Huurt Dagblad
De Oorlog.
TWEEDE BLAD.
Zaterdag 30 Juni 1917
Te Velde.
I.
i;. Wat ia het voldteger? heb Ik
eens een zéér hooggeplaatst militair
aan een zéér laaggeplaatst, dato hoo-
ren vragen.
De lian-gigeplaatste keek verschrikt,
eocht in <1© verste en minst -gebruikte
hoekjes van z'n welvoorziene lieisen-
kas naar een aid oen d antwoord, vond
er geen, en zeii toen maar met over
tuiging: „Dat is een deel van onze
militaire organisatie, kolonei 1"
Neen! antwoordde de mach
tige. „Verkeerd!' En hij "zag den
laaggeplaatste, (die overigens inge
nieur wns) bestraffend aan. ^,Het
veldleger is het leger te velde".
De laaggeplaatste boog het hoofd,
en 7.weeg. Ook de eenvoudigste logiioa
kan ver gczooht zijn!
'k Daohit aan deze „slechte beurt"
toen ik, overgeplaatst in gemald leger
te velde, in een smoorwarmen tredn
naar het Zuiden des lands spoorde in
gezelschap van eenig© kameraden, die
het even warm hadden en evenmin
met ons reisdoel waren ingenomen,
'k Vertelde- hun het voorval, en ze
lachten bleekjes. We moeten er nu
bijna zijn'? meende een, en keek
naar de schroeiende bouwlanden, bla
kerend in die zonnehette, en naar de
vuilbruine massa die in deze djeelen
des tandie voor slootwater moet door
gaan.
Maar k zie geen huizen!
D'r woont hier goen memscih...
We sliepen weer in, af-em-to© opge-
- schr.k't door 't snerpend gefluit, van
de locomotief als die een der taUooze
halte-stationnet.j<es naderde waarach
ter niéts te zien wasniets dan
bouwland en een door zongeblakerde
keiweg, waarover- stofwolken joegem.
Aan een dier stationnetjes stapten
we ten slotte uit. Onze bestemming 1
- Vcldtenue met rol... heel de „zwik",
inclusief honderd-en-tw.ntig „scherpe
piepers hing zwaar over onze
moede, zwoegende, transpireerende
bodies. We zakten aldus den keiweg
af naar 't dorp, dat ergens moest lig
gen in een verre ven-te. Wonen hiier
mensrchen in de buur t? had een
van ons aan den chef gevraagd.
Daar?... Dank u. Daar moeten we
dan wezen!
Het was een long way to Tipperary,
maar Tipperary-zelf viel mee. Na drie
kwartier stug-voortzwoegens over den
- keiweg vielen we er binnen, meldden
ons te hevoegder plaatse en werden
na een uurtje slaperig Wachten in
gekwartierd.
De ontvangst, was goed, en var-
goedde veel.
't I-s een curiosum, zoo n Brobantsdh
dorpje, waarvan meer- dan- de-hel f t
uit. Amsterdammers bestaat En nog
grooter merkwaardigheid is de wijze,
waarop de Brabanders zioh in don
toestand weten te schikken.
Nd nog na bijna drie jaar kanton-
nee ring, en inkwartiering! 'k Heb res
pect voor de gastvrijheid en de in
schikkelijkheid van deze memschen!
Elke paar maanden weer nieuwe gas
ten, soms wol tien in éen huis (of nog
meer), een schrale vergoeding die ze
ker niet opweegt tegen den last dien
do binnenvallende hoofdstedelingen
bezorgen, en dan nog maar steeds ge
moedelijk en vriendelijk blijven!
't is geen kleinigheid! Huis-aandruis
wonen militiarén, je ziet er meer op
straat dan er burgers zijn, heel-den-
dag-door wordt de vriendelijke rust
van het dorpje verstoord door schet
terende signalen, ratelend tromgerof
fel, dreunende batterijen van „de
veld", die over de ke.ibestrating da
veren.
Do goede Brabanders weten niet
beter meer, of het hoort zoo. En met
den duur van de mobilisatie is hun
militaire kemifc gfctegen. Ze spreken
over bataljons en compagnieën, ken
nen precies de rangen en graden in
de ge-uniifomde massa, reden eer en
zelifs over „15-centimeters", weten
wat een houwitser is en kennen een
raspeobabed aantal officieren em on
der off. uri eren bij naam, bijnaam en
reputatie.
We hebben het goed bij hen. Er
zijn natuurlijk ongunstige uitzonde
ringen, maar de reinheid van de
kwartieren ls zeker preferabel boven
die van de HoMandsche kazernes.
De huizinge van mijn kwartiergè
ver bevat nt-et meer dan twee kamer
tjes, een aangebouwd (yohuurtje en
'n zolder.
Op zolder huizen wij, onder 't stroo-
dak, en we hebben 't ei* goed en t ont
breekt ons niet aan ruimte.
