RUBRIEK VOOR QMZE JEUGD.
Oe lacht naar millioenen
3KE«,k* x»I em'f
DERDEBLflD
0bljRd.
ZATERDAG IS September T8Ï7
Raadsels
G. Lüurens Cosier G, Giraal F1 oris V
.6, Aeonietj© 4, Karei V G, C. PhiJiip
zijn alk- Ln^'zouaan 11>0 6> Aajj« West G, Andri.es West 6,
J. van Heem 6, Stukadoor 6, Jans Lo-
mang 6, Leidenuar 6, Controleur G,
Kerstboompje 6, Old Tirehand 6, Be
gonia 6, Rudolf Osdhatz C, Dirk
Oschatz 6, Piet Jonges 5. W. P. v.
<1. Bogeard't 6, A. - Spaargaren 6,
Frang G©hl 6, Pannetje Schutter 5,
Wnllemientje Schutter 5, Wam Spoor
G. Je en Teun Reimerink 6, Robin-
:sjijn< 'Cruisolé U
(Deze n
door jongens eu meisjes, dJie „Von
Dnae Jeugd lezen. Do namen dier
kinderen, die mij vóór Woensdag
middag 4 uur goed© oplossingen |on-,
den worden in bet volgende nummer
bekend gemaakt).
Iedere maand wordt onder de beste
oplossers twee hoeken in prachtband
vea-.'Jook
1. (Ingez. door Arend):
Schrijf onder elkaar:
een vogel,
een boom,
een viervoetig dier,
oen deel van een visch,
een jongensnaam,
een anderen naam voor woud,
een kruipend dlier,
een gevleugeld insect,
oen metaal,
een apolhakersgewicbtje,
«ion plaats in Drente.
Ai deze woonden moeten 5 letters
groot zijn en do middeLste lettere
moeten van boven naar beneden ge-
- lozen den naam van een sappige
vrucht vormen.
2. Ingez. door Bernard. Vernim-
iucn):
Mijn 1ste vindt ge aan een huis,
.mijn 2de woont iri het water en mijn
gehoftl woont ook in het waiter.
3. (Ingez. door Casper Wiüemse):
Ik ben een schier eiland van Azië
vun 11 lottere.
1, 2, 3 is een loióet-artikel,
4. 11, 10 is c-ijji deel van een boom,
5. Ij, 7, 8, 1» is een kostbaar bezit
iü, )1 .s oen lucfisjesnaam.
4) (Jingdi. door Alpen roetsj©);
Mijn geheel is een plas
dc-.ri.and van 10 letters.
2, 3, 4 h&d'l'o men in het kaartspel.
4, 5, G, 2-, 3, 10 heelt iedere stad.
4, 5, 2, 3, G, 10 hebben veel dieren.
3, 8, 9, 10 i(s een getal.
1, 2, 3, 4 is een Hollandsohe lüviicr.
10, 2, 3, G, 5, is een lekkernij.
4, 5, 2, 1, heeft een boom.
0, 2, 3, 1, heeft een huis.
4. 5, 6, 2, 1 zijn veel oude lieden.
1, 7, 4, 10 doet het vaaik in den
he'fst.
'ó- (Ingez. door Frans Bads);
ik ben een spreekwoord van 29
Ruil-rubriek.
J. v. BÉEM, Teylerstr. 22 vraagt
van &eBch.pl. de nrs. 2, 3, 4, 31', 35,
40, 41, 47, 50, 61, 67, 68, 73, 75 70 en
91. Bij gieeft. er TJsel, Naardttrmeer,
Zuiiderzee, Bontewea, Boish en Bei
de, en Herfstpl. voor terug.
De Wedstrijd.
Inzendiingen ontvangen van: Wim
Spoor, oud1 10 jaar. Connie Kramer,
oud 11 jaar.
Asacbepoesier.
Door W. B. Z.
Vervolg van' Hoofdstuk I'I.
9.
Lenie van Oeveren protesteerde,
loen ze hoorde, dat de meisjes nu al
vertrekken wilden. Lien stond in
tweestrijd, maar To gaf door gebaren
Ie kennen niet toe te geven, liet eer-
jsie sein tot den opstand werd dooi
meerdere gevolgd en een kwartier la-
in Ne- ter stond er weer een file rijtuigen
voor den huize Van Oeveren. Toen de
heide vriendinnen huiswaarts reden,
wilde Lien natuurlijk weten, wat er
aan scheelde. To zocht uitvluchten.
Ze kon zelfs aan haar boezemvriendin
niet vertellen, wat ze gehoord had.
Met niemand wou ze daarover praten.
Lien voelde zich ietwat gekrenkt door
To's terughoudendheid en daarom zat
ieder stil in haar hoekje. Bet was
een heel, heel ander ritje dan eenige
uren geleden.
