'fiS X>»0blRd.
RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
De Vondeling
DERDE BLAD
ZATERDAG 6 Juli 1818
Raadsels
gelijke vrijheid. Wie het l>eete opstel
maak'.., krijgt een boek naai- keuzo
(Deze raadsels zijn alle ingezonden 2de prij«winner krijgt een doos
door jongens en meisjes, die „Voor postpapier en nummer drie ontvangt
Onze Jeugd'; lezen. De namen der do.°? potlooacu.
kinderen, die mij vóór Woensdag
middag 4 uur- goede oplossingen zen
den, worden in het volgende nummer
ibckeud gemaakt.)
Iedere maand worden ouder de
beste oplossers twee boeken in pracht
band verloot-.
De raaiseiprijaeu voor de maand
Juni zijn bij loting ten deel gevallen
aan OP 'T KANTJE AP en GER-
MANIA, die ze Woonsdag 10 Juli,
tussehen 12 en 2 uur, bij mij mogen
afhalen.
3. (Ingez. door Wim Spoor.)
Ik ben een rivier in Doiteeldand.
Zet de laatste letter van het alphabet
achter me en ik ben een stad aan die
tivier.
2. (Ingez. door Kerstboompje.)
t Is rood en plat, ee'i beweeglijk
blad.
'i Leeft voor in huis, in een
enge kluis.
Het wordt- bewaard, waar 't zit
Door soldaatjes in 't wit.
3. (Ingez. door J. v. d. Plas.)
Ik besta uit 14 letters en ben een
stad in Zuid-Holland.
10, 9. 7, 8, 4 is een meubelstuk.
1, 2, 3 zegt m>a wel van een kleur.
G, 5, 14, 9 is oen kleedingstuk.
1.1, 12, 1-J is e-n leoiijke eigenschap.
'4. (Ingez. dorr C. van Ketel.)
Ik doe dienst- bi; hit bouwen, koer
xnc om on ge vindt mij bij den bak
ker.
5. (Ingez. door NtschoTselii.)
Ik ben een spreekwoord van 30
lelt cis
8. 11, 14, 15 is een fijne visch.
11, 12, 6, 5 is een meisjesnaam,
4, 3 is een lidwoord.
10, 27, 2G, 9, 6 zijn bloemen.
5, 6, 10, 2, 5, 5, 6 is een jongens
naam.
14, 27, 10, 9, 11 is een viseh.
6. (Ingez. door Lodcwijk.)
Mijn eerete „ool-ei dan een
dorpmijn tweeae is grooter dan een j.reee j?E (Jau
hut en mijn geheel is liet voornaam-
«te gebouw van de stad.
De kinderen van Afdeeling 2, di
die onder de 12 jaar zijn. moeten
m i; speciaal voor deze inzending
briefje schrijven. Ze mogen me <1
wat in vertellen van een prettig dagje
of VRmhun konijnen, of van een fa
miliefeestje, kortom net wat ze willen.
De prijzen zijn dezelfde als in Af
deeling 1.
Daar de beste opstellen en briefjes
een plaats krijgen in de Rubriek, stel
ik jullie voor het papier aan één zijde
te beschrijven. Al liet werk moet 3
September in mijn bezit zijn, Er is
dus tijd genoeg om net en goed1 werk
te leveren 't Is zeker onnoodig je er
aan te herinneren, dat onder iedere
inzending na am en let f-
tijd moeten staan J
Rallrubrlek
- MOUTONSFi.KUR, Brcestr. 28 z„
beeft 8 jonge poesjes. Wie er een heb
ben wil. mag er ecu komen halen
OP '1 KANTJE AF, I.ourens Cos-
terstraat. 16, vraagt briefstempels en
postzegels. Hij geeft er andere post-
zogek voor terug.
Assebepoester.
Aon tafel werd er gelukkig ook niets
over geaegd. Daarna moest .ze nog
oven naar Lien, om over proefwerk
te spreken. Juist toen ze weg zou
gaan, stond de brievenbesteller op de
stoep.
„De jongejuffrouw To van Ber-
„Ja. die ben ik."
„Alstublieft."
To vergat dank-je te zeggen .zoo
zeer was ze vervuld van die gvoote
merkwaardigheid, dat zij een brief
-'n keurig roee,
H.VUHX
parfumeerd briefje. Met haar vinger
verbrak ze de enveloppe en las„Bés
te To, zou je nio het genoegen willen
doen morgenmiddag, na schooltijd,
een kopje thee te komen drinken Zeg
nu niet neen. Jo weet immers wek
dat alles weten, alles vergeven is. Met
vriendc-lijken groet, aan de uwen,
gaanio A. J. van Blankenheim."
