liaan Btnui Alleen op de Wereld TffiiêDE BLAD VrUdag 17 Maart 1916 Op hei Westelijk oorlogsveld. De staiberichten. D© Duitscho staf meldt In. Vlaanderen en vooral in de na bijheid van de kust nam de artillerie- aclie aanmerkelijk Ln hevigheid toe; evenzoo bij Royo en Vil!e-au-Bois (noordwestelijk van Reims). In Champagne deden de Fran- teken, na een krachtige, doch vruch- telooz'e arUlleristische voorbereiding, een aanval zonder eenig gevolg op_ de Duilsche stellingen ten zuiden van SI. Soupiet en westelijk van den weg Soimne Py—Souainurelke aan de Duilsche weinige, hun zeer vele ver liezen kostte. De Duitschers namen bovendien twee officieren en ISO on- gekwetste manschappen gevangen en veroverden twee mitrailleurs. Op den 1 Lnker-Maasoever werden pogingen van de Franschen, om den •Duitsehers den Mort Homme en de boschstellingen ten noordoosten daar van te ontrukken, in de kiem ge smoord. Tusschen Maas en Moeoel is de toe stand onveranderd. Ten zuiden van Nieder-Aspach dron gen Duitsche patrouilles na een werk zame beschieting. door in de Fransche loopgraven, vernielden verdedigings werken en brachten eenige krijgsge vangenen en buit mee terug. In oen luchtgevecht werd een Fransoh vliegtuig zuidoostelijk van [Reine (in Champagne) naar beneden geschoten. De inzittenden verbrand den. Vliegers der geallieerden her haalden Woensdagnacht den aanval op het Duitsche hospitaal van Labry (oostelijk van Conflans). De eerste sanval had plaats in den nacht van 13 Maart. Militaire schade werd niet aangericht. Ben vrouw werd zwaar, twee kinderen werden licht gewond. De Fransche staf maakt be ken! Fransche patrouilles konden vast stellen. dat de Fransche artillerie met sucees bil Nieuwpoort de Duit sche lui sist ellingen beschoot., waar door de Duitsche loopgraven werden beschadigd. Ten noorden van Verdun "Woens dagnacht geen enkele infanterle- aclie. De artilleriebeschieting werd vrii slap voortgezet op den linker Maasoever, doch sterker op den rechter oever bij Haudromont en Damloup. De Fransohe artillerie beschoot he- vie de streek ten westen van Douau- mont, waar de Duitschers met graaf werk bezig waren. In Woëvre bombardeerden d'e Fran'' Bchen Duitscho convooien. In de Vogezen ten zuiden van Tulir vielen de Duitschers do Fran sche stollins en aan bii Bumhaupt; eii werden echter dadeliik tot staan gebracht. Tegenspraak van een Duitsch suoous. Havas seint uit Parijs In het Duitsche legerbcricht van lo Maart wordt medegedeeld, dat de Silezische troepen hun linies ten wes ten van het Bois dea Corbeaux op de hoogte Mort Homme vooruit hebben gebracht. Deze opzettelijk onduidelijk gestelde mededeeling dient nader gepreciseerd te worden Den 15den Maart hebben de Duitschers een heviger aanval gedaan on een front ■van meer dan vier K M. Deze aanval werd afgeslagen, behalve op één punt van heuvel 265, waar de Duit sche infanterie er in slaagde door te dringen in een gedeelte van een voor- geschoven loopgraaf van ongeveer K00 M. De Franschen hebben nog steeds de hoogte Mort Homme (heuvel 295) in hun bezit, evenals alle andeie loopgraven op de 'hellingen van heu vel 265, die heette genomen be zijn en waarbij 25 officieren en 1000 niet te won de soldaten door de Duitschers krijgsgevangen zouden ziln ge maakt. Dc onjuistheid dezer cijfers ligt voor de hand. Het Is immers abso luut onwaarschijnlijk, dat deze 1000 Fransche manschappen zich zouden hebben bevonden in een -stuk loop graaf van nog geen 200 M. lengte. Nieuw* Dultsohe troepen naar 't front. Volgens de „Matin" zonden de Duit schers Ln 2-1 uur 130 militaire treinen naar het Fransche front, 80 met be stemming voor Kam ei-ijK, 15 voor Se dan. 35 voor Mezières. Wanneer men aanneemt, dat op dc twee tremen een met troepen was geladen, dan werden in dat korte tijdsverloop 65.000 man verzonden. Oostelijk oorlogsveld. De D u i t