ikiem's Daeouë
De Europeesclie Oorlog.
TWEEDE BLAD
Dinsdag 6 Juni 191S
OM ONS HEEN
No. 2173
GEORGE VAN BAEMDONCK.
Vlak bij het Blauwbruggetje te
Heemstede, midden in 't groen, aan
den rand van een vriendelijk vaartje,
ligt een kleine woning, toch nog met
twee ramen aan woerekanten van de
deur, een overschot van het oude
buitengoed Broneteê, waaraan steo-
nen palen van een oud hek de her
innering bewaren daar woont George
van Raemdonck met zijn vrouw en
twee kindertjes En bij 't lezen van
dezen naam bedenkt ge u „ja, wto
is van Raemdonck ook weer 6en
Vlaming natuurlijk, dat merk je da
delijk aan die ae en ckwacht, ik
ben er, dat is de man van die curieuse
teekeningen in de Oude Groene."
Zoo is het en wie indertijd ook
zijn zelfportret in de Groene gezien
heeft, zou hem kunnen herkennen
wanneer hij door de ramen van zijn
atelier, onder den reusachtigen iep
door, kijkt naar de felle bocht in deD
weg, bij 't Emmauölaantje: een ten
gere man, nog jong, pa6 zeven
en twintig, met een lorgnet voor
bijziende oogen, soma ook een enorme
bril in hoornen montuur. Met den
grooten stroom van vluchtelingen is
hij ook naar Nederland gekomen,
toen de Duibschers op Antwerpen los
trokken. want hij woonde in den om
trek daarvan, in een huis met een
tuin, waar gemoedetijk en lande
lijk de molen van zljtn buurman in
stond Eerst heeft hij in den Aerden-
hout gewoond, daarna hier, op dit
idyllisch plekje.
In de gang hangt allerlei van zijn
werk. Een teekening bijvoorbeeld
van de Belgische burgerwacht op 't
platte landvier boeren in blauwe
kielen, elk met een sabel, de uitmon
stering was niet anders, ,,'k Eb er zelf
bij ehoord," zegt hij in zijn vriende
lijk Vlaamsoh. Daartegenover een
andere teekening van groots tragiek:
do vlucht. Een massa mannen, vrou
wen en kinderen, in de meest ver
schillende kieeding, maar allen in
dczolfdo deining van angst voor den
invaller, stroom end naar ééns rich
ting: van het veilige Nederland. Nie
mand van 't radelooze gezelschap of
hij" torst dierbare bezittingen mee;
sommigen hebben zelfs niet kunnen
scheiden van hun koffiepot 1 En de
'.eekenaar vertelt, hoe hij een man ge
zien heeft, die kachelpijpen mee
sleepte, zooals m een brandpaniek
de menschen aan de haal gaan met
waurtkiooze dingen.
Ifier in de gang hangen ook ver
schillende van zijn teekeningen voor
do Groene, de „dicko Bertha"", het
welbekende Duiteehe monsterkanon
omgefantas-eerd tot een corpulente,
glimlachende dame of, minder ge
moedelijk, in puin geschoten wonin
gen, waaronder de dooden liggen,
terwijl scheef naar beneden hangt de
vermaning op 't welbekende bordje
„traitez les animaux avec douceur".
Behandel de dieren met zachtheid.
Dan een afbeelding vuu den onguren
electrisclien draad, gesymboliseerd
tot spmneweb, waarin al wat vluch
ten wil, blijft hangen, terwijl de
Dood loert bovenop de palen.
Die deodsfiauur. is 't wonder, komt
telkens weer in ziin teekeningen
weerom, soms onbedekt. als grijn
zend geraamte, dan weer gekleed ais
ttieer. met den hoed op het ramme
lend bekkeneel, nergens zóó prachtig
weergegeven als op de teekening,
waar hii. als metselaar, met den
kulltbak op den schouder, op een
ladder klimt. Hoe schitterend is die
stijgende beweging in de figuur af-
geboeld. wat spier-onergie ligt er in
het macabere geraamte hiervoor
heeft de kunstenaar voorstudies ge
mankt, En toch ztin er menschen.
die het zeer bijzondere van dit werk
ni£t dadelijk gevoelen, omdat hun
oog er zoo ongewoon door getroffen
wordtonze Nederlaudsche kunste
naars vestigen hun aandacht biina
geheel on de hoofdfiguren. Hahri,
Raemaekers. meestal ook Braaken'-
sick. maar Van Raemdonck deiail-
leert. geeft biifiguren. versierinkjes,
svmbolieke bijzonderheden, waar het
oog aan gewoon moet raken- maar
die. zoodra we ze rustig leeren zien,
wel zeer merkwaardig ziin. En na
tuurlijk treft dat op de oorspronke
lijke tcekfaiing veel meer nog. dan
oi> den afdruk, die uil den aard van
de zaak zooveel verliest fijne lijnen
worden dik en daarmee vergroft ook
de indruk. Het verwondert mij niet.
