Huurt Dagblad De Oorlog. TWEEDE BLAD. Zaterdag 30 Juni 1917 Te Velde. I. i;. Wat ia het voldteger? heb Ik eens een zéér hooggeplaatst militair aan een zéér laaggeplaatst, dato hoo- ren vragen. De lian-gigeplaatste keek verschrikt, eocht in <1© verste en minst -gebruikte hoekjes van z'n welvoorziene lieisen- kas naar een aid oen d antwoord, vond er geen, en zeii toen maar met over tuiging: „Dat is een deel van onze militaire organisatie, kolonei 1" Neen! antwoordde de mach tige. „Verkeerd!' En hij "zag den laaggeplaatste, (die overigens inge nieur wns) bestraffend aan. ^,Het veldleger is het leger te velde". De laaggeplaatste boog het hoofd, en 7.weeg. Ook de eenvoudigste logiioa kan ver gczooht zijn! 'k Daohit aan deze „slechte beurt" toen ik, overgeplaatst in gemald leger te velde, in een smoorwarmen tredn naar het Zuiden des lands spoorde in gezelschap van eenig© kameraden, die het even warm hadden en evenmin met ons reisdoel waren ingenomen, 'k Vertelde- hun het voorval, en ze lachten bleekjes. We moeten er nu bijna zijn'? meende een, en keek naar de schroeiende bouwlanden, bla kerend in die zonnehette, en naar de vuilbruine massa die in deze djeelen des tandie voor slootwater moet door gaan. Maar k zie geen huizen! D'r woont hier goen memscih... We sliepen weer in, af-em-to© opge- - schr.k't door 't snerpend gefluit, van de locomotief als die een der taUooze halte-stationnet.j<es naderde waarach ter niéts te zien wasniets dan bouwland en een door zongeblakerde keiweg, waarover- stofwolken joegem. Aan een dier stationnetjes stapten we ten slotte uit. Onze bestemming 1 - Vcldtenue met rol... heel de „zwik", inclusief honderd-en-tw.ntig „scherpe piepers hing zwaar over onze moede, zwoegende, transpireerende bodies. We zakten aldus den keiweg af naar 't dorp, dat ergens moest lig gen in een verre ven-te. Wonen hiier mensrchen in de buur t? had een van ons aan den chef gevraagd. Daar?... Dank u. Daar moeten we dan wezen! Het was een long way to Tipperary, maar Tipperary-zelf viel mee. Na drie kwartier stug-voortzwoegens over den - keiweg vielen we er binnen, meldden ons te hevoegder plaatse en werden na een uurtje slaperig Wachten in gekwartierd. De ontvangst, was goed, en var- goedde veel. 't I-s een curiosum, zoo n Brobantsdh dorpje, waarvan meer- dan- de-hel f t uit. Amsterdammers bestaat En nog grooter merkwaardigheid is de wijze, waarop de Brabanders zioh in don toestand weten te schikken. Nd nog na bijna drie jaar kanton- nee ring, en inkwartiering! 'k Heb res pect voor de gastvrijheid en de in schikkelijkheid van deze memschen! Elke paar maanden weer nieuwe gas ten, soms wol tien in éen huis (of nog meer), een schrale vergoeding die ze ker niet opweegt tegen den last dien do binnenvallende hoofdstedelingen bezorgen, en dan nog maar steeds ge moedelijk en vriendelijk blijven! 't is geen kleinigheid! Huis-aandruis wonen militiarén, je ziet er meer op straat dan er burgers zijn, heel-den- dag-door wordt de vriendelijke rust van het dorpje verstoord door schet terende signalen, ratelend tromgerof fel, dreunende batterijen van „de veld", die over de ke.ibestrating da veren. Do goede Brabanders weten niet beter meer, of het hoort zoo. En met den duur van de mobilisatie is hun militaire kemifc gfctegen. Ze spreken over bataljons en compagnieën, ken nen precies de rangen en graden in de ge-uniifomde massa, reden eer en zelifs over „15-centimeters", weten wat een houwitser is en kennen een raspeobabed aantal officieren em on der off. uri eren bij naam, bijnaam en reputatie. We hebben het goed bij hen. Er zijn natuurlijk ongunstige uitzonde ringen, maar de reinheid van de kwartieren ls zeker preferabel boven die van de HoMandsche kazernes. De huizinge van mijn kwartiergè ver bevat nt-et meer dan twee kamer tjes, een aangebouwd (yohuurtje en 'n zolder. Op zolder huizen wij, onder 't stroo- dak, en we hebben 't ei* goed en t ont breekt ons niet aan ruimte. Onze brave hospes schenkt ons voor do twintig cent per dag, die het Rijk per man aan ons spendeert, nog vele koppen koffie ze drinken hier kof fie op elk uur van den dagl en 's avonds bij 't binnenkomen word Je onveranderlijk onthaald op een bo terham mei suiker. Koffie en boter hammen nret-suiker zijn het anaJedhed dol'ijik toebehooren van de Broibamt- sclre inkwartiering.... En wees er geiust op dat. je kwar tiergever ervoor zoigit, dat je niet te laat op "t ochtendappèl bent en niet te laat op wacht trekt, en dat hij je vaak waarschuwt dat je bajonet ver roest Is, of dat er zand. m den gren del van dp spuit zit, Hedde ge deran gedocht? 