den.
Het blad hoopt, dat de onder
minister op zijn plannen zal terug
komen.
FEUILLETON
HECTOR MA LOT.
83)
De vader dacht aan zijn zoon...
Met moeite slechts ademden wij de
lucht in; ik gevoelde mij bedrukt en
aanhoudend suisde het m mijn ooren.
Misschien verkeerd© de meester in
een minder bewusteloozen toestand
dan wij, of wildo h j daartegen s:rij
den en ons beletten om er ons aan
over te geven; althans hij was de eer
ste, die de stilte verbrak:
Nu, zeide hij, mooien wij eens
zien hoo groot onze voorraad eetwa
ren is.
Gelooft gij dan, dat wij lang zul
len opgesloten blijven? viel oom Gas-
pard hem in de rede.
Neen, maar wij moeten ome
voorzorgen nemen; wie heeft er
brood bij zich?
Niemand gaf antwoord.
Ik, zeide ik, ik heb een korfje
brood in mijn zak.
In welken zak?
- In mijn broekzak.
Dan zal het wel doorweekt zijn;
maar laat het ons toch eons zien.
Ik stuk mijn haind in den zak, waar
in ik dien morgen een snede verseh
brood bewaard iiad; ik haalde 'n stuk
deeg te voorschijn, dat ik op het punt
was om teleurgesteld weg te werpen,
toen de meester mij weerhield.
Bewaar het nog, hoe slecht het
ook is, gij zult het spoedig genoeg
lekker vinden.
Dat was geen geruststellende w aan.
schuwing, maar wij sloegen er geen
acht op; later eerst kwamen die woor
den mij weder in het geheugen en
bewezen mij toen, dat de meester van
het eerste oogenblik af hel volle ba
wustaijn van onzen toestand had, en
al zag hij nu niet juist in, welk een
gebrek aan voedsel ons to wachten
zou staan, en hoe vreeselijk wij daar
onder zouden lijden, hij begreep toch
ten volle met welke moeilijkheden
ouzo redding zou gepaard gaan.
Heeft nog iemand van. u brood?
vroeg hij.
Men gaf geen antwoord.
Dat is jammer, vervolgde hij.
Hebt go dan honger? vroeg er
een.
Ik spreek niet voor mezelf, maar
voor Rémi en Carrory; het brood zou
voor hen zijn.
En waarom zouden wij het niet
onder elkander verdeelea? vroeg Ber
gounhoux; dat zou onbillijk zijn, de
honger is voor ons allen hetzelfde.
Dus als er brood was, dan zou
den we twist gekregen hebben. Gij
hebt beloofd mij te zullen gohoorza
men; maar ik zie, dat gij mij niet
gehoorzaamt, dan na. uw misnoegen
te kennen gegeven en na met elkan
der uitgemaakt te hebben of ik recht
vaardig handelde.
Bergounhoux zou gehoorzamen.
Er zou misschien een twist vu
orvtstaan, en twisten mogen wij niet,
ik zal u dus zeggen, waarom Rémi
en Carrory het brood zouden gehad
hebben. Niet tk heb dat zoo bepaaiu,
maar de wet: „De w et heeft gezegd,
dat wanneer bij eene algenieane ramp
verscheidene personen omkomen, de
oudste beneden de zestig jaren geacht
zal worden, do anderen te hebljfen
overleefif', waarin opgesloten tipt
dot Rémi en Carrory, uithoofde van
hun jeugd, minder weerstand aan
den dood zullen bieden dan Pagès en
Compayrou.
Gij zijt toch ook ouder dan zestig
jaar.
O, Ik. tel niet mede; liovendien
ben ik gewoon mij zeer matig te voe
den.
Dus zou het brood, als ik het ge
had had, toch vooir mij wezen? vroeg
Carrory.
Voor u en Rémi.
Als ik hel. niet had willen geven?
- Dan zou men het u hebben afge
nomen; gij hebt gezworen te gehoor
zamen. Hij zweeg geruimea tijd;
eensklaps haalde hij iets uit zijn
muts te voorschijn.
