RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
DE DiAMANTEHKONIHG.
Omgblad.
DERDE BLAO - ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1916
Raadsels
(Doze raadsels zijn alle ingebonden
'door jongens en meisjes, die ,,Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen dei-
kinderen, die mij -vóór Woensdag
middag 4 uur goed oplossingen zen
den worden in liet volgende nummer
bekend gemaakt).
Iedere maand wordt onder de beste
oplossers twee boeken in prachtband
.verloot.
1. (Ijig<wori. door Wim Spoor).
liet is wel in de vrouw, maar niet
in den man.
Het ia in het bier, doch niet in de
kan,
liet is in het varken, maar niet in
het spek.
liet ie in den dronkaard, maar niet
in den gek.
2. (Ingezonden door Wellington).
nood redding
nood redding
nood redding
Wat leest ge hieruit?
3. (Ingezonden door Yoikcrdlna v.
d. Mije).
Wat staat hier?
M. A. Z. T.
4. (Ingezonden door Rudolf Oschatz).
Ik besta uit 10 letters en het Ne-
derlandscho volk is bang voor mij.
5, 8, 9, 6 is een bloem.
5, 2, 3 i3 een dier.
4 is een klinker.
1, 8 7, 10 is ooms gevaarlijk.
5. (Ingezonden door Messalina).
Ik ben een plaats in Duitsehland
van 7 letters. Verander mijn 2d© let
ter en ik blijf een plaats in Duitecli-
land.
6. (Ingezonden door Tulp).
Ik ben een plaats in Duitscbland
van 7 letters. Hak mijn hoofd af en
ik büjf oen plaats in Duilseliland.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
Vorige wéék zijn:
1. Voorzichtigheid Is do moeder
dor porceleinkast.
2. Horlogemaker.
3. Linschoten, Winschoten, Scho
ten.
4. Prentbriefkaart, prent, brief,
kaart.
5. Zambesi, Sam, bes, 1, zee.
6. Men kan een gegeven paard niet
tn den bek zien.
Goede oplevingen ontvangen van:
Janus Tulp o. Crocus 5, BcLefleur 5,
W. P. v. d. Bogaardt, 5, Tuip 4, A.
J. Bijlsina, 4. Anemoon 5, Mosroosje
6, Morel 5, Corrie Gi-oenendal 5,
Roodkapje Januy Leeliang 5. Ru-
dolf Oschatz 5, Dirk Oschatz 5, Lena
Koeleveld 5, Michiel de Ruyter 5,
Dirkje den Hollander 5, J. Jansen 5,
G. P. Vroom 4, Deerntje Vroom 4,
De Wedstrijd.
Ingekomen inzending van: Mosroos
je, oud 10 jaar.
Thuis.
Dan kknk er een stemmetje in
haar binnenste, Jat zeikeer terug,
keer terug. Je doet iets heel verkeerd®
en wat zullen ze bezorgd zijn!
Even hield ze liaar siap in en was
geneigd terug to keeo-en. Maa.r daar
klonk een ander stommetje, dat-riep:
Ga maar, nu zou het toch zeker uit
komen en dan zouden ze je uinlachon.
Eu ze zoudeu het aan Tante Adèle
Vertellen en aan je oom en misschien
aan ai die voorname gasten. Ga
maar, ga meer
Ze luisterde het liefst naar dat
laatste stenunelje. En zo vloog over
demveg. Sommige menschen die haar
voorb/j gingen, keken wel even er-
baasd naar haar en er waren er ook i
.wel die haar herkenden en tot elkaar
zeiden „Kiek, het logeetje van de
villa, wu-ir zou die nog heen mut-
ten Lenie zei ze alien op dorp-
eclio manier vriendelijk goeden
avond. Toon ze In de verte het huis
van vrouw Berg zag, herinnerde ze
zich, dat jo de raensefhen niet, kon
zien voorbijigaun, als ze vlak langs
don slootkant liepen. Ze verliet dus
het harde pad en ging vlug naar be
neden. Vlak bij het huisje bukte ze
zich nog een weinig. Hè, dat was een
pak van 't hart dat ze daar goed en
wel en ongezien voorbij was geko
men. Nu het pad links. Daar stonden
zooveel koekoeksbloemen, ze leken
in de verte wel wat op een rose
sprei over exn groot, groen bed. Kijk,
daar bij die iopeboomen had je de
i^eju S11 e i o n
31)
Hij voosde zich bii het meisje en
bracht haar naar ziin vicilante.
Rijd als 't u blieft mee. zeide
zij. Ik wil u niet van uw rijtuig
berooven.
Zoo reden ze samen wee an lieten
den koetsier achter, bii ziin vastge
raakte visilanla.
V- i
HOOFDSTUK XV.
Een eeziciht uit het
verleden.