't Is niet verwonderlijk, dat de man schappen zich minder goed in de si tuatie schikken dan de Brabantsche burgerij. Niet alHeen maar omdat de mobilisatie voor hen ten slotte veel grooter- nadeelen heeft, maar- óók om dat een Amsterdammer- in deze om geving van landelijke rust niet kan aarden, k Heb de Amsterdamse he jongens gekend als reoiuten in liun eigen Mokuia, en ze mopperden en „kankerden" wel veel, maar ten slotte was t toch „jofene". Geen zwa re dienst, 's avonds naar huis en ,de- slad-in, en vaak „tolletjes". Hier missen ze teveel. Ze missen de herrie van de hoofdstad, de gijn van den Jordaan, 't lawaai van de Joden buurt. Ze hooren geen schreeuwende sinaasappelventers, d'r zijn geen straattypes, je «iet geen trams en g©en taxis em er is geen Rozenthea tea- of tingeltangel. Er is ook geen Ajax of Blauw Wit... De échte Amsterdamsche jongen ken je blier niet. Z n gijn is zoek, hij toont teigenzin .in z'n omgeving, ear leeft alleen óp als ie met verlof gaal Dan kan-ie weea- prinsheerlijk, met 'n sigaret tusschen z'n kiezen, over- 't Damrak.-aspha.liL illaneeren en verach telijk op straat, spugen als de gedoch te aan Brabants keiwegen in z'n brein opkomt. D'r gebeurt hier niets. Het dorps leventje vliedt rustigjes, sohoklloos voort, fen 't belangrijkste wat göbou-j ren kan is, dat een ander leger-onder- - deel op marsdr hier langs komt of rust in 't dorp houdt. Meestal heeft dat ook al eens hier gelegen, en dode lijk gaan de bezoekers naar hun oude kwartieren kijken, drinken de tradi tiomeele koffie en boomen in 't miili- tiaire taaltje over de bijzonderheden van dien dienst.. In de laatste veertien dagen is hier éerunaal 'n auto doorgekomen, en 1 was een gebeurtenis! Met eenig wan trouwen wei-d de tuf bekeken. D'r log een pak achterin. Natuurfijk een smokkelaar! zelen ze bier dadelijk. Over- den oorlog boor-je hier, onder de militairen althans, weinig of niet spreken. De krant wordt gelezen, de communiqués doorgesnuffeld, dn daarmee is 't uit. Discussies ontstaan er niet meer over; de belangstelling hieoPt allang 't veld moeten ruimen voor een mat scepticisme. Uit? Hel is toch nooit, uit! En we „genieten" intusschen het grillig© weer van deze Junimaand; maken den oenen dag een mar ach in tropische hitte, waarvan we terugkee- ren met de gewaarwording, bijna g© smolten te zijn, en hebben den vol genden dog een onweersbui te verdu ren, ffle óns tot op 'de huid kletsnat maakt, N a t kom je hier altijd bin nen. Over deze en. andere ervaringen in een volgend stukje. Overzicht. GRIEKENLAND KIEST DE ZIJDE DER GEALLIEERDEN. Na de ge beurtenissen der laatste weken komt deze tijding niet onverwacht. Reuter seint uit Athene, dat hoe- we' de oorlog nog niet verklaard is, de Regeeriug zich beschouwt in staat van oorlog met de Centrale mogendheden, sedert het optraden va» de liberale regeering. De liberale regeeriug ie 't ministe rie van Venlzel03. Via Parijs wordt gemeld, dat de Grieksche regeering al haar gezanten bij de hoven der Centrale mogendhe den teruggeroepen heeft. 