ikiem's Daeouë De Europeesclie Oorlog. TWEEDE BLAD Dinsdag 6 Juni 191S OM ONS HEEN No. 2173 GEORGE VAN BAEMDONCK. Vlak bij het Blauwbruggetje te Heemstede, midden in 't groen, aan den rand van een vriendelijk vaartje, ligt een kleine woning, toch nog met twee ramen aan woerekanten van de deur, een overschot van het oude buitengoed Broneteê, waaraan steo- nen palen van een oud hek de her innering bewaren daar woont George van Raemdonck met zijn vrouw en twee kindertjes En bij 't lezen van dezen naam bedenkt ge u „ja, wto is van Raemdonck ook weer 6en Vlaming natuurlijk, dat merk je da delijk aan die ae en ckwacht, ik ben er, dat is de man van die curieuse teekeningen in de Oude Groene." Zoo is het en wie indertijd ook zijn zelfportret in de Groene gezien heeft, zou hem kunnen herkennen wanneer hij door de ramen van zijn atelier, onder den reusachtigen iep door, kijkt naar de felle bocht in deD weg, bij 't Emmauölaantje: een ten gere man, nog jong, pa6 zeven en twintig, met een lorgnet voor bijziende oogen, soma ook een enorme bril in hoornen montuur. Met den grooten stroom van vluchtelingen is hij ook naar Nederland gekomen, toen de Duibschers op Antwerpen los trokken. want hij woonde in den om trek daarvan, in een huis met een tuin, waar gemoedetijk en lande lijk de molen van zljtn buurman in stond Eerst heeft hij in den Aerden- hout gewoond, daarna hier, op dit idyllisch plekje. In de gang hangt allerlei van zijn werk. Een teekening bijvoorbeeld van de Belgische burgerwacht op 't platte landvier boeren in blauwe kielen, elk met een sabel, de uitmon stering was niet anders, ,,'k Eb er zelf bij ehoord," zegt hij in zijn vriende lijk Vlaamsoh. Daartegenover een andere teekening van groots tragiek: do vlucht. Een massa mannen, vrou wen en kinderen, in de meest ver schillende kieeding, maar allen in dczolfdo deining van angst voor den invaller, stroom end naar ééns rich ting: van het veilige Nederland. Nie mand van 't radelooze gezelschap of hij" torst dierbare bezittingen mee; sommigen hebben zelfs niet kunnen scheiden van hun koffiepot 1 En de '.eekenaar vertelt, hoe hij een man ge zien heeft, die kachelpijpen mee sleepte, zooals m een brandpaniek de menschen aan de haal gaan met waurtkiooze dingen. Ifier in de gang hangen ook ver schillende van zijn teekeningen voor do Groene, de „dicko Bertha"", het welbekende Duiteehe monsterkanon omgefantas-eerd tot een corpulente, glimlachende dame of, minder ge moedelijk, in puin geschoten wonin gen, waaronder de dooden liggen, terwijl scheef naar beneden hangt de vermaning op 't welbekende bordje „traitez les animaux avec douceur". Behandel de dieren met zachtheid. Dan een afbeelding vuu den onguren electrisclien draad, gesymboliseerd tot spmneweb, waarin al wat vluch ten wil, blijft hangen, terwijl de Dood loert bovenop de palen. Die deodsfiauur. is 't wonder, komt telkens weer in ziin teekeningen weerom, soms onbedekt. als grijn zend geraamte, dan weer gekleed ais ttieer. met den hoed op het ramme lend bekkeneel, nergens zóó prachtig weergegeven als op de teekening, waar hii. als metselaar, met den kulltbak op den schouder, op een ladder klimt. Hoe schitterend is die stijgende beweging in de figuur af- geboeld. wat spier-onergie ligt er in het macabere geraamte hiervoor heeft de kunstenaar voorstudies ge mankt, En toch ztin er menschen. die het zeer bijzondere van dit werk ni£t dadelijk gevoelen, omdat hun oog er zoo ongewoon door getroffen wordtonze Nederlaudsche kunste naars vestigen hun aandacht biina geheel on de hoofdfiguren. Hahri, Raemaekers. meestal ook Braaken'- sick. maar Van Raemdonck deiail- leert. geeft biifiguren. versierinkjes, svmbolieke bijzonderheden, waar het oog aan gewoon moet raken- maar die. zoodra we ze rustig leeren zien, wel zeer merkwaardig ziin. En na tuurlijk treft dat op de oorspronke lijke tcekfaiing veel meer nog. dan oi> den afdruk, die uil den aard van de zaak zooveel verliest fijne lijnen worden dik en daarmee vergroft ook de indruk. Het verwondert mij niet. dat menschen. die het werk Ln de Groene eerst bewonderd