RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. l)e vier Veeren. De Toestand. I,srblmd. ZATERDAG 11 Augustus 1917 Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden Öoor jongeius en meisjes, die „Voor Onze* Jeugd" lezesi: De namen der kinderen, die mij vóórWoensdag- lüiddag 4 uur goede oplossingen zen den worden in het volgende nummer bekend gemaakt.) Iedere maand worden onder de best© bploseers twee Stook en in prachtband ..verloot. 1 (Jngez. door Lincoln.) Mijn 1ste is een familielid, mijn 2de Ie een Weeding, mijn 3de is een jon gensnaam en mijn geheel is een *tud in Afrika. s 2 (Ingez. door Pieter Maritz.) Mijn 1ste is een gewas, mijn 2de is «en lichaamsdeel en mijn geheel is een specerij. 3. (Inge/-, door Jan Pieterez. Coen.) Ik eta in bosechen en tuinen, geef me een ander hoofd en ge vindt- me op fichooh 4. (Digez. door Jeannctte lluijboom Aan oen zieke werd voorgeschreven: de kop van een paling, hel binnenste \an een kip en de staart van een nachtegaal.\Vi e kan wijs worden uit dit recept? 5. (Ingez. door Germanicus.) Ik sta tusschen tuinen of velden, onthoofd me en ik ben een landbouw werktuig. Hoe is mijn naam? 6- (Ingez. door Johannes Beunder.) Welk insect wordt, als ge het om- keert, en knaagdier? Raadseloplossingen Dc raadseloplossingen der vorige week zijn 1. Locomotief. 2. Petten Putten. 3. Zandvoort voorn rot. 4. IJsv rnlaa kaas tand - hem - vak. 5. Nie/.jni Nowgorod. 6. a. lepel, b. hoogmoed, c hijen volk, d. over een brug, e. d< letter d. Goede oplossingen ontvangen van Piet Jansen 6. Generaal Botha 6, Cor nells Philippo C, Lelie «5, BJody Fok 5, Roodborstje 6, Karei V G. Theeroos en Klimop 6, Sneeuwwitje 6. Roodkapje 6, Tiekic en Piene G, F. I<. Gehl 6, 'P. Jongens 14, Cliarly Chaplin 0. Bi-1- lie Ritchie G, D. Oechatz 'o, Rudolf Osc-hatz 5, Goudvischjc G, Robinson Crusoe G Aoe.d 6, Conducteur 5, Wim Spoor 5, 'Tni Ovarmcer 6, Koning der Dwergen 6. 2. A. P. en C. L. J. den Hollander C, AxrlOvermger 6. Aconie- 1 e 4 Fauna G, S'aicadoor G Jans Lo- mans 6, Controleur G. Leidenaar G. Kerstboompje 6, Curust G,"Jo en Teun Rc-imerink 5. Blor.-l Elsje 4, Corrie Kramer G, Klaas Kramer 6, Lodewijk 1L 6. Floria V G, Theo en Diifc Zeilma ker G, Joost van d3ii.'Vondel G. Pieter Maritz 5, J. van Beent 5, Dirk 111 G, Hermina 5, Jacob Bijlsma 5, Ore h idea 5, Jan Pieter&z. Coen 6. Pinksterbloem Duinroosje G. Alpenroos je 5. De Wedstrijd. van ROBIN Rad-rubriek. PIET JANSEN, Vooruitgangstraat 86, geeft 70 Geecli.pl. Ie deel, 78 Ge- schied-eniiS-pl, 2e deel, 70 Maizena'e 3de deel en 57 Zuiderzee-pl-, in ruil voor een jongensboek. MOS ROOSJE, Kennemerstraat 42, vraagt Kwaita-aoldaatjes. THEODOOR J .OVERMEER, Wes tergracht 45 r.. bèdankt dein) vrien- de:ijke(n) gever of geefster zeer voor de ontvangen Oldcnkott's plaatjes. Hij houdt zich aanbevolen voor meerdere exemplaren. WIM SPOOR, Wester® racht 21 z., vraast van Vcchtpl. de nis 18. 22, 24, 37. 40, 48, 102. 103, 105, 106, 109. 117, 142, 134, 13G, 137. Ook vraagt bij Ter- wee's pl. Hij geeft er voor terug naar keuze 3 Vechtpl.. 2 IJeel-, 2 Bonte Wei-, 2 Naarde.rmeer of 4 Maizcna's. Asschepoester. „lk heb je geborduurde jurk al in een sopje.' zei Noor aan tafel te gen To. ..Vind jij het fijn een geborduurde jurk op zoo'n feest als bij de Van Oe- verens?" vroeg To aan Noor, met een gezicht dat d lidelijk tc kennen gaf, dat zij liet in het geheel niet fijn vond. „Wou du juffrouw eoms in 't zij gaan?'' pluagda de gymnasiast. Vroeg ik jouw wat," hitste To. „Zeg, To, wit reusachtig, dat jij daar gevraagd bentl" zei Jan harte lijk. „Hoe kwamen ze daar eigenlijk toe?informeerde vader. „Helena van Oeveren zit bij mij in de klas. En ze heeft de gehecJe klas genoodigd, omdat haar ouders hun koperen feest