HOOFDSTUK HL
AssC'hepoes?
misschien deed het vader verdriet,
net zooals het haar. verdriet had ge
daan. V'ader was voor Noor even Lief
en goed, als voor hen allen. Toch was
hel waar, dat Noor een heel druk
leventje had. Zoolang To het zich her
inneren kon. was dit zoo geweest. Ze
verving immers moeders plaats, tfou
Noor het zelf altijd prettig gevonden
hebben? Daar kon je eigenlijk nooit
iels van merken, want Noor was alle
dagen hetzelfde. Niemand in huis zou
Noor kunnen missen. Vriendinnen
hield ze er niet op na. „Ik geef er
niet om," had ze eens legen vader
gezegd, toen deze haar voorstelde
kennis te maken met een logeetje van
de buren, dat ongeveer van Noor's
leeftijd was. Ze had het er ook veel te
dnulc voor. Leek ze toch eigenlijk niet
een beetje op een Asschepoes? Arme,
lieve Noor! Met tranen in de oogen
dacht .To aan arienlei kleine voor
vallen, waarin ze onaardig tegenover
haar pleegzuster was. Hoe gaarne
zou ze liet ongedaan willen maken.
Lusteloos stond ze op, kleedde zich
aan, zeurde nog wat rond, alvorens
naar beneden ie gaan. Natuurlijk zou
den allen wat van het feest willen
weten en liet allerliefst sprak ze er
met niemand ooit meer één woord
over. Ze deed zacht de deur open.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
„En heb je veel genoegen gehad?"
„Jawel."
„Ging de voordracht goed?"
i,Jawel."
„Werden er leuke dingen gedaan?"'
„Jawel."
„•Lieve deugd, To, wat kom je saai
thuis. Ben je soms erg mee?"
„Och ja."
„Jawel," riep Noor, die met vader
op To's thuiskomst had zitten wach
ten en haar nu hielp aan haar rijg
laars j es, waar natuurlijk weer een
onmogelijke knoop in zat. Ze had ver
wacht, dal To zooveel te vertellen zou
maaier hield de zeis tegen zijn hebben en nu deed ze alsof ze eigen-
rug. j lijk geen ol weinig plezier bad ge-
b. Wie ringen wil koopen moet bij had. zouden de andere meisjes soms
ft.M «.rakmiil veel mooier aange.Kieeü zijn geween:
den goudsm.d wezen. Onwillekeurig keek Noor naar de ge-
e. De kastelein ..verkoopt baei- vliet- b0rd,uumle jurk, die over den stoel
water ,s voor fcinderm vee', gewondier. |.lir,g_ 'A>0 süheen haar gedachten te
d. (Ingez. dbor Wim Sipoor). raden. Opeens 'sloeg ze haar armen
Aan de haven loopen bootwerkers, om Noor's hals, kuste haar en zei har-
e. Bij M konijnenhol staan strili- 'Wijk lk_ikuik
15, iG, 17, 18 is een edel metaal.
1, 4, 3 is een soort paard.
19, u, 21, 12, 23 is een gezonde drank.
29, 16, 8 is speelgoed,
lz, 13, 14, 18 is een vogel.
W at 24, 7, 26, 14, 28, 21 is iliet dK>f.
4, 27, 28, 3 is eon vloeistof.
2.3, 2, 9, 10, 2 gebraakt een schoen
maker
22, 22, 17, 19 duurt lang.
G. Verborgen plaatsen,
a. (Ingez. door Charlie Chaplin):
1'. Jassen zijn kloedmgstukken.
g. Geef mij een vel papiier.
raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn:
1. Broek.
2. Paros 'Parijs.
3. Naarden dien ar Arma.
4. Paard. Pa, ar D.
5. Galm palm halm zalm.
G. Katwijk kat.
6. Goodeoplossmgen ontvangen van
Theeroos 6, Klimop 6, P. Jansen 6,
H. van Doornik 6, Generaal Botha
6, Dalia 4, Dina 6, Annie 6, Alpen
roosje 5, Hoidebloescm 6, Kabouter 6,
Arend 6, Duin roosje 6, D. A. P. en
C. L. J. den Hollander 6, Batavier
Corrie Kramer 6, Klaas Kramer 6,
Ghariy 6, Billy G, Vio.el 6, Vinkje 6,
die Wielrijder G, Onrust 6, Aart Over
moed- 6, Th. J. Overmeer G, J. C.
Sparrebooin G, Joost van dien Vondel
6, Dikkerdje 5, Asschepoes 5, B'Iody
Fok 5, W. Wililemseu G, C. W. Wü-
Iemsen 6, Tiek-fc en P ene 6, Sneeuw
witje 6, Roodkapje 6, Anemoon 6,
k Mosroosje 6, Condructeur 6, Maantje
snoezige lint en omdat je de jurk zoo
mooi gestreken hebt."
Verbaasd en lachend keek Noor op.
„Malle meid, 't is ook wat. Ga nu
gauw slapen en slaap maar een gat
in den dag."
„Gek, mompelde Noor, toen ze
haar eigen kamertje opzocht, „er is
wal en ik kan in de verste verte niet
nagaan, wak"
Door vermoeidheid viel Lo spoedig
in den slaap. Den volgenden dag wift
•het, Zondag en Noor had er voor ge
zorgd dat To rustig kon uitslapen.