hebben, toen de oorspronkelijke teekeningen bij Van Raemdonck ziin komen kootpen, lk noemde hem tegelijk mot Rae maekers. maar hii is heel anders. niet 'de politieke kunstenaar als deze achter zijn groote brilloglazen wordt de liïn getrokken van de pfiikx- sojxhie en den weemoed. Er ligt geen bitterheid in den molenaar, dien hij neteekend heeft, lui hangend op een stoel tegen een muur. toen de mili taire autoriteiten den man verboden hadden te malen, omdat do vijand naderbij kwam zelfs zien we alleen weemoed in het brandende Ixoerdc- riilie. dat de schilder zelf in brand had moeten steken, omdat het de bewegingen van de ecidaten hinder de. ..Meor kon ik niet teekenen", zegt !hii er gemoedelijk bij. ..ge zoudt als spioen aangeouden zain". En al kun nen we er wel zeker van wezen, naar wiens overwinning ziin wenscheu uitgaan, zijn gemoedelijke spot treft niet de Duilsohers alleen. „Het kluchtspel van Griekenland" heet een teekening. waarbij de geallieerden zich glimlachend buigen over het kleine Griekenland, dat telkens maar zegt „liet mag niet", van dingen, die zij tocüi doen Wilson wordt afge beeld als Don Quichot te paard aan 't strand, ziin spiets vol papieren, ter wijl Rossinante zeewater slurpt. Zelfs in de vergeliiking der twee vrouwen figuren Germania met zwaard en brandfakkel. Frankrijk met het klei ne lamDie des liebte. D u i ts c 1» Kultur en Fransche Cul ture Is weinig felheid; glim- lachend vertelt de teekenaar van een hooggeplaatst Duifcsch ambtemaar. die gevraagd heeft naar den nriis van een van ziin beste teekeningen. mam ten slotte toch niet gekocht heeft er was dan ook wel eon extra hoog be drag genoemd, t Was de teekening van het beeld van den bespijkerden Hindenburg, beklommen als Gulliver in het rijk van Lilliput. door tal van koddige figuurtjes; hier was gelegen heid tot delailieeren voor den tcelce- j naar en ik zeg u. dat hii die niet on gebruikt gelaten heeft. Niets is van het atelier in België meegekomen. Alles heeft hij hier moeten beginnen, maar toch is er vrij wat aan schetsen en opgezet werk, dat zijn voltooiing wacht. De naaste omgeving Inspireerde Van Raemdonck meermalen; er is een Blauwbruggetje onder sneeuw, dat aan Breitner denken doet, een groe ne weide waarop een boer tusschen twee koeien en een monumentaal op gezette Spanjaardslaan m den win ter, een stuk, zoo groot, dat er haast geen particuliere woning ruimte ge noeg voor hebben zou. Als hij naderhand eens komt tot uitvoering van zijn plan om in Haar lem te exposeeren, hoop ik dat dit stout aangevatte stuk er niet ontbre ken zal Voor het Museum Van Stolk heeft hij nu een groote teekening van wat daar t'entoongesteld is, onder han den. Bovendien heeft hij succes met portretten van den vloer k'jken aardige kinderkopjes naar ons op. Verschillende familiên hebben hun I.-velingen door den Belgischen kun stenaar laten schilderen en welk een genot moet het wezen, uit hun onbe zorgde jeugd iets moer en beters over te houden, dan de zooveel doodsctoer photograpliie geven kan. 't Is den schilder en zijn kleine fa milie hier wèl in de in groen half verscholen woning al vreest hij, dat- de electrische tram, die komende is, kwaad zal doen aan de poëzie van deze omgeving. Maar zoolang liet nog niet geschied is, trekt hij zich er niet al te veel van aan en spreekt liever zijn oudste toe, die zich schijnt te verdiepen in een sierlijk gesteld Fransch geschriftje, waarvan ze evenwel op dezen leeftijd van twee jaar en drie maanden nog niet veel begrijpen kan. Tweetalig was 't leven ook in Ant werpen en het dorpje Zwijndrecht waar de familie vroeger woonde. Op 't college waar Ik schoolging werd een uur in de week Vlnamsche les gegeven, vertelt hij, en dat schoot er soms ook nog bij in. Maar toch moest hij er om lachen, dat een Nederlan der, die hem hier zag schilderen en bespeurde dat hij oen man van t Zuiden was, uitriep: „Ah, 'lous ètea Flamand!' 'k Heb het met gezegd, maar wel gedachtziedaar onze Ne- derlandsche ijdclheid om een vreem de taal te praten. Te pas ofte onpas I J. C. P. Van d® oorlogsvelden. 