Onze brave hospes schenkt ons voor
do twintig cent per dag, die het Rijk
per man aan ons spendeert, nog vele
koppen koffie ze drinken hier kof
fie op elk uur van den dagl en
's avonds bij 't binnenkomen word Je
onveranderlijk onthaald op een bo
terham mei suiker. Koffie en boter
hammen nret-suiker zijn het anaJedhed
dol'ijik toebehooren van de Broibamt-
sclre inkwartiering....
En wees er geiust op dat. je kwar
tiergever ervoor zoigit, dat je niet te
laat op "t ochtendappèl bent en niet
te laat op wacht trekt, en dat hij je
vaak waarschuwt dat je bajonet ver
roest Is, of dat er zand. m den gren
del van dp spuit zit, Hedde ge
deran gedocht?
't Is niet verwonderlijk, dat de man
schappen zich minder goed in de si
tuatie schikken dan de Brabantsche
burgerij. Niet alHeen maar omdat de
mobilisatie voor hen ten slotte veel
grooter- nadeelen heeft, maar- óók om
dat een Amsterdammer- in deze om
geving van landelijke rust niet kan
aarden, k Heb de Amsterdamse he
jongens gekend als reoiuten in liun
eigen Mokuia, en ze mopperden en
„kankerden" wel veel, maar ten
slotte was t toch „jofene". Geen zwa
re dienst, 's avonds naar huis en ,de-
slad-in, en vaak „tolletjes".
Hier missen ze teveel. Ze missen de
herrie van de hoofdstad, de gijn van
den Jordaan, 't lawaai van de Joden
buurt. Ze hooren geen schreeuwende
sinaasappelventers, d'r zijn geen
straattypes, je «iet geen trams en
g©en taxis em er is geen Rozenthea
tea- of tingeltangel. Er is ook geen
Ajax of Blauw Wit...
De échte Amsterdamsche jongen
ken je blier niet. Z n gijn is zoek, hij
toont teigenzin .in z'n omgeving, ear
leeft alleen óp als ie met verlof gaal
Dan kan-ie weea- prinsheerlijk, met 'n
sigaret tusschen z'n kiezen, over- 't
Damrak.-aspha.liL illaneeren en verach
telijk op straat, spugen als de gedoch
te aan Brabants keiwegen in z'n
brein opkomt.
D'r gebeurt hier niets. Het dorps
leventje vliedt rustigjes, sohoklloos
voort, fen 't belangrijkste wat göbou-j
ren kan is, dat een ander leger-onder- -
deel op marsdr hier langs komt of
rust in 't dorp houdt. Meestal heeft
dat ook al eens hier gelegen, en dode
lijk gaan de bezoekers naar hun oude
kwartieren kijken, drinken de tradi
tiomeele koffie en boomen in 't miili-
tiaire taaltje over de bijzonderheden
van dien dienst..
In de laatste veertien dagen is hier
éerunaal 'n auto doorgekomen, en 1
was een gebeurtenis! Met eenig wan
trouwen wei-d de tuf bekeken. D'r log
een pak achterin. Natuurfijk een
smokkelaar! zelen ze bier dadelijk.
Over- den oorlog boor-je hier, onder
de militairen althans, weinig of niet
spreken. De krant wordt gelezen, de
communiqués doorgesnuffeld, dn
daarmee is 't uit. Discussies ontstaan
er niet meer over; de belangstelling
hieoPt allang 't veld moeten ruimen
voor een mat scepticisme. Uit?
Hel is toch nooit, uit!
En we „genieten" intusschen het
grillig© weer van deze Junimaand;
maken den oenen dag een mar ach in
tropische hitte, waarvan we terugkee-
ren met de gewaarwording, bijna g©
smolten te zijn, en hebben den vol
genden dog een onweersbui te verdu
ren, ffle óns tot op 'de huid kletsnat
maakt, N a t kom je hier altijd bin
nen.
Over deze en. andere ervaringen in
een volgend stukje.
Overzicht.
GRIEKENLAND KIEST DE ZIJDE
DER GEALLIEERDEN. Na de ge
beurtenissen der laatste weken komt
deze tijding niet onverwacht.
Reuter seint uit Athene, dat hoe-
we' de oorlog nog niet verklaard is,
de Regeeriug zich beschouwt in
staat van oorlog met de Centrale
mogendheden, sedert het optraden va»
de liberale regeering.
De liberale regeeriug ie 't ministe
rie van Venlzel03.
Via Parijs wordt gemeld, dat de
Grieksche regeering al haar gezanten
bij de hoven der Centrale mogendhe
den teruggeroepen heeft.
't Is de vraag welke waarde het
Griekecbe leger voor de Entente zal
hdbfoen. Griekenland was verdeeld
en odk de syonpathieén In 't Grieksche
leger waren verdeeld. Eensgezind zul
len de Grieksche strijders vermoede
lijk niet optrekken om 't leger der ge
allieerden aan 't Macedonische front
te versterken.
Uil Athene wordt nog gesneld, dat
Venizeios daar door zijn aanhangers
mot veel plechtigheden en gejuich
ontvangen ls. HIJ had een eigen lijf-
wacht van Kretènzen meegenomen.
