RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. SJSTS "SSSiJl i0IT»n 1'Z"ai D~r de gelieelê jongen»..haan uit- De vier Veereii. ZDEBLAD - ZATERDAG 25 Augustus 1917 Raadsels Idaantctjes met blonde en donkere lok ken trippelden de hardsteenen stoep \UKLV raauecis tijii ane op en wipten vlug naar binen. Dirk, door jongens en meisjes, die ,,Voor de huisknecht stond achter de deur en Onze Jeugd" lezen. De "namen der met een voornaam knikje wees hij kinderen, die mij vóór Woensdag-1 naar' de ontvangkamer. Helena van middag 4 uur goede oplossingen zen-iOcvercn stond bij den ingang en den worden in het volgende nummerheette iedere nieuwe gast -welkom, bekend gemaakt.) i Haar neefje Frans geleidde de jonge Iedere maand worden onder de bee- dametjes naar den hoek van de ka- te oplossei.s twee boeken in pracht- mer, waar te midden van een hand verloot. j sierlijken .palmengroep het bruids- 1. (Inge/., door Embong Plosso). paar gezeten was. Verscheiden Ik ben een plaats in Friesland van meisjes hadden een afspraakje ge- 4 letters, verander mijn hoofd en ik maakt om samen te komen, ben een plaats in Gelderland. j Wanneer je voor het eerst kwam en 2. (iTigcz. door Max Lindner.) I dan ijog alleen, kreeg je zoo'n zie- Ik (ben een plaats in Groningen,lig gevoel over je. 't .Sprak vanzelf, keer me om en ik 'ben een lic'haams- j dal Lien en To al dagen van te voren deel. besproken hadden, dat ze met haar 5 (Ingez. door Aconïetje.) beidjes zouden gaan. To woonde het Ik ben een plaats in Oostenrijk van I verst, dus die zou Lien afhalen. Maar 6 letters; laat miïn fete letter weg den volgenden morgen was Lien op en ik ben een gewicht. j t. (Ingez. door Dirk en Hendrik Derr.) Ik ben altoce in de vreugd, m t midden van de jeugd Maar bij vermaak en pret ik nooit miiri voetjes zett Wie ben ik? 5. (Ingez. door Annie Eggeraat.) Ik besta uit 4 letters en ik weet, gewenden naar To gehold en had verteld dat moeder een vigelante voor zou 'aten komen en daar moGh- ten ze met haar tweetjes in. ..Gewoonweg eenig!" juichte Lien. „Stel jc voor, net groote dames," vond To. Arm in arm waren ze toen school- waarts gegaan, al maar babbelend over de naderende pret, af en toe neu- onuitstaanbaar vonden, was nu zoo galant. Als blijk van verstandhouding, knipten ze"elkaar eens toe. (Wordt vervolgd.) dat jullie allen van me houden. Neem riöad de coupletten uit. do voordracht, één van mijn letters weg en ik ben Qp school waren hjrt in deze dagen een viervoetig dier. j echte woelwaters en de onderwijzeres 6 (Ingez. door Marietje Kohl.) verlangde misschien nog vuriger dan Mijn geheel is een wensoh van 26 jiaar jeenlingèfcjee, dat de Jee«stdag lettere, waar ieder Rutoriekerlje mee niaar was aangebroken. Bij de meis- Instemt. I jes thuis was het al niet anders. De 9, 11 12, 7 is een drapk. partij van de Van'Oeverens was het 26 lo 16, 5 is nie't levend. onderwerp van den dag. Heel wat 25) 18, 19, 22, 2 is een stof, waar 1 moedertjes zaten de laatste dagen nog takken 'van gemaakt worden. i jjVerig te naatem om toch maar te 24 11 wordt gegeten. I zorgen, dat haar meisjes netjes voor IS- 6, 1, 26 12, 17 is onder den den dag kwamen. Noor had wel een grond. I half uur staan strijken op Tos ge- 3, C. 23, 10 wordt vaak op een hoed borduurde jurk. Maar die was dan ook gedragen. 20, 21, 1 is een éénhoeyig dier. 17 8' 20, 11. 23 maken wij nooit. 10* 11 12, 13 is een meisjesnaam, li) 15.' 16, 17 is een voorzetsel. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der Ivorige .week zijn 1. Paros. 2. Milaan. 3. Zooals de ouden zongen, piepen de jongen. 