't Is de vraag welke waarde het Griekecbe leger voor de Entente zal hdbfoen. Griekenland was verdeeld en odk de syonpathieén In 't Grieksche leger waren verdeeld. Eensgezind zul len de Grieksche strijders vermoede lijk niet optrekken om 't leger der ge allieerden aan 't Macedonische front te versterken. Uil Athene wordt nog gesneld, dat Venizeios daar door zijn aanhangers mot veel plechtigheden en gejuich ontvangen ls. HIJ had een eigen lijf- wacht van Kretènzen meegenomen. Er waren militaire maatregelen ge troffen om te voorkomen dat eeox on verzoenlijke een aanval op 't 'even van Vemzelos zou doen. Veniaelos is door den nieuwen ko ning ontvangen. Deze zei alleen tot hem:,,Ik ken uw program en aanvaard het". Thans Is BLHNA 'DE GEHEELE WE RELD IN OORLOG, Nu ook de repu blieken Haïti. San Domingo en Uru guay zich officieel als In oorlog met de centralen hebben verklaard, zijn or 26 Staten aan de zijde der Entente in oorlog tegen de vier Centrale mogend heden. Vóór 't optreden van Griekenland bekend was, flehreef dé „FranM. Ztg." Van de oppervlakte dei- aarde, 146.917.426 vlerk, kilometers vast land. zijm 101.529,946 vierk. K.M. aan de zijde der Entente, 2.245.430 vlerk. K.M. aan de zijde der Centralen (zon- der het Duitsche koloniale gebied!) en 29 mlllioen vlerk. K.M. neutraal. Van de 1657 niillioen mensehen staan 1329 millioen aan de zijde der Entente, 147.8 mlllioen aan de zijde der Centralen en zijn 282 millioen neu traal. In deze cijfere komt nu door Grie- kenland's optreden nog eenige veran dering. Griekenland heeft een opper vlakte van 109.000 vieric. kilometer en een bevolking van ongeveer 5 millioen zielen. 't Getal neutralen i® dus al weer verminderd'! De Engelsche imrnd6ter-prcsident UDOYID GiECXRGE HIELD EEN REDE ter gelegenheid' van zijn huldiging als eere-burger van Glasgow. Hij spra-k over oorlog em vrede, maar 't meest over oorlog. Allereerst de vemrchtlng „Nooit hadden mannen meer behoefte aan sympathie, steun en medewerking, dlan «.iji, die thans'het lot der natie lel den", en vervolgde „Wij zijn aan het roer gezet in een razenden storm. En geland 'heeft tot dusver dien storm weerstaan, het klieft met succes de golven, maar de orkaan is nog niet voorbij em wij zullen de inspanning, handigheid, geduld, moed en volhar ding -van allen aan boord noodig heb ben om er doorheen te sturen zonder schipbreuk te lijden. Als elk zijn best doet zuil-en we het echter wel kla ren." (toejuichingen). Daarop verzekerde Lloyd George nog eens, dat „Engeland part noch deel heeft aan de verantwoordelijk heid voor de gruwelijke gebeurtenis sen van thans." De premier vervolgde „Gij zult mij vragen welke vorderingem wij maken en ik zal u mijn oordeel zeggen. Ik zwem eiken dog in de verwarringen, moeilijkheden en zorgen' van dit grim mig 'bedrijif, maar toch ben iik over tuigd' dat we de moeilijkheden te bo ven zullen komen als we maar voet bij stuik houden. De militaire toestand is ongetwijfeld door de opzienbarende gebeurtenissen in Rusland tijdelijk in ons nadeel veranderd, maar op den langen duur zullen ze ons ten goede komen (toejuichingen). De gebeurte nissen o.p het Westelijke front bewij zen wat dit jaar tot stand, had kun nen zijn gebracht ale alle geallieerde legers klaar geweest waren om over al aan te vallen. De africhting, orva- ring cu uitrusting van ons leger i® thans oneindig veel beter dan ze ooit is geweest. De Brltsehe legers be schikken over de mooiste verzameling van weiktuigen, die schansen en loop graven tot stof vermalen." Wat Rusland aangaat, meende Lloyd George dat deze omwenteling zal lelden tot vertraging van de vol strekte overwinning der geallieerden. De revolutie is een koorts, veroor zaakt door voortdurende veronaentza- I ruing van de gezondheidswetten der 1 gemeenschap. Een patiënt, die lijdt zooals Rusland, heeft tijd-nOodig voor herstel. Indien het gestel goed ls, cn 't gestel van 't Russische volk is voor treffelijk, dan zal zulk een volk plot seling weer op krachten komen en machtiger en geduchter worden dan ooit Dat is het geval met KuslanJ. Deze verwarring moge de volstrekte zege vertragen, zij maakt die zege ze kerder dan ooit (toejuichingen) en wat nog meer zegt. ze heeft de hoeda nigheid van de zege, die wij zullen behalen, aanmeikölijk verbeterd. Rus land Is than? eem volk, dat voor de vrijheid strijdt." „Intusschen hebben Frankrijk, Ita lië en wijzelf een grooter deei van den gezamenlijken last moeten dragon en zoo we daarbij in gebreke waren ge- birven zou een ramp de deinocranen der wereld hebben getroffen. De kracht van Engeland, dat op de bres sprong, heeft echter nogmaais Euro pa en de vrljheldi der menschheid