RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
3EST«fc£a<®»JLe:®r*.'a
DERDE BLAD
'Btrblad.
ZATERDAG 20 Ootober 1017
Raadsels
Rail-rubriek.
VIOLET, Binnenweg- 39, Heemst
de, zou graag een pop aankleeden
Wie kan haar helpen aan een onaan-
gekleedc pop?
Vriendelijk dank. ik geve
geefster voor de toegezonden
plaatjes.
Een vriendelijke dame 6tuurde mij
wol voor KLAAS KRAMER om zijn
paai-deJeidsel 1e voltooien. Hij inag
bij mij de wol 'komen halen.
De Wedstrijd.
HUISMOEDERTJE, oud 14 jaar
bracht me een keurige poppenwieg.
EOSGIIBES. oud 12 jaar. maakte
knikkerzakken en naaide een snoe
zig kinderjurkje.
De broertjes EGGINK braohten
speelgoed en boeken en aardige wand
versieringen.
(Deze raadsels zij» aile ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Wbenödag-
middag 4 uur goede oplossingen zen
den, worden in het volgende mimmer
bekend gemaakt.)
Iedere maand worden ondor de
beste oplossers twee bodken in pracht
band ver-looi.
1. (Ingez. door Lelietje der Dalen.)
Er is weinig dal men zonder mij eet
en tooli eet. men mij nooit alleen. Wie
bon ik?
2. (Ingez. door Dirk en Hendrik
Derr.)
Ik ben een --preekwoord van 28 Jet-
tei - of 5 woorden.
Een 9. 10, 11, 12 zit aan een wagen.
3, 27 zit ook aan een wagen.
20. 21, 22 is een lidwoord.
7. S is ook een lidwoord
5, 18. 25 is weer een lidwoord.
15, 10, 17. 1 is een jongensnaam.
12, 8. 11, 26 is niet vol.
15. 16.16, 2 is niet goedkoop.
1, j, 8, 27 is een jongensnaam.
6, 10, 11, 17 is een lichaamsdeel.
27 28, 21, 17 is eon hemellichaam.
20 2', 5, 2, 7, 18 is een plaatsje in
Gelceriand.
20, 21 5, 2, 12, 13 10 ie een plaatsje
In Limburg.
23. 24, 25, 26 Ï6 niet kort.
1V is de 14de letter van het alpha
bet.
3. '..gez. dóór Petronella van
Schaick.)
Ik ben een weekdier, neem mijn le
letter weg t-n ge vindt me op vele 1 Iers
schrijftafels Wie ben ik? I vader.
4. Ingez. door Ilendrika van „Vader 1
Beusekom.) „Wat is er? Komt de som niet uit?'"
M j eerste vindt ge hoog in de „Och. 'k weet niet. Vader!" To
lucht, var mij). tweede leert ge iets op schuift haar 6toel vlak naast, die van
school en mijn geheel richt vaak groo- haar vader. „Ik loop er al dagen mee
le schade aan. i rond. Weet u wat freule Van Bl'ftn-
5. (Ingez. door Zonneklaurtje.) kenheiin van onze Noor zei?"
Asschepoester.
door
W. B.—Z.
(Vervolg van Hoofdstuk 4.)
Reeds vijf minuten lag het suinmén-
schrift voor haar, maar nog sleede zat
ze in gedachten verzonken.
„Kom, To, zou je niet eons begin
nen?"
„Ja, \adcr." Ze deed boek en schrift
open, doopte de pen in, zette wat cij-
en keek toen tersluiks naar
i dorp in Friesland
van 9 tetters
1. 3, 4 8 le.on rivier in Duitsch-
land.
6, 7, 8 is ccj; iicliaamsdeel.
3, i ie een lidwoord.
4, 1, 9 is ook een lidwoord.
2. i, 6 is een jongensnaam.
5, 6, 7 S gebruikt de timmerman.
5. Strikvragen:
a. (Ingez. door Geertje van
Wieringen.)
Waar heeft de rock zijn begin en "t
vuur zijn einde
(Ingez. door Controleur.)
„Nu?" vraagt meneer Van Bergen
verbaasd.
„Ze noemde Noor een Assche-
poes.Het hoogs woord is er uit.
Meneer Van Bergen antwoordt niet
dadelijk.
„Wanneer zei ze dat?" vraagt hij
eindelijk. Nu vertelt To met hoog-
roode kleur, wat ze op het feest van
de Van Oeverens gehoord had. La
chend 'kijkt meneer- Van Bergen naar
zijn verontwaardigd doohtertje.