Malda Crescent lag niet veel meer
'dan een halve miil van het park ver
wijderd. Flhilip maakte gebruik van
den korten tiid. om de ion^e dame in
bijzonderheden te vertellen, hoe hij
er toe gekomen was. zich met de
zaak te bemoeien.
Ik kan het maar niet begrijpen,
zeide zij. Ik ben zelden zoo laat
uit. Ik treed nog maar zelden op cn
met groote tuswehenooozen het split
mii. dal te moeten zeirgen.
Hebt rü vanavond een rcpelitio
vaart al. O als nu maar alles mee
liep. En wat werd het al schemerig.
Ze keek eens om. Hè, 't was om vhn
te rillen, zoo donker als nu de weg
leek. Al® Mijntjes moeder haar zag,
wat moest ze dan toch zeggen! Die
zou nooit kunnen gelooven, dat ze
zoo laat en alleen nog op pad mocht.
Ze was er durect De mast kon ze al
zien. Stonden daar geen mannen
Neen toch niet, het waren boomen.
Ze Hep a Is een ha;is. Er wus niemand
te zien. Hoe gek 1 Als het schip maar
wegging. Zou ze de plank opgaan,
't Was wel wat griezelig. Ze hadden
haar nog steeds een hand gegeven.
Wanneer ze langer wachtte, zou alles
uitkomen, Met knikkende knieën,
zich meed insprekend, liep ze over
de loopplank. Ze koek eens in het
vooronder, "t Leek er nu lang zoo
gezellig niet in het schemerdonker.
Neen, zo moest toch maar teruggaan.
Maar wat was dat? Een kar met twee
paarden bespannen en beladen met
vaten hield voor het schip stil.
Vlug kroop Lenio langs het trapje
naar poneden.
„Is daar iemand?" Ivoorde ze een
grove .mannenstem roepen. Ze gal
geen antwoord, maar sidderde van
top tot leen.
„Hallo, halïo". Dat was de stem
van den schipper. „Kom je haast?
riep de voerman.
Lenie begreep, dat hel laden nu zou
keginiiïn. Torugkeeren was niet meer
mogelijk. En ze zou zeker niet meer
dat eind kunnen loopen, want ze
voelde zich zoo moe, o zoo moo. Ze
keek eens rand en zag de bedlstee-
deurtjes luilif geopend. Dat was het
bed van .don schipper, maar daar
naast bi iep niemand. Zou ze zich uit-
kleeden? WeJlneen, dat duurde te
lang. Dan zouden zo baar kleertjes
bemerken en dan kwam alles uit,
voor de reis begonnen was. Ze klom
in de bedstee. Voor de aardigheid
had zo het al eens meer gedaan en
ze had ervaren, dat het een flinke
hoogte was. Met de pop in de armen
was liet onmogelijk den rand der
bedstee te bereiken. Ze wierp de pop
in de cape gewikkeld, vast ctp bed,
klauterde als een jongen langs de
richels cn kwarn boven op het voeren
bed tc-recht. Dekens^ waren er niet,
maar dat kwam er minder op aan, de
cape was van binnen droog en die
kon ham- en haar poppektoid'je bedek
ken.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
KindereAfdlöt-lir.ig moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG—
ZEEMiAN, Bloemhofistraat 5
In de bus gooien, zonder aan
schellen 1)
AAiN .ALLEN. Mag ik er jullie
even aan herinneren, dat de brieven
a.s Woensdag weer Bloemhof-
straat 5 bezorgd kunnen worden.
MOREL. Het deed me genoegen
te hooren, dat het je in je nieuwe be
trekking goed bevalt. Natuurlijk be
grijp ik héét, dat aJles jo nog vreemd
is. Ik ben zeer benieuwd naar je vol
gend schrijven.
HEIDEROOSJE. Ik vond het
wat Jeuk weer eens wat vain jou te
hooren. Ia het opstel al klaar? Nu
kun je het weer in de Bloemhofstraat
bezorgen. Mosroosje is nu diokt bij
me, terwijl ik toch ver van haar af
ben. Hoe kan dat nu? Los jij dat
raadseltje eens op.
KABOUTER. Geniet maar zoo
veel en zoo lang als je kunt van bet
buitenileven. Straks ia leer en weer
de boodscliap.
C. B. Wel bedankt voor je schil
derachtig© kaart van Wijk aan. 2<.e
MARIE ANTOINETTE en ARONS
KELK dank ik ook aoer voor de fijne
..Postkarte".
JANNY L. Ook wel bedankt
voor je mooie kaart van Katwijk.
Heel wat Rubriek-kinderen schijnen
daar geweest te zijn.
ABEL TASlMAN. Gelukk-g, dat
broer niet ziek is geworden. Ik had
met graag dat reisje meegemaakt
maar Zand voort. Jullie zaten zeker
a's haring in een ton.
HERPSTSERjING. Kom je me
Woensdag zélf je opstel brengen?