Hè Het briefje viel op den grond en
To stond er als versuft naar te sta
ren. Een uitnoodiging van Freule van
Blankenheim! Een uitnoodiging voor
haar! Natuurlijk ging ze met. Ze
dacht er niet aan.
„Wie stuurt zuike mooie briefjes
aan mijn oudste dochter
„Vader, vanvan Freule van
Blankenheim. Locst u het maar."
To raapte het briefje op en reikte
het haar vader over.
„Dat is mooi! Dat is de rechte
adel."
„Watt"
„Dat iemand zijn fout wil herstel
len. Dai iemand iets wil goed maken,
al is het ook maar tegenover een
meisje."
„Dus u vindt
„Dat je natuurlijk gaan moet en
dot j© zelf jo excuses aan moet bieden
voor jo onbeleefd optreden van dezen
middag. Nu, denk er maar eens over.
Ik móet naar een vergadering.
Adieu 1"
Zou ze met het briefjo naar Lien
gaan i Neen, ze moest het maar met
ziclizelf uitvechten. En ze vergat de
belangrijke bespreking over hei proef
werk.Stilletjes ging ze naar haar
eigen kamertje en peinsde net zoo
lang, tot ze een overwinning op zich
zelf behaald had. Voor zo naar bed
ging. poBtte ze een briefje, waarin
stono. aal ze met zeer veel genoegen
de uitnoodiging aannam. Het leek
wel, of de inkt niet uit de pen woul K
vloeien toen ze dat „zeer veel «.j «en wedstrijd meedoen. Waai om heb
5, Teddy Dear 6, Tini Waal 6, Klein noemen" schreef. 't Is voor den j zoolang niets van je laten boo-
Els.jo 6, W. S. 6, Kabouter 6, Dora vorm prevelde - - rara»
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
weck zijn
1. Waarheid bovenal.
2. Na regon komt zonneschijn
Een. Anna, os, zijn, regen, schoenen,
kamer, namaak.
3. Hortensia hor, hert-, Tina,
Sieu.
4. Minko.
5. Dolf, wolf, golf.
6. Sleeswijk-Hoistein.
Goede oplossingen ontvangen van
Lydia 6, Jo en Teun Reimerink 6, Le
lietje van'Dalen. 6, Vrede 6, Erica 6,
Levenslust 6, Pinkst «bloempje 6,
Goudmuiltje 6, Bloemenmeisje 6. Klap
roos 6, Co en Jan Sluiter C, Bloem en-
fee 6, B!oemenklokjofi6. Geldropje 5,;
Kwikstaartje 6, Roodkapje 6. Sneeuw-1
witje 6, Generaal de Wet 5, Grada,
Bennie en Marietjo dé Vries 6, Helio
trope G. Onrust G, Bleekneusje 6, Le
lie G. Napoleon G. Arer.d 6, Theeroos
5, Klimop 5, WtlUac Toll 6, AmCri-
cain Boy 6, Da-d i ion 6, P. en IJ. v.
d. Boogaard 6, Theo J. Overmecr 6,
Aart O verin eer 6, D. A. P. den Hol
lander 6, C. L. J. den Hollander 6,
Goudreinet, 6, Laurens Coster G, Sol
daat 6, Fauna 6, Truusje Goud 6,
Avondster 6, Jan zonder Vrees 5, Mei
bloempje 6, Piet Oscbatz 6. Engeli-
na v. Essen 6, Rudolf Oschatz 6.
Dirk Oschatz 6, Don Juan 6, Paljas
6, F. F. Gchl 5, C, Philippo 6, l.obe-
'lia 4, Karei V 6, Flor is V 6, Doorn
roosje 6, Truusje Békker 6. Hortensia
6, Spirea 6, Cosimo 6, Moutonsfleur
5, Keizer Nero Madeliefje 5, De
tweeling 6. Joost v. d. Vondel 5, J. C.
de Haan 6, Julius Caesar 4, An not je
6, E, C. de Callavon 6, Zwanebloem
jaar, VooMiitgangstraat 103 r.. K. DE
CALLAVON, oud G jaar. Spoorweg
straat 22 z., JO en GERRIT TATES,
oud 11 'jaar en 9 jaar. Park Mecren-
berg 2-1, Bloemendaïd.
LELIE. Ik hoop, dat het boek naar
je zin is. Maar spring er geen meter
iioog de lucht mee in, daar kan het
niet tegen. ONRUST. Het. doet
me genoegen je wehsch te hebben
kunnen vervullen. Ja, je bent een
geluksvogel. Hoe is het met Bleek
neusje'? Wengcli haar van harte be
terschap. MAARTEN LUTHER.
