RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
l)e vier Veeren.
De Toestand.
I,srblmd.
ZATERDAG 11 Augustus 1917
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
Öoor jongeius en meisjes, die „Voor
Onze* Jeugd" lezesi: De namen der
kinderen, die mij vóórWoensdag-
lüiddag 4 uur goede oplossingen zen
den worden in het volgende nummer
bekend gemaakt.)
Iedere maand worden onder de best©
bploseers twee Stook en in prachtband
..verloot.
1 (Jngez. door Lincoln.)
Mijn 1ste is een familielid, mijn 2de
Ie een Weeding, mijn 3de is een jon
gensnaam en mijn geheel is een *tud
in Afrika. s
2 (Ingez. door Pieter Maritz.)
Mijn 1ste is een gewas, mijn 2de is
«en lichaamsdeel en mijn geheel is
een specerij.
3. (Inge/-, door Jan Pieterez. Coen.)
Ik eta in bosechen en tuinen, geef
me een ander hoofd en ge vindt- me op
fichooh
4. (Digez. door Jeannctte lluijboom
Aan oen zieke werd voorgeschreven:
de kop van een paling, hel binnenste
\an een kip en de staart van een
nachtegaal.\Vi e kan wijs worden uit
dit recept?
5. (Ingez. door Germanicus.)
Ik sta tusschen tuinen of velden,
onthoofd me en ik ben een landbouw
werktuig. Hoe is mijn naam?
6- (Ingez. door Johannes Beunder.)
Welk insect wordt, als ge het om-
keert, en knaagdier?
Raadseloplossingen
Dc raadseloplossingen der vorige
week zijn
1. Locomotief.
2. Petten Putten.
3. Zandvoort voorn
rot.
4. IJsv
rnlaa
kaas
tand
- hem
- vak.
5. Nie/.jni Nowgorod.
6. a. lepel, b. hoogmoed, c hijen
volk, d. over een brug, e. d<
letter d.
Goede oplossingen ontvangen van
Piet Jansen 6. Generaal Botha 6, Cor
nells Philippo C, Lelie «5, BJody Fok 5,
Roodborstje 6, Karei V G. Theeroos en
Klimop 6, Sneeuwwitje 6. Roodkapje
6, Tiekic en Piene G, F. I<. Gehl 6,
'P. Jongens 14, Cliarly Chaplin 0. Bi-1-
lie Ritchie G, D. Oechatz 'o, Rudolf
Osc-hatz 5, Goudvischjc G, Robinson
Crusoe G Aoe.d 6, Conducteur 5, Wim
Spoor 5, 'Tni Ovarmcer 6, Koning der
Dwergen 6. 2. A. P. en C. L. J. den
Hollander C, AxrlOvermger 6. Aconie-
1 e 4 Fauna G, S'aicadoor G Jans Lo-
mans 6, Controleur G. Leidenaar G.
Kerstboompje 6, Curust G,"Jo en Teun
Rc-imerink 5. Blor.-l Elsje 4, Corrie
Kramer G, Klaas Kramer 6, Lodewijk
1L 6. Floria V G, Theo en Diifc Zeilma
ker G, Joost van d3ii.'Vondel G. Pieter
Maritz 5, J. van Beent 5, Dirk 111 G,
Hermina 5, Jacob Bijlsma 5, Ore h idea
5, Jan Pieter&z. Coen 6. Pinksterbloem
Duinroosje G. Alpenroos je 5.
De Wedstrijd.
van ROBIN
Rad-rubriek.
PIET JANSEN, Vooruitgangstraat
86, geeft 70 Geecli.pl. Ie deel, 78 Ge-
schied-eniiS-pl, 2e deel, 70 Maizena'e
3de deel en 57 Zuiderzee-pl-, in ruil
voor een jongensboek.
MOS ROOSJE, Kennemerstraat 42,
vraagt Kwaita-aoldaatjes.
THEODOOR J .OVERMEER, Wes
tergracht 45 r.. bèdankt dein) vrien-
de:ijke(n) gever of geefster zeer voor
de ontvangen Oldcnkott's plaatjes. Hij
houdt zich aanbevolen voor meerdere
exemplaren.
WIM SPOOR, Wester® racht 21 z.,
vraast van Vcchtpl. de nis 18. 22, 24,
37. 40, 48, 102. 103, 105, 106, 109. 117,
142, 134, 13G, 137. Ook vraagt bij Ter-
wee's pl. Hij geeft er voor terug naar
keuze 3 Vechtpl.. 2 IJeel-, 2 Bonte
Wei-, 2 Naarde.rmeer of 4 Maizcna's.
Asschepoester.
„lk heb je geborduurde jurk al in
een sopje.' zei Noor aan tafel te
gen To.