't Verwachte RUSSISCHE OFFEN SIEF is begonnen. Do Russen hebben voorloopig een aanval tegen 't Oos- teiu'ijiksche front uitgekozen. Natuur lijk is de bedoeling om daardoor den druk der Oostenrijkers tegen 't Ita- haansche front te verminderen. Over dit offensief leest men in 't Rus sische 6ta0bericht on r Juni is, van het aanbreken van den och tend af, een slag begonnen aan hel front van de Prrpat tot aan de grens van Roemenië. Gesteund door de artillerie, hebben de Russische troe pen in tal van sectoren belangrijke voordcvlen behaald. Zij maakten tot dusver ongeveer 13.000 krij'gsgcvaru genen en hebben kanonnen en ma chinegeweren veroverd. De «lag ont- w.kkc-It zich. Do artillerie zot de go- Je tdelijko vernietiging van de Ooo- tenrijksche verdedigingswerken en dekkingen voort, terwijl de infanterie zich, naar gelang van het welslagen der voorbereiding door de artillerie, van de Oostenrijksche stellingen meester maakt." 't Oostenrijksche sta/bericht meldt„De sinds lang verwachte aanval der Russische Zuidwestelijke legers is op het gehoele front tusschen de Proeth en de kniebocht van de Styr begonnen. Bij Kolki is een groote slag ontbrand. Bij Okna wordt om het bezit der voorste Oostenri jk- echo stellingen verwoed gevochten. Ten N.W. van Tarnopol is 'het den Russen gelukt op enkele punten tij delijk de Oostenrij'ksche schansen binnen te dringen, doch een t gen- aanval heeft hen er weer uit verdre ven. Aan weerszijden van Kozpow, ten Weeten van Tamopol, zijn aan vallen der Russen vóór de Oosten- rijksche hindernissen mielukt, bij Nowo Aleksmiets en ten N W. van Dubno reeds in Oostenrijksoh ge schutvuur, Ook bij Sapanowolyska zijn hevige gevechten aan den gang." L)ö Duitecliers zullen nu vermoede lijk ook wel niet stil blijven zitten, 't Ligt in de lijn, dat zij nu de Rus sen aanvallen om daardoor, weer den Ruseischen diuk tegen de Oostenrij kere te verlichten. Nu meldt do 11 us- ohe staf al: „ln de strook van Dunaburg hebben de Duitschera trommelvuur gericht op do Russische loopgraven ten noorden van den spoorweg naar Poniewiesj en vervol gens "getracht tot het offenslel over te gaan, doch zijn teruggeslagen." OP HET WESTELLJK FRONT is wemuz veranderintr te constaieeren. hoewel er tred acht gevochten wordt. fl>e Uuitsche staf meldt o.a.. dat in de Verdun-streek verechl tienue aanvallen der Franschen zijn afg&- s latten. Ook aanvallen iler Eimel- schen. om bij V peren de verloren stallingen te hernomen, ziin afgesla gen. De Fransche staf gewaagt van Duitsche aanvallen die afgesla gen ziin. Zoo leest man o. a. „Zon dagnacht had een hevig gevecht «Laats tusschen het garnizoen van het fort Vaux en Duitsche afdeeliii- gen, die er poogden binnen te ko men. Ondanks de brandende vloei stoffen. waarvan de Duilsohers een ruim gebruik maakten, beletten de Franschen den tegenstander eenigen voorniUiaiig te maken." Aan 't ITALIAANSCHE FRONT is 't wat stiller geworden. De Oos- tenrijksclie sta* gewaagt van de mislukte aanvullen der Italianen n deelt verder mede; „Ten Zuiden an de Posina hebben de Oostenrijk- sche troepen een sterk steunpunt ge- leunen en tal "van pogingen om het te hernemen, afgeslagen. Ten Oosten van: Ihet ALlcO'idal heblien Oosten- rijksohe troepen op de hoogten ten ({•sten van Arsiero nog den Monte Panoccia, ten Oosten van den Monte Barco. süormeiidedhaiLd genomen. Doze berg boheerscht den Val Eanaslia." UIT DEN KAUKASUS wordt door den Russischen staf gemeld, dat de Turken tot een offensief z.ijn overgegaan De aanval is evenwel af geslagen. De Duitsche Rijkskanse lier aan '4 woord. De Duitsch,e Rijksdag heeft de be lastingvoorstellen definitief aangeno men. Daarna ging de Rijksdag over tot de derde lezing der begrooting. De Rijkskanselier nam daarbij het woord en zei o a. „Een half iaar geleden, den Oden December, heb ik hier voor de eerste maal op grond van onzen militairen toestand, over onze bereidwilligheid om vrede te sluiten, gesproken. Dat kon ik doen in het vertrouwen, dat de oorlogs toestand voor ons nog beter zou worden en de gebeurtenissen hebben dit vertrouwen bevestigd. (Bravo- gcroópj- Wij hebben