vieren." ,,lk wou, dat ze een zusje in mijn klus had," pruilde Nel. „Of een broertje bij mij," meesmuil de Frits. - ,,'t Is een eenigst poppetje," ver telde Wim. „Ook om te benijden!" Vervolgde hij op minachtenden.toon. „Ze heeft maar altijd fijne jurken aan uit Parijs," spiralk To. ,Voor mijn -part kwamen ze uit Amerika, al was ze zoo rijk als een millionnairik /eg maar alleen, is alleen, vond Wim. „Maar To heeft zin in die buuen- landsche garderobe. Niet waar, kind?" vroeg vader lachend. „Wat heb ik nou ook?" klonk het ontevreden terug. „Drie schattige broertjes," somde die plaaggeest van een Wim op. „En.mij," riep Nellie. „Wat voor jurken; bedoel ik," zei To op korzeligen toon. „To, kind, die geborduurde jurk is lieusc-h snoezig.- Ik zal er een licht blauw zijdien ceintuur omstrikken en als je een zelfde kleur lint in je haar doet, zul je eens zien hoe keurig je er uitziet. Ik herinner me nog goed dat onze koningin, toen ze nog een prin sesje was. altijd wit geborduurde jur ken droeg- O! wat had ik toen dol en dolgraag ook zoo'n jurk gehad." ,En waarom kreeg je er gieen?" vroeg To. Evén zweeg Noor. 't Was of ze iets moest wegslikken, iets heel, heel moei lijks en heel pijnlijks. Toen keek ze To weer aan en «prak „Omdat moe dor het. niet betalen kon. Ze was we duwe en bijna altijd ziek." (Wordt vervolgd.) DE ZILVEREN LEPEL. {Een ware geschiedenis.) Door FRBDER1KA COHEN. 14 jaar. „Toe. grootvader, vertel u eens, hoe o toch aan dien ouden zilveren lepel komt. u heeft, het al zoo lang beloofd." 't Was op een winteravond, echt ge schikt om te vertellen, dat Jnmnie, mijn jongste zusje, dit aan grootpa vroeg. „Luister don, maar roep eerst Broer eu -Riek ook." Nu. daar kwamen ze aanzetten, het onafscheidelijke tweetal. Vlug lieten ze de poes, die ze aan t kleeden wa ren. los. We gingen gezellig om groot pa heenzitten en deze begon .Toen ik nog een jongen van een jaar of 10 was, woonden mijne ou dere en ik in de stad Groningen. Vlak langs ons huis -liep een breed kanaal, het Winschotcr diep. Op een dag alen we eens visch, en daar dit nog al een vuile boel maakt, zei moeder, toen we klaar waren, tegen ons dienstmeisje „Tine, gooi de afval maar vast ln 't water, dan is dat tenminste weg." Tine doet de rommel in een papier en gooit alles in het water. Maar opeens roept ze O. mevrouw, de vischlepel." Deze was per ongeluk tus schen de afval gekomen. Met een lang viechnet probeerden we hom er nog uit te halen, maar nHes tevergeefs, de lepel was en bleef weg. Jaren daarna werd het Wint*boter diep gedempt, ik was toen 17 jaar en had eind examen gymnasium gedaan. Het was leelijk weer en daar ik niets betere Ie doen had, was ik aan 't kijken, water al zoo opgehaald werd, opeens zag ik temid den van een hoop modder en vuil iels glinsteren, en jawel, het was de lepel, vuil en zwart, maar toch nog herken baar. Gelukkig hadden we nflg net zoo'n lepel. "We lieten hem aan de werklui zien en toen gaven ze ons den anderen lepel. Na een flinke fooi gin gen we met onze buit het huis in. We hebben den lepel mooi opgepoetst en als curiositeit bewaard. Mooi blinkend is hij echter niet meer geworden. Nu is mijn verhaal uit. Toe, Riek. steek de lamp eens aan, we gaan dadelijk eten." Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kind-er-Aifdeehng moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, BSocmlïofstraal 5. In de bus gooien, zonder aan schellen!) Nieuwelingen zijm'COBNELlS PHI LIPPO, Gen. de Wctstr. 32, oud 11 jaar; FRITZ NOLLES, oud 8 jaar, Jans weg 57. THEEROOS en KLIMOP. 