..Vind jij het fijn een geborduurde
jurk op zoo'n feest als bij de Van Oe-
verens?" vroeg To aan Noor, met een
gezicht dat d lidelijk tc kennen gaf,
dat zij liet in het geheel niet fijn
vond.
„Wou du juffrouw eoms in 't zij
gaan?'' pluagda de gymnasiast.
Vroeg ik jouw wat," hitste To.
„Zeg, To, wit reusachtig, dat jij
daar gevraagd bentl" zei Jan harte
lijk.
„Hoe kwamen ze daar eigenlijk
toe?informeerde vader.
„Helena van Oeveren zit bij mij in
de klas. En ze heeft de gehecJe klas
genoodigd, omdat haar ouders hun
koperen feest vieren."
,,lk wou, dat ze een zusje in mijn
klus had," pruilde Nel.
„Of een broertje bij mij," meesmuil
de Frits.
- ,,'t Is een eenigst poppetje," ver
telde Wim. „Ook om te benijden!"
Vervolgde hij op minachtenden.toon.
„Ze heeft maar altijd fijne jurken
aan uit Parijs," spiralk To.
,Voor mijn -part kwamen ze uit
Amerika, al was ze zoo rijk als een
millionnairik /eg maar alleen, is
alleen, vond Wim.
„Maar To heeft zin in die buuen-
landsche garderobe. Niet waar, kind?"
vroeg vader lachend.
„Wat heb ik nou ook?" klonk het
ontevreden terug.
„Drie schattige broertjes," somde
die plaaggeest van een Wim op.
„En.mij," riep Nellie.
„Wat voor jurken; bedoel ik," zei
To op korzeligen toon.
„To, kind, die geborduurde jurk is
lieusc-h snoezig.- Ik zal er een licht
blauw zijdien ceintuur omstrikken en
als je een zelfde kleur lint in je haar
doet, zul je eens zien hoe keurig je er
uitziet. Ik herinner me nog goed dat
onze koningin, toen ze nog een prin
sesje was. altijd wit geborduurde jur
ken droeg- O! wat had ik toen dol en
dolgraag ook zoo'n jurk gehad."
,En waarom kreeg je er gieen?"
vroeg To.
Evén zweeg Noor. 't Was of ze iets
moest wegslikken, iets heel, heel moei
lijks en heel pijnlijks. Toen keek ze
To weer aan en «prak „Omdat moe
dor het. niet betalen kon. Ze was we
duwe en bijna altijd ziek."
(Wordt vervolgd.)
DE ZILVEREN LEPEL.
{Een ware geschiedenis.)
Door FRBDER1KA COHEN. 14 jaar.
„Toe. grootvader, vertel u eens, hoe
o toch aan dien ouden zilveren lepel
komt. u heeft, het al zoo lang beloofd."
't Was op een winteravond, echt ge
schikt om te vertellen, dat Jnmnie,
mijn jongste zusje, dit aan grootpa
vroeg.
„Luister don, maar roep eerst Broer
eu -Riek ook."
Nu. daar kwamen ze aanzetten, het
onafscheidelijke tweetal. Vlug lieten
ze de poes, die ze aan t kleeden wa
ren. los. We gingen gezellig om groot
pa heenzitten en deze begon
.Toen ik nog een jongen van een
jaar of 10 was, woonden mijne ou
dere en ik in de stad Groningen. Vlak
langs ons huis -liep een breed kanaal,
het Winschotcr diep. Op een dag alen
we eens visch, en daar dit nog al een
vuile boel maakt, zei moeder, toen we
klaar waren, tegen ons dienstmeisje
„Tine, gooi de afval maar vast ln 't
water, dan is dat tenminste weg."
Tine doet de rommel in een papier
en gooit alles in het water. Maar
opeens roept ze O. mevrouw, de
vischlepel." Deze was per ongeluk tus
schen de afval gekomen. Met een lang
viechnet probeerden we hom er nog
uit te halen, maar nHes tevergeefs, de
lepel was en bleef weg. Jaren daarna
werd het Wint*boter diep gedempt, ik
was toen 17 jaar en had eind examen
gymnasium gedaan. Het was leelijk
weer en daar ik niets betere Ie doen
had, was ik aan 't kijken, water al zoo
opgehaald werd, opeens zag ik temid
den van een hoop modder en vuil iels
glinsteren, en jawel, het was de lepel,
vuil en zwart, maar toch nog herken
baar. Gelukkig hadden we nflg net
zoo'n lepel. "We lieten hem aan de
werklui zien en toen gaven ze ons den
anderen lepel. Na een flinke fooi gin
gen we met onze buit het huis in. We
hebben den lepel mooi opgepoetst en
als curiositeit bewaard. Mooi blinkend
is hij echter niet meer geworden. Nu
is mijn verhaal uit. Toe, Riek. steek
de lamp eens aan, we gaan dadelijk
eten."