Er waren militaire maatregelen ge
troffen om te voorkomen dat eeox on
verzoenlijke een aanval op 't 'even
van Vemzelos zou doen.
Veniaelos is door den nieuwen ko
ning ontvangen. Deze zei alleen tot
hem:,,Ik ken uw program en aanvaard
het".
Thans Is BLHNA 'DE GEHEELE WE
RELD IN OORLOG, Nu ook de repu
blieken Haïti. San Domingo en Uru
guay zich officieel als In oorlog met de
centralen hebben verklaard, zijn or
26 Staten aan de zijde der Entente in
oorlog tegen de vier Centrale mogend
heden.
Vóór 't optreden van Griekenland
bekend was, flehreef dé „FranM.
Ztg."
Van de oppervlakte dei- aarde,
146.917.426 vlerk, kilometers vast
land. zijm 101.529,946 vierk. K.M. aan
de zijde der Entente, 2.245.430 vlerk.
K.M. aan de zijde der Centralen (zon-
der het Duitsche koloniale gebied!) en
29 mlllioen vlerk. K.M. neutraal.
Van de 1657 niillioen mensehen
staan 1329 millioen aan de zijde der
Entente, 147.8 mlllioen aan de zijde
der Centralen en zijn 282 millioen neu
traal.
In deze cijfere komt nu door Grie-
kenland's optreden nog eenige veran
dering. Griekenland heeft een opper
vlakte van 109.000 vieric. kilometer en
een bevolking van ongeveer 5 millioen
zielen.
't Getal neutralen i® dus al weer
verminderd'!
De Engelsche imrnd6ter-prcsident
UDOYID GiECXRGE HIELD EEN REDE
ter gelegenheid' van zijn huldiging als
eere-burger van Glasgow. Hij spra-k
over oorlog em vrede, maar 't meest
over oorlog.
Allereerst de vemrchtlng „Nooit
hadden mannen meer behoefte aan
sympathie, steun en medewerking,
dlan «.iji, die thans'het lot der natie lel
den", en vervolgde „Wij zijn aan het
roer gezet in een razenden storm. En
geland 'heeft tot dusver dien storm
weerstaan, het klieft met succes de
golven, maar de orkaan is nog niet
voorbij em wij zullen de inspanning,
handigheid, geduld, moed en volhar
ding -van allen aan boord noodig heb
ben om er doorheen te sturen zonder
schipbreuk te lijden. Als elk zijn best
doet zuil-en we het echter wel kla
ren." (toejuichingen).
Daarop verzekerde Lloyd George
nog eens, dat „Engeland part noch
deel heeft aan de verantwoordelijk
heid voor de gruwelijke gebeurtenis
sen van thans."
De premier vervolgde „Gij zult mij
vragen welke vorderingem wij maken
en ik zal u mijn oordeel zeggen. Ik
zwem eiken dog in de verwarringen,
moeilijkheden en zorgen' van dit grim
mig 'bedrijif, maar toch ben iik over
tuigd' dat we de moeilijkheden te bo
ven zullen komen als we maar voet
bij stuik houden. De militaire toestand
is ongetwijfeld door de opzienbarende
gebeurtenissen in Rusland tijdelijk in
ons nadeel veranderd, maar op den
langen duur zullen ze ons ten goede
komen (toejuichingen). De gebeurte
nissen o.p het Westelijke front bewij
zen wat dit jaar tot stand, had kun
nen zijn gebracht ale alle geallieerde
legers klaar geweest waren om over
al aan te vallen. De africhting, orva-
ring cu uitrusting van ons leger i®
thans oneindig veel beter dan ze ooit
is geweest. De Brltsehe legers be
schikken over de mooiste verzameling
van weiktuigen, die schansen en loop
graven tot stof vermalen."
Wat Rusland aangaat, meende
Lloyd George dat deze omwenteling
zal lelden tot vertraging van de vol
strekte overwinning der geallieerden.
De revolutie is een koorts, veroor
zaakt door voortdurende veronaentza-
I ruing van de gezondheidswetten der
1 gemeenschap. Een patiënt, die lijdt
zooals Rusland, heeft tijd-nOodig voor
herstel. Indien het gestel goed ls, cn
't gestel van 't Russische volk is voor
treffelijk, dan zal zulk een volk plot
seling weer op krachten komen en
machtiger en geduchter worden dan
ooit Dat is het geval met KuslanJ.
Deze verwarring moge de volstrekte
zege vertragen, zij maakt die zege ze
kerder dan ooit (toejuichingen) en
wat nog meer zegt. ze heeft de hoeda
nigheid van de zege, die wij zullen
behalen, aanmeikölijk verbeterd. Rus
land Is than? eem volk, dat voor de
vrijheid strijdt."