ge- ree (toejuichingen).. Nu echter wint Rusland dagelijks aan krachten, het heeft een kranige regeering t heeft nooit beter gehad en zijn kracht zal im de t-oekomat worden gesterkt door de vrijheid. Amerika, altijd het bolwerk en de toeverlaat der vrijheid, begint zijn dappere zonen naar de slagvelden, van Europa te zenden. Daarom ls de zege meer verzekerd en za! volkomener zijn dan wij hadden gehoopt. De overwinning is verze- Keid onder twee voorwaarden. De eer ste is dat men den duikbootaan val meester wordt en-dat die binnen rede lijke perken'wordt gehouen. De ver hezen zijn zwaar en zullen ons mis schien tot nog verdere beperking van sommige takkeen van handel noodza ken, misschien ook tot ontberingen. Dat alles hangt van de natie al want de regeering is na de kansen en me- gelhkhed-en zeer zorgvuldig te hebben overwogen en de beste adiviezen te hebben ingewonnen, tot de overtui ging gekomen, dat de duik'booten ons noch in Engeland kunnen uithonge- -"en, noch onze legers in het buiten land uit het veld kunnen slaan (toe juichingen). Onze verliezen m Mei en Juni zijn zwaar geweest; maar toch honderdduizenden- tonnen lager_ ©an de verwachting was van de Admirali teit (toejuichingen). Wij beginnen ae duikbooten te pakken ts krijgen (toe juichingen) er zijn maatregeien ge nomen om ae te diwarsooomen, ze tc ■vernietigen (toejuichingen). Hier hield Lloyd George een pauze. De toehoorders hadden verwacht, dat er een of andere onthulling zou ko men, maar er weixl geen geheim ont huld. „Zonder aarzeling verklaar ik dat als wij onzen plicht doen, ae Duitsohe duikbootoorlog een. even groote mislukking zal worden als de Zeppelins. Misschien zullen we min der tarwe moeten gaan eten en meer gerat en haver, maai- daar zit genoeg kracht in om oor.og te voeren. Als wij niet spilziek zijn, zuilen we niet van honger omkomen. Wij zijn er m geslaagd onze voedselvoorraden te vermeerderen, wij zijn bezig aan .een grooter scheepsbouwprogram, zoowel van oorlogsschepen als van koopvaar- dem. Indien alle werkgevers en werk lieden te zaïnen en met alle macht werken, zuilen zij er one stellig door trekken (toejuichingen). Ons leger is onoverwinlijk, het kan niet verslagen worden. Het leger is nu het volk, het moreel van het volk moet worden hooggehouden. Ik zie nergens larulerfanterij of traagheid. Er is één man in dit land die even hard werkt als eenig ander en dit is de sowveredn van dit rijk (bij deze woorden juichte hat talrijke gehoor herhaaldelijk er. geestdriftig; allen stonden op en zon- ge« met orgelbegeleiding het volks lied, daarna juichten z© nogmaals). Lloyd George vervolgde: lk ben er ze- kor van dat Z. M. hot feit dat. de bur gers van Glasgow zijn aandeel in bet werk der natie onder deze moeilijk© omstandigheden waardeuren, op Imo gen prijs zal 6tellen. Noodig is, dat de natie stevig voet bij stuk houdt en niet naar het einde jakkert Als we flink volhouden, euJ- Jp.ii we winnen. Ais we onzen zenuwen de baas blijven, kunnen we even ze kei' zijn van de zegepraal als, dat de zon morgen opkomt. (Toejuichingen). De kwestie vam den vrede behande lend, zei Lloyd George: „Naar mijn meening, zal er een eind aan dezen oorlog komen, als de geallieerde rij ken het doel hebben bereikt dat ze zich voornamen te bereiken, toen ze den handschoen opraapten, door Dultschland der beschaving in het go- richt geworpen. Dan zou dez© oorlog behooren te eindigen, maar als hij maar een uur vroeger afloopt, zal het het ergste onheil zijn, dat het merischdom ooit trof (toejui chingen.) lk hoor, dat er gezegd wordt: Duijsclüand ls bereid, ons een bevredigenden vrede aan te bieden. Ongetwijfeld, op het oogenblk kunnen wij tot een bepaalden prijs vrede slui ten, want er Ls geen twijfel aan, Dultschland heeft, den vrede noodig, maar dit is een vrede, die Duitsch- land toezicht in economisch en ander opzicht over de landen «nu geven, waarin het is binnengevallen. Op Me sopotamia doelend, zei de eerste-minis- ter, dat wat eens het Eden en de graanschuur van de wereld was, nu onder Turksch bestuur In een wilder nis herschapen was. Aan het v red