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kind-er-Aifdeehng moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, BSocmlïofstraal 5.
In de bus gooien, zonder aan
schellen!)
Nieuwelingen zijm'COBNELlS PHI
LIPPO, Gen. de Wctstr. 32, oud 11
jaar; FRITZ NOLLES, oud 8 jaar,
Jans weg 57.
THEEROOS en KLIMOP. 't Spijt
me, dat ik jullie niet gezien heb. Za
ten jullie boven? Het doet me ge
noegen, dat het boek naar je zin is.
KARKL V. Je hadt 28 JuÜ 6
raadsels goed. Die 1 moest 0 zijn. Je
ingezonden strikvragen zijn got-cL
ANEMOON en MOSROOSJE. Per
abuis heb ik de vorige week niet
verin- ld, dut jelui 5 raudaels goed had
den. Ze staan echter opgeteekend. Je
ruil--nanvraag heb ik nu tevens opge
nomen.
SNEEUWWITJE. Het zonnetje
wil thans ruimschoots haar scha
inhalen. Genieten jullie heerlijk? En
hoe lieb je liet in Santpoort gehad?
ROODKAPJE. Prettig, dat de
wedstrijd Ln je smaak valt. Welk on
derwerp heb je uitgekozen? 13en je
veel uit geweest?
TIEKIE- Je wonsch om mooi
weer is spoedig vervuld. Hebben jul
lie al heerlijk geprofiteerd van onze
mooie omstreken?
- PIENE Hoeveel keer ben je al
van dc duinen afgerold? Wat een bof,
dat jij de atlas van bus mocht hebben.
Mijn dank voor-de gezonden plaat
jes. Er zijn liefhebbers genoeg.
DUIN-ROOSJE, De moeder van
dat kleine meisje vindt het zeker heel
prettig, dat ze zoo'n flinke kinderjuf
frouvv heeft.
JAN PIETERSZ. COEN. Ben je
niet zeeziek "geweest? En kun je de
Friezen goed verstaan? Wat ga je
doen, als je weer terug Sent?
PIETER MARITZ. Met het oog op
dat vacantie-onderw'erp, heb Sk de
termijn van inzending wat long ge
maakt. Hoe is het nu inet je verzwik
ten arm? Kun je er al weer mee korf
hallen? Je ingezonden, raadsels zijn
goed.
WILIïELMliENTJE S. Hoe vaak
ben je nu al naar dtuin gew eest? lk
denk, dat de regen door jouw gemop
per gauw up den loop is gegaan.
KANNETJE S. Jij kuilt van den
winter dus eigen boontjes eten. Die
smaken natuurlijk dvibbel zoo lekker
als andeis.
KLAAS K. Wat schrijf je al keu
rig. Ik ken wel'jongens en meisjes,
die veel oudier zijn, die bij jou nog
wel een lesje konden nomen. Js het
konijntje er al?
CORRilE K. Het doel me genoe
gen, dat Trijntje en Jo list naai- hun
zin Snebben. Wat leuk, dat je vow die
150 soldaatjes zoo n mooi theeserviesje
kreeg! Is Klaas al eene bij je op de
thee geweest? En heb je Woensdag
prettig in den Hout gespeeld?
JO en TEUN R. Nu, lk ben heel
benieuwd naar jullie opstellen.
ONRUST. Och. odi wat heb jij
toch al weer een plezier gehad. En
nu weer naar de Zaan! Veel genoe
gen en vooral mooi weer.
ACON1ETJE. Jij reist ook-maar
v an de cene plaats naar de andere.
En wanneer kom je weer thuis?
AART O. De meeste bramen zul
len er nu wel af zijn, denk ik. Smaak
ten de v isslijes 'lekker of heb Je er poes
op onthaald?
D. A. P. en C. L. J. DEN 1L Die
stad in Rusland wordt op verschil-
Gebraden haas.
De overervi
van zekere uiterlijk'
of psychische eigenaardigheden
vaak generaties overspringen en bij
voorbeeld van grootvader op klein
zoon overgaun, behoort voorzeker lot
de raadselachtigste verschijnselen vaar
de geheime werking der natuur. Alt,
men nu muur altijd wist, aan welke
voorzaten men deze of gene eigen
schap te danken heeft, dan zou uien
minder aangename „gescfaeiikvii der
natuur ma meer pieteit en onder
werping dragen en iu het onvermij
delijke zich sclukkcn.
Lcn neus als n augurk is gewis niet
odcl, maar wanneer hij, om zoo te
zoggen, «en legaat van grootpapa za
liger 'is, zoo kan men er in berusten.;
ook een krop onder de kan bekomt
door de omstandigheid, dat
een lieve tante afkomstig is, iets
meer aannemelijks en wordt door een
zachter Bcht bestraald.
