RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
DE RIDDER KNOL
e. 3£ï st® S. «3 wirrtL em JO 8Da,gyJb*]5.sBfc«£l
DERDE BLAD ZATEKBAQ 31 Augustus IS18
Raadsels
<Dez© raadsels zijn alle ingezonden
2oor jongens on meisjes, die „Voor
Pna© Jeugd lozen. Do namen der
kinderen, die mij vóór Woensdag
middag 4 uur goede oplossingen zen-
don, u-orden in het volgende niunmer
bekend gemaakt.)
Iedere maand uordeu onder de
beste oplossers twee boeken in pracht
band verloot.
1. Ingez. door Waterlelie.)
Mijn eerste is een verkorte meisjes
naam, mijn 2de is een boom en roti»
geheel is een plaats in Duitscbland
2. 'Ingez. door Heliolrone.)
Mijn. geheel is een spreekwoord van
27 letters of 5 woorden.
18, 25, 23, 21, 2. 7 is dè naam van
'een dag.
1. 3. 3. 8 is een duinbewoner.
10 11. 12, 4 is een huisdier.
10. 11. 45, 18, 19. 24. 22. 20
wordt geplakt.
17. 0. 20 ïa «en verblijfplaats voor
vogels.
13. 15. 9 ia een kicedingsfcuk.
14, 16, 9 is onzichtbaar.
26. 23 is een voegwoord.
27 is de vierde letter van bet. alfa
bel.
3. Ingea. door Assc-hepoester.)
Wolk plaatsje in Zeeland wordt
door verandering van (wee klinkers
een plaats in Moord-Holland t
4. Ingez. door Pieter Mavitz.)
Mijn 1ste ia niet knap. mijn 2de
bevindt zich in stad' en doyp en mijn
geheel kunt ge bezichtigen ir. Utrecht.
5. 1 Ingez. door Ganaebloèm.)
Welk eiland van Nod. Oost-Indiö
maak jo uit. onderstaande letters'
O. s. m. o. a. b.
6. Ingez. door Zilverschoon.)
Plaats in dezo 16 vakjes 1 m. 1 g.
3 I's, 2 r's. 3 e's, 2 a's, 2 d's. 2 i's
ea van hoven naar beneden gelezen,
moet ge krijgen in rii_ 1 iels. wat in
dezep duren tijd onmisbaar isrij 2
do naam van een oud profeetrij 3
een muziekinstrumentrij 4 een spijs
verteringsorgaan.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
veek zijn
1. Bakoe.
2. Oude Pekel a
3 Zuurkool.
4. Bok dok, hok, nok. rok.
5. Driebergen.
6 Spreken is zilver, zwijgen is
goud - viig, perk, gins, een, reke
nen. en. wilg. soOs, zoel. zeil, oud.
Goede oplossingen ontvangen van
Christina» de Wet. 6. Asschepoester 6,
Dikkerd»© 6. Pietie T.abcur 6. Konijn
tje 6 Mannotie 6. Telie 6. Doorn
roosje 6, Sneeuwwitje 6, Roodkapje
6. Doi-a en Jopie Fabel 5, Theeroos 4,
Klimop 4 Bloemeumeisie 6. Bloemen-
feo 6. B'oempuklokio 6. Heliotrope 6.
Germania 6. K'aproos 6. DnndeKou 6,
Americain Bov 6. P. en B. v d. Boo
gaard 6, Lydia 6, Ceriales G. Napo
leon 6, D. A. P. den Hollander 5.
Corrie den Hollander 5. Wim Spoor 6.
Piet Spoor 6. Beb Sooor 6. Bleek
neusje 6. Geldropje 6. Klein Elsje 5,
Sneeuwprinses 5. Hortensia 6, Spirea
6. Cosimo 6, Tiekie 6. Piene 6.
Avondster 3, Dik Trom 6. Rudolf
Oschafz 6. Karei V 6. Willem Teil 6.
Blodv Fok 6, llarmeu de. Vries 6.
Freddy Dear 6, Soldaat 5. Billy Dear
6. Jasmijn 6. Krekeltje 6. Zwane
bloem 6 Vrede 6, 1 .olietje van dalen
6. Meibloempjo 5. F. F. Gehl 6.
Truitie Goud 6. Bnschviooltie 6. Jan-
By Leeflang 5, Op 't kantje af 5, Ze-
phir 6 Joost van den Vondel 5.
18. IS. 5i—23, 25, 26. 29-31, 37,
39, 41—47. 50, 53, 58. 61. 62, 65,
6772. Hi; geeft or naailemsclie
blauwe IJfceo-beertjes of Nijver Ne
der!.-plaatjes voor terug, 2 beertjes
tegen 1 pi. of 1 pltegen 1 pi.
De Wedstrijd.
inzendingen ontvangen van
DIKKERDJE, oud 8 jaar; ASSCHE-
POEBTEK. oud 10 jaar; WATER
NIMF. oud 13 jaarDOORNROOS
JE. oud 14 jaar; LYDIA. MEI
BLOEMPJE, oud 11 jaar; LELIE
TJE VAN DALEN, oud 10 jaar NA
POLEON oud 12 jaar; BEGONIA,
oud 13'jaar; ZEPHIR. JOOST VAN
DEN VONDEL, oud 13 jaar.
