HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN Onze Lachboek De Oorlog. s s De Vondeling IOENEDAQ 12 JUNI 1918 TWEEDE BLAD No. 2482 Uit de oude Doos. Als wij in deze jaren one afvragen, wat wel tie waarde ia van een inen- tthenleven, dan zal het antwoord aoarop oii3 weinig vreugde ver schaffen. Bij millioenen zijn ze in dezen vreeselijken oorlog geofferd voer macht en gezag. Wij die prat pian op onze beschaving en kwaad durven spreken van een slavenhan del, ruim vijftig jaur gelgden, waar bij menschcn aan menschen werden verkocht, deden beter met Ie gruwen tan wat onze eigen tijd heeft opge leverd. Wat zou de verontwaardigde re dacteur van Haarlems Weekblad, die In het nummer van 7 Januari I860 een prijscourant van negers gaf, wel van het tegenwoordig Europa leggen? Die menschenveiling geschiedde te .Richmond in de Vereenigdo Staten van Noord-Amerika en het tarief was: Moeder van 30 jaar met kind van 5 jaar 3625.een knap meis je van 16 jaar f 3500.een knap meisje van 19 jaur /_3062.een meisje van 6 jaar 937.50, een man van 35 jaar f 2937.55, een jongeling van 19 jaar 3687.50, een knaap van 10 jaar 2140.— en een sterke jongen van 5 jaar 1212.50. Is deze prijscourant van menschcn gruwelijker, dan de dagelijksche I horen; wij zijn, schijnt het. verlïeslijsten van den oorlog? Laat ons iets vroolijkers overne men uit datzelfde blad en over dat zelfde Amerika. Een bekend rede naar in Virginia deed als klescandi- duat een rondreis, maar moest tot mee aan de tob en zou er misschien nóg staan, wanneer de heldhaftige grauf niet met twee pistoolkogela den leeuw had afgemaakt. Zoo ving Munchhausen een beer aan den dis sel van een wagen. Nog veel een voudiger is het recept om alle leeu wen in do woestijn de Sahara tege lijk te vangen: je laat het zand door een zeef loopen en houdt dan de leeuwen over. Maar laat ons van de dieren af stappen en naar de merkwaardige naenschen tertigkeeren. In het jaar I860 kwamen in een veiling van roe rende goederen een muil en een schoentje onder den hamer. De muil was afkomstig van den op 28 Febru ari 1749 te Haarlem overleden reus Daniel Cajanus, die een lengte had van 8 voet en 4 duim cn van wien de geschiedschrijver meldt, dat de leest, waarop zijn schoenen ge maakt werden, 1414 duim lang was; de lengte van zijn doodkist was 9 voet en 7 duim. Het schoentje was van den ver maarden dwerg Simon Jane Paap, die maar 14 pond woog, te Zand- voort in 1789 was geboren en in 1828 te Dendermonde overleed. Na dien zijn er iu en bij Haarlem zulke wondermenscben niet meer ge- r ge- üj k en gelijkvormig geworden. Over dezen Cajanus zijn mij de volgende inlichtingen gegeven: Hij woonde hier ter stede in het Proveniershuis, waar hij zich had ingekocht. Men zei, dat hij in 1703 zijn spijl ondervinden, dat hij weinig in Zweedsch Finland geboren of geen toehoorders kreeg. Bij on- en dat zijn ouders van normale oerzoek bleek, dat hij een machti- lengte waren. Zijn vader, een Lu- gen concurrent had, namelijk den therscll predikant, had hem goed eigenaar van een uitstekend gedres- onderwijs doen genieten en ver- scerden beer, die toevallig dezelfde moedde niet, dat zijn zoon eenmaal reisroute had genomen en waarnaur do menschen veel liever gingen kij ken. De candidaat, practïsch als de Amerikanen zijn, stak zijn Ijdelheid ln zijn zak en deed een voorstel aan den berenman, om samen verder te reizen: zoodra de beer zijn kunsten vertoond had, zou hij met zijn ver- kiezingsrede optreden. Dat ging aan en had succes, want de candidaat werd gekozen. \V>> verkorren