M
U.
m
0
M
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
"m
m
4k
"£k
m
m
RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Raadsels
SL
fe
4
it
te
11
„jë
1
SR
ft
sr. -E»i
DERDE bLAD
Ns&jgg et»
ZATERDAG 24 Auflusiua 1918
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
'door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der
Kinderen, die mij vóór Woensdag
middag 4 uur goede oplossingen zeu
len worden in he volgende nummer
bekend gemaakt).
Iedere maand wordt-onder de beste
'oplossers twee boeken in prachtband
verloot. -
1. (Ingez. door Lathyrus
lk ben een spreek woon van SS#.
2, 4, 15, 5 is in onzen bloementuin.
g' 20, 21 is een lidwoord.
24, 11, 2, 1 wordt door beeldhou
wers gebruikt.
3, 14, 5, 20, 7, 4, 21 leert men op
school.
8. 21 is een voorzetsel.
17 22. 12, '19 is de naam van een
boom.
0 14, 23 is een lekker gebakje.
li), '25, 4. 12 is warm noch koud.
ÏG! 21, 8, 23 gebruikt men op het
Jam!.
25, 20, 27 is niet jong.
2. (Ingez. rloor Old Snrehand):
Tk ben. een stad Sn Rusland van
5 letters. De eerste drie letters die
nen ter berging en mijn laatste 3
lettere noemen een herkauwend dier.
3. (Itlgez. door Duinlust):
Zet achter iets, dat niet nieuw is,
iets hartigs en daarachter de 1ste
letter van het alfabet en ge krijgt
een plaats in Groningen.
4. (Ingez. door Embong Piosso):
Mijn 1ste is niet, zoet, mijn 2de is
zoowel groente als brandstof en mijn
geheel is ook een groente.
5. (Ingez. door Keizer Nero):
Met b. ben ik een viervoetig dier,
met d. een bewaarplaats voor sche
pen, met h. een bergplaats, met k.
bereid in spijzen, met n. een deel van
het dak, met r. een kleedingstuk.
6. (Ingez. door Waterlelie):
Mijn eerste is een telwoord, mijn
tweede vindt ge in Zwitserland en
mijn geheel is een plaats in Utrecht.
Raadseloplossingen
Dc raadseloplossingen der vorige
week zijn:
1. Steenwijk.
2. Atlantische Oceaan. La, cacao,
ni i hen, as, ten, tent,
o. Beter een half ei dan een ledige
Hop. Heen, ei, half, hen, Al'ida, Gel-
Irop, neen, eten, ledig.
4. Glas, gas.
5. Windwijzer. Hij, zij, wind."
6. Goud, Da, Go, Gouda.
Goe ie oplossingen ontvangen van:
P. en B. v. d. Boogaard 6, Theeroos
Klimop 6, Bloemenmeisje 6, Bloe
mend lokje 6, Bloeraenfee C, Assche-
poesier 6, Dikkerdje 6, Lydia 6, Co-
snno G, \V agner 6, Petit Gerard 6,
Broertje van Wagner- G, Zeplrir 6,
Vrede o. Lelietje van Dalen 6., Fred-
ry Dear 6, Conducteur 6, Bosch
viooltje 6, Hortensia 6, Spirea 6,
Napoleon IS, Ceriules 6, Lede 5,
Roodkapje G, Sneeuwwitje G, Pietje
Labeur 4, Marmotje 4,- Konijntje 4,
Fauna 5, Darmen de Vries 6, F.
Geld C, Bleekneusje- G, Onrust 6,
l iet Spoor 4, Wiin Spoor 4, Beb
Spoor 4, Chrlstiaan de Wet 5, Tie-
kïe en Plene fi, Gcrmnnia 6.
Het geheim van Fik.
(Verbaal voor de h'ehisten).
(Vervolg).
En nu wilde hij de mooiste aan
S i geven, als verjaarscadeau, ten-
minst als meneer en mevrouw er
niets op tegen hadden. Sams moeder
vond het een alleraardigst plun. Ze
n t haar man afgesproken,
«'at ze niear een advertentie voor
een hondje moesten plaatsen. Me
neer Verbeek zou den morgen van
Sim, verjaardag zelf het" hondje
brengen. Nu vertrok hij vlug. want
v 'V't Sam In aantocht
Wns.
ty.aj was die Sam hlü, toen ein
delijk de weck om was! Maar moeder
niet minder, want de jongen was
zoo druk en opgewonden, dat ze da
gelijks beweerde er zeeziek van te
zuilen worden.