Het geheim van Fik.
(Verhaal voor de kleinsten!
(Vervolg).
„Een mooi dingie voor uw klein
zoon". zei do boer.
„Kijk nu eens goed, jongen, hoe
da; zaakje in elkaar zit."
Aandachtig keek Sam toe Nu
mocln hij het ook probeoreu. Dat, ging
fijn. Nooit, van zijn leven had hij zoo
iets gezien. Grootvaders doel was be
reikt. Dien ganschen dag vergat Sara
liet sléchte weer. Het paard moest nu
eens een sigarenkistje, dan weer oou
voetenbankje of een stoof voorttrek
ken. Ho;.ging wondermooi. Den vol
genden vlag kwam bel. zonnetje weer
to voorschijn en Sam hoopte maar,
dat. liet, buiten gauw op mocht dro
gen. want dan kon hij op het grint
zijp bruintje laten steigeren. Groot
vader bad niet kunnen denken, dat
Sommetje zooveel schik in het paard
zou hebben. Hij zou ev lieusch zijn bo-
terham voor hébben laten staan. Hij
nam zc-L? geen notitie van den klei
ner. Fik. Met verbazing had Fik eerst
naar hc: nieuwe speelgoed gekeken'en
toen er zoo maai' leven in kwam, had
«-bij een uitdagende houding aangeno
men. Wou dat beest soms op hem
afkomen? Nu, dan zou hij zich we
ren. Hij liet.al vast zijn scherpe,
witte tandjes zien en hoe dichter Bles
.naderde, hoe meer Fik gromde. Iieel
hooghartig was liet paardje Fik voor
bij gestapt. Fik had heb. nagestaard
m de grootste verbazing. Toon was
hij mar-y in zijn inandjo gekropen.
Wat ging hem dat vreemde beeet ook
aan! Na een kort poosje dribbelde bij
weer schier Sam. Hij hoorde immers
I bij zijn baasje, Sam was echter nu
niet zoo bijster op zijn gezelschap ge
steld, want als Fik zoo voor hem liep,
was er voor zijn paardje geon plaats.
Hij wiluc juist harddraverijtje spelen.
Maar wacht. Fik kon wel meedoen.
Uit het schuurtje haalde Sam een
touw. waaraan hij aan het eene eind
het paard en aan het andere eind Fik
vastbond Nu draven om bet hardst.
Dat ging er van langs. Fik won. Nu
eens zonder touw en op gelijken af-
stand beginnen. Daar had Fik geen
zin in en hij had ook juist het snuitje,
van een koeohond door het tuinhek
zien gluren. Hij ging liever op de'
hondenjacht. Neen. Fik moeet. rooe-i
doen voor Sam. Dan maar weer aan I
het touw. Juist toen Fik veel bomba-1
rie tegen den kleinen keeshond stond
te maken, werd hij door Sam gegre- j
pen en werd' hij woer aan liet touw
vastgebonden. Nu werd Fik echt boos.
Hij gromde en bromde van belang.
(Wordt vervolgd
RullrabrleË
A. BEU Z EK AMP. Klcverlaan 61.
Bl'oemendaal, vraagt. 15 roode IJsco-
beertjes in ruil voor 20 blauwe.
EEN ONBEKENDE dank ik vrien
delijk voor bonnen en plaatjes.
MOSROOSJE. Kennemerstraat 42.
vraagt wie een jcug hondje voor haar
heeft
BRAM MISSET. Lourcns Coster-
straat 16, vraagt van Nijver Neder
land de nre. 2, 3. 6—8. 10. 11. 13—16,
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Bloeinliofstraat 5.
In de bus gooien, zonder aan
schellen i)
Nieuweling is: HERMAN VIS
SER oud 15 jaar, Hermansjausweg
8i.
HELIOTROPE. Je raadsels kwa
men de vorige week te laat, maar
mogen toch nog meerekenen. Denk
maar eens aan het spreekwoord: de
aanhouder wint. MOSROOSJE. Bij
mijn thuiskomst vond ik een stapel
briever. en oplossingen ook die van
jullie. Je ruil aanvraag zal ik plaat
sen. Mijn dank voor je mooie kaart.
DORA en JOPIE. Je raadsels
mochten nog meetellen; ook die van
BLODY FOCK, SOLDAAT, T.OU-
RENS KOSTER en TRUITJE G. Is
Truitje weer eens nuar Wijk aan
Zee geweest? BOSCHBES. Wel be
dankt voor je mooio kiek. Zit je nog
in Hecrdc? En hebben de parides too
ien goed gesmaakt? GERMANIA
Mijn vriendelijken dank voor je kaart
uit Utrecht MAARTEN LUTHER
voor zijn Gerard Don en zijn kaart
uit. Scheveningen, en MEIBLOEM
PJE voor hel Panorama. GEL-
DltOPJE. Ben jc mi! het opstel
klaar gekomen? En heb je veel ge
noegen in Amsterdam gehad.'