Wanneer krijg je vacantie? Je wen-
schen over de toekomst loopön zeer
uiteen. Ja, jongen, daar kan ik je
moeilijk In raden Dat hangt veel af
van je aanleg. Als je mijn jongen
was, zou ik zeggen: Begin met de
handelsschool.Dan ben je voor éf-nen
'wensch op den goeden weg en be
sluit je toch tot nummer twee, dan
is niets verloren.Algemeene ontwik
keling is nooit ballast. WILLEM
TELL. Dat was een prettig school
reisje. En met liet weer heb Je bet
ook getroffen. HELIOTROPE. Mijn
dank voor je bonnen. Weet je nu
al, dat je over gaat'? GENERAAL
DE WET. De verloting staal altijd
in het eerste nummer van do nieu
we maand. ROODKAPJE. Dus
met dezen wedstrijd heb ik aan je
•langen voldaan. SNEEUWWIT
JE. Je raadsel is goed. BLOEM EN
KLOKJE mag haar echnilnauin
houden. BOSCHBBS. Aan je
wenscli is voldaan. Later geef ik
wel weer eens een t«tekenwedstrijd.
Maar van het jaar niet meer, want
onze St.-Nicoluaswedslrijd komt
zoetjes aan weer. Jammer voor je,
dut je niet over gaat. Gelukkig, dat
het geen eigen schuld is. CO en
JAN 6., Jullie wonen al halfweg
Zandvoort, dus je wandelt er zeker
wel eens vaak naar toe, hè?
DUINLUST en ZONDAGSKIND
dank ik vriendelijk voor het mooie
kiekje uit "Zandvoort KLAP-
ROOSJE. Is deze wedstrijd naar je
zin? Ik kan die paarden geen onge
lijk geven, dat ze voor de variatie
ooi: eens aan het aardappelloof zich
te goed doen. Maar hun baas motst
weten, dat aardappels voor n.tn-
schen cn niet voor paarden zijn.
BLOEMENMEISJE mag haar
schuilnaam houden. DANDE
LION en AMERICAIN BOY. Je
raadsel ia goed.Jullie mogen je raad
sels best in één enveloppe met de
Boogaardjes doen. Dat wint- diie~
cent uit. P. cn B. v. d. B. Je raad
sel is goed. PINKSTER
BLOEMPJE. en GOUDMUILTJE.
Hoewel je de raadsels zoo moeilijk
vondt, hebben jullie ze toch allemaal.
Knap hoor! LEVENSLUST mag
tiaar schuilnaam houden. LELIE
TJE VAN DALEN. Tot mijn spijt
kan ik je niet aan dat plaatje hel
pen. JO en TEUN R. Gelukkig,
dat jullie nu weer in orde rijn. Dat
schoolreisjei was een prettig be
sluit. Gaat Teun ook weer heele da
gen naar school? LYDIA. O, öie
Gcrmania heeft uit de school ge
klapt. Maar enfin, je hebt je zin.
TEDDY DEAR. Je echte zwem-
*cveer is het nog niet Jij wil zeker
wel iedere week met de club uit. Ik
ben zeer benieuwd naar je rapport.
J. C. DE H. Schrijf je raadsel
maar onder de andere raadsels. De
oplossing moet er bij. MADE
LIEFJE. Ja hoor, je mag met de
en Jopie Fabel 5, Anemoon 6, Mos
roos jo 6, Dikkerdje 6, Asschepoeeter
6, Conducteur 6. Jo Tates 6, Gcrrit
Tates G, Zondagskind 6, Duinlust 6,
Boeki 5, Lucjetia 6. Roomhoorntje 6,
Blondje 6, Op 't kantje af 6, llarmen
do Vries 6, 'iiskie en Piene 6, Piet
Spoor 6, Wim Spoor 6, Het oude
Blondic 5, Krekeltje 6, Jasmijn 6,
Pronkboon 6, Janny Leetlang 6, Ger-
mani.i G.
Gpstilian-wscistrüd.
Voor afdeeling 1, daartoe beliooren
Jongens cn meisjes van 12 jaar en
laarhoven, vraa-; ik een opstel over
een vrij onderwerp.
Jc moogt ecu schoolreisje be
schrijven, je moogt wat vertellen over
ie vacaDlio, je moogt ook een ver
haaltje bedenken. Ik geef je in het
punt van behandeling 3e grootst mo-
prevelde ze. Noor hoorde er j ren? MOUTONSFLEUR. Ik hoop,
ook erg van op. Zo vond het een heer-dat je poesjes in een aardig gezin
lijke gedachte, dat To, die goede.. on: terecht komen. TRUUSJE B., Nu,
stu:unge 'io, straks weer met een vrij, was 00^ verbaasd over het groote
en (rank hartje hei leven in kon gun. >00rdeD ddt Kevonden in
En den volgenden middag zorgde; -,.