Ais je zoo bijzonder je best hebt ge
daan op dezo inzending, zaïl ze zeker
goed wezen. Dus boud maar moed.
A. J. B. Zoo zie je, wat in hot vat
is, verzuurt niet. Gezellig, dat jullie
iogê's hebben gehad Is oom Donder
dag nog gekomen? Ik ben ook heer
lijk uitgerust, maar ik ben het met
jou eens, dat altijd vacanlie me niet
lijken zon.
W. P. v. d. B. Is de booitocht
niet in 't water gevallen? Hier was
het de eerste regendag van de va-
cantle. Jij hebt ook een prettige va-
eantie achier den rug.
in RöKent's Hall bijgewoond voor het
concert van Monsieur Jowkacsy?
Ja.
Ik had juist kaartctn genomen
voor dat concert en lieu met een om-
wea naar huis, toen miin aandacht
werd uelroklum door het, zonderlinge
credrae van don koetsier.
Goede genade I riep zij,
houd ik u op2 Ik dacht, dat gii toe-
vallin achter ons door het Park Teed.
Ik geloof niet. dat ik ooit eer
der in Regent's Park ben geweest.
Ziit Rïi een Londenaar
In zokeren zin ieder jaar een
tiidlanc. Ik leef meest op zee.
O. dat verklaart uw galanterie.
Gij ziit een zeeman.
Dc bezitter van een jaclït,
verbetorde Philip.
Hoe 'heerlijk. Ik heb de. zee in
tiiden niet gezien. Man moot tegen
woordig huid werken om te slagen.
Daar heb Ik niet op tegen, want ik
houd van muziek, maar het is onaan
genaam voor ziin koöt te werken, en
en gli hebt hedenavond gezien,
hoe de weinige bekendheid, die ik
héb verworven, reeds gevaar vcor
beleediirinaen doet lootvon.
Apropos. zeide hij. gij be
hoort te weten, dat eon van dïc man
nen. Victor Grenier heet.
Dank u. Hoe ziit gii dat te we
ten gekomen 7
De koetsier vertelde het mij, hij
bleek mii te kennen. Ik gebruik dik-
BELLEFLEUR. Bon je .'ekker
bruin geworden in Zand voort? Ik hoop
jo nu spoedig weer eens te zien.
CROCUS. Hoe lang moest Jo
wel in het schapenhok 6taan? Je
leert daar wel geduld oefenen. Heb
je plezier gehad op het Kalfje?
JANUS TU!LP. Het deed me ge
noegen dat de kaarten terecht waren
gekomen. Want het adres was wel
wat vaag. Maar jullie zijn zeker een
berucht stelletje.
JANNY L. Dus ik krijg van jon
een opsted over Katwijk aan Zee. Dat
raadsel van de vorig© week was
hcusch niet raar Alleen het getal 15
moast 10 zijn. Ik bedoelde Lobelia,
want Eva kon ik niet.
ROODKAPJE. In de courant
had ik al gelezen over hel ongeluk,
dat je zusje is overkomen. Wat zul
len juülie geschrokken zijn. Geluk
kig, dat alle® zich nog zoo ten beste
geschikt heeft. Heb je haar nu al
mogen, bezoeken? Ik denk. dat ze
nooit meer op de tram speelt.
BEIPPIE SPOOR. Wel bedankt
voor jo mooie kaart, ook PIET en
WIM worden hartelijk bedankt.
TULP. Vriendelijk dank voor je
kaarten uit Alkmaar en Zandvoort?
PERICiLES. Ik dank je voor jo
mooie landschapje uit-Vorden.
HERPSTSERING. Bon je in
Montferland geweest? Wel bedankt
voor je mooie kiek.
JANUS TULP. Ben jij die stou
te jongen waar die agent zoo tegen
opspeelt? En wie heeft dat zoo kra
nig geteekend? Vriendelijk bedankt
ervoor.
BELLEFLEUR. Wed bedankt
voor je grappige leeuwenhistoriel En
CROCUS voor de aardige olifanten-
voorste lJing.
WIM S. Ik was blij iets van jo
te hooren. Ik kaai me best begrijpen,
dat het mooi© zomerweer je naar
buiten dreef. Is Moeder ook lekker
uitgerust?
JAN v. H. Hartelijk dank voor
]e kaart uit C. Ben je er flink opge
knapt?
DOLLY wordt ook wel bedankt
voor liaar ansicht.
ABEL TASMAN. Zit jij in het
Naihe-dal? Vriendelijk dank voor je
kaart,
ANNIE G. wordt ook wel bedankt
voor de mooie kiek van het Rijks
museum.
LENA K. lit donk, dat Moeder
je nog wel eens hl zaJ halen niet
fietsen. Wie 't laatst lacht, lacht 't
best.