„Maar, Tootje, kind, was jc daar
zoo beleedigd over?" sprak hij, toen
To alles had opgebiecht. En hij ver-
i Waarom dragen de soldaten kope- volgde „Als Noor zich maar geen
ren kreopen aam de jassen? Assehepoes voelt.- Ik durf wel zeker
c. Hoeveel is vijtümaal een en twin-to zeggen, dat dit niet het geval ie.
tig? Laatst, spraken wij even over vroe-
d. h. welken vloed -kan men zioh,gerj toen heb ik je verteld, ho1? het
het be6tf baden? komt, dat freule Van Blankenh«im
o. ingez. door F.mbong Ploeso.) eemigszins met Noor's verleden be-
Wat is her verschil tusschen Den xoen Noor, als klem meisje
Haag er; een haas? zonder ouders uit Amerika kwam. is
f. 'Ingez. door Miarietje Koh!.) ze eerst oenige jaren bij een zuster
Hoevee' is 3 maal 6 en een soldaat? van me geweest. Misschien heb je
g. (Ingez. door HaJovea.) i Wel eens' van tante Ghristien ge-
Wat krijgt men, als 4 lucifers bij ^ooixl-" To knikt van ja. Noor heeft
elkaar liggen? haar in het portret-album wel eens
aangewezen, wie tante Christian was.
„Toen tante Ghristien ging sukkelen,
kwam Noor bij ons. Moeder was toen
pas gestorven en wij hadden een juf
frouw voor de huishouding. Ik herin
ner me nog, als was het gisteren, d'at
ik Noor haalde. We zaten samen in
den trein en zij informeerde naar je
allen. Ze had hét altijd zoo prettig bij
ons gevonden. Moeder hield veel van
Sijs jjs. kinderen en in 't bijzonder voelde ze
- licll aange-trokken tot ons oudorlooze
Raadseloplossingen
Oplo&smgeu der vorige week zijn
1 [Gokhuis.
2. Leer.
3. Elbe Elba.
4. Brok rok.
Tien tegen een .pap c.
gTi-oi. middelsoort en klein d. De let- mohtje. Ik vroeg me zelve af, of ze
tet Q e. eindig! heeft als slotletter het, nu moeder was heengegaan, nog
t f. 7 maa' 9 is 63 g. Een kalender- zoo gezellig bij ons zou vinden. Wij
blaaii. fc h. Kilometeri. bii een stok- spraken toen over wat ze worden wou
visoh is de staart verst van zirn kop.
b'' een Chinees 't dichtst bij.
Goede oplossmgen ontvangen van
Huismoedertje 5 Rembrandt v. Rijn 5,
Aafje West 6: Andries West 6. Klaas
Kramer 6, Corric Kramer 6, Vinkje 4,
De Wielrijders 4, Piet Jansen 6,
Joost van den Vondel 5, T. Schutter
6, W. Schutter 6, G. en W. van dei-
Putte 6, Aconietje 3, Afpenroosjo 6,
Soldaat 6, Lourens Coster 6, C. Phi
lip.».-' 6. Generaal Bolha 6. Aewhe
poester 3, Dikkerdje 3, Koning- der
Dwergen 5. Violet 1, Aart Overmeer
6, Theo Overmeer 6. W. G. Willem-
sen 4, C. Willemsen 4, Karei V C, An
nie Homme rscn 4. Reseda 1. P. Jon
gens 4, D. A. P. en C. L J. den Hol
lander G Tiekie 6, Pienie 6, H. A. v.
Doornik 6, Wim Spoor 6, Jacob Cats
6. Annie v. d. Plas 6, J. v. d Plas 6.
Lelie 6, Jan Rozenhart 6, M. A. (ie
Ruijter 5, Dirk Derr 6, Hendrik Derr
6, Arend 6, I In n Koelen 4, Aucubn 5,
Mimosa 5, Rudolf Oschatz 5, Dirtk
Oeohatz 5, Lodowijk 5, Controleur 5,
Leidonaar 5, Kereiboomipje 5. Jo en
Teun Reimermk 6, Cowboy
4. Batavier 0, Meidoorn 3, Blody
Fok 5, Onrust 6, Diuiniroosjê 6, Gon-
ducteur 6, Robinson Crusoe 6, Leegli-
weter 6, Roodborstje 6, M. de Haan 6,
F. F. Geld 4, Tieideblóesem 6. Kabou
ter 6, Theeroos 6, Klimop 6.
en ze gaf mij ais baar liefsten veusch
te kennen voor ons allen te mogen zor
gen, Toen ze, na nog een paar jaar op
school te zijn geweest, verlangde naar
de huishoudschool te gaan, heb ik
haar verzoek ingewilligd. In dien tijd
vertrok onze huishoudster en Noor
stel'le voor, geen andere te nemen. Ze
durfde het. best aan. Er was immers
zoo'n flink dienstmeisje. Ik maakte
bezwaren, maar ze hield zoo aan, dat.
ik toegaf. En ik höb er nooit «pij'l van
gehad. Wij allen hebben ontzaglijk
veel aan Noor te danken."
Vader zweeg en To wist zelve niet,
hoe het kv- am, maar een groote, dikke
traan liep langs haar wangen. In
bibliotheekboeken had ze wel van hel
den en heldinnen gelezen, maar het
kwam haar voor, dat Noor ook zoo'n
soort heldin was.
„Maak nu je sommen, kind, en
neem je voor om in alle opzichten een
lief zusje voor Noor te zijn Je weet
nu, dat. ze het, ten volle verdient."