Hier echter betreft liet oen over
geerfden van grootvader aCkomstigen,
onoverwinnelijken afkeer van gelira-
den haas. Die tegenzin nu berustte
niet op een luim of gril, zooale ouders
zoo gaarne igwloov'en, maar op een
Boodanagien afkjocir, dnjt die waar
schijnlijk met door ©ene hongorkuur
ware te overwinnen geweest. Mijn
grootvader had als kind, als jongeling
en man daarvan te lijden. Zoo vertel
de hij eens dat hij bij gietegeniheid
van een groote jachtpartij aan een
maaltijd deelnam, waar het gansdie
menu bestond uit gebraden haas.
Jlij was nog jong en was duchtig met
het geval verlegen. Doch uit zijn fativ
len toestand bevrijdde hem zijn
trouwe Nero, die onder de tafel ge
slopen was en zijn natten neus ondur
liet tafellaken door stak. De jeugdige
ja.eht'iiefheblHT schoof stuk voor gtuk
over den rand van zijn .boird, totdat
de igielheelö Ipotnbftq)- door den braven
hond verslonden was.
Deze eenvoudige historie, welke ik
in alle kleuren en geuren ontcibare
malen te liooren kreeg, beschouwde
grootvader als een der geniaalste
streken zijns levens, en als er van
iets dergelijks sprake was, dan zc-ide
hij steeds: „doe zooals ik en mijn
Nerol'* Daar de oningewijde dan wil
de weten, waarin het heldenfeit be
stond, beleefde het nog ad niet aan
grijpend verhand een ontelbaar aantal
herhalingen.
Na dtit te hebben Vooropgesteld,
kan ik kort en bondig mijn hazen-
avontuur verteilen.
Ik bezatx in een© provinciestad, twee
goede tanv.'s, trouwe zusters, die na
liet overlijden van wederzijdscho
eclitgenooten samenwoonden; levende
in gemeensch appel ijken rouw on voor
de opvoeding van een dertien jarigen
knaap, den zoon wan taut© Marie.
George heette de jongen en hij was
ecu rakker; toch hadden de tantes er
niet toe kunnen besluiten, hem naar
eene kostschool te zenden.
Kleine kinderen pleegt men door
het verhalen van de onbehoorlijke da
den eens Tijl Uilenspiegels of der-
gelijken deugniet op het pad der deugd
te leiden, totdat het negatieve opvoe
dingsmiddel omgekeerd wordt en veeH
zooveel mogelijk volmaakte men-
j «söj awnxi ujwviijr i'.uihimc iiivii-
tend* ge.-chrevm. dat taftiKhal M voortwld .kit, wier optw-
T Weet ,e al, Cfonberi-dV.,te
ja mat üt,,k maegaalf E,, Uuft Cam, e^adknlijlt, kdmUD
maar rustig bij moeder?
KONING DiER DWtBRiGEN. Ja,
zeker mug je ook vacantie-lierinnerin
gen van een vorig jaar in je ojiete®
vermelden.
THEODOOR J. O. Hoe kom je
nu san die wond? Doet het pijn en
mag je vyel spelen Je heibt geboft met
je niilaanvraag. Van harte beter
schap*
worden beschouwd en wier gerust
wordt opgeroepen, zoodra de knaap
of jongeling op genoemd pftd der
deugd bc-gint te struikelen.
Bijkans in iedere woning heeft mem
zoo'n heilzaam voorbeeld bij de
hand: ten huize der tantes vervulde
ik dit ambt Zoo vaak George ecne of
nndero laagheid had uitgehaald, werd
T, hem voorgehouden, hoezeer dit in
"SiïïïJS 12? c! tcfkaspraali mtl mijn, btpmkl™
w as, hoe geheel andere ik in een zoo
danig geval
enz.
gehandeld hebben
- hetgeen mij zeer zeker tot
papier bent weggetippeld, maar
hadt zes raadsels goed. Ik heb ze op
geteekend. Hoe gaat het met Pietje en
met Bep? Verlangen z© nil weer naar
school?
CONDUCTEUR. Het deed mij ook
zooveel genoegen, dat mijtn kleine
trouwe vriend nu eens een prijs had.
lk hoop, dat je het een heel mooi
boek vindt. Jij hebt maar een slimme
moeder.
F. F. G. Ben je nog m Schiedam?
Je hebt zeker heel wat wijsheid op zwa,e ^"1^*
„^nnn in <if» v™h L K,t n" louterend, de beminnenswaordi^heden
strekte, maar niet kon dienen om
George sympathie voor mij te
doen gevoelen. Boter is 'het, uit op
voedkundig oogpunt dergefliij'ke ïno-
delmenschen te kieoeai uit die geschie
denis.
Nu moet men weten, dat de tantes
me in jaren niet hadden gezien. De
herinnering werkt, zooale bekend is,
gedaan in de fabriek. Vond je het niet
verbazend gewichtig zoo met vader
uit te gaan?
