HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Onze Lachboek
De Oorlog.
s
s
De Vondeling
IOENEDAQ 12 JUNI 1918 TWEEDE BLAD
No. 2482
Uit de oude Doos.
Als wij in deze jaren one afvragen,
wat wel tie waarde ia van een inen-
tthenleven, dan zal het antwoord
aoarop oii3 weinig vreugde ver
schaffen. Bij millioenen zijn ze in
dezen vreeselijken oorlog geofferd
voer macht en gezag. Wij die prat
pian op onze beschaving en kwaad
durven spreken van een slavenhan
del, ruim vijftig jaur gelgden, waar
bij menschcn aan menschen werden
verkocht, deden beter met Ie gruwen
tan wat onze eigen tijd heeft opge
leverd.
Wat zou de verontwaardigde re
dacteur van Haarlems Weekblad, die
In het nummer van 7 Januari I860
een prijscourant van negers gaf,
wel van het tegenwoordig Europa
leggen?
Die menschenveiling geschiedde te
.Richmond in de Vereenigdo Staten
van Noord-Amerika en het tarief
was: Moeder van 30 jaar met kind
van 5 jaar 3625.een knap meis
je van 16 jaar f 3500.een knap
meisje van 19 jaur /_3062.een
meisje van 6 jaar 937.50, een man
van 35 jaar f 2937.55, een jongeling
van 19 jaar 3687.50, een knaap
van 10 jaar 2140.— en een sterke
jongen van 5 jaar 1212.50.
Is deze prijscourant van menschcn
gruwelijker, dan de dagelijksche I horen; wij zijn, schijnt het.
verlïeslijsten van den oorlog?
Laat ons iets vroolijkers overne
men uit datzelfde blad en over dat
zelfde Amerika. Een bekend rede
naar in Virginia deed als klescandi-
duat een rondreis, maar moest tot
mee aan de tob en zou er misschien
nóg staan, wanneer de heldhaftige
grauf niet met twee pistoolkogela den
leeuw had afgemaakt. Zoo ving
Munchhausen een beer aan den dis
sel van een wagen. Nog veel een
voudiger is het recept om alle leeu
wen in do woestijn de Sahara tege
lijk te vangen: je laat het zand door
een zeef loopen en houdt dan de
leeuwen over.
Maar laat ons van de dieren af
stappen en naar de merkwaardige
naenschen tertigkeeren. In het jaar
I860 kwamen in een veiling van roe
rende goederen een muil en een
schoentje onder den hamer. De muil
was afkomstig van den op 28 Febru
ari 1749 te Haarlem overleden reus
Daniel Cajanus, die een lengte had
van 8 voet en 4 duim cn van wien
de geschiedschrijver meldt, dat de
leest, waarop zijn schoenen ge
maakt werden, 1414 duim lang
was; de lengte van zijn doodkist was
9 voet en 7 duim.
Het schoentje was van den ver
maarden dwerg Simon Jane Paap,
die maar 14 pond woog, te Zand-
voort in 1789 was geboren en in 1828
te Dendermonde overleed.
Na dien zijn er iu en bij Haarlem
zulke wondermenscben niet meer ge-
r ge-
üj k en gelijkvormig geworden.
Over dezen Cajanus zijn mij de
volgende inlichtingen gegeven:
Hij woonde hier ter stede in het
Proveniershuis, waar hij zich had
ingekocht. Men zei, dat hij in 1703
zijn spijl ondervinden, dat hij weinig in Zweedsch Finland geboren
of geen toehoorders kreeg. Bij on- en dat zijn ouders van normale
oerzoek bleek, dat hij een machti- lengte waren. Zijn vader, een Lu-
gen concurrent had, namelijk den therscll predikant, had hem goed
eigenaar van een uitstekend gedres- onderwijs doen genieten en ver-
scerden beer, die toevallig dezelfde moedde niet, dat zijn zoon eenmaal
reisroute had genomen en waarnaur
do menschen veel liever gingen kij
ken. De candidaat, practïsch als de
Amerikanen zijn, stak zijn Ijdelheid
ln zijn zak en deed een voorstel aan
den berenman, om samen verder te
reizen: zoodra de beer zijn kunsten
vertoond had, zou hij met zijn ver-
kiezingsrede optreden. Dat ging aan
en had succes, want de candidaat
werd gekozen.