Het was zeker een pak van het hart,
dat vader nu alles wist- Maar de rech
te stemming om sommen te maken
was er nog niet. To was nog met de
laatste stun bezig, toen ze de jongens
weer hoorde thuiskomen. Met veel
rumoer 6tormden ze de trap op. Ze
stoven de kamer binnen, terwijl de
een voor den ander riep „Een nieuw
pak! Ik heb een fijn nieuw puk!"
„Trc-k het alle drie maar eene aan,
danzal ik eens zie», hoe het jullie
staat," sprak vader. Ze holden nu
naar de slaapkamers. Daar kwam
Noor ook binnen. Ze had zich eerst
even ontdaan van hoed en mantel.
Schaterlachend vertelde zo van de pas-
serij. Wim wou een wijlden broek
hebben; omdat je daar fijn mee haasje
over kon springen, Stel je voor, alsof
je een broek koopt om haasje over mee
te springen. Frits wou eon matrozen
pak hebben. Dan had hij een lagen
hals en de jongens hadden hem ver
teld, dat je een dikken nek kreeg, als
je maar geen boorden droeg. „De
zijne lijkt wel een slok," spotte To.
Daar had je Ernst, de gymnasiast, al.
,,0p en top een aanstaand student-
te." sprak vader.
„En hoe vindt u ons?" riepen Wim
en Frits, die gearmd binnenkwamen.
„Wat zul jij een dikken hals krij
gen, zei vader tot Frits.
„Ja. hè," glunderde de jongen.
,,'t Is jammer, dat jouw pak niet de
helft leelijknr is," vervolgde vader tot
Wim.
„Waarom?" vroeg Wim ten hoogste
'verbaasd.
„Dan kon je er dadelijk mee bok-
stavast gaan spelen."
Wim lachte eens en knikte tegen
Noor.
„Nu, voorwaarts mareeh in de oude
spullen en wie niets meer te werken
heeft, mag gaan spelen," comman
deerde vader. Het troepje vertrok en
Noor deed verslag van de kosten.
(Wordt verwlgd.)
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-A fdecJing moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Bloemhof straat 5.
Li de bus gooien, zonder aan-
schellenO
Nieuwelingen zijn: GATO en JO
NI EU VVEN HOVENGed. Oude Gracht
No. 26.
WILLY WESSEL1NG, oud 11 jaar,
Breêstraat 28 z.
WICHERT WHENBERG, oud 9
jaar-. Ged. Kaamgr. 45 r. j
HEIDEBLOEM. Het is volstrekt
niet verplichtend er een pop bij te
geven- Poppcgoed alleen mag ook.
DENNENBLAADJE en VARENTJE
mogen haar schuilnaam houden.
ACON1ETJE. Is de baret al af?
Jc raadsel te goed. Bij het tweede
raadsel had je geen oplossing ver
meld.
GEERTRUIDA v. d. P. ls de bnl
al weer gemaakt? Ik vond het schrij
ven heusch niet slordig.
WILLEMI'EiNTJE S. Kleed het
popje maa niet zoo aan, als je zelf
mooi vindt.
VINKJE. Hoe is het er nu mee?
Doet de keel geen pijn meert En
smaakt de boterham weer lekker?,.Jul
lie hebben heel wat aardige planne
tjes.
HUISMOEDERTJE. Ja. ik vond
het 'ook aardig, dat we eons kermis
gemaakt hebben. Je kaarde hangt
reeds aan de wieg. T Was 'een keuri
ge inzending.
JAN STEEN. Zoodra ik weer
bouwplaten krijg, zal ik het fn de
Rubriek vernielden.
RESEDA. Je raadsel is goed.
ANNIE 1L Tussclren dc beide
opgegeven schuilnamen mag je kie-
KAREL V. Nu ik ben het meit
moeder eens.
TELGODOUR J. 0. Maak jij het
ischsjiel maar naar je eigen idee. Ik
vertrouw je dat wei u>e. Hoeveel lo-
mouet namen heb je nu?
AART U. Ik-verlang er heusch
naar moi jouw boerderijtje kennis te
maken, .vlaai- dat duurt zeker nog
wel een poosje.
KONING DER DWERGEN. Dat
plaatsje Driewegen lijkt me wel wat
onbekend. Bedenk eons eon gemak
kelijker raadsel.
ASSCtlEPOESi'ER. Aardig hoor,
dat die twee'meisjes jo zoo flink ge
holpen hebben.
LÜDEW1JK. Het doet me genoe-
;n, dat de prijs zoo naar je zin ls.
MIMOSA. Kun je nu al goed op
de maciune naaien? Hebben jullie er i
thuis ook een?
KAN K. Ik vond het toch ook zoo
prettig; dat jc weer bij ons kwam.
Wat maak jc voor den wedstrijd.' Of
moet dat een geheim voor me blij
ven?
WILLY W. Er is al een Doorn
roosje. Bedenk dus een andoren naam
ROBINSON CRUSOü. Je raadsels
zij» goed.