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.
Haarlem, II Aug. 1917.
Bloemkofslraat 5.
treden meer op den voorgrond,
gebreken onttrekken zich aan den
achterwaarts ge richten blik. Tante
Marie en tante Agues waren, onder
elkanders suggestie, tot. zulk eene ver
eering van mijne voorlreffeilijke hoe
danigheden gekomen, dat bij baai'
het plan gerezen was, om mij, den
achttienjarige, te logeeit-n te vingen,
FEUILLETON
Naar het Engelscli vai»
A. E. \V. MASON.
344
Durrance kende de reden van El-
sa's aarzelinu. Maai' moraen zou hii
wee ziin en Elsa on weir naai' Done-
cal. Het was de moeite niet waard om
.dezen laster leizen te smeken. Kalm
.zei hii
U is niet rechtvaardig tegen
EBa.
Üd dit eenvoudig antwoord keerde
de kalmte van znrs. Adair lenig Ze
becreeo de nutteloosheid van al wat
ze gezegd had. van haar zwart maken
van Elsa en haar minachtend spre
ken. Haar woorden mochten al of niet
waar ziin. ze konden niets uitwer
ken. Durrance zou altiid met Elsa in
de kamer bliiven. nooit op het terras
met mrs. Adair. Ze werd z.ich haar
vernedering bewust en becon zich te
verontschuldigen.
Ik ben oen slechte vrouw, geloof
Ik Maar ik heb ook ceen erg gelukkig
'even gehad. Ze hadden den doorgang
bereikt en Durrance stond nu stil. ce
reed om aan lc hooren wat ze liem
te zeggen zou hebben. Ik trouwde toen
ik de school verlaten had. Ik was uoc
een kind en miin moeder beschikte
over mu. ongetwijfeld te goeder trouw
denkende dat ze voor mim bcstxyil
handelde. Miin moeder was een
vrouwdie gaarne de teugels in han
den had en ik was gewend om te ge
hoorzamen en trouw- en plichtmatig
met den man. dien hii voor me be
stemd had.
Maar. mrs. Adairzei Dur
rance. Hii was ouder dan u. dat weet
ik, maar hii was een goed menscli en
ik geloof zeker, dat hii veel van u
hield.
Dat is waar. En in het begin was
ik ook tevreden. Maar ohoe saai
en duf was miin leven. Saai O. u
niet duizend dirmen. die uw leven vul
len. kunt u niet voorstellen, hoe saai
dal leven was. En dal was niet alles
ze aurzelde ever. en ging toen door
Ik was totaal onwetend van vele din
gen. toen ik trouwde. Ik dacht, dat
dit nu het leven van alle vrouwen
was. Maar al gauw kwam de twijfel.
Ik becreeo. dat er iels anders be
stond. zoo niet voor mii dan toch voor
anderen. Dat zae ik wel. Eens kwam
ik een man en vrouw voorbii. Haar
stem en haar blik. toen ze dien ander
aanzag zeiden mii. dat anderen meer
hadden dan ik. En miin moeder had
mii de gelegenheid benomen om dat
te bereiken.
Mis. Adair soak nu kalm en heel
eenvoudig. Ze vroeg niet oih medelij
den. ze verontschuldigde zich ook niet.
Alle stugheid was uit Durrance's ge
laat verdwenen en hii luisterde ge
duldig toe.
Toen kwam u. ging ze voort. Ik
ontmoette u. en nog eens en nog eens.
Toen leerde ik niet alleen dat er iets
anders bestond. maar wat dat an
dere „was. Toch was het mii natuur-
liik nog ontzegd. En in weerwil daar
van gevoelde ik mii gelukkiger. Ik
dacht, dat ik ecnoeg zou hebben aan
het feiL dat u miin vriend waart, dat
ik uw succes kou meeleven en er
trolsch on kon ziin. Maar Elsa
kwam en u werd door haai- aangetrok
ken. ODeens o oneens Had het
maar wat langer geduurd Maar dat
maakie ine doodongelukkig.
Ik wist er niets van. zei Durran
ce. Ik heb het nooit vermoed. Ik ik
vind liet heel treurig.
Ik zorgde wel. dat u niets ver
moedde. Maar ik trachtte u te behou
den met inspanning van al miir
krachten. Geen koppelaarster ter we
reld lieeft ooit zooveel moeite gedaan
om twee mensclien biiecn te brengen,
als ik. om Elsa en rar. Fevershata sa
men ie voegen. En ik slaagde
Durrance kreeg een schok. Dus dit
was liet begin van de lieele droevige
geschiedenis. Welk een groote gevol
gen hadden kleine oorzaken. Harry's
leed. de spannende maanden, die nu
voorbii waren. alles had zijn oor-
surong gevonden, iaren geleden, toen
mrs. Adair moeite gedaan had om
Harrv en Elsa tezamen te brengen.
