RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. 3EST«fc£a<®»JLe:®r*.'a DERDE BLAD 'Btrblad. ZATERDAG 20 Ootober 1017 Raadsels Rail-rubriek. VIOLET, Binnenweg- 39, Heemst de, zou graag een pop aankleeden Wie kan haar helpen aan een onaan- gekleedc pop? Vriendelijk dank. ik geve geefster voor de toegezonden plaatjes. Een vriendelijke dame 6tuurde mij wol voor KLAAS KRAMER om zijn paai-deJeidsel 1e voltooien. Hij inag bij mij de wol 'komen halen. De Wedstrijd. HUISMOEDERTJE, oud 14 jaar bracht me een keurige poppenwieg. EOSGIIBES. oud 12 jaar. maakte knikkerzakken en naaide een snoe zig kinderjurkje. De broertjes EGGINK braohten speelgoed en boeken en aardige wand versieringen. (Deze raadsels zij» aile ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Wbenödag- middag 4 uur goede oplossingen zen den, worden in het volgende mimmer bekend gemaakt.) Iedere maand worden ondor de beste oplossers twee bodken in pracht band ver-looi. 1. (Ingez. door Lelietje der Dalen.) Er is weinig dal men zonder mij eet en tooli eet. men mij nooit alleen. Wie bon ik? 2. (Ingez. door Dirk en Hendrik Derr.) Ik ben een --preekwoord van 28 Jet- tei - of 5 woorden. Een 9. 10, 11, 12 zit aan een wagen. 3, 27 zit ook aan een wagen. 20. 21, 22 is een lidwoord. 7. S is ook een lidwoord 5, 18. 25 is weer een lidwoord. 15, 10, 17. 1 is een jongensnaam. 12, 8. 11, 26 is niet vol. 15. 16.16, 2 is niet goedkoop. 1, j, 8, 27 is een jongensnaam. 6, 10, 11, 17 is een lichaamsdeel. 27 28, 21, 17 is eon hemellichaam. 20 2', 5, 2, 7, 18 is een plaatsje in Gelceriand. 20, 21 5, 2, 12, 13 10 ie een plaatsje In Limburg. 23. 24, 25, 26 Ï6 niet kort. 1V is de 14de letter van het alpha bet. 3. '..gez. dóór Petronella van Schaick.) Ik ben een weekdier, neem mijn le letter weg t-n ge vindt me op vele 1 Iers schrijftafels Wie ben ik? I vader. 4. Ingez. door Ilendrika van „Vader 1 Beusekom.) „Wat is er? Komt de som niet uit?'" M j eerste vindt ge hoog in de „Och. 'k weet niet. Vader!" To lucht, var mij). tweede leert ge iets op schuift haar 6toel vlak naast, die van school en mijn geheel richt vaak groo- haar vader. „Ik loop er al dagen mee le schade aan. i rond. Weet u wat freule Van Bl'ftn- 5. (Ingez. door Zonneklaurtje.) kenheiin van onze Noor zei?" Asschepoester. door W. B.—Z. (Vervolg van Hoofdstuk 4.) Reeds vijf minuten lag het suinmén- schrift voor haar, maar nog sleede zat ze in gedachten verzonken. „Kom, To, zou je niet eons begin nen?" „Ja, \adcr." Ze deed boek en schrift open, doopte de pen in, zette wat cij- en keek toen tersluiks naar i dorp in Friesland van 9 tetters 1. 3, 4 8 le.on rivier in Duitsch- land. 6, 7, 8 is ccj; iicliaamsdeel. 3, i ie een lidwoord. 4, 1, 9 is ook een lidwoord. 2. i, 6 is een jongensnaam. 5, 6, 7 S gebruikt de timmerman. 5. Strikvragen: a. (Ingez. door Geertje van Wieringen.) Waar heeft de rock zijn begin en "t vuur zijn einde (Ingez. door Controleur.) „Nu?" vraagt meneer Van Bergen verbaasd. „Ze noemde Noor een Assche- poes.Het hoogs woord is er uit. Meneer Van Bergen antwoordt niet dadelijk. „Wanneer zei ze dat?" vraagt hij eindelijk. Nu vertelt To met hoog- roode kleur, wat ze op het feest van de Van Oeverens gehoord had. La chend 'kijkt meneer- Van Bergen naar zijn verontwaardigd doohtertje. „Maar, Tootje, kind, was jc daar zoo beleedigd over?" sprak hij, toen To alles had opgebiecht. En hij ver- i Waarom dragen de soldaten kope- volgde „Als Noor zich maar geen ren kreopen aam de jassen? Assehepoes voelt.- Ik durf wel zeker c. Hoeveel is vijtümaal een en twin-to zeggen, dat dit niet het geval ie. tig? Laatst, spraken wij even over vroe- d. h. welken vloed -kan men zioh,gerj toen heb ik je verteld, ho1? het het be6tf baden? komt, dat freule Van Blankenh«im o. ingez. door F.mbong Ploeso.) eemigszins met Noor's verleden be- Wat is her verschil tusschen Den xoen Noor, als klem meisje Haag er; een haas? zonder ouders uit Amerika kwam. is f. 