LEEGliVVATER. Geniet jij nog
maar zoo veel mogelijk van het
mooie weer.
F. F. G. Je raadsel is goed.
DUINROOSJE. Een baby-mutsje
komt altijd te pas. Vond je het pret
tig Donderdag weer naar school te
gaan?
ONRUST. Dal waren heel wat
betere berichten dan de vorige week.
En blijft liet steeds goed gaan? Is dc
pijn nu geheel over? Is al een heele
gezelligheid voor je, dat je leizen mag.
Je verlangt zeker 's morgens al naai
den avond, dat vader en moeder sa
men komen. Wil je moeder vriende
lijk danken voor haar uitvoerig schrij
ven en zal mijn kleine Onrust zich
nu verder heel rustig houden?
BLODY FOK. J«> raadsel kan ik
niet aannemen, oiudat jc dc oplossing
vergoten hadt.
MEIDOORN. Je raadsel is goed,
Als je mij een briefje schrijft, krijg
je er ook een terug,
BATAVIER. I-Iet deed ine ge
noegen weer wat van je te hooren.
De winter leent zich juist goed voor
raadseloplossingen, enz.
COWBOY. Mag zijn schuilnaam
houden.
JO en TEUN R. Wanneer ik eens
Ln jullie buurt kom, wil ik me graag
eens aan hot haardvuur wannen
COR E. Dait was een reuze-in
zending. En alles zag er zoo netjes?
uit. Hoe is het nu mei moeder?
E. Die portretjes heb je echt
aardig gemaakt, hoor!
AREND. Je raadsels zijn goed,
Wat ga je keurig sclirijven!
DIRK en HENDRIK D. Heerlijk
hè zoon pretje in he»t vooruitzicht!
Ik zal je geheim goed bewaren. Tot 1
December heb je tijd met liet wed
strijd-werk. Je raadsel is goed.
M. A. DE RUYTER. Dat was een
schitterend getuigschrift. Ik hooj),
je veel genoegen van je diction-
naire zult hebben.
JAN R. Een eigon kamer- Nu
kan ik toch merken, dat je groot
w ordt. En houd je hot knap in orde?
Het dood me genoegen te vernemen,
dat je zus het goed maakfL
J. v. d. P. Je raadseis zijn goed.
ANNY v. d. P. Je inzendingen
zuilen zeker aardig worden.
JACOB CATS. Schiet je flink
op?
WIM S. Ik hoop, maar, dat Piet
gauw traoteert oqj kivatta. Zou de
halve wereld nieJt tfacteeren, ais er
vrede is?
II. A. v. D. Zelf malven heeft in
mijn oog de meeste waarde. Je raad
sel is goed.
TIKK1E on PIEKJE. Hoe is het
nu met Boukje? Je bouwplaten waren
's middags al weg. Jullie waren ze
kei- wel Mj men dien brief uit Indiê.
DIRKJE DEN H. Je neefjes mo
gen met den wedstrijd meedoen. Als
je neefjes hun adres opgeven zal ik
in de Ruk-Rubriek om glaasjes en
dopjes viagen.
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.
Haarlem, 20 October.
Bloeniho'fstraait 5.
Ontgoocheling.
door SIMON MOS,
Huj was na zijn eindexamen H. B.
S. van een provincieplaatsje naar
een groote stad getrokken, om bij zijn
oom in de geheimen van hen kantoor
leven te worden ingewijd. Zij was als
jongste me;sje dienende in een voor
naam heerenhuas aan den Singel,
waar hij dagelijks langs moest. Meest
eiken morgen zag hij haar, wanneer
hij liet huns pa&seerend, naai- zijn
kantoor ging, Zij stond dan veelal in
de (leur, in gesprek inut leveranciers,
of zij verrichtte werkzaamheden aan
de straat. Reeds van den eersten mor
gen af, dat hij haar zag, had zij al
dadelijk veel indruk op hem gemaakt.
Zij was ook lang geen onknappe ver
schijning, ine4 groot van postuur,
maar ze zag er gezond, frisch en Mo-
zonil uit; had een alleraardigst ge- builen om te luisteren naar al liet-
zichlje, met een paar guitige oogjes &eon hij haar te zeggen had.