dat menschen. die het werk Ln de
Groene eerst bewonderd hebben, toen
de oorspronkelijke teekeningen bij
Van Raemdonck ziin komen kootpen,
lk noemde hem tegelijk mot Rae
maekers. maar hii is heel anders.
niet 'de politieke kunstenaar als
deze achter zijn groote brilloglazen
wordt de liïn getrokken van de pfiikx-
sojxhie en den weemoed. Er ligt geen
bitterheid in den molenaar, dien hij
neteekend heeft, lui hangend op een
stoel tegen een muur. toen de mili
taire autoriteiten den man verboden
hadden te malen, omdat do vijand
naderbij kwam zelfs zien we alleen
weemoed in het brandende Ixoerdc-
riilie. dat de schilder zelf in brand
had moeten steken, omdat het de
bewegingen van de ecidaten hinder
de. ..Meor kon ik niet teekenen", zegt
!hii er gemoedelijk bij. ..ge zoudt als
spioen aangeouden zain". En al kun
nen we er wel zeker van wezen, naar
wiens overwinning ziin wenscheu
uitgaan, zijn gemoedelijke spot treft
niet de Duilsohers alleen. „Het
kluchtspel van Griekenland" heet een
teekening. waarbij de geallieerden
zich glimlachend buigen over het
kleine Griekenland, dat telkens maar
zegt „liet mag niet", van dingen, die
zij tocüi doen Wilson wordt afge
beeld als Don Quichot te paard aan 't
strand, ziin spiets vol papieren, ter
wijl Rossinante zeewater slurpt. Zelfs
in de vergeliiking der twee vrouwen
figuren Germania met zwaard en
brandfakkel. Frankrijk met het klei
ne lamDie des liebte. D u i ts c 1»
Kultur en Fransche Cul
ture Is weinig felheid; glim-
lachend vertelt de teekenaar van een
hooggeplaatst Duifcsch ambtemaar. die
gevraagd heeft naar den nriis van
een van ziin beste teekeningen. mam
ten slotte toch niet gekocht heeft er
was dan ook wel eon extra hoog be
drag genoemd, t Was de teekening
van het beeld van den bespijkerden
Hindenburg, beklommen als Gulliver
in het rijk van Lilliput. door tal van
koddige figuurtjes; hier was gelegen
heid tot delailieeren voor den tcelce- j
naar en ik zeg u. dat hii die niet on
gebruikt gelaten heeft.
Niets is van het atelier in België
meegekomen. Alles heeft hij hier
moeten beginnen, maar toch is er
vrij wat aan schetsen en opgezet
werk, dat zijn voltooiing wacht. De
naaste omgeving Inspireerde Van
Raemdonck meermalen; er is een
Blauwbruggetje onder sneeuw, dat
aan Breitner denken doet, een groe
ne weide waarop een boer tusschen
twee koeien en een monumentaal op
gezette Spanjaardslaan m den win
ter, een stuk, zoo groot, dat er haast
geen particuliere woning ruimte ge
noeg voor hebben zou.
Als hij naderhand eens komt tot
uitvoering van zijn plan om in Haar
lem te exposeeren, hoop ik dat dit
stout aangevatte stuk er niet ontbre
ken zal
Voor het Museum Van Stolk heeft
hij nu een groote teekening van wat
daar t'entoongesteld is, onder han
den. Bovendien heeft hij succes met
portretten van den vloer k'jken
aardige kinderkopjes naar ons op.
Verschillende familiên hebben hun
I.-velingen door den Belgischen kun
stenaar laten schilderen en welk een
genot moet het wezen, uit hun onbe
zorgde jeugd iets moer en beters over
te houden, dan de zooveel doodsctoer
photograpliie geven kan.
't Is den schilder en zijn kleine fa
milie hier wèl in de in groen half
verscholen woning al vreest hij, dat-
de electrische tram, die komende is,
kwaad zal doen aan de poëzie van
deze omgeving. Maar zoolang liet nog
niet geschied is, trekt hij zich er niet
al te veel van aan en spreekt liever
zijn oudste toe, die zich schijnt te
verdiepen in een sierlijk gesteld
Fransch geschriftje, waarvan ze
evenwel op dezen leeftijd van twee
jaar en drie maanden nog niet veel
begrijpen kan.
Tweetalig was 't leven ook in Ant
werpen en het dorpje Zwijndrecht
waar de familie vroeger woonde. Op
't college waar Ik schoolging werd
een uur in de week Vlnamsche les
gegeven, vertelt hij, en dat schoot er
soms ook nog bij in. Maar toch moest
hij er om lachen, dat een Nederlan
der, die hem hier zag schilderen en
bespeurde dat hij oen man van t
Zuiden was, uitriep: „Ah, 'lous ètea
Flamand!' 'k Heb het met gezegd,
maar wel gedachtziedaar onze Ne-
derlandsche ijdclheid om een vreem
de taal te praten.
Te pas ofte onpas I
J. C. P.
Van d® oorlogsvelden.