—Ik slaagde, ging mrs. Adair
voort. Op een morgen od de Row ver
telde u mii hun engagement lk was
in den zevenden hemel, 't Volgende
OOKCivblik sloeg u al miin blijdschap
den bodem in, toen u me vertelde,
dat u nnar den Soedan vertrok. U
bleef drie iaar weg. Geen gelilkkige
iaren voor mii. Miin man was gestor
ven. maar u weed blind en ze legde
beslag od u. U ziet hoe mijn leven
geslingerd werd. Maar dez© maan
den ziin het- ergste geweest.
Ik vind liet heel treurig, lier-
haalde Durrance. Hii was er verlegen
mee. Ja. ze had een harden striid ge
kend. dat itas zeker. En hii begreep,
waarom ze Elsa's geheim liad verra
den. Er was niets meer le zeggen en
hii stak haar de hand toe.
Vaarwel. Zei ze. en Durrance
ging naar ziin eigen terrein en lien
op ziin huis toe.
Mrs. Adair stond lang nadat hii
verdwenen was. hii den doorgang.
Ze had liaar mil afgeschoten en nie
mand gewond dan zichzelf en den
man. dien ze liefhad. Ze zae dat heel
duideliik.
En vooruit ziende, begreep te. dat
ten einde door bet in levende lijve
voorstellen van een zoo-hel stralend
voorbeeld krachtig in ie werken op
het verdorven gemoed van den jon
gen, dl« xioh wodor aan oen ergerlijk
misdrijf zeer afkeurenswaardige
dieremniKhandeling nog wel, had
schuldig gemaakt.
Mijne oudere Juuixh-n er niets lo
gen; ik was ail een als kind bij dc
tantes geweest. Ik reisde dus naar
haar toe en naar no Geoige, bet
enfant terrible. Het spreekt vanzelf,
dat de knaap erg benieuwd was, den
tegenvoeter san zijn perso<ui tc lccren
kennen. De \ooriiefde, die zijne bei
de opvoedsters mij sleede betoond
hadden, lw/1 in zijn zwarte ziel eene
verklaarbare jaloezie opgewekt, en
misschien ook wel ©en zeker voor
oordeel, hetgeen hem in zooverre to
veaigowui was, ook door mij, die
grootendoels onbekend was met de
vereerende rol van „braven Hen
drik", tot dusverre ten huize der gooi©
tantes vervuld.
„Zoo is dat hem' dacht de kleine
deugniet, toen ik, dad ui ijk van het
station komende, do kamer binnen
trad, <ie vier uitgestoken handen vat
te en hartelijk verwelkomd werd met
een kus, die niet door mij wae uit
gelokt.
De indruk, daen ik op die ernstige,
treurende domos maakte, schoen dc
voordeollige opinie, da© zij van mij
koesterden, te bevestigen. Gelijktijdig
richtten zij de blikken vedbeteekenend
op George, alsof ae wilden zeggen
„zie je nu wd, wat h net, ordent. ijk
jongmensch dat is!
George aaide zwijgend en aarzelend
even de door mij opgestoken hand.
In zijne oog-en las ik die gedachte: ..ik
moet niets van hom hel ben"!
Dc tante» ntfornioeixlk-n, [terwijl
haar pupil in de kamer blijven moest,
niet hartelijke belang*telling naar
mijne famiüie; ik beantwoordde, alles
zoo om standi®, ails blijkbaar ge
wensoht wend. George zat. zich te ver
velen, keek nu eai dan van terzijde
mij aan en hoorde toe. En tef&ems na
men do tantes de gelegenheid te baat,
om er opmerkingen tusschen te voe
gen: „zie jc nu, Georgè, hij is altijd
gerogdd overgegaan en jij bent op
schooi Wijven zitten! 2öe je wd, hij
doel dit en Jiij doet dat enjij
Dit ging maar zoo voort wd
vleiend, maar toch benauwend voor
het toonbeeld van volmaaktheid.
George nam al die verwijtingen
schijnbaar kalm ophij had den
mond ternauwernood nog geopend.
Hoe zware beschuldigingen de vrou
wen hem ook in 't aangezicht slin
gerden, Jiij droeg ze waarschijnlijk
was het mijne aanwezigheid, die hem
in 't geval deed berusten. Mij echter
werd liet angstig te moede.
Eindelijk werd het opvoedkundig
gesprek*afgebroken v\e gingen aan
tafel. De eetkamer was. evenals de
geheele woning, deftig ingericht; het
zag er zoo- ordelijk, welhaast overdre
ven net uit als in 't, rcliquieénkastje
van een oude vrijster, wuar zelden iets
van de plaats komt. Talrijke vrouwe
lijke handwerken hingen of lagen op
daarvoor bestemde plaatsen alles
was gebreid, gehaakt of op andere
wijze door bekwame en geduldige
vrouwenhand versierd.
