liaan Btnui
Alleen op de Wereld
TffiiêDE BLAD
VrUdag 17 Maart 1916
Op hei Westelijk
oorlogsveld.
De staiberichten.
D© Duitscho staf meldt
In. Vlaanderen en vooral in de na
bijheid van de kust nam de artillerie-
aclie aanmerkelijk Ln hevigheid toe;
evenzoo bij Royo en Vil!e-au-Bois
(noordwestelijk van Reims).
In Champagne deden de Fran-
teken, na een krachtige, doch vruch-
telooz'e arUlleristische voorbereiding,
een aanval zonder eenig gevolg op_ de
Duilsche stellingen ten zuiden van
SI. Soupiet en westelijk van den weg
Soimne Py—Souainurelke aan de
Duilsche weinige, hun zeer vele ver
liezen kostte. De Duitschers namen
bovendien twee officieren en ISO on-
gekwetste manschappen gevangen en
veroverden twee mitrailleurs.
Op den 1 Lnker-Maasoever werden
pogingen van de Franschen, om den
•Duitsehers den Mort Homme en de
boschstellingen ten noordoosten daar
van te ontrukken, in de kiem ge
smoord.
Tusschen Maas en Moeoel is de toe
stand onveranderd.
Ten zuiden van Nieder-Aspach dron
gen Duitsche patrouilles na een werk
zame beschieting. door in de Fransche
loopgraven, vernielden verdedigings
werken en brachten eenige krijgsge
vangenen en buit mee terug.
In oen luchtgevecht werd een
Fransoh vliegtuig zuidoostelijk van
[Reine (in Champagne) naar beneden
geschoten. De inzittenden verbrand
den. Vliegers der geallieerden her
haalden Woensdagnacht den aanval
op het Duitsche hospitaal van Labry
(oostelijk van Conflans). De eerste
sanval had plaats in den nacht van
13 Maart. Militaire schade werd niet
aangericht. Ben vrouw werd zwaar,
twee kinderen werden licht gewond.
De Fransche staf maakt be
ken!
Fransche patrouilles konden vast
stellen. dat de Fransche artillerie
met sucees bil Nieuwpoort de Duit
sche lui sist ellingen beschoot., waar
door de Duitsche loopgraven werden
beschadigd.
Ten noorden van Verdun "Woens
dagnacht geen enkele infanterle-
aclie. De artilleriebeschieting werd
vrii slap voortgezet op den linker
Maasoever, doch sterker op den
rechter oever bij Haudromont en
Damloup.
De Fransohe artillerie beschoot he-
vie de streek ten westen van Douau-
mont, waar de Duitschers met graaf
werk bezig waren.
In Woëvre bombardeerden d'e Fran''
Bchen Duitscho convooien.
In de Vogezen ten zuiden van
Tulir vielen de Duitschers do Fran
sche stollins en aan bii Bumhaupt;
eii werden echter dadeliik tot staan
gebracht.
Tegenspraak van een
Duitsch suoous.
Havas seint uit Parijs
In het Duitsche legerbcricht van lo
Maart wordt medegedeeld, dat de
Silezische troepen hun linies ten wes
ten van het Bois dea Corbeaux op de
hoogte Mort Homme vooruit hebben
gebracht. Deze opzettelijk onduidelijk
gestelde mededeeling dient nader
gepreciseerd te worden Den 15den
Maart hebben de Duitschers een
heviger aanval gedaan on een front
■van meer dan vier K M. Deze aanval
werd afgeslagen, behalve op één
punt van heuvel 265, waar de Duit
sche infanterie er in slaagde door te
dringen in een gedeelte van een voor-
geschoven loopgraaf van ongeveer
K00 M.
De Franschen hebben nog steeds
de hoogte Mort Homme (heuvel 295)
in hun bezit, evenals alle andeie
loopgraven op de 'hellingen van heu
vel 265, die heette genomen be zijn en
waarbij 25 officieren en 1000 niet
te won de soldaten door de Duitschers
krijgsgevangen zouden ziln ge
maakt.
Dc onjuistheid dezer cijfers ligt
voor de hand. Het Is immers abso
luut onwaarschijnlijk, dat deze 1000
Fransche manschappen zich zouden
hebben bevonden in een -stuk loop
graaf van nog geen 200 M. lengte.
Nieuw* Dultsohe troepen
naar 't front.
Volgens de „Matin" zonden de Duit
schers Ln 2-1 uur 130 militaire treinen
naar het Fransche front, 80 met be
stemming voor Kam ei-ijK, 15 voor Se
dan. 35 voor Mezières. Wanneer men
aanneemt, dat op dc twee tremen een
met troepen was geladen, dan werden
in dat korte tijdsverloop 65.000 man
verzonden.