De jongens waren met vader een
groole wandeling gaan doen en Nel
zal heel lief met haar poppen te spe
len. De zon 6tond al hoog aan den
hemel, toen To ontwaakte. Opeens
was ze zich bewust van iets heel on
aangenaams. Ze ging overeind zitten,
wreef met haar hand over voorhoofd
en oogen en was nu wel overtuigd,
dat ze goed wakker was. 't Was gis
teren een schitterend feest. Ze was
nog nooit op zoo'n fijne partij genoo-
digd en toch, en toch wenschte ze,
dat ze maar thuis was gebleven, want
het w.as vreeselijk, dat dat nare
meuscli, die Lroteche freule Noor As
schepoes noemde. Assahepoee! En
kon ze het nu nog maar aan iemand
vertellen I Wim zou er misschien om
lachen en Jan en Frits ook. Jongens
nemen zulke dingien altijd andera op
dan meisjes. En Nel was te klein om
het te snappen. Maar, ais ze er eens
en Paul tentje va» A rustel 6, Soldaat met vader over sprak. Misschien, heel
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouiw BLOMBERG—
ZEEMAN. 'Bloemhof6traat 5.
In de bus gooien, zon der aan
schellen 1)
Nieuwelingen zijn Jacob Cornells
Sparreboom. oud 12 jaar, Rolland-
straat 89Hendrik van DoorniK,
Westergoraeht 10 z., oud 12 jaar Dora
v. d. Linden, oud 12 jaar, Oliesla-
genslaa® 9 Nellie v. d. Linden, oud
13 jaar, Olieslagerslaan Andries en
Aafje West. oud 11, en 8 jaar, L. Mo
lenstraat 42 A rood.
FRITZ 'NOLLES. Vriendelijk
dank voor je mooie kaart uit Noord-
wijk. Ben je daar voor je gezondheid
öf voor plezier öf voor alle twee?
P. J. Je strikvragen zijn goed.
JO en TEUN R. 'k Durf julhii
•haast niet aan- te 'kijken, omdat ik je
den vorigen keer heelemaal geen
briefje terugschreef en ook geen raad
sels vermeldde. Door een ongelukki-
gen loop van omstandigheden was je
brief tuseohen andere paperassen ver
zeild geraakt. Je hadt alle raadsels
goed. Al6 Teun hei zoo. heel naar vindt
van huis te gaan, ben ik erg blij voor
liem, dat hij bij vader en moeder mag
•blijven. Dat eigen haard is tooh ook
maar het heerlijkste plekje van de
'wereld. Dag' jongens!
BiLOiD'Y FOK. Wat een mooi
Zancivoortsch kiekje stuurde je me.
Wel bedankt!
UiLD-FIREHANlD. Je raadsel is
goed.
C. P. Heerlijk, hè, dat de ïieptem-
bermaaaid zulke mooie zomersche da
gen geelt. Ben je Woensdag weer
naar duin geweest? Pas jmaor op,
kleine eekhoorn, dat je niet uit de
hoornen valt. Nog wei gefeliciteerd
met vaders verjaardag.
KABEL V'. Nu niei meer zoo
vergeet-aolitig zijn. Maar zoo'n voor-
1 naam personage heeft ook zooveel
i aan zijn hoofd, hè?
DUIN-ROOSJE. J'ij bent zoo'n
knappe ruadeeioploster, 't hindert
heusch niet, of je voor een keertje ze
niet allemaal hebt.
FRANS G. Nu het wat fiieecher
gaat worden, krijgen je konijntjes ze-
kei1 een extra dekentje.
TANNETJE S. Jij maakt, dunkt
me. een aardig stelletje kleeren voor
liet popje van zus. Fs het borduur-
I doosje ook al ingewijd?
WIM S. Vandaag had ik geen tijd
je opstel te lezen. Maar de volgende
week zul je 't weten, hoe ik er over
denk. Als jij een prijs wint, weet ik
al wal je krijgt. Raad eens! Zoo juist
worden je -bloemen binnen gebracht.
Jongen, wal een verrassing. Harte-
lijk dank, hoor'. Waar zit die stoute
i Piot toch? En moet Beb zooveel hand-
werken?
J0 en TEUN R. Nu krijgen jul-
j lie een dubbelen -brief. Nog wel gefeli-
citeérd met je' verjaardag. Wat heb
i je veel gekregen. Die Gerri is zeker'
lieel rijik. dat ze zoo maar een gulden
gaf.
AOOiNLETJE. Ja, ik wou ook
j wel, dat we dezen keer maar een6
i geen winter kregen. Maar we zullen
er wel aan moeten. Weet je al of je
I op Toynbee geplaatst kan worden?
MI ENTJE en PAULIBNTJE v. A.
Wat hielpen jullie flink mee met
de verhuizerij 1 Bevalt het nieuwe huis
goed? Jullie waren zeker dol'blij toen
alios weer ccn plaatsje had. Traotecr-
'de moeder niet van plezier?
