RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. DE RIDDER KNOL e. 3£ï st® S. «3 wirrtL em JO 8Da,gyJb*]5.sBfc«£l DERDE BLAD ZATEKBAQ 31 Augustus IS18 Raadsels <Dez© raadsels zijn alle ingezonden 2oor jongens on meisjes, die „Voor Pna© Jeugd lozen. Do namen der kinderen, die mij vóór Woensdag middag 4 uur goede oplossingen zen- don, u-orden in het volgende niunmer bekend gemaakt.) Iedere maand uordeu onder de beste oplossers twee boeken in pracht band verloot. 1. Ingez. door Waterlelie.) Mijn eerste is een verkorte meisjes naam, mijn 2de is een boom en roti» geheel is een plaats in Duitscbland 2. 'Ingez. door Heliolrone.) Mijn. geheel is een spreekwoord van 27 letters of 5 woorden. 18, 25, 23, 21, 2. 7 is dè naam van 'een dag. 1. 3. 3. 8 is een duinbewoner. 10 11. 12, 4 is een huisdier. 10. 11. 45, 18, 19. 24. 22. 20 wordt geplakt. 17. 0. 20 ïa «en verblijfplaats voor vogels. 13. 15. 9 ia een kicedingsfcuk. 14, 16, 9 is onzichtbaar. 26. 23 is een voegwoord. 27 is de vierde letter van bet. alfa bel. 3. Ingea. door Assc-hepoester.) Wolk plaatsje in Zeeland wordt door verandering van (wee klinkers een plaats in Moord-Holland t 4. Ingez. door Pieter Mavitz.) Mijn 1ste ia niet knap. mijn 2de bevindt zich in stad' en doyp en mijn geheel kunt ge bezichtigen ir. Utrecht. 5. 1 Ingez. door Ganaebloèm.) Welk eiland van Nod. Oost-Indiö maak jo uit. onderstaande letters' O. s. m. o. a. b. 6. Ingez. door Zilverschoon.) Plaats in dezo 16 vakjes 1 m. 1 g. 3 I's, 2 r's. 3 e's, 2 a's, 2 d's. 2 i's ea van hoven naar beneden gelezen, moet ge krijgen in rii_ 1 iels. wat in dezep duren tijd onmisbaar isrij 2 do naam van een oud profeetrij 3 een muziekinstrumentrij 4 een spijs verteringsorgaan. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige veek zijn 1. Bakoe. 2. Oude Pekel a 3 Zuurkool. 4. Bok dok, hok, nok. rok. 5. Driebergen. 6 Spreken is zilver, zwijgen is goud - viig, perk, gins, een, reke nen. en. wilg. soOs, zoel. zeil, oud. Goede oplossingen ontvangen van Christina» de Wet. 6. Asschepoester 6, Dikkerd»© 6. Pietie T.abcur 6. Konijn tje 6 Mannotie 6. Telie 6. Doorn roosje 6, Sneeuwwitje 6, Roodkapje 6. Doi-a en Jopie Fabel 5, Theeroos 4, Klimop 4 Bloemeumeisie 6. Bloemen- feo 6. B'oempuklokio 6. Heliotrope 6. Germania 6. K'aproos 6. DnndeKou 6, Americain Bov 6. P. en B. v d. Boo gaard 6, Lydia 6, Ceriales G. Napo leon 6, D. A. P. den Hollander 5. Corrie den Hollander 5. Wim Spoor 6. Piet Spoor 6. Beb Sooor 6. Bleek neusje 6. Geldropje 6. Klein Elsje 5, Sneeuwprinses 5. Hortensia 6, Spirea 6. Cosimo 6, Tiekie 6. Piene 6. Avondster 3, Dik Trom 6. Rudolf Oschafz 6. Karei V 6. Willem Teil 6. Blodv Fok 6, llarmeu de. Vries 6. Freddy Dear 6, Soldaat 5. Billy Dear 6. Jasmijn 6. Krekeltje 6. Zwane bloem 6 Vrede 6, 1 .olietje van dalen 6. Meibloempjo 5. F. F. Gehl 6. Truitie Goud 6. Bnschviooltie 6. Jan- By Leeflang 5, Op 't kantje af 5, Ze- phir 6 Joost van den Vondel 5. 18. IS. 5i—23, 25, 26. 29-31, 37, 39, 41—47. 50, 53, 58. 61. 