nieuwe voordee- lcn behaald, op alle fronten ziin wij nog sterker dan vroeger. {Bravo geroep. Als ik. met dezen stand v&n zaken voor oogen. verklaarde, dal wïi bereid waren vrede te stuiten, be hoef ik dat niet te betreuren, ook al heoft ons aanbod bü onze vijanden geen succes gahad. In dun kritieken tijd van Juli 191-4 was het voor eik verantwoordelijk staatsman plicht voor God, zijn land en zijn geweten, niets onbeproefd te laten, wat met behoud d^r eer den vrede kon bewa ren- Eveneens hebben wii. na met good gevolg onze vijanden te hebben afgeweerd, mets willen nalaten wat het vrceseliike lijden der Europee sclie volken in zulk een wereldbrand kan verkorten. Later heb ik een Ameriknnnseh journalist medege deeld. dat vredesonderhandelingen slechts dan tot het dool konden lei den. als zii door de staatslieden der oorlogvoerende landen werden ge houden op grond V6n den werkelij- ken militairen toestand, zooals die op elke kaart van de oorlogstarreinen te zien is. Dat is van de andere zijde van de hand gewezen men wil de oorlogskaart niet erkennen, men hoopt ze le verbeteren. Iniussdten is ze nog meer te onzen gunste gewij zigd. (Luid bravo-geroepi. Het Engel - sche leger te Koet-el-Amara heeft zich overgegeven, de Franschen heli- ben v-c i .'dun nederlagen en wgldize w-rlk-jen geleden, het Russi sche "offensief iri Maart is mislukt, onze bondgenoot Oostenrijk-Honga rije heeft een machtig en geslaagd offensief tegen Italië ondernomen (luid bravo-geroepi. onze linies voor Saloniki ziin bevestigd en de laatste dagen hebben wii jubelend en dank baar den Boeelaa bii Jutland beleefd. (Luide bravo's). Derhalve ziet de oorlogskaart er reeds weer andors uit. Als onze vijanden daarvoor nog steeds de oogen willen sluiten, dan is dit hun zaak en zullen wij doorvech ten tot de eindzege is bereikt. (Luide bravo's). Wii hebben iiet onze gedaan om den weg voor den vrede te ba nen de viiandeu hebben ons met boon en spot afgewezen. Zoodoende elke bespreking over vrede, van ons uitgaande, v i-onshands ijdel en zelfs schadelijk (Geroep zeer juist). Eenige staatslieden iri Engeland en elders hébben getracht ons volk den pols te voelen on door particularisti sche of op het gebied der binnen- landfsche jxilitiek liegende geschillen onze kracht te verlammen. Deze liee- ren hebben zich eon wonderlijke -voorstelling van ons gemaakt en als _jii zichzelf niet bedotten, ziullen zij hebben opgemerkt, hoe vast de hart slag van het Duitsohe voilk is. (Bravo geroep). Er bestaat geen invloed van buiten, die onze eenheid ook iiiuiar in het minst kan schokken (Geroep zeer juist). Zeker, ook wii hebben onze nieeningsverschillen. maar die worden zakelijk uitgemaakt. Wij hebben zeer diepgaande uitoeuzei.f.n- gen gehad in de centrale commissi o en vooral groote oneenigheid over het duikbootvraairstuk en over de be trekkingen tot Amerika. De meerlin gen stieten fel tegen elkaar maar ik constateer met nadruk, dat van alle kanten de meeningen cn overtuigin gen van tegenstanders ziin gewaar-, deerd en dat wii steeds zakeliik ziin gebleven. Onze vertrouwelijke bespre kingen in de commissie hobben den drong naar openbare uiting niet kunnen bevredigen, maar trii weet waarom wji geen opheldering in het openhaar konden geven. W ii waren het. naar ik ineen, volkomen eens. dat een diepgaande bespreking in het openbaar het landsbelang zou bena doelen. Van die gedragslijn kan ook ik niet afwijken, hoezeer ik naar tien tlki verlang, dat de censuur met de beperkingen cn den hinder, die daar mede noodzakelijk genaard gaan. kan worden opgeheven." Vorder gaf do Rijkskanselier een uitvoerige bestrijding van verschillen de onjuiste voorstellingen die gege ven zijn in een boekje, dat door „oen bezorgd patriot" geschreven is over de politieke voorgeschiedenis van den oorlog, waarin eea keten zonder eind van grov'o onwaarheden ©n ver draaiing van de juiste feiten wordt gegeven." Voorts gaf de Rijkskanselier nog een beschouwing over den binnen landse hen politikken toestand ©n zei o.a „Ik weet dat vóór den oorlog de onderscheiding jueschen nationale en