„Intusschen hebben Frankrijk, Ita
lië en wijzelf een grooter deei van den
gezamenlijken last moeten dragon en
zoo we daarbij in gebreke waren ge-
birven zou een ramp de deinocranen
der wereld hebben getroffen. De
kracht van Engeland, dat op de bres
sprong, heeft echter nogmaais Euro
pa en de vrljheldi der menschheid ge-
ree (toejuichingen).. Nu echter wint
Rusland dagelijks aan krachten, het
heeft een kranige regeering t heeft
nooit beter gehad en zijn kracht
zal im de t-oekomat worden gesterkt
door de vrijheid. Amerika, altijd het
bolwerk en de toeverlaat der vrijheid,
begint zijn dappere zonen naar de
slagvelden, van Europa te zenden.
Daarom ls de zege meer verzekerd en
za! volkomener zijn dan wij hadden
gehoopt. De overwinning is verze-
Keid onder twee voorwaarden. De eer
ste is dat men den duikbootaan val
meester wordt en-dat die binnen rede
lijke perken'wordt gehouen. De ver
hezen zijn zwaar en zullen ons mis
schien tot nog verdere beperking van
sommige takkeen van handel noodza
ken, misschien ook tot ontberingen.
Dat alles hangt van de natie al want
de regeering is na de kansen en me-
gelhkhed-en zeer zorgvuldig te hebben
overwogen en de beste adiviezen te
hebben ingewonnen, tot de overtui
ging gekomen, dat de duik'booten ons
noch in Engeland kunnen uithonge-
-"en, noch onze legers in het buiten
land uit het veld kunnen slaan (toe
juichingen). Onze verliezen m Mei en
Juni zijn zwaar geweest; maar toch
honderdduizenden- tonnen lager_ ©an
de verwachting was van de Admirali
teit (toejuichingen). Wij beginnen ae
duikbooten te pakken ts krijgen (toe
juichingen) er zijn maatregeien ge
nomen om ae te diwarsooomen, ze tc
■vernietigen (toejuichingen).
Hier hield Lloyd George een pauze.
De toehoorders hadden verwacht, dat
er een of andere onthulling zou ko
men, maar er weixl geen geheim ont
huld. „Zonder aarzeling verklaar ik
dat als wij onzen plicht doen, ae
Duitsohe duikbootoorlog een. even
groote mislukking zal worden als de
Zeppelins. Misschien zullen we min
der tarwe moeten gaan eten en meer
gerat en haver, maai- daar zit genoeg
kracht in om oor.og te voeren. Als
wij niet spilziek zijn, zuilen we niet
van honger omkomen. Wij zijn er m
geslaagd onze voedselvoorraden te
vermeerderen, wij zijn bezig aan .een
grooter scheepsbouwprogram, zoowel
van oorlogsschepen als van koopvaar-
dem. Indien alle werkgevers en werk
lieden te zaïnen en met alle macht
werken, zuilen zij er one stellig door
trekken (toejuichingen).
Ons leger is onoverwinlijk, het kan
niet verslagen worden. Het leger is nu
het volk, het moreel van het volk moet
worden hooggehouden. Ik zie nergens
larulerfanterij of traagheid. Er is één
man in dit land die even hard werkt
als eenig ander en dit is de sowveredn
van dit rijk (bij deze woorden juichte
hat talrijke gehoor herhaaldelijk er.
geestdriftig; allen stonden op en zon-
ge« met orgelbegeleiding het volks
lied, daarna juichten z© nogmaals).
Lloyd George vervolgde: lk ben er ze-
kor van dat Z. M. hot feit dat. de bur
gers van Glasgow zijn aandeel in bet
werk der natie onder deze moeilijk©
omstandigheden waardeuren, op Imo
gen prijs zal 6tellen.
Noodig is, dat de natie stevig voet
bij stuk houdt en niet naar het einde
jakkert Als we flink volhouden, euJ-
Jp.ii we winnen. Ais we onzen zenuwen
de baas blijven, kunnen we even ze
kei' zijn van de zegepraal als, dat de
zon morgen opkomt. (Toejuichingen).
De kwestie vam den vrede behande
lend, zei Lloyd George: „Naar mijn
meening, zal er een eind aan dezen
oorlog komen, als de geallieerde rij
ken het doel hebben bereikt dat ze
zich voornamen te bereiken, toen ze
den handschoen opraapten, door
Dultschland der beschaving in het go-
richt geworpen. Dan zou dez© oorlog
behooren te eindigen, maar als hij
maar een uur vroeger afloopt,
zal het het ergste onheil zijn,
dat het merischdom ooit trof (toejui
chingen.) lk hoor, dat er gezegd
wordt: Duijsclüand ls bereid, ons een
bevredigenden vrede aan te bieden.
Ongetwijfeld, op het oogenblk kunnen
wij tot een bepaalden prijs vrede slui
ten, want er Ls geen twijfel aan,
Dultschland heeft, den vrede noodig,
maar dit is een vrede, die Duitsch-
land toezicht in economisch en ander
opzicht over de landen «nu geven,
waarin het is binnengevallen. Op Me
sopotamia doelend, zei de eerste-minis-
ter, dat wat eens het Eden en de
graanschuur van de wereld was, nu
onder Turksch bestuur In een wilder
nis herschapen was. Aan het v red as-
congres moet worden overgelaten te
beslissen wat van Mesopotamia zal
worden. In geen geval kan het duur
zaam onder de dwingelandij der Tur
ken blijven. Hetzelfde geldt voor Ar
menië. Wat het lot der Duitscbe kolo
nies aangaat, de wenschen en verlan
gens der\berwoners daarvan moeten
dienaangaande den doorslag goven.