Noor. dat To er extra keurig uitzag. J DORIS inzending neb ik
Do jongens haddén er al tegen bun Ul- ontvangen, maar je was lang
vrienden over geflapt, dat hun zusje niet hij do prijswinners. Je raadsel
JAN ZONDER VREES, 't Is niets
erg als je c-ens een keertje over
slaat. AVONDSTER. Ben jc- r.og
met moeder naar duin geweest'? Je
raadsels zijn goed. C. L. J. DEN
H. En ben jij nog uit geweest?
Mocht Andrie ook mee? D.A.P.
DEN H. Je raadsels zijn goed.
Het is toch eigenlijk ook veel pret
tiger met moeder uit te gaan, dan
met vriendinnetjes. Vind je ook niet?
THEODOOR O. - Jij begon je
zeker zoo'n beetje te verbeelden, dat
het leven uit pretjes bestond.
ZONDAGSKIND. Jij wordt nog
zoo'n halve badgast. DUINLUST.
Je tante herinner ik me heel flauw.
t Is zeker toch heel lang geleden, 1
dat we elkaar gekend hebben. Piet
Kuin heet geen Krekeltje. Dat heb
(je lekker mis. C. B. Hoe is het
met de kiespijn? Laat dien lastpost
er maar uittrekken. Of durf Je nu t?
Oin je verdere ontboezeming meest
ik laclien. Wees een beetje vriende
lijk van Jouw kant..dan zal het vel
gaan. ROEKI. Zeg Roeki, ik zal
jc stilletjes wat vertellen. Ik ben nog
banger voor een muis dan voor een
koe. Flauw hè. In de vacantie ga ik
stellig naar den Koeienberg. LU-
CRETIA. Je bént hartelijk wel
kom. Vertel me eens wat van je.
Je hebt zoo'n mooien naam. Heeft je
wiegje soms in een ander land
staan? BLONDJE. Jullie hebben
nog het laatsto mooie Zomers ;be
dagje getroffen. Wat fiju zeg. dat je
badgast wordt. Ais we nu
mooi vacamieweer krijgen! OP
T KANTJE AF. Hoe iioog spring
je wel van blijdschap? Mijn Oost-In
dische kers bloeit er nu ook lustig
op los. TIEKTB en PIENE. Mijn
dank voor de bonnen. Is het hand
werkje klaar gekomen? Aardig, dat
jullie zoo'n lief poesje van Nico ge
kregen hebben. Het papier is goed
genoeg. Hoe is het met Boukje'?
PIET S. Je zorgt zeker ook heel goed
voor je geranium en uit dankbaar
held geeft ze je zulke mooie bloemen.
Ik hoop voor vaders aardappeltjes
dat de gewenschte regen gevallen is.
WIM S. Je bent een echte lies-
wolf, zoodoende heb je in een paar
maanden de heele bibliotheek uitge
lezen. Het doA me genoegen, dut je
dien prijs zoo mooi vindt. Heeft
moeder het ook gelezen'? Hoe ie liet
met Beb? Waar blijft ze? JANNY
L. Leuk, dat je rail-aanvraag zoo
veel succes had. Is de wedstrijd naar
je zin? HET OUDE BLONDJE.
Wat een grappig misverstand was
datl Dus jij bent degene, die Freddy
Dear zoekt. Als ze dit leest, weet
dat het oude Blondje het gevonden
schaapje is. GERMAN1A. Och,
wat zal dat mondje gaan. nu ze een
prijs gewonnen beeft. Kun je wel
wachten tot Woensdag?
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN,
Bloemhofstraat 6, Haarlem.
6 Juli 1918.
(Nadruk verboden).
Ce Kist.
uit gevraagd was bij een freule.
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG -
ZEEMAN, Bloemhofstraat 5.
In de bus gooien, zonder aan
schellen!)
Nieuwelingen zijn: CLAS1NA TOE
POEL, oud 12 jaar, Woonplaats?
HENDR1KA DAMIAANS, oud 11
was eigenlijk geen raadsel. Bedenk
eens een ander. KARET» Y. Je
raadsel is goed. F. F. G. Je raad
sel is goc l. - KLEIN ELSJE. W at
kan die kleine broer goed tippelen.
Jc raadsels -zij ngoed. ASSCHE-
POESTER. Nu, is het boek naar je
zin? Deze wedstrijd valt zeker ook
wel in je smaak. DON JUAN.
Geduld, jongen!— MEIBLOEMPJE.
Zend het raadsel den volgenden keer
maar. Jammer. dal jullie peen
schoolreisje gemaakt hebben, maar
het werd misschien te kostbaar.
Het was een kist met noodrations.
Een gewone, vierkante, ruwhouten
kist. Er was niets bijzonders aan, en
evenmin aan den inhoud, en er zou
nooit iets over die kist verteld zijn,
als het zijn schuld niet Was ge
weest, dat iemand 'n „douw"' van
veertien dagen kreeg.