ook in een verkie zingsperiode en ook hier spreekt me nige candidaat voor leege zalen. Nu lijn gedresseerde beren niet altiid bij da hand, maar tochals er met Ha-- 1 genbecks circus eens een overeen komst gemaakt kon worden, zou misschien ook de Nederlander den humor inzien van den na een zee leeuw opt redenden Knmercandidant! In datzelfde jaar 186U heeft een wild dier niet weinig scJuik gebracht in ons vaderland en wel in 't dorpje ierlieuin.'floe daar een woeste wolf toornen 'is, begreep niemand, muur Ü(j was er en ging geregeld op prooi uit, scheen zélfs gevaarlijk te zijn voor de menschen. De burgemeester vun de plaats raakte er zeLs zoo van in de war, dat hij, in plaats vun zelf een paar flinke schutters op het beest af te zenden, bij den Commis saris des Konings op audiëntie ging om zijn nood te klagen. Die gaf toen bevel tot een drijf jacht naar alle regelen der kunst en een dag of wat later kreeg de ont vanger der belastingen ie Rosmalen, Jhr. Bovier, het beest onder schot en doodde hem met een schot hagel. Daarna werd de wolf in plechtigen optocht naar het huis van den Com missaris des Konings in den Bosch gebracht cn vervolgens voor een dubbeltje per persoon in een koffie huis te kijk gezet. Met belangstel ling lezen we er hij, dat de dood van het dier zeer werd betreurd door een aantal stroopers, die, onder voor wendsel dat zij het beest wilden van pen, vrijoliik met een geweer rond- liepen en menig haasje verschalkten. Dit zullen* de voorvaderen van onze tegenwoordige smokkelaars en le- Vcnsmidilelenknoeiers geweest zijn. Het Berlicumsche verhaal is ge loofwaardig, want jokkentjes van zoo nabij worden gemakkelijk genoeg 'achterhaald. Maar niet alle verba- 1 len uit dien tijd behoeven we voet stoots aan te nemen. In Algiers moet althans eèn leèuwenjachl ge houden ziju, waarvan wemaar laat ik het verhaal zelf geven. Graaf Henri von Stecki, een Pool, viel bij Oran een leeuw aan met een lans, die hij zelf had laten maken. Juist toen het beest zijn bek open deed, (waarschijnlijk om te vragen: „Stecki, wat mot je?") sliet de graaf hem de lans in den muil en daar de punt vier weerhaken had en de lans zwaar was,' zoodat de leeuw die niet stukbijten kon, raakte het dier er een wereldberoemdheid zou worden, daar hij in zijn jeugd geen abnor male lichaamsgestalte had. Later diende Cajanus als cornet onder Au gustus II, Koning van Polen. In deze tijden vooral kwam hij tot een hevigen groei. Hij reisde daarop in verschillende landen om zich aan de hoven en bij particulieren voor geld ten toon te stellen. Daar hij later ziekelijk werd, was zijn houding gebogen. Hij woog 360 pond en geleek op een afstand tus^ sclien het publiek op een langen man, gezeten op een hoog paard. Wilhelmus Greve, die ln 1818 een natuur- en geschiedkundige verban- deling over reuzen en dwergen front schreef, deelt mede, dat zijn vader een biizondere .vriend van Cajanus was. Hij zegt van hem. dat hij voet en zevan duim lang was. De roef is nog vele jaren daarna als eene bijzonderheid bewaard geble ven. Op het roevenkleed waren de militaire wapens van Cajanus neer gelegd, nl. zijn groot zwaard of hou wer met zwaar zilveren gevest, als mede de porte épée. Bovendien la gen daar ook zijn groote lederen de Olse werd Ribecourt bereikt. i pen, moest ln «en verbitterd gevecht De voornaamste ateden en dorpen afdingen worden die de iDuiieche staf Dinsdagmiddag in zijn bericht als veroverd noemt, vinden onze lezers op 't schetskaartje. 