MAARTEN LUTHER. Wat heb jij
me lijvige epistels gestuurd. Het zijn
echt aardig van je. Voor een jongen
van jouw leeftijd is er heel wat be
langrijks te aanschouwen in het
Rijks-museum. Me dunkt, je was
reeds moe toen het Artis-bezoek Le-
heelc reisbeschrijvingen. Ik vond liet
go». Maar dat was weer een atv
dei soort genot, hè? En wat een heer
lijk dagje was dat in Scheveningen!
En ben je met de vriendjes nog
naar Zand voort wezen loopen?
ASSCHKPOESTER. Van harte gefe
liciteerd met je verjaardag. En wat
leuk. dat de mensehen voor je vlag
gen. Ben je weer in orde? En hoe is
het met zus? Jo opstel vond ik vol
strekt niet kinderachtig. KONIJN
TJE. Staan jullie boonen er good
bij. Flink zoo. dat je in de vacantie
geholpen hebt met. plukken.
PIETJE L. Het doet me veel genoe
gen, dat het boek zoo naar je 2in is.
Als Maatje volhoudt, wint ze ook
wel eens een prijs. LELIE. Je
raadsels zijn goed. Hartelijk dank
vóór jc ansicht. DOORNROOSJE.
Ik vond het prettig weer iets van je
te hooren. Waar ben je heen ge
weest? Ben je nog naar Zandvcort
geweest? ROODKAPJE. Jullie
hebben in de vacantie flink gebruik
gemaakt van den beenemvagen.
FNEEWWITJE. Wat zijn er van
't jaar weinig bramen, hè! In hot
Zuiden van Utrecht zijn massa's
bramenstruiken, zonder bramen.
GERMANIA. Ja, Wijk bij Duur
stede viel me ook erg tegen. Het
kasteel en de omgeving vond R
lieel mooi. Doorn is prachtig, hé?
Ik kan me begrijpen, dat je daar
moest trappen. Iloe is het nu met
de blauwe plek? Als ik tijd heb. vol
doe ik aan je laats ten wensch.
DANDELION en AMERICAIN BOY.
Zon het ook kunnen gebeuren, dat
jullie raadsels hebben ingestuurd,
die een ander al voor je heeft in
gezonden? A. B. Jt eerste vraag
heb ik geplaatst. Maar jc tweede
viaag om een geschiedenis-Album
zul je moeten richten tot de firma,
waar zoo'n Album verkrijgbaar is.
LYDIA. Je hadt vergeten je naam
hij je opstel te zetten. CERIALES.
Je raadsel is goed. Wat typ je keu
rig! NAPOLEON, Ik hoop maar, dat
je spoedig weer zelf kunt schrijven.
Jij boft anders maar met zulke
goede secretarissen. CHRLSTI-
AAN DE WET. Misschien lukt een
andere wedstrijd beter. HEK
MAN V. Daar ik uit de stad was,
kwamen je raadsels pas deze week
in mijn bezit. BOSCHVIOOLTJ E.
Je raadsel is goed. F. F. G. Wat
had jij een prettig dagje in Wijk
aan Zee! MEIBLOEMPJE. Als
jei verhaeftje öen prijs verdient,
komt het. in do Rubriek t© staan.
Wat een praclig postpapier heb
jc gekrégon! LELIETJE VAN DA
LEN. Gelukkig, dat je vriendin weer
beter is. Je opstel vond lk heed
aardig. ZWANEBLOEM. Nu
hot weer zoo buiig is. kan ik me
best voorstellen, dat. jc het op
school zooveel gezelliger vindt. Ik
hoop -met je, dat liet Zondag weer
oens een zomersche dag is. JAS
MIJN. Het deed me genoegen, dat
jullie weer kwamen opdagen. Zijn
jullie alle drie weer beter? Bij mij
in huis kan ik het zingen niet. hoo
ren, maar als 't Zondag good weer
is, heb ik er graag een wandeling
naar den Hout voor over. BILLY
DEAR. Jij hebt, ook niet te klagen
over een saaie vacantie. Je kunt nu
ook - meepraten over Bpaansche
Griep, 't Is wel eigenaardig, dat we
na al onze genietingen tenslotte toch
weer verlangen naar eigen haard.
SOLDAAT. Hoe is het met broer?
Wat heeft de dokter gezegd?
FREDDY* DEAR. Ben je nu woer
hoelemaal de oude? Een_ eigen be
dacht verhaaltje mag natuurlijk ook
voor opstel nieetcellen. Gezellig zeg,
dat je nog een dagje met je vriendin
bent uitgeweest, WILLEM TE1.L.
Dus jij hebt je ook wel geamuseerd,
lk had nooit geweten, waar Do
SI roet ligt. Zijn vader, moeder en de
broertjes weer beter? KAREI. V.