Onbeschaafde volken zuilen' vermoe
delijk aan zachter handen behoefte
hebben dan aan die der Dultschers,
om mee bestuurd te worden.
Bestaat er aan Duitschen komt eenig
verlangen om op dez© hoofdvoorwaar
den tot een schikking te komen? De
Oostenrijksdie eersto-mlnister heeft
zoo even met nadiuk het beginsel ge
wraakt, dat de volkan hun lot moeten
kunnen regelen overeenkomstig hun
eigen verlangen.
Er tal, ienzflj deze verklaringen te
niet gedaao worden, niet alleen geen
vrede zijn, maar ook geen waarborg
dat do vrede als hij kwam duurzaam
zijn. Een vrede op rechtvaardigen
grondslag zal niet door de volken ge
broken worden. Een duurzame vrede
bou gewaarborgd zijn door de vernie
tiging van Pruiseiv's militaire kracht.
De beste waarborg zou de democrati
sering v-an de Duitsche regeering
zijn. Niemand wenscht den Duiitsch :-s
hun regeeringsvorm voor te schrijven,
maar wij zouden met een gedemocra
tiseerd Dultschland in ©en geheel an
deren geest, houding en stemming on
derhandelingen aanknoopen dan met
een Dultschland, dat door eon aan-
valszieken en aanmatigenden geest
wordt beheerscht".
Lloyd George eindigde: „Opnieuw
heeft het bloed van de dappersten en
voortreffölijksten in stroomen ge
vloeid, maar vergeet de heelo reeks
heilig© oorzaken daarvan niet. Die
zijn merkteekenen op den weg naar
de ontvoogding van het menschdom.
Ik doe een beroep op de bewoners van
dit land eoi daarbuiten. Ze moeten
doorvechten "oor het groote doel: het
volkenrecht en de internationale recht
vaardigheid, opdat ruw geweld nooit
meer zal zitten op den troon van het
recht noch uarbaarsoh© kracht d*n
schepter der vrijheid zwaaien".
OP 'T WESTFRONT wordt weer ge
ducht gestreden. Van beide kanten
komen de aanvallen.
De Fransche staf deelt mede, diat. de
Franschen verschillende Duitsche aan
vallen afsloegen. Ten N. O. van 't
dorp Cerny kregen de Duitschers voet
in de eerste Fransche loopgraven,
maar even later werden ze er weer
uitgeworpen. Aan den linker-Maas-
oever werd een Duitsche aanval ge
desorganiseerd. Op eenig© puntten ge
lukten 't den Duitschers evenwel in de
eerste Fransche linie door te drin
gen.
De Engelsche staf bericht, dat de
Engelschen de eerste Duitsche stel
ling ten Z. ©n ten W. van Oppy over
een front, van 2300 yards namen. De
Engelschen bleven bij Souche?, terrein
winnen en drongen Airon binnen. 6
machinegeweren werden daar buitge
maakt.
De Duitsche staf meldt dat bij
Atrecbt en Loos verschillende aanval
len der Engelschen rijn afgeslagen.
„Tusschen Preanoy en Savielle vulden
de Engelschen hun aanvankelijk met
zware verliezen door het Duitsche ge
schutvuur ineenstortende aanvalsgol
ven voortdurend aan door verscheiden
.troepen in liet gevecht te brengen. Na
verbitterde gevechten van man tegen
iman zetten de Engelschen zich Lus-
eefhen Oopy en den windmolen van
Garvelle in de voorste Duitsche linies
vaal. De Du'.tsdlie troepen hebben zich
voortreffelijk gehouden."
Verder deelt de Duitsche staf mede,
dat op den Chemiii des Dames door de
Duitschers een Fransche stelling over
een breedte van ruim 1ÖÖ0 M- en een
hardnekkig verdedigde tunnel geno
men ls. 150 Firartachen werden gevan
gen genomen. Op den Westelijk en
Maasoever kon door de'Duitschers een
zorgvuldig voorbereide aanval bij de
westelijke helling van heuvel 304 ten
uitvoer worden gebracht. Na een kor-
te vuUrvooifoereiding namen de Duit-
echers in een krachtigen stormloop de
Fransche stollingen ter weer.-z>j<len
-van den straatweg MolancourtEs na
over een breedte van 2000 M. en 6tW M.
diep. Spoedig begonnen Fransche
aanvallen zijn door de veroverde li
nies teruggeslagen. Verder bestorm
den <le Duitschers In 'het bosch van
Aivocourt een 300 M. breede stelling
der Fransche bevestiging. Tot dusvei
zijn op beide plaateen ruim 550 ge
vangenen gemaakt de bult is nog
niet vastgesteld.
Van de andere fronten geen nieuws.