\V>> verkorren ook in een verkie
zingsperiode en ook hier spreekt me
nige candidaat voor leege zalen. Nu
lijn gedresseerde beren niet altiid bij
da hand, maar tochals er met Ha-- 1
genbecks circus eens een overeen
komst gemaakt kon worden, zou
misschien ook de Nederlander den
humor inzien van den na een zee
leeuw opt redenden Knmercandidant!
In datzelfde jaar 186U heeft een
wild dier niet weinig scJuik gebracht
in ons vaderland en wel in 't dorpje
ierlieuin.'floe daar een woeste wolf
toornen 'is, begreep niemand, muur
Ü(j was er en ging geregeld op prooi
uit, scheen zélfs gevaarlijk te zijn
voor de menschen. De burgemeester
vun de plaats raakte er zeLs zoo van
in de war, dat hij, in plaats vun
zelf een paar flinke schutters op het
beest af te zenden, bij den Commis
saris des Konings op audiëntie ging
om zijn nood te klagen.
Die gaf toen bevel tot een drijf
jacht naar alle regelen der kunst en
een dag of wat later kreeg de ont
vanger der belastingen ie Rosmalen,
Jhr. Bovier, het beest onder schot en
doodde hem met een schot hagel.
Daarna werd de wolf in plechtigen
optocht naar het huis van den Com
missaris des Konings in den Bosch
gebracht cn vervolgens voor een
dubbeltje per persoon in een koffie
huis te kijk gezet. Met belangstel
ling lezen we er hij, dat de dood van
het dier zeer werd betreurd door een
aantal stroopers, die, onder voor
wendsel dat zij het beest wilden van
pen, vrijoliik met een geweer rond-
liepen en menig haasje verschalkten.
Dit zullen* de voorvaderen van onze
tegenwoordige smokkelaars en le-
Vcnsmidilelenknoeiers geweest zijn.
Het Berlicumsche verhaal is ge
loofwaardig, want jokkentjes van zoo
nabij worden gemakkelijk genoeg
'achterhaald. Maar niet alle verba- 1
len uit dien tijd behoeven we voet
stoots aan te nemen. In Algiers
moet althans eèn leèuwenjachl ge
houden ziju, waarvan wemaar
laat ik het verhaal zelf geven. Graaf
Henri von Stecki, een Pool, viel bij
Oran een leeuw aan met een lans,
die hij zelf had laten maken. Juist
toen het beest zijn bek open deed,
(waarschijnlijk om te vragen:
„Stecki, wat mot je?") sliet de graaf
hem de lans in den muil en daar de
punt vier weerhaken had en de lans
zwaar was,' zoodat de leeuw die niet
stukbijten kon, raakte het dier er
een wereldberoemdheid zou worden,
daar hij in zijn jeugd geen abnor
male lichaamsgestalte had. Later
diende Cajanus als cornet onder Au
gustus II, Koning van Polen. In
deze tijden vooral kwam hij tot een
hevigen groei. Hij reisde daarop in
verschillende landen om zich aan de
hoven en bij particulieren voor geld
ten toon te stellen.
Daar hij later ziekelijk werd, was
zijn houding gebogen. Hij woog 360
pond en geleek op een afstand tus^
sclien het publiek op een langen
man, gezeten op een hoog paard.
