DE DIMOTEiHüG. RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. XïffitfEj'&aïee.cB derde blad ZATERDAG 20 JULI 1916 Raadsels (Dcie raadsels zijn alle ingezonden 'door jongens en meisjes die „Voor Onze Jeugd.' lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Woensdag middag uur goede oplossingen zen den, worden m liet volgend num mer bi.kond gemaakt.) Iedere maand worden onder de be^te oplossers twee boeken in pracht band verloot. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband mert het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. 1. (Ingezonden door H. Muuse). Mijn eerste is eon familielid. Mijn tweede is gelijk aan mijn cer- '*Mijn derde is niet dichtbij. Mijn geheel is een bloem. 2. (Ingezonden dioor Arend). Mijn geheel 13 een jongensnaam van 12 letters. 1, 2, 3, 4 is ook een jongensnaam. In een 5. 6, 7 wonen dieren. 9, 8, 7 is een dier. Een 2, 3, 9, 10 heeft het soms zeer ongelukkig. Een 3, 10, II, 12 is zeer groot, 3. (Ingezonden door Rei nier Claessone). Ik ben een stad in Azië van 6 letr Iers. verander mijn 3dé letter en ik ben een papiersoort, 4. (Ingezonden door Rozenrood), jjooger dan een Boren, luider dan een hoorn, Licluter dan een klare dag, raad eens wat dat wezen mag. 6. (Ingezonden dloor Flamingsj. Wie kan uit onderstaande woorden een spreekwoord maken? Klmoie ptjsoe bbubee grtooe inooe. 6. (Ingezonden door P. J. van Dusschoten). Strikvragen. a. Waneer is de molenaar zonder hoofd in den molen? b. (Ingezonden door Eekhoorntje). Welke Duitsche soldaat draagt den grootsten helm? Raadseloplossingen De oplossingen der vorige raad sels rijn: 1. Appelen, bes, peren, roos, rese da, naibee, meloen, sering. 2. Thorn, Torn. 8. Do letter u. 4. Ohio. Varda. Ebro. Rupel. JJsei. Senegal. Eger. -•*- Loire. 5. Slak, lak. 6la. 6. Maarson, Meereen. Goede oplossingen ontvangen van: Tulp 6, Herfst sering 4, Willem L. Kok 6, Jan van Hemert 6, Aster en Anjelier 6, G. P. Vroom 5, Corrie Grocned a.1 4, Leentje Vroom 5, Arend 6 Annie Rube 6. Hertevoot 6, Bosohbes 6, Lena Koeleveld 6, Rood kapje 6, C. W. Witiemsen 6, Belle fleur 5, Crocus 5, Janus Tulp 5, F. Gehl 5, Jacob Jansen 6, Dolly 4, W. P. v. d. Bogaardt 5. A. Spaargaren 6, Dirkje den Hollander 6, Th. J. Ovenneer 6, Michiel de Ruyter 6, Takje Hulst 4, Volkerdina v. d. Mijo 6, Florls V 6, A. J. Bijlsma 6, Alpen roosje 4, Annie Govaeits 5, Mario An toinette 5. Aronskelk 5, Ph. J. van Dusschoten 6, Mientje en Pauliemtje van Amatol 6^ Zwartje 4, Rudolf Oschatz 6, Dirk Oschatz 6, Wim Spoor 6, Janny Leeflang 6, Johan WILlemsen 4, Anemoon 6, Mosrooeje 6, Bets 4. Ruilrubriek ADRI MODOO, Aelborisbergslr. 85, vraagt de nummers: 12, 40, 41, 42, 43, 52, 59, 62, 65, 68 70. 73. 83, 84, 96, 97, 100, 106. 109. 120. 129. 133 en 142 van Vecht en de nummers: 18. 29, 88, 45, 47 48, 51, 55, 57, 62, 68, 71, 72. 75, 80. 82. 85. 88 en 93 van Vaderl. Gesch. 2de deel. Voor de eerste geeft zo Vecht- of Geschledenispl. in ruil voor de laatste Geschiedcnispl. Uitslag van den Wedstrijd Wie goed gesprongen heeft, kreeg dit versje: Arbeid Adelt. Na «en lijd van ijvrig werken, Doet het rusten dubbel goed, En in donkre, droeve dagen, Geeft ons werk ons nieuwen moed. Daarom moet gij goed besteden, Al de dagen uwer jeugd. Doe uw plicht en wees tevreden Dan gjeft d'ouderdom nog vreugd. 