andere partijen in den pjlitieken strijd opgeld deed, maar het zal de schoonste vrucht van dezen oorlog zijn; dat wij deze onderscheiding nochtans voorgoed laten varen, om dat zij geen reuen van bestaan meer heeit, aangezien het „nationale' van zelf spreekt (levendige toejuichingen). Mijn hoop daarop is niet le schokken, ondanks Liebknechts c. s., met wie hei volk na den oorlog zal afrekenen (interrupties-). Partijstrijd zal er ook in de toekomst zijn, even fel als tot dusver, maar mogen wij daarom steeds weer het oude stokpaardje van nationalen en anti-nationale partijen berijden (levendige toejuichingen). Ik zie liet gehoele volk met helden moed voor zijn [oekoinsi vechten. On ze zoons en broeders strijden en ster ven in trouwe kameraadschap met el kander. üözenue liefde voor het-va derland bczie.t allen, t zij het vader land hun bezit en rijkdom bevat, *t zij het de plaats is, waar zij met kracht hunner armen hun brood ver- dienen. Deze heilige vlam der vader- laiidsüetd© staalt alle harten om in j duizendvoudig gevaar den dood te j trotseereit, den dood in-te gaan. Al- j Leen een volkomen versteend gemoed kan zich aan den aangrijpenden in- vloed der groote oerkracht van volk onttrekken, kun zich tegen een warino liefde voor dit volk verzetten (stormachtige toejuichingen). En mi zou ik scheiden Zal ik niet veeleer vereenigen Moet bezorgdheid over foek'omofigen strijd de kracht verlam-1 men, die wij nnodig hebben om den grooten strijd van het heden to !x> eraan Mijn geloof in mijn volk, mijn liefde tot mijn volk verleenen_ mij de rotsvaste zekerheid, dat wij zullen vochten en overwinnen gelijk onze vaderen vochten en overwonnen (le vendige bravo's). Onze vijanden wil len het op het eind laten aankomen. Wij vreezen dood noch duivel, ook niet den hongerduivei, dien zij ons land willen binnen zenden. De man nen, die daar ginds om Verdun vech ten, die onder Hindenburg vochten, onze kranige blauwkielen, die Allrion heben getoond, dat rat:-::, bijten (toe juichingen), zij zijn uit een ras ge sproten. dat cok ontberingen weet to dragen. Deze ontberingen zijn or Ik zeg dit rustig en ronduit, ook tot het buitenland. Doch wij dragen ze. Ook in dezen strijd gaat hot voorwaarts. De genadige hemel laat een goeden oogst rijpen. Het zal niet slechter, doch beter worden dan in het vorige moeielijko jaar. En zooals het nu staat, zal de verwachting, door onze vijanden op onze «economische moei lijk lied en ge grond, een misverstand blijken. Onze jonge marine heeft den .eersten Juni oudere berekening onzer vijanden in war gestuurd en een groote slag geslagen. Ook deze overwinning zal ons niet tot groi/-sprekens maken ;wij weten wel dat Engeiana daarmee nog niet verslagen is, maar zij ia ons toch een voorteoken van een toekomst, waarin DuitscWund ook op zoe geiijko rechten voor zich en daardoor ook kleine volken duurzame vrijheid der thans door de alleenheerschappij van Engeland gesloten handelswegen ter zee zal bevechten. Dit ia het heldere, veelbelovende licht van den len Juni (stormachtige toejuichingen) van het gehoele huis en de tribunes. Hot grootste deel der afgevaardigden is opgestaan. Steeds herhaald bravo-gerc-ep en handge klap, waarvoor de rijkskanselier dankt. De toejuichingen herhalen zich dan eanig malen). Heden voortzetting van de Rijks- dagziitlng. Ue Zeeslag. Nog een officiecle Engelsche verklaring. De Briteche admiraliteit meldt, dat, totdat de opperbevelhebber lijd zal hebben gehad de betrokken offi cieren te hooren en een volledig rap port op te maken, elke poging om een overzioLt te geven van den zeeslag die begon in den namiddag van 31 Mei en eindigde in de morgenuren van 1 Juni voorbarig zou zijn. Do resultaten oclvter zijn duidelijk. De Engelschevloot kwam met de Duit sche slagvloot in aanraking op 31 Mei 's middags om half vier. De lei dende schepen van beide vloten be gonnen evri hevig gevecht; slagkrui sers, groote slagschepen, het kleine materieel, alle namen actief deel aan den strijd De verliezen waren aan beiden zijden zwaar, maar toen de hoofdmacht van de Britsohe vloot voeling kreeg