Den morgen van zijn verjaardag
stond hij voor dag en dauw op. Hij
'ging op bloole voeten naar beneden.
Misschien lag het hondje in ite huls-
kamer in een mooi mandje.
Jawel hoor, daar zag hij het mand
je al bij den schooisleenmantc-1. Au!
Daar stoot hij zijn grooten teen aan
don tafelpoot. Dat deed zeer. Maar
wat is dat nu? Hot mandje is leeg.
b'eulïïeton
DE R1ÜÜEH KNOL
door
DE SINCLAIR.
26)
Eensklaps bleef hij stokstijf staan.
Op T twintig pas van de plek, waar
hij stond, op de Slruysenhof, zag hij
een meisje in een langen rooden
mantel. Ze stond bij een groepje la-
rixen en om baar heen krioelde het
van wilde konijnen.
Jacques dacht, dat hij droomde; hij
kon zijn oog en niet gelooven; het
meisje had een mandje bij zich staan
en daaruit wierp ze telkens voedsel
naar de schuwe grauwe diertjes, die
echter voor haar niet de minste vrees
®an den dag legden; overal zag hij
van die witte vlekjes bewegen en neg
telkens kwamen er konijnen aange
sneld van alle kanten; zelfs aan de
O'inhovensche zijde van het hek ston
den er enkelen met hun snoetjes te
fuiken, krabden zenuwachtig den
grond weg, zetten hun lange ooren
op, Kingen op hun aehterpooten staan
kgen hei gaas.
Zij was liet, het meisje van de auto,
1vv®s geen twijfel aan.
Even komt er iets van groote teleur
stelling over hem. Hij wrijft zijn be-
izeerden teen. De tranen springen
hein er haast van in de oogen. Maar
dan lacht hij zoowaar. Het hondje
zal immers wel komen! Eén tree
overslaand, snelt hij de trap op. Hij
vergeet zijn zceren teen. Daar wordt
gebeld. Nu al de batóker! Marie, de
meid opent het zolderraam. Sam
kijkt ook naar buiten. Wat is dat?
Mij uiteer Verbeek! Mijnheer Verbeek
met tets in zijn armen! Een hond.
.fa, 't is een hond. Sam lioll weer
naar beneden, nij denkt er niet -
aan, dat bij nog in nachttoilet is.
Maar hoe komen die .twee nu samen?
Meneer Verbeek en een hond! Zijn
nond, zijn Fik.
Hè, kreeg hij die sloten nu maar
van dc deur. Gelukkig, daar komt
Sial ic hem te hulp.
„Wat wou je?" vraagt meneer, als
-Sam hall dol van vreugd, op bloote
Voeten voor hem staat te dansen.
„IJ>! is voor mij, hè, meneer? llii
Is voor mij, hè?" ZachCkens streelt
bij het glanzend bruine kopje van
liet werkelijk mooie beestje.
„Ja, hij is voor jou", zegt. meneer
hartelijk, ,,en wel gefeliciteerd jon
gen".
Samen gaan ze nu naar de huis
kamer en voorzichtig wordt het
hondje in zijn nieuw mandje gelegd.
„Fik hè?", lacht meneer. „Ja, Fik",
lacot Sam weerom.
Sam kreeg dien dag. vele en mooie
geschf nken van ooms en tantes en
leefies en nichtjes, maar zijn hondje
was voor hem het heerlijkste van
alies.
I'i.c bleek al spoedig een verstan
dig dier te zijn. Wat kende hij de
nuUgcnoolen gauw en hoe vlug leer
de hij een kunstje. Fik en Sam wa
ren heel spoedig trouwe vrienden.
Fik leefde pas, als Sam hij hem
was en Sam vond het thuis dubbel
prettig, omdat Fik er was. Fik
stoeide met hem in bosch en wei.
En in ae aomervacantie mocht Fik
mee bij Opa logeeren. Opa woonde
op een dorp in een gezellig landhuis,
waai omheen een groote tuin lag.
Sum vond het altijd zoo prettig bij
Opa, maar nu met Fik zou hei zeker
duboei genotvol zijn, vooral ais liet
moei weer was. Wat zouden ze dan
-Ui i:et hardst door de laantjes dra
ver. er. rond de bloemperken Rollen.