't Verwachte RUSSISCHE OFFEN
SIEF is begonnen. Do Russen hebben
voorloopig een aanval tegen 't Oos-
teiu'ijiksche front uitgekozen. Natuur
lijk is de bedoeling om daardoor den
druk der Oostenrijkers tegen 't Ita-
haansche front te verminderen. Over
dit offensief leest men in 't Rus
sische 6ta0bericht on r Juni
is, van het aanbreken van den och
tend af, een slag begonnen aan hel
front van de Prrpat tot aan de grens
van Roemenië. Gesteund door de
artillerie, hebben de Russische troe
pen in tal van sectoren belangrijke
voordcvlen behaald. Zij maakten tot
dusver ongeveer 13.000 krij'gsgcvaru
genen en hebben kanonnen en ma
chinegeweren veroverd. De «lag ont-
w.kkc-It zich. Do artillerie zot de go-
Je tdelijko vernietiging van de Ooo-
tenrijksche verdedigingswerken en
dekkingen voort, terwijl de infanterie
zich, naar gelang van het welslagen
der voorbereiding door de artillerie,
van de Oostenrijksche stellingen
meester maakt."
't Oostenrijksche sta/bericht
meldt„De sinds lang verwachte
aanval der Russische Zuidwestelijke
legers is op het gehoele front tusschen
de Proeth en de kniebocht van de
Styr begonnen. Bij Kolki is een
groote slag ontbrand. Bij Okna wordt
om het bezit der voorste Oostenri jk-
echo stellingen verwoed gevochten.
Ten N.W. van Tarnopol is 'het den
Russen gelukt op enkele punten tij
delijk de Oostenrij'ksche schansen
binnen te dringen, doch een t gen-
aanval heeft hen er weer uit verdre
ven. Aan weerszijden van Kozpow,
ten Weeten van Tamopol, zijn aan
vallen der Russen vóór de Oosten-
rijksche hindernissen mielukt, bij
Nowo Aleksmiets en ten N W. van
Dubno reeds in Oostenrijksoh ge
schutvuur, Ook bij Sapanowolyska
zijn hevige gevechten aan den gang."
L)ö Duitecliers zullen nu vermoede
lijk ook wel niet stil blijven zitten,
't Ligt in de lijn, dat zij nu de Rus
sen aanvallen om daardoor, weer den
Ruseischen diuk tegen de Oostenrij
kere te verlichten. Nu meldt do 11 us-
ohe staf al: „ln de strook van
Dunaburg hebben de Duitschera
trommelvuur gericht op do Russische
loopgraven ten noorden van den
spoorweg naar Poniewiesj en vervol
gens "getracht tot het offenslel over
te gaan, doch zijn teruggeslagen."
OP HET WESTELLJK FRONT is
wemuz veranderintr te constaieeren.
hoewel er tred acht gevochten wordt.
fl>e Uuitsche staf meldt o.a.. dat
in de Verdun-streek verechl tienue
aanvallen der Franschen zijn afg&-
s latten. Ook aanvallen iler Eimel-
schen. om bij V peren de verloren
stallingen te hernomen, ziin afgesla
gen. De Fransche staf gewaagt
van Duitsche aanvallen die afgesla
gen ziin. Zoo leest man o. a. „Zon
dagnacht had een hevig gevecht
«Laats tusschen het garnizoen van
het fort Vaux en Duitsche afdeeliii-
gen, die er poogden binnen te ko
men. Ondanks de brandende vloei
stoffen. waarvan de Duilsohers een
ruim gebruik maakten, beletten de
Franschen den tegenstander eenigen
voorniUiaiig te maken."
Aan 't ITALIAANSCHE FRONT is
't wat stiller geworden. De Oos-
tenrijksclie sta* gewaagt van
de mislukte aanvullen der Italianen
n deelt verder mede; „Ten Zuiden
an de Posina hebben de Oostenrijk-
sche troepen een sterk steunpunt ge-
leunen en tal "van pogingen om het te
hernemen, afgeslagen. Ten Oosten
van: Ihet ALlcO'idal heblien Oosten-
rijksohe troepen op de hoogten ten
({•sten van Arsiero nog den Monte
Panoccia, ten Oosten van den Monte
Barco. süormeiidedhaiLd genomen.
Doze berg boheerscht den Val
Eanaslia."
UIT DEN KAUKASUS wordt door
den Russischen staf gemeld,
dat de Turken tot een offensief z.ijn
overgegaan De aanval is evenwel af
geslagen.
De Duitsche Rijkskanse
lier aan '4 woord.
De Duitsch,e Rijksdag heeft de be
lastingvoorstellen definitief aangeno
men. Daarna ging de Rijksdag over
tot de derde lezing der begrooting.