Heb je het boek uit? En vind jc het
slot net zoo mooi als het begin. Heet
te die speeltuin in Leiden niet De
Vink? Dat regendagje was nog zoo
kwaad niet. DIK TROM. Nog wel
gefeliciteerd met je verjaardag. Jam
mer, dat ik het niet eerder geweten
heb. AVONDSTER. Jij benf, dus
letterlijk uit Zwieren geweest. Leer
nu maar weer flink op school
TIEKIE en PIENE. Prettig, dat zus
ook naar schoot kan gaan. Misschien
gaan Jullie met October beiden wel
over. COSIMO. Wat ben jii «en
bereisd man geworden! Ik hoop. dat
Zondag het zingen in den Hom. door
mag gaan. HORTENSIA eil SPI
REA. Dit Ui; jaartje nog maar
eens extra je best di>,n. De zomer
doe; nu een beetje raad, maar wc
willen hopen, «ia: het zonnetje sp«-'< -
dig in volle glom.- schijnen zal. Mis
schien gaat dan morgen jc v.amle-
llug naar Grocicndaal door.
BEPP1E S. Nog wel bedankt v< ur
Jïet beeldige potje en plantje. Ik ben
er heel bl: me-- PIET S. Jij \v<
piorgen wel weer naai Schevciiii
gen, is 't niet? WIM S. Hoi gaat
het or nu mee jongen? Is dc dokter
nog bij je geweest? Jammer, dai ik
je Woensdag niet zag. Ooi: we! be
dank! voor de mooie Engelschc
kaart. - - C. L. J. DEN H. No :k
vind ook, dat je heel netjes gaat
schrijven, Bevalt het weer goed op
school? -D. A. P. DEN H. li; ben:
al vlug bezag aan den Sint-Nico!aa>-
wedstrijd. Utrecht is een eigenaard:
ge stad. heel anders dan andere
groot e steden. Die plantsoenen zijn
eenig mooi. ÏANNY I, Al weer ae
wend op school? Vind je liet nin
heerlijk in een nieuwe klas? Dan is
alles zoo nieuw, je boeken, je schrif
ten en jc ijver. OP T KANTJE.
AF. Wat ben jij tocli oen pechvogel.
Je valt van den wal in do -loo!, li.
hooji maar. als je dit leest, «la je
weer klaar bent en misschien Maan
dag naör school kunt gaan. ZE
PHIR. Met je opstel w il ik nog wel
een paar dagen geduld hebben.
Haarlem, 31 Aug. 1918.
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.
Bloemhofstraat 5.
Ce lalsehs Zllverbon
Je moet mar.', ongelukkig wezen, lk
heb toch' al zoo n hekel sar. die vLzc.
onooglijke papiertjes, die we tegen
woordig vau ieder, die ons iet« schul
dig is. in handen krijgen en welke
moeten dienen ter vervanging van de
sedert 1914 schaarscb geworden rijks
daalders en guldens. Maar Ua had ik,
zoo waar, ©én vsliche ontvangen
waar ©n op welk© manier was me ont
gaan. doch op een gegeven oogenhlik
Bemerkte ik. da», er tusschen mijn
zilverbons een valsché zat en nog wel
©en groot f 2.50. -
Nu jo hem zoo zag zitten tusschen
de andereu. was het verschil met. de
echten duidelijk t© bemerken, doch
"bekeek j© hem afzonderlijk, zag je er
't vdscho niet. zoo dadelijk in Hij was
in elk geval vrij goed nagemaakt, een
penteekening of zoo ieis alleen in en
kele details bleek de. onechtheid. Zoo
warou de cijfers 2, 5 en 0 slordig
neergezet, de rand was slecht afge
werkt en de handteokening van Trriib
leek naar niets. Neen, als j© er op !e'-
ten wilde, moest de onechtheid aan
ieder opvallen. Enfin, ik had er in
elk geval een strop aan. Och ja. je'
moet inaar pech hebber.1 j
In deze onplezierige stemming kwaiu
ik mijn vriend Pietersen regen ik
wandelde een eindje met hem op en
onder het loopen deelde ik hem na- J
tuurlijk mede welk een schadepost je 1
ik had. i
- Ochzei hijmet lachend geziekt
dat beteeken: immers niets' Je hebt
dal ding ontvangen zonder op de echt
heid t© letten. Welnu, dan geef
j© hem ook ^e©r uit alsof-ie echt was.
dan ben j© hem toch zoo weer kwijt.
Neem me niet; kwalijk, maar
daar moet je toch slag van hebben,
antwoordde ik. Ik voor mij. ik zie
er geen kans toe. Ik weet 'zeker, dat
het mii niet zon gelukken,.. Trou
wens, ik zou het ook niet. willen, an
deren or met opzet in te laten loo
pen.
Wees-toch wijzer!Een ieder
ziet zoo'n ding dadelijk weer kwijt te
raken als hij h«t. bij toeval ontvangt.