s c he staf meldt: Patrouille-gevechten op verschillen de doelen van 't front. Verder niets bijzonders. De Oostenrijksche staf: Bij het leger-Pflanzer Baltin en de legergroep Böhm-Ermolli toenemende artillerie-actie hij beide partijen. Ten noordoosten van Kozlof aan de Stry- pa sloegen Oostenrijksche voorposten- detachementen een aanval der Rus sen af. Verspreid nieuws van deoorlogsvelden EEN VLIEG-ONGELUK. Kapitein Nicholson, de vroegere partiiculiere secretaris van kolonel Seely, toen deze minister van oorlog in Engeland was, en een der voor naamste ltegoffieieren van Engeland is toen hij tijdens een verlof van het front in Engel and teruggekeerd, een vliegtocht ondernam,, geval lan en omgekomen. DE FRANSCHE ARTILLERIE. Lord Northclil'fe geelt in de „Week ly Dispatch" een relaas van hetgeen hiij heeft waargenomen aan het Fran sche. front bij Verdun. Hij vertelt da de Fransche artillerie de Duitschers nedermaart als gras, ten gevolge van dien girooten moed van de artilleristen die hu.n mitrailleur in verdekte stel lingen houden vlak bij de Duitsche stellingen en soms zelfs midden in de Fransche draadverspemngen. „lik heb",' zegt Lord Northdilfé, „veel van de Fransche artillerie deze week gezien. Voor den oorlog was het bekend, dat de Fransche artille rie een hoogen graad van volmaakt heid had bereikt. Maar sedert den oorlog hebben de gebeurtenissen be wezen, dat indien de Duitschers al een aantal kanonnen van zwaarder kaliber bezitten dan die gebruikt worden door Franschen en Engel- schen, zij geen wapen bezitten dat te vergelijken is met de Fransche „75 noch artilleristen die met de Frau- schem te vergelijken zijn". Lord Northcliffe wijst er op, dot men nu echter niet moet ineenen, dat elk projectiel doel treft. De moderne kanonnier moet het geduld hebben van een hengelaar en moet beschik ken over een geweldigen aanvoer van projectielen, opdat hij langza merhand zich kan inschieten en zijn doel kan vinden. Hij wijst er verder op, dat hij geen kwaad wil zeggen van de Duitsche artillerie allo praatjes dat de Duitschers gebrek aan munitie zouden hebben zijn nu wel „praatjes" gebleken. Maar de Fran schen beschikken over meer en voor elk Duitsch projectiel zijn er vijf of zes Fransche en de schrijver meent dan ook dat de defensieve muur der geal lieerden in Frankrijk ondoordring- baar zal blijken. BOMBARDEMENT VAN EEN SCHOOL Een Belgisch onderwijzer schrijft uit Veurne aan de Maasbode: Het leven gaat hier zijn gewonen gang. De mensch schikt en voegt zich al naar de omstandigheden en zoo wordt hij zelfs aan oorlogsgeweld ge woon, voor zooveel men zulke dingen gewoon worden kan. Waren daar in de hoogte maai- niet die schrikkelijke oorlogsvogels, die ons van tijd tot tijd den angst op het lijf jagen. Maar die angst ook vliegt voorbij en de vogel voort, en zoo is het leed weer verge ten. Een staaltje: Aan het Zuidkapelleken, buiten Veurne, verre van huizen en wegen, hal men een school geplaatst: een houten barak. Daar, zoo meende men, zouden de kinderen toch buiten, schot, en in veiligheid zijn. Het ging inder daad heel wel daar, in de wijde opene lucht, in Gods vrije, se hoon e natuur. De kinderen, ze speelden en ze joel den en ze leerden, dat het een lust was. Alleen wanneer ze van uit de verte bovenVeurne waar zij hunne hulzen zien het vervaarlijlk gefluit vernamen en daar doorheen de doro- derende ontploffingen van openbar stende granaten; wanneer ze hemel- hooge rookkolommen uit de verre huizengroep zagen opstijgen, dan al leen was hun harte ontsteld. Ze peins den op moeder en/ vader, die ginder dit vreeseJijfe geweld ondervonden, misschien er onder bezwijken zouden. Maar zij zelf, zij waren zoo veilig fn hunne oorlogsschóol. En zoo gin gen weken en maanden voorbij, zon>- dor dal leis andere dan korte angst om anderen hunne zoete rust had ko men storen, tot