Wilhelmus Greve, die ln 1818 een
natuur- en geschiedkundige verban-
deling over reuzen en dwergen front
schreef, deelt mede, dat zijn vader
een biizondere .vriend van Cajanus
was. Hij zegt van hem. dat hij
voet en zevan duim lang was. De
roef is nog vele jaren daarna als
eene bijzonderheid bewaard geble
ven. Op het roevenkleed waren de
militaire wapens van Cajanus neer
gelegd, nl. zijn groot zwaard of hou
wer met zwaar zilveren gevest, als
mede de porte épée. Bovendien la
gen daar ook zijn groote lederen
de Olse werd Ribecourt bereikt. i pen, moest ln «en verbitterd gevecht
De voornaamste ateden en dorpen afdingen worden
die de iDuiieche staf Dinsdagmiddag
in zijn bericht als veroverd noemt,
vinden onze lezers op 't schetskaartje.
't Is moeilijk om precies den loop
van het nieuwe lront weer te geven,
omdat de opgaven van den Duitscheu
en den Frauscheu Staf hoewel ze
handschoenen. Zijn lijk werd van
den ingang der kerk naar den graf- j ^ide van Dinsdagmiddag 7.1JU nog-
kelder die naderhand aan de fa- 1 verschillen.
rnilie Hodshon is gekomen ge- De Daitsche staf noemt n.l. vele ste-
dragen en daarin bijgezet. De lijk- den en dorpen als veroverd, die vol-
statie was deftig en bestond uit 65 gena den Franachen staf weer door de
genoodigdo paren, ongeacht de dul- Fran8Chen heroverd zijn. Zoo vorze-
zendon nlemvsgk-ris™. j Fnmid.en, dat aij nog al-
Het graf van Cajanus werd vele r„„ f.
jaren na zijn dood opgeruimd. Zijn tijd Gourcel.es bezet en. Dorp
geraamte werd bij deze gelegenheid (even toil Z.O. daarvan) 13 ook
gedurende één .lag tentoongesteld door de i-ranscnen heroverd. De Duit-
op het koor. Eenïge zijner beenderen schers drongen wel eerst tot de Aron-
kwameu terecht in het Museum te de door (een riviertje een 6 K..M. be-
Leiden. ueden Mory ge.egeu) maar door to
en werden zij weer terug-
grafschrift op hem vervaardigen. pd™ve„. De Franschea WngU"
Hier volgen er een tweetal: bui bum ten Z van Bellqy-St. Maur-
Marque Eglise-Vandelicourt. Op den
GRAFSCHRIFT. rechtervleugel motsten de Frauschen
Staa Wandelaarl staa stil, hier rich terugtrekken tot ten W. en Z.
t Ging voor de Duitschers dus niet
zoo gemakkelijk als bij de vorige of-
fensief-etooten.
Geen wonder! Als ergens Foch met
r.iju mannen onpostwai, dsn toch hoev.ïm baat ul
ker hier bij t bedreigde Atn'ëns en t
aanvalsfront der Duitschers op Parijs I
dat zich uitstrekt van Montd'dier tot
Dus u wenscht mijn dochter te
trouwen 1 Kunt u een gezin onder
houden t
i>at hangt er van af, meneer.
A7llk.' taiwAhuta aijn d. vtrUaun d.l
f*?„L 75 h 80 KAT. van L)U tsCllers zeer zwaar. Zij seinen
dit oftensief einde Zondag meer dan
isn»Si ee»«T,rs z,
80001 P Maandag liep tot weee_ dat wij ,ien verwachtten. Zij
moesten dus een verwoede worsteling
Op t overige Westfront werd ook hoobeu verwacht, we.ke hen zvti
levendig gestreden. Bij de Somme noodzaken. hun reserves aan te spre-
moestec de Duitschers, naar ze erken- "ader op de gevolgen te letten,
nen, 2eïfs een tegenaanval deen om W|J moeten ilus '/p een langen en
een terreinwinst der geallieerden tot wanhojtfgen strijd rekenen. Een wel-
Enkele dichters schijnen zich ge- ^nvaUVn Wen zij"weeTteru'g- staan brengen. 'J Succesje der geal- lalte lan zewvÏÏ
drongen t, ebben gevoe d om een D„ Fra,«ah.n heretolü.u °P ko!tU! den <Md vooïtm u röctam, itoal. In to
Duitschers een 300 gevangenen. eewte dagen van, dej) Aisneslag, ko-
B-'ijkbaar zijn de geallieerden er ,nen de Duitschers nu slechts meter
door plaatselijke tegenaanvallen op p,j meter vooruit cn betalen een zeer
uit om den druk op t front Mqntdl- Jioogen prijs voor lederen slap voor*
dier— Xoyon te verlichten. wi.arui
Hierbij geven we ook nog een kaart- j erder wordt gemeld, dat de Duit
je van hot geheele Westfront, waar- schers steeds nieuwe dr. Nies ln den
op ook de terreinwinst sinds Zondag ®txijd werpen,
io isnirun-vhii niiidoliilr Ia zien.