as- congres moet worden overgelaten te beslissen wat van Mesopotamia zal worden. In geen geval kan het duur zaam onder de dwingelandij der Tur ken blijven. Hetzelfde geldt voor Ar menië. Wat het lot der Duitscbe kolo nies aangaat, de wenschen en verlan gens der\berwoners daarvan moeten dienaangaande den doorslag goven. Onbeschaafde volken zuilen' vermoe delijk aan zachter handen behoefte hebben dan aan die der Dultschers, om mee bestuurd te worden. Bestaat er aan Duitschen komt eenig verlangen om op dez© hoofdvoorwaar den tot een schikking te komen? De Oostenrijksdie eersto-mlnister heeft zoo even met nadiuk het beginsel ge wraakt, dat de volkan hun lot moeten kunnen regelen overeenkomstig hun eigen verlangen. Er tal, ienzflj deze verklaringen te niet gedaao worden, niet alleen geen vrede zijn, maar ook geen waarborg dat do vrede als hij kwam duurzaam zijn. Een vrede op rechtvaardigen grondslag zal niet door de volken ge broken worden. Een duurzame vrede bou gewaarborgd zijn door de vernie tiging van Pruiseiv's militaire kracht. De beste waarborg zou de democrati sering v-an de Duitsche regeering zijn. Niemand wenscht den Duiitsch :-s hun regeeringsvorm voor te schrijven, maar wij zouden met een gedemocra tiseerd Dultschland in ©en geheel an deren geest, houding en stemming on derhandelingen aanknoopen dan met een Dultschland, dat door eon aan- valszieken en aanmatigenden geest wordt beheerscht". Lloyd George eindigde: „Opnieuw heeft het bloed van de dappersten en voortreffölijksten in stroomen ge vloeid, maar vergeet de heelo reeks heilig© oorzaken daarvan niet. Die zijn merkteekenen op den weg naar de ontvoogding van het menschdom. Ik doe een beroep op de bewoners van dit land eoi daarbuiten. Ze moeten doorvechten "oor het groote doel: het volkenrecht en de internationale recht vaardigheid, opdat ruw geweld nooit meer zal zitten op den troon van het recht noch uarbaarsoh© kracht d*n schepter der vrijheid zwaaien". OP 'T WESTFRONT wordt weer ge ducht gestreden. Van beide kanten komen de aanvallen. De Fransche staf deelt mede, diat. de Franschen verschillende Duitsche aan vallen afsloegen. Ten N. O. van 't dorp Cerny kregen de Duitschers voet in de eerste Fransche loopgraven, maar even later werden ze er weer uitgeworpen. Aan den linker-Maas- oever werd een Duitsche aanval ge desorganiseerd. Op eenig© puntten ge lukten 't den Duitschers evenwel in de eerste Fransche linie door te drin gen. De Engelsche staf bericht, dat de Engelschen de eerste Duitsche stel ling ten Z. ©n ten W. van Oppy over een front, van 2300 yards namen. De Engelschen bleven bij Souche?, terrein winnen en drongen Airon binnen. 6 machinegeweren werden daar buitge maakt. De Duitsche staf meldt dat bij Atrecbt en Loos verschillende aanval len der Engelschen rijn afgeslagen. „Tusschen Preanoy en Savielle vulden de Engelschen hun aanvankelijk met zware verliezen door het Duitsche ge schutvuur ineenstortende aanvalsgol ven voortdurend aan door verscheiden .troepen in liet gevecht te brengen. Na verbitterde gevechten van man tegen iman zetten de Engelschen zich Lus- eefhen Oopy en den windmolen van Garvelle in de voorste Duitsche linies vaal. De Du'.tsdlie troepen hebben zich voortreffelijk gehouden." Verder deelt de Duitsche staf mede, dat op den Chemiii des Dames door de Duitschers een Fransche stelling over een breedte van ruim 1ÖÖ0 M- en een hardnekkig verdedigde tunnel geno men ls. 150 Firartachen werden gevan gen genomen. Op den Westelijk en Maasoever kon door de'Duitschers een zorgvuldig voorbereide aanval bij de westelijke helling van heuvel 304 ten uitvoer worden gebracht. Na een kor- te vuUrvooifoereiding namen de Duit- echers in een krachtigen stormloop de Fransche stollingen ter weer.