Oostelijk oorlogsveld.
De D u i t s c he staf meldt:
Patrouille-gevechten op verschillen
de doelen van 't front. Verder niets
bijzonders.
De Oostenrijksche staf:
Bij het leger-Pflanzer Baltin en de
legergroep Böhm-Ermolli toenemende
artillerie-actie hij beide partijen. Ten
noordoosten van Kozlof aan de Stry-
pa sloegen Oostenrijksche voorposten-
detachementen een aanval der Rus
sen af.
Verspreid nieuws
van deoorlogsvelden
EEN VLIEG-ONGELUK.
Kapitein Nicholson, de vroegere
partiiculiere secretaris van kolonel
Seely, toen deze minister van oorlog
in Engeland was, en een der voor
naamste ltegoffieieren van Engeland
is toen hij tijdens een verlof van het
front in Engel and teruggekeerd, een
vliegtocht ondernam,, geval lan en
omgekomen.
DE FRANSCHE ARTILLERIE.
Lord Northclil'fe geelt in de „Week
ly Dispatch" een relaas van hetgeen
hiij heeft waargenomen aan het Fran
sche. front bij Verdun. Hij vertelt da
de Fransche artillerie de Duitschers
nedermaart als gras, ten gevolge van
dien girooten moed van de artilleristen
die hu.n mitrailleur in verdekte stel
lingen houden vlak bij de Duitsche
stellingen en soms zelfs midden in de
Fransche draadverspemngen.
„lik heb",' zegt Lord Northdilfé,
„veel van de Fransche artillerie deze
week gezien. Voor den oorlog was
het bekend, dat de Fransche artille
rie een hoogen graad van volmaakt
heid had bereikt. Maar sedert den
oorlog hebben de gebeurtenissen be
wezen, dat indien de Duitschers al
een aantal kanonnen van zwaarder
kaliber bezitten dan die gebruikt
worden door Franschen en Engel-
schen, zij geen wapen bezitten dat te
vergelijken is met de Fransche „75
noch artilleristen die met de Frau-
schem te vergelijken zijn".
Lord Northcliffe wijst er op, dot
men nu echter niet moet ineenen, dat
elk projectiel doel treft. De moderne
kanonnier moet het geduld hebben
van een hengelaar en moet beschik
ken over een geweldigen aanvoer
van projectielen, opdat hij langza
merhand zich kan inschieten en zijn
doel kan vinden. Hij wijst er verder
op, dat hij geen kwaad wil zeggen
van de Duitsche artillerie allo
praatjes dat de Duitschers gebrek aan
munitie zouden hebben zijn nu wel
„praatjes" gebleken. Maar de Fran
schen beschikken over meer en voor
elk Duitsch projectiel zijn er vijf of zes
Fransche en de schrijver meent dan
ook dat de defensieve muur der geal
lieerden in Frankrijk ondoordring-
baar zal blijken.
BOMBARDEMENT VAN EEN
SCHOOL
Een Belgisch onderwijzer schrijft
uit Veurne aan de Maasbode:
Het leven gaat hier zijn gewonen
gang. De mensch schikt en voegt zich
al naar de omstandigheden en zoo
wordt hij zelfs aan oorlogsgeweld ge
woon, voor zooveel men zulke dingen
gewoon worden kan. Waren daar in
de hoogte maai- niet die schrikkelijke
oorlogsvogels, die ons van tijd tot tijd
den angst op het lijf jagen. Maar die
angst ook vliegt voorbij en de vogel
voort, en zoo is het leed weer verge
ten. Een staaltje:
Aan het Zuidkapelleken, buiten
Veurne, verre van huizen en wegen,
hal men een school geplaatst: een
houten barak. Daar, zoo meende men,
zouden de kinderen toch buiten, schot,
en in veiligheid zijn. Het ging inder
daad heel wel daar, in de wijde opene
lucht, in Gods vrije, se hoon e natuur.
De kinderen, ze speelden en ze joel
den en ze leerden, dat het een lust
was. Alleen wanneer ze van uit de
verte bovenVeurne waar zij hunne
hulzen zien het vervaarlijlk gefluit
vernamen en daar doorheen de doro-
derende ontploffingen van openbar
stende granaten; wanneer ze hemel-
hooge rookkolommen uit de verre
huizengroep zagen opstijgen, dan al
leen was hun harte ontsteld. Ze peins
den op moeder en/ vader, die ginder
dit vreeseJijfe geweld ondervonden,
misschien er onder bezwijken zouden.