4 -Dijde dog. 5 Mees Kees. 6. Den, eik, els, iep, beuk, olm. keurig geworden. To was er zelf paf van. Ze had natuurlijk liever een stofje aan gehad, maar in haar hart bekende ze dat de geborduurde jurk wel honderd procent meeviel. Met de lichiblauwe ceintuur en de nieuwe zijden strikken in het haar, zag ze er heusch allerliefst uiL Noor had haar alle dagen les gegeven m het maken van een nieuw kapsel en ze moest dan ook bij de garderobe wat mcoie haarspelden meenemen. Ze kenden het stukje, op een prikje. Ze hadden een keer bij mevrouw Vreeburg en een keer bij To gerepe teerd. Noor had er tranen om moeten lachen vooral om die boersohe spraak van Lien. En wat stond dat^ ka^je Goede oplossingen ontvan0en van - E-, klotste ze grappig Gi aa>f Flo ris V 6, Arend o, Batavier j zwarte klompjes. Noor vond, 6, Karei V 6, Onrust 6, Acunietje 6, P jaar ouder ieek, mei Pinksterbloem 6, Mxentje^ en Pauli'en- iantre rokken en dat opgestoken tje van Amstel 6, a Goudkap,» dre'g aer ïijicn Japonnetje, 6. Roodborstje 6, Blody F°kft5u^e0 he, k]eed ujt haar droomer.. Mevrouw - t Overmeer 6, Corne- het Rieeo nu een Oveimeer G, Aart Ovemeer fa Lorne- get-rfd van een lis I'iiilippo G. JanHarmgheM.ch.el ^«hurgnac^ vera£hillende geie- Aoriaansz. de_Rmjter 5, Glaz^nmuH- genheden had ]ic-t al goede diensten gravin uit den i ze op schilde- Frits, die om een den^oll'ander^Ó. ^^ihclniiemje Sol'uU ^^j^bênt net een ««wu u» ter 5, Tannetje Schutters Koai.^1 SeQ tijd, Z'oais je ze op schude der Dwergen 6, P Jansen 6, ^mi zi]ct." zei Frits, die om een Spoor 6, Dirk Oschatz 6, hoekje van de deur kwam gluren. Oschatz G, Duinroosje 6, Alpenroos-: ,r. To „^vleid ïe r'ondimtem- 6* Joen ®P "ien <e£Stavond !iet mevrouw SS,SSK&i A Sr» Piene Vrtobnrg «er. he. r „tuig hi, To voor. VSR rJR 3BK i SSï'^iTïa^r-frj0"""h"u-" j,U. 6, Roodkapje 6. Gondvi»«hje 5,MJ gevolgd W 5°,°ri.eiden?ar 5, Kerstboompje riMette" 8le"*™d™ "°g 6, Ordhidea 5. Jan - Rnil-rubHek. PIN ICSTER/BLOBM, Linschoten- gele'ide gedaan, stapte To in het rij tuig. ,)je ziet er 'cbattig uit," zei Wim. En aan zijn toon bemerkte To, dat hij het meende. /Dag, dag!" riepen ze in koor en straat 38. vraagt IJsco-beertjes in ruil Tg' hoorde hen nog, toen ze bij de Kwatta-so'daatjes, 1 tegen 1. GOUDKOPJE. Van Marumstraat £0 t.. vraagt IJcelplaaHjes, in ruil voor Zuiderzee-plaatjos. MIENTJE en PAULIENTJE v. A. Jan Nieuwenhuizenstraai 33, vragen van IJselpiaatjes de nrs. 2, 8. Zl, 26. 32 34 43, 48, 50. 51, 53, 06, 63, 75, 79, 01 26,113, 114. 122, 130, l-«&— 137. Ze geven er andere IJsel-plaatjes vooi terug. 1 tegen 1. ROODBORSTJE, Spaansöhe Vaart- straat 22. vraagt Vecht- en Naarder- ioeerplaatjes in ruil voor Vaderl. Ge- sohiedenisplaa-tjes. TAN-NETJE SCHUTTER, Spoor wegstraat 12 r, vraagt van Ge>9Chie- deojsplaatj-es de nre."4, 5, 710, 12 18, 21—24, 2931, 33. Si, 36, 37, 39, 41, 44, 46, 47. Asscbepoester. 6. HOOFDSTUK 13. Het feest. Rijtuigen en auto's rolden af en aan en hielden stil voor het groote huis van da Van Oeverens. Lichte ge- Vree"burg6 st.ii hield. Toen ze samen verder reden, moesten ze elkaar eerst eens monsteren. Lien had haar nieu we jurk aan. „Vanmiddag pas van de naaistCT gekomen," vertelde ze aan To. „Hij is leuk, hè?" informeerde Lien. „Leuk, zij is prachtig." was To's oordeel en ze voelde weer iets als ja loezie tegenover Lien, die toch altijd veel mooier gekleed ging <ïan zij. „Wilden de jongens niet graag mee?" vroeg Lien, die al lang niet meer aan haar nieuwe jurk dacht. „.'Nou, dat begrijp jc." To vertelde, hoe ze om het rijtuig geschaard stonden. Zo konden soms vreeselijk plagen-, maar ze hield toch veel van hen. Vooi geen geld van de wereld zou ze eenig kind willen zijn. ZeLCs voor de allerprachtigste jurk niet. Ze hielden 6til. „Net twee prinsessen," fluisterde To, toen ze door een haag van nieuws gierige men-schen de deur bereikten. Anders vonden ze Heieen van Oeve- ren altijd nog al. op een afstand, maar nu vonden ze haar bijzonder aardig. „Jullie zijn de laatstcn," zei