en een dikke, blonde lokkenpraciit, i 1 oen zij versol u-lende straten
de van 2ijn verhouding tot het meisji
en zijn zyslers zouden vermoedelijk
haar neusje optrekken voor zijn ver
loofde, maar dan zou hij voor haar
opkomen en haar rechten weten tc
verdedigen als het noodig was. Als
hij maar eerst zekerheid had omtrent
haar, dan zou hij zijn moeder mei al
le© in kennis tteRen. Maar hij had
nog zóe weinig gelegenheid.geluid liet
meisje over een ernstige verbintenis
te spreken. Daarom had hij haar ver-
zocht op een Zondag een-; met hem
t.; w illen uitgaan. Zij zonden dan eon
heerlijke w andeling kunnen maken in
de prachtige, bosdirijke omgeving
der stad. Hij hoopte dan voldoende
gelegenheid h? hebben met haar een
ander te bespreken. Zij had daarin
toegestemd en don volgenden ZondiuS'
zouden zij elkaar opwachten op een
bepaalde plaats in dc stad, Wat had
hij zi'dh toen gelukkig gevoeld. En
hoe had hij verlangd naar het einde
der week, naar dien bewusten dag,
waarop hij haar dan eindelijk zou
kunnen zeg'zen, hoeveel, dat hij ziels*
veel van haar hield. Wat al illusies
stelde hij zich voor. Hij hoopte maar
oj» mooi weer. Natuurlijk! Dan im
mers zouden ze eens recht kunnen
genieten van do natuurpracht in de
omstreken. Als zij daar sainen ge
armd en dicht bij elkaar wandelden
onder het lommer van de oude eiken
en beuken in de breede lanen van
hot park, dan zoude» zij zicli ver
plaatst wanen in een sj)rookjeswereld
waar alles poëzie en hun geluk vol
komen was. Eu liet leek alsof er geen
einde kwam aan die week. Haar
beeld drong zich «leeds dieper in
zijn denken en werken, zoodat hij
schier geen aandacht had voor zijn
dagtaak en daardoor menige aanmer
king opliep van zijn chef. Eindelijk
liet dan Zondag geworden. Het
weer bleek schitterend. Keurig ge
kleed liep hij al eesugen tiid voor het
bestemde uur op de plaats voor de
samenkomst bepaald; Hij had een
ruikertje riolen gekocht voor zijn uit
verkorene, om baar al dadelijk le!
kunnen verrassen. Ze lie-, zich even
wachten toen de tijd daar was. Niet
lang evenwel. Weldra kwam ze kittig
aangestapt. Maar hij herkende haar
eerst toen ze hem heel dicht was ge-
naderd. In haar wande.costuum zag
zoo anders uit, dan hij tot nog
toe gewend was. Zoo heel anders
Haar kleedijig en haar hoed waren
zoo op het oog niet minder dan die I
van zijn zusters en '-och het w as
geen dametje; de hoed was wat erg
opgesmukt en het manteltje kleedde j
haar net alsof het niet voor haar be-1
sternd was, neen hij moest hei zich
eerlijk bekennen Juiar katoentje
dn ,haar 'tulen mutjs stonden' ba 1.4
voeJ leuker.
Ilebie die blommetjes voor mij
meegebracht? vroeg zij verwonderd,
toen hij haar liai bouquet je gracieus
aanbood. Gut, ik geef itiks 0111
blomme. Nou mot ik zo nog dragen
ook en ik heb m n handen al zoo vol
on m'n tassie en m'n perresol!
Sfoek het lusschen je mantel op
je corsage, raadde hij aan.
Nou zeg ik ben de bruid
niet! Ik zal 't wel in mijn tassie doen.
Zij opende Wug bet taschje en
smaa-ite de bloemen er in, waarmede
zijn eerste i.iuste verdwenen was.
Zij «apten op. Hij wilde dade
lijk naar buiten, zij liever in de stad
wandelen. Wat had je nou builen?
Daar zag je geen mensch. Ze hield
meer van (1e stadsdrukte. Een over
volle straalt op en neer wandelen. In
de hoop bekenden te. zien en dan een
praatje to maken. Dat was meer naar
haar zin.
Hij gaf toe, straks, als het wat lu-
r was, zou ze waarschijnlijk genoeg
hebben van dai gedrentel in die druk-
ko beweging en iiiai hem gaan
waarboven het eivormige, tulen muts-
ke koket en ietwat schuin geplant
was. Huj kon niet nalaten ieikens
naar haar te zien bij het passeeren
en zij had daarbij eerst gelachen on
later geknikt, waarop hij beleefd
zijn hoed had afgenomen. Den vol
genden dag had hij liet gewaagd
haar aan te spreken en zij had wel
naar hem willen luisteren, doch niet
te lang, dat mocht zij niet, dan moest
hij liever 's avonds komen, dan kon
ze wol wat lanzer praten bij de keu
kendeur, aan de achterzijde van het
huis. Hij was gegaan en Itad dit be
zoek meermalen herhaald; zij hadden
gekeuveld over nietszeggende onder
werpen, over alledaagsche dingen en
gelachen om onbenulligheden. En,
het was vreemd, hij die nog nooit iets
bijzonders bemerkt had aim de jonge
meisjes, waarmede hij zoo dikwijls
had omgegaan, schoolmeisjes, zijn hun tafeltje in afwachtende
nichtjes, de dames-leden van de club, I ding had opgesteld,
wie da,11 ook, was op haar verliefd Mijn een glaassie atfekaat, Msp-
geraak't. Een meisje, met oen hef z|j terwijl zo alle moeite dood
Bandit,» en een me», Mw »'a Uaar k|e„uuellde glacMuuidaclK*-
waar, maar toch met uit het milieu K,
waarvan bij alkomsls was. Daaraan vlm h[uu" 'W'"8 ""S8™ "d™-
dacht hij wel eens als bij 's avonds i >c"'
afscheid had genomen en mijmerend j "'J schrikte even op. Advocaat!
huiswaarts toog. Het zou z.jn moe- j k°rt op 't eten... Hoe was het
der niet aangenaam zijn als zij hoor- mogelijk!
moenualen doorkruist hadden, vroeg
ze plots:
Zeg, blijf je maar loopen?