De gastvrouwen bleven met onder
scheiding mij behandelen het kwam
mij voor, als wilden zij hierdoor
George \0or oogen stellen, hoe schit
terend braafheid en welgemanierd
heid hier op aarde worden beloond.
Door dit alie6 moest er opstand ko
men in de ziel van den kleinen bengel.
Die voortdurende berisping en terug
stelling moest hem krenken ik ge
loof, dat een ander 'I. niet zou hebben
verdragen, maar hij was er nu een
maal aan gewend en onvatbaar ge
worden. Slechts eenmaal trilden zijn
lippen toen tante Marie tot hare
zuster zeide Ik hoop het beste van
den invloed van onzen jongen gast,
die in alle de meerdere van -George
is ook in lichamelijke kracht hij
keek me «ven aan als wilde hij
gaarne me eens te lijf gaan en stak
zijn vork zoo heftig in een stuk visch,
dot de beide vrouwen Ontzet terug
deinsden.
George 1 kreten zij gelijktijdig.
7Ae toch, hoe je neef zit te eten let
toch op! en tante Agues voegde er
bij gisteren heeft hij met de vork
in een damasten servet gestoken]
In een nieuw? vroeg zijn moeder
verschrikt de zuster krukte
George bleef stom als een visch. Hij
moest mij verwenschen.
Zoo werden de schermutselingen
voortgezet zelfe toen hij een aardap
pel op zijn bord liet liggen, werd hem
gewezen op mijn voorliefde voor die
knolvruclu. Ik bemerkte, hoe hij niet
toenemende -verachting schuin naar
me keek de gal liep hem over, maar
hij blee-1 zwijgen.
Na de visch kwam gebraden
haas jawel, helaas gebraden haas.
lk ontroerde.
Ik bedankte, toen de schotel mij
aangeboden werd.
als Durrance Elsk niet aan haar 1-e-
lofte hield en medecina naar Elsa's
ceboorteland. hii tenue zou keeren
naar ziin tehuis naast het hare
En duideliik beseft-- ze de dwaas
heid van haar biecht. Want onbevan-
een. als aoede vrienden, zouden ze
nu nimmer meer verkeeren all^J
zou in huil herinnering blijven liuu-
cen dntizene wat ze hem had toever
trouwd on den middag, voordat hii
naar Wiesbaden vertrok.
HOOFDSTUK VI.
O d d e n N ii 1.
Het was een hardvochtig land. bei
woond door hardvochtige menschen.
vond Cahier, toen hii den Nijl afvoer
van Wadi Haifa naar Assoean. ge
durende ziin driemaandi lijksch ver«
lof. Hu leunde over het liek van het
bovendek der stoomboot i /nu neer
on liet benodendek. Daar. tusschen «Je
inlandsclie passagiers in stond een.
anaareb. waaron de weerlooze figuur
van een Arabier lag uitgestrekt. Dien
morgen voeg was de angareb aan
boord gedragen door twee Arabieren,
die nu zaten te lachen er« granncn te
verkoonen od eenigen afstand van hun
zieke. Of het een man of een vrouw
was. zon Calder niet hebben kunnen
zeggen een zwarte sluier lag over het
gelaat gespreid, zóódat men niet kon
Toe. neem toch wat..., drong taa
le Marn: aan.
Hij is tóch zoo bescheiden!
kweelde tante Agnes.
Zoo. nóg ten stukje! animeerde
tante Maric.
Toe, bedien jij hem eens, liev e l
zei tante Agues.
Klets, daar lagen twee groote stuk
ken op mijn bord en het was me niet
mogelijk, er een enkel hapje van te
genieten. Zou ik mij zeiven on de tan
tes nu beschamen door to verklaren
-- Met mijn model-opvoeding is liet
ten eindeik kan uw eten met xer-
zwelgen dat geeft 'n malheur!
En iets op je b<-rd laten liggen
ik had het pas vei nomen ware nier
halsmisdaad.
Tenviji ik in die grenzenlooze verle
genheid verholen, als verwachtte ik
vreemde hulp. van links naar rechte
keek, bemerkte ik vóór het eerst, tus-
Bchen schoorsteenmantel en klavier,
een aardigen witten mops, die stil en
welopgevoed zooals alles in dit huis
('behalve George) daar zat en er op ge
dresseerd scheen, de disciigenooion
niet door bedelen lastig te vallen. Ge
geven den gebraden haas en den
hond, bracht de ideeen-aaeociatle on
verwijld grootvaders beroemden streek
mij in. herinnering Dat was eene in
geving!