't Spijt me, dat ik jullie niet gezien heb. Za ten jullie boven? Het doet me ge noegen, dat het boek naar je zin is. KARKL V. Je hadt 28 JuÜ 6 raadsels goed. Die 1 moest 0 zijn. Je ingezonden strikvragen zijn got-cL ANEMOON en MOSROOSJE. Per abuis heb ik de vorige week niet verin- ld, dut jelui 5 raudaels goed had den. Ze staan echter opgeteekend. Je ruil--nanvraag heb ik nu tevens opge nomen. SNEEUWWITJE. Het zonnetje wil thans ruimschoots haar scha inhalen. Genieten jullie heerlijk? En hoe lieb je liet in Santpoort gehad? ROODKAPJE. Prettig, dat de wedstrijd Ln je smaak valt. Welk on derwerp heb je uitgekozen? 13en je veel uit geweest? TIEKIE- Je wonsch om mooi weer is spoedig vervuld. Hebben jul lie al heerlijk geprofiteerd van onze mooie omstreken? - PIENE Hoeveel keer ben je al van dc duinen afgerold? Wat een bof, dat jij de atlas van bus mocht hebben. Mijn dank voor-de gezonden plaat jes. Er zijn liefhebbers genoeg. DUIN-ROOSJE, De moeder van dat kleine meisje vindt het zeker heel prettig, dat ze zoo'n flinke kinderjuf frouvv heeft. JAN PIETERSZ. COEN. Ben je niet zeeziek "geweest? En kun je de Friezen goed verstaan? Wat ga je doen, als je weer terug Sent? PIETER MARITZ. Met het oog op dat vacantie-onderw'erp, heb Sk de termijn van inzending wat long ge maakt. Hoe is het nu inet je verzwik ten arm? Kun je er al weer mee korf hallen? Je ingezonden, raadsels zijn goed. WILIïELMliENTJE S. Hoe vaak ben je nu al naar dtuin gew eest? lk denk, dat de regen door jouw gemop per gauw up den loop is gegaan. KANNETJE S. Jij kuilt van den winter dus eigen boontjes eten. Die smaken natuurlijk dvibbel zoo lekker als andeis. KLAAS K. Wat schrijf je al keu rig. Ik ken wel'jongens en meisjes, die veel oudier zijn, die bij jou nog wel een lesje konden nomen. Js het konijntje er al? CORRilE K. Het doel me genoe gen, dat Trijntje en Jo list naai- hun zin Snebben. Wat leuk, dat je vow die 150 soldaatjes zoo n mooi theeserviesje kreeg! Is Klaas al eene bij je op de thee geweest? En heb je Woensdag prettig in den Hout gespeeld? JO en TEUN R. Nu, lk ben heel benieuwd naar jullie opstellen. ONRUST. Och. odi wat heb jij toch al weer een plezier gehad. En nu weer naar de Zaan! Veel genoe gen en vooral mooi weer. ACON1ETJE. Jij reist ook-maar v an de cene plaats naar de andere. En wanneer kom je weer thuis? AART O. De meeste bramen zul len er nu wel af zijn, denk ik. Smaak ten de v isslijes 'lekker of heb Je er poes op onthaald? D. A. P. en C. L. J. DEN 1L Die stad in Rusland wordt op verschil- Gebraden haas. De overervi van zekere uiterlijk' of psychische eigenaardigheden vaak generaties overspringen en bij voorbeeld van grootvader op klein zoon overgaun, behoort voorzeker lot de raadselachtigste verschijnselen vaar de geheime werking der natuur. Alt, men nu muur altijd wist, aan welke voorzaten men deze of gene eigen schap te danken heeft, dan zou uien minder aangename „gescfaeiikvii der natuur ma meer pieteit en onder werping dragen en iu het onvermij delijke zich sclukkcn. Lcn neus als n augurk is gewis niet odcl, maar wanneer hij, om zoo te zoggen, «en legaat van grootpapa za liger 'is, zoo kan men er in berusten.; ook een krop onder de kan bekomt door de omstandigheid, dat een lieve tante afkomstig is, iets meer aannemelijks en wordt door een zachter Bcht bestraald. Hier echter betreft liet oen over geerfden van grootvader aCkomstigen, onoverwinnelijken afkeer van gelira- den haas. Die tegenzin nu berustte niet op een luim of gril, zooale ouders zoo gaarne igwloov'en, maar op een Boodanagien afkjocir, dnjt die waar schijnlijk met door ©ene hongorkuur ware te overwinnen geweest. Mijn grootvader had als kind, als jongeling en man daarvan te lijden. Zoo vertel de hij eens dat hij bij gietegeniheid van een groote jachtpartij aan een maaltijd deelnam, waar het gansdie menu bestond uit gebraden haas. Jlij was nog jong en was duchtig met het geval verlegen. Doch uit zijn fativ len