ze en vervolgde „Ik was zoo bang, dat jullie niet -kwamen." En die Frans, die ze anders zoo Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Af dool ii ig moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Bloemhofstraat 5. In de bus gooien, zonder aan schellen!) BATAVIER mag sijn schuilnaam houden. C. B-, JAN PIETERSZ. COEN, ON RUST en M. A. DE RUYTEll bedank ik hartelijk voo rde mooie prentbrief kaarten. VIOLET. Leuk, dat jij ook weer boven water komt. Waar beo je het zoo druk mee gehad en hoe is het met broer? Tot de volgende week? CORRIE K. Vind je.het weer prettig op schooi? 't Is nog ang licht, dus na schooltijd kun je ook nog van buiten profiteered Ben je Woensdag nog naar Groenendaal geweest? ROODKAPJE. Ja kind, aan alles komt een einde, ook aan de vacantie- pret. En oj> sLot van zaken is gere gelde arbeid toch het allerprettigste wat er is. 1 September moet je op stel in mijn bezit zijn: Hoe is het met de begonia? Komen, er nieuweknop- pen bij? SNEEUWWITJE. Wat heerlijk, dat moeder nu bij jullie thuis mag blijven. Als 't nu maar goed b ijlt gaan. Was Corrie heetemaal niet boos om T bijna verongelukte viool tje? Toch nog beter een gebroken plantje, dan een gebroken aim of been. Zei moeder dat ook niet? TIEK1E EN P1ENE. Is zus nu weer klaar? Hoe is het met het klier gezwel? Is ze er al mee naar den dok ter geweest? Zijn jullie nog naar Bloe mend aal gegaan? Nu de verveling om e$n hoekje kwam gluren is het maar goed, dat de schooi weer begonnen is. CHARLIE CHAPLIN en B1LLIE RITCIIY. Hoe is het met de reis naar Alkmaar gegaan? Als ju Mie die wandeltocht volbracht hebben, zullen jullie jo voeten wel gevoeld hebben. Vertel me eens, hoe lang jo er over deed. JAN VAN H. Wij Haarlemmers hebben altijd nog een streepje voo'r bij julLie dorpelingen. As jij je eigen kaars mee inoet nemen voor de Avond, school, denk jk, dat je een heel klein tje meeneemt. Wanneer die opge brand is, ga je meteen huistoe. Denk ik te slecht over je? I JOOST VAN DEN VONDEL. Je raadsel is goed. j JO en 'TEUN R. Zijn de opstelien I al af? Lees ze dan nog een keertje" over, voor dat je zo inzendt. JAN R. Dat was éen ouderwet- sciie lange brief. De vacantie begon 1 wel terurig maar het zonnetje heeft ons toch met in den steek gelaten. En I wat een bof, dat je een [iets gekre-, gen hobl. Ik denk, dat er menig jon getje is, die er langer dan „1 1/2 jaar j om gezeurd heeft" en er ifog geen i Pijk is. Nog wel gefeliciteerd met An nie's verjaardag. Prettig, dat het ook een vacantiedag was. Jo hebt natuur- -rjk aan al de visite je fiets laten zien. JAN PIETERSZ. COEN Wel be dankt voor je mooie kaait uit Heeg. DUINROOSJK. Is het je goed be vallen op school?' WIM, PIET en BEPPIE S. Je raadsels zijn goed! Wanneer gaan jullie naar Artis? Veel plezier saam pjes. KONING DER DWERGEN'. Je hebt hel vereischte aantal raadsels goed geliad. dus je moogt mee loten. TANNETJE S. Is het wedstrijd- werk naar wemsch geslaagd? W1 LHELMIENJE S. Je raadsel is goed. Ik moest lachen om dat ver haal van kleine zus. D. A. P. en C. L. J. EN H. Ge- tukkig, dat allo kwaaltjes weer gene- I zijn zijn. Ik vind het niets aardig van dat meisje, dat ze je de beloofde plaatjes niet gebracht beeft. j VINKJE.*—- Het doet me genoegen, dat broer ook nog een paar vrije da gen heeft gehad. Wat zul je flink leo- ren in zoo'n mooi lokaal. Me dunkt, je gaat nu voor plezier naar school, j M. A. DE RUYTER. Is jouw va- cautie ook al om? Jij hebt ook prettige j dagen gehad. i JAN 1LARINGH. Nu (1e vaca.dlie voorbij is, komen er langzamerhand weer oude klantjes opdagen, liet doet me altijd genoegen zo weer te zien. CORNELIS P. Ben je nog met i moeder naar duin geweest? AART O. Voor het jaar om is, geloof ik zeker, dat je 100 locomotief- namen gevonden hebt. Gezellig hè, om zoo a leen met vader uit te gaan. Prettig, dat ]o Asscbepoester mooi vindt. THEODOOR if. O. Was je niet heel erg blij, dat ja weer ioopen mocht? Nu maai' voorzichtig aan, hoor! ROODBORSTJE. Je raadsel is goed. GOUDKOPJE. Op 't oogenblik heb ik geen Uselpl. voor je. 