35 jongens en meisjes zonden mij «en goede oplossing. Onder hen heb ik 6 boeken verloot. De gelukkige winners en winsters zijn: A. Spaar garen, oud 10 jaar, W. P. v. d. Bo- gaardt, oud 10 jaar, Ilerfstsering, oud 13 jaar, Leentje Vroom, oud 10 jaar, Roodkapje, oud 10 Jaar en Janny Leeflang, oud 10 jaar. Deze allen mogen heden, Zaterdag 29 Juli, bij mij hun prijzen komen halen. Thuis. Hè, wat was het nu stil in het grootte huis. Ze was maar blij, dat zo niet meer behoefde te eten, want zoo alleen aan de tafel zitten, neen, dat was nlöts gezellig. „Ik slaap van nacht in het andare kleine kamer tje", zei Liesbeth, „hier vlak over. Dus jo hoeft miets bang te zijn". Bang was Lenie niet, maar toch moest ze al maar aan thuis denken, 't Was ook zoo'n vreemd idee, moe der ging 's avonds nooit uit, als va der niet thuis was en vader zou niet uitgaan, wanneer Moeder juist een boodschap moest doen. Ze waren hier allemaal lief en vriendelijk voor haar, maar wie dacht zoo om haar, als Vader en Moeder! En opeens voelde ze zich niets gelukkig meer. te midden van al de prachü. Ze be groef haar hoofdje in 't kussen en snikte het uit. "k Ben hier nu vier weken en ik zou immers wel tien weken moeten blijven. Neen, dat kan ik niet en dat wil ik niet. Als Tante Adèle thuis komt, zal ik er over epre- kon. Maar lente zal weer zeggen, dat Moeder eerst beter moet zijn en dan zal Tante weer vragen, of ik het hier dan niet heerlijk vind. En of ik nog een mooi boek of mooi speel goed wil hebben. Een kamer vol mooi speelgoed is toch nog niet zoo heerlijk, als weer bij Moeder te zijn. Moeder schreef immers in haar laat- sten brief, 'k verlang wel een beetje naar mijn klein meisje, maar zij heeft het zeker veel te prettig om al naar ons te verlangen. „O, Moeder tje, u moest het eens weten, hoe zeer ik naar u verlang'. En opnieuw kwam een stroom van tranen. Hoe was het toch mogelijk, dat ze zoo had verlangd naar rijkdom, hoe was het toch mogelijk, dat ze zoo vaak ontevreden was geweest in haar eigen gezellig thuis. Misschien ging Moeder wei dood en kwam ze nooit meer thuis en moest ze hier altijd blijven. En dan moest ze al die def tige meneeren, die bij haar Oom kwamen, ook groeten en dan zouden ze, net als Oom, uit de hoogte op haar neerzien, omdat ze toch maar een gewoon kind was. En opeens ■dacht ze aan het verhaal van het kaarsje, dat schitteren wou. Toen vermoedde ze het. maar nu wist ze liet zeker, met dat kaarsje had Moe dor haar bedoeld. En het zou met haar wel net zoo gaan, als met het kaarsje, ze werd op zij gezet, omdat ze niet paste in de omgeving. 01 was ze maar net als Henk ge weest. Henk wou nergens zijn, waar Moeder niet was. Zou ze morgen ai- les eerlijk aan Mioeder schrijven? Maar het duurde wol vier dagen, voordat Moeder den brief zou krijgen. Wat zou Mioeder raar opkijken, dat een schipper een pakje bracht. Och, neein, dat zag Moeder immers niet, omdat ze in Scheveilingen was. Ze mocht nog wel eens goed aan Mijn tjes Vader zeggen, dat hij tusschen twaalf en twee uur het pakje moest afgeven, dam waren Vader en Henk thuis. Deed er niemand open, dan kon hij het beneden of bij do buren wel afgeven. Kon ze het zelf maar brengen! Ze ging overeind in bed zitten, zocht op den stoel naar haar zakdoek droogde haar tranen en zag hoe het zilveren maanlicht de rose bloempjes van haar gordijntjes belichtte. Toen gleed er zoo'n zilveren straaltje kuigs haar blonde vlecht, die over haar schouder kwam gluren. Het leek nu not een dik gouden koord. Lenie lach te em haar heele gezichtje vrooLijkle op. „Ik heb een plan", zei zo vastbe raden. „Ik ga met het schip naar huis. Ja, ik ga met hot schip naar liuls", (Wordt vervolgd). Brievenbus AAN ALLEN. Van Maandag 30 JuliZondag 19 Augustus is mijn adres Mevr. Blomberg, Loose be weg 19, Apeldoorn. Willen jullie geduren de dezen tijd je briefjes in plaats van Woensdag, uiterlijk Ditudag aan dat adres zenden Nu or maar 0 raadsels zijn, kan het ook best op eon briefkaart. Dat wint al weer 2 centen int. Gezamenlijke vriendjes en vrien dinnetjes kunnen ook met elkaar hun bijdragen in één enveloppe ver zenden. Al ben ik nu wat verder van je af, vergeten zal ik je niet. Ik wensch je allen één -heel prettige-va- cantie toe. BETS Wat leuk, dat je zoo'n halve badgast gaat worden. Laat jo maar lekker bruin stoven, als 't zonnetje ten minste schijnen wil. ANEMOON en MOS ROOSJE. Jullie hadden je dezen keer