Daar hebt gij een stuk.
Die muis van Carrory was dus on
uitputtelijk
Carrory spande alle krachten in
om zijn muts te behouden, maar hij
moest voor d© overmacht zwichten en
de muts werd aan den meester over
handigd.
Dczo verzocht om de larnp em wierp
toon een blik tusschen de voering van
hel hoofddeksel. Hoewel wij niet in
en zeer vroolijken toestand waren,
werd dit onderzoek niet vreugdege
juich begroet.
De muts bevatte: een pijp tabak,
een sleutel, een stukje worst, een
perzikpit waarvan een fluitje was
gemaakt, afgekloven schapccoielet-
len, drie verscho noten en een ui. Zij
was dus provisiekast en kleedingstuk
tevens.
Het brood en d© worst zullen we
tusschen Rémi cn u verdeelen.
Maar ik heb nu reeds honger,
hernam Carrory op smeekenden toon.
Van avond zult gij nog meer
honger hebben.
Hoe jammer dat hij geen horloge
ook in zijn pet heeft! Wij zouden nu
weten hoe laat het was; hel mijno
stkut stil.
Het mijn© ook.
De gedachte aan een horloge brach:
ons tot de werkelijkheid terug. Hoe
laat was het' Ho© l.mg bevonden wij
ons in de gang? Wij wisseldon daar
over van gedachten, maar konden
het niet eens worden. De ©en meende,
dat het twaalf uur in den morgen
was; d© ander, dat het zes 's avonds
was. Hiermede bedoeld© deze. dat
wij reeds tien uren en d© anderen,
dat wij pas vijf uren waren opgeslo
ten.
Dit was het eerst© verschil van ge
voelen, dat zich openbaarde, ©en ver
schil, dat ook later bij herbolhiz Week
en een groot© verwijdering teweeg
bracht. ij waren niet in een stem
ming om to spreken, alleen om iets
te zeggein. Toen de gedachtewisseling
over den tijd geëindigd was, zwegem
allen en ieder scheen zich aan zijn
eigen mijmeringen over te geven.
Waarover liepen de mijmeringen
van mijn kameraden'? Ik weet het niet
maar ais ik ze beoordeel naar de
nüjne, dan waren ze verre van op
beurend. Ondanks den beslissenden
invloed van den meester, was ik nog
volstrekt zoo zeker niet, dat we gered
zouden worden. Ik was bans voor
het water, bang voor d© duisternis,
bang voor den dood. Die stilte drukte
mij loodzwaar; die donker© wanden
van de gang schenen mij toe met al
hun zwaarte op miin lichaam te rus
ton. Zou ik dan nooit Liz© terugzien,
noch Martha, noch Alexis, noch Ben
jamin? Wie zou z© bij elkander hou
den. wanneer ik er niet meer wezen
zou? Zou ik dan Arthur niet moer
weerzien, noch mevrouw Milligan,
noch Mattia'? Zou men ooit aan Liz©
kunnen doen begrijpen, dat ik dood
voor haar was? En moeder Barbenn,
arm© moeder Barberini Mijn gedach
ten werden hoe langer hoe treuriger;
©n wanneer ik tot eenige afleiding
een blik wierp op mijn makkers, zag
ik, dat zij even droevig gestemd wa
ren ais ik, en gaf ik mij weder aan
mijn zwaarmoedig gepeins over. Zij
echter wareu aan liet leven in de
mijn gewend en daardoor gevoelden
zij minder behoefte aan versche lucht,
licht en zonneschijn; do aarde woog
bun niet zoo zwaar.
Plotseling maakt© de stem van oom
Gaspard een einde aan deze stilte.
Ik denk, dat men niets voor onze
redding beproeft.
Waarom denkt gij dat?
Wij hooren niots.
De stad is verwoest, hot was een
aardbeving.
Of men meent, dat wij allen vcó
loren zijn en dat er niets voor ons t«
doen is.
(Wordt vervolgd.)