Het zat 'in zóo:
Onze luitenant, dien ik Jansen zal
noemen, was „op detachement ge
gaan". Waar. doet niets tot de zaak
af. Tot die dingen, die het detache
ment volgens voorschrift meevoerde,
behoorde de kist noodrations. Zij
6tond in het wachtlokaal, waar het
detachement verbleef, en er werd ge
pandoerd en gegokt en gesmousjast,
en 't was alsof-ie onafscheidelijk tot
het wachthuis behoorde. Daardoor
kwam het zeker, dat iedereen ver
gat om 't, ding mee te nemen, toen
•het detachement afgelost werd. Het
blééf.
Maar nu had "t nieuwe detache
ment óok een kist bij ziel», met den
zelfden inhoud, en toen ze die
neerzetten wouen om erop te gaan
pandoeren en eenenveertigen, ston
den er plotseling twee! De soldaat,
die het 't eerst opmerkte, wreef ver
baasd z'n oogen uit en keek toen nog
eens góed maar 't viel ulct te
loochenen: er stonden twéé kisten
met noodrations. Dit leek verdacht,
en de soldaat richtte zich dus tot 'n
korporaal en brulde: „Brigges!
der zène «Ier tweej!" mei ecu ver
duidelijkend handgebaar. De korpo
raal keek, schrok op, en liep naar
den sergeant „Hoe kén dat r.ou?"
vroeg-ie ongerust
,,'t Vorige detachement het 'm ze
ker vergeten", zei de sergeant, die
een schrander man was, en hij liep
dus naar hoogste instantie, ■.•ijnde
•de luitenant, en rapporteerde:
„Luit:luit Jansen liep de kist
met rations laten staan".
Nu was dc nieuwe detacliements-
commandant, de luitenant Pietcrsen,
zijn collega Jansen juist zeer tleeht
gezind, want deze liad 'nv kort gele
den een poets gebakken, waar 't
heele regiment om gelachen had
die historie blijft thans gereserveerd
en aldus zat Pieterscn juis
zinnen op wraak, toe»» dc sergeant
verscheen.
De kans was.schoon. Pietorsen
overwoog, dat Jansen er geen straf,
maar alleen een uitbrander voor zou
krijgen, en hij stuurde naar den ma
joor *n ordonnans met een rapportje,
waarin Jansen's nalatigheid stond
beschreven.
De majoor las het rapportje, kuch
te, trok een verbaasd gezicht waarin
veel rimpels, en stuurde het stuk ter
afdoening aan kapitein Klaassen,
den compagniescommandant van lui
tenant Jansen. De kapitc-iu kuchte
óok. toen-ie 't las, keek nog verbaas
der dan de majoor en liet Jansen
halen, die verscheen, niets kwaads
vermoedend.
„Meneer Jansen! de majoor
stuurt mc een rapport omtrent een
nalatigheid uwerzijds. U hebt de kist
noodrations laten staan toen u af
gelost werd".
..Heeft Pietcrsen dat gerappor
teerd, kapitein?" Jansen lachte, ,,'t Is
mijn schuld niet! Ik heb m n ser
geant opgedragen, om alles mee te
rug te ncmc-n wat er met ons heen
gegaan was, en ik meende dat die
last wel volvoerd zou zijn."
„Ja, nu ziet u eens hoe u "n ser
geant moet controleeren! U had het
toch ook eigenlijk moeten nagaun!
Enfin, laat dc sergeant nu maar ko
men!'
De sergeant WUlemsen verscheen,
en salueerde. „Sergeanti Waarom
heb je die kist noodrations niet mee
genomen?"
Willemsen keek zijn kapitein
hoogst verbaasd aan. „Is die niet
imeegekomen, kapitein'? Ik heb kor
poraal Heinsen toch order gegeven,
♦om den boel op te laden, en ilc heb
nog gezegd: „Denk aan alles"!"
„Je moet controleeren, of je orders
worden uitgevoerd. Enfin, jij hebt
het dan tenminste niet zélf vergeten.
Roep Heinsen maar eens".
Optreden van den korporaal Hein
sen.
De kapitein releveerde de feiten.
„Die kist, kapitein? Ik wist niet
eens. dat-ie van de conipie was;
'k dacht, dat-ie bij den inventaris
van het wachtlokaal hoorde. Nie
mand heeft 't ine gezeid!"
Kapitein Klaassen werd kwaad.
„"Wel verd...! Wie Is er nou ver
antwoordelijk voor? Jullie hebben al
lemaal nou -wel een praatje,
maar...."
„Kapitein, de fouricr liad toch
moeten merken, dat do kist er r«iet
was?"
„Da's waar' Die kist hoort op de
T-ustkamer. Haal den fourier'"
De fourier verscheen met 'n rusti-
gen glimlach, en hoorde bedaard het
ibooze verhaal van den kapitein aan.