Maat helaas het weer liet veel te
ven-.-hen over. De eerste dagen
verveelde Sam zich nog niet. Fik
was immers bij hem. Hij liet hem
a.' zi n kunstjes nog maar eens lier-
haien en.als belooning mocht Fik dan
»»ve: liem heen buiteicn op de v acht,
aie voor grootvaders schrijftafel lag.
Na een paar dagen, toen de regen
gestadig bleef aanhouden, begon
Sam spyt ;e krijgen, dat lijj geen
speelgoed of boeken van huis had
meegenomen.
%,Ga maar eens mee naar den rom
melzolder Opa op zekeren mid
dag toen hij zijn 'kleinzoon rnet een
pruilend lipje op een punt van de
vei sterbank zag zitten. Sam volgde,
maur dacht toch hij zichzelf: wat
Opa toch wol voor hem had op den
rommelzolder? 't Stond er altijd vol
van Koffers en kisten. Opa Hen
echter al die kisten en koffers voor
bij. ging het kleine trapje op, dat
naar de hancbalkcn voerde en greep
naar iets. Wat was dat nu? Een
paard! Een speelgoed-paard! Sam
trok er een beetje zijn neus voor op.
Dij had thuis wel een veel mooier.
Opa nam het paard onder zijn arm,
hep de trap af en zei opeens: „Keer
je eene om, Sam". Sam voldeed aan
bet. bevel. „Kijk nu maar weer",
sprak grootvader.
O, dat was leuk. liet paard liep in
dra door «le kamer. Grootvader
draaide iets aan een inecaniekje en
zrowaar nu begon Bles te steigeren
van war ben je me. Sam was nu
vol belangstelling.' Opa vertelde, dat
hij van lien winter dafc paard op een
v erkooping gekocht had. 't Zag er
toen Jécïiik en stoffig uit, maar een
oude boer had hem verteld, dat er
meeaniek in zat.
(Wordt vervolgd).
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Krnder-Afdco.'ing moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG-
ZEEMAN. Bloenjhofstraat. 5.
In dc hun gooien, zonder aan
schellen
ROODKAPJE. Ben jo al bruin ge
worden? Zulke blondjes bruinen niet
zoo sativ; als de zwartkopjes, NA
POLEON. Dus nu ben jo ook weer
thuis, 't Was jammer, dat jo met zoo'n
pijnlijken duim zat, doch gelukkig,
dat. liet lijden nu weer voorbij is. En
je kondb het met oom zefcor heel goed
vinden, hè 1 HORTENSIA eu SPI
REA. Zoo'n ledig plekje doet steeds
pijnlijk ar.n. Leeft grootmoeder nog?
Ik bca nu weer thuis, dus schrijf me
maar eens een grooten brief.
BOSCHVIOOLTJE. Je moogt dezen
schuilnaam houden. Zijn ae reisjes
naar Koog en .Amsterdam doorgegaan
Vind. je het niet een bc-otje prettig,
dat 'Dinsdag de schooldeuren weer
open gaan? FREDDY DEAR. Ben
jc weer heclemaal klaar? En zijn de
andere huisgenooten niet aangetast
Beu je al aan je opstel begonnen?
