De Europeesche Oorlog. Alleen op ie Wereld TWSEDE BLAD. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 3 FEBRUARI 1916 De oorlog ln do Incbt. Dsmmen op Salonlki en Monastir geworpen. 't iantal slachtoffers ran de Zeppelin-bommen li Parijs. De Entente en Griekenland. Ontstemming in Griekenland tegen de Entente. De AmerikaansGhe voorstellen over den zee-oorlog. 't Gebeurde met de Otficieel nieuws. Aan de stafberichten ontleenen we: WESTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitse li en staf: Lens is weer door de Franschen be schoten. Een groot Frarusoh vliegtuig is, door Duitsch afweeiVuur Retroffen, ten N.O. -van Cbauny. Revallen. De inzittenden zijn gewond gevangen genomen. Van den Franschen staf In den Elzas brachten dc Fransche batterijen een munitiedepót tol ont ploffing bij Orhey. OOSTELIJK OORLOGSVELD. Van den Duitschen 6taf Sterke Russische afdeclinRen wer den door Duitsche verkenningsafdee- lincer aan dc Wiesiëloecha, ten zaïi- den van Kuchecka Wola (tu&fcchen de Stochod en de Styr), aanRevallen en Uiteengeslagen. Van den Oostenrijkschen Btaf Voor de burggeschans ten noord westen van Usciesako werden de Russen door münen-aanvallen Re- noodzaakt. hun voorste loopgraven te Verlaten. Van den Russischen staf: Zuid-Oostelijk van Schloss Kokr ken hue en poogden een troep Dut- schers in witte boerenkielen gekleed, het ijs van de Dwina te breken doch tij werden door het Russische vuur uiteengedreven. Bij het Marotsch-meer hebben de Duitschers projectielen van groot ka liber, die een eigenaardige lucht verspreidden, op ons afgeschoten. ZUIDELIJK OORLOGSVELD. Van den Italiaanschen staf: Ten zuiden van de Isonco werd het spoorwegstation en het Morarodis- trict door de Oostenrijksdie artille rie beschoten, waarbij eenige burgers werden gedood. Van den Go stenrijkschen staf In het Sugana-dal ten westen vaja Roncegno werden verscheidene aan vallen van Italiaansohe bataljons afgeslagen. Aan de helling van den Gol di Lana namen de Oostenrijkers in een ge vecht van man teRen man een 6aDDenstellinR van de Italianen en lieten deze in de lucht vliegen. Aan het Isonzo-front artillerie- Kevechten. Uit Servië en Montenegro BOMMEN OP SALONIKI. Do „Daily ChTon." verneemt uit SalonikiTijdens de Zeppelinraid is volstrekt geen schade in militair op zicht toegebracht. De eorete bommen beschadigden een dak, terwijl alle ruilen in den omtrek werden vernield. Een volgend projectiel trof een ma gazijn, waarin groote hoeveelheden tinker en olie waren opgeslagen. De brand, ham dadelijk groote afmetin gen aan. Do Grieksche brandweer rukte uit en hielp de Fransche sol daten en Eugelsche marinieie. Een andere bom vermelde een klein huis bij de moskee, waarbij twee vrouwen en eon man werden gedood. De aan val duurde tien minuten. Men gelooft, dat de Zeppelin kwam uit een loods te Ueskjueb. Do „Times"-correspondent te Salo niki meldt: Dinsdagmorgen om drie uur werd een luchtaanval op de stad godaan er werden 16 bommen geworpen, waarvan eenige op de haven. Drie Grieksche, tweo Bntsche en één Fransche soldaat werden gedood, ter wijl 20 Grieksche en Joodscho bur gers gewond werden. Verscheidene huizen en wimpels en een moskee zijn verwoest, terwijl een groot ma gazijn tot den grond afgebrand is. Beritiht van den Duitschen staf Duitsche vliegers namen waar, dat de havenwerken van Saloniki groote branden ontstonden, klaarblij- keliik ten gevolge van de actie der Duitsche luchtschepen. EEN VLIEGER NEERGESCHOTEN. Reutor seint uit Saloniki Door dc geallieerden fs