't Is nu met den duren tijd een slechte tijd voor plaatjes. MIENTJE en PAULIENTJE VAN A. Konden die twee groote zussen niet van moeder aft Ik vind het niets erg en ik denk, dat moeder misschien net zoo blij was met je thuiskomst, als jullie btidjes. Is 't niet zoo? AGON1ETJE. Aardig hè, zoo'n klein konijntje. Voor je het zelf? ONRUST. Zorg nu maar, dat je er zoo gezond blijft uit aien. Jammer, dat je.een meisje bent,-anders moest je heusoli visscher worden, Ben je nog naar Kraantje Lek geweest? KAREL V. Heb je veel genoegen in Noordwijk gehodTWel bedankt voor je mooie kaart. Ik wou, dat ik daar voor een veerden dagen te logeeren werd gevraagd. Gezellig, dat je groou moeder ook mee ging. CHARLIE CHAPLIN en BILLIE RITCHIE. Zoo juist ontvang 'ik je kaart uit Alkmaar. Ik dank je -er zeer voor. Dus het doel te bereikt. Ik ben zeer verlangend er meer van te booren. Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN. Bloemhofstraat 5. Haarlem. 25 Augustus 1917. Een vieeselijke nacht. Door SHIMON MOS. De gezusters Lindebloesem, Sien- tje en Keetje, hadden altijd samen gewoond. Jaaenl'ang, op een stil ka mertje, drie hoog voor, in ©en groote stad. Haar iheeie leven waren zij ge stadig werkzaam geweest als ijveri- ge. plichtgetrouwe juffrouwen, die I gereedelijk van den een en dag ai den anderen uit naaien gaigen bij bur- I germenschen, waar zij een boter- i ham, soms een maal eten en een schamel loon verdienden. Dodh zij hadden niet veel noodig; leefden ui- 5 terst sober en ontzegden zich «ik ge- noegen, zoodat zij van hun gering inkomen geregeld nog eenige dubbel tjes en centen wisten te besparen, om als het mogelijk was, op hun ouden -dag van niemand afhankelijk te hoeven zijn. Het geluk was haar evenwel gunstig. Toen zij op het ge durig aandring:n van een voClhardand colporteur eens "n lot hadden gekocht in een buitenlandsche loterij, was er zoo maar een prijs opgevallen en wed zóó een, waardoor Sientje en Keetje alleen bij bet vernemen reeds, danig geschrikt waren, doch toen zij zich den prijs in klinkenden munt zagen voorgeteld, was him blijdschap groot. Van dat oogenblik af behoefden zij niet meer van den morgen tot den avond te naaien voor de menschen. Zij konden redelijkerwijs haar laatste le vensdagen onbekommerd slijten en nog een zeker bedrag besteden om aan een lang gekocsterden wensch te kunnen voldoen; het aankoopen van een 15 ef budtenüririsje, vriendelijk go- legen in haar geboortedorp. Daar wa ren zij nu been verhuisd en giezamen- i lijk hadden zij het opgeknapt, gemeu- beid en van verscheidene gerïeJIijkh©- den vooraten, <9 Het stukje grond, achter hert, huiisye, bleek uitstekend geschikt- om er aJiler- lei groenten en bloemen te telen. Bl- ken dag was oen tuinman aan hel werk om het eÜipsvoranSge vak in de nabijheid, van die serre zoo spoedig mogelijk te herscheppen in een vroo- lijk, skloung p'Jokge, waarop het oog met welgevallen zou rusten. 's Avonds zaten zij knus bij eJkaar; lazen een boek of hot plaatselijk nieuws uit de kront, deden een dutje, maakten een handwerkje, gebruikten een kopje thee of een bakje koffie, met een zandkoekje, waarop zij bei den dx>l waren, of keuvelden samen over baar gieluk, haar rust en de vre dige stilte in deze landelijke omge ving. Ja stil was hut wtd... dat viel erg op, wanneer je uiit zoo'n drukke buurt kwam, waar zij gewoond had den. Na achten hoorde je op het dorp niets meer. Er was dan blijkbaar nie mand meer op den weg. Ook in den nacht vernam jo geen enkel geluid. Geen waoht scheen