MIQH1EL DE RUYTER. Hoe is
het nu met den gekneueden arm? Het
wrijven doet zeker erge pijn, hè?
D d. H. 't Ie te hopen, dat Groot
moeder weër ziende mag worden.
Wie blind is, mist zoo heel veei. Ja,
hoor, je bent me in de vacantie Cink
trouw gebleven.
J. J. Wel gefeliciteerd met de
koperen bruiloft van Vader en Moe
der. Was het een gezellig dagje? En
waren bruid en bruigom weer heele-
niaal beter?
AREND wordt vriendelijk bedankt
voor zijn kaart uit Schevenuigon.
G, P. V. Het doet me genoegen,
dat jullie vacanlie ook zoo echt pret
tig ie geweest. Je karretje heeft wel
dienst gedaan. En wat was dat een
reuzen-vischvangst. t Is om van to
watertanden. Ik wil heel graag wat
duikers van je hebben. Breng ze
Wooii6dag dan zelf eens. Nog pret
tige vacantie dagen.
LEENT JE V. Wat heb jij ook ge
pierewaaid. En wat gezellig, dat je
nichtje bij je gelogeerd heeft. Wat
hebben jullie toen wel veel afgebab-
bokll
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.
Bloombofstraat 5,
Haarlem.
Een patente ilniting.
door SIMON MOS.
Wij waren nog niet lang geleden
getrouwd en woonden buiten, onder
don rook van een groote stad, waar
heen ik mij dagelijks moest begeven
tot het doen van mijne beroeps
werkzaamheden.
Dat voortdurende reuzen was één
schaduwzijde van het buitenleven,
do andere wais, dat mijn vrouw vrij
wel heb gridötstd gedeeltel van d'en
dag in eenzaamheid moest doorbren
gen. En daar zij wat nerveus was
aangelegd, werd dit laatste bezwaar
allengs een geduchte kwelling voor
haar, vooral daar zij in die eenzaam
heid steeds zag een voortdurend ge
vaar, eon bedreiging tot inbraak, lot
diefstal, "gepaard runt, gewelddadige
aanranding of wellicht met .brand
stichting. Haar vrees was vooral ge-
wiils viciiantes. want ik ben te lui
om te loouen.
Het meisje lachte Vroolijk.
Zeker, gii hebt gelliandeld als
een traag mens ah. riep zij. Ik
zaa dat Bii een ooareutblik later de
hooiden van die niensdien teizen el
kaar zoudt hebben gebonsd.
Het riituiK sloea een stille straat
in en bleef weldra staan.
llier woon ik, zeide zij, en
Philio bielD haar uitstanpeui.
O. miin muziek 1 klaagde zij
Dlolacl.mz. Die liet ik in die akeli
a.e vutilante liegen.
PfliillD onderdrukte een glimlach.
Zetr mij uw naam. zeide liij,
en ik zal ze u monzen vroeg bezor
gen.
Ja O, wat ben ik lastig geweest
en wot ziit gii goed.
liet ls geen moeite. Ik weet bert
nummer van den koetsier.
Ik ben u werkelijk dankbaaï.
Mjjn naam is Evelyn Atherley. Ik
zou u wel vraaen. ons ecne te komen
bezoeken, maar maar mijne
moeder
Gij wenscht niet. dat zij iets
van uw avontuur boort Het zou
haar ancst aanjagen.
Zii zou ongerust ziin telkens, als
ik f.aicen uitging. Het voegt mil
slecht, een vigilante te betalen, maar
ik doe het 's avonds om haar gienoe
gen te doen. daar de weg van ile
naaste omnibus eenzaam is.
grond op het feit, 'dat laliijke lieden
Ln de buurt rondzwierven, z.g. koop
lieden, die Quasi hun warecn kwa
men aanbieden, die, gewapend met
een paar potlooden of een vel
schuurpapier, het den bewoners der
buitenwijken zeer lastig maakten. En
baar gemoedstoestand werd er niet
beter op, toen zij voortdurend in de
courant las; dat er weer hier of daar
was ingebroken, sorns zelfs in een
zeer bevolkt gedeelte.
Toen ik mij op een zekeren dag een
trein had verlaat, bemerkte ik, bij
het thuis komen, reeds aan het
dienstmeisje, dat er iets bijteonders
was gebeurd.
In_do kamer gekomun, trof ik mijn
vrouw op den divan aan in een ont-
zelteaide huilbui, in hoogst zenuw
achtige® toestand. Zij snikte het uit;
haar hoofdje was stijf tegen den rand
van den divan gedrukt, met de oogen
verborgen in haar kanten zakdoekje,
hetwolk doorweekt van tranen was;
ze schokte geweldig met het boven
lijf en veranderde in hei minst niet
van houding toen >k, vrij onthutst,
binnenkwam.