Maar zij zelf, zij waren zoo veilig
fn hunne oorlogsschóol. En zoo gin
gen weken en maanden voorbij, zon>-
dor dal leis andere dan korte angst
om anderen hunne zoete rust had ko
men storen, tot op dien schrikkelijken
dag, die nimmer meer uit hun geheu
gen verdwijnen kan.
De voorj aarswon ne had er van des
morgens reeds tot in den laten namid-.
dag zoo lieflijk en deugddoend zitten
blinken. Met zwellende longen zogen
de kleinen de zuivere buitenlucht bin
nen, en nu de avond dalen ging, wa
ren ze voor bet laatst dezen dag we
den-om in de gezellig gezonde klas ver
gaderd en deden zij een biddeken
vooraleer den teruggang naar huis
in te slaan.
Pan... een shrapnel, diie openepat
boven of niet ver van de school. Daar
moet dus weeral een vlieger zijn. Wat
kan het hun schelen, dat hebben ze
meermalen gehoord en gezien en die
zal hier geen kwaad doen zoo ver van
huizen en wegen.
Pan, pan, pan... Maar voort gaat
het gebed, terwijl daarboven het open
spetteren der shrapnels maar imner
toeneemt, en ginder heel verre hal ka
non waaruit ze geschotei^ worden
er eindelijk op los dondert. Buiten
dat is alles stille, niets dat roert of
poert ln den omtrek; het is haast een
bange kalmte. Ze bidden voort, de
kleinen an vooral voor dezen dde te
huis en wie weet, misschien in. ge
vaar zijn.
Een aketeige rinkeling klinkt door
de lucht, een vervaarlijk gekraak
doet de school schudden en daveren.
God,j men zal toch die arme dutsen
van indieren niet treffen? Als bij too-
verslag (alsof ze daar in veiligheid
waren) zijn ze onder hunne banken
verdwenen, terwijl maar de eene bom
na dien anderen met een éénlg gesis
neertuimelt en rond het brooze ge
bouw met ijselijk gewéld openspringt.
Daarbuiten is het al rook en stof en
de moordtuigen kletteren maar gesta
dig neer. „Onze Vader, die in dan he
melen zijt" klinkt het van onder de
banken. „Maar verlos ons van dan
kwade".
Een slachtoffer viel er: de verzorgd
ster der kleinen, die overdag hier ver
van Veume de moeder voor de kinde
ren was.
God lof. Het geweld houdt op. De
lucht klaart en de doodtevogel ls ver
dwenen. De school bleef gespaard, en
ongedeerd kruipen de kleintjes een
voor eten met een vragend angstige
gezichtjes uit hunne schuilhoeken te
voorschijn.
En zoo vlug ze kunnen, tippelen zo
met verlangende hartjes ginds ver
naar moeder toe.
Uit Engeland.
VERSCHERPING DER BLOKKADE.
Eenige maanden geleden is t© Lon
den het National Emergency Com
mittee opgericht, die zich ten doel
stelde, mot alle mogelijke middelen
op verscherping der blokkade, aan te
dringen. Ondanks alle verklaringen
over dit ontwerp van de Engelsche
regeei ing gaat liet Committee voort
met zijn propaganda en heeft het
voorbereidingen getroffen om ver
gaderingen te houden te Cardiff, Li
verpool en Glasgow.
Ofschoon het bestuur erkent, dat,
de toestand sedert de eerste vergade
ring, te Londen gehouden, zeer ver
beterd is, heeft het vernomen dat-er
nog altijd groot© ontevredenheid en
ongerustheid heerschop, vooral ten
opzichte van den invoer van ijzererts
in Duitechland tengevolge der onvol
doende blokkade.
De „Times" zegt, dat er heel wat
verandering in de taak der verschil
lende ministeries is gekomen sedert
lord Robert Cecil met do centralisatie
der blokkade-vraagstukken is belast
geworden: De verscl lillend© commis
sies vaar al de bij deze quaestie be
trokken departementen zij nu ouder
zijn© leiding vereenigd. liet ministe
rie van buitenlandse!)© zaken zal na
tuurlijk het laatste woord moeten
spreken als het de diplomatie];© be
trekkingen tot vreemde mogendhe
den betreft, maar bet eigenlijke werk
zal door lord Robert Cecil worden ge
daan.
DE KAMER VAN KOOPHANDEL
TE MANCHESTER.
De "verkiezing van bestuursleden
van de Kamer van Koophandel te
Manchester had lot resultaat, dat
van do twee-en-twintig „directors",
die moestan worden gekozen er acht
tien zijp herkozen, die tegen .-landers
zijn van vrijen handel met Duitech
land.
EEN MANIFEST.