'Ingez. door Miarietje Koh!.) ze eerst oenige jaren bij een zuster Hoevee' is 3 maal 6 en een soldaat? van me geweest. Misschien heb je g. (Ingez. door HaJovea.) i Wel eens' van tante Ghristien ge- Wat krijgt men, als 4 lucifers bij ^ooixl-" To knikt van ja. Noor heeft elkaar liggen? haar in het portret-album wel eens aangewezen, wie tante Christian was. „Toen tante Ghristien ging sukkelen, kwam Noor bij ons. Moeder was toen pas gestorven en wij hadden een juf frouw voor de huishouding. Ik herin ner me nog, als was het gisteren, d'at ik Noor haalde. We zaten samen in den trein en zij informeerde naar je allen. Ze had hét altijd zoo prettig bij ons gevonden. Moeder hield veel van Sijs jjs. kinderen en in 't bijzonder voelde ze - licll aange-trokken tot ons oudorlooze Raadseloplossingen Oplo&smgeu der vorige week zijn 1 [Gokhuis. 2. Leer. 3. Elbe Elba. 4. Brok rok. Tien tegen een .pap c. gTi-oi. middelsoort en klein d. De let- mohtje. Ik vroeg me zelve af, of ze tet Q e. eindig! heeft als slotletter het, nu moeder was heengegaan, nog t f. 7 maa' 9 is 63 g. Een kalender- zoo gezellig bij ons zou vinden. Wij blaaii. fc h. Kilometeri. bii een stok- spraken toen over wat ze worden wou visoh is de staart verst van zirn kop. b'' een Chinees 't dichtst bij. Goede oplossmgen ontvangen van Huismoedertje 5 Rembrandt v. Rijn 5, Aafje West 6: Andries West 6. Klaas Kramer 6, Corric Kramer 6, Vinkje 4, De Wielrijders 4, Piet Jansen 6, Joost van den Vondel 5, T. Schutter 6, W. Schutter 6, G. en W. van dei- Putte 6, Aconietje 3, Afpenroosjo 6, Soldaat 6, Lourens Coster 6, C. Phi lip.».-' 6. Generaal Bolha 6. Aewhe poester 3, Dikkerdje 3, Koning- der Dwergen 5. Violet 1, Aart Overmeer 6, Theo Overmeer 6. W. G. Willem- sen 4, C. Willemsen 4, Karei V C, An nie Homme rscn 4. Reseda 1. P. Jon gens 4, D. A. P. en C. L J. den Hol lander G Tiekie 6, Pienie 6, H. A. v. Doornik 6, Wim Spoor 6, Jacob Cats 6. Annie v. d. Plas 6, J. v. d Plas 6. Lelie 6, Jan Rozenhart 6, M. A. (ie Ruijter 5, Dirk Derr 6, Hendrik Derr 6, Arend 6, I In n Koelen 4, Aucubn 5, Mimosa 5, Rudolf Oschatz 5, Dirtk Oeohatz 5, Lodowijk 5, Controleur 5, Leidonaar 5, Kereiboomipje 5. Jo en Teun Reimermk 6, Cowboy 4. Batavier 0, Meidoorn 3, Blody Fok 5, Onrust 6, Diuiniroosjê 6, Gon- ducteur 6, Robinson Crusoe 6, Leegli- weter 6, Roodborstje 6, M. de Haan 6, F. F. Geld 4, Tieideblóesem 6. Kabou ter 6, Theeroos 6, Klimop 6. en ze gaf mij ais baar liefsten veusch te kennen voor ons allen te mogen zor gen, Toen ze, na nog een paar jaar op school te zijn geweest, verlangde naar de huishoudschool te gaan, heb ik haar verzoek ingewilligd. In dien tijd vertrok onze huishoudster en Noor stel'le voor, geen andere te nemen. Ze durfde het. best aan. Er was immers zoo'n flink dienstmeisje. Ik maakte bezwaren, maar ze hield zoo aan, dat. ik toegaf. En ik höb er nooit «pij'l van gehad. Wij allen hebben ontzaglijk veel aan Noor te danken." Vader zweeg en To wist zelve niet, hoe het kv- am, maar een groote, dikke traan liep langs haar wangen. In bibliotheekboeken had ze wel van hel den en heldinnen gelezen, maar het kwam haar voor, dat Noor ook zoo'n soort heldin was. „Maak nu je sommen, kind, en neem je voor om in alle opzichten een lief zusje voor Noor te zijn Je weet nu, dat. ze het, ten volle verdient." Het was zeker een pak van het hart, dat vader nu alles wist- Maar de rech te stemming om sommen te maken was er nog niet. To was nog met de laatste stun bezig, toen ze de jongens weer hoorde thuiskomen. Met veel rumoer 6tormden ze de trap op. Ze stoven de kamer binnen, terwijl de een voor den ander riep „Een nieuw pak! Ik heb een fijn nieuw puk!" „Trc-k het alle drie maar eene aan, danzal ik