.Kapitein, ik was dien dag n.st
verlof, Maar 'k heb den oppasser
rustkamer gezegd, dat-ie erop moest
letten, dat 't detachement alles mee
terugbracht
„Roep den oppasser!'1
De oppasser-rustkamer, tenslotte,
wist geen uitweg meer. Hij liad riet
meer aan die kist gedacht. Maar hij
meende, de oppasser-rustkamer, aat
het detachement ervoor moest zor
gen dat het zijn boeltje mee terug
nam.
(Geen brutaliteiten asjeblieft!" zei
de kapitein kwaad.
En zoo kwam het. dat de oppasser-
rustkamer veertien dagen kwartier
arrest kreeg door de schuld var. de
kist met noodrations.
Er zijn uit dit geval vele conclu
sies te trekken. Bijvoorbeeld, dat de
centralisatie schoon is, maar cok
bare nadeelen heeft. En nog méér
maar ik laa'. ze aan u over.
Sportpetje
HET ZWEMi jjT
Wij hebben Zondag in de Zwem
inrichting aan de Houtvaart Ivrea
kranige zwemmers aan het werk ge
zien: een man en een vrouw. Dus niet
alleen een verschil van sekse, maar
óók: welk een verschil van tempera
ment! Daar was don A. L a h a i s <j,
de bekende lou&Haarlerasche poll-
tie-agent, thans dienaar van Her
mandad te Zandvoort.
Deze watergeus (men zou ook kun
nen zeggen waterreus) werd reeds
bij zijn verschijning met gejuich be
groet: men'kon zien dat hij hier
geen onbekende was. Hij kwam uit in
het politienummer qm een verguld-
zilveren medaille van zijn oud-chef
Burgemeester Sandberg en kreeg als
tegenstander adjunct-inspectcnr G.
J. P. Verschoor, ook een zeer be
kwaam zwemmer; maar deze moest
't al dadelijk tegen Lahaise afleggen.
Deze waterrot schoot als een torpe
do door het water heen en He', gelijk
zoo'n projectie], ook een breedc l-el-
lenbaan achter zich.Hij gebruikte den
zoogenaamde!» Spaanschen slag en
bracht het water daardoor in een Hef
tige beroering; de door de zon be
schenen waterdruppels parelden en
vlogen overal heen, alsof er in liet
zilte nat een heftige strijd ontbrand
was. Het pleit voor de sportivi
teit van den heer Verschool', da!
hij desniettegenstaande den strijé
niet opgaf.
Maar toen kwam mevrouw N. 3
M e ij e r i n kR ij k aan de beurt.
Deze liet heel andere zwemkunst
bewonderen; zij gleed namelijk ge-
ruisclilooe door het water, zwom
met een kalmei», mooieji slag voor
waarts en liet de wateroppervlakte
glad als een'spiegel, terwijl niet één
oogenblik het water over haar hoofd
heensloeg. Men kon aan haar galaat
niet 't minste blijk van inspanning
waarnemen en zij voelde zich in Let
natte element blijkbaar zeer thuis.
Welk een onderscheid met de zwem
mers van de andere sekse, onver
schillig wie dat was: Lahaise, Joh.
M. Schmidt, A. C. van den Berg, of
iW. P. van Baak (om deze vier water
rotten slechts te noemen).Al 1 e man-
jongens werden vurrood van
•inspanning; zij hijgden, proestten,
schreeuwden, blaasden en spuwden
zonder ophouden.
Maar hoe het-ook zij: èn mevrouw
Meijermk èn Lahaise hebben Zondag
een prachtige propaganda voor dc
nuttige zwemspoi't gemaakt. Daarom
is het Jammer dat mevrouw Meije
rink Zondag" in het reddingsnummer
door een vergissing een groote te
leurstelling moest ondervinden.. Het
betrof hier namelijk het gekleed red
den van een drenkeling. Dc leider
dei' dèTiionstratie gaf een fluitsig
naal uan het muziekkorps, om even
met spelen op te houden, maar dit
signaal werd door mevrouw Meije-
rink begrepen als start-sein dus be
gaf zij zich geheel gekleed te water
en zwom haar baan af. De jury gaf
evenwel te kennen, dat mevrouw
Meijerink te vroeg te water was ge
gaan, toodat zij dit eind voor niets
gezwommen had.Wel deed zij even
later dit nummer over, maar zij was
te vermoeid geworden, om het geheel
tot een goed einde te brengen.
Maar zoo óóit, werden wij Zondag
nog eens van het nut van de zwem-
eport overtuigd. Met groote belang
stelling zagen de talrijke aanwezi
gen toe, dat ook een vrouw, al is zij
gekleed, in tijd van nood met goed
succes een drenkeling kon redden.