ROODKAPJE. t Was toch heusch
geen onbekend spreekwoord. Deze
i week vind je ze zeker wel heel ge-
makkelijk.
SNEEUWWITJE. Je opstel heb
Ik met heel veel genoegen gelezen. Ik
kou wel merken, dat je er jé uiterste
best op hadt gedaan. 22 September
•hoop ik den uitslag te vermelden. De
week «jtaaröp is het mijn plan met jul
lie een' praatje te houden over onzen
Kiiutsel-wedslrijd.
TI EK IE en PI ENE, --- Boe is hel
nu mei Boukje? is de keel wat minder
pijnlijk? Ut hoop, dat ze me spoedig
zelf kan schrijven. Wat gezellig, dat
jullie met de familie P. naar duin zijn
geweest. Waren jullie dicht bij el
kaar?
SLODY FLOK. - Je mag win jo
eigen raadsels altijd de oplossing ver
meiden. Voor je moeite heb je dan
een buitenkansje.
I AS9CHEPOESTER. -- Je opstel
'was heel aardig. Je raadsel is goed.
DIKKERDJE. Je raadsel is goed.
I JAtOÖB OATS, -• Zet voortaan je
schuilnaam maar onder je werk
j TH. J. O. Hoeveel locomotiefna-
men heb je nu?
AART O. Het zal mij benieuwen,
wie van je beiden het eerst 100 na
men heeft. Jij moet bepaald nog eens
naar Schoor!, anders heb ik gejokt.
VINKJE. Is je vriendinnetje on
der de nieuwelingen? Na dezen wed
strijd komt de St. -Nico!auswedstrijdi.
Ga er maar vast eens over prakki-
zeeren.
VIOLET. lik vind hei. steeds pret
tig weer wat van mijn oude vriendin
netjes te vernemen. Ben je genoeglijk
uit geweest? Laat Pepijntje maar
fink leeren. Plicht gaal v«or genot,
iloor ik nu nog eens gauw wat?
CORRIE K. Flink zoo, dat je
tocli maar meegedaan hebt. Weet je
al, wanneer je naar Artis -gaat? Te-
genwoordig és het heusch 't beste der-
I gelijke plannen-niet uit te stellen.
BATAVIER. Ik hoop. dat onze
I volgende wedstrijd echt naar je zin is.
Heb je veel huiswerk te maken?
D. A. P. en C. L. J. DEN H. Je
raadsel is goed. Gezellig dut jullie
naar Artis zijn geweest. Daar had je
ook best een opstel van kunnen ma
ken. Was broer er ook bij?
OHiARLY en BdLLY. Je moogt
ie werk wel met potlood schrijven,
mits het netjes en leesbaar is. Vond
Billy het een lijïi boek? En heelt
Chaiiy het ook mogen lezen? -
Mevr. BLOMBERG—KEEMAN
Bloeonhofstraai 5-
15 Sept. 1917-
verwijderen, r Zoo is het, kolonel,
r bij het Heeft
eenig bericht van dsn
elementen had weten tv 1
Zoo kwam het, dat Würgoi
regiment geen aangenaam leventje V|jand?
had. De oude kolonel, die hem wat I „een! ^0,0u'
Jn MooscrtMden had, voiai al I „dj vi|.
Ujd iols op hem aiui te merken; nu and is afgetrokken waarheen, dit
comrnand-eerdo hij te luid, dan te kenden de patrouilles niet zien.
zacht; nu was het dit, dun was liet I Hm, hm.
dat Als men In mlitairen dnenst dat', 1-en kwariici uurs was Wfirger
wü, dan Ml mm allijd wnl u vit. «•••««5» v,""'uil
J toen Jiij onverhoeds een zijweg in-
sioeg, lec-hts van den grootcn weg.
Do oude kolonel trok een gezicht., ids
wiet hij niet, hoe hij 't had.
'Mag ik u vragen, meneer, waar
om u dezen weg kiest?
Ik geloof, dat die nader is. ko
lonel.
Nauw was hij een eind in de nieu
we richting voortgegaan, toen de lui-
tenant de vijandelijke afdeeling waar
nam, die, zich vOorloopig nog volko
men veilig wanende, rustig in het
grae lag en het naderen van de andere
partij verbeidde.
De kolonel was doorgereden, waar
schijnlijk om den tegenstander te
waarschuwen maar Wurger was nu
zeker van zijn zaak. Door een kleine
hc-ogte gedekt, verzamelde hij zijn
compagnie en, zonder een oogenblik
te verliezen, stormden de kerels met
een wild hoera! op den vijand in, die
zoodanig verrast was, dat hij niet
eens er aan dacht, zich te verdedigen.
Ir. werkelijkheid ware er dan ook
niets van terecht gekomen.
De oude kolonel raasde en vloekte
als een wilde zoo'n dolle aanval was
hem in zijai militaire leven nog uiet
voorgekomen.
Wtirger beet, zich op tie lip van woe
de, maar wist zich te bedwingen en
commandeerde: „Rechtsom keert!"