62, 65, 6772. Hi; geeft or naailemsclie blauwe IJfceo-beertjes of Nijver Ne der!.-plaatjes voor terug, 2 beertjes tegen 1 pi. of 1 pltegen 1 pi. De Wedstrijd. inzendingen ontvangen van DIKKERDJE, oud 8 jaar; ASSCHE- POEBTEK. oud 10 jaar; WATER NIMF. oud 13 jaarDOORNROOS JE. oud 14 jaar; LYDIA. MEI BLOEMPJE, oud 11 jaar; LELIE TJE VAN DALEN, oud 10 jaar NA POLEON oud 12 jaar; BEGONIA, oud 13'jaar; ZEPHIR. JOOST VAN DEN VONDEL, oud 13 jaar. Het geheim van Fik. (Verhaal voor de kleinsten! (Vervolg). „Een mooi dingie voor uw klein zoon". zei do boer. „Kijk nu eens goed, jongen, hoe da; zaakje in elkaar zit." Aandachtig keek Sam toe Nu mocln hij het ook probeoreu. Dat, ging fijn. Nooit, van zijn leven had hij zoo iets gezien. Grootvaders doel was be reikt. Dien ganschen dag vergat Sara liet sléchte weer. Het paard moest nu eens een sigarenkistje, dan weer oou voetenbankje of een stoof voorttrek ken. Ho;.ging wondermooi. Den vol genden vlag kwam bel. zonnetje weer to voorschijn en Sam hoopte maar, dat. liet, buiten gauw op mocht dro gen. want dan kon hij op het grint zijp bruintje laten steigeren. Groot vader bad niet kunnen denken, dat Sommetje zooveel schik in het paard zou hebben. Hij zou ev lieusch zijn bo- terham voor hébben laten staan. Hij nam zc-L? geen notitie van den klei ner. Fik. Met verbazing had Fik eerst naar hc: nieuwe speelgoed gekeken'en toen er zoo maai' leven in kwam, had «-bij een uitdagende houding aangeno men. Wou dat beest soms op hem afkomen? Nu, dan zou hij zich we ren. Hij liet.al vast zijn scherpe, witte tandjes zien en hoe dichter Bles .naderde, hoe meer Fik gromde. Iieel hooghartig was liet paardje Fik voor bij gestapt. Fik had heb. nagestaard m de grootste verbazing. Toon was hij mar-y in zijn inandjo gekropen. Wat ging hem dat vreemde beeet ook aan! Na een kort poosje dribbelde bij weer schier Sam. Hij hoorde immers I bij zijn baasje, Sam was echter nu niet zoo bijster op zijn gezelschap ge steld, want als Fik zoo voor hem liep, was er voor zijn paardje geon plaats. Hij wiluc juist harddraverijtje spelen. Maar wacht. Fik kon wel meedoen. Uit het schuurtje haalde Sam een touw. waaraan hij aan het eene eind het paard en aan het andere eind Fik vastbond Nu draven om bet hardst. Dat ging er van langs. Fik won. Nu eens zonder touw en op gelijken af- stand beginnen. Daar had Fik geen zin in en hij had ook juist het snuitje, van een koeohond door het tuinhek zien gluren. Hij ging liever op de' hondenjacht. Neen. Fik moeet. rooe-i doen voor Sam. Dan maar weer aan I het touw. Juist toen Fik veel bomba-1 rie tegen den kleinen keeshond stond te maken, werd hij door Sam gegre- j pen en werd' hij woer aan liet touw vastgebonden. Nu werd Fik echt boos. Hij gromde en bromde van belang. (Wordt vervolgd RullrabrleË A. BEU Z EK AMP. Klcverlaan 61. Bl'oemendaal, vraagt. 15 roode IJsco- beertjes in ruil voor 20 blauwe. EEN ONBEKENDE dank ik vrien delijk voor bonnen en plaatjes. MOSROOSJE. Kennemerstraat 42. vraagt wie een jcug hondje voor haar heeft BRAM MISSET. Lourcns Coster- straat 16, vraagt van Nijver Neder land de nre. 2, 3. 