't Is moeilijk om precies den loop van het nieuwe lront weer te geven, omdat de opgaven van den Duitscheu en den Frauscheu Staf hoewel ze handschoenen. Zijn lijk werd van den ingang der kerk naar den graf- j ^ide van Dinsdagmiddag 7.1JU nog- kelder die naderhand aan de fa- 1 verschillen. rnilie Hodshon is gekomen ge- De Daitsche staf noemt n.l. vele ste- dragen en daarin bijgezet. De lijk- den en dorpen als veroverd, die vol- statie was deftig en bestond uit 65 gena den Franachen staf weer door de genoodigdo paren, ongeacht de dul- Fran8Chen heroverd zijn. Zoo vorze- zendon nlemvsgk-ris™. j Fnmid.en, dat aij nog al- Het graf van Cajanus werd vele r„„ f. jaren na zijn dood opgeruimd. Zijn tijd Gourcel.es bezet en. Dorp geraamte werd bij deze gelegenheid (even toil Z.O. daarvan) 13 ook gedurende één .lag tentoongesteld door de i-ranscnen heroverd. De Duit- op het koor. Eenïge zijner beenderen schers drongen wel eerst tot de Aron- kwameu terecht in het Museum te de door (een riviertje een 6 K..M. be- Leiden. ueden Mory ge.egeu) maar door to en werden zij weer terug- grafschrift op hem vervaardigen. pd™ve„. De Franschea WngU" Hier volgen er een tweetal: bui bum ten Z van Bellqy-St. Maur- Marque Eglise-Vandelicourt. Op den GRAFSCHRIFT. rechtervleugel motsten de Frauschen Staa Wandelaarl staa stil, hier rich terugtrekken tot ten W. en Z. t Ging voor de Duitschers dus niet zoo gemakkelijk als bij de vorige of- fensief-etooten. Geen wonder! Als ergens Foch met r.iju mannen onpostwai, dsn toch hoev.ïm baat ul ker hier bij t bedreigde Atn'ëns en t aanvalsfront der Duitschers op Parijs I dat zich uitstrekt van Montd'dier tot Dus u wenscht mijn dochter te trouwen 1 Kunt u een gezin onder houden t i>at hangt er van af, meneer. A7llk.' taiwAhuta aijn d. vtrUaun d.l f*?„L 75 h 80 KAT. van L)U tsCllers zeer zwaar. Zij seinen dit oftensief einde Zondag meer dan isn»Si ee»«T,rs z, 80001 P Maandag liep tot weee_ dat wij ,ien verwachtten. Zij moesten dus een verwoede worsteling Op t overige Westfront werd ook hoobeu verwacht, we.ke hen zvti levendig gestreden. Bij de Somme noodzaken. hun reserves aan te spre- moestec de Duitschers, naar ze erken- "ader op de gevolgen te letten, nen, 2eïfs een tegenaanval deen om W|J moeten ilus '/p een langen en een terreinwinst der geallieerden tot wanhojtfgen strijd rekenen. Een wel- Enkele dichters schijnen zich ge- ^nvaUVn Wen zij"weeTteru'g- staan brengen. 'J Succesje der geal- lalte lan zewvÏÏ drongen t, ebben gevoe d om een D„ Fra,«ah.n heretolü.u °P ko!tU! den <Md vooïtm u röctam, itoal. In to Duitschers een 300 gevangenen. eewte dagen van, dej) Aisneslag, ko- B-'ijkbaar zijn de geallieerden er ,nen de Duitschers nu slechts meter door plaatselijke tegenaanvallen op p,j meter vooruit cn betalen een zeer uit om den druk op t front Mqntdl- Jioogen prijs voor lederen slap voor* dier— Xoyon te verlichten. wi.arui Hierbij geven we ook nog een kaart- j erder wordt gemeld, dat de Duit je van hot geheele Westfront, waar- schers steeds nieuwe dr. Nies ln den op ook de terreinwinst sinds Zondag ®txijd werpen, io isnirun-vhii niiidoliilr Ia zien. onder, Legt 's Waerelds allergrootste Won der: Een lompe plompe lange vent, Van negen Voet of daar omtrent- Liet zig in veele Koningkryken Voor Geld aan duizenden bekyken: Vergaarde dus een groote Schat; Kwam hier en stierf in Spaaren's Stad. Een ander: Hier rust Kajaan, een reus; weleer Cornet in Polen, Te zien voor geld: en na hij lang had om gaan dolen, .Besloot, als Provenier te leven; tot de dood Hem velde, en 't grove lijk ib het Koorgraf eindelijk sloot. Geen tien bladzijden verder