onder,
Legt 's Waerelds allergrootste Won
der:
Een lompe plompe lange vent,
Van negen Voet of daar omtrent-
Liet zig in veele Koningkryken
Voor Geld aan duizenden bekyken:
Vergaarde dus een groote Schat;
Kwam hier en stierf in Spaaren's
Stad.
Een ander:
Hier rust Kajaan, een reus; weleer
Cornet in Polen,
Te zien voor geld: en na hij lang
had om gaan dolen,
.Besloot, als Provenier te leven; tot
de dood
Hem velde, en 't grove lijk ib het
Koorgraf eindelijk sloot.
Geen tien bladzijden verder in
Haarlems Weekblad werd mijn
oog getroffen door een advertentie,
die mij zoo'n schok gaf, dat er met
een aan 't snuffelen in de oude doos
een einde kwam. R. C- Brpekmeijer,
Kruisstraat te Haarlem, heeft aan
gekregen Gerookte Elft a 12 Cents
per Ned. ons, bij de heele of halve tot
minder Prijs; Versche Boter k 11
en 12 cent per Ned. ons.
En dat juist, nu we onze vetkaart
in .werking gaan stellen! De geschie
denis is vaak wel wreed in haar
herinneringen!
J. C. P.
van
van Ribecourt.
Hot Duitsche stafbericht
.Dinsdagavond brengt geen nieuw
licht, want hot zegt alleen, dat ten
Z. W. van Noyon nieuwe aanvallen
der Frauschen mislukten.
aangegeven. Duidelijk is te zien,
dat ook deze offénsief-stoot weer een
aanval op Parijs betook ent*.
-
Overzicht.
Met kiacht en ook met succes heb
ben de Duitschers den aauval op t
front M'-utdid.erNoyon voortgezet.
Voors' 111 't centrum en ook op den
reciuerwfcUg-el werd terrein gewon-
nen. Na Zondag ie de vooruitgang uer
geproportionneerd van lijf en leden Du.tscueis op dit front van 35 a.M
uitgezonderd zijn armen,
9 Parlji
mm mm Front 8 Juni.
k X X Front heden.
Waar er dus nogal verschil is tus- J 't Aanvalsfront op Parijs komt er
schen de gegevens'over den loop der j dus eigenaardig uit te zien.
linie in do Duitsche en Franscho op- j Van twee punten dreigt thans du
gaven en wij van hier niet kunnen directe aanval op Parijs.
uitmaken welke opgaaf de waarheid
het nicest nabij k.-uit geven we op
ons schetskaartje beide lezingen in
dan ook vun beleekems.
zoo larigWaren, dat hij rechtop
in een stoel zittende, zonder zijn
lichaam te buigen iets viin den
grond kon oprapen. Jiij was zacht
zinnig van aard, hupscli van om-
gang en hield veel conversatie met
deftige iluurlexrisclie burgers.