6—8. 10. 11. 13—16, Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG ZEEMAN, Bloeinliofstraat 5. In de bus gooien, zonder aan schellen i) Nieuweling is: HERMAN VIS SER oud 15 jaar, Hermansjausweg 8i. HELIOTROPE. Je raadsels kwa men de vorige week te laat, maar mogen toch nog meerekenen. Denk maar eens aan het spreekwoord: de aanhouder wint. MOSROOSJE. Bij mijn thuiskomst vond ik een stapel briever. en oplossingen ook die van jullie. Je ruil aanvraag zal ik plaat sen. Mijn dank voor je mooie kaart. DORA en JOPIE. Je raadsels mochten nog meetellen; ook die van BLODY FOCK, SOLDAAT, T.OU- RENS KOSTER en TRUITJE G. Is Truitje weer eens nuar Wijk aan Zee geweest? BOSCHBES. Wel be dankt voor je mooio kiek. Zit je nog in Hecrdc? En hebben de parides too ien goed gesmaakt? GERMANIA Mijn vriendelijken dank voor je kaart uit Utrecht MAARTEN LUTHER voor zijn Gerard Don en zijn kaart uit. Scheveningen, en MEIBLOEM PJE voor hel Panorama. GEL- DltOPJE. Ben jc mi! het opstel klaar gekomen? En heb je veel ge noegen in Amsterdam gehad.' MAARTEN LUTHER. Wat heb jij me lijvige epistels gestuurd. Het zijn echt aardig van je. Voor een jongen van jouw leeftijd is er heel wat be langrijks te aanschouwen in het Rijks-museum. Me dunkt, je was reeds moe toen het Artis-bezoek Le- heelc reisbeschrijvingen. Ik vond liet go». Maar dat was weer een atv dei soort genot, hè? En wat een heer lijk dagje was dat in Scheveningen! En ben je met de vriendjes nog naar Zand voort wezen loopen? ASSCHKPOESTER. Van harte gefe liciteerd met je verjaardag. En wat leuk. dat de mensehen voor je vlag gen. Ben je weer in orde? En hoe is het met zus? Jo opstel vond ik vol strekt niet kinderachtig. KONIJN TJE. Staan jullie boonen er good bij. Flink zoo. dat je in de vacantie geholpen hebt met. plukken. PIETJE L. Het doet me veel genoe gen, dat het boek zoo naar je 2in is. Als Maatje volhoudt, wint ze ook wel eens een prijs. LELIE. Je raadsels zijn goed. Hartelijk dank vóór jc ansicht. DOORNROOSJE. Ik vond het prettig weer iets van je te hooren. Waar ben je heen ge weest? Ben je nog naar Zandvcort geweest? ROODKAPJE. Jullie hebben in de vacantie flink gebruik gemaakt van den beenemvagen. FNEEWWITJE. Wat zijn er van 't jaar weinig bramen, hè! In hot Zuiden van Utrecht zijn massa's bramenstruiken, zonder bramen. GERMANIA. Ja, Wijk bij Duur stede viel me ook erg tegen. Het kasteel en de omgeving vond R lieel mooi. Doorn is prachtig, hé? Ik kan me begrijpen, dat je daar moest trappen. Iloe is het nu met de blauwe plek? Als ik tijd heb. vol doe ik aan je laats ten wensch. DANDELION en AMERICAIN BOY. Zon het ook kunnen gebeuren, dat jullie raadsels hebben ingestuurd, die een ander al voor je heeft in gezonden? A. B. Jt eerste vraag heb ik geplaatst. Maar jc tweede viaag om een geschiedenis-Album zul je moeten richten tot de firma, waar zoo'n Album verkrijgbaar is. LYDIA. Je hadt vergeten je naam hij je opstel te zetten. CERIALES. Je raadsel is goed. Wat typ je