En bij een waterpolo-wedstrijd
kan men eerst goed zien, hoe ver
ee zwemmer het door een voortdu
rende oefening kan brengen. Ir» «te
voornaamste plaats. >vat uithou
dingsvermogen betreft. Wie eens oen
goeden polo-wedstrijd heeft bijge
woond, weet dat van de krachten
der deelnemers veel gevergd wordt.
Zelfs de zoogenaamde rust moet in
het water genoten worden, waarna
de tweede helft van den wedstrijd
weder aller aandacht en krachten in
beslag neemt. Daarom voelden wij
Zondagmiddag veel bewondering voor
den stoeren Znandamschen jonge
ling. die na den wedstrijd (door zijn
vereeniging gewonnen) nog langen
tijd in het water vertoefde én tot
vreugde der toeschouwers, alterlei
grimassen en kunststukjes vertoon,
de.
Ja, wij Hollanders zijn een volk
van het water! Wij zijn het dan cok
volkomen eens met het devies van de
Haarleinsche dameszwemvereeniging
Z.I.G.N.E.A.: zwemmen is gezond,
nuttig en aangenaam!
Feuilleton
door
PAUL TRENT.
(Geautoriaeerde vertaling).
73)
Ik ben op alles voorbereid, ant-
iwoordde John. Maar zegt u mij
eens ronduit: kan u esrlljk voor me
Werken? Hiermee bedoel Ik: gelooft u
me, als ik zeg, dut ik volkomen on
schuldig ben?
Als ik dat niet geloofde, zou ik
uw agent niet gebleven zijn, mijnheer
Strand. Van het eerste oogenblik, dat
ik u heb leeren kennen, is mijn be
langstelling voor u Iets andere ge
weest dan eenvoudig van zake] ij ken
aard. Ik erkende in u een groote per
soonlijkheid; maar toen ik meer met
u in aanraking kwam, en u beter
leerde kennen, heb Ik niet alleen den
politicus In u bewonderd, maar Len
ik u als n»en8ch gaan waardeeren c-n
hoogachten.
Er lag ontroering in zijn stem,
toen hij dit zeide, en ook John w -.s
Jntroerd, toen hij de hem te-i
and «Irakte.
.77 l' ZTJt, niet in bijzonderheden te
Willen treden, maar ik zou me ge-
eerd voelen, als u me uw vertrouwen
wilue schenken, vervolgde de agent,
Ik heb in stilte altijd gedacht, dat
't een complot is, om u uit 't Huis te
drijven. liw macht word te groot.
Maar 't is haast te laag, om waar
te kunnen zijnt
Ik zal u alles vertellen, wat ik
weet, antwoordde John en toen hij
zijn verhaal gedaan had, keek hij zijn
agent vragend aan. Kan ik hun
dat alles vertellen?
Neen! luidde terstond het ant
woord. U'w plan is het beste, en ik
geloof dat u er op deze manier wei
komen zal. Als u voor hen staal, en
tot hen spreekt, zooals u alleen het
kan, zijn ze genoodzaakt te gelooven,
dat u een eerlijk man is. Ik heb een
hard hoofd gehad in de zaak, dat
wil ik u wel bekennen, maar nu Ik
u gesproken heb, ga ik hoe! wat ver
licht aan 't werk. We zullen er wel
komen! Ik wilde wel, dat u de twee
jonge dames van den vorigen k. er
weer hier liad om te helpen.
Ik zal dadelijk aan juffrouw Ma
son schrijver», zeide Cranston vol
blijde voortvarendheid.
Neen, dat gaat niet, zeide. Joh:
Je vergeet in v.elke positie ik tegen
over haar vader sta. Door te const.i-
teeren, dat ik den inbond «Ier stukken
niet keilde, heb lk feitelijk baar va
der beschuldigd. Neen, werkeüik, dat
kan onmogelijk; cn wat Jovee betreft,
die kan haar oom nu niet verlaten.
't Is heel jammer, ze hebben oni-
zuglijk geholpen bij de laatste ver
kiezing, zeide de agent.
Ik ben blij, dat we eeu man ais
Sylvester tegenover ons hebben; we
kunnen nu zeker zijn van een eer
lijken strijd, merkte John op.
Jk ben er integendeel niet hlij
om. U zou leder ander eerder versla
gen hebben, bij staat juist ontzaglijk
sterk.
Zij bleven nog langen tijd over het
plan de campagne spreken en toen zij
eindelijk scheidden, was John veel
opgeruimder, want waar bot nu feite
lijk op aan kwam, was af te wachten
of hij een eerlijk man of een schurk
gevonden zou worden. Ditmaal zou
de politiek slechts een kleine rol »po-
len.
in die stemming zette hij zich neer
om zijn verkiezïngsrede te schrijven,
en hij was voldaan over 't geen hij
schreef. Dc feilen werden eenvoudig
meegedeeld, zonder ecnige poging otn
den onteerenden aard van de be
schuldiging tegen hem ingebracht ook
maar ccnigszins te bemantelen."