bij Topsin een Duitsche vlieger neergeschoten de beide aviateurs werden gevangen genomen. VLIEGTUIGEN ROVEN MONASTIR. Uit Sofia wordt aan de „Voss. Zei- tung" geseind, dat volgens een offi- cieele mededeeling in het „Militaire Blad"- op 23 Januari twaalf vliegtuij gen van de Entente gedurende 15 minuten de stud Monastir gebombar deerd hebben 29 personen werden gedood en gewond, onder wie twee Bulgaaredhe soldaten en een Duit sche soldaat, de overigen waren bur gers en kinderen van Grieken. Geen militair object werd beschadigd. DE KRIJGSBEDRIJVEN. Bericht van den Ooetenrijk- scben staf In Albanië viel de zuidelijke oever van de Mati zonder gevecht ln han den der Oostenrijkers. In Montenegro is het volkomen rustiger viel niets bijzondere voor. De ..Deutsche Tagesztg." verneemt uit Cattaro. dat de tegen de kust van Albanië oprukkende Oostenrijksche strijdkrachten reeds voorbij San Gio vanni di Medua zijn getrokken, zon der den gei;ruiten tegenstand ont moet te hebben. Niet alleen Montene- grijnen, doch ook Servische troepen- afdeelingen, die de Oostenrijkers on derweg tegenkwamen, hebben' de wapens neergelegd. In verschillende steden van Montenegro werden nog voor de aankomst der Oostenrijksohe troepen de geweren in kerken verza meld, en de binnentrekkende Oosten rijkere voriden er vreedzame arbei ders. in plaats van soldaten. De naar Montenegro gezonden Fransche troe pen. die hulp moesten verleenen. tn het geheele Fransche personeel van het draadlooze station, zijn nog vóór de aankomst der Oostenrijkers op de vlucht gegaan het draadlooze sta tion werd vernield. Uit het Oosten rijksche oor logspersbureau wordt gemeld: Het legerbericht zegt. dat de toe stand in Montenegro rustig is, terwijl de houding van de bevolking niet: wenschen laat. Als illlustratie van dit bericht kan het feil dienen, dat in de laatste da gen talrijke Montenecrijnen verzocht hebben, als vrijwilliger tegen Italië te worden aangenomen. Zulke aanbie dingen moeten natuurlijk op volken rechtelijke gronden worden afgesla gen, maar zij zijn zeer teokenend voor do sympathieën, welke Italië ook bij nïet-Oostenrijkschc of Hon- gaarsche bewoners van de Oostkust van de Adriatische Zee geniet. Zeer vele Montenegrijnen doen ook het verzoek, in het binnenland van de monarchie wérk te mogen zoeken, aangezien de jarenlange oorlog hun elke bestaansmogelijkheid in het va derland ontnam. Met deze wenschen zal naar belmoren rekening worden gehouden. Natuurlijk moeten onze Roepen in hei Ewaarbepibefde land hard werken ter verbetering Van d- toestanden, in de eerste plaats op het gebied van verpleging en hygiëne. DE BEZETTING VAN KARA BOEROEN. Naar bet Wolff-bureau meldt wordt aan de „Corriere della Sera" uit Athene gemeld De Entente-vijandige bladen hi Griekenland schrijven over de be zetting van Kara Boenoen op eene wijze, die dc openbare meening kan opwinden. Na Embroe bezetten de Entente troepen het fort met do bajonet op het geweer, zonder eerst de Grieksche autoriteiten te waarschuwen. Aan den berelwerenden Griekschen offi cier werd een schriftelijk bevel ge toond van heit Fransche hoofdkwar tier. waarin ten onrechte van een re geling met den Griekschen generalen staf gesproken werd. Aan het ver zoek van den officier, om het docu ment te laten, werd niet voldaan. Tijdens de bezetting waren alle En tente-troepen in Saloniki geconsig neerd en de wegen naar Kara Boc- roen afgezet. Deze feiten maakten op de Griek sche burgers en militaire autoriteiten diepen indruk. De Grieksche regee ring