Dat. is bovendien heelemaal geen
kunst. 1
Nu geloof ik wel, dat als het iemand
gelukt©, het- zeker wel Pietersen zou 1
zijli. lk kendo hem at sedert onna i
Csgens-jaren en toen al was hij ver-
zend driest in zijii optreden, soms j
bij het brutale af. TIii had or bijzon-
der slag van met een grooten mond j
zijn argumenten krach; bij t& zei l en, j
Hi! liet zich niet. gemakko';;k uit het -
veld slaan en deed alsof lui van alle-'
markten thuis was. Op de II. R S.
was hij vrij zwakjes en zeer middel-
matig in ontwikkeling, maar hij
trachtte altijd zoodanig 'e antwoor-
[den. dat hij met. ecu overvloed van;
j woorden om dc zaak heen draaide en
j ten slotte beweerde toch gelijk te
hebben Werd hem bij de geschiedenis-
les gevraagd te verklaren wanneer en
onder welko omstandigheden de slag
bij Nieuwpoori plaats had. dan ne-
geerde hij de vraag en begon over een
gedeelte, ecu zekér jaartal, waar hij
toevallig wè! iet-, van uitte wei
den. Dan begon hi.i - „In 1672 was
bi|voorbceld de slag bij So'lbay
toen werden dc gebroeders Johau en
Cornelia de Witt door bel gepeupel in
Don Haag vermoord", en zoo rammel
de hij maar door, totdat, de leer aar
kans zag er tusschen komen en zei:
,.'t Is genoeg, j© kun:, we! gaan zit
ten V' Moest hij bij de les in wiskunde
een vraagstuk oplossen, dan stapte
bij met «ju geweldig aplomp op liet-
bord aai:, nam. lacr gracieus het stuk
krijt op. ïèekendc aan tal van lijnen
ou l,o konplaatste reusachtig*? Je;-
:ers 1 de hoekpunten en tien tegen
ren am hij dan Int bewijs te v r-
kJar'.r. door een stelling uit ,'t Ongc-
rijmii* »>Als dit eens zóó was en
da: was zóó', betoogde hij dar.,
waarop hij in minder dan geen tijd
zoo vast zat, dat de Leraar er een
eind aan maakte, door kort cji een
voudig het. bewijs te leveren.
„Ja. j.iis:zei hij dan. „precies
mijn idee Als u mii had later, be
gaan. v..* ik ook :ot die conclusie ge
komen."
Weet jc wat? vervolgde Pieter
sen. geef m ij dien zilverbon!... Ik
gc<! i. e: 6ón guGden vijftig 'cents
voor. Dan is je sïrop niet zoo groot
en dar verdien ik er nog een pop
aan. lk ben hem zóó kwijt, dar
zal jo zien!
Top! zei ik. het. valschc papier
tje overreikend, doe jij er dan maar
race, wo jo goeddunk;. Ik wasch m'u
handen in onschuld.
Pi eters' ii betaalde mij een gulden
en twee kwartjek en stak den zilv.-r-
bor. boven eenigo anderen in ©en por-!
tefeuilïc. die daarvoor blijkbaar ei-
prc^eiijk gemaakt was.
Ken je die zilverbon-boekjes
vroeg hij.
Nee' antwoordde ik. is daar iele
bijzonders aan i
Kijk' zei hij. de portefeuille
openend, nou zijn de zilverbons sch-
der der. kruisband, niet?
Juist! bevestigde ik
En nou. vervolgde hij. de por
tefeuille dichtklappend, en aan de
andere zijde weer openend, nou zitten
zo onder dc rechte bandjes.
O ja, zei ik, da'a aardig! Die in
richting is. mij bekend.
Kom' zei Pietersen. wij zull'n
een trammetje pakken, dan neem ik
de eerste steekproef.
Wij stapten ie een tram. Pietersen
sprak druk en beweeglijk over de
route, dii we zoude» nemen, wees mij
op ceuigo bezienswaardige punten tij
dens d'i. dit, alsof ik een vreemdeling
was, haalde toen ongemerkt de por
tefeuille, voor den dag en gaf, stecd9
druk doorredeneerend, den conduc
teur d:n valschen zilverbon en zei h:el
argeloos. „Twee enkele, conducteur!''
De conducteur keck even strak op
het papiertje, keerde het- om en om,
verzette zijn pruim en zei toen
Nee. meneer, daar kan 'k 't niet
voor. doei:
W;:l I vroeg Pittersén. een en al
verbaziug. Waarom niet?...
Omdat-ie zoo valsch is, ss 'n
kat; antwoordde de conducteur.
Valsch? vroeg Pietersen. met het
nuchterste gezicht, van de wereld. Hoe
kom je daaraan
Och, méneer, lacht© de oonduc-
teur, dat zien wij direk... Wij krijg©
zoeven] van die dinge. hier'
Pietersen kon niet anders doen,
dan met. een anderen, een goeden
zllverbon, te betalen, daar het te
doorzichtig zon geweest zijn thans
met kwartjes of dubbeltjes te vol
doen.
Tooi wij waren uitgestapt, maakt©
ik de opmerking, dat de eerste proef
al schitterend mislukt was.
Och ja' zei Pietersen, die con
ducteurs zijn nog al op der!ui kevie
ven. Dat had ik moeten bedenken.
Maar ga mee we" zullen sigaren
koopen bij een juffrouw daar in dat.