Meneer, waar wilt u heen?
sela reeuwde de kolonel.
Terug! luidde het antwoord. Ik
beu verslagen, zooals u zegt en de
krijgsgeschiedenis leert, dat een aan-
oerder, die het onderspit delft, in de
Ue oude Kolonel.
In het Duitsohü leger- wordt nog
altijd een overwegend gsroot aantal
adellijke officieren aangetroffen, ©n
nog altijd zijn er regjaientscomman-
uoivtn, zooals kolonoi Von iMarctóow,
van wren Froit'h. v. Schlicht ons ver
haalt, di ie in gemoed© de mooning
zijn toegedaan, dat de odiwiieirsstand
u.tsudtend voor den adel gecreëerd
.is en zoo waren burgerlijke of-fi-
oiei'en voor hem^eo rpso een ondiing.
Htorvan was hij nüot af te birongen.
Wanneer- men dan voorbeelden uiit
de krijgsgesclitedfuis bijbracht, waar
inüdtivadallijleö (OiniOtöieretn womd-tr-eai
van dapperheid li addon veiuuciht,
schuddie liij loot hoofd en zei: Dat
is niets, mijne hoeren, wal zouden
adellijke officieren daar- hebben be
staan?!
Men noemde ihem „de oudie kolo-
neJ niiet omdat hij al zoo oud was;
'irutqgendeed, op betipakkeJijk óieugdb-
gon leeftijd was hij met het oomman-
do van. een re® dn ent bekist maar
omdait zijne beginselen en zienswij
zen in menig opzicht nog aJ antiek
waren.
Nu was 'hiatenant Würger naar
zijn reg'Lment ovea-gieplaatst ge
worden. Neg in het kaatste oogen-1
blik had de kolonel getrachti, een
ander officier te bekomen; hij had
al'ies in beweging gebracht, doch
te vergeefs. Wat bevolen was, 1
was bevolen; daarin was geen veran
dering moei- te brengen, dat wust hij
zeil wel en zoo 'b.oef hem met anders j
over dan luitenant Wurger, loon deze j
zich bij hem kwam aanxueldlen, met
ee zoetzuur lachje in het, regiment i
welkom te 'heeten.
Gij zijit de eoni.ge 'burgeiilijke affn-
cior m mijn korps; ik hoop dax gij
het eer aan doen zul'l.
Tot uw orders, kolonel 1
De jonge luitenant, nog niet lang
officier, l\ad de ontvangst wel wat
anders verwacht; want toen hij een
oogenbük later het rogiincntsbureau
verhel, zette hij ©en vrij akelig
gezicht. En de oude kolonel was, 1
toen de deur achter dien luitenant was
dichtgevallen, 't, met ziicliasven eens,1
dat de heer Wünger gven belangrijke
aanwinst voor zijn korps was. Wat
hjj overigens op hem aan te merken
had, wist hij eigenlijk zelf niet;
maar de man paste nu eenmaal niet
in het kader en mettertijd zou het
hem wel gelukken, luitenant Wiir-
gier weer weg te werken, zooals hij
ook vroeger reeds alle burgerlijke
ten
Zoo werd liet leven de.
ondraaglijk gemaakt en zoo wensdhte
hij zijn legimentscmmandaiit soms
hartgrondig naar den duivel, terwijl
deze' hem in gedachten gaarne had
zien owrpaatsen naar het land, waar
d© peper gr-oeit.
N'u kwam.de zomer in het land en
Uld'rti wond Würger verrast met de
order, dat lusschon hem on luitenanti
v. Matiluaius oen veidicl'j'enstoefenlng
zou plaats hebben. Hjj wist vooruit
dat de oude kolonel allee zou loven,
wat de andier deed, en alles zou af
keuren, wat hij prestoeren zou. Hij.
mocht zidh voorbereiden op die an
tiek, dat al, wat hij verrichtte, „el
ders misschien voldoende kon wor
den bevoncuen, maar voor een korps,
waartoe hij vooralsnog de eer Jiad,
te behooren, geheel onvoldoende ge
acht moest worden. Na een sjajioloo-
zen naclit kwam ei' een zekere gal
genhumor over hem en Juj was op
hel ergste voorbereiid.
Het wag nog vroeg in den mongen,
even zes uur, wen iiij uitrukte, en
hem, als dien jongere, was cl© verst'
verwijdeixie rendez-voua-plaats nan-
gewezen; hij moest zich haasten, wan
neer hij op den bepaalden Ujd met
zijn troop daar aanwezig' zou zijn.
In de straten, d/i© hij door
stilte; zelfs d/e bakicersjungens,
zich gereed maakten oui in de vnoeg-
te zicii op weg te begeven, verstoor
den haar ni et-
Peinzend JieD hii voort en dacht
zoo: Laat hii maar zeccon, wat hii
wil ik trek er mii' neen snars van
aan. Of beter non en hij niim
lacht© nu.