-z>j<len -van den straatweg MolancourtEs na over een breedte van 2000 M. en 6tW M. diep. Spoedig begonnen Fransche aanvallen zijn door de veroverde li nies teruggeslagen. Verder bestorm den <le Duitschers In 'het bosch van Aivocourt een 300 M. breede stelling der Fransche bevestiging. Tot dusvei zijn op beide plaateen ruim 550 ge vangenen gemaakt de bult is nog niet vastgesteld. Van de andere fronten geen nieuws. De conferentie te Stockholm „Het Volk" verneemt uit Stockholm, dat de delegatie van den ltusGischen Arbeiders- en Soldatenraad. die eeret- daags uit Petersburg naar Stockholm vertrekt, de cpdraoht heeft mee-gekre- geu om.haar maatregelen betreffende de -bij eenre ©ping van een inlernaiio- nal-e socialistische conferentie bij die van 'het Nederlandach-Sciindinavisoh Comité aan te passen. Men boopt overeenstemming t© bereiken. Verspreid nieuws •T ENiGBLSQHE LEGER IN EGYP TE heefi een ni&uwen bevelhebber ge kregen, n.l. generaal ALlenby, die reeds ter plaatse is aangekomen. UIT RUSLAND. Aftonbladet ver. neemt uit Haparanda. dat zich in de Russische stad Tsaritsvn. waar on- lamrs de renubliek werd uitgeroepen, de meest einenaardiize tooneelen af- snelen. Dweepzieke politici regeeien de stad. waardoor een aluemecno chaos ontstond. Het regiment der (Stad. dat thans aan het front ver toeft- zond afgevaardigden om do he- vfllring to verzoeken zieh kalm tc houden, maar de afgevaardjifiüu wer den eenvoudig niet ontvangen. Aftonbladet maakt verder melding van verschillende muiterijen onder de Russische troepen. In Tam hof vroegen de soldaten verlof, werd dit niet verleend, dan zouden zii het zich door geweld verschaffen. In Rostof weigerde een regiment naar hel front te vertrekken.In Orgïeef sloegen eeni- g.e bataillons aan het plunderen. Ko zakken herstelden de orde. EENE MINISTER-BENOEM IN G IN ENGELAND. Volgens een offi cleele mededeellne is Hayes Fisher benoemd tot. voorzitter *aji den Local government Board. Binnenland STATEN-G ENER AAL. Zoowel in de Eerste als in <1© Twee de Kamer zijn gisteren de nieuw ge kozen I-eden voor zoover zij aan wezig waren door de daarto© van wege BL M. de Koningin gemachtigd© voorzitters, beëedógd, nadat in d© Eerste Kamer op de rapporten door de boeren Dojcs, Staal en Van Lamsweerde, in <le Tweede Ka mer overeenkomstig d© conclusies van de Commissies, door de heeren Van Raailte en Limburg over d© ge loofsbrieven uitgebracht, tot hun toe lating wae besloten. De Voorzitter der Eerste Kamer leidde d© werkzaamheden daarop in met een korte toespraak, ongeveer aldus luidende; Mijne Hoeren. Onder dankbetuiging heb ik aan heeren Gedeputeerde Staten van Zuid- HoUand medegedeeld, mijn veroeren- de benoeming tot Md dezer Kamer te aanvaarden. DienzeMdcn dank breng ik aan den Minister van Staat, Mi nister van Binnenlandsche Zaken, die mij tot voorzitter uwer Kamer op nieuw aan H. M. de Koningin voor droeg. H. M. mocht ik reeds verzeke ren van mijn erken tel ij kheid.vooi' mij ne horbeno'-'fnmg. Uw vertrouwen genoot ik reoda vele jaren. Mijn streven zal het zijn, dit in de toekomst te bestendigen. Een zeor gewichtige parlement :i ire period© Üigt achter ons. Voel inspan nende arbeid is hiervoor van ons ver- Haariemmer Halletjes KEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE. Er is Zondag weer eens ©en groote wandeltocht gehouden door ik weet niet meer wolk© vereeniging, met ik herinner me niet ihoevoel deelnemers c-n van een zekere stad nana- een an dere stad, welke schiet me niet meer te binnerv Zij hebben den afstand afge- Icgrftn een tijd die me ontgaan is en het eenig© wat ik stellig weet is, dat er één afviel. Die eene was de eiïmste, want het spreekwoord zegt nog altijd: beter ten halve gekeerd, dan ten heel© gedraafd. De anderen kregen, geloof ik, een medaille, maar (dót weet ik zeker) een toespraak waarvan de best© eigenschap js geweest dat z© kort was en zijn toen naar huis gegaan. Of ze ook weer terug rijn geloopen meldt dc historie niet, zoodat aangenomen mag worden, dat ze het miinder eer vol, maar wel gemakkelijker ver- voormidddl d© spoor hebben gekozen. Anders zouden we er, wegens de merk waardigheid, wal van vernomen heb ben. Zn like verslagen van groote wandel heter gezegd looptoeren houden altijd op hij het punt, waar ze juist belangrijk beginnen te worden. Dol graag zou ik bijvoorbeeld weten, of deze loopers, die op één dag tientallen kilometers hebben verslonden, in het gewone dagelijksche teven