op dien schrikkelijken dag, die nimmer meer uit hun geheu gen verdwijnen kan. De voorj aarswon ne had er van des morgens reeds tot in den laten namid-. dag zoo lieflijk en deugddoend zitten blinken. Met zwellende longen zogen de kleinen de zuivere buitenlucht bin nen, en nu de avond dalen ging, wa ren ze voor bet laatst dezen dag we den-om in de gezellig gezonde klas ver gaderd en deden zij een biddeken vooraleer den teruggang naar huis in te slaan. Pan... een shrapnel, diie openepat boven of niet ver van de school. Daar moet dus weeral een vlieger zijn. Wat kan het hun schelen, dat hebben ze meermalen gehoord en gezien en die zal hier geen kwaad doen zoo ver van huizen en wegen. Pan, pan, pan... Maar voort gaat het gebed, terwijl daarboven het open spetteren der shrapnels maar imner toeneemt, en ginder heel verre hal ka non waaruit ze geschotei^ worden er eindelijk op los dondert. Buiten dat is alles stille, niets dat roert of poert ln den omtrek; het is haast een bange kalmte. Ze bidden voort, de kleinen an vooral voor dezen dde te huis en wie weet, misschien in. ge vaar zijn. Een aketeige rinkeling klinkt door de lucht, een vervaarlijk gekraak doet de school schudden en daveren. God,j men zal toch die arme dutsen van indieren niet treffen? Als bij too- verslag (alsof ze daar in veiligheid waren) zijn ze onder hunne banken verdwenen, terwijl maar de eene bom na dien anderen met een éénlg gesis neertuimelt en rond het brooze ge bouw met ijselijk gewéld openspringt. Daarbuiten is het al rook en stof en de moordtuigen kletteren maar gesta dig neer. „Onze Vader, die in dan he melen zijt" klinkt het van onder de banken. „Maar verlos ons van dan kwade". Een slachtoffer viel er: de verzorgd ster der kleinen, die overdag hier ver van Veume de moeder voor de kinde ren was. God lof. Het geweld houdt op. De lucht klaart en de doodtevogel ls ver dwenen. De school bleef gespaard, en ongedeerd kruipen de kleintjes een voor eten met een vragend angstige gezichtjes uit hunne schuilhoeken te voorschijn. En zoo vlug ze kunnen, tippelen zo met verlangende hartjes ginds ver naar moeder toe. Uit Engeland. VERSCHERPING DER BLOKKADE. Eenige maanden geleden is t© Lon den het National Emergency Com mittee opgericht, die zich ten doel stelde, mot alle mogelijke middelen op verscherping der blokkade, aan te dringen. Ondanks alle verklaringen over dit ontwerp van de Engelsche regeei ing gaat liet Committee voort met zijn propaganda en heeft het voorbereidingen getroffen om ver gaderingen te houden te Cardiff, Li verpool en Glasgow. Ofschoon het bestuur erkent, dat, de toestand sedert de eerste vergade ring, te Londen gehouden, zeer ver beterd is, heeft het vernomen dat-er nog altijd groot© ontevredenheid en ongerustheid heerschop, vooral ten opzichte van den invoer van ijzererts in Duitechland tengevolge der onvol doende blokkade. De „Times" zegt, dat er heel wat verandering in de taak der verschil lende ministeries is gekomen sedert lord Robert Cecil met do centralisatie der blokkade-vraagstukken is belast geworden: De verscl lillend© commis sies vaar al de bij deze quaestie be trokken departementen zij nu ouder zijn© leiding vereenigd. liet ministe rie van buitenlandse!)© zaken zal na tuurlijk het laatste woord moeten spreken als het de diplomatie];© be trekkingen tot vreemde mogendhe den betreft, maar bet eigenlijke werk zal door lord Robert Cecil worden ge daan. DE KAMER VAN KOOPHANDEL TE MANCHESTER. De "verkiezing van bestuursleden van de Kamer van Koophandel te Manchester had lot resultaat, dat van do twee-en-twintig „directors", die moestan worden gekozen er acht tien zijp herkozen, die tegen .