met de Duitsche slag- vloot was slechts korten tijd noodig om de Duitsche siagvloot, die reeds zoozeer getroffen was, te dwingen veiligheid te zooken. Dit was moge lijk omdat ten gevolge van het slechte uitzicht en den mist, de groote vloot «1 echts nu on dan even voeling kon krijgen met de Duilecliens ën er geen •oortdurende actie mogelijk was. l-»o •ervolging werd voortgezet tol het duister werd, maar ue Britsche tor pedoboot jagers kondén nog geduren de den nacht mei succes aanvallen doen. Nadat de Duitsohers naai hun havens waren gedreven, keerde Je)- licoe terug, en speurde hij het lioo'd- tooneel van den strijd af om naar ontredderde schepen te zoeken 'lo den middag (Donderdag) stond hel vast, dat er voor de vloot niets meor te doen was. Admiraal Jollicoe ke&rue daarom naar zijn basis terug, over een afstand van vier honderd mijlen, nam opnieuw kolen en was Zondagavond weer gereed zee ie kiezen. De Briteche verliezen zijn vol ledig opgegeven De admiraliteit twij felt niet of do Duitsche verliezen zijn zoowel relatief ale absoluut zwaar der Er zijn zeer duchtige redenen om aan te nemen dat de Duitsche ver- liez«i twee slagschepen omvatten en erder twee dreadnought slagkrui sers, van het machtigste tyi>e, twee kruiers van het laatste type, n.l. „Wiedbadcji" en ..Elbing", een lich ten kruiser van het R«stock-type (4900 ton, in 1912 gebouwd) nog een iicliten kruiser en ten minste negen torpedo-, bootjagers en een duikboot. Reuter verneemt nog vau gezagheb bende zijde; „De Duitsche verhezen zijn blijkens stellige bewijzan opzet telijk vervalscht. Het is bekend dat de Dorfflinger, de Lützow en de Hindenburg volslagen.zijn vernietigd, terwijl éón (waarschijnlijk tweo) slagschip, vier lichte kruisers, vier torped)ojagei'8 en een duikboot even eens verloren zijn gegaan. De Duit- schers beweren, dat de rest van liet Duitsche liniekruiser-eskader is te ruggekeerd. Deze schepen waren ech- Onze Lachiioek TERUGEKAATST. Jansen had pas een nieuwe auto ge kocht en reed er Irotsch in naar huis om haai- aan zijn vrouw te laten zien. Nu was Mevr. Jansen leelijk van uiterlijk maar vermogend, bovendien hadden zij dien morgen na het ont bijt ongenoegen gehad en was dat geschil nog niet bijgelegd. Hm, zei ze op koeien toon, ter wijl zij naar de schitterende auto keek. Ze is heel mooi, maar zonder inijn geld was die auto niet hier! Heel onaangenaam getroffen ant woordde Jansen: Dat is zoo, Mario, maar bedenk dan meteen, dat jij zonder dat geld ook nu niet hier zou zijn. ter eveneens zwaar beschadigd, oven als de schepen van de König-klasse, die onder vuur van een deel der En gelsche \Ioot zijn geweest". Versproid nieuws. EEN' ITAL1AANSCH SCHIP GE ZONKEN. Een Lloyds-berlcht meldt uit Geeua. dat het Italiaansche stoomschip „Marterso' den 27sten Mei tot zinken is gebracht. DE OORLOG IN DE LUCHT. De Fransche staf deelt mede Een escadrille Duitsche aeroplanes wierp bommen op Toul. waardoor 6 man nen en 10 vrouwen werden gewond. Een Fransch luoht-escadrille ver volgde de aanvallers en schoot er één naar beneden boven de Fran sche en twee boven de Duitsche li nies. De Duitsche staf meldt: „De ge vechten onzer vliegers in- de maand Mei waren van grkxot belang. De vij andelijke verliezen waren: in de luchtgevechten 36 vliegtuigen; door nfweervuur van den grond 9, door onvrijwillige landing achter onze 11- 2, totaal 47 vliegtuigen. Onzo eigen verliezen ln de luchtgevechten bedroegen 11 vliegtuigen; vijf vlieg tuigen zijn niet teruggekeerd, te za- men verloren wij dus 16 vliegtuigen". Stadsnieuws Kiekjes Dit de Rechtszaal Mishandeling- De 20 ja rige los werkman H. M. V., heeft G. L d. Ilaak, brandstoffenhandclaar, voor zijn pakhuis aan d,en Burgwal paar klappen gegeven. Voor de mishandeling was niet de minste aanleiding, 't O. M. eïschte een maand gevangenisstraf. H o n d c nb e ia s t i n g. De koopman C. A. de R. had twee hon den waarvoor hij geen belasting wil de betalen, 't Offer aan <ie gemeente kas zou f 5.geweest zijn. Nu vroeg t O. M. het vaste tarief, n.l. 