in Haarlems Weekblad werd mijn oog getroffen door een advertentie, die mij zoo'n schok gaf, dat er met een aan 't snuffelen in de oude doos een einde kwam. R. C- Brpekmeijer, Kruisstraat te Haarlem, heeft aan gekregen Gerookte Elft a 12 Cents per Ned. ons, bij de heele of halve tot minder Prijs; Versche Boter k 11 en 12 cent per Ned. ons. En dat juist, nu we onze vetkaart in .werking gaan stellen! De geschie denis is vaak wel wreed in haar herinneringen! J. C. P. van van Ribecourt. Hot Duitsche stafbericht .Dinsdagavond brengt geen nieuw licht, want hot zegt alleen, dat ten Z. W. van Noyon nieuwe aanvallen der Frauschen mislukten. aangegeven. Duidelijk is te zien, dat ook deze offénsief-stoot weer een aanval op Parijs betook ent*. - Overzicht. Met kiacht en ook met succes heb ben de Duitschers den aauval op t front M'-utdid.erNoyon voortgezet. Voors' 111 't centrum en ook op den reciuerwfcUg-el werd terrein gewon- nen. Na Zondag ie de vooruitgang uer geproportionneerd van lijf en leden Du.tscueis op dit front van 35 a.M uitgezonderd zijn armen, 9 Parlji mm mm Front 8 Juni. k X X Front heden. Waar er dus nogal verschil is tus- J 't Aanvalsfront op Parijs komt er schen de gegevens'over den loop der j dus eigenaardig uit te zien. linie in do Duitsche en Franscho op- j Van twee punten dreigt thans du gaven en wij van hier niet kunnen directe aanval op Parijs. uitmaken welke opgaaf de waarheid het nicest nabij k.-uit geven we op ons schetskaartje beide lezingen in dan ook vun beleekems. zoo larigWaren, dat hij rechtop in een stoel zittende, zonder zijn lichaam te buigen iets viin den grond kon oprapen. Jiij was zacht zinnig van aard, hupscli van om- gang en hield veel conversatie met deftige iluurlexrisclie burgers. Jan Marcluint, die in 1751 over hein schreef, verhaalt, dat hij van 1734 tot 1741 drie- of viermual te .Haarlem is geweest en lederen keer dat de vierde Fransche linie bij hier ter stede eenige maanden ver- Courcelles en Méry gebroken werd, 1 -Gemakkelijk is de terreinwinst biuf hield, ln 1745 vestigde liij zich waarop de Duitschers naar 't Zuiden voor de Duitschers niet geweest. IDn- voor goed in onze stad. konden oprukken tot de Aronde (een detiliurg gewaagt in zijn bericht van riviertje 6 KM. zuidelijker gelegen). ,.een zeer sterke Fransohe stelling die De overgang van de Matz werd ge- hardnekkig verdedigd werd." Een forceerd, waarna opgerukt werd tot mastu tegenaanvallen der Franschen, Antheuil. Op de Z. "stellingen van ingezet door aangerukte reserve-troe- Opvallend is dat ue Duitschers den ou<ié atrijdlinie voo'r den eersten dag van 'l offensief t minste aanvang vei1 rjit nieuwe offensief op terra, v-oiinen. maar aal op Oen Ila.rn. tweeden en derden dag goed voor- r uitgingen Juist andefson" ais pij «1* het tarenwoordige front, gedrol- de andere stooten. Toen gingen zij te.ijk in dubbele lijn, namelijk volgens bij de verrassing op den eersten dag de Duitsche eu Fransche lezing. De 't snelst vooruit. frontliju, die het meeste terreinwinst De Duitsche staf noemde Dinsdag- ja beeld breidt, is natuurlijk volgens middag als de jerste terreinwinst, de Berlijnsche opgaaf. Greve vertelt nog de volgende anecdote van hem. Op zekeren avond speelde hij een partij dam men, waarin hij zeer sterk was, met een Joodsch heer. Deze won en Ca janus tikte hem vriendelijk op den schouder, zeggende: „gij zijt mij de baas!" De welgemeende vriendelijke tik kwam echter zóó aan, dat de ander schreeuwende van pijn en met blauwen arm moest vertrekken. Ook lezen wij nog van hem, dat hij wanneer hij visites ging afleg gen, gebruik maakte van een sleep- koets, waaruil de banken waren verwijderd, en waarin hij zicli in een knielende houding liet vervoe ren. Hij was gewoonlijk gekleed in een rood of blauw Poolsch kleed, verder droeg hij een pruik en een hoed met gouden rand. Hij heeft ook nog een letterkundig 1 product nagelaten, nl. een gedicht op den Prins van Oranje in 1747. 