Na heel veeJ. moeite mocht het mij
gelukken langzamerhand zooveel in
lichtingen te krijgen, dat ik ten slot
te kan opmaken, wat er aan de hand
was, n.l. dat een zoogenaamde koop
man in velletjes schuurpapier, die het
meisje gevraagd had mevrouw te
mogen spreken, erg onhebbelijk was
opgetreden.
d£ïj was daarop min of meer nieuws,
gierig naar voren gegaan en had, in
s'.ede van het raampje in het boven-
paneel, dadelijk onvoorzichtig de
deur geopend. De brutale kerel had
toen subiet zijn voet dwars over den
drempel gezet en was een klaagrede
begonnen omtrent zijn ongelukkigen
toestand, zijn misvormde hand, ver
minkt door een machine in de fabriek,
de werkloosheid, waartoe hij nu ge
doemd was, zijn zieke vrouw en zijn
acht bloeden van kinderen thuis.
Toen mijn vrouw niet geneigd was
om meer ie geven dan vijf cent voor
een velletje schuurpapier, had hij ge
dreigd het huis in brand te steken en
allen to vermoorden.
Eindelijk, toen mijn vrouw beangst
een kwartje uit haar zak had oj>ge-
diept en dat midden op den weg had
geworpen, had do schooier zich van
de deur verwijderd om den munt op
te rapen.
Haar zenuwen waren danig ge
schokt door dit voorval. Weer snikte
ec lang en heftig. Plots stond zij op,
stampte cordaat mot haar voet op
don grond en zei resoluut:
En ik wil naar de stad te-rug.
Geen oogenblik blijf ik langer ln
zoo'n onveilige streek. Nooit! Nooit!
iNooit!
Ik trachtte haar natuurlijk van
dit dwaze idee af te brengen. Moes
ten wij- nu onze heerlijke genoegens
van hot buitenleven prijs gev en door
het brute optreden van een landloo-
pcr.
Maar ik erkende do noodzakelijk
heid, dat ik in elk geval verzekerd
moest zijn, dat mijn vrouw tijdens
mijne afwaziglieid, voldoende bevei-
ligd was. Ik had haar voorgehouden
baar vrouwelijke nieuwsgierigheid
te beperken, wanneer er weer iemand
speciaal naar mevrouw zou vragen,
door altijd het raampje boven te
openen en nimmer de deur zelf. Doch
Ik moest bekennen, dat de afsluiting
ook te wenschen bet. Het slot was een
£eel gewoon, alledaagscü slot, waar-
vioor volstrekt g«V buitengewone
sleutel noodig w as om het te openen.
Dat gaf een gevoel van onzekerheid,
vooral gedurende den nacht.
Lk zou dus moeten beginnen mot
een geheel nieuw, verbeterd slot.
Ik zou ook een waakhond kunnen
aanschaffen, of overal electriseITé
schellen laten aanbrengen, o# een re
volver koopen, doch ik diende in elk
geval voldoende maatregelen tot be
veiliging te nemen.
Want de eenige agent van politie
kon niet overal tegelijk ziin, en Lam
mert, de nachtwacht, kwam lang niet
altijd in de buitenwijken. Trouwens
op hem zou in geval van nood, niet
dadelijk te rekenen zijn; hij diende
voornamelijk tot het waarschuwen
der bewoners, bij brand, of zoo. Te
gen dieven en inbrekers deed do
brave man beter eeai straatje om te
maken.
Toen lk over dezo aangelegenheid
eer® sprak met mijn buurman, een
gepensionneerd majoor, gaf hij mij
raad in zake sluitingen, slechts zijn
voorbeeld to volgen, wilde ik voor al
le eventualiteiten beveiligd zijn!
Kijk! legde hij uit, waarbij hij
hl.ik gaf eenigsz'ns onder den invloed
te zijn van de tégen woord ige tragische
gebeurtenissen van een wereldbrand.
Gii zingt immers in Regent's
Hall Daar zal ik ziin. Ik heet Philip
Ajjson.
Er was een vroolijko glans in de
groot© oocen van liet meisje, maal-
zii zeide vriendelijk
Miin laatste lied is kwart na
tien. Half elf zal ik het gebouw ver
laten met miin moeder. Het .zal mij
veei genoegen doen u daar te zien en
beter den nu te kunnen bedanken,
vooral t.ls gii miin muziek weer
vindt
Oo dat oogenblik kwam ten vi
gilante snel aanrijden, de koetsier
hjpld od en zeide
Als 't u blieft, juffrouw. Dit hébt
gii laten liggen. en overhandigde
haar de verloren portefeuille.
Blijkbaar wilde hJj ziin gedrag
weer goedmaken.
Philip gaf hem een goede fcoi, zoo
dat de man weer ziin spijt wilde be
tuigen. maar hij werd streng verzocht
heen ie gaan. Philip's eigen beloo-
niruz was een warme handdruk cn
een dankbar© glimlach van juffrouw
Atherley.