zal nrotcfsteeren. Het Atheen- sehe blad „Nea Hemera" meldt, dat de troepen den fortcommandant twee uur tijd gaven om eich te onderwer pen en een Grieksche cavalerie brigade, welke voor een oefening Saloniki wilde vorlaten, werd door de Fransche troepen gedwongen orn de stad te.rug te keeren. De Franschen maakten zich meester van de in he»t fort voorhanden zijnde ka nonnen en munitie. Onbeschrijflijk Hs de verontwaardi ging in Griekse'militaire kringen, daar de gezanten van de Entente en Sarrail zich verbonden hadden, om Kara Bocroen nlot te bezetten. De „Athenai" zegtdoor de bezet ting van Kara Boeroen wordt de ge wapende neutraliteit van Grieken land een bespotting. NOG MEER GRIEKSCHE EILAN DEN BEZET De ..Deutsche Tageszeftung" ver neemt uit Rome. dat aan de Griek sche regeeringis meegedeeld, dat het Viervoudig Verbond voornemens is 10 eilanden in de Middellandse!)? en in de Aegeïsche Zee in te richten tot steunpunten van torpedobooten voor het opsporen naar geheime sta pelplaatsen van voorraden voor Duit sche en Ocetenriiksche ondcraeeboo- ten in deze watoren. GEVANGEN GENOMEN. Do „Daily Chron." verneemt uit Saloniki Een Engolsche vrachtboot verliet juist do haven, toen een Duitsche duikboot verscheen en op het schip vuurde zonder ernstige schade te ver oorzaken. Het echip seinde draadloos om hul'pt terwijl een kleine sloep met eon officier en vijf man de duikboot verliet, om het schip te doorzoeken. Een Fransche torpedojager verscheen snel ten tooneele en de Duitschers hadden geen tijd meer om naar de duikboot terug te keeren, die onder dook on verdween. De vrachtboot koorde onder' geleide van de torpedo jager naar Saloniki terug met zes krijgsgevangenen aan boord. DE VRIJGELATEN CONSULS. Uit Berlijn wordt gemeld: Ten gevolge van de invrijheidstel ling der te Saloniki gevangen geno men Duitsche, Ooster.rijksch-Hon- gaarsclie, Bulgaarsche en Turksclie consuls, lieeft do Turksclie regeering de invrijheidstelling bevolen van de in hechtenis genomen consuls der met Turkije oorlogvoerende stalen. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden DE OOKLOG TUSSCHEN ITAIJ6 EN OOSTENRIJK. De Italiaaneche legatie te 's-Gra- venhage ontving een telegram van de Itaiiaansche Regeering, waarin een overzicht wordt gegeven van den stand der krijgsbedrijven aan dit front. Er wordt allereerst gewezen op den ongunstigien toestand van do Itaii aansche militaire grens van 800 K.M den aard van de hooge en moeilijke Alpenstreek, die het oorlogsterrein vormt, beslaande uit dien slagboom van. de Alpeu, welke voor een groot deel in het bezit van den vijand zijn en het krachtig vestingstelsel, waar door Oostenrijk in vredestijd zijn grenzen had versterkt en hetwelk het tijdens Italiö's onzijdigheid met 'koortsachtige bedrijvigheid had aan gevuld met veldwerken. Deze verde diging s versper ring werd bewerkt door drie Oosten rijksche legers welke on geveer 12 legerkorpsen bevatten. Het overzicht brengt vervolgens In herinnering dat het met het oog op de formaties van de Itaiiaansche grens en het doel van den oorlog, noodzake lijk was op de meeet doeltreffende wijze met de krijgsverrichtingen der geallieerden samen te werken op de oogenblikiken. waarin het krijgsgeluk in Rusland aan de centrale keizerrij ken gunstig was. Do Itaiiaansche be volvoering besloot offensief op te tre den niet alleen langs de Isonzo-grens, maar ook in het vierkant van den Boven-Trentino en den Boven-Etsch met onmiddellijk doel er eenige bij zondere belangrijke punten te bezet ten en