-Do British Workeren National
League, die ten doel heeft de propa
ganda voor een breed opgezette na
tionale politiek" Kneft een manifest
uitgevaardigd, dat door zes arbei
dersteden van het parlement en an
deren is geteekond. ln dit manifest
wordt verlangd de controle van de
nationale industriéér door de arbei
ders erkenning van het l>eginpe!
algemeenen dienstplicht federatie
van alle staten vun het Britsche rijk
en wijziging van de Britsohe interna
tionale hou delspol iliek met het oog
op do politieke en com merci eel e ver
dediging van die Britsche staten en
de staten der geallieerden.
In het manifest wordt verklaard,
dat een Internationale organisatie al
leen kan tot stand komen door over
eenkomsten tusschen onafhankelijke
en elkaifr svederkeerig eerbiedigende
natiën. De beste grondslag voor zulk
een internationale toenadering is die
integriteit van het Brit&che rijk. Om
die intrigriteiit te handhaven on te be
vestigen moeten handel en industrie
van het rijk verdedigd worden tegen
de producten van de uitbuiti ngear
beid (sweated labour) van onze tegen
woordig© vijanden.
DE GEALLIEERDEN.
Reuter seint uil Londen
In het Lagerhuis wees Long, na
mens de regeering, over de leger-be-
grooling sprekend, op zekere critiek
op de militaire politiek, op welke hij,
met het oog op het openbare belang,
niet ln bijzonderheden kon antwoor
den. Hij zette uiteen, dut Engeland
vele duizenden mijlen van zijn geal
lieerden gescheiden is en vervolgde
dat de moeilijkheden voor regeerin-
gen>, dio bij de voering van. een ge-
meenschappelijken oorlog zoo van el
kaar "gescheiden zijn. niet beschreven
behoeven te worden, Toch was het
een feit, waar inen niet dankbaar ge
noeg voor kon zijn en waarvan men
de regeering ©enigermate de eer moest
geven dat, na achttien maanden oor
lof, met al de verschillende meenin
gen, welke de verschillende landen er
op na hielden, en met alle verschillen
de belangen, waardoor de verschillen
de landen die tot.het verbond 'behoor
den, werden geleid, dit verbond he
den krachtiger, duurzamer en wezen
lijker was dan het ooit te voren, was
gew eest. (Toej u ichin gen
,,De betrekkingen tusschen onze
gróote bondgenooten en ons zelf (al
dus Long) waren van zoodanigen
aard, dat zij ons het vol9te vertrou
wen gaven, niet alleen dat wij tot 't
eind van dezen wreeden strijd schou
der aan schouder zouden staan en als
één natie zouden vechten, maar ook
dat, als alles voorbij was, wij dq groo-
te overwinning hadden behaald en de
vrede hersteld was, het verbond, de
vriendschap en de toegenegenheid
niet geëindigd zouden zijn, maar voor
eeuwig een bewijs zouden blijven, dat
wij te zamen als één gemeenschappe
lijk volk 6tonden en als één natie
vochten. Dat was het meest kostbare
goed dat de geallieerden thans beza
ten."
Uit Frankrijk.
ADMIRAAL LACASE TIJDELIJK
MINISTER VAN OORLOG
De minister van marine, admiraal
Lacaze, neemt tijdelijk, gedurende
generaal Gallióni's biekte, de leiding
van hel ministerie van oorlog op zich.
Uit Duitsohland.
DE TOESTAND IN DUITSOHL>ND.
Havas seint uit Parijs
Sidonio Paes, do gezant van Portu
gal te Berlijn, die op zijn terugkeer
naar Portugal te Parijs is geweest,
heeft een redacteur van de „Matin"
een en ander omtrent de indrukken, I
die hij in de Duitsche hoofdstad had
opgedaan, medegedeeld.
Do economische toestand wordt hoe
langer hoe slechter. De bevolking
klaagt zeer over dc aardappel-rant
soenen, evenals reeds vroeger voor
brood en voor boter is geschied. Ieder
Duitscher moet een vierde pond boter
per week krijgen, maar dikwijls is er
geen voorraad.
Paes constateerde in de laatste
maanden een groote, sterke moreele
verandering, :n dezelfde salons waar
men vroeger den oorlog een heilige
ondgrneming noemde. Men neemt nog
slechts moeheid en leedwezen waar.
Het denkbeeld, dat Duitechland het
land id, dat voorbestemd en geroepen
is, om de menschheid nieuwe krach
ten te geven, is overai aan het ver
dwijnen. Wanneer de Keizer thans
een hospitaal bezoekt, dan uit hij
elechts één enkele en steeds dezelfde
zin, als hij de jammerklachten der
lijders hoort„Ich habe es nioht g©-
wollt".