-landers zijn van vrijen handel met Duitech land. EEN MANIFEST. -Do British Workeren National League, die ten doel heeft de propa ganda voor een breed opgezette na tionale politiek" Kneft een manifest uitgevaardigd, dat door zes arbei dersteden van het parlement en an deren is geteekond. ln dit manifest wordt verlangd de controle van de nationale industriéér door de arbei ders erkenning van het l>eginpe! algemeenen dienstplicht federatie van alle staten vun het Britsche rijk en wijziging van de Britsohe interna tionale hou delspol iliek met het oog op do politieke en com merci eel e ver dediging van die Britsche staten en de staten der geallieerden. In het manifest wordt verklaard, dat een Internationale organisatie al leen kan tot stand komen door over eenkomsten tusschen onafhankelijke en elkaifr svederkeerig eerbiedigende natiën. De beste grondslag voor zulk een internationale toenadering is die integriteit van het Brit&che rijk. Om die intrigriteiit te handhaven on te be vestigen moeten handel en industrie van het rijk verdedigd worden tegen de producten van de uitbuiti ngear beid (sweated labour) van onze tegen woordig© vijanden. DE GEALLIEERDEN. Reuter seint uil Londen In het Lagerhuis wees Long, na mens de regeering, over de leger-be- grooling sprekend, op zekere critiek op de militaire politiek, op welke hij, met het oog op het openbare belang, niet ln bijzonderheden kon antwoor den. Hij zette uiteen, dut Engeland vele duizenden mijlen van zijn geal lieerden gescheiden is en vervolgde dat de moeilijkheden voor regeerin- gen>, dio bij de voering van. een ge- meenschappelijken oorlog zoo van el kaar "gescheiden zijn. niet beschreven behoeven te worden, Toch was het een feit, waar inen niet dankbaar ge noeg voor kon zijn en waarvan men de regeering ©enigermate de eer moest geven dat, na achttien maanden oor lof, met al de verschillende meenin gen, welke de verschillende landen er op na hielden, en met alle verschillen de belangen, waardoor de verschillen de landen die tot.het verbond 'behoor den, werden geleid, dit verbond he den krachtiger, duurzamer en wezen lijker was dan het ooit te voren, was gew eest. (Toej u ichin gen ,,De betrekkingen tusschen onze gróote bondgenooten en ons zelf (al dus Long) waren van zoodanigen aard, dat zij ons het vol9te vertrou wen gaven, niet alleen dat wij tot 't eind van dezen wreeden strijd schou der aan schouder zouden staan en als één natie zouden vechten, maar ook dat, als alles voorbij was, wij dq groo- te overwinning hadden behaald en de vrede hersteld was, het verbond, de vriendschap en de toegenegenheid niet geëindigd zouden zijn, maar voor eeuwig een bewijs zouden blijven, dat wij te zamen als één gemeenschappe lijk volk 6tonden en als één natie vochten. Dat was het meest kostbare goed dat de geallieerden thans beza ten." Uit Frankrijk. ADMIRAAL LACASE TIJDELIJK MINISTER VAN OORLOG De minister van marine, admiraal Lacaze, neemt tijdelijk, gedurende generaal Gallióni's biekte, de leiding van hel ministerie van oorlog op zich. Uit Duitsohland. DE TOESTAND IN DUITSOHL>ND. Havas seint uit Parijs Sidonio Paes, do gezant van Portu gal te Berlijn, die op zijn terugkeer naar Portugal te Parijs is geweest, heeft een redacteur van de „Matin" een en ander omtrent de indrukken, I die hij in de Duitsche hoofdstad had opgedaan, medegedeeld. Do economische toestand wordt hoe langer hoe slechter. De bevolking klaagt zeer over dc aardappel-rant soenen, evenals reeds vroeger voor brood en voor boter is geschied. Ieder Duitscher moet een vierde pond boter per week krijgen, maar dikwijls is er geen voorraad. Paes constateerde in de laatste maanden een groote, sterke moreele verandering, :n dezelfde salons waar men vroeger den oorlog een heilige ondgrneming noemde. Men neemt nog slechts moeheid en leedwezen waar. Het denkbeeld, dat Duitechland het land id, dat voorbestemd en geroepen is, om de menschheid nieuwe krach ten te geven, is overai aan het ver dwijnen. Wanneer de Keizer thans een hospitaal bezoekt, dan