Jan Marcluint, die in 1751 over
hein schreef, verhaalt, dat hij van
1734 tot 1741 drie- of viermual te
.Haarlem is geweest en lederen keer dat de vierde Fransche linie bij
hier ter stede eenige maanden ver- Courcelles en Méry gebroken werd, 1 -Gemakkelijk is de terreinwinst
biuf hield, ln 1745 vestigde liij zich waarop de Duitschers naar 't Zuiden voor de Duitschers niet geweest. IDn-
voor goed in onze stad. konden oprukken tot de Aronde (een detiliurg gewaagt in zijn bericht van
riviertje 6 KM. zuidelijker gelegen). ,.een zeer sterke Fransohe stelling die
De overgang van de Matz werd ge- hardnekkig verdedigd werd." Een
forceerd, waarna opgerukt werd tot mastu tegenaanvallen der Franschen,
Antheuil. Op de Z. "stellingen van ingezet door aangerukte reserve-troe-
Opvallend is dat ue Duitschers den ou<ié atrijdlinie voo'r den
eersten dag van 'l offensief t minste aanvang vei1 rjit nieuwe offensief op
terra, v-oiinen. maar aal op Oen Ila.rn.
tweeden en derden dag goed voor- r
uitgingen Juist andefson" ais pij «1* het tarenwoordige front, gedrol-
de andere stooten. Toen gingen zij te.ijk in dubbele lijn, namelijk volgens
bij de verrassing op den eersten dag de Duitsche eu Fransche lezing. De
't snelst vooruit. frontliju, die het meeste terreinwinst
De Duitsche staf noemde Dinsdag- ja beeld breidt, is natuurlijk volgens
middag als de jerste terreinwinst, de Berlijnsche opgaaf.
Greve vertelt nog de volgende
anecdote van hem. Op zekeren
avond speelde hij een partij dam
men, waarin hij zeer sterk was, met
een Joodsch heer. Deze won en Ca
janus tikte hem vriendelijk op den
schouder, zeggende: „gij zijt mij de
baas!" De welgemeende vriendelijke
tik kwam echter zóó aan, dat de
ander schreeuwende van pijn en
met blauwen arm moest vertrekken.
Ook lezen wij nog van hem, dat
hij wanneer hij visites ging afleg
gen, gebruik maakte van een sleep-
koets, waaruil de banken waren
verwijderd, en waarin hij zicli in
een knielende houding liet vervoe
ren. Hij was gewoonlijk gekleed in
een rood of blauw Poolsch kleed,
verder droeg hij een pruik en een
hoed met gouden rand.
Hij heeft ook nog een letterkundig
1 product nagelaten, nl. een gedicht
op den Prins van Oranje in 1747.
11 ij werd 3 Maart 1749 bijzonder
plechtig begraven in de Groote Kerk,
in het bijzijn van duizenden toe
schouwers.
I De zwaarte van de kist en het lijk
deed de verzorgers zijner begrafenis
besluiten, om niet de gewone dub
bele doodbaar te gebruiken, doch
de kist te zetten op een daartoe op
zettelijk ingerichten wagen, aange
zien ook de rouwkoets te klein was.
Kerkmeesteren hadden bovendien
een biizondere roef op de kist laten
maken, die (evenals deze) negen
In do Entente-pers komt ook dm
In den Duitschen Rijksdag heeft
de minister van Oorlog, Von Stcin,
over deo militairen toestand ge
sproken. Hij zei o.a.„De overwin
ning van den kroonprins op 27 Mei
werd voor de Entente de zwaarste ne
derlaag uit den geheeier. veldtocht.
Slechts door hot. ingrijpen van Fran
sche reserves kon het Engclsche legot
aan de Somme en in Vlaanderen zicb
weer eenigsziua herste.len. Bij den
Chemiu-dee-Dames is het grootste
Oee! van bet Fransche leger verslagen.
De z.g. reserve-legers van Foch be
staan niet meer. Een geweldige buit
i3 den Duitschers in handen geval
len.
Reeds begint men in de Entente-
landen te zeggen, dat de nederlaag
net gevolg is van het Russische ver
raad.