toestand bevrijdde hem zijn trouwe Nero, die onder de tafel ge slopen was en zijn natten neus ondur liet tafellaken door stak. De jeugdige ja.eht'iiefheblHT schoof stuk voor gtuk over den rand van zijn .boird, totdat de igielheelö Ipotnbftq)- door den braven hond verslonden was. Deze eenvoudige historie, welke ik in alle kleuren en geuren ontcibare malen te liooren kreeg, beschouwde grootvader als een der geniaalste streken zijns levens, en als er van iets dergelijks sprake was, dan zc-ide hij steeds: „doe zooals ik en mijn Nerol'* Daar de oningewijde dan wil de weten, waarin het heldenfeit be stond, beleefde het nog ad niet aan grijpend verhand een ontelbaar aantal herhalingen. Na dtit te hebben Vooropgesteld, kan ik kort en bondig mijn hazen- avontuur verteilen. Ik bezatx in een© provinciestad, twee goede tanv.'s, trouwe zusters, die na liet overlijden van wederzijdscho eclitgenooten samenwoonden; levende in gemeensch appel ijken rouw on voor de opvoeding van een dertien jarigen knaap, den zoon wan taut© Marie. George heette de jongen en hij was ecu rakker; toch hadden de tantes er niet toe kunnen besluiten, hem naar eene kostschool te zenden. Kleine kinderen pleegt men door het verhalen van de onbehoorlijke da den eens Tijl Uilenspiegels of der- gelijken deugniet op het pad der deugd te leiden, totdat het negatieve opvoe dingsmiddel omgekeerd wordt en veeH zooveel mogelijk volmaakte men- j «söj awnxi ujwviijr i'.uihimc iiivii- tend* ge.-chrevm. dat taftiKhal M voortwld .kit, wier optw- T Weet ,e al, Cfonberi-dV.,te ja mat üt,,k maegaalf E,, Uuft Cam, e^adknlijlt, kdmUD maar rustig bij moeder? KONING DiER DWtBRiGEN. Ja, zeker mug je ook vacantie-lierinnerin gen van een vorig jaar in je ojiete® vermelden. THEODOOR J. O. Hoe kom je nu san die wond? Doet het pijn en mag je vyel spelen Je heibt geboft met je niilaanvraag. Van harte beter schap* worden beschouwd en wier gerust wordt opgeroepen, zoodra de knaap of jongeling op genoemd pftd der deugd bc-gint te struikelen. Bijkans in iedere woning heeft mem zoo'n heilzaam voorbeeld bij de hand: ten huize der tantes vervulde ik dit ambt Zoo vaak George ecne of nndero laagheid had uitgehaald, werd T, hem voorgehouden, hoezeer dit in "SiïïïJS 12? c! tcfkaspraali mtl mijn, btpmkl™ w as, hoe geheel andere ik in een zoo danig geval enz. gehandeld hebben - hetgeen mij zeer zeker tot papier bent weggetippeld, maar hadt zes raadsels goed. Ik heb ze op geteekend. Hoe gaat het met Pietje en met Bep? Verlangen z© nil weer naar school? CONDUCTEUR. Het deed mij ook zooveel genoegen, dat mijtn kleine trouwe vriend nu eens een prijs had. lk hoop, dat je het een heel mooi boek vindt. Jij hebt maar een slimme moeder. F. F. G. Ben je nog m Schiedam? Je hebt zeker heel wat wijsheid op zwa,e ^"1^* „^nnn in <if» v™h L K,t n" louterend, de beminnenswaordi^heden strekte, maar niet kon dienen om George sympathie voor mij te doen gevoelen. Boter is 'het, uit op voedkundig oogpunt dergefliij'ke ïno- delmenschen te kieoeai uit die geschie denis. Nu moet men weten, dat de tantes me in jaren niet hadden gezien. De herinnering werkt, zooale bekend is, gedaan in de fabriek. Vond je het niet verbazend gewichtig zoo met vader uit te gaan? Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN. Haarlem, II Aug. 1917. Bloemkofslraat 5. treden meer op den voorgrond, gebreken onttrekken zich aan den achterwaarts ge richten blik. Tante Marie en tante Agues waren, onder elkanders suggestie, tot. zulk eene ver eering van mijne voorlreffeilijke hoe danigheden gekomen, dat bij baai' het plan gerezen was, om mij, den achttienjarige, te logeeit-n te vingen, FEUILLETON Naar het Engelscli vai» A. E. \V. MASON. 