11 ij werd 3 Maart 1749 bijzonder plechtig begraven in de Groote Kerk, in het bijzijn van duizenden toe schouwers. I De zwaarte van de kist en het lijk deed de verzorgers zijner begrafenis besluiten, om niet de gewone dub bele doodbaar te gebruiken, doch de kist te zetten op een daartoe op zettelijk ingerichten wagen, aange zien ook de rouwkoets te klein was. Kerkmeesteren hadden bovendien een biizondere roef op de kist laten maken, die (evenals deze) negen In do Entente-pers komt ook dm In den Duitschen Rijksdag heeft de minister van Oorlog, Von Stcin, over deo militairen toestand ge sproken. Hij zei o.a.„De overwin ning van den kroonprins op 27 Mei werd voor de Entente de zwaarste ne derlaag uit den geheeier. veldtocht. Slechts door hot. ingrijpen van Fran sche reserves kon het Engclsche legot aan de Somme en in Vlaanderen zicb weer eenigsziua herste.len. Bij den Chemiu-dee-Dames is het grootste Oee! van bet Fransche leger verslagen. De z.g. reserve-legers van Foch be staan niet meer. Een geweldige buit i3 den Duitschers in handen geval len. Reeds begint men in de Entente- landen te zeggen, dat de nederlaag net gevolg is van het Russische ver raad. De Entente ia zich volkomen van den ernst van haar toestand bewust en erkent openlijk, dat zij zich verlaat op de hulp van Amerika Den Amo- rikaanschen troepen, die de Fraiisch» reserves bij haar vruchteiooze tegeu- aanvaileu b.jstondea, verging hc4 evénwel ni^t beter. De sterkte van 't Amerikaansche leger staat nog ver achter bij wat do Entente verwacht had". Do minister vervolgel- „Nog ia do vijand mot tot den vrede bereid. Nog is het woord aan het zwaard. Maar het zwaard is scherp gebleven en met vol vertrouwen zien wij den afloop vau do worsteling tegemoet" (Bijval). De miuister sprak voorts nog uver de heldendaden van de Duitsche troepen in Finland en in de Oekrai- \MONTDIDIER Rubesrourl Le Frétoy Guiy C Mery RESSON-SUR MATZ Affl Anlheuil mm»am Front Zaterdag 8 Juni. Front heden. COMglÈGNB delijk uit dat men voorziet, dat het ne. Hij merkte verder opAan hek in de eerste weken zal gaan over de Itajaausche front is de toestand on- vraag of de Duitschers den opmarsch veranderd, lu Palestina zuu do her in de richting vau Parijs kunnen nieuwde aanvallen der Eugeinchea doorzetten. gestuit op <ie Duitsch-1 urkscne dap- dek" .KVÏtX SS&hJ" „Uiohe" zegt o.a.: ,A>e aanval was sen nut handnavci. ouvérn ijd ijk voor de Duitschers. die boken naar ean Iwsüiaillg nag dBtn D? góalUMrtcn b°°P zomer. Foch was blijkbaar gereed en ae^tinst dc-r Amerikanen. de Franschen moeten in de2en sector Gn zij komen ook zeer slerk gewent zijn. Hel»»» Oe Anerlkaan^ mlnjter ilwua.den ernst van»den toestand te Buiteninndsche (J l verkleinen, maar zeis ale de Uil- "Mdl. «at re e d s MO A n erL schers Par ijs naderen, zouden zij be- k a n e n i n f r a n k r ij k yndem dat Frankrijk onoverwmne- v„gen, ia '^pereemm.'Tdo! fö'TJSÏ&lS un de Duitsche oorlogsdoe.eintleu. wi-rdt uil Berlijn gemeld, dat daarin geenszins de voor. bode van een nieuw vredesuau- bod de> Duitschers gezien mag worden. De Oostenrijksche minister Burian, ie -,u verband met deze conferentie NOYON