De Entente ia zich volkomen van
den ernst van haar toestand bewust en
erkent openlijk, dat zij zich verlaat
op de hulp van Amerika Den Amo-
rikaanschen troepen, die de Fraiisch»
reserves bij haar vruchteiooze tegeu-
aanvaileu b.jstondea, verging hc4
evénwel ni^t beter. De sterkte van
't Amerikaansche leger staat nog ver
achter bij wat do Entente verwacht
had".
Do minister vervolgel- „Nog ia do
vijand mot tot den vrede bereid. Nog
is het woord aan het zwaard. Maar
het zwaard is scherp gebleven en met
vol vertrouwen zien wij den afloop
vau do worsteling tegemoet" (Bijval).
De miuister sprak voorts nog uver
de heldendaden van de Duitsche
troepen in Finland en in de Oekrai-
\MONTDIDIER
Rubesrourl
Le Frétoy
Guiy
C Mery
RESSON-SUR MATZ
Affl
Anlheuil
mm»am Front Zaterdag 8 Juni.
Front heden.
COMglÈGNB
delijk uit dat men voorziet, dat het ne. Hij merkte verder opAan hek
in de eerste weken zal gaan over de Itajaausche front is de toestand on-
vraag of de Duitschers den opmarsch veranderd, lu Palestina zuu do her
in de richting vau Parijs kunnen nieuwde aanvallen der Eugeinchea
doorzetten. gestuit op <ie Duitsch-1 urkscne dap-
dek" .KVÏtX SS&hJ"
„Uiohe" zegt o.a.: ,A>e aanval was sen nut handnavci.
ouvérn ijd ijk voor de Duitschers. die
boken naar ean Iwsüiaillg nag dBtn D? góalUMrtcn b°°P
zomer. Foch was blijkbaar gereed en ae^tinst dc-r Amerikanen.
de Franschen moeten in de2en sector Gn zij komen ook
zeer slerk gewent zijn. Hel»»» Oe Anerlkaan^ mlnjter
ilwua.den ernst van»den toestand te Buiteninndsche (J l
verkleinen, maar zeis ale de Uil- "Mdl. «at re e d s MO A n erL
schers Par ijs naderen, zouden zij be- k a n e n i n f r a n k r ij k
yndem dat Frankrijk onoverwmne-
v„gen, ia '^pereemm.'Tdo! fö'TJSÏ&lS
un de Duitsche oorlogsdoe.eintleu.
wi-rdt uil Berlijn gemeld, dat daarin
geenszins de voor. bode
van een nieuw vredesuau-
bod de> Duitschers gezien
mag worden.
De Oostenrijksche minister Burian,
ie -,u verband met deze conferentie
NOYON ovk ti8sr Berlijn getrokken. Voor zijn
»er*.re»s heeft hij zich o-er vete-:ha
lende «Hrigeiegenheden laten Iniervie-
WHt. Hij verklaarde o.m. dm Ooe-
ten rijk-Hongarije geen annexutie
wer.schte, en dat de grensverbe.er'ng
Ville ten opzichte vun Roemenië niet a's
zM.aantg kon worden aangemerkt.
Verder verzekerde hij, dat de
c e n a 1 e 11 g e e 11 n i e u w v r e-
aesaanbod zouden doen,
zoolang de leiders der vij-
andelijke mogendheden
ns v nog redevoeringen hiei-
Rlbecotirt den als die van Lloyd
G e ii i' g e d e z e r d ii g e n, Ook zet
hij. dut het verdrag niet Berlijn nog
mei voldoende was vuuroereid, en ten
amtte dat omtrent de voedselvoorzie
ning ter Cen'.ralen geen z°r- rneer
behoefde te bestaan.
Dus. geen nieuw vredesaanbuu.
Maar als de Duitschers streng hun
oüriogsdoelêihden omschrijven e u
bekend make n, dun is dat al
ec-n stap tot den vrede.
Cannectancourt
Feuilleton
door
PAULTRENT.