344 Durrance kende de reden van El- sa's aarzelinu. Maai' moraen zou hii wee ziin en Elsa on weir naai' Done- cal. Het was de moeite niet waard om .dezen laster leizen te smeken. Kalm .zei hii U is niet rechtvaardig tegen EBa. Üd dit eenvoudig antwoord keerde de kalmte van znrs. Adair lenig Ze becreeo de nutteloosheid van al wat ze gezegd had. van haar zwart maken van Elsa en haar minachtend spre ken. Haar woorden mochten al of niet waar ziin. ze konden niets uitwer ken. Durrance zou altiid met Elsa in de kamer bliiven. nooit op het terras met mrs. Adair. Ze werd z.ich haar vernedering bewust en becon zich te verontschuldigen. Ik ben oen slechte vrouw, geloof Ik Maar ik heb ook ceen erg gelukkig 'even gehad. Ze hadden den doorgang bereikt en Durrance stond nu stil. ce reed om aan lc hooren wat ze liem te zeggen zou hebben. Ik trouwde toen ik de school verlaten had. Ik was uoc een kind en miin moeder beschikte over mu. ongetwijfeld te goeder trouw denkende dat ze voor mim bcstxyil handelde. Miin moeder was een vrouwdie gaarne de teugels in han den had en ik was gewend om te ge hoorzamen en trouw- en plichtmatig met den man. dien hii voor me be stemd had. Maar. mrs. Adairzei Dur rance. Hii was ouder dan u. dat weet ik, maar hii was een goed menscli en ik geloof zeker, dat hii veel van u hield. Dat is waar. En in het begin was ik ook tevreden. Maar ohoe saai en duf was miin leven. Saai O. u niet duizend dirmen. die uw leven vul len. kunt u niet voorstellen, hoe saai dal leven was. En dal was niet alles ze aurzelde ever. en ging toen door Ik was totaal onwetend van vele din gen. toen ik trouwde. Ik dacht, dat dit nu het leven van alle vrouwen was. Maar al gauw kwam de twijfel. Ik becreeo. dat er iels anders be stond. zoo niet voor mii dan toch voor anderen. Dat zae ik wel. Eens kwam ik een man en vrouw voorbii. Haar stem en haar blik. toen ze dien ander aanzag zeiden mii. dat anderen meer hadden dan ik. En miin moeder had mii de gelegenheid benomen om dat te bereiken. Mis. Adair soak nu kalm en heel eenvoudig. Ze vroeg niet oih medelij den. ze verontschuldigde zich ook niet. Alle stugheid was uit Durrance's ge laat verdwenen en hii luisterde ge duldig toe. Toen kwam u. ging ze voort. Ik ontmoette u. en nog eens en nog eens. Toen leerde ik niet alleen dat er iets anders bestond. maar wat dat an dere „was. Toch was het mii natuur- liik nog ontzegd. En in weerwil daar van gevoelde ik mii gelukkiger. Ik dacht, dat ik ecnoeg zou hebben aan het feiL dat u miin vriend waart, dat ik uw succes kou meeleven en er trolsch on kon ziin. Maar Elsa kwam en u werd door haai- aangetrok ken. ODeens o oneens Had het maar wat langer geduurd Maar dat maakie ine doodongelukkig. Ik wist er niets van. zei Durran ce. Ik heb het nooit vermoed. Ik ik vind liet heel treurig. Ik zorgde wel. dat u niets ver moedde. Maar ik trachtte u te behou den met inspanning van al miir krachten. Geen koppelaarster ter we reld lieeft ooit zooveel moeite gedaan om twee mensclien biiecn te brengen, als ik. om Elsa en rar. Fevershata sa men ie voegen. En ik slaagde Durrance kreeg een schok. Dus dit was liet begin van de lieele droevige geschiedenis. Welk een groote gevol gen hadden kleine oorzaken. Harry's leed. de spannende maanden, die nu voorbii waren. alles had zijn oor- surong gevonden, iaren geleden, toen mrs. Adair moeite gedaan had om Harrv en Elsa tezamen te brengen. —Ik slaagde, ging mrs. Adair voort. Op een morgen od de Row ver telde u mii hun engagement lk was in den zevenden hemel, 't Volgende OOKCivblik sloeg u al miin blijdschap den bodem in, toen u me vertelde, dat u nnar den Soedan vertrok. U bleef drie iaar weg. Geen gelilkkige iaren voor mii. Miin man was gestor ven. maar u weed blind en ze legde beslag od u. U ziet hoe mijn leven geslingerd