Men hoort elechts spreken over
\Tede en over de noodzakelijkheid om
vrede te sluiten, en dal nog wel in die
kringen, waarin men zich tegenover
vreemdelingen groot hield. Als men
zelfs degenen, die den oorlog gezocht
hebben, zoo hoort spreken, dan kan
men zich voorstellen, wat men elders
in het rijk, in de minder beschaafde
klassen der maatschappij, denkt.
De gezant zeide nog: ,Ik heradem
«e'dert de 'enkele uren. die tic te Pa
rijs ben. Ik vind het volk loyaal en
vol vertrouwen op dc overwinning.
Dat is een vreugde, maar ook een tref
fend verschil met de officieel© krin
gen te Berlijn
HET VOE DIN GS VRAAGSTUK.
Aan de Riiksdagleden is een nota
over de regeerinesmaatresrelen om
trent do verzondmr der bevolking
mot voedingsmiddelen gezonden.
Het gedenkschrift wijst er op, dat
duurte van levensmiddelen een ge
woon nevenverschijnsel van den oor
log is en ook in de viiandelüke lan
den voorkomt. Zelfs zijn de prijzen
der voedingsmiddelen Ln sommige
neutrale landen nog hooger dan in
Duitschland. Daar de grootste moei
lijkheid. die zich bij het voedincs-
vraagstuk voordoet, dat. der verdee-
line van de voorraden is. kan de
regeering de toekomst vol vertrou
wen te gemoet zien. want met de ver
betering der organisatie zal 't vraag
stuk steeds nader komen tot de op
lossing. Bovendien is de invoer uit
het buitenland, vooral van (1e belang
rijkst© voedingsmiddelen, belangrijk
toiigenomgn en is de productie in het
land zelf belangrijk uitgebreid, waar
aan vooral de techniek en de land
bouw bijgedragen hebben, maar ook
de wetenschap, die voor verschillen
de artikelen, waaraan gebrek be
stond, surrogaten heeft kunnen ma
ken.
DUITSGHLANB'S FINANCIEELE
TOESTAND,
't Woltfbureau seint uit Berlijn o.a.:
Bij de eerste lezing van do begroe
ting en de belastingwetten Lu den
Rijksdag verklaard© de minister vun
financiën Helfferich, dat alle geld en
arbeid wordt geconcentreerd voor de
behoefte van den oorlog. In de be
groot ing worden geen kredieten ge
vraagd voor den oorlog. Het oorlogs
krediet van December is nog voldoen
de voor eemigen tijd.
In de begTOoting vormt de belasting
op de oorlogswinst een sluitpost, door
welken de te verwachten verminde
ring van inkomsten gedekt en het fei
telijke evenwicht, wanneer de 480
millioen, die uit de nieuwe belastin
gen verwacht worden medevgerekeml
worden, hersteld wordit.
Verder verklaarde de minister o.a
„Al spannen wij onze hoop op een
gunstigon vrede nog zoo hoog en al
blijft déze hoop voortduren, toch is
het zeker, dat een belangrijke ver
groe ting van de rijksinkomsten moo-
dig wordt. Het opbrengen van vijfhon
derd millioen nieuwe belasting is ech
ter g©en prestatie, waartoe het Duit
sche volk niet. bij machte zon zijn.
Duitschland beschikte in vredestijd
over belasting-reserves als geen ander
land. Het bewees in don oorlog zoo
schitterend waartoe het op financieel
gebied in staat is, dat iik wel eens
wilde zien wie zou durven beweren,
dat een half milliard nieuw© belas
tingen zelfs van verre de grenzen van
kracht nadert. Het Duitsche volk
zal al het nood tg© dragen om het rijk
te behouden en zijn plaats in de we
reld te handhaven".
Levendige toejuichingen)
„Wat ons levensonderhoud betreft,
zijn wij er slechter aan toe dan onze
vijanden, voor wie de toevoer uit de
geheel e wereld openstaat. Er kan ech
ter niet met voldoenden nadruk op
worden gewezen, dat in Duitsehlaiwl
do brood-, aardappelen- en suikerprij
zen het laagst zijn".
De minister vervolgde:
..De inschrijving op de vierde oor-
logsleening zal voor den afloop vun
den volkeren strijd van het grootste
gewicht zijn".
Voorts gaf de itfinister een verge
lijking met de andere oorlogvoerende
landen en zei:
„Onze maundelij-keche oorlogskos
ten bedroegen de laatste maanden
van 1915 meer dan 2 milliard Mark,
de bedragen in Januari en Februari
en waarschijnlijk ook in Maart 1916
minder. Zij zijn heden dus nauwe
lijks hooger dan een jaar geleden,
trots- de vermeerdering van oii6 troe-
pencontïngent., den munitie-aanmaak
en de stijging van de prijzen voor le
vensmiddelen en ruwe stoffen.