De Rijkskanselier nam daarbij het
woord en zei o a. „Een half iaar
geleden, den Oden December, heb ik
hier voor de eerste maal op grond
van onzen militairen toestand, over
onze bereidwilligheid om vrede te
sluiten, gesproken. Dat kon ik doen
in het vertrouwen, dat de oorlogs
toestand voor ons nog beter zou
worden en de gebeurtenissen hebben
dit vertrouwen bevestigd. (Bravo-
gcroópj- Wij hebben nieuwe voordee-
lcn behaald, op alle fronten ziin wij
nog sterker dan vroeger. {Bravo
geroep. Als ik. met dezen stand v&n
zaken voor oogen. verklaarde, dal
wïi bereid waren vrede te stuiten, be
hoef ik dat niet te betreuren, ook al
heoft ons aanbod bü onze vijanden
geen succes gahad. In dun kritieken
tijd van Juli 191-4 was het voor eik
verantwoordelijk staatsman plicht
voor God, zijn land en zijn geweten,
niets onbeproefd te laten, wat met
behoud d^r eer den vrede kon bewa
ren- Eveneens hebben wii. na met
good gevolg onze vijanden te hebben
afgeweerd, mets willen nalaten wat
het vrceseliike lijden der Europee
sclie volken in zulk een wereldbrand
kan verkorten. Later heb ik een
Ameriknnnseh journalist medege
deeld. dat vredesonderhandelingen
slechts dan tot het dool konden lei
den. als zii door de staatslieden der
oorlogvoerende landen werden ge
houden op grond V6n den werkelij-
ken militairen toestand, zooals die
op elke kaart van de oorlogstarreinen
te zien is. Dat is van de andere zijde
van de hand gewezen men wil de
oorlogskaart niet erkennen, men
hoopt ze le verbeteren. Iniussdten is
ze nog meer te onzen gunste gewij
zigd. (Luid bravo-geroepi. Het Engel -
sche leger te Koet-el-Amara heeft
zich overgegeven, de Franschen heli-
ben v-c i .'dun nederlagen en
wgldize w-rlk-jen geleden, het Russi
sche "offensief iri Maart is mislukt,
onze bondgenoot Oostenrijk-Honga
rije heeft een machtig en geslaagd
offensief tegen Italië ondernomen
(luid bravo-geroepi. onze linies voor
Saloniki ziin bevestigd en de laatste
dagen hebben wii jubelend en dank
baar den Boeelaa bii Jutland beleefd.
(Luide bravo's). Derhalve ziet de
oorlogskaart er reeds weer andors
uit. Als onze vijanden daarvoor nog
steeds de oogen willen sluiten, dan is
dit hun zaak en zullen wij doorvech
ten tot de eindzege is bereikt. (Luide
bravo's). Wii hebben iiet onze gedaan
om den weg voor den vrede te ba
nen de viiandeu hebben ons met
boon en spot afgewezen. Zoodoende
elke bespreking over vrede, van
ons uitgaande, v i-onshands ijdel en
zelfs schadelijk (Geroep zeer juist).
Eenige staatslieden iri Engeland en
elders hébben getracht ons volk den
pols te voelen on door particularisti
sche of op het gebied der binnen-
landfsche jxilitiek liegende geschillen
onze kracht te verlammen. Deze liee-
ren hebben zich eon wonderlijke
-voorstelling van ons gemaakt en als
_jii zichzelf niet bedotten, ziullen zij
hebben opgemerkt, hoe vast de hart
slag van het Duitsohe voilk is. (Bravo
geroep). Er bestaat geen invloed van
buiten, die onze eenheid ook iiiuiar in
het minst kan schokken (Geroep
zeer juist). Zeker, ook wii hebben
onze nieeningsverschillen. maar die
worden zakelijk uitgemaakt. Wij
hebben zeer diepgaande uitoeuzei.f.n-
gen gehad in de centrale commissi o
en vooral groote oneenigheid over
het duikbootvraairstuk en over de be
trekkingen tot Amerika. De meerlin
gen stieten fel tegen elkaar maar ik
constateer met nadruk, dat van alle
kanten de meeningen cn overtuigin
gen van tegenstanders ziin gewaar-,
deerd en dat wii steeds zakeliik ziin
gebleven. Onze vertrouwelijke bespre
kingen in de commissie hobben den
drong naar openbare uiting niet
kunnen bevredigen, maar trii weet
waarom wji geen opheldering in het
openhaar konden geven. W ii waren
het. naar ik ineen, volkomen eens.
dat een diepgaande bespreking in het
openbaar het landsbelang zou bena
doelen. Van die gedragslijn kan ook
ik niet afwijken, hoezeer ik naar tien
tlki verlang, dat de censuur met de
beperkingen cn den hinder, die daar
mede noodzakelijk genaard gaan.
kan worden opgeheven."
Vorder gaf do Rijkskanselier een
uitvoerige bestrijding van verschillen
de onjuiste voorstellingen die gege
ven zijn in een boekje, dat door „oen
bezorgd patriot" geschreven is over
de politieke voorgeschiedenis van
den oorlog, waarin eea keten zonder
eind van grov'o onwaarheden ©n ver
draaiing van de juiste feiten wordt
gegeven."