oen ronde door he dorp te doen. Er gebeurde zeker nooit iels. Na de woelige drukte in de stad, soms tol diep m den nacht, was de sti'.te hier beklemmend. Dit had bij de zustere een denkbeeld gewekt, dat zij op een vrij gureu, winderigen avoiid ©ens ter fcraieJifenl 'fitr etens Kets gie- bohrde; ais er eeitó vreemd volk bij den weg was; als soms dieven en in brekers 't voorzien haddun op 't geld od wellicht op het leven van die twee bejaarde, alleenwonende juffrouwen? i Trtt/iA ,ii i -ï«1 .Ia,/, waarop ook Sienrtje klaarwakker werd en verschrikt uitriep: Mijn hemel. KeelWat is cr? Gut, Sien! Hoor je dien slag nier? Een slag? Nee!ik heb niets gehoord Va Tot nog to© hadden zij aan al deze narigheden niet gedacht. Zij waren geheel opgegaan in het nieuwe pian netje van een huisje met een tuintje, en haddon de bezwaren, zoo die er tuin, geloef ik. Ik meen een bons tegen de keukendeur. Wie zou 't zijn? Wie?Een inbreker en dief, natuurlijk! O, o.' Zou-ie er al in zijn? waren, geheel over het hoofd gezien. t'al £<,ioof k,-'u' Tl.™» on nrvstii ,ir>V/-n „vonH Mendeur is juist het best gegrendeld. Thans op dezen, onstuimigen avond, kwam het gesprek onwillekeurig op die minder prettig© dingen, waaraan het buitenlev Laten we eens gaan kijken! Maar Sien!Waar denk je an? j Ja, ik bedoel hier. boven op zooai onderhevig kan de achterkamer daar kan je in do^ rijn. J tuin zien. Feitelijk is het slot op de voor-1 Voorzichtig slopen, beide zuster» deur maar gewoon., merkte Keetje 'waar die achterkamer Sien sclioof angstig op j surdijn een weinig ter zijde en JA! bóvestiigde Sicnljc, héél go- J™»"* do°l' <taW«yt» wr, 6fniut c«,u j- a dais op de deur. I Nou maar, dat moet morgen da- j O! kreet ze. Daar is iemand! delijk veranderd W-orden, boor! zei Kee. zie maar: Keetje, met overtuiging. I Op haar beurt ging Keetje nu naar Dat moet 't zeker! was het ant-het gordijn om in de dikke donkerte woord van Sientje. D'r lnoet minstens 1 .tVren - Ja!Daar zag ze ver een paientslot op een n'r:n de duisternis opdoe- Alk deuren dienen eigenjijk na h.ad ?c? t" i terugeotrokken tot bij het tuinhi'kie. eer.,®, te worden ver .aarde Kereje d(. 60rri, De daarop weer. En de p.nnen op de ra- j van zjjn jas j)0fd gaven vrijwel de men zijn ook maar zoo, zoo! 'plaats aan waar de misdadiger zich N'oui, hoor ©ens Koe. betoogde ophield; blijkbaar stond hij gered hol: Sientje, terwijl ze opstond om zich maals te trachten met een flinken te overtuigen of de ijzeren pinnen wel duw de deur te forceeren Hij wna stevig genoeg waRren, ncni overdrijf ycrmoedelijk ai e<-n teruggegaan om- je wol wat. De pinnen zijn loch sa dal hl' ™"n<lc verrast te wonlen i Aanvankelijk verroerde hij zich niet 'p nttt - o ,i minst, doch eensklaps was het Secuur?... Wat is secuur? alsof hij een arm bewoon. Waarschiin Keetje mopperig in. Zulke M zijn ]jjk ging hij dus den aanval op de sterk natuurlijk! deur herhalen, meende dc zusters, Welke lui? vroeg Sientje nucih-j waarop zij zich snel voor het raam tor. verwijderden en zich nieer naar hun Nou die" dieven en inbrekers! j slaapkamer begaven, antwoordde K«etje. Wat nu! vroeg Sim migslig. Och, wie denkt dun, nou an, Mi11i°or 'uet Sientje en trachtte dit lugubere idéo te verdoezelen. j Nou Sien, zei Keetje naief, je bent er toch zelf qver begonnen. Ik?... Je donkt zeker, dat ik het prettig vind om in zoo'n huis te moe ten wonen. Nee, maar "t is toch altijd beter het gevaar onder de oogen te zien. Gevaar?... Nou, zóóver is hot nog niet Zoover is t wèi, verklaarde Keet- léttend op Sientjes' vraag. Nee, antwoordde Sien. Zou-ic er al in zijn? Ik geloof, dat ik 'm hoor meende Keetje. O, Kee'Wat moeten wij be ginnen? Het iedikant voor de deur! Gauw! zei Ke© resoluut. Ja! Da's goed!Wij moeieri al les doen om ten minste or.s leven te