Jowkacsy won den volgenden dag
ziin lauweren met het grootste ge
mak. Terwijl Philio naar hei Poolscb
ger.io luisterde, hoopje hij bii zich
zelf. dat het mooie Engolscha meisje
!ook eeai deel van de levendige toe
juichingen zou kriigen. Hij deelde
die gedachte zacht en voorzichtig aan
ziin muzikalen vriend inca.
Palentsloten! of wat ie wilt, snert,
moneerl Die hoeren inbrekers houden
er allerlei soort loopers op na, waar
tegen geen sloten bestand zijn. Is
toch gebeurd, dat ze het slot er. ge
woon uitzaagden. Nou! en wat d a n,
meneer?.. Ziet u eens'... Do tegen
woordige oorlog leert ons, de eerste
linie dat is dan de voordeur zoo
sterk mogelijk te bevestigen.
Daarvoor heb ik genomen twee vrij
groote koperen grendels. Boven en
onder ln de deur geschroefd, geven
d!e grendels van degelijke soliditeit,
een stevige beveiliging, welke tegen
elke poging lot indringing waarborgt.
Om te trachten zoo'n deur te forcee-
ren, zou gelijk zijn aan een jxtging
het huis af te breken. Achter zoo'n
gepantserde deur, ben je volkomen
veilig, meneer, evenals de soldaten
in de veiligste loopgraven. En denk
je, dat dat nog niet voldoende zeker
heid biedt, dan eenzelfde afsluh'ng
op de vestibule-deur, dat stelt dan
voor de tweede l-nie en wanneer je
je kamer nu uok nog van zoo'n paten
te sluiting voorziet, dan ben je daar,
achter de zoogenaamde derde linie,
zoo veilig als maar iemand zijn kan...
En ga je eventueel verhuizen, dan
schroef je je grendels er weer af en
neemt ze mee naar jo nieuwe vvo-
ning, hétgeen je met je patentslot
niet altijd kunt doen, al heb je het
ook zelf aangeschaft.
Dit leek mij inderdaad een patente
sluiting. Roods denzelfden avond had
ik uit de stad meegebracht twee ko
peren grendels van ontzaglijke afme
tingen en rustte niet alvorena zij zeer
stevig en zeker aan de voordeur wa
ren geschroefd.
Die sluiting bracht eindelijk weder
gerustheid in huis en mijn vrouw 1n
eon gekalmeerde stemming.
Gedurende den nacht wa6 de deur
steeds gegrendeld en overdag werd
nimmer meer opengedaan, zonder dot
ec-ret, door hel raampje in de deur,
het terrein verkend was. En wanneer
liet bleek, dat omtrent den persoon
van den bezoeker eenige twijfel be
stond, dan werden oumlddgilijk de
grendels dichtgeschoven.
Hc-t was herfst geworden, hetgeen
in de natuur duidelijk te bemerken
was. Het regende meestentijds, grim
mig© windvlagen gierden door de
boomen en tl ierden de sporad isch
overgebleven bladeren 'lang® den
modderigen weg. Het was weer de
tijd dat de vereenigJngen in ons
sïedebe toeken en van leven gaven.
Euterpe zöu het seizoen openen
met een groot concert, waarbij «enige
zangereseen en zangers van naain
hun medewerking hadden toegezegd,
liet behoorde tot de goede loon deze
concerten bij te wonc-n en daar wij
over t algemeen niet veel uitgingen,
hadden wij besloten naar Euterpe te
gaan. vooral daar het bezwaar van
een onbeschermd huis thane verval
len was.
Wij hadden hei meisje strenge in
structies gegeven, en haar gela-t. na
ens vertrek, de deur onmiddellijk te
grendelen en deze onder geen "voor
wendeel meer open te doen. Nu, daar
konden we wel staat cp maken, liet
meisje was vertrouwd. Dat was dus
in orde.
Wij amuseerden ons best bij Eu'ler-
pe Het was er zoe-r gezellig en of-
echoon het programma ietwat over
dadig was, bleven wij toch tot het
einde, 't Kwam er immers nu niet
zoo op aan. We vrieten, dat thans
allee, veilig was, Dit heerii,ke gevoel
deed ons tot het laatste blijven.
t Was reeds na middernacht, toen
we den weg naar huis ins'cegen. We
wandelden lustig door. t Was met
ver en een rijtuig bleek niet meer te
krijgen te zijn.
Het weer was er echter niet'beter
op geworden. De regen kletterde nog
aanhoudend en gierende windslierten
etriemd'en ons in het gelaat. Wij
haastten ons meer en meer en bij
mijn woning gekomen, etak ik spoe
dig den sleutel in 't slot, in 't blije
vooruitzicht weldra beschut tc zijn.