dapper geweerd. Nu was je niet bij de ge lukkigen, doch houdt maar dapper vol JOHAN W. Jij hebt al heerlijke daagjes achter den rug. Was je niet bang voor die haaien Of 6tapte Je er als een dappere kerel op los JANNY L. Zooals je bemerkt, heb ik je raadsel toch goed gere kend. WIM, PIET en REP S. Wim was nog juist op tijd. Wat ben Je aan het prutsen? Heerlijk hè, dat de vacantia nu is begonnen Ik hoop ook maar, dat we alle dagen mooi weer hebben, en dat jullie prettig met Moeder uit kunnen gaan. Heb Je Piet al ingehaald met de muziekles een ZWARTJE. Heb je Fortuna Donderdag uitgeleide gedaan Ze heeft zeker echt genoten. Je raadsel Is goed. Ingezonden raadsels mogen meetellen- Dat heb je voor de moeite. MA RIETJE en PAULIENTJE van A. Ja, jullie zijn een paar pretmaaksters van belang. Dat houdt maar niet op. Val Zondag met je neus maar niet ln het zwembas- 6ln. Ph J. v. D. Je raadsel is goed. Blijft je het beet bevallen op de kweekerij ARONSKELK. Wat een reuzen- vacantie heb jij. 't Is om er jaloersch van te worden. Is je boek al uit 7 Was het een Hollandsch boek Goed 8uccc6 met je examen. ANNIE G. Jullie verstaan de kunst van feest Vieren. De juffrouw was zeker net zoo blij als de kinde ren. Waar blijft Marie Antoinette 1 Ze is toch niet ziek PLO RIS V. Nu, ik wil heel graag nog eens bloemen uit je eigen tuintje hebben. Maar wacht er dan mee tot ik terug ben. Ik hoop, dat ze dan nog niet zijn uitgebloeid. Wat zal de juffrouw het ook prettig vin den, dat je zoo vaak bloemen mee neemt Want ik geloof, dat er geen mensch op de wereld ls, die niet van bloemen houdt. Ben je Donderdag gezellig met moeder uitgeweest MEIKLOKJE. Je vermoeden 16 juist. Ja, ik zou het ook heel leuk vinden als we elkaar in A ontmoet ten En daar is best kans op. Dat nichtje van vijftien jaar ie zeker je Vriendin. Is Lies al naar L. vertrok ken? Ging ze voor 't eeret alleen op reie? Nu dat is heel gewichtig. Dus R. houdt moeder gezelschap. Dto gymnastiekles lijkt me een echte pretles. Er zijn gevallen, dat ze er zich ook bizonder voor leent. Is er gelracteerd 1 De liedjes van Hulle- broeck vallen natuuiiijk bizonder ln den smaak van zulke ondeugende bakvischjes, als Dag I VOLKERDIINA v. d. M. Gefeli citeerd met jo overgang. Ga je nog uit? MIGHJEL DE RUIJTER. Jo raadsel is zoo heel erg bekendbe denk eens een ander. THEODOOR J. O Ileb je ook vacantie-plannen Hoor ik nog eens wat van je in A. DIRKJE den II. Als het mooi weer is behoef je je toch niet te ver velen. Dan ga je met de vriendinnen er op uit. Jullie wonen zoo dicht bij de mooie wandelingen. En anders ga je maar eens buiten zitten met een mooi boek of een handwerkje. Maar verveling is zoo'n leelijk ding. die moet je altijd maar buiten de deur houden. Ja, Mevr. v B. ken ik wel DOLLY Jij hebt maar twee leu ke schoolfeestjes meegemaaktI Don derdag was zeker het allerprettigst. Is 't niet JACOB J. Ik hoo<p, dat al je prettige vacanlio-plannen ten uit voer worden gebracht. F. G. Is Vader er nu Jij bent een koopmannetje in den dop. Zei moeder dat ook met, toen je alles vertelde C. W. W. te Katwijk. Misschien stuurt vader je de courant wel op. Je hebt nu zeker een heel prettig le- levenije. Het is veel langer geleden dan 19 Juli, dat ik je met vader en moedor te A. zag. Je raadsels zijn goed, maar jongen, wat ga je leelijk schrijveiu. Pa wil je vast niet als boekhouder gebruiken. Ik geloof ze ker, dat je het veel mooier kunt. Probeer t eens I ROODKAPJE. Ben je nu niet blij Neem je boek nu maar mee i naar duin en ga daar eens heerlijk zitten lezen. LENA K. Prettig, dat je ook een week vacanlie krijgt Ik denk dat je het op die voorwaarden, alle da gen mooi weer zult vinden. Een mensch kan met zoo weinig tevreden zijn, maar is zoo vaak met vee! nog ontevreden Fiets jij maar. HERTEVOET.Je verborgen plaatsen zijn goed. AREND Wel bedankt voor Je Zandvoorts-che