Engel&mds dagelijksc.he oorlogskos
ten bedroegen sedert lang, ln marken
uitgedrukt, negentig millioen en zul
len spoedig tot honderd mülloeiP ge
stegen zijn, Zij zijn dua absoluut ge
nomen 50 procent hooger dan dc
onze.
De dagelijksch© oorlogskosten van
Frankrijk zijn ongeveer even hoog als
de onze en eveneens die van Rusland.
Ik schat d© dagelijksche oorlogskos-
te van onze vijanden, inet inbegrip
van Italië, op minstens 240 millldoen
mark en die van ons en onze bondge
nooten op hoogstens 110 millioen. De
totale uitgaven van onz© tegenstan
ders van het begin van den oorlog tot
31 Maart 1916 schat ik op 100 a 150
milliard mark, die van ons en onze
bondgenooten op 50 75 milliard, er
go eon verhouding van tsvee tot een,
wat omgekeerd evenredig ie aan (1e
Onze Lachhoek
OUD VOOR IIUN LEEFTIJD.
Het voetbalelftal van een klein
plaatsje moest een uitwedstrijd spe
len en een groot gezelschap suppor
ters besloot met hen mee te gaan. Het
gevolg daarvan was dat de klerk in
het station geen kaartjes genoeg had.
In wanhoop scheurde hij de kaartjes
in tweeën en bedeelde zoo alle passa
giers met kinderkaartjes.
Zij hebben allen genoeg betaald,
zei hij haastig tot den conducteur
van den trein, en je moet hen door
laten.
De conducteur was de gelieele zaak!
bijna al vergeten, toen de trein arri
veerde aan het station waar de kaar
tjes werden in genomen. Haastig
kwam een controleur met bleek, ver
ontwaardigd gelaat, op hem afgesto
ven:
Die streek met die halve kaartjes
gaat nu toch wel wat al te ver,
schold hij.
Wat is er dan? vroeg de conduc
teur.
Wat er is? schreeuwde de con
troleur. Wel, je laat hier twee wagens
leogloopem vol kinderen die kaartspe
len, over den oorlog spreken en kne
vels dragen.
HIJ WACHTTE NIET OP DE
TEEKEN PNGEN.
Door een hevjgen orkaan was do
spoorbrug over een dal in Amerika
ingestort.
In alle haast werd er een opzichter
met eenig personeel heen gezonden.
Twee dagen later stapte de hoofd
inspecteur van de sectie uit zijn spe-
cialen trein en zocht dan opzichter op.
Zeg Bob, begon hij, met een stem
trillend van energie; dit werk moet
heel vlug in orde gebracht wonden.
Ieder uuir uitstel kost ons duizenden-
Heb je de plannen van den hoofdin
genieur ad gekregen?
Ik weet niet of hij al met die tee-
keningetjes klaar is, zei de bruggen
bouwer, een eenvoudig mannetje en
niet jong meer; maar de brug is klaar
en de treinen gaan er al weer over
heen.
verkragen resultaten. En de verhou
ding wordt voor ons nog gunstiger.
Met eenzelfde vertrouwen. ging
de minister voort vervult ons do
binnenlandsche fmandeel© toestand.
Onz© oorlogsuitgaven zijn voorname
lijk het binnenland ten goede geko
men en hebben sedert de derde oor-
logsIeeniing tot een krachtig© kapitaal
vorming geleld. Dat bewijzen de gun
stig© stand van de Reichsbank. de bit
de banken aanwezige deposito's op
de bij de spaarbanken gedeponeerde
gelden. Laatstgenoemde gelden zijirt
sedert het begin van den oorlog met
meer dan 500 millioen mark gestegen;
in Frankrijk zijn zij daarentegen met
280 millioen frans verminderd".
Do minister besloot aldus zijn rede:
„Onz© troepen drijven den vijand
bij Verdun op heldhaftige en volhar
dende wijze terug. Zij weten, dat de>
overwinning ons Is. D© in het land
achtergeblevenen zullen medehelpen,
de overwinning te behalen". (Leven
dige bijval.
Do verdere beraadslagingen worden
hierop lot Woensdag Verdaagd.
De toestand in Bulgarije.
Reuter seint uit Boeoharest:
Er lieerscht im. Bulgarije ernstige*
gisting, als gevolg van de bestaande
ontevredenheid ener den toestand.
Men gelooft, dat er een militaire
opstand is uitgebroken, die door ét
bevolking wordt gesteund.
Ter Zoo.
DOOR EEN DUIKBOOT AANGE
VALLEN.