Hoe bedoel je dat, lieveling?
vroeg hij onthutst.
Nou, of ie met er es ergos gaat
zitten, in 'n kaffó of zoo?
0, zeker schat! Laten we dan
liicr lri dit melkhuis gaan rusten en
eeui glas melk drinken, hè?
- Jasses nee! Geen molk. Die
drink ik geuogt. Late we daar gaan,
zei ze, vijzend naar een café 00 den
hoek eeoer straat. I11 kaffé sentroal.
Daarneesn gangen pe en namen
plaats in liet voorste gedeelte van
hei koffiehuis, hetwèlk door een bruin I
gordijn van andere deei gescheiden
was t-n waar. legen een dei- ramen een 1
tafeltje onbecx-t b.eek.
Wat wil je nou gebruiken? vroeg
hij liaar, toen de kalhier zich naast
hou-
Advocaat en een kwast! com«
mandeerde hij.
Zij zette War hoed af, trok iiuar
manteltje uit en maakte het ziel»
recht gemakkelijk.
Daarna begon zij te babbelen over
de andere meidon in het huis waax
zij diende, over mijnbeer en me
vrouw, een cn ander luider dan
hem wel lief was, terwijl zij gestadig
lepelde uil haar glaasje advocaat en
onderwijl de verstrekte Leemtjes
gretig opknabbelde.
Na zoo eenigen tijd te hebbon door
gebracht, vroeg iiij, zijn hand teek;
op haar arm drukkend:
Willen we nu weer eens gnan
opstappen, dotje?
Gunst, waar wil je nou weer
naai- toe? vroeg zij, hern verwonderd
aanziende.
Buiten 111 het park is het aoo
heerlijk!... Als we daar eens. waag
de hij bescheiden voor te stellen.
Och, wat 1 leb-ie nou in dat park.
Late we hier blijven zitte tot het
tot het tijd is voor de biejeskoop.
Da'e veel fijner!. Ze geven zoo'n
mooie villem; „De moord in het rots
gebergte" Bet van 011s is ter ge
weest en het wa6 immes, zei ze.
Nu, als je dat zoo graag wilt,
dan kunnen we er we heengaan, gaf
hij gewillig toe.
Goed vent! zei ze, met een stra
lend gezicht, j© bent toch een lieve
jongen, hoor!... Hé, wat heb ik 'n
dorst gekregen van die affekaat. Ik
zou wel een glaassie limonade lus
ten, zuchtte zij.
Aannemen! riep hij en toen de
kellner verenheen, bestelde hij nog
een glas kwast en een limonade.
Langzamerhand was het lijd ge-
warden voor de bioscoop. Dic-s stap
ten zij op en toen zij in het lage, pij-
pela-achtige zaaltje hadden plaats
genomen, duurde hei niet lang o'
hot licht ging uit e» het spannende
drama nam eon aanvang.
Stilzwijgend volgden beiden de
intrige op het doek en toen aan het
slot de hoofdpersoon, een alpenja
ger te paard, door een verraderlijk
complot in den donkeren afgrond
stortte en in eon diepe rotssp'-c-ct ie
pletter viel, was zij geheel onderdon
indruk van het vertoonde.
Hij gevoelde minder voor bioscoop-
voorste', ongen en voor spannende
films 'n geheel niets, zoodat hij
tegenover haar enthousiasme tame
lijk koud bteef.
Buiten was het intussclien een
prachtige avond geworden. Het
maanlicht straalde met blijden glans
over huizen en boomen en toovorde
dooa- liet dikke loover grillige scha-
duv-fLeuren op den helder verlich
ten grond.
Hij nam haar arm in den zijnen en
Stepte in de richting van den bu.-
tensïngei. Hij wilde nog eenmaal
probeeren rnet haar op 11 stallen weg
eens vertrouwelijk te praten. Zij
echter vroeg dadelijk:
Waar wil Je heen?
Ik wou laten we... zoo langs
den singel, je woel wel... t Is zoo n
mooie avond... betoogdk hij hape
rend.
Óch jijl viel ze norsch dn. Jij
wil als maai- naar buiten... Wat
heb-ie daar... Laten we naar een
kafi'ó met muziek gaan... Daar kun
jo danse.
Dansen? echoode hij, in de
grootste verbouwereerdheid. Maar
ik kan n et dansen.-
Niet dansen] lachte ze luid. Nou
zeg... jij bent me dei- ook eentje,..
Avijn, ga tóch maar mee... Dan dam
ik wei met eon onder.