kaart. Ik hoop, dat het Scheveningsche reisje ook door zat gaan. Voel je nu heelemaal niets geen pijn meer? Jongen, wat een ge not I LEENTJE V. Jij bent zeker ook verguld. Nu heb je mooi den tijd voor lezen. Misschien gaat de prijs wel mee naar A Wat gezellig, dat jo een logeetje krijgt 1 G. P. V. Krijg jij geen vacan tia ANJELIER en ASTER. Genieten jullie maar heerlijk 6amen. Ga je de stad nog uit? ANNIE VAN H. Ik vond hel heel vriendelijk van je dal je me op de hoogte hield van Jan's toestand Ge lukkig. dat ales naar wensoh gegaan is. Zeg hem maar, dat ik wel wist, dat hij een ridder zonder vrees of blaam was. Is de pijn nu over En duurt het nog lang. eer hij thuis mag komen Doe hem vooral mijn groeten terug en vertel hem, dat de Heemsteedsche weg er zoo verlaten uitziet, omdat Jantje er niet meer langspeddelt Van harte 't beste WILLEM L. K Gezellig, dat Je neefje en nichtje ook meedoen. HERFSTSERING Nu ben Je toch roemrijk uit den slag gekomen. Je kunt zeker nog niet zelf je prijs komen halen. Wat mooi postpapier heb je voor je Kwarta's gekregen TULP. Da was weer een reuzen- epistel. Ik vind het prettig voor je. dat je in II. kunt afstudeeren. Het is zoo heerlijk lang in "t oude nestje te kunnen blijven. De tijd dat we moeten uitvliegen komt heuec-h gauw genoeg. Ik dacht, dat zoo'n jonge dame, onderwijzeresje in spé, wel op ongelinieerd papier ken 6Chrijven. Of was dat gemakshalve De nieu we wedstrijd komt 5 Augustus. Je hebt wel nieegeloot, maar behoorde dit keer niet tot de gelukkigen. Bon je nog in Z. wezen zwemmen? RUDOLF O. Tot nrijn spijt was je de vorige week te laat Mevr' BLOMBERGZEEMAN. 29 Juli 1916. De Laadlooper. Mejuffrouw Binot was ten einde raad. Men moet dan weten dat zij een heel mooi tuintje had, dat, na het overlijden van haar man bijna haar eenige troost was. Maar waar juf frouw Binot nu zoo kwaad om- was, was het volgende ongehoorde feit: de vogels aten a!i©6 op in den boom gaard; er was geen enkele vrucht, waarin de gulzige veelvraten niet hun bekje hadden gezet. Toen kwam zij op het volgende lumineuse denk beeld. Zij maakte een vogelverschrik ker. En daar zij juist geerfd had uit 't boeltje van haar oom, kleedde zij haar vogelverschrikker keurig netjes aan. Een broek van mooie, grijze stof, e«n mooi overhemd, een jas met uitgesneden zijstukken, ©én strooien hoed. zoon panama met deu ken er in en nog verschillende andere kleine dingetjes. En zoo zag de vogelverschrikker er als een heu- sche „iemand"' uit. Zelfs een heel fatsoenlijk iemand zed juffrouw Binot, terwijl zij achter uit trad om 't effect te bewonderen. Zeer voldaan gaf zij hem een plaats in den boomgaard en even voldaan verliet zij den tuin weer. Toon zij den weg overstak, die naar het dorp leidde, kwam zij twee gendarmen te paard tegen. Zij sloeg echter geen acht op hen en liep verder naar hu ia Op hun beurt kwamen nu de veld wachters iemand tegen en wel een landlooper, die half verhongerd langs de-wegen zwierf. De bedelaar had alleen lompen aan het lijf; men dacht niet anders ale men hem uit de verte zag of hij was een vogelver schrikker. Er kwam nog bij dat hij blootsvoets was en geen hoed op had. Zijn gezicht wae in lang niet met bar. biershanden in aanraking geweest. Zoo zag d© landlooper er uit, dien de beide veldwachters ontmoette. De veldwachters keken hem mot een wantrouwenden blik aan, doch dioeu konden zij hem nierts, daar de man gewoon op den openbaren weg liep. Zij reden dus door. Juist op dat oogenblik ontdekte de landlooper den vogelverschrikker in de verte. Hij vond 't een deftige verschijning. Stel je voor zoo'n houten ding zag er beter uit dan hij zelf. De bedelaar Woef peinzend staan. Voor hij een besluit nam keek hij, of de politie uil het gezicht was. Hij liep daarna den boomgaard van juffrouw Binot in en bleef voor den vogelverschrikker I staan. Zeg, ouwe