(Geautoriseerd® vertaling).
62)
Mason knikte eens en ging weg.
Toen Philip met Sylvia aLleen was,
zeide hijHoe kan ik u danken 1
Ik dacht aan het meisje. Ik lieu
altijd veel van romantische liefdesge
schiedenissen gehouden, antwoordde
xij.
-- En toch ben ik bang, dut ik
het meisje dat ik liefheb niet nader
zal komen.
Geen enkele vrouw houdt van
een man, die niet durft.
ik heb verkeerd gedaan, ik bad
U de volle waarheid moeten zeggen,
en dan zou u misschien uw vader riet
gevraagd hebben me le helpen.
Ala u mijn vader de waarheid
gezegd had, dan
Wat bedoelt u? vroeg hij plot
seling moed vattend.
Niets, en nu zullen we eens over
iets anders spreken. Ik zag u laatst in
druk gesprek met juffrouw Arnold,
*e is een allerliefst meisje, vindt u
niet!
Een vau de liefste meisjes, die
ik ken.
Dat deukt iemand audors cok.
Het zou me dan ook niets verwonde
ren, als we ook een romantische go-'
schiedenis van dien kant vernemen.
Ik begrijp u met. Natuurlijk
houdt zij van. maar plotseling
hield hij op. Neen dat is niet
mijn geheim.
't ls oen veheim, dat ik wel ra
den kan. Ik hoop, aat zij gelukkig
zullen worden samen.
Maar hij heeft iemand anders
lief ik begrijp er niets van. zeide
hij hulpeloos.
Zij lachte hem een beetje uit, maar
ondertusschen kwam er een uitdruk
king ui haar oogen, die zijn hart
deed bonsen.
Ik waardeer het zoo, zoide zij
nu ernstig eu eenigszins verlegen,
dat u me uw vertrouwen gesciionkon
hebt. 't Is een bewijs, dat u me graag
mag en daar is iedere vrouw gevoelig
vgor.
Ik zou juist gedacht hebben, dat
u daar al genoeg van had gekregen.
Plotseling werd haar gezicht heel
ernstig.
Ik wil uw openhartigheid
zoo slrak9 ook met een beetje open
hartigheid beantwoorden. Een vrouw
als ik, de erfgename van millioenen,
door de dollars, die het volkomen be
derven. Zij verdenkt er steeds haar
vrienden van. vriendschap voor te
wenden, om te zien, hoeveel er van
haar to profiteoren is, Eu wee zulk
een vrouw als /.ij zelf iemand lief-
krijgt. Zij bemju: <lan het arme dienst
meisje, dat de zekerheid heeft alleen
om zicnzelf beur.ud te worden. Er zijn
tijden, dat ik al de weelde, waarmee
ik omringd ben, weg wensen en niets
anders verlang als een eenvoudig huis
je mot den man. dien ik liefheb.
Philip liad nog nooit meer van Syl
via's karakter gezien dan de opper
vlakte. Hij was bekoord door haar
vrooiijke luchthartigheid eu haar
schoonheid, en nu mocht hij een bi t.
werpen op eeu diepte van gevoel,
waarvan hij 't bestaan niet vermoed
had.
Juffrouw Mason, u behoeft er
geen oogenblik aan te twijfelen, of u
alleen om uzelf bemind wordt. Kom
een* met me mee.
Hij nam haar bij de hand eu
bracht 1 aar voor een spiegel, eu hij
zag. dat hij zelf heel bleek »aa en
dat haar lief gezicht een diepon blos
vertoonde.
Kijk eens naar uzelf, zeide hij.
Maar het was naar zijn gelaat, dat
haar oogen een oogenblik keken en
toen wendden zij zich snel af.
Zelfs in de armelijkste kieereu
io., uv ui i-viuiii;v vau luuuLieueu. Ziens iii oe anneiijKsie kioci eu
wordt haar geheele leven achtervolgd zou. u neg de mooiste vrouw zijn, die
ie denken kan.