uit hij elechts één enkele en steeds dezelfde zin, als hij de jammerklachten der lijders hoort„Ich habe es nioht g©- wollt". Men hoort elechts spreken over \Tede en over de noodzakelijkheid om vrede te sluiten, en dal nog wel in die kringen, waarin men zich tegenover vreemdelingen groot hield. Als men zelfs degenen, die den oorlog gezocht hebben, zoo hoort spreken, dan kan men zich voorstellen, wat men elders in het rijk, in de minder beschaafde klassen der maatschappij, denkt. De gezant zeide nog: ,Ik heradem «e'dert de 'enkele uren. die tic te Pa rijs ben. Ik vind het volk loyaal en vol vertrouwen op dc overwinning. Dat is een vreugde, maar ook een tref fend verschil met de officieel© krin gen te Berlijn HET VOE DIN GS VRAAGSTUK. Aan de Riiksdagleden is een nota over de regeerinesmaatresrelen om trent do verzondmr der bevolking mot voedingsmiddelen gezonden. Het gedenkschrift wijst er op, dat duurte van levensmiddelen een ge woon nevenverschijnsel van den oor log is en ook in de viiandelüke lan den voorkomt. Zelfs zijn de prijzen der voedingsmiddelen Ln sommige neutrale landen nog hooger dan in Duitschland. Daar de grootste moei lijkheid. die zich bij het voedincs- vraagstuk voordoet, dat. der verdee- line van de voorraden is. kan de regeering de toekomst vol vertrou wen te gemoet zien. want met de ver betering der organisatie zal 't vraag stuk steeds nader komen tot de op lossing. Bovendien is de invoer uit het buitenland, vooral van (1e belang rijkst© voedingsmiddelen, belangrijk toiigenomgn en is de productie in het land zelf belangrijk uitgebreid, waar aan vooral de techniek en de land bouw bijgedragen hebben, maar ook de wetenschap, die voor verschillen de artikelen, waaraan gebrek be stond, surrogaten heeft kunnen ma ken. DUITSGHLANB'S FINANCIEELE TOESTAND, 't Woltfbureau seint uit Berlijn o.a.: Bij de eerste lezing van do begroe ting en de belastingwetten Lu den Rijksdag verklaard© de minister vun financiën Helfferich, dat alle geld en arbeid wordt geconcentreerd voor de behoefte van den oorlog. In de be groot ing worden geen kredieten ge vraagd voor den oorlog. Het oorlogs krediet van December is nog voldoen de voor eemigen tijd. In de begTOoting vormt de belasting op de oorlogswinst een sluitpost, door welken de te verwachten verminde ring van inkomsten gedekt en het fei telijke evenwicht, wanneer de 480 millioen, die uit de nieuwe belastin gen verwacht worden medevgerekeml worden, hersteld wordit. Verder verklaarde de minister o.a „Al spannen wij onze hoop op een gunstigon vrede nog zoo hoog en al blijft déze hoop voortduren, toch is het zeker, dat een belangrijke ver groe ting van de rijksinkomsten moo- dig wordt. Het opbrengen van vijfhon derd millioen nieuwe belasting is ech ter g©en prestatie, waartoe het Duit sche volk niet. bij machte zon zijn. Duitschland beschikte in vredestijd over belasting-reserves als geen ander land. Het bewees in don oorlog zoo schitterend waartoe het op financieel gebied in staat is, dat iik wel eens wilde zien wie zou durven beweren, dat een half milliard nieuw© belas tingen zelfs van verre de grenzen van kracht nadert. Het Duitsche volk zal al het nood tg© dragen om het rijk te behouden en zijn plaats in de we reld te handhaven". Levendige toejuichingen) „Wat ons levensonderhoud betreft, zijn wij er slechter aan toe dan onze vijanden, voor wie de toevoer uit de geheel e wereld openstaat. Er kan ech ter niet met voldoenden nadruk op worden gewezen, dat in Duitsehlaiwl do brood-, aardappelen- en suikerprij zen het laagst zijn". De minister vervolgde: ..De inschrijving op de vierde oor- logsleening zal voor den afloop vun den volkeren strijd van het grootste gewicht zijn". Voorts gaf de itfinister een verge lijking met de andere oorlogvoerende landen en zei: „Onze maundelij-keche oorlogskos ten bedroegen de