ook van cn naar hun kantoor of werkplaats loopen, dan wel de voorkeur geven aan tram of fiets. Wie in deze op merking iets nijdossigs aantreffen tnocht, moet weten, dat ik op zekeren dag zoo'n wedstrijd- en massa looper ontmoette, die a.l heed wat medalles behaald had en geregeld de ti«on mi nuten, die zijn huis van rijn kantoor scheidden, aflegde op zijn fiets. Een voorzichtig© vraag naai- deze ge woonte bracht aan d'an dag, dat hij het dagelijks cl) loopen van dezen klei nen afstand eigen-lijk niet do moeite waard vond. Vijftig kilometer", zei hij, „is sport, maar één kilometer is niets". Precies aks het jonge meisje, d'at. voil geestdrift praatte over de hervorming van de wereld; let. wel van de héélo wereld, zonder eon kricoieltjo ter groot te van een vierkanten meter over te Slaan, en dlat. terwijl z© diaarover sprak, haar moodier, die dein heclen dag gezwoegd had, do kopjes liet om- wasschen, zondor ook maar ©en hand uit te stoken. Of als de jong© man, die zioh verdiepte in de mivneJijkheiid, dot hij op een mooien dag: oen landauer met twee paarden o>p hol zou zien slaan, vol heldenmoed die paarden hij het bit zou grijpen en ze, na een wor staling, vol ty.'vewsgovaaJr, tot 6taan brengen. Dé oude dame en het lief tallige jongo meisje, haar dochter, die in liet rijtuig gezeten waren, zouden heiji met tTanen in de oog en. bedan ken en hem haar odelesn redder noe men. Juist toen hij aan "t eind van rijn verhaal was gekomen, koele rijn moeder door do ruiten en zag, hoe een ouido man tobde om een zwaren wa gen tegen een liooge brug op te du wen. „Flip!'' riep ze, „je kimt ail da delijk je kracht toonen. Ga <föon stak ker èens een handje helpen!' Maar F! ippie bromde wat van een „vieze kat" en verroedo zich niet. llij wachtte op zijn landauer met twee paarden. Hij waoht nog. Want lieftaiWge sdioonen met moeders zit ten tögarewoótdig in auto's en als dia op hol slaan, boef je hieusch niet te probeeren om z© t© stuiten. Dat lukt toch niet en er Is bovendienmiets be vallige aan. „Waarom?' vroeg een diominé aan een meisje, dat ook van heldhaftige op offeringen en grootscho daden droomde, „help je je moedor niet lie ver de k'leeren van de kleintjes ver stallen?" „Och", zei zie, „dat is zoo gowoon, daar is geen eer me© te böhak n". „Eenmaal lionderd is honderd," zei dominé droogjes, „maar honderd maal een is ook honderd 1" Het gaat, dus met kleine phchtgn al precies als mot kleine loopj'es, de menschen willen er niet aan, Ze tram men liever of fietsen. En toch zul-'en ze langzamerhand moeten gaan wen nen aan staan, ook in de tram. lit zou deze waarheid heel diep kimmen gaan ophalen rn betoogen, daj. lang zamerhand de aarde te dicht bevolkt en de trom dus te klein wordt voo die milliioenen, die dagelij kadi per tram rittend willen worden vervoerd. Maar laat ons dichter bij huis blij ven! Vroeger was trammen een soort van weelde, tegenwoordig maakt, ieder, em er gobniik van, omdat de tarie ven zoo laag mogorijk worden ge maakt en do afstauiloii toenemen. Ge volg daarvan is, dat de tramdirecteu ren zinnen o.p middelen om zooveel mogelijk monachal to vervoeren in een zoo beknopt mogelijke ruimte. Dat gaat natuurlijk liet best met staan plaatsen. „Het ideaal van een. tram- directeur", z©i mij een© iemand van 't. vak, „is dat iedereen staat". Maar aangezien idealen niet bereikt w den, zijn we daar nog ver van af, vooral omdat bet idéaal van 't pu bliek precies het tegenovergestelde is- namelijk, dat er ©em zitplaats voor iederen passagier wezen zal, liefst voor el'k afzonderlijk, dus nooit twee op één bank. Ook dit ideaal zal zijn verwezenlijking nimmer beieven. Maar als we lezen, d'at in de nieuwe wa- j voor de eleetrische tram naar Heemstede 24 zitplaatsen en 38 staan. plaatsen zulten zijn, dan blijkt, dat we toch wel den weg naar het directeuren- ideaal opgaan. Dit is nu wejl' zeker dat rij, die geoefend rijn in 't loopen, ook liet best kunnen staan. Menschen, die wanneer ze maar een stoel ln de verte zien, hun knieën al buigen willen, zullen er niet licht aan wennen om met 37 anderen te staan. Toch is 't alles maar een quaeeiie van gewoon te. Een van miijn keunissen, een Am sterdammer, vertelt smakelijk van zijn jeugd, zocrwat een halve eeuw ge leden, toen een spoorkaartje weelde was en de eenig© voor hem bereik bare manier om naar Haarlem te ko men, bestond in loopen- En werden hij on zijn kornuiten aangelokt door Zandvoort, dan liepen z© nog een ki- loaneter of wat verder. Nu nog maakt hij er niets van om op het balc-on van een tram te staan. En nog op een andere manier is hem rijn vlugvoetigheid te po® geko men. 