redden, betoogde Sien klappertan dend. Niet zonder moeite was het-ledikant je nadrukkelijk. Zoolang die sluiting j voor de deur gesjord en daar'.epen hier in huis niet in orde i6, ritten we werd toen nog de groote tafel en het hier hoogst gevaarlijk. penantkastje geplaatst-Stoelen, nacht Ik wou. dat je dart, van te vorenkaslie en diverse kleinere meubelstuk- had ingezien, Kee! Je wist het net zoo goed als ik, Sien, dat het buiten niet zoo vei% is als in de stad. j - Ja, maar we hebben er niet an j gedacht. ken werden op het'bed gestapeld, de barricade zoo compleet moge-ijk tij makèn. Het spreekt van zelf. dat deza werkzaamheden telkens werden on derbroken door nerveuse angstgille- ijes, gevolgd door een luisterend heen- buigen van liet hoofd haar-de trap- Preoies! W© hebben er niet an richting of de booswicht zijn reis «iet dacht Jen we hadden or wM an moe-reeds f' bov1'" voortrctce. Want dat Uh, denta, Sien! Hun a.kw» heb-Til beu we niet n> da krant gweran. datrer m m wat wMa. in de buiten wijten wordt in«cbr<*en tevreden moeten Mallei,. -Maui holen dat brutale dieven zich niet ont- zieoi eoms tot een moord over le gaan. Hé, Kee schei uit!... Het ie om te rillen. Dat zal van de kou zijn. 't Ls ril lerig weer van avond. Je "kan den wind hooren huiCen. Ik gevcvc-l me ook niet lekker. Ik gelloof, dart. het maar het beste -is, dat w© gaan sla pen. Met zulk weer is er niet beter dan onder de wol. Ja, bevestigde Sientje, laten we maar slapen giaan. Kijk jij nog oens naar alle pinnen, dan -/al ik do. sloten van de deur naaien, maar morgen moot olies terdege in orde gemaakt worden, hoor! Toen de gezusters Lindebloesem bo ven kwamen, bemerkten zij pas, dat de slaapkamer in liet goheu. niet af gesloten kon worden, hetgeen haar ©en panischen sclirik bezorgde. Wat woonden zij toch in een bijzonder vreemd vliuis, waai- blijkbaar door de orige bewoners op ai die ongoriefe- iijkheden in het gelieet geen acht was geslagen. Gelukkig konden de balcon- deureii met een stevige espagnolette zoo vastgezet worden, dat opening van buiten af vrij wel onmogelijk was. Nadat Sientje het wekkerklokje had opgowonden en den -wekker op zes uur had gezet wat de jongste zuster nog altijd bleef doen als in den tijd, toen de zusters nog eiken morgen tijdig in de naaihuizen moesten zijn, legden 1 bedden zich ter lusrte, hoewel het nog I lang duurde eer zij goed en wel in- I sliepen Een feiie wind bleef aanhoudend gieren om het hoekige dak en deed van tijd tot tijd de ramen in den cor ridor lichtelijk rammeien, terwijl de j kletterende regen de ruilen ongenadig j siriemden en afvallende druppels van I de dakgoot regelmatig het zinken plat beukten. Het za! ongeveer twee 1 jiur in den nacht zijn geweest, toen Keetje met een ,gil overeind vloog, bewaarden 2e de effecten en. gcrood geld, alles geborgen in een groen ge- verfden trommel, die thans door Keetje listig ijk onder een omslagdoek was weggemoffeld, onder den scli.;n alsof die doek daar onverschillig wa» neergegooid. Doch de inbreker scheen beneden voldoende werk ie liebbe-n, althans op de trap kwam hij voor ais nog niet. Elk oogenblik meenden zij hem echter te hooren en dan drongen zij dicht op elkaar, elk voor zicli lie- scherming zoekend bij de andere zus ter, evenals kinderen doen in donker. Zij rilden van angst en koude in haar luchtig© nachtkleeding, zij durf den niet anders dan fluisterend of met ingehouden stem te spreken en ten s otte waren ze zoo moe en afge mat door dat enervoerend waakzaam zijn, dat zij schier in onmacht dreig den te vallen. Reeds daagde het in het OosUn, toen de inbreker nog altijd op zich liet wachten. Was hij teruggegaan, nadat hjij meende zich ontdekt to zien? Of had hij zich met het zilver beneden tevreden gesteld? Hoe het zij hij zou in elk geval het