Reuter seint uit New-York
Het stoomeohip „Patna" is hiep
aangekomen met 900 passagiers aan,
•boord. De kapitein bericht, dat hij ter
hoogte van Tunis zonder waarschu
wing door een onderzeeër is aange
vallen. De torpedo ging 20 voet ach
ter den achtersteven voorbij.
EEN POGING OM TE
ONTVLUCHTEN.
Reuter seint uit Para
De 6 toom boot ..Asuncion", van de
Hamburg—Amerika Lijn. die hier ir»
November 1914 een schuilplaats hal
gezocht en al dien tijd daar gelegen
had. deed een poging om te ont
vluchten.
Het vuurtuig werd door kanon»
schoten gedwongen terug te keeren.
FEUILLETON
HECTOR MA LOT.
120)
Als ik mijn ouders in een paleis ge
vonden had, inplaats van in zulk een
stulp, zou ik dan niet voor hen die
teederheid hebben gevoeld, die vroe
ger mijn hart vervulde bij de gedach
te aan een vader en een moeder, die
ik niet kende, eene liefde die ik niet
aan den dag kom leggen tegen den va
der en de moeder, die ik zag?
Die gedachte deed mij bijna bloozen
van schaamte. Ik ging weer naar
mijne moeder toe, omhelsde haar op
nieuw en kuste haar vurig Zeker be
greep zij niet waaraan zij die opwel
ling moest toeschrijven, want in
plaats van mijne kussen te beant
woorden, zag zij mij met haar onver
schilligen blik aan en zeidö toen iets
tot haar man, mijn vader, waarbij
ze even de schouders ophaalde. Zij
aprak iets dat ik niet verstond, maar
dat, hem deed lachen. Die onverschil
ligheid van de een© en dat lachen
van den ander deden mijn hart bijna
breken; ik meende dat. die teederheid
van mijn kant toch niet verdiende
zóó beantwoord te worden.
Maar men liet mij geen tijd om lang
aan mijn indrukken toe te geven.
En die daar? vroeg mijn vader,
naar Mattia wijzend, wie is dat?
Ik vertelde hein welke banden mij
aan Mattia hechtten en ik trachtto
in mijne woorden iets in te lasschen
van d© vriendschap, die ik van hem
ondervond en de dankbaarheid, die
ik hem verschuldigd was.
Jawel, zeide mijn vader: hij
heeft de wereld eens willen zien,
lk wilde antwoorden, maar Mattia
voorkwam me.
Juist, dat is het, zeide hij.
En Barberin? vroeg mijn vader.
Waarom is die niet meegekomen?
Ik vertelde hem, dat Barberim dood
was en welk eene teleurstelling d:t
voor mij was, toon wij te Parijs wa
ren gekomen, omdat wij te Chavanon
van vrouw Barberin hadden gehoord,
dat mijn ouders mij zochten.
Mijn vader vertaalde toen voor röijn
moeder wat ik gezegd liad en lk
meende te verstaan, dat zij zeide, dat
dit lieel goed en wel wos; alt/hans zij
gebruikte bij herhaling de woorden
well en good, die ik kende. Waarom
was het goed en wel. dat Barberin
dood was? Dat vroeg ik me telkens af,
zonder dat ik een antwoord op die
vraag kon vihden.
Ge kent geen En col sell? vroeg
mijm vader.
Neen, ik ken alleen Fransch eai
ook Italiaansch; dat heb ik geleerd
van den patroon, aan wien Barberin
mij verhuurd had.
Vital is.
Wist gij dan.
Barberin heeft me zijn naam
meegedeeld, toen ik voor ©enigen tijd
in Frankrijk was om u te "zoeken.
Maar ge zult wel nieuwsgierig zijn
om te weten waarom wij dertien jaar
lang geen nasporing en naar u ge
daan hebben en plotseling op het
denkbeeld zijn gekomen om Barberin
op t© zoeken.
Ja, heel nieuwsgierig, dat verze
ker ik n erg nieuwsgierig.
Ga dan bij het vuur zitten, dan
zal ik het n vertellen.
Bij het binnenkomen had ik mijn
harp tegen den wand gezet; ik legde
nu ook mij.n reiszak neer en zotte mij
op de aangewezen plaats.
Maar toen ik mijne beslijkt© en
natte voeten bij Inet vuur uitstrekte,
spuwde mijn groovader ln die rich
ting, zonder een woord te spreken,
maar als een oud© nat die nijdig
wordt. Dit was genoeg om mij te doen
begrijpen, dat ik hem hinderde, en
ik t.roi; mijn voelen terug.
Do© maar, of gij 't niet merkt,
zeide mijn vader; do oudo heeft niet
graag, dat men zich bij zijn vuur zat,
maar als ge 't koud hobt, warm u
dan. Met hem behoeft men zooveel
omslag niet te maken.