werd. Maar dez© maan den ziin het- ergste geweest. Ik vind liet heel treurig, lier- haalde Durrance. Hii was er verlegen mee. Ja. ze had een harden striid ge kend. dat itas zeker. En hii begreep, waarom ze Elsa's geheim liad verra den. Er was niets meer le zeggen en hii stak haar de hand toe. Vaarwel. Zei ze. en Durrance ging naar ziin eigen terrein en lien op ziin huis toe. Mrs. Adair stond lang nadat hii verdwenen was. hii den doorgang. Ze had liaar mil afgeschoten en nie mand gewond dan zichzelf en den man. dien ze liefhad. Ze zae dat heel duideliik. En vooruit ziende, begreep te. dat ten einde door bet in levende lijve voorstellen van een zoo-hel stralend voorbeeld krachtig in ie werken op het verdorven gemoed van den jon gen, dl« xioh wodor aan oen ergerlijk misdrijf zeer afkeurenswaardige dieremniKhandeling nog wel, had schuldig gemaakt. Mijne oudere Juuixh-n er niets lo gen; ik was ail een als kind bij dc tantes geweest. Ik reisde dus naar haar toe en naar no Geoige, bet enfant terrible. Het spreekt vanzelf, dat de knaap erg benieuwd was, den tegenvoeter san zijn perso<ui tc lccren kennen. De \ooriiefde, die zijne bei de opvoedsters mij sleede betoond hadden, lw/1 in zijn zwarte ziel eene verklaarbare jaloezie opgewekt, en misschien ook wel ©en zeker voor oordeel, hetgeen hem in zooverre to veaigowui was, ook door mij, die grootendoels onbekend was met de vereerende rol van „braven Hen drik", tot dusverre ten huize der gooi© tantes vervuld. „Zoo is dat hem' dacht de kleine deugniet, toen ik, dad ui ijk van het station komende, do kamer binnen trad, <ie vier uitgestoken handen vat te en hartelijk verwelkomd werd met een kus, die niet door mij wae uit gelokt. De indruk, daen ik op die ernstige, treurende domos maakte, schoen dc voordeollige opinie, da© zij van mij koesterden, te bevestigen. Gelijktijdig richtten zij de blikken vedbeteekenend op George, alsof ae wilden zeggen „zie je nu wd, wat h net, ordent. ijk jongmensch dat is! George aaide zwijgend en aarzelend even de door mij opgestoken hand. In zijne oog-en las ik die gedachte: ..ik moet niets van hom hel ben"! Dc tante» ntfornioeixlk-n, [terwijl haar pupil in de kamer blijven moest, niet hartelijke belang*telling naar mijne famiüie; ik beantwoordde, alles zoo om standi®, ails blijkbaar ge wensoht wend. George zat. zich te ver velen, keek nu eai dan van terzijde mij aan en hoorde toe. En tef&ems na men do tantes de gelegenheid te baat, om er opmerkingen tusschen te voe gen: „zie jc nu, Georgè, hij is altijd gerogdd overgegaan en jij bent op schooi Wijven zitten! 2öe je wd, hij doel dit en Jiij doet dat enjij Dit ging maar zoo voort wd vleiend, maar toch benauwend voor het toonbeeld van volmaaktheid. George nam al die verwijtingen schijnbaar kalm ophij had den mond ternauwernood nog geopend. Hoe zware beschuldigingen de vrou wen hem ook in 't aangezicht slin gerden, Jiij droeg ze waarschijnlijk was het mijne aanwezigheid, die hem in 't geval deed berusten. Mij echter werd liet angstig te moede. Eindelijk werd het opvoedkundig gesprek*afgebroken v\e gingen aan tafel. De eetkamer was. evenals de geheele woning, deftig ingericht; het zag er zoo- ordelijk, welhaast overdre ven net uit als in 't, rcliquieénkastje van een oude vrijster, wuar zelden iets van de plaats komt. Talrijke vrouwe lijke handwerken hingen of lagen op daarvoor bestemde plaatsen alles was gebreid, gehaakt of op andere wijze door bekwame en geduldige vrouwenhand versierd. De gastvrouwen bleven met onder scheiding mij behandelen het kwam mij voor, als wilden zij hierdoor George \0or oogen stellen, hoe schit terend braafheid en welgemanierd heid hier op aarde worden beloond. Door dit alie6 moest er opstand ko men in de ziel van den kleinen