Voorts gaf de Rijkskanselier nog
een beschouwing over den binnen
landse hen politikken toestand ©n zei
o.a
„Ik weet dat vóór den oorlog de
onderscheiding jueschen nationale en
andere partijen in den pjlitieken
strijd opgeld deed, maar het zal de
schoonste vrucht van dezen oorlog
zijn; dat wij deze onderscheiding
nochtans voorgoed laten varen, om
dat zij geen reuen van bestaan meer
heeit, aangezien het „nationale' van
zelf spreekt (levendige toejuichingen).
Mijn hoop daarop is niet le schokken,
ondanks Liebknechts c. s., met wie
hei volk na den oorlog zal afrekenen
(interrupties-). Partijstrijd zal er ook
in de toekomst zijn, even fel als tot
dusver, maar mogen wij daarom
steeds weer het oude stokpaardje van
nationalen en anti-nationale partijen
berijden (levendige toejuichingen).
Ik zie liet gehoele volk met helden
moed voor zijn [oekoinsi vechten. On
ze zoons en broeders strijden en ster
ven in trouwe kameraadschap met el
kander. üözenue liefde voor het-va
derland bczie.t allen, t zij het vader
land hun bezit en rijkdom bevat, *t
zij het de plaats is, waar zij met
kracht hunner armen hun brood ver-
dienen. Deze heilige vlam der vader-
laiidsüetd© staalt alle harten om in
j duizendvoudig gevaar den dood te
j trotseereit, den dood in-te gaan. Al-
j Leen een volkomen versteend gemoed
kan zich aan den aangrijpenden in-
vloed der groote oerkracht van
volk onttrekken, kun zich tegen een
warino liefde voor dit volk verzetten
(stormachtige toejuichingen). En mi
zou ik scheiden Zal ik niet veeleer
vereenigen Moet bezorgdheid over
foek'omofigen strijd de kracht verlam-1
men, die wij nnodig hebben om den
grooten strijd van het heden to !x>
eraan Mijn geloof in mijn volk, mijn
liefde tot mijn volk verleenen_ mij de
rotsvaste zekerheid, dat wij zullen
vochten en overwinnen gelijk onze
vaderen vochten en overwonnen (le
vendige bravo's). Onze vijanden wil
len het op het eind laten aankomen.
Wij vreezen dood noch duivel, ook
niet den hongerduivei, dien zij ons
land willen binnen zenden. De man
nen, die daar ginds om Verdun vech
ten, die onder Hindenburg vochten,
onze kranige blauwkielen, die Allrion
heben getoond, dat rat:-::, bijten (toe
juichingen), zij zijn uit een ras ge
sproten. dat cok ontberingen weet to
dragen. Deze ontberingen zijn or Ik
zeg dit rustig en ronduit, ook tot het
buitenland. Doch wij dragen ze. Ook
in dezen strijd gaat hot voorwaarts.
De genadige hemel laat een goeden
oogst rijpen. Het zal niet slechter,
doch beter worden dan in het vorige
moeielijko jaar.
En zooals het nu staat, zal de
verwachting, door onze vijanden op
onze «economische moei lijk lied en ge
grond, een misverstand blijken. Onze
jonge marine heeft den .eersten Juni
oudere berekening onzer vijanden in
war gestuurd en een groote slag
geslagen. Ook deze overwinning zal
ons niet tot groi/-sprekens maken ;wij
weten wel dat Engeiana daarmee nog
niet verslagen is, maar zij ia ons toch
een voorteoken van een toekomst,
waarin DuitscWund ook op zoe geiijko
rechten voor zich en daardoor ook
kleine volken duurzame vrijheid
der thans door de alleenheerschappij
van Engeland gesloten handelswegen
ter zee zal bevechten.
Dit ia het heldere, veelbelovende
licht van den len Juni (stormachtige
toejuichingen) van het gehoele huis
en de tribunes. Hot grootste deel der
afgevaardigden is opgestaan. Steeds
herhaald bravo-gerc-ep en handge
klap, waarvoor de rijkskanselier
dankt. De toejuichingen herhalen zich
dan eanig malen).
Heden voortzetting van de Rijks-
dagziitlng.
Ue Zeeslag.
Nog een officiecle Engelsche
verklaring.