laatste maanden van 1915 meer dan 2 milliard Mark, de bedragen in Januari en Februari en waarschijnlijk ook in Maart 1916 minder. Zij zijn heden dus nauwe lijks hooger dan een jaar geleden, trots- de vermeerdering van oii6 troe- pencontïngent., den munitie-aanmaak en de stijging van de prijzen voor le vensmiddelen en ruwe stoffen. Engel&mds dagelijksc.he oorlogskos ten bedroegen sedert lang, ln marken uitgedrukt, negentig millioen en zul len spoedig tot honderd mülloeiP ge stegen zijn, Zij zijn dua absoluut ge nomen 50 procent hooger dan dc onze. De dagelijksch© oorlogskosten van Frankrijk zijn ongeveer even hoog als de onze en eveneens die van Rusland. Ik schat d© dagelijksche oorlogskos- te van onze vijanden, inet inbegrip van Italië, op minstens 240 millldoen mark en die van ons en onze bondge nooten op hoogstens 110 millioen. De totale uitgaven van onz© tegenstan ders van het begin van den oorlog tot 31 Maart 1916 schat ik op 100 a 150 milliard mark, die van ons en onze bondgenooten op 50 75 milliard, er go eon verhouding van tsvee tot een, wat omgekeerd evenredig ie aan (1e Onze Lachhoek OUD VOOR IIUN LEEFTIJD. Het voetbalelftal van een klein plaatsje moest een uitwedstrijd spe len en een groot gezelschap suppor ters besloot met hen mee te gaan. Het gevolg daarvan was dat de klerk in het station geen kaartjes genoeg had. In wanhoop scheurde hij de kaartjes in tweeën en bedeelde zoo alle passa giers met kinderkaartjes. Zij hebben allen genoeg betaald, zei hij haastig tot den conducteur van den trein, en je moet hen door laten. De conducteur was de gelieele zaak! bijna al vergeten, toen de trein arri veerde aan het station waar de kaar tjes werden in genomen. Haastig kwam een controleur met bleek, ver ontwaardigd gelaat, op hem afgesto ven: Die streek met die halve kaartjes gaat nu toch wel wat al te ver, schold hij. Wat is er dan? vroeg de conduc teur. Wat er is? schreeuwde de con troleur. Wel, je laat hier twee wagens leogloopem vol kinderen die kaartspe len, over den oorlog spreken en kne vels dragen. HIJ WACHTTE NIET OP DE TEEKEN PNGEN. Door een hevjgen orkaan was do spoorbrug over een dal in Amerika ingestort. In alle haast werd er een opzichter met eenig personeel heen gezonden. Twee dagen later stapte de hoofd inspecteur van de sectie uit zijn spe- cialen trein en zocht dan opzichter op. Zeg Bob, begon hij, met een stem trillend van energie; dit werk moet heel vlug in orde gebracht wonden. Ieder uuir uitstel kost ons duizenden- Heb je de plannen van den hoofdin genieur ad gekregen? Ik weet niet of hij al met die tee- keningetjes klaar is, zei de bruggen bouwer, een eenvoudig mannetje en niet jong meer; maar de brug is klaar en de treinen gaan er al weer over heen. verkragen resultaten. En de verhou ding wordt voor ons nog gunstiger. Met eenzelfde vertrouwen. ging de minister voort vervult ons do binnenlandsche fmandeel© toestand. Onz© oorlogsuitgaven zijn voorname lijk het binnenland ten goede geko men en hebben sedert de derde oor- logsIeeniing tot een krachtig© kapitaal vorming geleld. Dat bewijzen de gun stig© stand van de Reichsbank. de bit de banken aanwezige deposito's op de bij de spaarbanken gedeponeerde gelden. Laatstgenoemde gelden zijirt sedert het begin van den oorlog met meer dan 500 millioen mark gestegen; in Frankrijk zijn zij daarentegen met 280 millioen frans verminderd". Do minister besloot aldus zijn rede: „Onz© troepen drijven den vijand bij Verdun op heldhaftige en volhar dende wijze terug. Zij weten, dat de> overwinning ons Is. D© in het land achtergeblevenen zullen medehelpen, de overwinning te behalen". (Leven dige bijval. Do verdere beraadslagingen worden hierop lot Woensdag Verdaagd. De toestand in Bulgarije. Reuter seint uit Boeoharest: Er lieerscht im. Bulgarije ernstige* gisting, als gevolg van de bestaande ontevredenheid