op de best mogelijke wijze dri dreigend») deel van de grens te ver beteren. De krijgsverrichten namen overal een beslist aanvallend karakter ean. Het leger toonde groote dapperheid, giroote zelfverloochening!, onwankel bare taaiheid en geestdrift, welke door de moeilijkheden van den oorlog nog verhoogd werden. Breedvoerig worden de vorderingen nagegaan, die qp verschillende deoien van 't front door de Italianen behaald zijn. Daarna wordt opgemerkt Langs het geheele front moest de tegenpartij den druk ondervinden, hoezeer zij zioh wanhopig aan het ter rein vastklemde om uit de etericte hare stellingen, de eenige hoop te put ten, zich te kunnen handhaven zij, die nog kort geleden invallen en mi litaire wandelingen hadden beraamd tot in het hart der Po-vlakte. Toch beeigde de vijand geweldige strijd krachten, en verloor meer dan 30000 gevangenen, vijf kanonnen, 65 machi negeweren, verscheidene duizenden bommenwerpers en overvioodigen schietvoorraad en ooriogsmaterieel. Het Itaiiaansche leger, hoezeer ver plicht voortdurend in een toestond van minderheid den strijd te voeren tegenover eon vijand die over over- heenschendo stellingen en een goed voorbereid terrein beschikte, heeft gedurende acht maanden zijn harden strijd en zijn aanvallende houding vol gehouden. Met vuur en hardnekkig heid strijdend in het hoogste en ruw ste der Europeesche terreinen van den oorlog, het slechte weder, de ver moeienissen en de grootste moeilijk heden moedig dragend, heeft het een gerechtvaardigde vermaardheid van dapperheid verworven en den eerbied zelfs van den vijand weten af te dwin gen. Het legerak't dientengevolge 't nieuwe jaar tegemoet met gerecht- vaardigden trots over do verrichte heldendaden en een onwankelbaar vertrouwen in de toekomst. Kracht puttende uit 't voorbeeld van den Ko ning, die de eerste onder allen is bij alle gebeurlijkheden van den oorlog, gesteund door de voortdurende en leedere zorgen van het vaderland, put het leger uit de overwonnen zware beproevingen den aandrang om in de toekomst zijn pogingen te verveel voudigen, totdat het volkomen het roemrijk doel zal bobben bereikt, door den wil der Natie aan het leger aan gewezen- Uit Duitschiand. DE TEXTIEL-QUAESTIE De Duitsche regeering heeft zoo- als we reeds in 't kort meldden een regeling opgemaakt voor de fabrica tie en het gebruik van textielwaren. De „Kóln. Ztg.", dezen maatregel besprekend wijst er op, dat alle voor spellingen, voor en tijden® den oorlog gedaan, vooral pp economisch go- bied onjuist zijn gebleken. Er waren staathuishoudkundigen due bij een eenigezins langen duur van den oor log een volkomen stilstand in de pro ductie voorspelden, en anderen, die een tijd van volkomen werkloosheid voorzagen. De gebeurtenissen hebben doen zien, zegt het Keulsche blad, dat zij ongelijk hadden. Er is integen deel, een gebrek aan werkkrachten, en de productie wordt geregeld voort gezet. Al is het niet op dezeilde wijs en vooral niet van dezelfde artikelen als voor den oorlog. De regelingen, die de regeering ge maakt beeft voor de gelijkmatige verdoeling van brood en aardappelen, hebben goed gewerkt. Het is te verwachten, dat ook de maatregelen voor de textiel-industrie uit verstandige voorzorg zijn gemaakt, al kan het volk wellicht de redenen niet inzien, die voor deze maatrege len noodig zijn. De meening, dat er gebrek is aan ruwe stoffen, moet, naar de „Köln. Ztg." verzekert, he slist worden tegengesproken. De aanwezige voorraden zijn nog voor geruimon tijd toereikend, en de gele genheid