jongen, sprak hij. De vogelverschrikker bieef even defug en stijf staan, als tevoren, als of hij zich beleedigd gevoelde door zooveel familiariteit. De landlooper vervolgde zijn alleenspraak: Nou. zog 'e, jij ziet er toch maar fijn uil. Een licht windje deed do broek van don vogelverschrikker fladderen Hij bukte zich cn betastte de kwali teit van stof. Noil, dat ie geen slech te stof Plotseling stond hij weer op e«i sprak met con air van zelfvoldoening: Je hebt toch geen hoofd, dus heb je ook geen hoed noodig. Hij nam den hoed van den stok af en bodekte er het sluike haar mede. Toen be keek hij den vogelverschrikker weer een pooeje. De uitdrukking van def tigheid had hij nu geheel en a' ver loren. Nu zag hij or niet zoo fatsoen lijk moor uit. De stok van zijn hals, «tak van boven uit. Er was een wind stilte ingetreden en het goed van den vogelverschrikker hing slap langs "t geraamte neder. Hij leverde nu wer kelijk oen treurig schouwspel op. De bedelaar trok de s/toute schoenen aan. Kom, oude Jongen, je hebt er toch zeker niets op tegen, dat wij evoa Oversteken, /l/ndior anltwoord af te wachten, kleedde hij den vogel verschrikker verder uit en wierp zijn kleeren op 't gras. Daarna liep hij achter eon paar groote struiken en wierp zijn lompen uit. Hij trok daar na haastig de warme k'eeren van het houten mensch aan. Prachtig, voor dezen winter had hij geen zorg meer. Nu ontbrak hem alleen nog een paar schoenen om een respectabel man te zijn. Ja. da's jammer, zuchtte hij, met een blik op zijn onderdanen. Er was nu niets meer over van den vogelverschrikker, het zonderlinge „echijnwezen", zijn lichaam was nu een leegte in den boomgaard, niets meer dan een paar stokken. In hel eerst had de landlooper daar echter geen erg in. doch toen hij van het tconeel wilde verdwijnen, bemerk te hij 't. En het gaf hem een echte landloopers gewaarwordinghij werd n.I. bang Hij had een gevoel van een naderend onheil. Als iemand 't zou bemerken. En zij zagen hem zóó loo- pen. Nu7 Dat hij zoo liep was niet ge woon en om nu voor deze kleeren een jaartje tusschen vier kale muren te zitten, daar had de landooper toch heel weinig zin in Hij besloot dus tot hetgeen zijn hersenen hem ingaven. Hij raapte zijn lompen open kleedde er op zorgvuldige, vaderlijke wijze, het houten kruis mede aan Ziezoo oudje, nu zijn wij klaar. De vogelverschrikker herleefde weer eenigezins Wel is waar, was het niet meer dezelfde, het was met meer de deftige vogelverschrikker, maar eon arme, nederige, ongelukkige stak. ker van een vogelverschrikker, zonder hoed. want daar de landooper geen hoed op had gehad, kon hij zoo een kleedingstuk ook niet geven in ruil voor de zijne. Hij werd in deerniswek- kenden toestand achtergelaten. i:«t Iemand, die in een boech beroofd is van zijn geld en nu den bandiet met een smeekenden blik nakijkt En zijn lange armen waren nog steeds uitge strekt alsof hij in wanhoop smeekte, 't verlorene terug te geven. De landlooper echter maakte dat h1} weg kwam De richting van het dorp sloeg hij niet ln. Dit achtte hij veel to gevaarlijk Rost kon de een of ander hem zien, die de kleeren van den vo gelverschrikker herkennen zou. Hij keerde dus terug, vanwaar hij geko men was, n 1. van den weg, die naar 't dorp leidde. Een kwartier latei stond hij bij een bocht van den weg plotseling tegenover de twee veld wachters, die van hun marsch naar ontdekkingen terugkeerden naar hei dorp. Als uit één mond klonik 't Halt van de lippen der dienaren van den heiligen Hermandad, toen zij denzoll- dcu bedelaar van zooeven m zijn meuwe plunje herkenden. Waar heb je dat pak vandaan gehaald 7 vroeg een van hen. De landlooper wees terneergeslagen achter zich. Daar van dien vogelverschrikker, klonk zijn antwoord. Maar schallend klonk het lachen van do dienaren van den heiligen Her mandad over den stillen landweg. Verbeeld