eens zie», hoe het jullie staat," sprak vader. Ze holden nu naar de slaapkamers. Daar kwam Noor ook binnen. Ze had zich eerst even ontdaan van hoed en mantel. Schaterlachend vertelde zo van de pas- serij. Wim wou een wijlden broek hebben; omdat je daar fijn mee haasje over kon springen, Stel je voor, alsof je een broek koopt om haasje over mee te springen. Frits wou eon matrozen pak hebben. Dan had hij een lagen hals en de jongens hadden hem ver teld, dat je een dikken nek kreeg, als je maar geen boorden droeg. „De zijne lijkt wel een slok," spotte To. Daar had je Ernst, de gymnasiast, al. ,,0p en top een aanstaand student- te." sprak vader. „En hoe vindt u ons?" riepen Wim en Frits, die gearmd binnenkwamen. „Wat zul jij een dikken hals krij gen, zei vader tot Frits. „Ja. hè," glunderde de jongen. ,,'t Is jammer, dat jouw pak niet de helft leelijknr is," vervolgde vader tot Wim. „Waarom?" vroeg Wim ten hoogste 'verbaasd. „Dan kon je er dadelijk mee bok- stavast gaan spelen." Wim lachte eens en knikte tegen Noor. „Nu, voorwaarts mareeh in de oude spullen en wie niets meer te werken heeft, mag gaan spelen," comman deerde vader. Het troepje vertrok en Noor deed verslag van de kosten. (Wordt verwlgd.) Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-A fdecJing moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Bloemhof straat 5. Li de bus gooien, zonder aan- schellenO Nieuwelingen zijn: GATO en JO NI EU VVEN HOVENGed. Oude Gracht No. 26. WILLY WESSEL1NG, oud 11 jaar, Breêstraat 28 z. WICHERT WHENBERG, oud 9 jaar-. Ged. Kaamgr. 45 r. j HEIDEBLOEM. Het is volstrekt niet verplichtend er een pop bij te geven- Poppcgoed alleen mag ook. DENNENBLAADJE en VARENTJE mogen haar schuilnaam houden. ACON1ETJE. Is de baret al af? Jc raadsel te goed. Bij het tweede raadsel had je geen oplossing ver meld. GEERTRUIDA v. d. P. ls de bnl al weer gemaakt? Ik vond het schrij ven heusch niet slordig. WILLEMI'EiNTJE S. Kleed het popje maa niet zoo aan, als je zelf mooi vindt. VINKJE. Hoe is het er nu mee? Doet de keel geen pijn meert En smaakt de boterham weer lekker?,.Jul lie hebben heel wat aardige planne tjes. HUISMOEDERTJE. Ja. ik vond het 'ook aardig, dat we eons kermis gemaakt hebben. Je kaarde hangt reeds aan de wieg. T Was 'een keuri ge inzending. JAN STEEN. Zoodra ik weer bouwplaten krijg, zal ik het fn de Rubriek vernielden. RESEDA. Je raadsel is goed. ANNIE 1L Tussclren dc beide opgegeven schuilnamen mag je kie- KAREL V. Nu ik ben het meit moeder eens. TELGODOUR J. 0. Maak jij het ischsjiel maar naar je eigen idee. Ik vertrouw je dat wei u>e. Hoeveel lo- mouet namen heb je nu? AART U. Ik-verlang er heusch naar moi jouw boerderijtje kennis te maken, .vlaai- dat duurt zeker nog wel een poosje. KONING DER DWERGEN. Dat plaatsje Driewegen lijkt me wel wat onbekend. Bedenk eons eon gemak kelijker raadsel. ASSCtlEPOESi'ER. Aardig hoor, dat die twee'meisjes jo zoo flink ge holpen hebben. LÜDEW1JK. Het doet me genoe- ;n, dat de prijs zoo naar je zin ls. MIMOSA. Kun je nu al goed op de maciune naaien? Hebben jullie er i thuis ook een? KAN K. Ik vond het toch ook zoo prettig; dat jc weer bij ons kwam. Wat maak jc voor den wedstrijd.' Of moet dat een geheim voor me blij ven? WILLY W. Er is al een Doorn roosje. Bedenk dus een andoren naam ROBINSON CRUSOü. Je raadsels zij» goed. LEEGliVVATER. Geniet jij nog maar zoo veel mogelijk van het mooie weer. F. F. G. Je raadsel is goed. DUINROOSJE. Een baby-mutsje komt altijd te pas. Vond je het pret tig Donderdag weer naar school te gaan? ONRUST. Dal waren heel wat betere berichten dan de vorige week. En blijft liet steeds goed gaan? Is dc pijn nu geheel over? Is al een heele gezelligheid voor je, dat je leizen mag. Je verlangt zeker 's morgens al naai den avond, dat vader en moeder sa men komen. Wil je moeder