huis nu wel verlaten hebben. Dat veronderstelden de zusters" dan ook. Langzaam kwamen zij weer tot ver ademing en toen weidra de ecrslo zonnestralen met lachend geflonker door de ramen van de slaapkamer speelden, begonnen de zusters, zonder veel leven te maken, zich to kleeden en de barricade-meubelen weer op hun plaats te zetten. En toen waagdo Sien het he6l voorzichtig de kamer deur te openen en langzaam de trap 'af te gaan, onmiddellijk gevolgd door- Keetje. Tot haar verwondering was aan de kamerdeur beneden niets te bemerken, zou hij dan soms door dp serredeuren zijn gegaan'? Na hei opc- n de ruilen ongenadig nen van dc kamerdeur bleken het buf. fet en andere voorwerpen eveneens* onaangeroerd. Alles bevond zich nog, zooala zij het den vorigen avond huil den ver aten. Vroeuid! Er was dien nacht toch Iemand in den tuin. En EUILLETON Naar het Eneelsch van A. E. W. MASON. 461 Waar na je heen? Naar Wadi Haifa, antwoordde Fevcrsham. Ik zal Abou Falma mee nemen cu langzaam den N'iil afzak ken. De andere Arabier zal ie naar Assoean brengen. Dien nacht sliepen ze naast de brou er. den volgenden morgen namen ze afscheid. Trench reed het eersie weg en toen ztin kameel zich oprichtte, ge reed voor het vertrek, boog hii zich voorover naar Fcvcrsham. ..Ramelton" is 't niet? Ik zal den naam niet vergeten. Ja Ramelton. zei Fevershaoi. er Is een non! over Loueli Swiliy naar Bathmulfen. De tien mul naar Ramel ton moet ie ie naard afleggen. Maar 't is inoireliik dat ie haar daar niet meer vindt. Is 't daar niet, dan vind ilc haar ergens anders. Maak ie niet ongerust. Feversliain ,ik zal haar vinden. En Trench reed voorwaarts, verge zeld door ziin Arabischee. ci-is. Meer dan eens keek hii om en zag Feveis- hain non hii de bron staan, meer dan eens kon hii bijna niet laten zich om te draaien en weer naar <iie eenzame ■gestalte gaan. maar hii stelde zich te- vrede met te wuiven, en zelfs die groet werd niet beantwoord. Foversham had oog noch oor *\oor ziin vriend. Dezen morgen waxen ziin zes nroefiaren ten einde, en vreemd. hii had meer een gevoeRvan verlies en droefheid dan van vreugde. -Zes iaar lang had in alle beproevingen ziin zending hem kracht gegeven en ondersteund. Het "scheen hem nu toe of er niets meer bestond, waaraan hii ziin leven kon wiiden. Elsa? Ongetwijfeld was ze reeds lang getrouwd... en wanhoop overweldigde hem bii de gedacht© aan die dwaze, onnoodige dwaling zes iaar geleden door hem begaan. Neen hii had niet behoeven te vreezen. dat hii zich laf zou gedragen! Weer zag hit ziin kamer voor zich en de stille lanen van SL James Park hii hoorde Iret. kloppen op de deur en nam het telegram aan Hii rukie zieii los uil ziin overpein zingen en bedacht, dat ziin werk toch niet, geheel ten einde v/as. Hii moest ziin vader gaan opzoeken en de voerde veer naar Ramelton brengen. En hii moest tclegrafeeren aan lui- t.eïirmf. Sntoh it1' Suakiu Hii besteeg ziin kameel en reed! langzaam met Abou Fatrna naar Wa di Haifa Maar een gevoel van leegte en verlies kon hii toch niet van z rh afzetten. En voor de eerste maal twij felde hii aan het ..na dit leveir" HOOFDSTUK XIII. Feversham keert te mg n.a ar Ramelton. Op een Augustusmorgen van dat zelfde iaar reed Harrv Feversham over de Lennonbrug naar Ramelton. De tropische zon had hem verbrand, de nroefiaren hadden hun tnoren ach- tcrgelnten en hii reed de stra'.en van het stadie door zonder herkend le worden. Sooedig bereikte hü den bree- den weg. die over heuvelen en uaor dalen naar Letterkennv voert.Hij reed vrii snel. omgeven door schimmen. Wat hier in den omtrek van dit kleine Iersche stadie was voorgeval len. vervulde hem geheel. Hier was hii gelukkig geweest. iiier was hij dien ellendig geworden. Higr had zijn tegenwoordigheid vreugd gebracht en oók hier had hii