7 ijst raatje, daar lukt het stellig.
Heel achter in een dwarsstraatje
LI eek een eenvoudig sigarenwinkel
tje te zijn; daar stapte Pietersen bin
nen en vroeg;
Mag ik er vijf van. tien cent'?
Van vier cent liebborf wij ze
niet racer, antwoordde de juffrouw,
die ietwat doof bleek te zijn.
-- Ik tea van tien, juffrouw, ver
duidelijkt© Pietersen, den nadruk
leggende op tien!
Moot u er tien hebben? vroeg
de juffrouw, die dit getal nu blijk
baar goed verstaan had.
Ncc\ juffrouw, vijf! helderde
Pietersen op, zijn "vijf vingers opste
kende, vijf van tien cent!
O. zei de juffrouw, vijf van tien
cent.'
Precies! bevestigde Pietersen
en lende gelijkertijd den bewuste»
zilverbon op de toonbank-
De juffrouw borg den zllverbon in
d© lade en wilde juist- met klein zil
vergeld terug geven, toen zij een
ingeving kreeg en den zilverbon
weer te voorschijn haalde om hem
weer ter «lege te bekijken.
Nee. meneer, 7.ei de juffrouw, die
klaarblijkelijk beter gezichte- dan ge
hoororganen had, die is niet goed,
hoor!... dat is geen echte!
Kom, juffrouw, wat blief? vroeg
Pietersi' den bon weer opnemende.
Geen écht©?... Iloe komt. u er bij''
lk won. dat ik er 1000 stuks van had.
Nee, meneer, hield de juffrouw-
vol, da's vast peen echte, ten min
ste. ik 1Mb liever 'n andere.
O. met plezier! zei Pioterse. een
zllverbon van een gulden gevend,
mag ik dan vljftig^cents terug.
Die juffrouw was toch snugger
der dan jc dacht, merkte ik iachen-
de op, toen wij weer buiten waren.
Ik heb het je wel gezegd. Het uit
geven schijnt tori) nid zoo gemak
kelijk te gaan.
Nou ja, verontschuldigde Pie
tersen zich, dat ik nou juist twee
van die secure putters moest aan
treffen, maar ik raak hem vast
kwijt, dat beloof ik je... Wacht, hierl
Laten wii in dat café. in „Dc vergul
de Haan een glas hier drinken;
daar is hei nog at druk, daar zullen
ze er niet zoo op letten. Wij dronken
elk twee glazen bier, dat. naar om
standigheden vrij goed was, en toen
riep Pietersen: „Aannemen!haalde
zjjn portefeuille voor den dag, draai
de haar om en om, lag den zilver
bon voor den kellner, een en ander
wat, haastig, alsof hij plots weg
moeet en zei:
Alle vier, ja!
De keMiioi nam deu .ziL rbon op,
borg hem in een soortgelijke por
tefeuille als die van Pietersen en'
gaf toen zonder eenige bedenking
het te veel betaalde aan klein zil
vergeld terug.
Wij stapten onmiddellijk op en
nauwelijks waren wij op straat of
Pietersen sloeg mij mei uitbundige
vroolijkheid op den schouder en be
ton:
Nou, wat zeg ik je? Is-.ic fijn of
niet?.... Och m'n waarde vriend....
i Is gemakkelijk genoeg.... Zoen
ding raak je natuurlijk dadelijk
kwijt!
Nou, dadelijl: humde ik, 't is
maar louter toeval, geloof ik.... En
dan ik vind *t toch eigenlijk min
netjes om zoo'n kellner er in
laten vliegen. zoo'n man moet. in
hoofdzaak leve» van de fooien,
en
Die iieb ik em niet omhanden,
viel Pietersen in.
Nee, zei ik, dat mankeerde er
nog maar aan.
I Och, hij heeft er geen schade
van, hij geeft hem ook weer aan 'n
ander
Hoor eens Pietersen. sprak ik,
toen wij afscheid zonden nemen, :k
ben feitelijk dc aanleidende oorzaak
'van "deze affaire en ik kan T :..'t
hebben, dat die kellner daarvan de
dupe wordt. Ik ben overtuigd, «l i
het uitgeven van valsch' zilverbons
tot de mogelijkheden behoort,
maar wij zullen teruggaan en het
dien kellner zeggen. Ik wil met ple
zier de schade lijden.
Vrij kinderachtig! mopper.L
Pietersen, enfin, zooals je wilt....
Als je zoo klein van gemoed bcm.
De kelhi'.'V keek eenipszins 'vreenid,
toen hij ons zoo spoedig weer teri.lg
zag en nog vreerader, toen ik hom
vroeg of hij zijn zilverbons eens na
wilde zien, daar mijn vriend dacht
bij vergissing 'n valschen zilverbon
in betaling to hebben gegeven. On
middellijk bladerde de kellner in
zijn portefeuille en bekeek met au -
dacht de aanwezige zilverbons
«,f 2.50 doch hoe hij keek, of hoe h i
zocht, er was geen valsche in ;e
ontdekken.