LELIETJE VAN DALEN. Hoe is liet
met Vrede Toch geen Spastische
griep? Jullie mochten beet op één
kaart schrijven. ZEPH1R. Ik heb
neerüjk oehoten, maar ga nu weer
met frisséEcn moed aan het werk. Het
was zekei wel saai voor je. dat de ltei-
lucriukjes uit waren. Maar nu kom:
alles weei op huis aan. En dat is een
gezellig idee. WAGNER. Een v:.n
jullie drietjes had vergeten zijn naam
onder de raadsels te plaatsen. Zijn
de nichtjes er nog? (JOSIMO. Ben
jij a! weer naar school? En bevalt het
je GEP,MANIA. Jc ansicht heb ik
ontvangen, waarvoor mijn hart el ijken
dauk, Toen je in Doorn was, was je
dicht ii- mijn-buurt. In Wijk bij
Duurstede heb ik nog naar ie uiige-
keken. Als ik uit bon, vind ik het al-
tijd zoo prettig een bekend gezic/it te
zien. Jij ook niet? AREND. Harte-
lijk dank voor je mooie kaart uit Sche- I
veilingen Was je daar voor een dagjet
TIEKIE en PIENE. Die arme
Bonkje Ie ze nu weer op de been f En'
zijn jullie- nu a! eens eon dagje uit
geweest Gelukkig, dat het feestje toon
geslaagd is. Nu gaan jullie zeker spa- j
ren voor het zilveren feest.. CIIRIS-
TIAAN DE. WET. Waarom doe je
niet mee met den wedstrijdEen
Christiaan dc- Wet kan toch wel een
opstel maken? BEPPIE S. Begint
de vacantia een beetje Ie vervelen
Wat, zul je dan straks met vurigen
ijver schoolwaarts gaan. Hen je nog
aan het bramenzoeker, gewcc-st
WEM S. Heb je een leuk dagj-. op
Zuinlvoort gehad? Ik hoop, aut je
gauw do ontbrekende lJsel-p.aatj-s
krijgt Vraag ze nog maar oens in de
Ruii-Rubriek. LYDIA. Ja, t lijkt
mo heel aardig, dat .je een opstel maakt
j over je reisje. Welk verhaaltje,heb je
van me ge-ezen? Onder weiken scüuil-'
naam doe je inee in Vrij en Hiij Meet
i je Dinsdag weer naar school AS-
bCHEPOESTER en DIKKERDJE, liet
was zoo heel erg niet, dat jc ©en
weekje oversloeg. Jlet doet me genoe-
gets, dar. jullie- zoo'n prettige vacantia
achter den rug hebt. MAARTEN
LUTHER. Heb je- ,.De Schaapherder"
al uit. Is een lijvig boek, maar 't is
wel de moeste van her lezeu waard.
Wat heb je veel ge.ezen in de vacan
tia Hen je ook nog naar Artis ge
weest! AVONDSTER dank ik har
telijk voor haar mooie kaart un Den
Heider. JANNY H. wordt wel be-
UiiiKt voor de ansicht uit Hrielie.
PROsNKHOON. Je haat de vorige week
6 raadsels goed, weike nog mee mo
gen tellen D. A. P. en C. L. J.
Di-.N H Ook juiiie 6 raadsele heb ik
voor dezer, keer meegerekend. Jullie
hebben ook dubbel en dwars genoten.
Zijn jullii nog naar Utrecht geweest?
i— 1'. S. Ju. Pietje, jij kwam ook ach
teraan. Je raadsels waren alle goed,
ook die van "Wim en Heb. Ze zqn
nog opgeteekend. Hoe is hetjmet de
twee vechtersbazen Ais jo dit leest-,
be ik weer thuis. Dus Woensdag nsag
je jo briefje weer naar de Bloemhof- J
straal, brengen. WIM S. Zoo lang
zamerhand verlang ik ook weer naar
m'ju werk. Het buitenleven is voor
oen stadsmensen, tenminste als het
zacht, zonnig weer is. een zeldzaam
genot. BEB S. Heb je pleizier ge
had in Spaarnwoudo? Wat zal moeder
haar huishoudstertje straks missen
KAKEL V. Jij hadt ook 6 raadsels
goed. Als je dit leest, is de raadsel-
prijs misschien reeds in jo bezit. Ik
hoop, da' het boek in jo smaak valt.
Prettig, "da; je zon echt genoten hebt
van bosch en duin. Je zou ieker wel
willen, da'- je op school ook zuiko lek
ker© gymnastiek-les kreeg. Vader is
zeker wel in zijn schik met xiju tnin-
kuechtje JO c-n TEUN R. Ju.iie
hadden ook C raadsels goed. Is Jo nog
in Amsterdam - En zijn moeder en
'leun nog in Zwolle? Dan wenscli ik je
1 allen nog heel prettige vacantiedagen
toe. ZILVERSCHOON cn GANZE-
BLOEM hadden de vorige week 6
raadsels goed-P. en B. v. ei. B. Jullie
raadsel is goed. SNEEUWWITJE.
Het doet me plezier, dat jij het. zoo
naar je> zin hebt gehad. En hebben
jullie flinke wandelingen met vader
gemaakt Is het BloemendaalBch reis
je nog doorgegaan? BEPPIE S.
Het was zeker de schuld van dc va
cantia, dat j© maar vier raadsels liad.
Hebben de bramen lekker gesmaakt I
ONRUST. Uil je opgewekt briefje
maakte ik op, aat jo flink in orde
bent. Heb ik dat goed? F. F. G.