't dub- bete van de belasting 10 gulden boete. rnieling. Dezelfde be klaagde moest voor een ander feit eenigen tijd in de gevangenis zitten. Ilij werd, in afwachting van zijn overbrenging naar de gevangenis, n een cel in t Paleis van Justitie opge borgen. Hij had 't daar zoo slecht naar z'n zin, dat hij de deur en de muur geducht beschadigde. Voor dit feit werd een maand gevangenisstraf legen hem gevorderd. Uit de stakingsdagen. De staker D. G. heeft den werkwilli ge H. Dijkstra oen klap op hoofd gegeven. 't Gebeurde tijdens de 1 grondwerkersstaking te Haarlem. l egen den beklaagde, die niet ver schenen was werd een maand gevangenisstraf geëischt. Een Zwaan gestol en. De gemeente Haarlem heeft eenige zwa nen die vrooiijkheid brengen in onze wateren. De baldigheid der straat jeugd jaagt de mooie witte waterbe woners af en toe naar de buitenwate ren. Zoo zwom er een in April in 't Zuider Buiten Spaarne onder Heem stede. Daar roeide ook de 18 jarige jongen Joh. v. B. De vogel kwam naar *t bootje en sloeg met de vleu gels. v. B. gaf hem c-en klap met do roeispaan, waardoor 't dier flauw viel. Hij haalde de zwaan daarop in de boot en worgde hem. Presidentwat wou Je met 't drer doen Beklaagde.: opeten! Presidentdat zou geen lekker boutje geweest zijn I 't Openbaar Ministerie eischte te gen beklaagde 10 gulden boete. President: en nu niet meer zoo iets doen, want dun l|cun je in de gevange nis. De bloemist voorman der ge meente deelde mede, dat de waardo vau de zwaan 25 A 30 gulden is. FEUILLETON Hef fortuin van Ruperi Hendle. 39) Wees maar niet bangj© kunt er zeker van zijn, dat hij goed voor rijn kostbare huid zal zoigen, ant woordde Carriwgton droogweg, en ala ót zwijg. Hij ölond stil en fluisterde Wie is dat? Waar? Rupert stond nu even eens stil, en keek om zich heen, ter wijl Carrington hem bij zijn arm greep en hem meetrok van het voet pad af ni een boschje struikgewas. Stil, flui&ierdö Carrington, en knoop je smoking zoo goed als je kunt over je overhemd, dat wit zou ons kunnen verraden. Hij deed het zelf ook en duwde Heatdie nog wat meer ln de schaduw. Nu opgelet! llondle keek uit ai zijn macht en zag nu, dat het achk rhc-k in den stee- rw-n muur <jio om zijn park liep, epen stond, en dat er eon lange, donkere vrouwengestalte uitkwam. Zij deed liet hek voorzichtig achter zich dicht, keek rechts en links orn zich heen &n liep toon haastig het voetpad op, waarlangs do twee jonge mannen zoo juist gekomen waren. Toen zij het boschje langs kwam. kon Rupert tei^ nauwernood een uitroep onderdruk ken, want ondanks den zwartzijden sjaal, die ge gestalte over haar hoofd had gebonden, zag hij dat de late wandelaarster niemand anders was dan zijn buishoudster. Wat zij op dit uur huiten deed en waarheen zij ging, was een raadsel. Maar Carrington wist or oen oplossing voor. Toen de gestalte buiten 't gehoor was, fluis- teixlo hij Hendle opgewonden toe: 't Is mevrouw Beat sou. Ze gaat hot testament zoeken. Gauw, achter haar aan! Maar pas op, dat ze ons niet ziet! Het testament? fluisterde Hendle terug Wat bedoel je 7 Ze heeft het ergens verborgen, daar ben ik zeker van, en nu gaat ze het buien. We zullen haar op heewr- daad botrappen als we t voorzichtig aan locgen. Wat een bof! Maar 't is onmogelijk, dat Houd je stil, fluisterde Carring ton heftig, wil je de hce'e boel beder ven? 't Is een duizendste t.ref, dat we zoo achter de waarheid zullen komen! Vooruit 1 Carrington ging vooruit ©n Hendle volgd© hem beiden namen de uiter ste voorzichtigheid in acht. Zij zagen heel flauw de donkere figuur voor zich uilloopen den kant van het dorp! op. Maar toon zij op den straatweg kwamen, was zij verdwenen. Als hot is, zooals ik donk, is ze naar de pastorie gegaan, zeide Car rington. Dan zal ze het testament er gens in die wildernis van den tuin verborgen hebben. llondle knikte zonder to antwoor den en de beide jonge mannen spoed den zich voort en kwamen juist bij tijds in 't gezicht van de pastorie om mevrouw Beatson te zien verdwijnen. Carrington bleef verrast even stil staan, stak toen den weg over om langs de hooge haag verder te loopen en hield een -paar passen voor