Na twee .uur bereikte de troel) de
aannevvezen plaats: Wurger liet de
geweren aan rollen zetten en de man
schappen rusten. Al spoedig meldde
mi hem het naderen van den regi
mentscommandant en plichtmatig
eins de luitenant hem tegemoet
Nu. meneer, gaarne zal ik ver
nemen welk© beschikkingen u geno
men heeft tecen een viiandeliiken aan
val.?
Ik heb de manschappen bevolen
eerst, den inwendieen mensch wat te
versterken.
U teegt?
Ze eten huil kommiesbrood.
Zou ik mogen vragen wat u tut
dat wonderlijk bevel aanleiding heeft
gegeven?
Om u te dienen kolonel: de voor
beelden uit de krijgsgeschiedenis dat
goedgevoede troepen den vijand een
hardnekkigen tegenstand kunnen De
den. terwirl honderlee manschappen
beslist in het nadeel ziin.
Zoo hm daar ia iets waars
i, mompelde de kolonel, terwijl
zijn adjudant met moeite
bedwong. Nu, we zullen
dan verder doet.
ohoerel*, heea-schte n<^ een'piecntig» fer&U' l>laate er v001' ^rgen moet dat
.4,,,.. c i/«sMnuitB Aj, op genoegzamen afstand van den
e, ze.is d/e baklcersioncens. «iiic vijand zijn troepen verzamelt en dan
•val herhaalt.
Weder keek de oude kolonel zijn
luitenant, die hem geen antwoord
schuldig bleef, zich niets liet aanleu
nen en zich toch disciplinair ge
droeg, vernietigend aan. Nu, klein
maken zou hij hem wel. „De duivel
zou er mee spelen, als hij, de adellijke
kolone' Von Marchow, niet een bur
gerlijken luitenant, er onder kreeg".
Bij liet den troep nu vijfhonderd
meter teruggaan en kwam toen eens
klaps op zijn snuivend ros aan ga!op-
peer en,
Luitenant Würger, een veronder
stelling. Terwijl u terugtrekt, wordt
u aangevallen, van voren door een©
compagnie infanterie, in dc beide flan
ken door cavalerie, in den rug stelt
een 'batterij veld-artillerie zich op.
Wal doet u? Maar onverwijld uwe
maatregelen nemen, luitenant Wür
ger het dreigend gevaar veroorlooft
u niet. lang te talmen hier moet
snel. doortastend gehandeld .worden.
De oude kolonel was zoo opgewon
den. dat zijn woorden met horten m
stopten er uit kwamen.
Nu, mijnheer. Ik wacht - - wat
zou u doen in dit geval?
-- Mijn testament maken, kolonel!
Met een ruk hield de revdments-
commandant zijn paard in en hij
staarde naar zijn luitenant, die in on
berispelijk militaire houding hem nu
salueerde.
ie, v.,.. Een oogenblik scheen het of de ko-
laciijelone! hem te lijf wilde gaan toen
wat u gaf hij. zonder een woord meer te
zeggen, een ruk aan de teugels en ver-
Hij wendde zijn paard, om naar de dween in galop,
tegenpartij te rijden en Wurger zag Van bit oogenbtik af gaf do oude
hem lunet stal genoegen wegdraven. kolonel, het op, luitenant Würger
De eerste aanvat was alzoo gelukkig klein te krijgen, en voortaan leefden
afgeslagen nu echter was het zaak, »e zooals men zegt, „op gewapend
op te passen, want zeker zou de be- onzijdige!) voel", of zooals de "goe gc-
mïnnelijke ©hef alles doen om hem er meente zegt in volslagen harmonie
in te laten loopen! Onverwijld begon totdat het den kolonel zou geluk-
hij nu de .posten uit te zetten hij ken zich „langs admlnistratieven
overtuigde zich er,van, dat alles naar w*eg" van dezen luitenant te ontdoen.
de voorschriften geschiedde en wacht-1
te toen, zooals hem bevolen was. na- ^aiteniennie
dere orders af. Zoo verliep het eene wjiaUollSCliW_
uur na liet andere geen meerdere liet
zich zien toen plotseling de adju- REiDE-MR
darit kwam aanrennen.
IIEEltKENS TH'IJS-
SEN. Op. de Donderdag te Nijme-
De kolonel gelast, dal. u oprukt ger_ behouden Geiderschen Katholie-
en Jeu vijand, w u hem Sioogl kenda» heelt mr. J. N. J. E. Heer.
aantreifen, aanvalt. Jten6 Thijssen gesproken over „He!