ovk ti8sr Berlijn getrokken. Voor zijn »er*.re»s heeft hij zich o-er vete-:ha lende «Hrigeiegenheden laten Iniervie- WHt. Hij verklaarde o.m. dm Ooe- ten rijk-Hongarije geen annexutie wer.schte, en dat de grensverbe.er'ng Ville ten opzichte vun Roemenië niet a's zM.aantg kon worden aangemerkt. Verder verzekerde hij, dat de c e n a 1 e 11 g e e 11 n i e u w v r e- aesaanbod zouden doen, zoolang de leiders der vij- andelijke mogendheden ns v nog redevoeringen hiei- Rlbecotirt den als die van Lloyd G e ii i' g e d e z e r d ii g e n, Ook zet hij. dut het verdrag niet Berlijn nog mei voldoende was vuuroereid, en ten amtte dat omtrent de voedselvoorzie ning ter Cen'.ralen geen z°r- rneer behoefde te bestaan. Dus. geen nieuw vredesaanbuu. Maar als de Duitschers streng hun oüriogsdoelêihden omschrijven e u bekend make n, dun is dat al ec-n stap tot den vrede. Cannectancourt Feuilleton door PAULTRENT. (Geautoriseerd® vertaling). 62) Mason knikte eens en ging weg. Toen Philip met Sylvia aLleen was, zeide hijHoe kan ik u danken 1 Ik dacht aan het meisje. Ik lieu altijd veel van romantische liefdesge schiedenissen gehouden, antwoordde xij. -- En toch ben ik bang, dut ik het meisje dat ik liefheb niet nader zal komen. Geen enkele vrouw houdt van een man, die niet durft. ik heb verkeerd gedaan, ik bad U de volle waarheid moeten zeggen, en dan zou u misschien uw vader riet gevraagd hebben me le helpen. Ala u mijn vader de waarheid gezegd had, dan Wat bedoelt u? vroeg hij plot seling moed vattend. Niets, en nu zullen we eens over iets anders spreken. Ik zag u laatst in druk gesprek met juffrouw Arnold, *e is een allerliefst meisje, vindt u niet! Een vau de liefste meisjes, die ik ken. Dat deukt iemand audors cok. Het zou me dan ook niets verwonde ren, als we ook een romantische go-' schiedenis van dien kant vernemen. Ik begrijp u met. Natuurlijk houdt zij van. maar plotseling hield hij op. Neen dat is niet mijn geheim. 't ls oen veheim, dat ik wel ra den kan. Ik hoop, aat zij gelukkig zullen worden samen. Maar hij heeft iemand anders lief ik begrijp er niets van. zeide hij hulpeloos. Zij lachte hem een beetje uit, maar ondertusschen kwam er een uitdruk king ui haar oogen, die zijn hart deed bonsen. Ik waardeer het zoo, zoide zij nu ernstig eu eenigszins verlegen, dat u me uw vertrouwen gesciionkon hebt. 't Is een bewijs, dat u me graag mag en daar is iedere vrouw gevoelig vgor. Ik zou juist gedacht hebben, dat u daar al genoeg van had gekregen. Plotseling werd haar gezicht heel ernstig. Ik wil uw openhartigheid zoo slrak9 ook met een beetje open hartigheid beantwoorden. Een vrouw als ik, de erfgename van millioenen, door de dollars, die het volkomen be derven. Zij verdenkt er steeds haar vrienden van. vriendschap voor te wenden, om te zien, hoeveel er van haar to profiteoren is, Eu wee zulk een vrouw als /.ij zelf iemand lief- krijgt. Zij bemju: <lan het arme dienst meisje, dat de zekerheid heeft alleen om zicnzelf beur.ud te worden. Er zijn tijden, dat ik al de weelde, waarmee ik omringd ben, weg wensen en niets anders verlang als een eenvoudig huis je mot den man. dien ik liefheb. Philip liad nog nooit meer van Syl via's karakter gezien dan de opper vlakte. Hij was bekoord door haar vrooiijke luchthartigheid eu haar schoonheid, en nu mocht hij een bi t. werpen op eeu diepte van gevoel, waarvan hij 't bestaan niet vermoed had. Juffrouw Mason, u behoeft er geen oogenblik aan te twijfelen, of u alleen om uzelf bemind wordt. Kom een* met me mee. Hij nam haar bij de hand eu bracht 1 