Het trof me hem zoo t© hooren spre
ken over ©en oud man met grijze ha
ren; ik dacht, dat zoo men voor
iemand als decze: ik hield dus mijn
beenen onder mijn stool.
Ge zijt onz© oudste zoon, zedde
mijn vader, en ge wordt geboren e©n
jaar nadat ik met uwe moeder ge
huwd was. Toen ik haar trouwde was
er een meisje, die meende dat ik haar
ten huwelijk zou vragen em die woe
dend was, nu ik eene andere nam en
een doodelijlien haat opvatte jegens
liaar, die ze als hare mededingster
beschouwde. Om zich te wreken stal
zij u juist op den dag. dat gij zes
maanden oud waart en bracht u naar
Frankrijk, naar Parijs, waar zij u te
vondeling legde. M ij deden alk mo
gelijke nasporingen, maar wij gin
gen niet naar Parijs, want wij kon
den niet denken dat' zij zoover met
u was heengetrokken. Wij vonden u
dus niet en meenden, dat gij dood en
voor altijd voor ons verloren waart,
tóen drie maanden geleden die vrouw
door eene doodelijke ziekte aange
tast, op haar sterfbed de waarheid
mededeelde. Onverwijld begaf ik mij
naar Frankrijk, naar den commissa
ris van politie van de wijk waarin gij
te vondeling waart gelegd. Van hem
vernam lk, dat gij dwr een metselaar
uil Chavanon waart gevonden en ik
reisde naar Chavanon. Barberin deel
de m Ij mede, dat hij u aan een rei zen
den muzikant, VitaMs, had verhuurd
en dat gij met dezen door Frankrijk
zwierft. Daar ik niet in Frankrijk kon
blijven en Vital is opzoeken, droeg ik
aan Barberin de taak op e.n gaf hem
het geld, dat hij noodig had om naar
Parij6 te komen. Tevens veraocin ik
hem, de rechtsgeleerden, aan wie ik
mijne zaken in handen trad gegeven,
de hoeren Greth and Galley, kennis
te geven, als hij u gevonden had.
Mijn eigeai adres gaf ik hem niet, om
dat wij alleen 'e winters in Londen
wonen. Des zomers doorkruisen wij
Engeland en Scljotl.amd voor onzen
handel, want wij zijn reizende koop
lui en nemen onze wagens ©n ons ge
zin mede. Nu weet g© hoe gij terug
gevonden zijt en hoe gij, na dertien
jaar, weder uwe plaats in ons gezin
inneemt. Ik begrijp besi, dat gij er u
nog niet geheel thuis gevoelt, want
gij kent ons niet, en gij verstaat niet
wat zij zeggen, evenmin als mijn
vrouw en kinderen u kruinen ver
staan; maar ik vertrouw, dat dit wel
spoedig zal komen en gij u bier wel
dra gewennen zult.
Zonder twijfel zou ik mij spoedig
gewennen. Dat was dan ook natuur
lijk, want ik was nu bij mijn© familie
en zij, met wie ik voortaan loven zou.
waren mijn vader, moeder, broers en
zusters.
Die mooie luiers waren dus bedrog;
voor vrouw Barberin, voor Lize, voor
vader Acquin en voor allen, die mij
Beholpen hadden wos dit recht onge
lukkig. Ik kon voor hen niet doen
wat ik mij altijd had voorgesteld,
want reizende kooplui, vooral zij, die
in zulk een stulp woonden, zijn gew*
rijke menschen .maar voor mij zel\©n.
was dit een vrij onverschillige zaak.
Ik had een familie en het was can
dwaze kinderdroom van mij geweest
te meeneoi, dat ik, mijn ouders vin
dende, rijk zou worden. Liefde i»
meer dan rijkdom en aan rijkdom luni
ik geen behoefte, maar wel aan lief
de.
Terwijl ik naar het verhaal van-
mijn vader luisterde en slechte ooreik
en oogen had voor hem. had men de
tafels gedekt: borden met blauwe bloe
men, eu op oen tinnen schotel eer»
groot stuk gebraden ossenvleesch met,
aardappelen er omheerj.
Hebt ge honger, jongens? vroeg:
mijn vader aan Mattia eu mij. Mat
tia zeijle mets. maar liet zijne witte»
tanden zien.
Laten wij dan aan tafel gaan
Vóór hij zitten ging schoof hij den.
stoel van grootvader aan; toen zette,
hij zich met den rug naar 't vuur en
begon het vleesch te snijden c» gaf
ons elk een snee met aardappelen.
(Wordt vorvolgd-l