Maar Frans, heb jij al een fiets? Na-
t-iurlijk zit ie er alle dagen op.
AAN ALLEN. Jc briefjes en raadsel
oplossingen mag jo weer sturen naar
mijn oudo adres Bloemhofistraat 9.
Ik hoop, dat we allen een prettige
vacantia achter den rug hebben en
met nieuwen moed aan ons werk bc-
ginntn. Wie zijn raadselprijB nog met
ontvangen hoeft, mag hem bij mij ko-
men halen.
Mevr. BLOMBERGZEEMAN
Haarlem, 24 Aug. 1918.
Bloemhofstraat 5.
Militaire Aanteekeningen
X.
NACHTGEVECHT.
Elf uur aanrieden!
i Is stikdonker in de dorpsstraat,
en tusschen dc rijen lage huizen
lióor je alleen de manschappen aan
komen, kletterend met hun me; ijzer
beslagen „kisten" op dc kamige
straatkeien. *t Laatste signaal van
den hoornblazer giert fél, scheurt de
vredige zoméravondstilte van 't
dorpje uiteeu, en dc achthonderd le
lden der nederzetting draaien zich
om op hunne legersteden, zuchfeir
cn verwenseden de mobiüsaiie met
dc-szelfs schetterende luidruchtig
heid.
Bij gebrek aan lantaarns begin
nen we appèl te houden in het don
ker, 't geen een onbegonnen werk is,
want onze brave Mokummefs zijn
glad genoeg om voor zich té laten
antwoorden en diverse heeren gaan
op die manier er tusschenun en zoe
ken hun stroozak op.'Tot groote ont
steltenis van dc aanwezige jongelui
verschijnen er toch nog lantaarns.
We laten de korporaals de facies
belichten, eu beginnen opnieuw na
men af te lezen. Acht „aanwezige"
heeren blijken afwezig te zijn, maar
binnen" de vijf minuten zijn er al
zts boven water, die allemaal „zich
iets verlaat hebben", of ,,2ich bijna
verslapen" of ,,'t signaal niet ge
hoord'. Voor de vlugheid en gevat
heid van den Hollandse'nen soldaat
in deze omstandigheden heb ik al
tijd -op rechte bewondering ge
voeld.
We marclieeren af. De keien zijn
hard en het is stikdonker. De sigaar
van den kapitein gaat als lichtbaak
aan het noofd, en door de lange
dorpsstraat komen we op den mui
len zandweg, die tusschen bouwlan
den door naar een uitgestrekt bosch-
en hei-terrein voert, 't ls haast wind
stil, en er is geen ster aan den he
mel te bekennen. Zwijgend mar
cheert de troep, zwaar bepakt in
veldtenue voort; 't is een uur loo-
pen naar 't punt, waar we een «tel
ling zullen Innemen voor de batal
jons-oefening van dezen nacht. Wet
'n clectrisch zaklantaarntje worden
de enkele boerderijtjes, die we pss-
seeren, belicht: ter orienteering. En
Juist als een verre dorpsklok twaalf
slaat, houdt de compagnie halt. We
zijn vlak bij ons opsteUingspunt, een
stuk open hei, eu links ligt als 'n
schimmige, vormlooze massa een
groote boerderij, waar alles in ruste
is, behalve de somber-bassende
waakhond.
„Kader voor!' klinkt ergens uit 't
duister des kapiteins stem, en van
links en rechts komen vage figuren
op den klank van het geluid af. Op
dat oogenblik valt een groote drop
pel op den neus van den laudstorm-
plichtige Pokkei, gezegd 8am.
„Nare regen!" merkt Sam op,
en veegt met z'u mouw. Maar ze vol
gen bij tientallen, de dikke, zware
droppels, cn binnen 'n paar minu
ien is het een plasregen. De kapi
tein blijft in den aanvang van z'n
explicatie sleken, voc-Il T met een
straaltje den wég képi-hals-en-ver-
volgens gaan en roept: „De boerde
rij in!" Binnen drie seconden is er
geen mannetje meer op den weg,
anaar pas na een paar minuten
opent een slaperige boerenzoon Sn
nachtgewaad de deur, en vraagt wat
,we willen.
Er :n!