De Briteche admiraliteit meldt,
dat, totdat de opperbevelhebber lijd
zal hebben gehad de betrokken offi
cieren te hooren en een volledig rap
port op te maken, elke poging om een
overzioLt te geven van den zeeslag
die begon in den namiddag van 31
Mei en eindigde in de morgenuren
van 1 Juni voorbarig zou zijn. Do
resultaten oclvter zijn duidelijk. De
Engelschevloot kwam met de Duit
sche slagvloot in aanraking op 31
Mei 's middags om half vier. De lei
dende schepen van beide vloten be
gonnen evri hevig gevecht; slagkrui
sers, groote slagschepen, het kleine
materieel, alle namen actief deel aan
den strijd De verliezen waren aan
beiden zijden zwaar, maar toen de
hoofdmacht van de Britsohe vloot
voeling kreeg met de Duitsche slag-
vloot was slechts korten tijd noodig
om de Duitsche siagvloot, die reeds
zoozeer getroffen was, te dwingen
veiligheid te zooken. Dit was moge
lijk omdat ten gevolge van het slechte
uitzicht en den mist, de groote vloot
«1 echts nu on dan even voeling kon
krijgen met de Duilecliens ën er geen
•oortdurende actie mogelijk was. l-»o
•ervolging werd voortgezet tol het
duister werd, maar ue Britsche tor
pedoboot jagers kondén nog geduren
de den nacht mei succes aanvallen
doen. Nadat de Duitsohers naai hun
havens waren gedreven, keerde Je)-
licoe terug, en speurde hij het lioo'd-
tooneel van den strijd af om naar
ontredderde schepen te zoeken 'lo
den middag (Donderdag) stond
hel vast, dat er voor de vloot niets
meor te doen was. Admiraal Jollicoe
ke&rue daarom naar zijn basis terug,
over een afstand van vier honderd
mijlen, nam opnieuw kolen en was
Zondagavond weer gereed zee ie
kiezen. De Briteche verliezen zijn vol
ledig opgegeven De admiraliteit twij
felt niet of do Duitsche verliezen zijn
zoowel relatief ale absoluut zwaar
der Er zijn zeer duchtige redenen
om aan te nemen dat de Duitsche ver-
liez«i twee slagschepen omvatten en
erder twee dreadnought slagkrui
sers, van het machtigste tyi>e, twee
kruiers van het laatste type, n.l.
„Wiedbadcji" en ..Elbing", een lich
ten kruiser van het R«stock-type (4900
ton, in 1912 gebouwd) nog een iicliten
kruiser en ten minste negen torpedo-,
bootjagers en een duikboot.
Reuter verneemt nog vau gezagheb
bende zijde; „De Duitsche verhezen
zijn blijkens stellige bewijzan opzet
telijk vervalscht. Het is bekend dat
de Dorfflinger, de Lützow en de
Hindenburg volslagen.zijn vernietigd,
terwijl éón (waarschijnlijk tweo)
slagschip, vier lichte kruisers, vier
torped)ojagei'8 en een duikboot even
eens verloren zijn gegaan. De Duit-
schers beweren, dat de rest van liet
Duitsche liniekruiser-eskader is te
ruggekeerd. Deze schepen waren ech-
Onze Lachiioek
TERUGEKAATST.
Jansen had pas een nieuwe auto ge
kocht en reed er Irotsch in naar huis
om haai- aan zijn vrouw te laten
zien.
Nu was Mevr. Jansen leelijk van
uiterlijk maar vermogend, bovendien
hadden zij dien morgen na het ont
bijt ongenoegen gehad en was dat
geschil nog niet bijgelegd.
Hm, zei ze op koeien toon, ter
wijl zij naar de schitterende auto
keek. Ze is heel mooi, maar zonder
inijn geld was die auto niet hier!
Heel onaangenaam getroffen ant
woordde Jansen:
Dat is zoo, Mario, maar bedenk
dan meteen, dat jij zonder dat geld
ook nu niet hier zou zijn.
ter eveneens zwaar beschadigd, oven
als de schepen van de König-klasse,
die onder vuur van een deel der En
gelsche \Ioot zijn geweest".
Versproid nieuws.
EEN' ITAL1AANSCH SCHIP GE
ZONKEN. Een Lloyds-berlcht
meldt uit Geeua. dat het Italiaansche
stoomschip „Marterso' den 27sten
Mei tot zinken is gebracht.
DE OORLOG IN DE LUCHT. De
Fransche staf deelt mede Een
escadrille Duitsche aeroplanes wierp
bommen op Toul. waardoor 6 man
nen en 10 vrouwen werden gewond.
Een Fransch luoht-escadrille ver
volgde de aanvallers en schoot er
één naar beneden boven de Fran
sche en twee boven de Duitsche li
nies.
De Duitsche staf meldt: „De ge
vechten onzer vliegers in- de maand
Mei waren van grkxot belang. De vij
andelijke verliezen waren: in de
luchtgevechten 36 vliegtuigen; door
nfweervuur van den grond 9, door
onvrijwillige landing achter onze 11-
2, totaal 47 vliegtuigen. Onzo
eigen verliezen ln de luchtgevechten
bedroegen 11 vliegtuigen; vijf vlieg
tuigen zijn niet teruggekeerd, te za-
men verloren wij dus 16 vliegtuigen".
Stadsnieuws
Kiekjes Dit de Rechtszaal
Mishandeling- De 20 ja
rige los werkman H. M. V., heeft G.
L d. Ilaak, brandstoffenhandclaar,
voor zijn pakhuis aan d,en Burgwal
paar klappen gegeven. Voor de
mishandeling was niet de minste
aanleiding, 't O. M. eïschte een
maand gevangenisstraf.
H o n d c nb e ia s t i n g. De
koopman C. A. de R. had twee hon
den waarvoor hij geen belasting wil
de betalen, 't Offer aan <ie gemeente
kas zou f 5.geweest zijn. Nu vroeg
t O. M. het vaste tarief, n.l. 't dub-
bete van de belasting 10 gulden
boete.
rnieling. Dezelfde be
klaagde moest voor een ander feit
eenigen tijd in de gevangenis zitten.