De conferentie te Stockholm
„Het Volk" verneemt uit Stockholm,
dat de delegatie van den ltusGischen
Arbeiders- en Soldatenraad. die eeret-
daags uit Petersburg naar Stockholm
vertrekt, de cpdraoht heeft mee-gekre-
geu om.haar maatregelen betreffende
de -bij eenre ©ping van een inlernaiio-
nal-e socialistische conferentie bij die
van 'het Nederlandach-Sciindinavisoh
Comité aan te passen. Men boopt
overeenstemming t© bereiken.
Verspreid nieuws
•T ENiGBLSQHE LEGER IN EGYP
TE heefi een ni&uwen bevelhebber ge
kregen, n.l. generaal ALlenby, die
reeds ter plaatse is aangekomen.
UIT RUSLAND. Aftonbladet ver.
neemt uit Haparanda. dat zich in de
Russische stad Tsaritsvn. waar on-
lamrs de renubliek werd uitgeroepen,
de meest einenaardiize tooneelen af-
snelen. Dweepzieke politici regeeien
de stad. waardoor een aluemecno
chaos ontstond. Het regiment der
(Stad. dat thans aan het front ver
toeft- zond afgevaardigden om do he-
vfllring to verzoeken zieh kalm tc
houden, maar de afgevaardjifiüu wer
den eenvoudig niet ontvangen.
Aftonbladet maakt verder melding
van verschillende muiterijen onder
de Russische troepen. In Tam hof
vroegen de soldaten verlof, werd dit
niet verleend, dan zouden zii het zich
door geweld verschaffen. In Rostof
weigerde een regiment naar hel front
te vertrekken.In Orgïeef sloegen eeni-
g.e bataillons aan het plunderen. Ko
zakken herstelden de orde.
EENE MINISTER-BENOEM IN G
IN ENGELAND. Volgens een offi
cleele mededeellne is Hayes Fisher
benoemd tot. voorzitter *aji den Local
government Board.
Binnenland
STATEN-G ENER AAL.
Zoowel in de Eerste als in <1© Twee
de Kamer zijn gisteren de nieuw ge
kozen I-eden voor zoover zij aan
wezig waren door de daarto© van
wege BL M. de Koningin gemachtigd©
voorzitters, beëedógd, nadat in d©
Eerste Kamer op de rapporten
door de boeren Dojcs, Staal en Van
Lamsweerde, in <le Tweede Ka
mer overeenkomstig d© conclusies
van de Commissies, door de heeren
Van Raailte en Limburg over d© ge
loofsbrieven uitgebracht, tot hun toe
lating wae besloten.
De Voorzitter der Eerste Kamer
leidde d© werkzaamheden daarop in
met een korte toespraak, ongeveer
aldus luidende;
Mijne Hoeren.
Onder dankbetuiging heb ik aan
heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-
HoUand medegedeeld, mijn veroeren-
de benoeming tot Md dezer Kamer te
aanvaarden. DienzeMdcn dank breng
ik aan den Minister van Staat, Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, die
mij tot voorzitter uwer Kamer op
nieuw aan H. M. de Koningin voor
droeg. H. M. mocht ik reeds verzeke
ren van mijn erken tel ij kheid.vooi' mij
ne horbeno'-'fnmg.
Uw vertrouwen genoot ik reoda
vele jaren. Mijn streven zal het zijn,
dit in de toekomst te bestendigen.
Een zeor gewichtige parlement :i ire
period© Üigt achter ons. Voel inspan
nende arbeid is hiervoor van ons ver-
Haariemmer Halletjes
KEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE.
Er is Zondag weer eens ©en groote
wandeltocht gehouden door ik weet
niet meer wolk© vereeniging, met ik
herinner me niet ihoevoel deelnemers
c-n van een zekere stad nana- een an
dere stad, welke schiet me niet meer te
binnerv Zij hebben den afstand afge-
Icgrftn een tijd die me ontgaan is en
het eenig© wat ik stellig weet is, dat
er één afviel. Die eene was de eiïmste,
want het spreekwoord zegt nog altijd:
beter ten halve gekeerd, dan ten heel©
gedraafd. De anderen kregen, geloof
ik, een medaille, maar (dót weet ik
zeker) een toespraak waarvan de best©
eigenschap js geweest dat z© kort
was en zijn toen naar huis gegaan. Of
ze ook weer terug rijn geloopen meldt
dc historie niet, zoodat aangenomen
mag worden, dat ze het miinder eer
vol, maar wel gemakkelijker ver-
voormidddl d© spoor hebben gekozen.
Anders zouden we er, wegens de merk
waardigheid, wal van vernomen heb
ben.