bengel. Die voortdurende berisping en terug stelling moest hem krenken ik ge loof, dat een ander 'I. niet zou hebben verdragen, maar hij was er nu een maal aan gewend en onvatbaar ge worden. Slechts eenmaal trilden zijn lippen toen tante Marie tot hare zuster zeide Ik hoop het beste van den invloed van onzen jongen gast, die in alle de meerdere van -George is ook in lichamelijke kracht hij keek me «ven aan als wilde hij gaarne me eens te lijf gaan en stak zijn vork zoo heftig in een stuk visch, dot de beide vrouwen Ontzet terug deinsden. George 1 kreten zij gelijktijdig. 7Ae toch, hoe je neef zit te eten let toch op! en tante Agues voegde er bij gisteren heeft hij met de vork in een damasten servet gestoken] In een nieuw? vroeg zijn moeder verschrikt de zuster krukte George bleef stom als een visch. Hij moest mij verwenschen. Zoo werden de schermutselingen voortgezet zelfe toen hij een aardap pel op zijn bord liet liggen, werd hem gewezen op mijn voorliefde voor die knolvruclu. Ik bemerkte, hoe hij niet toenemende -verachting schuin naar me keek de gal liep hem over, maar hij blee-1 zwijgen. Na de visch kwam gebraden haas jawel, helaas gebraden haas. lk ontroerde. Ik bedankte, toen de schotel mij aangeboden werd. als Durrance Elsk niet aan haar 1-e- lofte hield en medecina naar Elsa's ceboorteland. hii tenue zou keeren naar ziin tehuis naast het hare En duideliik beseft-- ze de dwaas heid van haar biecht. Want onbevan- een. als aoede vrienden, zouden ze nu nimmer meer verkeeren all^J zou in huil herinnering blijven liuu- cen dntizene wat ze hem had toever trouwd on den middag, voordat hii naar Wiesbaden vertrok. HOOFDSTUK VI. O d d e n N ii 1. Het was een hardvochtig land. bei woond door hardvochtige menschen. vond Cahier, toen hii den Nijl afvoer van Wadi Haifa naar Assoean. ge durende ziin driemaandi lijksch ver« lof. Hu leunde over het liek van het bovendek der stoomboot i /nu neer on liet benodendek. Daar. tusschen «Je inlandsclie passagiers in stond een. anaareb. waaron de weerlooze figuur van een Arabier lag uitgestrekt. Dien morgen voeg was de angareb aan boord gedragen door twee Arabieren, die nu zaten te lachen er« granncn te verkoonen od eenigen afstand van hun zieke. Of het een man of een vrouw was. zon Calder niet hebben kunnen zeggen een zwarte sluier lag over het gelaat gespreid, zóódat men niet kon Toe. neem toch wat..., drong taa le Marn: aan. Hij is tóch zoo bescheiden! kweelde tante Agnes. Zoo. nóg ten stukje! animeerde tante Maric. Toe, bedien jij hem eens, liev e l zei tante Agues. Klets, daar lagen twee groote stuk ken op mijn bord en het was me niet mogelijk, er een enkel hapje van te genieten. Zou ik mij zeiven on de tan tes nu beschamen door to verklaren -- Met mijn model-opvoeding is liet ten eindeik kan uw eten met xer- zwelgen dat geeft 'n malheur! En iets op je b<-rd laten liggen ik had het pas vei nomen ware nier halsmisdaad. Tenviji ik in die grenzenlooze verle genheid verholen, als verwachtte ik vreemde hulp. van links naar rechte keek, bemerkte ik vóór het eerst, tus- Bchen schoorsteenmantel en klavier, een aardigen witten mops, die stil en welopgevoed zooals alles in dit huis ('behalve George) daar zat en er op ge dresseerd scheen, de disciigenooion niet door bedelen lastig te vallen. Ge geven den gebraden haas en den hond, bracht de ideeen-aaeociatle on verwijld grootvaders beroemden streek mij in. herinnering Dat was eene in geving! Jk besloot dezelfde geschiedenis een wederopvoering ie «ioen beleven en sneed nu hel wildbraad, om in ge schikte ©ogenblikken den mops een stuk toe te werpen. Het ging boven verwachting -de tante© hadden zich weder vereenig'd om haar offer met blikken te vernietigen en onbarmhar tig de les te