Ilij werd, in afwachting van zijn
overbrenging naar de gevangenis, n
een cel in t Paleis van Justitie opge
borgen. Hij had 't daar zoo slecht
naar z'n zin, dat hij de deur en de
muur geducht beschadigde. Voor dit
feit werd een maand gevangenisstraf
legen hem gevorderd.
Uit de stakingsdagen.
De staker D. G. heeft den werkwilli
ge H. Dijkstra oen klap op hoofd
gegeven. 't Gebeurde tijdens de
1 grondwerkersstaking te Haarlem.
l egen den beklaagde, die niet ver
schenen was werd een maand
gevangenisstraf geëischt.
Een Zwaan gestol en. De
gemeente Haarlem heeft eenige zwa
nen die vrooiijkheid brengen in onze
wateren. De baldigheid der straat
jeugd jaagt de mooie witte waterbe
woners af en toe naar de buitenwate
ren. Zoo zwom er een in April in 't
Zuider Buiten Spaarne onder Heem
stede. Daar roeide ook de 18 jarige
jongen Joh. v. B. De vogel kwam
naar *t bootje en sloeg met de vleu
gels. v. B. gaf hem c-en klap met do
roeispaan, waardoor 't dier flauw
viel. Hij haalde de zwaan daarop in
de boot en worgde hem.
Presidentwat wou Je met 't drer
doen
Beklaagde.: opeten!
Presidentdat zou geen lekker
boutje geweest zijn I
't Openbaar Ministerie eischte te
gen beklaagde 10 gulden boete.
President: en nu niet meer zoo iets
doen, want dun l|cun je in de gevange
nis. De bloemist voorman der ge
meente deelde mede, dat de waardo
vau de zwaan 25 A 30 gulden is.
FEUILLETON
Hef fortuin van
Ruperi Hendle.
39)
Wees maar niet bangj© kunt
er zeker van zijn, dat hij goed voor
rijn kostbare huid zal zoigen, ant
woordde Carriwgton droogweg, en
ala ót zwijg. Hij ölond stil en
fluisterde Wie is dat?
Waar? Rupert stond nu even
eens stil, en keek om zich heen, ter
wijl Carrington hem bij zijn arm
greep en hem meetrok van het voet
pad af ni een boschje struikgewas.
Stil, flui&ierdö Carrington, en
knoop je smoking zoo goed als je
kunt over je overhemd, dat wit zou
ons kunnen verraden. Hij deed het
zelf ook en duwde Heatdie nog wat
meer ln de schaduw. Nu opgelet!
llondle keek uit ai zijn macht en
zag nu, dat het achk rhc-k in den stee-
rw-n muur <jio om zijn park liep, epen
stond, en dat er eon lange, donkere
vrouwengestalte uitkwam. Zij deed
liet hek voorzichtig achter zich dicht,
keek rechts en links orn zich heen &n
liep toon haastig het voetpad op,
waarlangs do twee jonge mannen zoo
juist gekomen waren. Toen zij het
boschje langs kwam. kon Rupert tei^
nauwernood een uitroep onderdruk
ken, want ondanks den zwartzijden
sjaal, die ge gestalte over haar hoofd
had gebonden, zag hij dat de late
wandelaarster niemand anders was
dan zijn buishoudster. Wat zij op dit
uur huiten deed en waarheen zij ging,
was een raadsel. Maar Carrington
wist or oen oplossing voor. Toen de
gestalte buiten 't gehoor was, fluis-
teixlo hij Hendle opgewonden toe:
't Is mevrouw Beat sou. Ze gaat
hot testament zoeken. Gauw, achter
haar aan! Maar pas op, dat ze ons
niet ziet!
Het testament? fluisterde Hendle
terug Wat bedoel je 7
Ze heeft het ergens verborgen,
daar ben ik zeker van, en nu gaat ze
het buien. We zullen haar op heewr-
daad botrappen als we t voorzichtig
aan locgen. Wat een bof!
Maar 't is onmogelijk, dat
Houd je stil, fluisterde Carring
ton heftig, wil je de hce'e boel beder
ven? 't Is een duizendste t.ref, dat we
zoo achter de waarheid zullen komen!
Vooruit 1
Carrington ging vooruit ©n Hendle
volgd© hem beiden namen de uiter
ste voorzichtigheid in acht. Zij zagen
heel flauw de donkere figuur voor
zich uilloopen den kant van het dorp!
op. Maar toon zij op den straatweg
kwamen, was zij verdwenen.
Als hot is, zooals ik donk, is ze
naar de pastorie gegaan, zeide Car
rington. Dan zal ze het testament er
gens in die wildernis van den tuin
verborgen hebben.
llondle knikte zonder to antwoor
den en de beide jonge mannen spoed
den zich voort en kwamen juist bij
tijds in 't gezicht van de pastorie om
mevrouw Beatson te zien verdwijnen.