- O mijnheer Cranston, u mag
heusch niet zulke complimenten ma
ken op den man af.
U weet immers wel, dat 't geon
complimenten ziju. die ik maak.
Ik ken u niet meeru is zoo
vreemd va inlaag!
Ik wilde, dat ik u alles kon zeg
gen, wat mijn hart vervult, maar ik
heb er den moed niet toe en o k niet
de brutaliteit. zegt, dat u iedereen
van eigenbaat ten uwen opzichte ver
denkt, maar wat moet dan wel t se-
voel rijn van eeu man, die u liefheeft.
Misschien is hij wel even arm als u
rijk. Misschien aaubidt hij u, en cis
hij het u wil zeggen, moet hij wel
vreezen, dat u hem verdenkt van.
Hier zijn de stukken, zeide Ma
son, die op den drempel stond en de
beide jonge lieden scherp opruim.
Mijnheer Cranston heeft me die ro
mantische geschiedenis van hem
teld, en ze is heusch heel interessant,
zeide Sylvia doodkalm, maar de rim
pel ln haar vaders voorhoofd ver
dween niet.
HOOFDSTUK XXIX.
Cranston's verlegenheid had Ma
son's achterdocht opgewekt, maar
Sylvia wist dien spoedig te doen ver
dwijnen.
Ik hel» mijnheer Cranston ver
teld, dat hij er zeker van kon zijn,
dat u wat voor hem vond en hij is
zoo dankbaar, want nu is er alle
kuns, dat zijn romantische geschiede
nis een blij einde krijgt. Ik heb hem
geraden met mijnheer Strand te spro
ken.
Mijnheer Strand verzocht me u
te zeggen, dal hij hierheen kwam,
zoodra hij weg kon uit het Huis
merkte Cranston op, en hij had rijn
zelfbeiieersching zoover herwonnen,
dat hij weer geheel natuurlijk sprak.
Wil je mijnheer Strand zeggen,
dat ik hem graag zoo gauw mogelijk
zou- spreken?
Ik zal dadelijk naar 't Huls
gaan.
Hij vond Strand en bracht hem
Mason's boodschap over.
Ik behoef niet "anger hier te
blijven. Wat zou je ervan zeggen, als
we eens samen gingen dineeren,
vroeg John, en Cranston was ver
baasd over zijn ongewone opgewekt
heid.
reden naar de Temple, en nadat
zij zich verkleed hadden, ging John
naar boven en kwam pas een half
uur later terug met Joyce.
Cranston keek hem aan en er wa
ren geen woorden noodlg om hem het
nieuws mee te deelen.
Joyce heeft beloofd mijn vrouw
te worden, zeide John.
Cranston wenschte hem hartelijk
geluk, maar probeeroe intussclien
liet voor hem zoo verbazingwekkende
feit duidelijk te stellen, clnt John Syl-
ia niet liefhad.
Niemand mag vuorloopig iets
van onze verloving weten behalve jij
en mijnheer Cobden natuurlijk, zeide
John.
Maar dun moet Joyce dien ring
niet dragen, merkte Cranston glimla
chend op-
Zij dineerden .n 't Carlton Restau
rant en uf en toe wierp Philip een
verbaasden blik op Strand, want de
verandering, die lui bij hem opmerk
te, was merkwaardig. .Hij had I era
n.jg nooit z-.o "rooiijk gezien en net
scheen, dal hij jaren jongér was.
Tóen het diner was atgeloopeii. leek
het Cranston t geseliikte oogenblik
toe, Strandule mededeeiing le doen.
die hem zoo na aan 'l hart lag.
Mijnheer Mason heeft me 't aan
bod gedaan bij hem werkzaam ie zijn
als ti mij tenminste missen kan. -/.ei-
de hij.
John keek hem aan n antwoordde
niet. Het was Joyce, die de stilte ver
brak.
O, wat hen ik daar blij om, zei
de zij hartelijk.
(Wordt vervolgd).