AJs 'n wilde horde dringt de com-
pie 'i liuis binnen, en word", door 'n
kamer in 'n langen, lagen stal ge-
waalf paar lodderige ver
baasde ealveroogen staren den luid
ruchtige!), druipenden troep toife jon
gens ami, en uis antwoord krijgen
ze ii paar vriendschappelijke tikken,
die hen tot scheeve sprongen ver
voeren.
Huiten ia "t niet meer uit te hou
den; ue regen stroomt als 'n zond
vloed omlaag en op den weg staat
al 'n méér.
De oude boer vers:'.. uit z'n
slaap gewekt, cn grinnikt, een-eu-ol
Hrubanischc gemoedelijkheid, llij
inviteert de olficicren in z'n mooie
kamer, Iaat zich door dc. jongens
op'tien schouder beuken, cn vimlt
het geval blijkhani verinolijk. Ik
keu .eel ménschen, die een andere
houding zouden aannemen, als ze
midden in den nacht gewekt, wer
den en honderd ongenoode gasten
in huis vonden. Maar een Brabant-
schc boer is iete bijzonders. Moeder
de vrouw verschijnt nu ook, in be
vallig négligé, en verkoopt melk aan
haar gasten voo: den bescheiden
prijs van drie cent per glas. De
„chocolatier", (bij onze cornpie: de
ziekendrager) maakt -„reuze-zake"
mei z'n govulde reepen, en het wordt
steeds gezelliger in den kalveren-
stal. Twee flakkerende stallantaarns
beschijnen liet genoeglijk samenzijn.
Alleen den kalveren bevalde toe
stand niet, en ze doen beurtelings
pogingen om op hun kop of op één
poól te gaan staan, rukken en trap
pelen en maken matschudding".
Dc kapitein ontdekt, dat er solda
ten zoek zijn, en stuurt me er op
uit. Met twee overjassen aan woog
'k me- in den zondvloed, en vind in
derdaad vier man in 'n varkenshok
en drie in een rommelechuurtje. Ze
protesteeren tegen het bevel om (leze
gastvrije huizingen te verlaten, maar
gebeurt toch en ik constateer
weer tuis, dal een Hollanusai sol
daat ziel) in do onaangenuumsto om
geving iUcizierig voelt uls hem z'n
plaats muur niet door co. ander
woidt aangewezen. Hei vio;?i in
't varkenshok prefereert di; - bo
ven o:.'. gezellig verblijf in dc ruj.
men stal, en er zijn harde w.orden
toe noodig om hen tot vertr- k
wegen.
Dc sergeant-majoor houdt, tot
stomme verbazing van dc kalvers, in
den stal een half uur „theorie" over
den velddienst, dien wc behouden
zouden Jiriiben. liet is half twee- ge
worden. -Vijf man snurken in "t
stroo.
Om kwart voor twee is het droog,
on marcheeren we af. Om twee uur
komt een nieuwe regenvlocd omlaag,
en tegen halfdi'ie sta *k druipend en
doorweekt op m'n zoldertje- naar lu
cifers te zoeken, die nog droog zijn.
De luitenant vertelt me den vol
genden dag, dat. le gedroomd heeft,
dat we oorlog hadden en dat dc- vij
and zich verschanst had in d. n
paardenstal en wij in de huiskamer
omdat het regende
It. P.
DAMRUBRIEK.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te zenden
aan den Damredacleur: J. W. van Dartelen, Spionkopstr. 55, Schoten.
LOKZET No.' 45.
Auteur: P. J. v. Dartelen, Schoten.
(Eerste publicatie).
8
m,
4
6
IÜB
0.
m.
m
1
m
m
üm
m
m
<L
M
m
i
'iMa
m
in
4€
47
m
48
49
■m-
m.
50
Wit speelt en lokt den fouazet uit.
fitand: Zwart: 11 schijven op: 4, 8,
.Wit: 11 schijven op. 15, 28,
10, 11, 12, 13, 14, 17, 21. 25 en 20.
29, 30, 34, 36, 39, 41, 47, 48 en 19.
Probleem No. 46.
Auteur: P. J. v. Dartelen, Schoten.
(Eerste publicatie'.
'y
i
i
1,4.
sÉ
m
i§É
SU
I;m
a
Stand; Zwart: 10 schijven op: 2, C,
Wit: 11 schijven op: 17, 19,
Oplossingen dezer vraagstukken
lijk Dinsdag 3 September 1918.