Zn like verslagen van groote wandel
heter gezegd looptoeren houden
altijd op hij het punt, waar ze juist
belangrijk beginnen te worden. Dol
graag zou ik bijvoorbeeld weten, of
deze loopers, die op één dag tientallen
kilometers hebben verslonden, in het
gewone dagelijksche teven ook van
cn naar hun kantoor of werkplaats
loopen, dan wel de voorkeur geven
aan tram of fiets. Wie in deze op
merking iets nijdossigs aantreffen
tnocht, moet weten, dat ik op zekeren
dag zoo'n wedstrijd- en massa looper
ontmoette, die a.l heed wat medalles
behaald had en geregeld de ti«on mi
nuten, die zijn huis van rijn kantoor
scheidden, aflegde op zijn fiets. Een
voorzichtig© vraag naai- deze ge
woonte bracht aan d'an dag, dat hij
het dagelijks cl) loopen van dezen klei
nen afstand eigen-lijk niet do moeite
waard vond. Vijftig kilometer", zei
hij, „is sport, maar één kilometer is
niets".
Precies aks het jonge meisje, d'at. voil
geestdrift praatte over de hervorming
van de wereld; let. wel van de héélo
wereld, zonder eon kricoieltjo ter groot
te van een vierkanten meter over te
Slaan, en dlat. terwijl z© diaarover
sprak, haar moodier, die dein heclen
dag gezwoegd had, do kopjes liet om-
wasschen, zondor ook maar ©en hand
uit te stoken. Of als de jong© man, die
zioh verdiepte in de mivneJijkheiid, dot
hij op een mooien dag: oen landauer
met twee paarden o>p hol zou zien
slaan, vol heldenmoed die paarden hij
het bit zou grijpen en ze, na een wor
staling, vol ty.'vewsgovaaJr, tot 6taan
brengen. Dé oude dame en het lief
tallige jongo meisje, haar dochter, die
in liet rijtuig gezeten waren, zouden
heiji met tTanen in de oog en. bedan
ken en hem haar odelesn redder noe
men. Juist toen hij aan "t eind van
rijn verhaal was gekomen, koele rijn
moeder door do ruiten en zag, hoe een
ouido man tobde om een zwaren wa
gen tegen een liooge brug op te du
wen. „Flip!'' riep ze, „je kimt ail da
delijk je kracht toonen. Ga <föon stak
ker èens een handje helpen!' Maar
F! ippie bromde wat van een „vieze
kat" en verroedo zich niet.
llij wachtte op zijn landauer met
twee paarden. Hij waoht nog. Want
lieftaiWge sdioonen met moeders zit
ten tögarewoótdig in auto's en als dia
op hol slaan, boef je hieusch niet te
probeeren om z© t© stuiten. Dat lukt
toch niet en er Is bovendienmiets be
vallige aan.
„Waarom?' vroeg een diominé aan
een meisje, dat ook van heldhaftige op
offeringen en grootscho daden
droomde, „help je je moedor niet lie
ver de k'leeren van de kleintjes ver
stallen?"
„Och", zei zie, „dat is zoo gowoon,
daar is geen eer me© te böhak n".
„Eenmaal lionderd is honderd," zei
dominé droogjes, „maar honderd
maal een is ook honderd 1"
Het gaat, dus met kleine phchtgn al
precies als mot kleine loopj'es, de
menschen willen er niet aan, Ze tram
men liever of fietsen. En toch zul-'en
ze langzamerhand moeten gaan wen
nen aan staan, ook in de tram. lit
zou deze waarheid heel diep kimmen
gaan ophalen rn betoogen, daj. lang
zamerhand de aarde te dicht bevolkt
en de trom dus te klein wordt voo
die milliioenen, die dagelij kadi per
tram rittend willen worden vervoerd.
Maar laat ons dichter bij huis blij
ven! Vroeger was trammen een soort
van weelde, tegenwoordig maakt, ieder,
em er gobniik van, omdat de tarie
ven zoo laag mogorijk worden ge
maakt en do afstauiloii toenemen. Ge
volg daarvan is, dat de tramdirecteu
ren zinnen o.p middelen om zooveel
mogelijk monachal to vervoeren in
een zoo beknopt mogelijke ruimte. Dat
gaat natuurlijk liet best met staan
plaatsen. „Het ideaal van een. tram-
directeur", z©i mij een© iemand van 't.
vak, „is dat iedereen staat". Maar
aangezien idealen niet bereikt w
den, zijn we daar nog ver van af,
vooral omdat bet idéaal van 't pu
bliek precies het tegenovergestelde is-
namelijk, dat er ©em zitplaats voor
iederen passagier wezen zal, liefst
voor el'k afzonderlijk, dus nooit twee
op één bank. Ook dit ideaal zal zijn
verwezenlijking nimmer beieven. Maar
als we lezen, d'at in de nieuwe wa-
j voor de eleetrische tram naar
Heemstede 24 zitplaatsen en 38 staan.
plaatsen zulten zijn, dan blijkt, dat we
toch wel den weg naar het directeuren-
ideaal opgaan.