Met een ander, herhaalde hij
werktuigelijk, en wou je dun...
Nee! verklaarde hij beslist, dan zul
ik niet mee gaan.
Zool... Nou, dan ga 'k a'.'.'ecn...
Zoon sloom e as jij bent heb ik nog
nooit gezien... Maar ik het je n'it-t
noodig, hoor!...
Voor jou eon ander... Ad e! zei zo,
wuivende met d« hand e» lieerde
hem plotseling den rug toe.
Suffig staarde hij haar na... met
kleine dribbelpasjes liep ze v'.ug
door... Hij bleef haar nakijken in de
hoop, dat ze mogelijk zou omstel).
tcrugkeeien wei Gent... doch, neen!
Ze stapte stevig door, zonder ©enig
toeken van berouw en even voor het
heldere maanlicht door een somburo
wolk zou worden- verduisterd, kon
bij nog juist zien hoe ze vlug om den
hoek een er straat vtrdw een.
Hot w/eaxl donker op 'die jplaats
waar hij zich bevonu en hc-t was alsof
ook in rj.i hart co.i hihieiiUt pU*
plots zeer somber wst geworden....
DuitstesriJis diejie duetcrnls leek
hc-t in zijn binnenste waar geen en-
F e u i 11 e i o n
Het meisje met de
viooitjes-oogen
naar het Enaelsch van
GUY THORNE.
8.)
Terwiii. de jpnxra man dreisend voor
sii») trastheer stond hart klou-
te dat het dreiedo te barsten, eimr du
deur van de blauwe kamer open.
On den drempel stond een meisie.
Een eroote massa *wart haar golfde
om haai- ovaal-gevormde cezicbtje. Ze
droee een eenvoudia oliifsicenon ia-
non. Me: haar schitterende viool'jes-
ooiren keek ">i Runerfc Rolleston anu.
U? rieo zii. terwiii zij bevend
fip«»r handen uitstrekte. De man uit
den trein?
Rimer!, hiicde. bracht zijn hand
aan do keel en viel voorover.
Dit, wns het meisie dat hij in den
trein ontmoet, had en hel moisie.
Waarvan hii dienzelfden dau liet liik
ire\-i-ir>doT) had. in de Gruwelkamer.
HOOFD.SRTUK TV.
In deêeheime Kamer.
Runert Rolleston was flauw ccvnl
Ten
Toen hii weer bii kwam had hii een
cevoel alsof zini lioofd steeds in de
rondte draaide. Hij laa od een sofa en
toen lui weer wat duidelijker kou
zien zaïr hii dart, hii nar in de blauwe
kamer latr.
Iemand hield een alas aan zlin tin
nen, Hii dronk werktuiarèfliik.
Toen a-inc hii neoliton zitten en
(Irons' alles weer tol. liem door. Hii
was flauw gevallen. Hii was in Sir
[Jasper's huis on de Parkiaan. Sir Jas-
oer zou iiern net traan vertel ten. waar
om hii hem ongezocht had; Rupert
had over het doode meisje Kesoro-
ken. Toen was dc deur opengegaan
en^ stond het meisie zelf voor hein.
Toen hii zich dit weer liej-jnnenle
vlooe hii met een schreeuw overeind.
Notr eeen me'.er van hem af slond hel
donkere meisie uit den trein, uit de
gruwelkamer in de was^enbeeldcn-
eale-ii van het portret op de schoor-
steenman/iel in deze kamer; <:u het
moisie dal hii hem stond leefde.
Ah! hiitrde hii. en hii zakte weer
•neer on de sofa. rtoen bii opeens de
stem van sir Jasper hoorde.
Dit is mi in dóch/Ier Helena, zeide
hii Dit i> het meisio dat jo in dein
trein ontmoet hebt. Runert. Rolleston.
Ze 's niet dood. Je hebt ie vergist.
Runert wierp een langen blik op
iuffrouw Meredinh Ze zac er bleek
en treurir uit. maar haar riooltios
oneen schitterden als vuur. Zc stak
haar hand uit. Raak mii maar aan.
"zeide zo vriendelijk, raak mii maar
aan. meneer Rolleston. Ik beu wer
kelijk van vleesch en bloed.
Hii voelde haar warme hand in de
züue. Zii keken elkaar recht in de
ooep.n en wisten toen. dat ze dezelf
de man ach en waren, die mot elkaar
gereisd hadden van Plymouth af. die
elkaar on zulk een vneemdo wijze had
den loeren kénnen, en.nu bii dit ee-
heimzinniae drama weer samen wa
ren gekomen.
Ja ik ben liet-, zeide ze vriendelijk,
en toen Iter, zii Rupert's hand los en
begon ie snikken
Marie och Mametie. ik hield zoo
veel van ie.
Na oen occenbhk kwam er een
in het zwart gekleed© vrouw binnen,
bliikbaar een kamenier dte hei snik
kende mus ie nveenam.
Sir Jasper Meredith en Rupert Rol
leston keken elkaar aan.