ener den toestand. Men gelooft, dat er een militaire opstand is uitgebroken, die door ét bevolking wordt gesteund. Ter Zoo. DOOR EEN DUIKBOOT AANGE VALLEN. Reuter seint uit New-York Het stoomeohip „Patna" is hiep aangekomen met 900 passagiers aan, •boord. De kapitein bericht, dat hij ter hoogte van Tunis zonder waarschu wing door een onderzeeër is aange vallen. De torpedo ging 20 voet ach ter den achtersteven voorbij. EEN POGING OM TE ONTVLUCHTEN. Reuter seint uit Para De 6 toom boot ..Asuncion", van de Hamburg—Amerika Lijn. die hier ir» November 1914 een schuilplaats hal gezocht en al dien tijd daar gelegen had. deed een poging om te ont vluchten. Het vuurtuig werd door kanon» schoten gedwongen terug te keeren. FEUILLETON HECTOR MA LOT. 120) Als ik mijn ouders in een paleis ge vonden had, inplaats van in zulk een stulp, zou ik dan niet voor hen die teederheid hebben gevoeld, die vroe ger mijn hart vervulde bij de gedach te aan een vader en een moeder, die ik niet kende, eene liefde die ik niet aan den dag kom leggen tegen den va der en de moeder, die ik zag? Die gedachte deed mij bijna bloozen van schaamte. Ik ging weer naar mijne moeder toe, omhelsde haar op nieuw en kuste haar vurig Zeker be greep zij niet waaraan zij die opwel ling moest toeschrijven, want in plaats van mijne kussen te beant woorden, zag zij mij met haar onver schilligen blik aan en zeidö toen iets tot haar man, mijn vader, waarbij ze even de schouders ophaalde. Zij aprak iets dat ik niet verstond, maar dat, hem deed lachen. Die onverschil ligheid van de een© en dat lachen van den ander deden mijn hart bijna breken; ik meende dat. die teederheid van mijn kant toch niet verdiende zóó beantwoord te worden. Maar men liet mij geen tijd om lang aan mijn indrukken toe te geven. En die daar? vroeg mijn vader, naar Mattia wijzend, wie is dat? Ik vertelde hein welke banden mij aan Mattia hechtten en ik trachtto in mijne woorden iets in te lasschen van d© vriendschap, die ik van hem ondervond en de dankbaarheid, die ik hem verschuldigd was. Jawel, zeide mijn vader: hij heeft de wereld eens willen zien, lk wilde antwoorden, maar Mattia voorkwam me. Juist, dat is het, zeide hij. En Barberin? vroeg mijn vader. Waarom is die niet meegekomen? Ik vertelde hem, dat Barberim dood was en welk eene teleurstelling d:t voor mij was, toon wij te Parijs wa ren gekomen, omdat wij te Chavanon van vrouw Barberin hadden gehoord, dat mijn ouders mij zochten. Mijn vader vertaalde toen voor röijn moeder wat ik gezegd liad en lk meende te verstaan, dat zij zeide, dat dit lieel goed en wel wos; alt/hans zij gebruikte bij herhaling de woorden well en good, die ik kende. Waarom was het goed en wel. dat Barberin dood was? Dat vroeg ik me telkens af, zonder dat ik een antwoord op die vraag kon vihden. Ge kent geen En col sell? vroeg mijm vader. Neen, ik ken alleen Fransch eai ook Italiaansch; dat heb ik geleerd van den patroon, aan wien Barberin mij verhuurd had. Vital is. Wist gij dan. Barberin heeft me zijn naam meegedeeld, toen ik voor ©enigen tijd in Frankrijk was om u te "zoeken. Maar ge zult wel nieuwsgierig zijn om te weten waarom wij dertien jaar lang geen nasporing en naar u ge daan hebben en plotseling op het denkbeeld zijn gekomen om Barberin op t© zoeken. Ja, heel nieuwsgierig, dat verze ker ik n erg nieuwsgierig. Ga dan bij het vuur zitten, dan zal ik het n vertellen. Bij het binnenkomen had ik mijn harp tegen den wand gezet; ik legde nu ook mij.n reiszak neer en zotte mij op de aangewezen plaats. Maar toen ik mijne beslijkt© en natte voeten bij Inet vuur uitstrekte, spuwde mijn groovader ln die rich ting, zonder een woord te spreken, maar als een oud© nat die nijdig wordt. Dit was genoeg om mij te doen begrijpen, dat ik hem hinderde, en ik t.roi; mijn voelen terug. Do© maar, of gij 't niet merkt, zeide mijn