Dit is nu wejl' zeker dat rij, die
geoefend rijn in 't loopen, ook liet
best kunnen staan. Menschen, die
wanneer ze maar een stoel ln de verte
zien, hun knieën al buigen willen,
zullen er niet licht aan wennen om
met 37 anderen te staan. Toch is 't
alles maar een quaeeiie van gewoon
te. Een van miijn keunissen, een Am
sterdammer, vertelt smakelijk van
zijn jeugd, zocrwat een halve eeuw ge
leden, toen een spoorkaartje weelde
was en de eenig© voor hem bereik
bare manier om naar Haarlem te ko
men, bestond in loopen- En werden
hij on zijn kornuiten aangelokt door
Zandvoort, dan liepen z© nog een ki-
loaneter of wat verder. Nu nog maakt
hij er niets van om op het balc-on van
een tram te staan.
En nog op een andere manier is
hem rijn vlugvoetigheid te po® geko
men. 't Was bij de Frans Halsfeesten.
De laatete trein maar .Amsterdam was
weg. De E. S. M. bestond nog niet.
Het eénige vervoermiddel was ae wa
gen va,n een snorder, die vrachtjes
naar de hoofdstad vervoeren wou te
gen 'tien gulden per stuk. Maar daar
hij igoen vertrekuur bepaalde, integen
deel van plan schoen te wezen om
niet af te rijden vóórdat ieder be
schikbaar plaatsje, tot de staart van
het paard toe, bezet was cn boven
dien het beest geen voldoenden waar
borg opleverde, dat het d© hoofdstad
ooit zou halen, besloot hiij op zichzelf
alleen te vertrouwen en naar Ara-
•terdam te wande en. Het glaasje blei-
bij Coppe© te Halfweg, die nog ppen
was. smaakte heerlijk. Maar hij was
op tijd thuis, had zijm geld in den
zak gehouden, de voldoening van dc
inspanning en de herinnering op den
koop toe.
Een meaisch kan veel als hij wil.
Maar méér nog kan de agent van
politie. Die staat en wandelt om beur.
ten, in een weer en tijdens een tem
peratuur die hij niet karn kiezen en
op zware laarzen, urenlang. Welis-
zal hij er inéer plezier in heb
ben, zich overal te vertoohen, dan
vroeger en wel cun de keurige nieuwe
uniform waarin hij gestoken is. Het
rood van de vroegere uitmonstering
heeft plaats gemaald voor blauw. Kan
er treffender ls'eur voor ©en bewaar
der van de orde wezen, don die van
de trouw? Bovendien is er in blauw
meer gemoedelijkheid, daji in 't felle
rood. Dat laatste schijnt te zeggen tot
menschen dio lastig zijm of op het
punt staan, dat te worden, „pas op,
of ik breng je op cn etop je in de
donkere cel". Het blauw, zacht be-
toogend ze®t: „wees nou wijzer, hou
je rustig en ga naar huis, wat heb je
er aan, om 't mij cn je zelf moeilijk
te maken?"
„Als de politie im haar nieuw© uni
form de zaken nu maar niet blauw
blauw laat", zegt Hopma.
Maar mijn vriend is een flauwe
grappenmaker, dien wij mi et voor een
ernstig man moeten houdon. Zoo heeft
hij mij onlangs gevraagd: „weet jij,
Fidelio, waarom eigenlijk onze plani-
soenwachters in 't groen zijn? Ei valt
Itoch in onzen Hout niemendal to ja
I gen en ze zien er als jagers uit'
„Hopma", zei lk, „je praat weet
naar je versland. Onz© vroegere op
zichter van den Hout -en de Plantsoe
nen ging wel degelijk ieder jaar c>
jacht, llij schoot op reigers. Eli dan.
moesten er ook geregeld eenig© reeén
dc Hertenkamp vallen!"
.Reigers zijn er haast met meer",
antwoordde Hopma „De blauwe rei
ger is zoo goed als uitgeroeid".
„Dan is er nog wat anders. Alle be
wakers in een Bosch moeten de kleur
van hum omgeving dragon-zoodal wie
kwaad wil doen ze niet opmerkt. Ze
noemen dat mimicry. Om diezelfde
reden zijn verschillende vogeis bruin
of grijs, in do kleur van hun omge
ving, waardoor andere dieren-, die
jacht op hen maken, ze niet zien
„Juist", 'zei/-Hopma, daarom zijn
de agenten van politic in 't bauw,
want zooals iedereen weet, zijn do
straatsteeuen blauw en de huizon
blauw en do menschen blauw
„Hopma je bent flauw
„Volstrekt in tot, ik .dacht alleen
maar, dat c-eri plantsoen wachter pre
cies als ecu poli tie-agent een af6chrik-
kenden indruk maken moest em dus
afsteken bij zijn omgeving. Hij is toch
geen eekhoorn, die langs een boom.
stam kruipt!"
Ik heb Hopma ernstig aangeraden,
oen request aan den Raad to sturen
.met verzoek om de pi an Isoenw achtera
liet rood tc steken.
„Dal zal ik doen", 'zei hij, „maar
dan moet jij je in 't wit kleedeu. Als jo
dan een agent en een plants©enwach-
ter tegenkomt, ziijn je'ui eamen net
de Nedertandsche vlogl"
Daar heb ik geen antwoord meer op
gegeven.
FIDEIJO.