De oude man was weer wal op zijn
verhaal eekomen. Hii stond doodstil,
en keek mol strakke oocon naai' Ru
nert. Zonder dat hii er iota van merk
te rolden de tranen lantrs de wannen
van den ioneen man. Alles in hem
tintelde van vreusrde. Ziin sombere
kiik on de dinxren was verdwenen als
sneeuw voor do zon.
E11 toen verdween langzamerhand
ziin oTvcrpwonden stemming. De ooeeo
van den ouden man dwongen hem op
rte kiiken. Het was alsof hii heel ver
een stem hoorde, de stem van ziin va
der. ais hem tot wraak aanspoorde.
Hii deed een stao vooruit en s»ak ziin
hand uit.
Sir Jasper zeide hii. ik begrijp er
niets van. maar ze leeft. God zii dank.
ze leeft! en wat beteekeivt het nu alle
maal
Hei. beteekemt diit. Miin dochter
Helena heeft van af Plymouth met ie
gereisd, miin dochter Mary is ver-
moerd. Ze waren tweelingen. de
oude man betfde vreeseliik maar be-
Jiield door een geweldige krachtsin
spanning ziin zelfbeheersching.
Hoewel he; ie vreemd zal toeschij
nen ziin allebei miin dochters als ia-
ren achtereen opgeleid voor één doel.
Zo 7.ïin nooit in de wereld geweest.
Haar besxoan was vergeten.Zii hebben
maar voor één dine eeleefd. Het laat
ste iaar waven ze voor hei. eerst zelf
werkend opgetreden: biieestaan door
een paar vertrouwde helpers. Lang
voor dten tiid had ik hort. «eheele plan
uitgedacht.
Ik begreep, dat men twee meisjes,
waaraan men dadeliik kon zien. dat
ze tot den deftieen stand behoorden,
en dio bovendien zóó op elkaar teeken.
dat hun eigen vader ze soms niet uit
elknar kende, een onschatbaar wapen
voor mii zouden kunnen ziin. Ik ben
geen strenge vader. Toen mün doch
ters 18 iaar oud wanen verstandige,
ontwikkelde en flihke meisjes, heb ik
lieu miin levensgeschiedenis verteld.
Ik heb ze eevraacd of ze den moed
hadden om mei mii te werken voor
mnn zaak. Zonder een ooaenblik te
aarzelen en ik behoef nauwelijks te
(zeggen zonder eciugen dwang van
iniiii kant. schaarden zii zich aan
miin ziide Mario, die een naar minu
ten oudé)- is. is bii het heem van on
zen veldtocht gevallen.
Sir Jasuer balde ziin vuisten. „Bloed
_im bloed!' riep hii met vreeselijken
stem. Jii hebt in de eerste ronde ge
wonnen. doctor Liosius. Je hebt me
mim dochter ontroofd. Duivel die ie
bent! Je wee: heel goed. dat ik geen
publiek schandaal kan maken, dat ik
ie nu noc nio; straffen kan. Maar :e
hebt. een groote fout. gemaakt, die niet
Pc herstellen is. Je hebt inii eindeliik
n.i al die iaren. ie werktuigen ge
toond!
Hii keerde zich woest om naar den
ionoen mau die naast hem stond. Ziin
gclo"t zag donker rood. Hii greep
Rupert's pols met iizeren vingers heel.
Hu leek zoo wel twintig iaar Longer!
Nu. zeide hii hoogst ernstig. Wil
■ie ons trouw bliiven tot in den dood»
ionae man? Hoor 1e de stem van ie
vader die even zeker vermoord is alf
ml'n dochter. in ie ooren klin
ken?
Rolleston kon niet spreken.
Ziin oogen moeten zün gedachten
uitgedrukt heblten. want sir Jasner
liet hem los. en lieo naar het einde
\an de blauwe kamer. Hü zag nu liik-
rit
Neem mii niet kwaiiik zei do hii.
ver een naar minuten zal het wel
overgaan. Kom maar hier. dan zal ik
ie alles vertollen, want ik vertrouw ie
en weet dat ie gezworen hobt. hot on
recht. ie vader aangedaan-, te wre
ken.
L11 toen wachtte Runert een cioote
verrassing behalve de laatste twee
dagen waren ar werkeliik niet veel
eirassincen geweest in ziin eentoni
ge leven.
Sir Jasoer lieo naar een spiegel in
deu wand. die oniliis; was met een
kostbaren rand ven oud Yenctiuansch
kon er. Een oogenblik bleef hii er voor
6taan. Toen boog hii zich voorover.
Runert hoorde een geluid als van een
rem dat ver weg in huis werd open-
eed nan en de spiegelruit verdween.
Hii zag nu een ronde, donkere ope
ning. do oude man s'.n-.te er heen en
draaide het elecftriscli licht op.
Kom rnaar hier. fluisterde sir
Jiisiv.r on Rupert stapte door den soio-
gellüst over de betimmering heen. IIU
bevond zich in een kleine achthoekig®
kamer. met. cederhout-betimmering.
(Wordt vervolgd).