je, die wuu hun wat wijs maken. En schamper lachend, ant woordden zij Maak dat je grootje wijs. Zonder verder naar hem te luiste ren, duwden zij hem voor zich uit, den kant van liet dorp op om hem aan den burgemeester over te leveren. Juffrouw Binot stond op den drem pel van hare woning. Zij zag van verre de two© veldwachters en van verbazing wreef zij zich in de oogon. Daarna sloeg zij bijgeloovig een kruis. Als dat haar vogelverschrikker niet was 1 Ja, zij herkende hem maar al te goed, met zijn grijze broek, zijn jas en zijn panumastroohoed. En daar men van verre met goed kon onder scheiden of 't wei echt een mensch was, of wel de vogelverschrikker zelf, die zich had losgerukt en uit wande len was gegaan, greep een herige angst haar aan en zij was op t punt weg te loopen, toen de dikke Femin van wien bekend was dat hij uiterst scherp van gezicht was uiiriep i Lieve hemeltje, 't is een man Onze Laclihoek DAT HING ER VAN AF. liet behandelen van paarden la Iets waarvan men veel versl ind moc-t hebben an zekere landbouwer had in dat opzicht een bijzonder goeder» naam. Zijn buurman, die op dat ge bied raad noodig had, vroeg ann den zoon van den paardernkenner: Zeg, Kees, wat doet je vader ala een van zijn paarden ziek is? Meent u een beetje ziek of ern stig? vroeg de knaap voorzichtig. Ernstig, meen Ik! Nee, zed de jongen, als het maaf een beetje ongesteld is dan geeft va der het beest wat te slikken, maar is het ernstig ziek, dan verkoopt hij den knol. Toen bieefi juffrouw Binot staan wachten en zoodra de veldwachters dichter bij waren, riep zij lüidkeels uitDie kleeren zijn van mijn vo gelverschrikker. De veldwachters keken elkaar beur telings aan. Dus was 't toch waar, wat de landlooper hun verteld had. Maar een van hen riep weer Welnu, hier heb je den dief. Ook hij beweert, dat hij de kleeren van een vogelverschrik ker heeft afgenomen. Dat is ook zoo, zei de eerzame juf frouw Binot en zij begon den boven den landlooper met een stortvloed van scheldwoorden te overladen. ('<em een e landlooper. dief Zij was woedend, dat iemand haar origineel werk had durven vernieti gen! —Nu eten de vogels dan toch weer alles op, klaagde juffrouw Binot. Wat moeten w*ij met hem doen, vroegen de veldwachters De bedelaar was weer eenigszins tot zichzelf gekomen en zeide dee moedig Ik heb uw vogelvcrscUt .k- ker mijn goed aangetrokken, wij heb ben alleen maar geruild Die goede zorgen voor haar vogel verschrikker ve-rteederde juffrouw Binot. Wel, laat hem maar loopen, stelde zij toen voor. En nadat de veldwachters teleurge steld waren verdwenen, liet zij (bn man nog even wachten en kvvain te rug met. een paar schoenen, die zij hem gaf: Dat zijn zijn schoenen, ik had ze hem vergeten aan ie doen... Maar maak nu dat je wegkomt. De landlooper liet zich dit geen twee keer zeggen en ijlings maakte hij zicit uit de voeten. En hij ging v lak voorbij de mannen der wet en keek hen hoo- nend aan, zoodat de dienaren .bloed rood in 't aangezicht werden. En juf frouw Binot? Wel, den volgen-.eQ morgen trok zij haar vogelverschrik ker andere kleeren aan; die van den landlooper waren wel wat ai te vies, naar haar meening- Zij kon haar vo gelverschrikker toch ook niet voor schandaal laten staan 1 Beureoverzicht. van de Firma E. SASSEN Co. Parklaan 14 b. Telef. no. 2061. 