vriende lijk danken voor haar uitvoerig schrij ven en zal mijn kleine Onrust zich nu verder heel rustig houden? BLODY FOK. J«> raadsel kan ik niet aannemen, oiudat jc dc oplossing vergoten hadt. MEIDOORN. Je raadsel is goed, Als je mij een briefje schrijft, krijg je er ook een terug, BATAVIER. I-Iet deed ine ge noegen weer wat van je te hooren. De winter leent zich juist goed voor raadseloplossingen, enz. COWBOY. Mag zijn schuilnaam houden. JO en TEUN R. Wanneer ik eens Ln jullie buurt kom, wil ik me graag eens aan hot haardvuur wannen COR E. Dait was een reuze-in zending. En alles zag er zoo netjes? uit. Hoe is het nu mei moeder? E. Die portretjes heb je echt aardig gemaakt, hoor! AREND. Je raadsels zijn goed, Wat ga je keurig sclirijven! DIRK en HENDRIK D. Heerlijk hè zoon pretje in he»t vooruitzicht! Ik zal je geheim goed bewaren. Tot 1 December heb je tijd met liet wed strijd-werk. Je raadsel is goed. M. A. DE RUYTER. Dat was een schitterend getuigschrift. Ik hooj), je veel genoegen van je diction- naire zult hebben. JAN R. Een eigon kamer- Nu kan ik toch merken, dat je groot w ordt. En houd je hot knap in orde? Het dood me genoegen te vernemen, dat je zus het goed maakfL J. v. d. P. Je raadseis zijn goed. ANNY v. d. P. Je inzendingen zuilen zeker aardig worden. JACOB CATS. Schiet je flink op? WIM S. Ik hoop, maar, dat Piet gauw traoteert oqj kivatta. Zou de halve wereld nieJt tfacteeren, ais er vrede is? II. A. v. D. Zelf malven heeft in mijn oog de meeste waarde. Je raad sel is goed. TIKK1E on PIEKJE. Hoe is het nu met Boukje? Je bouwplaten waren 's middags al weg. Jullie waren ze kei- wel Mj men dien brief uit Indiê. DIRKJE DEN H. Je neefjes mo gen met den wedstrijd meedoen. Als je neefjes hun adres opgeven zal ik in de Ruk-Rubriek om glaasjes en dopjes viagen. Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN. Haarlem, 20 October. Bloeniho'fstraait 5. Ontgoocheling. door SIMON MOS, Huj was na zijn eindexamen H. B. S. van een provincieplaatsje naar een groote stad getrokken, om bij zijn oom in de geheimen van hen kantoor leven te worden ingewijd. Zij was als jongste me;sje dienende in een voor naam heerenhuas aan den Singel, waar hij dagelijks langs moest. Meest eiken morgen zag hij haar, wanneer hij liet huns pa&seerend, naai- zijn kantoor ging, Zij stond dan veelal in de (leur, in gesprek inut leveranciers, of zij verrichtte werkzaamheden aan de straat. Reeds van den eersten mor gen af, dat hij haar zag, had zij al dadelijk veel indruk op hem gemaakt. Zij was ook lang geen onknappe ver schijning, ine4 groot van postuur, maar ze zag er gezond, frisch en Mo- zonil uit; had een alleraardigst ge- builen om te luisteren naar al liet- zichlje, met een paar guitige oogjes &eon hij haar te zeggen had. en een dikke, blonde lokkenpraciit, i 1 oen zij versol u-lende straten de van 2ijn verhouding tot het meisji en zijn zyslers zouden vermoedelijk haar neusje optrekken voor zijn ver loofde, maar dan zou hij voor haar opkomen en haar rechten weten tc verdedigen als het noodig was. Als hij maar eerst zekerheid had omtrent haar, dan zou hij zijn moeder mei al le© in kennis tteRen. Maar hij had nog zóe weinig gelegenheid.geluid liet meisje over een ernstige verbintenis te spreken. Daarom had hij haar ver- zocht op een Zondag een-; met hem t.; w illen uitgaan. Zij zonden dan eon heerlijke w andeling kunnen maken in de prachtige, bosdirijke omgeving der stad. Hij hoopte dan voldoende gelegenheid h? hebben met haar een ander te bespreken. Zij had daarin toegestemd en don volgenden ZondiuS' zouden zij elkaar opwachten op een bepaalde plaats in dc stad, Wat had hij zi'dh toen gelukkig gevoeld. En hoe had hij verlangd naar het einde der week, naar dien bewusten dag, waarop hij haar dan eindelijk zou kunnen zeg'zen, hoeveel, dat hij