Maar wat was dat?... De eleu-
lel draaide geheel in t elol om, doch
de deur week niel
Och! Ha, ha. ha! lachte ik.
Stom tocht Neen, cLe is goed, zei ik
tegen mijn vrouw. De deur is immens
gegrendeld!Da; is meteen een
prachtige controle. Die Geertje heeft
haar phelu goed gedaan, hoor! Maar
r.u zuilen we haar moeten opbellen.
Meteen drukte ik eonigezins aange
houden op den electrischen echel en
wachtte daarna kalmpjoe af
Niert hert minete teeken van leven
evenwel.
Weer drukte ik en nog wat langer.
Alle® bleef doodstil in huis.
Wal moet zoo'n meid vast ©Ja
pen, mompeldo ik, tegelijkertijd weer
lang drukkende.
- Geen enkel gerucht drong tot ons
door.
Wat een uil, stampvoette k,
wordt die nóóit wakker. Dat wil :k
dan toch e«ns zien.
En toen bleef ik steeds op do schel
drukken, vermoedelijk wel een kwar-
1 tier.
OrunoKcliik. beste kerel. - was
de uitsDraak onmiddellijk. Zii is
een middelmatiize zangeres, niet
meer. Muziek is Koddeliik. maar de
vertolkers Inden aan kleingeestice
ialoerschhoid. Jowkacsy kaai heden
avond «een mededincors verdragen.
Eckstein is naluurliik een meester,
maar een noodzakelijk kwaad, daar
hu accomnairneert. De andere ortis-
ten ziin wol coed, of zii zouden hier
met ziin. maar niet van den eersten
ranm
Toen juffrouw Evelvn Atherley het
toonoel betrad, daeht PhiliD non
nooit zulk een mooie vrouw 1c hebben
Kezien. Zii liad een uitstekend figuur
en een aristocratisch voorkomen-
Zij was in lichtblauw chiffon gekleed
met een takje veraeet-mii-niertjes. de
kleur harer ooKen. od de borst. Een
hoos voorhoofd en oen mond cn kin
van natricischen vorm Raven leis
voornaams aan een overicrens zacht
en mooi Kczicht
Bii Jupiter, mompelde «Ie cri
ticus. indien zii even ro«1 zingt,
als zii er uitziet, dan kan ik het mis
hebben.
Haar eerste lied was Gorirur Tho
mas' ..Een Zomernacht". Men merk
te Lustend, dat haar slem uit hare
ziel kwam. Ze was niet oimariRriik.
maar frisch. Hef en meisjesachtig, de
tonen van een vrooliik voRellia.
Ar.son meemlc in ziin vi oiuuiuno-
menheid nooit baars neliike te Itcb-
Ik luisterde Hoorde ho^ .-' - anmd
ni-.Ur. Do dorpsklok sloeg één uur.
Wat nu?
Al© het ru.-tje in dc deur maar
open was, opperde mijn vrouw, zou
je weüidht met je arm er doorheen,
met behulp van je parapluie, den
knop van den grendei kr.nnen pak
ken on hem zoo terugtrekken.
Ja, dat was een idee! Nou, dat
ruitje! Dat was niets PatstEen
duw met m'n parapluie en 't lag aan
scherven. Nu de parapluie en mijn
arm er door. Dat ging in letterlijken
zin niet zonder kleerscheuren, bone
vens een paar kwetsuren aan mijn
hand Ik probeerde te haken op t
govoei naar den grendel en een en
kelen keer meende ik houvast te heb
ben, doch er scheen geen beweging
in dat ding te krijgen.
Het bleef maar steeds regenen en
nijdig blies de wind.
Mijn vrouw bogen al weer tamelijk
nerveus te worden en woot het ge-
heole geval aan die „nare" grendels,
waarmede zij aanvankelijk zoo zeer
gedweept bad. Er moest een oir.d san
komen. Ik hakte Tc-soluut den knoop^
door en ging weer met mijn vrouvT
op stap naar eon kennis in de buurt,
van wien ik wiet, dart hij in 't bezit
van een ladder was.
Achter zijn huis gekomen, nam ik
do leer voorzichtig weg, mij voorne
mende mijn buurman den volgenden
morgen wel ophelderingen te zullen
geven.
Ik hoopte i>u, dat ik het raam van
mijn slaapkamer zou kunnen openen,
ten einde lang« dien weg eindelijk
bir.nen te kunnen komen.
Gelukkig! Nadat de ladder tegen 't
venster was geplaatst, en ik mij sport
voor sport omhoog had gewerk'.. bleek
het raam gemakkelijk op te schuRen.
Mijn vrouw aarzelde eerst nog iet of
wart, doch eindelijk irok zij de stoute
schoenen aan en zette haar voetjp op
de onderste trede. Bespottelijk lang
zaam kwam ze hooger, niet nu en dan
een zenuwachtig gilletje en con uit
roep van angst. Ten slotte kon ik haar
grijpen en toen was ze weldra bin
nen. Daarna trok ik ook de ladder
door de raamopening en s'oot het
raam Dit werd lijd. Ik meende in de
verle iemand te hooren naderen.