22—2S Juli 1916. De beurs heeft gedurende de afge- looocn week opnieuw in vele afdoe- lansen een lusteloos en afbrokkelend koersverloop te zien gegeven. In de Amerikaansche afdeelt nu had door de publicatie van den kwnrtaalslaat der U. S. Steel Corp. met de daar mede samenvallende dividend-decla ratie van 1 pCt. extra, voorbijgaand eenige verlevendiging in den handel in dit fonds ten gevolge, doch tol een koersverheffmg van beteekenis kon het niet komen, waarschijnlijk om dat met deze gunstig© factoren reeds te wren rekening aeihouden was. Ou- setwi'feld is een ontvang» t-verboto- ring van ruim 21 millicen dollar te gencner het vorig kwartaal en van ruim 53 miliioen vergeleken bij hel tweede kwartaal 1915. een respectabel cüfer. en wanneer deze winsten on der meer normale omstandigheden waren behaald, zou dit zeker een betere koers-anprec:atie ten gevolge oéhad hebben, doch juist de omstan digheid. dat deze hochcon-juncluur weer spoedig kan omslaan, is oor zaak. dat deze aandeelen door het. jDubliek niet zoo sterk meer worden geviaagd. De kans od nog hoogere uitkeering is. met het oog ou de wei- sering van het bestuur, om bet over schot der winsten in nieuwe fabrie ken vast te leveen. zeer geruis, zoodat de prikkel, om op de verwachting on hoogere dividenden te koooen. niet aanwezig is. terwijl-de gedachte aan later komende toestanden, bii do herinnering aan vroegere koers fluctuaties eveneens remmend op den lust tot koopen moet werken. Do mm of meer afgedwongen dividend- verkluring irii de Hide A Leather had een riizing van 4 pCt. ton gevolge.. De nog steeds dreigende spoorweg staking is mode voor een goed deel de oorzaak der lusielooze houding van de Amerikaansche markt. Spoor- we«-aande«len werden hierop olgé- meen lager verhandeld. Od de lokale markt was de voor- F e u i I i o t o n 13) Na eenige ritten kwam de koetsier Weer op ziin standplaats terug, en gébruikte iziin maoltiid in een kofiie- terilic. Hij nam een courant op en zog die door. Plotseling uitte hij ©en reeks vloekan tot verwondering zijner kameraden, en staarde inert groote ooaea op de volgende regels ..De jongen Philip Morland, wiens bezit van meteoor-diamanten van groote waarde zooveel onsehuddJng heeft veroorzaakt, werd vandaag tin vjimeid gesteld. Die havelooze knaap Werft nu weer door Londen n*et zijn J-akken vol diamanten. Het laatat is hij gezien bn het gerechtshof, waar hu in een vigolante stapte, en een onderzoek bn onzen vertegenwoordi ger in het kantoor van den heer «aacstein. den diamanthandelaar, wiens naam ook in de zaak voor kwam. beveertict. dat hij daar om- «reeks drie uur is geweest. De heer «nacstein weigert verdere inlichtin gen. maar het is waarschijnlijk, dat Dien spoedig meer zal hooren van de- vreemde zaak." Eindelijk werd bot den koetsier duidelijk. Ik ben verloren kermde hij. Miin hoofd is op hok Laat een ander nnin hier opdronkenik ca bij de onthouders. Ih had dien hengel vandaag in niiin wagen en wist het mat. Hij bood mij twee shillmgei aan. en ik trakteerde hem op het ritje, omdat hii er zoo armoedig uit zag 1 Wiens beurt riep een hee- sche stom hij de deur. Ik. brulde de teleurgestelde man. Kijk dan uit Daar is een oude heer. die als gek met zijn parapluio zwaait. Houd hem vast. Ik ben er zoo. Wie weet I Misschien is tiet Roth schild. Onderiussdien opende PlüLip de deur van het kantoor van den heer Isaacstein. Zoodra de bediende ach ter het traliehek hem bemerkte, sprong hii achteruit en staarde hom met verschrikte ooeen aan. Was die Jeugdige woesteling uit de gevange nis ontsnapt en gekomen om hen al len te vei moorden? HulpHulp - gilde hij. Moord l Edifice klerken kwamen toesnellen, waaronder de bejaarde man. die Philip de vorige maal had geholpen. I.aat d'ien idioot ophouden. - zeide Philip bedaard. en zeg den heer Isaacstein, dat ik er ben. De loopjongen werd tot zwijgen ge- (bracht. en de opgewondenheid be daarde. Ja. de diamanthandelaar was in zijn kantoor en Philip zou worden aangediend. Dank u. zeido hij. maar wees zoo coed er voor te zorgen, dat die bencel niet aun anderen vertelt, dot lik hier ben. Ik verlang geen oto loop *>d straat, wanneer ik weer weg ga. Zulk een koele onlbesdhaamdSieifl van een straatjongen was enverdra- goliik. maar Isaacstein regeerde zijn Dersoneel met een iiaeren roede, en zii wilden bever eerst ziin meaning weten, eer zij hun woede o» den knaap koelden. Ook hadden