Als er ook maar eenige waar
heid ligt in de beschuldiging, ben ik
geen ges-hik' vertegenwoordiger voor
North Loamshirc. Maar ik kan met
de hand op 't hart verzekeren, dat ik
"inds Ik mij aan 't politieke leven ge
rijd hel», nooit ie'.s heb god rum,
waarover ik mij behoef te schamen.
Ik heb altijd uitsluitend gewerkt
voor het welzijn van mijn laiul en
nooit voor mezelf. Aan u is het nu,
uit te rnuken ol ik mijn werk zal kun
nen voortzetten of veroordeeld moet
worden tot eeu onteerend verdwijnen
uit 't politieke leven.
Toen hij klaar was, nam hij op-
nfeuw de pen op en schreef auu
Joyce. Er was geen enkele liefdesbe
tuiging in zijn brief, hij bepaalde zich
tot de zaken der verkiezing en her
haalde de opmerking van den agent,
dat haar en Sylvias hulp een groot
gemis zou zijn. Toen hij dit geschre
ven had, zou hij er zoo gaarne bijge
voegd hebben, hoe zeer hijzelf haar
miste, maar na een korten strijd liet
hij het na.
Daarop ging hij» een wandeling
door de stad maken en zijn schouders
waren naar achteren getrokken en
zijn gestalte hoog opgericht, toc-n hij
het hotel verliet. Zijn gezicht was al
gemeen beken-l en enkele voorbijgan
gers groetten hein, maar velen ook
wendden nu t opzet hun oogen af, als
zo hem zagen.
Maar John was op alles voorbe
reid en vastberaden klemde hij zijn
lippen op elkaar.
HOOFDSTUK XL!!.
Lady Cora h al haar vader een kop
koffie fpgeschyukcn en toen hij den
kop van haar had aangenomen, blo
ven zijn oogen peinzend op haar
rusten.
Je wordt er niet jonger op, zeide
hij met voorbedachtelijke grofheid.
Het bloed steeg haar naar 't hoofd
maar zij deed alsof die opmerking
haar on'erechillig liet.
T Is tijd, dat je trouwt. Ik zou
zoo graag een erfgenaam hebben, en
ik word al oud, kind. Ik sprak er gis
teren over mei je oom. Je kondt niet
beter doen dan Sylvester nemen.
Maar je moet rtiet denken, dat ik hen»
je op wil dringen, voegde hij er haas
tig bij.
Ik zal waarschijnlijk den een of
anderen dag wel eens trouwen, ant
woordde zij op luchtigen toon.
Je moogt er wel blij om zijn,
dat die dwaze geschiedenis met
Strand tot het verleden behoort 't Is
een zegen, dat dat zoo geloopcn Is.
Die man is voor goed onmogelijk en
met zijn politieke carrière is 'l voor
altijd uit.
Daar ben ik volstrekt niet zeker
van. Ik geloof, dat John Strand
schandelijk onrecht wordt aange
daan, 2eide zfj met warme overtui
ging.
Graaf Aldcburgh keek bij die woor
den verbaasd en onaangenaam ver
rast op.
Kindlief, wat is dat nu? Ik dacht,
dut je over die geschiedenis al ,oi)g
heen waart, zeide hij met iets vcrwij-
tends in zijn stem.
Ik weet, dat ik nooit 2ijn vrouw,
zal worden, en ik ben er ook niet ze
ker van, of we wel gelukkig zouden
zijn geweest, als we getrouwd waren.
Hij stond te hoog boven me.
Hoe kan je zelfs in scherts zoo
iels zeggen! De man is een schurk,
antwoordde hij.
- Vader, schort uw oordeel liever
op; het zou wel mogelijk zijn, «lat u
die qualificatie dichter bij huis toe
zou moeten passen.
Wat bedoel je? vroeg hij ver
baasd en onthutst door haar ernsti-
gen toon.
Hoe vond u oom gisteravond,
krèeg u den indruk van iemand mot
een gerust geweten?
Southwold had den vorigen dag bij
hen gedineerd en Lord Aldeburgh
had zicii verontrust over t voorkomen
van zijn broer.
Ik geloof, dal er een complot i»
gesmeed om Strand op politiek gebied
onschadelijk Ie maken.
Onzin! Hoe huul je 't in je heefdt
antwoordde hij ongeduldig.
En ik geloof, dat oom er in be
trokken is, in elk geval weet hij, dat
Strand onschuldig is, vervolgde zij.
Je bent gek! Hoe is 't mogelijk
zoo ie!* onzinnigs te bedenken.
(Wordt vervolgd.!