ziels* veel van haar hield. Wat al illusies stelde hij zich voor. Hij hoopte maar oj» mooi weer. Natuurlijk! Dan im mers zouden ze eens recht kunnen genieten van do natuurpracht in de omstreken. Als zij daar sainen ge armd en dicht bij elkaar wandelden onder het lommer van de oude eiken en beuken in de breede lanen van hot park, dan zoude» zij zicli ver plaatst wanen in een sj)rookjeswereld waar alles poëzie en hun geluk vol komen was. Eu liet leek alsof er geen einde kwam aan die week. Haar beeld drong zich «leeds dieper in zijn denken en werken, zoodat hij schier geen aandacht had voor zijn dagtaak en daardoor menige aanmer king opliep van zijn chef. Eindelijk liet dan Zondag geworden. Het weer bleek schitterend. Keurig ge kleed liep hij al eesugen tiid voor het bestemde uur op de plaats voor de samenkomst bepaald; Hij had een ruikertje riolen gekocht voor zijn uit verkorene, om baar al dadelijk le! kunnen verrassen. Ze lie-, zich even wachten toen de tijd daar was. Niet lang evenwel. Weldra kwam ze kittig aangestapt. Maar hij herkende haar eerst toen ze hem heel dicht was ge- naderd. In haar wande.costuum zag zoo anders uit, dan hij tot nog toe gewend was. Zoo heel anders Haar kleedijig en haar hoed waren zoo op het oog niet minder dan die I van zijn zusters en '-och het w as geen dametje; de hoed was wat erg opgesmukt en het manteltje kleedde j haar net alsof het niet voor haar be-1 sternd was, neen hij moest hei zich eerlijk bekennen Juiar katoentje dn ,haar 'tulen mutjs stonden' ba 1.4 voeJ leuker. Ilebie die blommetjes voor mij meegebracht? vroeg zij verwonderd, toen hij haar liai bouquet je gracieus aanbood. Gut, ik geef itiks 0111 blomme. Nou mot ik zo nog dragen ook en ik heb m n handen al zoo vol on m'n tassie en m'n perresol! Sfoek het lusschen je mantel op je corsage, raadde hij aan. Nou zeg ik ben de bruid niet! Ik zal 't wel in mijn tassie doen. Zij opende Wug bet taschje en smaa-ite de bloemen er in, waarmede zijn eerste i.iuste verdwenen was. Zij «apten op. Hij wilde dade lijk naar buiten, zij liever in de stad wandelen. Wat had je nou builen? Daar zag je geen mensch. Ze hield meer van (1e stadsdrukte. Een over volle straalt op en neer wandelen. In de hoop bekenden te. zien en dan een praatje to maken. Dat was meer naar haar zin. Hij gaf toe, straks, als het wat lu- r was, zou ze waarschijnlijk genoeg hebben van dai gedrentel in die druk- ko beweging en iiiai hem gaan waarboven het eivormige, tulen muts- ke koket en ietwat schuin geplant was. Huj kon niet nalaten ieikens naar haar te zien bij het passeeren en zij had daarbij eerst gelachen on later geknikt, waarop hij beleefd zijn hoed had afgenomen. Den vol genden dag had hij liet gewaagd haar aan te spreken en zij had wel naar hem willen luisteren, doch niet te lang, dat mocht zij niet, dan moest hij liever 's avonds komen, dan kon ze wol wat lanzer praten bij de keu kendeur, aan de achterzijde van het huis. Hij was gegaan en Itad dit be zoek meermalen herhaald; zij hadden gekeuveld over nietszeggende onder werpen, over alledaagsche dingen en gelachen om onbenulligheden. En, het was vreemd, hij die nog nooit iets bijzonders bemerkt had aim de jonge meisjes, waarmede hij zoo dikwijls had omgegaan, schoolmeisjes, zijn hun tafeltje in afwachtende nichtjes, de dames-leden van de club, I ding had opgesteld, wie da,11 ook, was op haar verliefd Mijn een glaassie atfekaat, Msp- geraak't. Een meisje, met oen hef z|j terwijl zo alle moeite dood Bandit,» en een me», Mw »'a Uaar k|e„uuellde glacMuuidaclK*- waar, maar toch met uit het milieu K, waarvan bij alkomsls was. Daaraan vlm h[uu" 'W'"8 ""S8™ "d™- dacht hij wel eens als bij 's avonds i >c"' afscheid had genomen en mijmerend j "'J schrikte even op. Advocaat! huiswaarts toog. Het zou z.jn moe- j k°rt op 't eten... Hoe was