vader; do oudo heeft niet graag, dat men zich bij zijn vuur zat, maar als ge 't koud hobt, warm u dan. Met hem behoeft men zooveel omslag niet te maken. Het trof me hem zoo t© hooren spre ken over ©en oud man met grijze ha ren; ik dacht, dat zoo men voor iemand als decze: ik hield dus mijn beenen onder mijn stool. Ge zijt onz© oudste zoon, zedde mijn vader, en ge wordt geboren e©n jaar nadat ik met uwe moeder ge huwd was. Toen ik haar trouwde was er een meisje, die meende dat ik haar ten huwelijk zou vragen em die woe dend was, nu ik eene andere nam en een doodelijlien haat opvatte jegens liaar, die ze als hare mededingster beschouwde. Om zich te wreken stal zij u juist op den dag. dat gij zes maanden oud waart en bracht u naar Frankrijk, naar Parijs, waar zij u te vondeling legde. M ij deden alk mo gelijke nasporingen, maar wij gin gen niet naar Parijs, want wij kon den niet denken dat' zij zoover met u was heengetrokken. Wij vonden u dus niet en meenden, dat gij dood en voor altijd voor ons verloren waart, tóen drie maanden geleden die vrouw door eene doodelijke ziekte aange tast, op haar sterfbed de waarheid mededeelde. Onverwijld begaf ik mij naar Frankrijk, naar den commissa ris van politie van de wijk waarin gij te vondeling waart gelegd. Van hem vernam lk, dat gij dwr een metselaar uil Chavanon waart gevonden en ik reisde naar Chavanon. Barberin deel de m Ij mede, dat hij u aan een rei zen den muzikant, VitaMs, had verhuurd en dat gij met dezen door Frankrijk zwierft. Daar ik niet in Frankrijk kon blijven en Vital is opzoeken, droeg ik aan Barberin de taak op e.n gaf hem het geld, dat hij noodig had om naar Parij6 te komen. Tevens veraocin ik hem, de rechtsgeleerden, aan wie ik mijne zaken in handen trad gegeven, de hoeren Greth and Galley, kennis te geven, als hij u gevonden had. Mijn eigeai adres gaf ik hem niet, om dat wij alleen 'e winters in Londen wonen. Des zomers doorkruisen wij Engeland en Scljotl.amd voor onzen handel, want wij zijn reizende koop lui en nemen onze wagens ©n ons ge zin mede. Nu weet g© hoe gij terug gevonden zijt en hoe gij, na dertien jaar, weder uwe plaats in ons gezin inneemt. Ik begrijp besi, dat gij er u nog niet geheel thuis gevoelt, want gij kent ons niet, en gij verstaat niet wat zij zeggen, evenmin als mijn vrouw en kinderen u kruinen ver staan; maar ik vertrouw, dat dit wel spoedig zal komen en gij u bier wel dra gewennen zult. Zonder twijfel zou ik mij spoedig gewennen. Dat was dan ook natuur lijk, want ik was nu bij mijn© familie en zij, met wie ik voortaan loven zou. waren mijn vader, moeder, broers en zusters. Die mooie luiers waren dus bedrog; voor vrouw Barberin, voor Lize, voor vader Acquin en voor allen, die mij Beholpen hadden wos dit recht onge lukkig. Ik kon voor hen niet doen wat ik mij altijd had voorgesteld, want reizende kooplui, vooral zij, die in zulk een stulp woonden, zijn gew* rijke menschen .maar voor mij zel\©n. was dit een vrij onverschillige zaak. Ik had een familie en het was can dwaze kinderdroom van mij geweest te meeneoi, dat ik, mijn ouders vin dende, rijk zou worden. Liefde i» meer dan rijkdom en aan rijkdom luni ik geen behoefte, maar wel aan lief de. Terwijl ik naar het verhaal van- mijn vader luisterde en slechte ooreik en oogen had voor hem. had men de tafels gedekt: borden met blauwe bloe men, eu op oen tinnen schotel eer» groot stuk gebraden ossenvleesch met, aardappelen er omheerj. Hebt ge honger, jongens? vroeg: mijn vader aan Mattia eu mij. Mat tia zeijle mets. maar liet zijne witte» tanden zien. Laten wij dan aan tafel gaan Vóór hij zitten ging schoof hij den. stoel van grootvader aan; toen zette, hij zich met den rug naar 't vuur en begon het vleesch te snijden c» gaf ons elk een snee met aardappelen. (Wordt vorvolgd-l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5