schrijnend leed veroorzaakt. Eeps hield hii aiil en be- daoht of Elsa noe te Ramelton zou .wonen, of de oude Dcrmod nog zou leven en hoe hii verwelkomd zou worden. Maar vol ongeduld reed liii var/lor. De leeuweriken stegen ten hemel en hii hoorde een haan kraaien het was al landelijke e'.vlte en liefe lijkheid on dezen zomermorgen. Hü reed onu;e\ c .ui.nen van menschen met wie hii 00 dezen weg had gewandeld en gereden en ge lachen. schimmen van gedachten en van gesproken woorden. IHij kwam aan een ingevallen schutting ,en een onriilaan zonder hek. die hii inreed zonder 00 den vervallen staat van een-en-ander te letten. Even daarna had hii het huis bereikt en schrikte od uit ziin droomcriien. Dat was een ruïne, een uitgebrand huis daar voor hem. Hii bond ziin paard aan een boom en liep naar binnen. Luid rieu hij maar niemand antwoordde. Hii liep den tuin door maar geen levend wezen was le zien. Weer sieég hii te naard en reed in -strekten draf naar de herberg te Ramelton. waar hii onder de lunch de noodige inlichtin gen van de waardin ontving. Deze breedsprakige vrouw vertelde hem liaarfiin. hoe de brand was uitge broken. blii dat z* een praatje kon maken. Maar ziet u. wie weet of het huis niet weer opgebouwd wordt als miss Eustace trouwt. En waar woont niiss F.usface nu? viel Feversham haar in de rede. In Glenalla antwoordde ze. Half weg Rathmullen ziet u aan ujv lin kerhand een pad naar boven, liet is maar een armoédïg bergdorpje. Gle nalla. en heelemaal niet geschikt voor miss Eustace. Wou u haar opzoeken? Ja Wilïu miin paard voor laten komen, zei Feversham. opstaande om een eind te maken aan het onderhoud. Maar de waardin liet zich zoo gemakkelijk niet afsohepen. Ze bleef staan en zei: Neen. maar dat is ook grappig. Veertien dagen geleden kwam hier een meneer, precies even bruin verbrand als u. ook al om miss miss Eustace te spreken. Zoo antwoordde Harrv kortaf. Wilt u nu even voor inim paard zor gen? Terwiil hii op ziin paard wachtte, keek hii in de gelagkamer het nacht- •ceister in en vond in de maand Jul"' den naam van kolonel Trench. Komt u vanavond - terug meneer? vroeg de waardin. terwiil hii op steeg. - Neen. antwoordde hii. ik denk niet. dat ik in Ramelton terug zal komen. En hii reed den heuvel af en alweer de Lennonbrua over. Het was, ongeveer vijf uur toen hii het stille als uitgetsonren doroic bereikte, Hii reed een Daar groepen huisies voorbii en eenige stukken bouwland en pas seerde toen een eriis kerkje. Een naadie van witte schelpen voerde van den ingang naar het houten hekje. Toen hii voohbii reed. blafte een collie hein aam De ruiter keek naar den hond. die al een geheel grrizen snuit had, en hield eensklaps ziin paard in. lib wierp een blik naar het kerkie en zag. dat de deur open stond. Dadoliik steeg hii af. maakte ziin paar! iren het hek vast en ging liet kerkhof od. De. collie beröok hem een paar maal wantrouwend en brak toen plotseling' uit in een luidruchtige verwelkoming. Hii had een beter geheugen dun (ie waardin. Hii blafte kwispelstaartte, sprong hoog op. en barstte uit in korte, scheme vreugdekreten, lien naar de kerkdeur en blafte er als een bezetene, holde weer terug en sprong opnieuw tegen ziin vriend op. I)o man lachte en liefkoosde den hond. maar' eensklaps hield hii me: lachen op en stond stokstijf met zón ooaen op de deur der kerk gevestigd. In het kerkportaal stond Elsa Fiistitcc. Hii weerde den hond zachües nf en eing langzaam od haar toe. Zil wachtte roerloos en zwijgend od den drempel. Strak keek Te hem aan. tot hii vlak bii haar was. Toen zii ze eenvoudig: Harrv. Toen zweec ze ook en hij zei geen woord Zii keken elkander aan en merkten de veranderingen die do ze zes ïaren bewerkt hadden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1917 | | pagina 5