aar voor een spiegel, eu hij zag. dat hij zelf heel bleek »aa en dat haar lief gezicht een diepon blos vertoonde. Kijk eens naar uzelf, zeide hij. Maar het was naar zijn gelaat, dat haar oogen een oogenblik keken en toen wendden zij zich snel af. Zelfs in de armelijkste kieereu io., uv ui i-viuiii;v vau luuuLieueu. Ziens iii oe anneiijKsie kioci eu wordt haar geheele leven achtervolgd zou. u neg de mooiste vrouw zijn, die ie denken kan. - O mijnheer Cranston, u mag heusch niet zulke complimenten ma ken op den man af. U weet immers wel, dat 't geon complimenten ziju. die ik maak. Ik ken u niet meeru is zoo vreemd va inlaag! Ik wilde, dat ik u alles kon zeg gen, wat mijn hart vervult, maar ik heb er den moed niet toe en o k niet de brutaliteit. zegt, dat u iedereen van eigenbaat ten uwen opzichte ver denkt, maar wat moet dan wel t se- voel rijn van eeu man, die u liefheeft. Misschien is hij wel even arm als u rijk. Misschien aaubidt hij u, en cis hij het u wil zeggen, moet hij wel vreezen, dat u hem verdenkt van. Hier zijn de stukken, zeide Ma son, die op den drempel stond en de beide jonge lieden scherp opruim. Mijnheer Cranston heeft me die ro mantische geschiedenis van hem teld, en ze is heusch heel interessant, zeide Sylvia doodkalm, maar de rim pel ln haar vaders voorhoofd ver dween niet. HOOFDSTUK XXIX. Cranston's verlegenheid had Ma son's achterdocht opgewekt, maar Sylvia wist dien spoedig te doen ver dwijnen. Ik hel» mijnheer Cranston ver teld, dat hij er zeker van kon zijn, dat u wat voor hem vond en hij is zoo dankbaar, want nu is er alle kuns, dat zijn romantische geschiede nis een blij einde krijgt. Ik heb hem geraden met mijnheer Strand te spro ken. Mijnheer Strand verzocht me u te zeggen, dal hij hierheen kwam, zoodra hij weg kon uit het Huis merkte Cranston op, en hij had rijn zelfbeiieersching zoover herwonnen, dat hij weer geheel natuurlijk sprak. Wil je mijnheer Strand zeggen, dat ik hem graag zoo gauw mogelijk zou- spreken? Ik zal dadelijk naar 't Huls gaan. Hij vond Strand en bracht hem Mason's boodschap over. Ik behoef niet "anger hier te blijven. Wat zou je ervan zeggen, als we eens samen gingen dineeren, vroeg John, en Cranston was ver baasd over zijn ongewone opgewekt heid. reden naar de Temple, en nadat zij zich verkleed hadden, ging John naar boven en kwam pas een half uur later terug met Joyce. Cranston keek hem aan en er wa ren geen woorden noodlg om hem het nieuws mee te deelen. Joyce heeft beloofd mijn vrouw te worden, zeide John. Cranston wenschte hem hartelijk geluk, maar probeeroe intussclien liet voor hem zoo verbazingwekkende feit duidelijk te stellen, clnt John Syl- ia niet liefhad. Niemand mag vuorloopig iets van onze verloving weten behalve jij en mijnheer Cobden natuurlijk, zeide John. Maar dun moet Joyce dien ring niet dragen, merkte Cranston glimla chend op- Zij dineerden .n 't Carlton Restau rant en uf en toe wierp Philip een verbaasden blik op Strand, want de verandering, die lui bij hem opmerk te, was merkwaardig. .Hij had I era n.jg nooit z-.o "rooiijk gezien en net scheen, dal hij jaren jongér was. Tóen het diner was atgeloopeii. leek het Cranston t geseliikte oogenblik toe, Strandule mededeeiing le doen. die hem zoo na aan 'l hart lag. Mijnheer Mason heeft me 't aan bod gedaan bij hem werkzaam ie zijn als ti mij tenminste missen kan. -/.ei- de hij. John keek hem aan n antwoordde niet. Het was Joyce, die de stilte ver brak. O, wat hen ik daar blij om, zei de zij hartelijk. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 5