om die voorraden aan te vul len uit het zuidoosten, is, door de ope ning van den Balkanspoorweg, toe genomen. Slechts voorzorg en voor zichtigheid hebben een regeling noo dig gemaakt. Heeds voor goruimen tijd werd het gebruik van ruwe stoffen voor de textiel-industrie geregeld, thans wordt ook een regeling getroffen voor de afgewerkte goederen De broodkaartenregelmg. die in de prak tijk blijkt te voldoen, gaf het voor beeld voor de regeling van het ge bruik der textielproducten. Deze regeeringismaatregel herinnert echter tevens het geheele volk aan den plicht der zuinigheid. Maar de maatregel zal ook gevolgen hebben voor velen, die nu nog met te over zien zijn, vooral voor hen, die in de textielnijverheid wërkeaam zijn. En dan zegt het Keulsche blad „Het groote nationale döel moet met vele sociale hardheden gekocht worden. Hieruit zullen voor leger, staat en werkgevers zeker nieuwe plichten ontstaan", ten aanzien van hen, die door dezen maatregel worden getroffen. 't Duiteche persbureau Norden meltd nog Bij het in beslag nemen van de textiel-goederen, waardoor de textiel industrie en de confectie getroffen worden, dient te worden opgemerkt, dat de detailhandel de werking van dezen maatregel eerst tegen d/en ko- menen winter zal gevoelen, aangezien de voorjaars- en zomennarkt bereids gedékt ia Bovendien ie het buiten twijfel, dat na opneming van don voorraad groote hoeveelheden voor don handel zullen vrijkomen, zoodat eon groote ramp ziich niet zal voor doen. Voor dc vrijgekomen arbeids krachten zal blijkens de offcieelc beschikkingen moer dan voldoende worden gezorgd aan andere takken van nijverheid, welke gebrek aan werklieden hebben, zal de toevloed aan arbeidskrachten hoogst welkom zijn Wanneer mi de tegenstanders van* Duitschiand van deze maatrege len iets in hun voordeel verwachten, zullen zij teleurgesteld worden. Uit Engeland. DE HANDEL NA DEN OORLOG. In Guildhall te Londen heeft de vergadering plaats gehad van afge vaardigden van verschillende Kaniers van koophandel en dergelijk© licha men. bijeengeroepen overeenkomstig den wcusch der Kamer te Londen, waarin maatregelen tot bevordering van hande! en industrie na den oor log werden behandeld. De vergadering, die door een groot aantal autoriteiten en mannen vair naam op gebied van handel en nij verheid en door de commercieele ver tegenwoordigers van de Engelsche dominions en protectoraten werd bij gewoond. werd gepresideerd door den Lord Mayor van Londen. Deze verklaarde, dat, wat er ook gebeure. do betrekkingen tusschen Engeland en zijne vijanden van heden nooit w eer zóó zouden mogen worden, ais zij vóór den oorlog waren. Er zou een nauwer verband tusschen het moederland en de koloniën en do minion® moetep gelegd worden, ter wijl bovendien tusschen Engeland en zijne bondgenooten alle belemme ringen voor een ruim. vriendschap pelijk handelsverkeer, uit den genmnd moesten worden. Sir George Pragnell drong aan op hervorming van de technisohe- en handelsopleiding in Engeland, die noodig is. zal het land zijne positie handhaven. Bovenal moet Duitsch iand als maritieme mogendheid en als commercieele concurrent vernie tigd worilen. De consulaire dienst moet verbeterd en uitgebreid wor den en de knapste en meest ener gieke mannen daarvoor uitgekeeen worden. De voorzitter van de ..Association of Chambers of Commerce", Sir Al gernon Firth, stelde eene motie voor, waarin de oprichting van een minis terie van handel noodzakelijk wordt verklaard. Reeds in 1869 hadden de Kamers van Koophandel