Wurger deed de noodige aanwijzin- christelijk huisgezin". Spr. had zijn
gen en liet, den taoep aantreden, toen i>e'oos in de volgende vijf conclusion
ademloos ©en man van de rechter saani|evat
zij-pati'OuiLle aankwam. I. Eene christelijke maatschappij is
Rapport van de reciiter-zij-pa- giecnue mogelijk, wanneer de huisge-
trc-uille de vijand heeft zich onge- zmnen, die de grondpijlers der rnaat-
veer twee kilometer van iuer rechts 6cliapuelijke orde vormen, dooixiron-
van den straatweg m hinderlaag ge- gen zij.n van teu dinstolijken geest,
lego. Ik neb afgeluisterd, wat de ko- n Iiet is de la;,,k van lie, christe-
yene. zei de vijand moet beproe- Jnjjiagezin., cm door onderlinge
ven, ons al te snijden. hulp en steun zich een passende mate
Die is mooi dat genoegeutje van tijdelijke welvaart te verschaf-
zuüen wc hem benemenI mompelde fen_ God dienen en daardoor het
Wurger. Je hebt je vcrdienstelijiK ge- geuwie zieleheil van alle gezinsleden
maakt, nnjn zoon; als ik. generaal te pevverken
was, zou ik je tot mijn adjudant be- IM Aankweekcr, en onderhouden
noemen nu echter beloon ik je vor- van den godsdienstzin is een hoofd-
stelijik met deze. sigaar. voorwaarde voor het bewaren van den
Een oogenblik later marcheerde christeiijken geest in Jiet huisgezin.
Würgertegen, den vijand op en meteen IV. De opvoeding der kinderen in
verscheen de Oude kolonel weer, om,
zooais hij zioli uitdrukte ,.,'t gevalle
tje eens aan te zien".
Nu, meneer, vroeg hij een wei
nig ironisch, zijn uwe mannen nu ge
noegzaam verzadigd, om den vijund
aan te durven?
F e uilieton
gorlsdieivstig'en ziif io één der eerste
plichten van de oudere.
V. De zorg voor het onderhouden
van een godsdienstige)) geest, in het
huisgezin strékt zich ook uit. tot de
inwonende dienstboden.
In de toelichting op deze ©onolusièn
D. C. MURRAY.
14)
U wilt weten of de heer werd
bespied, voegde hij er aan toe. Ja
dat is hel ge\ al, dat zal ik u overigens
aauwlijks behoeven te zeggen. U
wordt ook bespitmneerd.
Heel goed, zei Priekelt.
Den volgenden dag bevond zich de
man met net ondoorgrondelijk gezicht
precies bij het standbeeld van Achil
les, roem de klok twaalf sloeg trad
een oude lieer niet grijs haar en ecu
grijzen baard door de poort, het park
binnen, liij was netjes geiteed, en.
zag er ook zoo uit, alleen zijn oogen
hadden een gejaagden schuwen blik.
Tusschen den tweeden en den derden
vinger hield hij oen sigaar, en, toen
hij in de nabijheid van Pricketl. kwam
greep hij in zijn zak, haalde een klei
ne zilveren sigarenaansteker er uit
en scheen verrast, dat deze niet ge
vuld was.
Mag ik u misschien om wat
vuur verzoeken, mijnheer Prickett?
zei de oude heer, volgens afspraak
op Prickett toegaande.
Met genoegen, mijnheer, ant
woordde Pihcketl.
Men volgt mij, fluisterde Marie's
vader nauwelijks verstaanbaar.
- Steek uw sigaar aan, antwoordde
Prickott even zacht.
Hij knipoogde niet toen hij nu En
gel in persoon door de poort van liet
park zag gaan en naderbij komen.
De militaire snor en hat litteekan op
de neus waren verdwenen. Overigens
was zijn voorkomen niet veei! veran
derd, toch wel zoo veel dat een be
kende van Generaal Fel thorn hem gei-
makkelijk voorbij had kunnen 'oopen.
Ga in een rijtuig en rijdt naar
mijn huis, beval Prickett aan zijn
nieuwe-n kennis. Niemand, dan ik
zaJ ii volgen. Wacht, op den hoek der
straat, op mij.
De oude heer stak zjjn sigaar aan en
gaf de lucifers terug, nam zijn hoed
af en ging weg. Hij was doodsbleek
cn zij.n handen beefden, maar hij
toonde toch zclfbehéersehing genoeg,
dal, eon oningewijde de bespreking
niet Prickett als beslist toeval ig had
'moeten opnemen. Prickett beant
woordde den groet en bleef nog een
poosje in de houding van een onschul
dig led'igganger voor hef standbeeld
staan. Engel, die hem nu eerst be
merkte, was een oogenblik verstijfd
van schrik alsof een electrische
schok hem getroffen had. Hij wilde
niet afgewend gezicht, of hij iets in
de verte zag voorbij gaan, maar Pric
kett sprak hem heel kalm aan.
Goeden morgen,'^en mooie dag,
niet waar'? merkte hii op.
Engel trok een !eelijk gezicht en gaf
geen antwoord, m aar Prickott sloot
zich éénvoudig bij hem aan.
Ik wil niet hebben dat u met mij
oploopt, bromde Engel.
Dat geloof ik dadelijk, antwoord
de Prickett kalm Men heeft mij
verteld dat u Londen verlaten had?
Een vriend van mij zei me zelfs, dat
hij ujiad zien afreizen naar Berlijn,
meen ik,
Ik wenscii uw gezelschap niet,
herhaalde Engel en .'aat mij uw ge
leide niet opdringen.