lezen. waard«jor mij -le gelegenheid geboden werd, ongemerkt hei eene stuk na het andere in den hoek te efccamoteertn. waar de redder in den nood zat Op deze wjjze had ik behendig de delicateeee opgeruimd er. mijn b rd ledig gemaakt. O. beste grootvader, hoe" had ik ooit kunnen denken, dat uw geniaal voorbeeld me eenmaal uit fataler, toestand zou hebben bevrijd! Plotseling kwam er onrustbarende beweging in George, zijn mond open de hij wijd, om een overmoedig luid „Hohaba, kijk *res!" uit 1e stooten daarbij stampte hij van genoegen en opgewondenheid met den voet en met den vinger wees hij naar den hoek, waar de hond zat. liet sneeuwwitte vel vertoonde over al sporen van saus. de stukken gebra den haas lagen op bet tapijt en onge lukkig ook op het blauwe atlaskueaen. waarop het mormel zat, dat mijn goe de gaven had versmaad. He hond was opgezet De deugniet brulde van 't iaehen ett danste op Mn been het gejubel van leedvermaak had hem de oogen met tranen gevuld. 1-k sloeg de oogen. neder en ik er- beidde het oogenblik, dat de grond zich openen ©n mij verzwelgen zou. De tantes waren diep verontwaar digd, ook omdat ik zoo van mijn -troon gestapi was - en op glibberig ter rein mij begeven had. George zegepraalde. Den volgenden morgen reisde ik af Binnenland De zeevaart. V e r k e e r met Engel an d. Ynidaaochtend ziin te Hoek ven Hollan-l van Engeland aangekomen «le stoomschepen Notts cn Kilkenny me*. 1252 zakken brievenmail. 1335 zakken binnenlandsche en 16893 zakken bui- tenlandsclie oost aan boord. Be vei! igingdersche i>en. De zeeifleepboot Witte Zee, gechar terd door tl© Ncdmlandsclie rugee- ring, aa^te Nicuwediiep gestation- neerd worden. Wanneer «le recde- rijen mededeeling hebben ontvangen van de komst van schepen, zviÜen zij daarvaft te bevocgder plaatse te s- Gravenlrage bericht geven. Van «laar uit zal men zich dan in verbinding stellen met den steHangc«>mman<lant ln den Helder, op wiens waarschu wing de Witte Ze© de sdiepen tege moet zal gaan. ten einde deze te be geleiden. Ce Voedselvoorziening Opdoen van w i n t e r-- aard appelen. De INIed. Roomsch Katli. Midden standsbond heeft een adres gericht tot den minister van landbouw, waar in wordt betoogd, dat het bewaren, van winteraardappelen door particu lieren, die daarvoor geisgmbeéd lieb- hen. met meer zorg kan geschieden, dan wanneer dit van rijkswege jge schiedt. Wanneer ©en particulier nu reeds sen zekere hoeveelheid winteraardap pelen mag inslaan in mindering van het hem toegestane quantum, gelijk in sommige plaatsen bij de bi.uwl- rtoffendistrifcuiie het geval is, zullen de belangen van de minvermogenden, zien of het een baard droeg. Het zonnelicht naderde al meer «lc angareb. De inboorlingen gingen in de schaduw zitten, maar niemand ver zette de angareb en Calder zac «ie zon lamrzaani voortkruipen over het be wegingloos© lichaam. Meedoogenloos brandden de gloeiende stralen eimle- lilk on het gelaat, waaron gen trek king bewees, dat de hitte gevoeld werd. Calder schreeuwde tegen de beido mannen Heila! Zet die angareb eens in de schaduw En gauw wat! De Arabieren stonden treuzelend cm en gehoorzaamden. Is het een man of een vrouw vroeg Calder. Een man We brengen hern naar het ziekenhuii. Ie .Assoean. maar we weten niet of hii 't overleven zal. Drie weken geleden is hii uit een palm boom gevallen. Jullie geeft hem iels tjkti' n of is drinken. - Daar ia hii te ziek voer Het was de*gewone gang van zakort, vnor!spruitende uit het fatalistisch ge loof. «lat hier de menschen beheersch- te Dié gewMiu'e hail waars,luinluk geen nmler letsel bekomen dan e-n kneuzing. «Le hii eenigo verzorging met een naar dagen genezen zon ziin geweest. A\ ordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1917 | | pagina 7