hierop aan gedrongen en in de troonrede van 1905 wks eene toezegging in dien gees', gedaan. Lord Desbo rough stelde eene motie voor. waarin de regcering wordt"uit- gtnoodigd, stappen te doen voor nau were samenwerking tusschen Enge land. zijn© koloniën enz. en de ge allieerden. om te zorgen, dat Duitschiand nooit weer eenigen be- langriiken invloed op den handel van het Britsche Riik zou krijgen. De Lord Provoost van Glasgow stelde voor. eene deputatie té benoe men, die de regeerina de wenschen der vergadering zou voorleggen en in die deputatie ook arbeiders op te namen. ..Er dansen zwarte stipjes voor mijn oocen. dokter", klaagde een jonge patiënt. „Dat is heel vervelend en eentonig." ..Ja. zij schijnen nooit eens een nieuwen dans te leeren." Rijd als de duivel schreeuwde Smit. terwijl hij in een taxi eprong. Met een ruk*sprong het voert-i.g vooruit en weg renden z:i ats be zetenen. Krak Zij rukten het wiel van een voorbijrïidenden wagen af. ,,Hu hu 1" Het scheelde maar een haar. of zij hadden een klein kind overreden. Klang I Zij beitsten tegen een inelk- wacen aan. Menschen schreeuwden, politieagenten staken hun handen op. terwijl de taxi de eene straat uit en de andere in stoof, op twee wielen de hoeken nam en iederen lantaren paal dreigde omver te rijden. Einde- lijk. na een half uur lang woest door gereden te hebben, gingen zn lang zaam een smalle dwarsstraat in en Srnit stak ziin hoofd uit 't raampje. „Zijn wij er bijna?" vroeg hij ademloos. De chauffeur keerde zich om op zijn zitplaats. Waar wou u heen, mijnheer?" vroeg hij. ..Op hetzelfde oogenblik met xier meisjes tegelijk verloofd Hoe 's zoo n gedrag te verklaren „Cupido moet met een machine geweer op mii geschoten hebben, ver onderstel ik 1" Onze Lachhoek De Lord-Mayor van Birmingham orzdensteunde dit voorstel. De Engel sche arbeiders zijn evenzeer als de handel en de industrie betrokken bij de ter vergadering behandelde angstukken, en bovendien was het vaak gebleken, dat de arbeiders- vertegenwoordigers dikwijls een grooteren invloed op het Kabinet héfcben. dan dc patroons. Alle moties, die ter vergadering voorgesteld waren, worden eenstem mig en onder applaus aangenomen. VROUWENARBEID IN DE MUNI TIE-INDUSTRIE. Reuter seint uit Lorden Do invoering van eon groot aantal vrouwelijke arbeidskrachten in de munitie-industrie, ter versnelling der productie, blijkt een eucces. Niet aHoen werken mannen en vrouwen van harte samen, maar de vrouwen bleken ook voorej zeer bedreven in 't fijnere werk. Do meest optimistischs verwachtingen zijn nog overtroffen, in eommig© gevallen steeg de produc tie vijfvoudig. Bij het contröleweric vooral toonden do vrouwen groote be kwaamheid. Zij ontdek >;©n spoediger de fouten dan de mannelijke beamb ten. De opvatting neemt dan ook m technische kringen toe. dat het ge- wenscht is op grooter schaal van vrou wenarbeid gebruik te maken. Uit Frankrijk. DE SCHILDERIJEN VAN IIET LOUVRE. Men zal zich herinneren, dat bij dé nadering van de Duitschers in het najaar van 1914 de kunstschatten van het Ixmvre in allerijl ingepakt en naar het zuiden gezonden zijn. Thans schijnt bü den onder-minis ter voor echoone kunsten het plan te bestaan, de Louvre-schilderijen m de stad. waarheen zij in veiligheid ge bracht ziin. ten toon te stellen. Verschillende Maden, met het „Journal des Débats" aan het hoofd, verzetten zich met klem tegen dit plan. Het ..Journal des Débats" vertel!, dat tijdens den overhaasten tocht naar het zuiden verschillende schil derijen beschadigd ziin. zoodat