De oplossing van Probleem No. 41
Wit: 34-80, 27 - 22, 32 27. 37 30,
Zwart: 25 34, 17 39, 21 32, 26 46,
Een prachtig probleem! Trouwens alle problemen van den Heer Bclin-
fante kenmerken zich door hunne brillarite afwikkelingen.
De oplossing van Probleem No. 42 van den auteur is:
Wil: 23—19, 29- -23, 27 18, 32—27, 37 30, 33 11,.47-41, 49 40 et. v. int.
Zwart: 131 24, 18 29, 12 23, 21 32, 26 40, 16 7, 46 44,
Eene eenvoudige doel) aardige afwikkeling.
7, 8, 9, 10, 12, 16, 18 en 20.
21, 27, 32, 37, 38, 39, 45, 49 cn 50.
worden gaarne ingewacht tot uiter-
iran den auteur is:
47—41. 49—43; 43 34. 35 2
46 48, 34 25, 48 30, en wint.
Beide vraagstukken werden goed
opgelost door de heeren: Ph. F.
Amelung, W. J. A. Matla, J. Jacob-
son Azii., H. G. en W. J. Teunisse,
C. Seiodini, C. J. van Waard, P.
Mollema, H. Bokt», A. Ziilstra en P.
A. Nooij (alleen No. 42), allen te
Haarlem: P. J. Bype. A. Slinger en
P. J. van Dartelen te Schoten; Sergt.
J. van Looy en J. H. Blom. den
Helder en C. J. van Wijk. Veldleger.
De „Haarlemsche Damclub" houdt
baar bijeenkomst iederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur in <ie boven
zaal van café „de Korenbeurs",
Spaarne 36, te Haarlem. Belangstel
lenden die eens een kijkje willen ko
nten nemen zijn welkom.
Inlichtingen omtrent het lidmaat
schap worden gaarne verstrekt, door
den Secretaris: J. AY. van Dartelen,
Spionkopstraat 55, Schoten, bij \s ion
men zich ook als donateur k; n op
geven.
Jongelieden beneden 18 jaar kun
nen als aspirant-leden worden aan
genomen.
Jacques voelde zijn hart bonzen; ze
kon hem niet zico, stond half van
hem afgewend; speels wierp ze nu
eens een handvol voeder ver weg, dat
de konijnen het nastoven als een
wriemelende massa van grauwe lijfjes
en witte pluimen en dan weer lokte
zij ze valk bij, liet dc brutaalste eten
uit haar hand.
Jacques deed een paar schreden
vooruit.
De konijntjes vlak bij hem, voor 't
hek. staken hun ooren op; een ritse
ling, ze waren weg en geen twee se
conden later stoven ook ai de anderen
als blaren voor een rukwind naar al
le zijden uiteen.
liet ging zoo plotseling en 't effect
was zoo verrassend, dat Jacques ver
bijsterd bleef staan; het meisje in den
rooden mantel keek verwonderd rond;
dan ineens, zag ze hem ook.
Een paar seconden bicven beiden
onbeweeglijk; dan nam Jacques zijn
hoed af en groette; ze hoog, lachte
even.
Hij trad op het hek toe.
Ze aarzelde, had blijkbaar willen
omkeeren, maar nu bleef ze staan be
sluiteloos.
Dag juffrouw Knol! Ik heb u met
stomme verbazing bezig gezien en be
wonderd, riep Jacques.
Blozend trud ze nu naderbij.
Ik maak mijn excuses, dat ik als
rustverstoorder optrad, vervolgde
Jacques maar ik wist heusch
O u heeft een geweer
wou u op de konijntjes schieten? vroeg
ze verschrikt.
Jacques maakte een beweging met
zijn hand.
Eerlijk gezegd jabe
kende hij lachend. Maar hoe iegt
u het in 's Hemelsnaam aan, die die
ren zoö tam te maken?
Dat weet ik zelf niet, sprak ze,
ik heb eens, toen ik hier stil zat,
aan. een paar jonge konijnen wat
worteltjes toegeworpen: den volgen
den dag, toen ik hier op 't zelfde uur
weer kwam, kwamen zij ook weer;
den derden of vierden dag kwamen
er een paar groote bij, ik denk de ou
ders en zoo is dat aangegroeid
heel snelen nu zijn er bij, die
uit mijn hand eten 't is zóó
leuk net als in een sprookje.