het der niet aangenaam zijn als zij hoor- mogelijk! moenualen doorkruist hadden, vroeg ze plots: Zeg, blijf je maar loopen? Hoe bedoel je dat, lieveling? vroeg hij onthutst. Nou, of ie met er es ergos gaat zitten, in 'n kaffó of zoo? 0, zeker schat! Laten we dan liicr lri dit melkhuis gaan rusten en eeui glas melk drinken, hè? - Jasses nee! Geen molk. Die drink ik geuogt. Late we daar gaan, zei ze, vijzend naar een café 00 den hoek eeoer straat. I11 kaffé sentroal. Daarneesn gangen pe en namen plaats in liet voorste gedeelte van hei koffiehuis, hetwèlk door een bruin I gordijn van andere deei gescheiden was t-n waar. legen een dei- ramen een 1 tafeltje onbecx-t b.eek. Wat wil je nou gebruiken? vroeg hij liaar, toen de kalhier zich naast hou- Advocaat en een kwast! com« mandeerde hij. Zij zette War hoed af, trok iiuar manteltje uit en maakte het ziel» recht gemakkelijk. Daarna begon zij te babbelen over de andere meidon in het huis waax zij diende, over mijnbeer en me vrouw, een cn ander luider dan hem wel lief was, terwijl zij gestadig lepelde uil haar glaasje advocaat en onderwijl de verstrekte Leemtjes gretig opknabbelde. Na zoo eenigen tijd te hebbon door gebracht, vroeg iiij, zijn hand teek; op haar arm drukkend: Willen we nu weer eens gnan opstappen, dotje? Gunst, waar wil je nou weer naai- toe? vroeg zij, hern verwonderd aanziende. Buiten 111 het park is het aoo heerlijk!... Als we daar eens. waag de hij bescheiden voor te stellen. Och, wat 1 leb-ie nou in dat park. Late we hier blijven zitte tot het tot het tijd is voor de biejeskoop. Da'e veel fijner!. Ze geven zoo'n mooie villem; „De moord in het rots gebergte" Bet van 011s is ter ge weest en het wa6 immes, zei ze. Nu, als je dat zoo graag wilt, dan kunnen we er we heengaan, gaf hij gewillig toe. Goed vent! zei ze, met een stra lend gezicht, j© bent toch een lieve jongen, hoor!... Hé, wat heb ik 'n dorst gekregen van die affekaat. Ik zou wel een glaassie limonade lus ten, zuchtte zij. Aannemen! riep hij en toen de kellner verenheen, bestelde hij nog een glas kwast en een limonade. Langzamerhand was het lijd ge- warden voor de bioscoop. Dic-s stap ten zij op en toen zij in het lage, pij- pela-achtige zaaltje hadden plaats genomen, duurde hei niet lang o' hot licht ging uit e» het spannende drama nam eon aanvang. Stilzwijgend volgden beiden de intrige op het doek en toen aan het slot de hoofdpersoon, een alpenja ger te paard, door een verraderlijk complot in den donkeren afgrond stortte en in eon diepe rotssp'-c-ct ie pletter viel, was zij geheel onderdon indruk van het vertoonde. Hij gevoelde minder voor bioscoop- voorste', ongen en voor spannende films 'n geheel niets, zoodat hij tegenover haar enthousiasme tame lijk koud bteef. Buiten was het intussclien een prachtige avond geworden. Het maanlicht straalde met blijden glans over huizen en boomen en toovorde dooa- liet dikke loover grillige scha- duv-fLeuren op den helder verlich ten grond. Hij nam haar arm in den zijnen en Stepte in de richting van den bu.- tensïngei. Hij wilde nog eenmaal probeeren rnet haar op 11 stallen weg eens vertrouwelijk te praten. Zij echter vroeg dadelijk: Waar wil Je heen? Ik wou laten we... zoo langs den singel, je woel wel... t Is zoo n mooie avond... betoogdk hij hape rend. Óch jijl viel ze norsch dn. Jij wil als maai- naar buiten... Wat heb-ie daar... Laten we naar een kafi'ó met muziek gaan... Daar kun jo danse. Dansen? echoode hij, in de grootste verbouwereerdheid. Maar ik kan n et dansen.- Niet dansen] lachte ze luid. Nou zeg... jij bent me dei- ook eentje,.. Avijn, ga tóch maar mee... Dan dam ik wei met eon onder. Met een ander, herhaalde hij werktuigelijk, en wou je dun... Nee! verklaarde hij beslist, dan zul ik niet mee gaan. Zool... Nou, dan ga 'k a'.'