het hek stil. Rupert die vlak achter hem liep, volgde zijn voorbeeld. Carring ton keek om het hek hoen en zag toen, dat mevrouw Beatson een lantaarn bij zich had, die zij zeker juist had aangestoken, want eon lichtschijn viel voor haar uit, terwijl zij onder de hooge, zware boomen verder liep. Laten we hier wachten, fluister de Carrington, Rupert, die het hek in wilde gaan, tegenhoudend. We zouden in d'e wildernis misschien ge luid maken en zoo haar argwaan op wekkon. Dit was een goede raad on Rupert stemde er dadelijk mee in. Zij bleven achter de haag neergehurkt en wachtten niet kloppend hart af wat er gebeuren zou. Mevrouw Beatson bleef lang weg, dacht Ilendlc. Toen verscheen zij plotseling, op een draf loopead, terwijl de lantaarn in haar hand heen ©a weer zwaaide. Vlak bij het hek stond z© stil, om het licht uit te doen. maar eerst zette zij het ouder beschutting van de haag op den grond, om bij den schijn een groot stuk ritselend perkament in te kijken Op het oogen blik, dat zij er zich mee naar 't licht boog, strekte Carrington zijn arm uit en greep het. Met een* gil schokte zij op uit haar gebogen hou ding en stond nu tegenover haar meester en zijn gast. Zij was op hee- lerdaail betrapt. HOOFSTUK XII. DE BEKENTENIS. Verlamd van schrik stond mevrouw Beatson roerloos als een steenen beeld, met open mond en groote, ec.a- rende oogen. Haar gezicht zo.? valer dan het perkament, waarvan zij zoo juist iMróofd was en haar adem kwam :n korte haastige snikken, die in de stilte duidelijk hoorbaar waren. Rupert keek oen oogenblik naar haai en womlde toen zijn oogen af het deed hem te pijnlijk aan, die stllie doodsangst te zien. Carrington, door de ondervinding meer gehard, boog zich naar licht en las. Dit is de Laat ste Wil van John Hendle stond in groote letters op den omslag. Dat was genoeg voor liern hij rolde het perkament op en wendde zich toen tot de van schrik als verstijfde vrouw. U is handig en slim, en toch te gelijk dom, mevrouw-, merkte hij doodkalm op handig en slim heeft L' U van het testament meester ge maakt ©n het verborgen maar dom is hel zuik een compromitieeiend do cument hier in te zien, waar ieder oogenblik do veldwachter voorbij kan komen. Bij het woord veldwachter was hel of mevrouw Bea/tson geèlectrl- s&ord word. Zij scheen zich plotseling bewust te worden van het gevaar, waarin zij verkeerde en met een sprong als van eon kat was zij don weg op ou holde ze voort. En vóórdat de beide jonge mannen van hun ver bazing bekomen waren, was ze achter het struikgewas verdwenen. Zij snel den haar na maar de angst gaf haar vleugels en pas bij dcu muur van liet park haaiden zij haar in. Terwijl zjj 1 slot van 't hek opende, iegde Carrington zijn hand op haar schouder. Met een kreet viel zij op haar knieën neer. Genade, genade Ik ben onschul dig onschuldig jammerde zij, en in haar doodsangst omvatte zij zijn boe nen. Sta op, zeide Carrington, haar ruw in de hoogte trekkend. Eerst naar binnon cn geef een verklaring. Er is geen verklaring te geven. riep mevrouw- Beatson uil, nu plotse ling tot verzet komend, en U B mijn ©ester niet. Ik ben meer dau uw moester ik ben de man die Uw misdaad ont dekt hoeft, zeide Carrington op stren gen toon. Hij duwde het hek open on herhaalde Naar binnen, zeg ik U. Zacht wat, Carrington, zucht wat, zeide Rupert sussend. Ilij had medelijden mot dc trillende vrouw, die de wanhoop nabij was. We kun nen de zaak met bedaardheid behan delen. Geef me een arm mevouw, on ga mee naar binnen. U zal ons on getwijfeld alles kunnen opholderen. Ik zal geen opheldering geven, zeide mevrouw Beatson klnpivrtan- dend en ai haar best doende om wat kalmte terug te krijgen. Wat heeft hij met me te maken U is altijd ccn gentleman, mijnheer Hendie, cn ik wonsch U een beteren vriend t»- Een spion is hij, overal ligt hij op de toer. Dat noemt zich een man helpe de vrouw, dio je trouwt Geen van de twee mannen ant woordde iets op die dwaze woorden en terwijl zij zonder samenhang door bleef praten, leidde- Hendle haur naar binnen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 5