„Had hij er soms weer oen uitge
geven?" veronderstelde ik. Nee»,
dat. had hij niet Na ons v«->trek h. 1
hij er nog geen ontvangen of uitmA >-
ven.
Nu dan konden wij er natuur
lijk ook niets aan doen en moest
mijn vriend PkLrs©n zLh toch ver
gist hebben.
Zie fe nou wel, zei Pietersen,
toen wij weer buiten war n, net zoo
als ik dacht.... die kellner is hem i
weer kwijt zonder dnt-ie er iets van
weet... zulke lui letten daar nu t
op
Daarop trok hij onwillekeurig
zijn portefeuille uit zijn borstzak.
draa5de haar om' en om en bekeek
weer den inhoud.
Plets bleef hij staar, en met «vrt
stevig woord vooraf, liet hij volfl-'"':
Wel, heb-ie nou ooit'-.. W.«: 'n
fefommiteit! Dat heb-ie nou van d:e
ronddraaiende portefeuilles
Sapristi!.... Dr vatsrhe züverbou E*
.©r nog in'Ik heb den vent r
goeie gegeven!
Sport en Wedstrijden
Cricket.
PROGRAMMA VOOR ZATERDAG
EN ZONDAG a.s.
Zaterdag-
2e klasse Noord, Haarlem: R- V-
11aV. R. A. II b.
Zondag.
Ie klasse, 's-Grav-.inlage: P. O. V.".
b—H. C. C., Haarlem: R. W. -P. O.
W. a.
VOETDAL. Zondag 8 September
a.s. ontvangt Haarlem op haar ter
rein aan den Schoterweg N". A. C.
uit Breda, to» hel spch-n van
vriendschappelijke» wedstrijd.
Feuilleton
32)
Mevrouw Knol schokt© wakker.
Wat is er?'k Schrik me 'n
aupl
Knol was wat haastig opgestaan,
sloeg asch van zijn vest, trok zijn
colbert recht
.De burgemeester de graaf
van Tienen wou die bij mij kom-
me? vroeg bij. twijfelend aan het
Koèd-vcrstaan-hebben.
Hij vraagt belet tegen drie uur,
vader, zei Jaantje op zenuwachtigcn
loon.
Wie is 't er? vroeg Knol, met
een hoofdwending naar dc voordeur.
De knecht, meneer.
Zoo sprak Knol, zoo
Jaat-ie dat vragen, of-t-ie mij sjireken
"iag nou Lucie zeg maar
an die vrijer, dat 't goed'ie.
Vadert riep Jaantje eensklaps en
als Knol verbaasd omkeek en Lucie
onwillekeurig slaan bleef. Zeg hei
niet zoo... z.op. dat u meneei met
«enojgen ontvangen zult...
Heb je 't. of krijg je 't? vroeg
Knol. z.iin doehterje half boos aan
ziende.
Ze het gelijkverdedigde de
moedeidie graaf kan voor mijn
part ook omwaaien, maar hij vraagt
't beleefd en dan mot ie beleefd ant
woord hebben!
Nou, sprak Knol tot Lucie,
draai jij d'r dan voor mijn pari maar
zoo'n krol an, mijn 'n biet.
Dat u meneer met genoegen zult
wachten, herhaalde Lucie.
Jazei Jaantje.
Lucie vertrok, maar ze was nauwe
lijks de deur uit, of Knol, die even
had nagedacht, vloog dc ridderzaal
uit en liep haar na.
Hé zei mevrouw Knol, die
juist weer begonnen was met knikke
bollen en opnieuw opschrok. wat
benne jullie toch zenuwachtig...!
Knol kwaru terug; een glimlach
glansde in zijn pientere oogen. Jaan
tje zag hem angstig aan.
'k Snap 'm we), sprak hij,
dat heer begint nattighed te voelen,
wil bij me an papjien. Maar nou zal
ik 8e nobele sjenteiman zijn, die fijn
tjes laat zien, dat-ie weet, hoe 't
hoort, 'k Heb laten zeggen, dat ik te
gen drie uur bij meneer de graaf zal
komen, hoeft meneer de graaf z'n
adellijke beenen niet te vermoeien,
hoeft r neer de gr.-mf z'n adellijke
boddie i.»t; in l huis van 11 prfif-a-
riër te wagen
Heb u dat zóó laten zeggen?
vroeg Jaantje.
Zoowat .^antwoordde Knol.
Maar dat 's onbeschoft! riep ze
uit met vlammende oogen.
Bankje, leg 't maar neer, maar
val d'r niet over, sprak. Knol. en
nou hou je je brutale mond, want als
je 't over onbeschoft heb, dan is
de manier, waarop jij tegen je va
der spreekt.
En Knol verliet mot een boos ge
zicht zijn vrouw en dochter.
Wat mankeert jou ineens? vroeg
mevrouw Knol, verbaasd, als 7© met
Jaantje alleen bleef.
Maar Jaantje hield een hand voor
haar oogen en tusschen haar vin
gers door, drupten de tranen.
Kom nou zei haar moeder,
en ze trok het meisje op haar schoot
en streelde haar. Mot je nou grie
nen Wees verstandig 7.00'n
groote meid zoo'n mooi prinses
je.