.'ecn... Zoon sloom e as jij bent heb ik nog nooit gezien... Maar ik het je n'it-t noodig, hoor!... Voor jou eon ander... Ad e! zei zo, wuivende met d« hand e» lieerde hem plotseling den rug toe. Suffig staarde hij haar na... met kleine dribbelpasjes liep ze v'.ug door... Hij bleef haar nakijken in de hoop, dat ze mogelijk zou omstel). tcrugkeeien wei Gent... doch, neen! Ze stapte stevig door, zonder ©enig toeken van berouw en even voor het heldere maanlicht door een somburo wolk zou worden- verduisterd, kon bij nog juist zien hoe ze vlug om den hoek een er straat vtrdw een. Hot w/eaxl donker op 'die jplaats waar hij zich bevonu en hc-t was alsof ook in rj.i hart co.i hihieiiUt pU* plots zeer somber wst geworden.... DuitstesriJis diejie duetcrnls leek hc-t in zijn binnenste waar geen en- F e u i 11 e i o n Het meisje met de viooitjes-oogen naar het Enaelsch van GUY THORNE. 8.) Terwiii. de jpnxra man dreisend voor sii») trastheer stond hart klou- te dat het dreiedo te barsten, eimr du deur van de blauwe kamer open. On den drempel stond een meisie. Een eroote massa *wart haar golfde om haai- ovaal-gevormde cezicbtje. Ze droee een eenvoudia oliifsicenon ia- non. Me: haar schitterende viool'jes- ooiren keek ">i Runerfc Rolleston anu. U? rieo zii. terwiii zij bevend fip«»r handen uitstrekte. De man uit den trein? Rimer!, hiicde. bracht zijn hand aan do keel en viel voorover. Dit, wns het meisie dat hij in den trein ontmoet, had en hel moisie. Waarvan hii dienzelfden dau liet liik ire\-i-ir>doT) had. in de Gruwelkamer. HOOFD.SRTUK TV. In deêeheime Kamer. Runert Rolleston was flauw ccvnl Ten Toen hii weer bii kwam had hii een cevoel alsof zini lioofd steeds in de rondte draaide. Hij laa od een sofa en toen lui weer wat duidelijker kou zien zaïr hii dart, hii nar in de blauwe kamer latr. Iemand hield een alas aan zlin tin nen, Hii dronk werktuiarèfliik. Toen a-inc hii neoliton zitten en (Irons' alles weer tol. liem door. Hii was flauw gevallen. Hii was in Sir [Jasper's huis on de Parkiaan. Sir Jas- oer zou iiern net traan vertel ten. waar om hii hem ongezocht had; Rupert had over het doode meisje Kesoro- ken. Toen was dc deur opengegaan en^ stond het meisie zelf voor hein. Toen hii zich dit weer liej-jnnenle vlooe hii met een schreeuw overeind. Notr eeen me'.er van hem af slond hel donkere meisie uit den trein, uit de gruwelkamer in de was^enbeeldcn- eale-ii van het portret op de schoor- steenman/iel in deze kamer; <:u het moisie dal hii hem stond leefde. Ah! hiitrde hii. en hii zakte weer •neer on de sofa. rtoen bii opeens de stem van sir Jasper hoorde. Dit is mi in dóch/Ier Helena, zeide hii Dit i> het meisio dat jo in dein trein ontmoet hebt. Runert. Rolleston. Ze 's niet dood. Je hebt ie vergist. Runert wierp een langen blik op iuffrouw Meredinh Ze zac er bleek en treurir uit. maar haar riooltios oneen schitterden als vuur. Zc stak haar hand uit. Raak mii maar aan. "zeide zo vriendelijk, raak mii maar aan. meneer Rolleston. Ik beu wer kelijk van vleesch en bloed. Hii voelde haar warme hand in de züue. Zii keken elkaar recht in de ooep.n en wisten toen. dat ze dezelf de man ach en waren, die mot elkaar gereisd hadden van Plymouth af. die elkaar on zulk een vneemdo wijze had den loeren kénnen, en.nu bii dit ee- heimzinniae drama weer samen wa ren gekomen. Ja ik ben liet-, zeide ze vriendelijk, en toen Iter, zii Rupert's hand los en begon ie snikken Marie och Mametie. ik hield zoo veel van ie. Na oen occenbhk kwam er een in het zwart gekleed© vrouw binnen, bliikbaar een kamenier dte hei snik kende mus ie nveenam. Sir Jasper Meredith en Rupert Rol leston keken elkaar aan. De oude man was weer wal op zijn verhaal eekomen. Hii stond doodstil, en keek mol strakke oocon naai' Ru nert. Zonder dat hii er iota van merk te rolden de tranen lantrs de wannen van den ioneen