Ze lachte, en het ivoorwit van haar
zuivere tandjes blonk tusschen de
frissche, roode lippen van haar lieven
mond.
Jaeen sprookje! herhaalde
Jacques, dat was hetzoo zag
ik het ookik dacht, dat ik
droomde!
Ze stonden nu over elkaar; de witte
afrastering was tusschen hen in.
Ze sloeg even haar oogen neer voor
de zijne, dan vroeg ze:
Hoe is het met nw voet?
M'n voet? O, dank u, straks
voelde ik hem nog, maai nu vergeet
ik hem, antwoordde hij.
Dan zal 't ook wel niet erg meer
zijn, sprak ze.
Jacques lachte.
Aan u heb ik liet in ieder geval
te danken, dat het niet erger is ge
worden.
Ze vroeg nog verder, of hij verstuikt
was of gekneusd, wat lang en om
slachtig er op doorgaand, dat mas-
seeron zoo goed was en koudwater-
verbanden.
Jacques doorvoelde wel, dat ze Oil
deed uit helmelijken angst, dat hij
een teerder onderwerp zou aanroe
ren.. maar hij wilde juist, tegenover
haar, komen op een eerlijker stand
punt en zei daarom eensklaps, een op
merking over het ongemak van ver
stuikte voeten van haar negeerend:
Nu heb ik toch nog een onge
zochte gelegenheid om u neg eens -. oor
uw vriendelijkheid te bedanken
U verboodt me gisteren zoo half en
half, om u daarvoor een visite te ma
ken.
Haar gezicht "betrok plotseling; ze
fronste pijnlijk haar wenkbrauwen,
gaf geen antwoord en so arde op den
grond.
Niewaar. dat verboodt u me
toch? drong hij aan.
Is u werkelijk zoo onbekend met
de toestanden hier in Olinhovenï vroeg
ze, terwijl haar mooie donkere -oogen
hem ernstig en onderzoekend aanza
gen.
Hij sloeg zijn oog-n niet neer.
Nee juffrouw Knol, antwoordde
hij dan, even ernstig alb zij, ik ben
integendeel volkomen op hoogte van
alle dingen, die hier gebeurd zijn,
maai' ik vind, dal ons geval, onze
kennismaking, daar buiten staat.
Hoezoo? vroeg zc zacht.
Wel, antwoordde hij. ik zie
dat aldus. Een onbekende jonge da-
mo bewijst 'n grooten dienst aan een
onbekenden meneer. Die onbekende
meneer aanvaardt dien dienst inet be-
zelfde sjiontane gretigheid, als waar
mee hij aangeboden wordt. Achteraf
komen deze twee menschen tot de we
tenschap, dat hun wedorzijdache fa
milies onderling niet hurmonieëren.
Moet nu die jonge dame daarom
spijt voelen over haar hulpvaardig
heid en de meneer berouw, dat hij
van die vriendelijkheid gebruik maak
te?
Ze zag hem auu cn heel diep in
haar oogen was lets van een stillen
lach.
Neezei ze dan zacht.
Nietwaar? h .k, juffrouw Knol,
vervolgde hij en dan inééns driftig
aan hei gas trekkend, dat lamme
ding't is ne:, of wc een l»ezoek
brengen aan een familielid in de gc-
yoDgenisJ
Nu lachte ze helder op.
Ik versta u best c
lieel goed sprak ze wat plagend, en w
weten toch wel, dat we vr»j Zqu, ...-ef
op ons eigen terrein.
Hij keek haar op die woorden even
onderzoekend aan, ging dan voort
Wat ik u dan zeggen wou, gi-teren
aan tafel heeft mijn vader mij een en
ander verteld over het optreden van
uw vader, ook op politiek gebied en
toen heb ik hem verteld van onz. toe
vallige ontmoeting.
En hoe nam hij dut op,' vroeg
Jaantje haastig.
Slecht, antwoordde Jacqu»
Natuurlijk!
Het heeft een verkoeling ae.
geven tusschen mijn vader en mi) en
ook tusschen mijn moeder en mij
Dat spijt me erg sprak ze,
terwijl haar gezicht verstrakte; maar
dan ineens bloosde zc cn vroeg:
En niettegenstaande dat, durft U
m etoch aan te spreken? O ja. *-
is waar, besloot ze, plotseling van tcoi.
veranderend, niemand kan he;
zien't is erg veilig voor U
(Wordt vervolgd.)