Maar lieve vriend, u weet toch
zeer goed', dat ik mij door u geen on
beleefdheden laat aapleunen.
En ik evenmin van u, zei do an
der, zijn pas inhoudend. U heeft
zoo weinig recht mij op de hielen te
volgen als dat u een vreemde, die
zich voor zaken of op een plezierreis
hier ophoudt, zoudt kunnen lastig val
len.
Als u twist zoekt, mij ook goed.
Ik heb er geen haast mee, doch zoo
a's u wilt, antwoordde dc ond-inspec-
teur van politie.
Prickett regelde zijn pas in even
redigheid met dien van zijn metgezel.
Onbeschaamde ezel! riep Engel
terwijl hij bleef staan. at wilt u
dan eigenlijk.
Tezelfder tiijd volgde zijn blik on
afgebroken, de izicli haastig verwijd
derend© gestalte van Óen ouden heer,
wat Prickett ten zeerste speet.
Ik moet u verzoeken, zei Pric
kott, den wijsvinger opheffend, om
niet meer voo inijn schaduw te ©po
len, geen jonge menschen meer uit 'te
zenden die mij den lioed van het
hoofd slaan, geen jonge weduwen niet
zeer weinig overtuigende aanbeve
lingsbrieven in mijn huis te sturon,
kort en goed mij met rast te laten.
Een voorbijganger, die ondanks den
gedempt©» toon een paar woorden
moest hebben verslaan, bleef staan.
Ga maar kaJ.ni verder, jonge man,
zei Prickett tol hem en voegde er aan
toe, terwijl hij zich tot Engel wendde:
Ileb de goedheid nog een paar
minuten bij mij te Wijven, Ik héb u
nog het een en •ander te zeggen.
Maar ik heb u niets te zeggen,
antwoordde Engel barech. U wilt
mij in het harnas jagen cn doen als
of u nog een beetje macht heeft, ter
wijl u in het geheel niet© meer be toe
kent.
Meent u dit? zei Prickett, terwijl
hij de hand een weinig ophief, waar
op dadelijk een agent naderbij trad.
Geloof mij, ik lach om uw poli
tie, riep Engel, terwijl hij van woede
trilde. Denkt u dat ik mij laat'
overrompelen?
De politieagent groette op militaire
wijze.
Iloudt dezen heer in het oog en
verlies hem niet uil het oog, beval
Prickett kortaf.
Ik heb even veel recht om hier
(e zijn als elk ander, brulde Engel
met nauwelijks onderdrukte woéde..—
Dat zal ik u inpeperen' Hoe kunt u
het toch wagen een onschuldig wan
delaar in een openbaar park aan tc
spreken en te bedreigen.
Het doel van Prickett was inkis-
sclien bereikt, de nietig© gestalte van
den heer met grijs haar was geheel
verdwenen.
De lieer is gewaarschuwd, zei hij
tot. den po'dReagent. Als hij het een
of ander mt wil halen, dan weet je,
wat je te doen hebt.
Of de politieagent uit deze aanwij
zing wijs kon worden is de vraag,
maar hij kende Prickett en had van
jongs af steeds vol vereering tot dit
„Sieraad van zijn beroep" opgezien.
De ex-ambtenaar wendde zich kalm
af, en ging heen, en daar Engel kon
voorzien, dat zich daar binnen kor
ten tijd een oploop van menschen zou
vormen, gaf hij er de voorkeur aan
om op zien baren te vermijden en zijn
woede te beteugelen. Heelernaal zijn
mond houden kon liij echter nog niet.
Deze kerel, knarstte hij, de vuist
achter den rug van Prickett ballend,
is ©en vervloekte dwnas!
Dan vergist gij u echter, zei de
politieagent lachend. Hij ie de
flinkste ambtenaar van de geheel e
Londensche politie.
Hij zal wei ©ens dood geslagen
worden! Dat verzeker ik u, beet Engel
den dienaar van Hermandad nog toe
en daarop ging hij hoen, want on
danks zijn woede zag hij in, dat lan-
g©r verzet noodlottig voor hem zou
kunnen worden.
Prickett reed intusschen naar huis
en ontdekte dadelijk zijn nieuwen be
kende, die dicht bij zijn woning heen
en weer liep.
U bent, dus Hans Harcourt, be
gon Prickett nadat hij de trap opge
klommen waren, nu eens Jakob
Walter of dan weer Johan Hardy?
Mijn naam is Harcoun, ant
woordde de oude lieer, die zoowel wat
spraak a's uiterlijk betrof een be
schaafd man bleek te zijn, wien het
barsche optreden van Prickett pijnlijk
scheen te ontroeren.
Do beide hoeren traden te zamen
het huls binnen en kwamen in de ks-
mer van Prickett.
Luister hu naar hetgeen ik u te
zeggen heb, begon de oude politieman.
Een jonge persoon, die zich uw
dochter noemt, heeft mij een lange
geschiedenis vertelt.
(Wordt veivolcd.i