man. Alles in hem tintelde van vreusrde. Ziin sombere kiik on de dinxren was verdwenen als sneeuw voor do zon. E11 toen verdween langzamerhand ziin oTvcrpwonden stemming. De ooeeo van den ouden man dwongen hem op rte kiiken. Het was alsof hii heel ver een stem hoorde, de stem van ziin va der. ais hem tot wraak aanspoorde. Hii deed een stao vooruit en s»ak ziin hand uit. Sir Jasper zeide hii. ik begrijp er niets van. maar ze leeft. God zii dank. ze leeft! en wat beteekeivt het nu alle maal Hei. beteekemt diit. Miin dochter Helena heeft van af Plymouth met ie gereisd, miin dochter Mary is ver- moerd. Ze waren tweelingen. de oude man betfde vreeseliik maar be- Jiield door een geweldige krachtsin spanning ziin zelfbeheersching. Hoewel he; ie vreemd zal toeschij nen ziin allebei miin dochters als ia- ren achtereen opgeleid voor één doel. Zo 7.ïin nooit in de wereld geweest. Haar besxoan was vergeten.Zii hebben maar voor één dine eeleefd. Het laat ste iaar waven ze voor hei. eerst zelf werkend opgetreden: biieestaan door een paar vertrouwde helpers. Lang voor dten tiid had ik hort. «eheele plan uitgedacht. Ik begreep, dat men twee meisjes, waaraan men dadeliik kon zien. dat ze tot den deftieen stand behoorden, en dio bovendien zóó op elkaar teeken. dat hun eigen vader ze soms niet uit elknar kende, een onschatbaar wapen voor mii zouden kunnen ziin. Ik ben geen strenge vader. Toen mün doch ters 18 iaar oud wanen verstandige, ontwikkelde en flihke meisjes, heb ik lieu miin levensgeschiedenis verteld. Ik heb ze eevraacd of ze den moed hadden om mei mii te werken voor mnn zaak. Zonder een ooaenblik te aarzelen en ik behoef nauwelijks te (zeggen zonder eciugen dwang van iniiii kant. schaarden zii zich aan miin ziide Mario, die een naar minu ten oudé)- is. is bii het heem van on zen veldtocht gevallen. Sir Jasuer balde ziin vuisten. „Bloed _im bloed!' riep hii met vreeselijken stem. Jii hebt in de eerste ronde ge wonnen. doctor Liosius. Je hebt me mim dochter ontroofd. Duivel die ie bent! Je wee: heel goed. dat ik geen publiek schandaal kan maken, dat ik ie nu noc nio; straffen kan. Maar :e hebt. een groote fout. gemaakt, die niet Pc herstellen is. Je hebt inii eindeliik n.i al die iaren. ie werktuigen ge toond! Hii keerde zich woest om naar den ionoen mau die naast hem stond. Ziin gclo"t zag donker rood. Hii greep Rupert's pols met iizeren vingers heel. Hu leek zoo wel twintig iaar Longer! Nu. zeide hii hoogst ernstig. Wil ■ie ons trouw bliiven tot in den dood» ionae man? Hoor 1e de stem van ie vader die even zeker vermoord is alf ml'n dochter. in ie ooren klin ken? Rolleston kon niet spreken. Ziin oogen moeten zün gedachten uitgedrukt heblten. want sir Jasner liet hem los. en lieo naar het einde \an de blauwe kamer. Hü zag nu liik- rit Neem mii niet kwaiiik zei do hii. ver een naar minuten zal het wel overgaan. Kom maar hier. dan zal ik ie alles vertollen, want ik vertrouw ie en weet dat ie gezworen hobt. hot on recht. ie vader aangedaan-, te wre ken. L11 toen wachtte Runert een cioote verrassing behalve de laatste twee dagen waren ar werkeliik niet veel eirassincen geweest in ziin eentoni ge leven. Sir Jasoer lieo naar een spiegel in deu wand. die oniliis; was met een kostbaren rand ven oud Yenctiuansch kon er. Een oogenblik bleef hii er voor 6taan. Toen boog hii zich voorover. Runert hoorde een geluid als van een rem dat ver weg in huis werd open- eed nan en de spiegelruit verdween. Hii zag nu een ronde, donkere ope ning. do oude man s'.n-.te er heen en draaide het elecftriscli licht op. Kom rnaar hier. fluisterde sir Jiisiv.r on Rupert stapte door den soio- gellüst over de betimmering heen. IIU bevond zich in een kleine achthoekig® kamer. met. cederhout-betimmering. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1917 | | pagina 7