Jk besloot dezelfde geschiedenis een
wederopvoering ie «ioen beleven en
sneed nu hel wildbraad, om in ge
schikte ©ogenblikken den mops een
stuk toe te werpen. Het ging boven
verwachting -de tante© hadden zich
weder vereenig'd om haar offer met
blikken te vernietigen en onbarmhar
tig de les te lezen. waard«jor mij -le
gelegenheid geboden werd, ongemerkt
hei eene stuk na het andere in den
hoek te efccamoteertn. waar de redder
in den nood zat
Op deze wjjze had ik behendig de
delicateeee opgeruimd er. mijn b rd
ledig gemaakt. O. beste grootvader,
hoe" had ik ooit kunnen denken, dat
uw geniaal voorbeeld me eenmaal uit
fataler, toestand zou hebben bevrijd!
Plotseling kwam er onrustbarende
beweging in George, zijn mond open
de hij wijd, om een overmoedig luid
„Hohaba, kijk *res!" uit 1e stooten
daarbij stampte hij van genoegen en
opgewondenheid met den voet en met
den vinger wees hij naar den hoek,
waar de hond zat.
liet sneeuwwitte vel vertoonde over
al sporen van saus. de stukken gebra
den haas lagen op bet tapijt en onge
lukkig ook op het blauwe atlaskueaen.
waarop het mormel zat, dat mijn goe
de gaven had versmaad.
He hond was opgezet
De deugniet brulde van 't iaehen ett
danste op Mn been het gejubel van
leedvermaak had hem de oogen met
tranen gevuld.
1-k sloeg de oogen. neder en ik er-
beidde het oogenblik, dat de grond
zich openen ©n mij verzwelgen zou.
De tantes waren diep verontwaar
digd, ook omdat ik zoo van mijn -troon
gestapi was - en op glibberig ter
rein mij begeven had.
George zegepraalde.
Den volgenden morgen reisde ik af
Binnenland
De zeevaart.
V e r k e e r met Engel an d.
Ynidaaochtend ziin te Hoek ven
Hollan-l van Engeland aangekomen «le
stoomschepen Notts cn Kilkenny me*.
1252 zakken brievenmail. 1335 zakken
binnenlandsche en 16893 zakken bui-
tenlandsclie oost aan boord.
Be vei! igingdersche i>en.
De zeeifleepboot Witte Zee, gechar
terd door tl© Ncdmlandsclie rugee-
ring, aa^te Nicuwediiep gestation-
neerd worden. Wanneer «le recde-
rijen mededeeling hebben ontvangen
van de komst van schepen, zviÜen zij
daarvaft te bevocgder plaatse te s-
Gravenlrage bericht geven. Van «laar
uit zal men zich dan in verbinding
stellen met den steHangc«>mman<lant
ln den Helder, op wiens waarschu
wing de Witte Ze© de sdiepen tege
moet zal gaan. ten einde deze te be
geleiden.
Ce Voedselvoorziening
Opdoen van w i n t e r--
aard appelen.
De INIed. Roomsch Katli. Midden
standsbond heeft een adres gericht
tot den minister van landbouw, waar
in wordt betoogd, dat het bewaren,
van winteraardappelen door particu
lieren, die daarvoor geisgmbeéd lieb-
hen. met meer zorg kan geschieden,
dan wanneer dit van rijkswege jge
schiedt.
Wanneer ©en particulier nu reeds
sen zekere hoeveelheid winteraardap
pelen mag inslaan in mindering van
het hem toegestane quantum, gelijk
in sommige plaatsen bij de bi.uwl-
rtoffendistrifcuiie het geval is, zullen
de belangen van de minvermogenden,
zien of het een baard droeg.
Het zonnelicht naderde al meer «lc
angareb. De inboorlingen gingen in
de schaduw zitten, maar niemand ver
zette de angareb en Calder zac «ie zon
lamrzaani voortkruipen over het be
wegingloos© lichaam. Meedoogenloos
brandden de gloeiende stralen eimle-
lilk on het gelaat, waaron gen trek
king bewees, dat de hitte gevoeld
werd.
Calder schreeuwde tegen de beido
mannen
Heila! Zet die angareb eens in
de schaduw En gauw wat!
De Arabieren stonden treuzelend
cm en gehoorzaamden.
Is het een man of een vrouw
vroeg Calder.
Een man We brengen hern naar
het ziekenhuii. Ie .Assoean. maar we
weten niet of hii 't overleven zal. Drie
weken geleden is hii uit een palm
boom gevallen.
Jullie geeft hem iels tjkti' n of is
drinken.
- Daar ia hii te ziek voer
Het was de*gewone gang van zakort,
vnor!spruitende uit het fatalistisch ge
loof. «lat hier de menschen beheersch-
te Dié gewMiu'e hail waars,luinluk
geen nmler letsel bekomen dan e-n
kneuzing. «Le hii eenigo verzorging
met een naar dagen genezen zon ziin
geweest. A\
ordt vervolgd).