Inmiddels had Knol den Struvsen-
hof verlaten en slenterde hij lang
zaam met zijn handen in de /anken
naar Olmhoven. Hij was nog boos,
boos op Jaantje oni ha-ar tenvh:vij
zende opmerking. Ze zei wel eens
meer zoo iets. dcii Juafsten lij«). I.iet
hij inav'r over zijn kan: gaan. liv »m
ook al door die les:eji bij die dame
in Boekenburg: die leerde haar an
ders praten e» anders eten en an
ders zitten, wisi-ie vceL Maai- daar
had-io maling ;uui, dat vond-ie zelfs
we) goed. Hij en z'n vroYnv waren
nou eenmaal van gewone komaf, lap
ten al die Franpehe kunsten aan hun
zool. Maar Jaantje most een dame
worden en dan had zc die gokkigheic
noodig, dat wist-»© wel. Maar 't res
pect, voor d'r vader, do; most ze
houwen, daar gong niks vanaf. Zoo'n
boertje was-ie nou al lang niet meer.
Wie due-je wat! Die graaf voelde nat
tigheid. was al bang voor hem. Dat
had-ie nou van al zijn groozighcul,
mosi-ie bij hem «n dc bel komme han
gen en asjeblieft spelen en opzitten
en pootjes geven.
Ook goed zoo ben ik niet, as
zijlie dc vlag strijken, laat ik de mij
ne ook naar onder halen zei Knol
halfluid, terwijl hij «Ie oprijlaan van
I Olmhoven imvandelde-
Toch vooldi hij eensklaps een ze
kere beklemming.
Hij voclit er tegen, poogde ze weg
te redeneereh V>cn zich zelf
Oppassen niost-u-. Nou kwam-ie in
een kasteel h» een echte graaf- En
di<- zoil hem «laar es effen prolacrc»
van zijn stuk 1. Krengen in 'n praciit-
selon of 'n ridderzaal met gouwe stoe
len. 'n Graaf i» ook kroon, 'n
g.;.v*kroo»t dó v.' ©pyI'1-11.
Zou-dic lekker net doen, of-ie niks
mork. Dat zou tegenvallen! En 'n
knecht in livrei, die zou hem vel
voorgaan over geboende vloeren,
most-ie oppassen, dat-ie niet uitslib-
berde; zoo'n kerel met 'n witte staart
pruik op had-ie maling an. Lekker,
sansjen zou-dic d'r over aullebanen,
j«; die staartpruik zien verschrik
ken.
Daar was 't kasteel al
Knol humde, slikte iets weg. Ach
ter die gordijnen zaten ze te loeren
om te zien of ie afkwam, dat kon-je
zoo voelen.
Hij keek den anderen kant uit, liep
zoo, in vergissing, voorbij 't bordes,
vloekte halfluid van schrik om die
stommigheid, ging terug, besteeg met
loode voeten de trappen, belde.
Tjing-tjang, zei het daarbinnen.
Rare bei, afijn, kon-ie ook hebben.
Als "t daarom t© doen was. Noh'
Truitje deoS open.
Knol verschrok 'er haast van, had
al 'n gezicht getrokken voor een
staartpruik.
Zoo juffrouw meneer
thuis?
Ze liet hem binnen.
Wie mag ik zeggen, dat er is,
meneer?
Km". meneer Knol, antwoord
de hij. ven onthutst door die vraag.
1. hem in een klein katpcrlje.
gaf hud s'.c-d, dim ging zc weg.
Knol voelde zijn hgrl lichtelijk
bonzen. Keek toch opmerkzaam rond.
In dat kamertje kon ook geen blind
paard-scha doen. 'n Tafel met 'n oud
kleed er over en 'n vaasje d'r op, vier
ouwe stoelen en 'n wormstekig kastje
en 'n 6tuk of wat prenten in lijsten
aan den wand; '11 uitdrager gaf nog
éeen dertig gulden voor 1 lieeYc zaal
je.
Daar was de meid terug.
Wilt 11 me maar volgen, alstu
blieft?
Jawel, zei Knol.
Die meid wist d'r weetje wel, bad
net zoo wat over d'r als Lucie, maar
dit was al 'n ouwe.
Hij liep honr n;« over den gang-
looper. ze bleef staan voor 'n deur-
tikte, deed de deur open.
Knol trad binnen
De werkkamer van den graaf van
Tienen was zeer eenvoudig gemeubi
leerd. Er stond een ouderwetse!» ma
honiehouten cyllnderbureau, een
vierkante tafel mei een donkergroen
kleed er over, ec-n zestal eenvoudig-?
stoelen en een leeron crapaud. een
grooten boekenkast met glazen deu
ren en een breede kachel van wit
gelakt gietwerk; nan den wand hing
een oude vergeelde gravure van net
kasteel Olmhoven in de 17e eeuw, «en
wapenschild der van Tionens en wat
bruinvervveerde familieportretten in
dofgouden lijsfen. (Wordt vervoVd.)