zij na tuurlijk de berichten in de couranten aangaande het verhoor gelezen, en werden in ontzag gehouden door zijn zonderling onbegrijpelijks omstandig heden. /Hii werd dus zwijgend naar boven gebracht en weldra bii Isaac- ste n in ziin heiligdom toegelaten. De velgen vond hem daar aan tafel zit ten en het duel. dat tusschen hen uit gevochten moest worden, begon met vragen. Hoe ziirt gij zoo spoedig ontsla gen Uw zaak was een week ver daagd. Zult gij een politóeageut laten halen Wees niet brutaal. Jongen, maar antwoord mij. Ik beu hier met om uw nieuws- gierigho.d te bevredigen, meneer Isaacstein. Ik kom alleen voor zaken. Het is voor u voldoende te weien, dat men miii m vrijheid heeft gesteld en rnii mijn eigendom lieöft teruggege ven. Wenscht gii zaken met mij te doen of niet De diamanthandelaar gloeide van ergernis. Mo«6t hij zlidh zoo laten toespreken door een jeugdigen knaap 1 Hij staarde Philip woedend aan en zeide V.i«dt gij. dat hert gepast is een man van miin positie op zulk een wiiae te behandelen od ziin eigen kantoor Meneer Isaacstein. antwoord de PhnliD bedaard. zijt gii vergoten dat gij nül aLs een dief hebt laten ge vangen nemen en geboeid door de straten leiden? Gij hebt mij vijf da gen in de gevangenis laten door brengen. Op het oogenblik. dot ik uw eerlijkheid prees, gaaft gij uw kler ken een toeken, een agent te laten halen. Hebt gii mij zoo behandeld, dat ik daar een voorbeeld aan kan nemen De juwelier schoof opgewonden heen en weer. Eindeliik sprong hij driftig od. Verduiveld! jongen. gild© hij, wat onoeat ik dan doen. toen een schooier, zoonis gii. mU een diamant van 1000 pond waafde liet zien m zeide. dat hii cr nog honderden tuo had Denkt gii. dat -k gevaar wilde loopen. naast u op de bank der be- sohuldigden te zitten Heb ik geen getuigenis in uw voordeel afgelegd ilob ik met gezegd, dat zulke dia manten nooit waren gevonden in de ze wereld Dat is uwe zienswijze, veronder stel ik. zoide Philip koeltjes. Ik vind. dat gii u omtrent al die punten wel kondrt hebben gerustgesteld Hou der mii naar de gevangenis te zen den. Maar dat is nu de kwestie niet. W dt gij mijn d-amantan koopeoi j Isaucetein ging weer zitten. Zijn handelsgeest behaalde de overhand od ziin woede. Ja. snauwde hU. Hoeveel vraagt gii er voor Ik merk op. dat hunne waarde steede toeneemt. Den eersten keer. dat gii dezen diamant (hij hield den steen omhoog zaagt .zeidert gii. dat hij zes- h zevenhonderd pond waard was. Vandaag noemt c:j duizend. Ik ■zal echter o© uwe schatting vertrou wen voor deze oollectie en vijftig- du-zend pond vragen. Orir Ja En hoe will gij ze Ont" vangen, in banknoten of goud? vroeg de man sarcastisch. Philip begon de ateenen h» te pak ken er. keek od de klok. Wat wilt ge nu doen riep Isaacstein Naar iemand anders Kaan, die mil redeliik behandelt. Het is nog met ers laat. Ik geloof, dat er meer firma's zooals de uwe m liatton Gar den ziin en anders kan ik teruggaan naar den beer Wilson. Ga zitten. Ga ziuen. Kromde de Juwelier. Ik heb nog nooit zulk een jongen gezien. Gij zijt opvliegend als buskruit. Ik maakte maar een gtapje. Ik niet, meneer Isaacstein. Uw priis ls de mijne vijftig duizend pond. Denkt gii. dat ik d;© som geld bii mii draag vroeg Isaacstein. wanhopig over een middel naden kend. om Philip toecankoliiker to maken, wxxlat hij misschien de wer kelijke geschiedenis der diamanten zou meedeelen. Neen. was het antwoord. En ik wensch het ook niet terstond te ontvangen. Ik wil nu alleen maar een kiein voorschot hebben laat ons zeggen vljftle nond Ik heb kleeren noodig en andere d.ncen. Dan kunt gii rnii morgen meenemen naar een bank cn een deel van het geld op mii over laten schrijven en mil een schriftelijke bek-fte geven. d«- rost te betalen over een week. een maand of zoo iets. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1916 | | pagina 9