zij met groote zorg moeten worden bij gewerkt. hetgeen alleen op degelijke wijze te Parijs kan geschieden. Toen de schilderijen in -het zuiden ar.nkwair.en. heeft men de haastig én vluchtig ingepakte schilderden van een betere emballage voorzien, waarvan ze dus .thans weer zouden moeten worden ontdaan om daarna w eer "ingepakt te worden voor de te rugreis naar Pariis. En zoo is er meer. zoodat het blad sterk betwij felt. of het ïntellectueele en artistieke profijt, hetwelk de bevolking van de betrokken stad in het zuiden van een tui leenstelling eventueel zoude trek ken. wel nou opwegen teae.ii 't groote gevaar, aan een en ander verbon den. Het blad hoopt, dat de onder minister op zijn plannen zal terug komen. FEUILLETON HECTOR MA LOT. 83) De vader dacht aan zijn zoon... Met moeite slechts ademden wij de lucht in; ik gevoelde mij bedrukt en aanhoudend suisde het m mijn ooren. Misschien verkeerd© de meester in een minder bewusteloozen toestand dan wij, of wildo h j daartegen s:rij den en ons beletten om er ons aan over te geven; althans hij was de eer ste, die de stilte verbrak: Nu, zeide hij, mooien wij eens zien hoo groot onze voorraad eetwa ren is. Gelooft gij dan, dat wij lang zul len opgesloten blijven? viel oom Gas- pard hem in de rede. Neen, maar wij moeten ome voorzorgen nemen; wie heeft er brood bij zich? Niemand gaf antwoord. Ik, zeide ik, ik heb een korfje brood in mijn zak. In welken zak? - In mijn broekzak. Dan zal het wel doorweekt zijn; maar laat het ons toch eons zien. Ik stuk mijn haind in den zak, waar in ik dien morgen een snede verseh brood bewaard iiad; ik haalde 'n stuk deeg te voorschijn, dat ik op het punt was om teleurgesteld weg te werpen, toen de meester mij weerhield. Bewaar het nog, hoe slecht het ook is, gij zult het spoedig genoeg lekker vinden. Dat was geen geruststellende w aan. schuwing, maar wij sloegen er geen acht op; later eerst kwamen die woor den mij weder in het geheugen en bewezen mij toen, dat de meester van het eerste oogenblik af hel volle ba wustaijn van onzen toestand had, en al zag hij nu niet juist in, welk een gebrek aan voedsel ons to wachten zou staan, en hoe vreeselijk wij daar onder zouden lijden, hij begreep toch ten volle met welke moeilijkheden ouzo redding zou gepaard gaan. Heeft nog iemand van. u brood? vroeg hij. Men gaf geen antwoord. Dat is jammer, vervolgde hij. Hebt go dan honger? vroeg er een. Ik spreek niet voor mezelf, maar voor Rémi en Carrory; het brood zou voor hen zijn. En waarom zouden wij het niet onder elkander verdeelea? vroeg Ber gounhoux; dat zou onbillijk zijn, de honger is voor ons allen hetzelfde. Dus als er brood was, dan zou den we twist gekregen hebben. Gij hebt beloofd mij te zullen gohoorza men; maar ik zie, dat gij mij niet gehoorzaamt, dan na. uw misnoegen te kennen gegeven en na met elkan der uitgemaakt te hebben of ik recht vaardig handelde. Bergounhoux zou gehoorzamen. Er zou misschien een twist vu orvtstaan, en twisten mogen wij niet, ik zal u dus zeggen, waarom Rémi en Carrory het brood zouden gehad hebben. Niet tk heb dat zoo bepaaiu, maar de wet: „De w et heeft gezegd, dat wanneer bij eene algenieane ramp verscheidene personen omkomen, de oudste beneden de zestig jaren geacht zal worden, do anderen te hebljfen overleefif', waarin opgesloten tipt dot Rémi en Carrory, uithoofde van hun jeugd, minder weerstand aan den dood zullen bieden dan Pagès en Compayrou. Gij zijt toch ook ouder dan zestig jaar. O, Ik. tel niet mede; liovendien ben ik gewoon