't Was bij de Frans Halsfeesten. De laatete trein maar .Amsterdam was weg. De E. S. M. bestond nog niet. Het eénige vervoermiddel was ae wa gen va,n een snorder, die vrachtjes naar de hoofdstad vervoeren wou te gen 'tien gulden per stuk. Maar daar hij igoen vertrekuur bepaalde, integen deel van plan schoen te wezen om niet af te rijden vóórdat ieder be schikbaar plaatsje, tot de staart van het paard toe, bezet was cn boven dien het beest geen voldoenden waar borg opleverde, dat het d© hoofdstad ooit zou halen, besloot hiij op zichzelf alleen te vertrouwen en naar Ara- •terdam te wande en. Het glaasje blei- bij Coppe© te Halfweg, die nog ppen was. smaakte heerlijk. Maar hij was op tijd thuis, had zijm geld in den zak gehouden, de voldoening van dc inspanning en de herinnering op den koop toe. Een meaisch kan veel als hij wil. Maar méér nog kan de agent van politie. Die staat en wandelt om beur. ten, in een weer en tijdens een tem peratuur die hij niet karn kiezen en op zware laarzen, urenlang. Welis- zal hij er inéer plezier in heb ben, zich overal te vertoohen, dan vroeger en wel cun de keurige nieuwe uniform waarin hij gestoken is. Het rood van de vroegere uitmonstering heeft plaats gemaald voor blauw. Kan er treffender ls'eur voor ©en bewaar der van de orde wezen, don die van de trouw? Bovendien is er in blauw meer gemoedelijkheid, daji in 't felle rood. Dat laatste schijnt te zeggen tot menschen dio lastig zijm of op het punt staan, dat te worden, „pas op, of ik breng je op cn etop je in de donkere cel". Het blauw, zacht be- toogend ze®t: „wees nou wijzer, hou je rustig en ga naar huis, wat heb je er aan, om 't mij cn je zelf moeilijk te maken?" „Als de politie im haar nieuw© uni form de zaken nu maar niet blauw blauw laat", zegt Hopma. Maar mijn vriend is een flauwe grappenmaker, dien wij mi et voor een ernstig man moeten houdon. Zoo heeft hij mij onlangs gevraagd: „weet jij, Fidelio, waarom eigenlijk onze plani- soenwachters in 't groen zijn? Ei valt Itoch in onzen Hout niemendal to ja I gen en ze zien er als jagers uit' „Hopma", zei lk, „je praat weet naar je versland. Onz© vroegere op zichter van den Hout -en de Plantsoe nen ging wel degelijk ieder jaar c> jacht, llij schoot op reigers. Eli dan. moesten er ook geregeld eenig© reeén dc Hertenkamp vallen!" .Reigers zijn er haast met meer", antwoordde Hopma „De blauwe rei ger is zoo goed als uitgeroeid". „Dan is er nog wat anders. Alle be wakers in een Bosch moeten de kleur van hum omgeving dragon-zoodal wie kwaad wil doen ze niet opmerkt. Ze noemen dat mimicry. Om diezelfde reden zijn verschillende vogeis bruin of grijs, in do kleur van hun omge ving, waardoor andere dieren-, die jacht op hen maken, ze niet zien „Juist", 'zei/-Hopma, daarom zijn de agenten van politic in 't bauw, want zooals iedereen weet, zijn do straatsteeuen blauw en de huizon blauw en do menschen blauw „Hopma je bent flauw „Volstrekt in tot, ik .dacht alleen maar, dat c-eri plantsoen wachter pre cies als ecu poli tie-agent een af6chrik- kenden indruk maken moest em dus afsteken bij zijn omgeving. Hij is toch geen eekhoorn, die langs een boom. stam kruipt!" Ik heb Hopma ernstig aangeraden, oen request aan den Raad to sturen .met verzoek om de pi an Isoenw achtera liet rood tc steken. „Dal zal ik doen", 'zei hij, „maar dan moet jij je in 't wit kleedeu. Als jo dan een agent en een plants©enwach- ter tegenkomt, ziijn je'ui eamen net de Nedertandsche vlogl" Daar heb ik geen antwoord meer op gegeven. FIDEIJO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1917 | | pagina 5