"t Sloeg op de dorpskerk twee uur
Juist was ik in bed gestapt en zou
ik mi- heerlijk in de dekens wikke
len, toen er luid gescheld werd.
Wol. eeldrement! foeterde k.
Wat hebben wij nou nog?
Hevig mopperend in minder parle
mentaire uitdrukkingen, scharrelde
Ik in "t donker naar het raam ea
opendo dit.
Nou, wat moet jelui? slingerde
ik omlaag.
Meneer! Ik wil uwe® eve waar
schouwe, riep de nachtwacht terug.
Ik meende asdat 'k hier, zoo dame©,
iemand voor 'i huis heef gezien... En
nou ik mork as dat uwes giaasiein de
deur stuk ïs... Daarom docht ik... der
is veul slecht volk bij den weg... ziet
u... ik docht, ik zal meneer ©ve waar-
O: nou. dank je wei, hcoi
Lammert!... Dat kapotte ruitje, dat
ja, dat is bekend! Maar niemand
kan er in. hoor! Neen wij hebben
een patente sluiting.
Binnenland
EEN DAGORDER. De viee-admi
raai G. P. van Hecking Colenbrander
die den zeedienst mei pensioen heeft
verlaten, verklaarde in eon dagorder
aan ejn troepc-n o.a.: „Aan allen,
die door trouwe plichtsbetrachting,
ernstige toewijding en ijver mij bij
de vervuiiing van m jn taak steunden,
bc-tuig ik daarvoor mijn dank en
zulks vooral aan de velen, die gevor
derde, wel eens zware, soms gevaar
lijke, dikwijls eentonige of schijnbaar
nuttelooze en onbetekenende d:cn-
■6ton naar beet© krachten volbrachten
en do soms daaraan verbonden be
perkingen van hunne vrijheid zonder
bedenking of gepruttel ondergingen.
Ik twijfel er niet aan, of Zee- en
Landmacht zullen Moortgaan de op
hen rustende belangrijk© tank met
den meesten Ijver en nauwgezetheid
te vervullen en alle kracht r. in te
spannen ,om, mocht de strijd voor
Koningin en Vaderland geëLsiht «or
den, geheel voorbereid te zjjn. Leva
de Koningin
DE DUITSGHE KINDEREN. \Y<
lezen in 't Als. Handelsblad ..In
verband met de pogingen, van som
mige zijden gedaan om aan de een
voudig liefdadige onderneming u:n
een aantal Duilsche kinderen hun
schoolvacantie in ons land te doen
doorbrengen, een schijn van geheim
zinnigheid, waarschijnlijk met de
bedoelingd en indruk te wekken a's-
of „er iets achter zit". hebben wij
ons nog eens duidelijk laten inlich
ten omtrent het ontstaan van die be
weging en do wijze waarop zij werkt.
Hel ons gebleken dat hel plan :s
opgezet cn uitgevoerd door con 3 „:l-
taê Holanders, van wie sommig. a
door familtebanden met Duftscheis
verbonden zijn. Eerst toen het plan
vast stond en dc Ingekomen gelden
de uitvoering ervan mogelijk dcd.-ri
ben cezicn. maar ziin vriend R.-if
hem. na een stcviir handEcklaD. een
douche van juist oordeel.
Het oudo lied. bromde hij,
een jroedc stem ls misschien bedor
ven. doordat de noodzakelijkheid
haar dj-InHt. tc vrees ©u te treden.
Zij moest een "raar te Milaan cn een
ander bii Rand eg eer of Leonl door
brengen. en dan kon ze. als alles
Roed E.na. een ster worden.
Ziin höcrder eraerde zich Inwen-
dhr. dixh oouerde alleen maar do
meeninsr. dat zii met heel veel uit-
drukkirui zone. terwijl haar voor
komen
O. daarin hebt Kii celiik. was
het toestemmend antwoord. In
ODC-rettes zou zii Drachtirr ziin.
Het Kesurek kwijnde.. De opincr-
kuiR. dat juffrouw Athcrlcv het best
ireschiki was voor het tooaieel. mis
haagde Philip, bii wist niet waarom.
Het meiei© werd flink aeauolaudis-
seerd en haar volaend lied was een
eenvoudiae. humoristische ballade
van een molenaar en een meisje. Het
werd al'eraardiR-st Rezeciaen en ko-
acteerd. De ciiiicus leunde achterover
in ziin stoel en climlaehte tecen
Philip mei het voorkomen van
iemand, die wil zeeffen ..Dat heb iV
u al uczeRd."
YYeldra sdond Philip op om l«
eann.
(Wordt vervolgd.)