Carrington bleef verrast even stil
staan, stak toen den weg over om
langs de hooge haag verder te loopen
en hield een -paar passen voor het
hek stil. Rupert die vlak achter hem
liep, volgde zijn voorbeeld. Carring
ton keek om het hek hoen en zag toen,
dat mevrouw Beatson een lantaarn
bij zich had, die zij zeker juist had
aangestoken, want eon lichtschijn viel
voor haar uit, terwijl zij onder de
hooge, zware boomen verder liep.
Laten we hier wachten, fluister
de Carrington, Rupert, die het hek
in wilde gaan, tegenhoudend. We
zouden in d'e wildernis misschien ge
luid maken en zoo haar argwaan op
wekkon.
Dit was een goede raad on Rupert
stemde er dadelijk mee in. Zij bleven
achter de haag neergehurkt en
wachtten niet kloppend hart af wat
er gebeuren zou. Mevrouw Beatson
bleef lang weg, dacht Ilendlc. Toen
verscheen zij plotseling, op een draf
loopead, terwijl de lantaarn in haar
hand heen ©a weer zwaaide. Vlak bij
het hek stond z© stil, om het licht uit
te doen. maar eerst zette zij het ouder
beschutting van de haag op den
grond, om bij den schijn een groot
stuk ritselend perkament in te kijken
Op het oogen blik, dat zij er zich mee
naar 't licht boog, strekte Carrington
zijn arm uit en greep het. Met een* gil
schokte zij op uit haar gebogen hou
ding en stond nu tegenover haar
meester en zijn gast. Zij was op hee-
lerdaail betrapt.
HOOFSTUK XII.
DE BEKENTENIS.
Verlamd van schrik stond mevrouw
Beatson roerloos als een steenen
beeld, met open mond en groote, ec.a-
rende oogen. Haar gezicht zo.? valer
dan het perkament, waarvan zij zoo
juist iMróofd was en haar adem
kwam :n korte haastige snikken, die
in de stilte duidelijk hoorbaar waren.
Rupert keek oen oogenblik naar haai
en womlde toen zijn oogen af het
deed hem te pijnlijk aan, die stllie
doodsangst te zien. Carrington, door
de ondervinding meer gehard, boog
zich naar licht en las. Dit is de Laat
ste Wil van John Hendle stond in
groote letters op den omslag. Dat
was genoeg voor liern hij rolde het
perkament op en wendde zich toen
tot de van schrik als verstijfde vrouw.
U is handig en slim, en toch te
gelijk dom, mevrouw-, merkte hij
doodkalm op handig en slim heeft
L' U van het testament meester ge
maakt ©n het verborgen maar dom
is hel zuik een compromitieeiend do
cument hier in te zien, waar ieder
oogenblik do veldwachter voorbij kan
komen.
Bij het woord veldwachter was
hel of mevrouw Bea/tson geèlectrl-
s&ord word. Zij scheen zich plotseling
bewust te worden van het gevaar,
waarin zij verkeerde en met een
sprong als van eon kat was zij don
weg op ou holde ze voort. En vóórdat
de beide jonge mannen van hun ver
bazing bekomen waren, was ze achter
het struikgewas verdwenen. Zij snel
den haar na maar de angst gaf
haar vleugels en pas bij dcu muur
van liet park haaiden zij haar in.
Terwijl zjj 1 slot van 't hek opende,
iegde Carrington zijn hand op haar
schouder. Met een kreet viel zij op
haar knieën neer.
Genade, genade Ik ben onschul
dig onschuldig jammerde zij, en in
haar doodsangst omvatte zij zijn boe
nen.
Sta op, zeide Carrington, haar
ruw in de hoogte trekkend. Eerst
naar binnon cn geef een verklaring.
Er is geen verklaring te geven.
riep mevrouw- Beatson uil, nu plotse
ling tot verzet komend, en U B mijn
©ester niet.
Ik ben meer dau uw moester
ik ben de man die Uw misdaad ont
dekt hoeft, zeide Carrington op stren
gen toon. Hij duwde het hek open on
herhaalde Naar binnen, zeg ik U.
Zacht wat, Carrington, zucht
wat, zeide Rupert sussend. Ilij had
medelijden mot dc trillende vrouw,
die de wanhoop nabij was. We kun
nen de zaak met bedaardheid behan
delen. Geef me een arm mevouw, on
ga mee naar binnen. U zal ons on
getwijfeld alles kunnen opholderen.
Ik zal geen opheldering geven,
zeide mevrouw Beatson klnpivrtan-
dend en ai haar best doende om wat
kalmte terug te krijgen. Wat heeft hij
met me te maken U is altijd ccn
gentleman, mijnheer Hendie, cn ik
wonsch U een beteren vriend t»- Een
spion is hij, overal ligt hij op de toer.
Dat noemt zich een man helpe
de vrouw, dio je trouwt
Geen van de twee mannen ant
woordde iets op die dwaze woorden
en terwijl zij zonder samenhang door
bleef praten, leidde- Hendle haur naar
binnen.
(Wordt vervolgd.)