mij zeer matig te voe den. Dus zou het brood, als ik het ge had had, toch vooir mij wezen? vroeg Carrory. Voor u en Rémi. Als ik hel. niet had willen geven? - Dan zou men het u hebben afge nomen; gij hebt gezworen te gehoor zamen. Hij zweeg geruimea tijd; eensklaps haalde hij iets uit zijn muts te voorschijn. Daar hebt gij een stuk. Die muis van Carrory was dus on uitputtelijk Carrory spande alle krachten in om zijn muts te behouden, maar hij moest voor d© overmacht zwichten en de muts werd aan den meester over handigd. Dczo verzocht om de larnp em wierp toon een blik tusschen de voering van hel hoofddeksel. Hoewel wij niet in en zeer vroolijken toestand waren, werd dit onderzoek niet vreugdege juich begroet. De muts bevatte: een pijp tabak, een sleutel, een stukje worst, een perzikpit waarvan een fluitje was gemaakt, afgekloven schapccoielet- len, drie verscho noten en een ui. Zij was dus provisiekast en kleedingstuk tevens. Het brood en d© worst zullen we tusschen Rémi cn u verdeelen. Maar ik heb nu reeds honger, hernam Carrory op smeekenden toon. Van avond zult gij nog meer honger hebben. Hoe jammer dat hij geen horloge ook in zijn pet heeft! Wij zouden nu weten hoe laat het was; hel mijno stkut stil. Het mijn© ook. De gedachte aan een horloge brach: ons tot de werkelijkheid terug. Hoe laat was het' Ho© l.mg bevonden wij ons in de gang? Wij wisseldon daar over van gedachten, maar konden het niet eens worden. De ©en meende, dat het twaalf uur in den morgen was; d© ander, dat het zes 's avonds was. Hiermede bedoeld© deze. dat wij reeds tien uren en d© anderen, dat wij pas vijf uren waren opgeslo ten. Dit was het eerst© verschil van ge voelen, dat zich openbaarde, ©en ver schil, dat ook later bij herbolhiz Week en een groot© verwijdering teweeg bracht. ij waren niet in een stem ming om to spreken, alleen om iets te zeggein. Toen de gedachtewisseling over den tijd geëindigd was, zwegem allen en ieder scheen zich aan zijn eigen mijmeringen over te geven. Waarover liepen de mijmeringen van mijn kameraden'? Ik weet het niet maar ais ik ze beoordeel naar de nüjne, dan waren ze verre van op beurend. Ondanks den beslissenden invloed van den meester, was ik nog volstrekt zoo zeker niet, dat we gered zouden worden. Ik was bans voor het water, bang voor d© duisternis, bang voor den dood. Die stilte drukte mij loodzwaar; die donker© wanden van de gang schenen mij toe met al hun zwaarte op miin lichaam te rus ton. Zou ik dan nooit Liz© terugzien, noch Martha, noch Alexis, noch Ben jamin? Wie zou z© bij elkander hou den. wanneer ik er niet meer wezen zou? Zou ik dan Arthur niet moer weerzien, noch mevrouw Milligan, noch Mattia'? Zou men ooit aan Liz© kunnen doen begrijpen, dat ik dood voor haar was? En moeder Barbenn, arm© moeder Barberini Mijn gedach ten werden hoe langer hoe treuriger; ©n wanneer ik tot eenige afleiding een blik wierp op mijn makkers, zag ik, dat zij even droevig gestemd wa ren ais ik, en gaf ik mij weder aan mijn zwaarmoedig gepeins over. Zij echter wareu aan liet leven in de mijn gewend en daardoor gevoelden zij minder behoefte aan versche lucht, licht en zonneschijn; do aarde woog bun niet zoo zwaar. Plotseling maakt© de stem van oom Gaspard een einde aan deze stilte. Ik denk, dat men niets voor onze redding beproeft. Waarom denkt gij dat? Wij hooren niots. De stad is verwoest, hot was een aardbeving. Of men meent, dat wij allen vcó loren zijn en dat er niets voor ons t« doen is. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5