keu rig! NAPOLEON, Ik hoop maar, dat je spoedig weer zelf kunt schrijven. Jij boft anders maar met zulke goede secretarissen. CHRLSTI- AAN DE WET. Misschien lukt een andere wedstrijd beter. HEK MAN V. Daar ik uit de stad was, kwamen je raadsels pas deze week in mijn bezit. BOSCHVIOOLTJ E. Je raadsel is goed. F. F. G. Wat had jij een prettig dagje in Wijk aan Zee! MEIBLOEMPJE. Als jei verhaeftje öen prijs verdient, komt het. in do Rubriek t© staan. Wat een praclig postpapier heb jc gekrégon! LELIETJE VAN DA LEN. Gelukkig, dat je vriendin weer beter is. Je opstel vond lk heed aardig. ZWANEBLOEM. Nu hot weer zoo buiig is. kan ik me best voorstellen, dat. jc het op school zooveel gezelliger vindt. Ik hoop -met je, dat liet Zondag weer oens een zomersche dag is. JAS MIJN. Het deed me genoegen, dat jullie weer kwamen opdagen. Zijn jullie alle drie weer beter? Bij mij in huis kan ik het zingen niet. hoo ren, maar als 't Zondag good weer is, heb ik er graag een wandeling naar den Hout voor over. BILLY DEAR. Jij hebt, ook niet te klagen over een saaie vacantie. Je kunt nu ook - meepraten over Bpaansche Griep, 't Is wel eigenaardig, dat we na al onze genietingen tenslotte toch weer verlangen naar eigen haard. SOLDAAT. Hoe is het met broer? Wat heeft de dokter gezegd? FREDDY* DEAR. Ben je nu woer hoelemaal de oude? Een_ eigen be dacht verhaaltje mag natuurlijk ook voor opstel nieetcellen. Gezellig zeg, dat je nog een dagje met je vriendin bent uitgeweest, WILLEM TE1.L. Dus jij hebt je ook wel geamuseerd, lk had nooit geweten, waar Do SI roet ligt. Zijn vader, moeder en de broertjes weer beter? KAREI. V. Heb je het boek uit? En vind jc het slot net zoo mooi als het begin. Heet te die speeltuin in Leiden niet De Vink? Dat regendagje was nog zoo kwaad niet. DIK TROM. Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag. Jam mer, dat ik het niet eerder geweten heb. AVONDSTER. Jij benf, dus letterlijk uit Zwieren geweest. Leer nu maar weer flink op school TIEKIE en PIENE. Prettig, dat zus ook naar schoot kan gaan. Misschien gaan Jullie met October beiden wel over. COSIMO. Wat ben jii «en bereisd man geworden! Ik hoop. dat Zondag het zingen in den Hom. door mag gaan. HORTENSIA eil SPI REA. Dit Ui; jaartje nog maar eens extra je best di>,n. De zomer doe; nu een beetje raad, maar wc willen hopen, «ia: het zonnetje sp«-'< - dig in volle glom.- schijnen zal. Mis schien gaat dan morgen jc v.amle- llug naar Grocicndaal door. BEPP1E S. Nog wel bedankt v< ur Jïet beeldige potje en plantje. Ik ben er heel bl: me-- PIET S. Jij \v< piorgen wel weer naai Schevciiii gen, is 't niet? WIM S. Hoi gaat het or nu mee jongen? Is dc dokter nog bij je geweest? Jammer, dai ik je Woensdag niet zag. Ooi: we! be dank! voor de mooie Engelschc kaart. - - C. L. J. DEN H. No :k vind ook, dat je heel netjes gaat schrijven, Bevalt het weer goed op school? -D. A. P. DEN H. li; ben: al vlug bezag aan den Sint-Nico!aa>- wedstrijd. Utrecht is een eigenaard: ge stad. heel anders dan andere groot e steden. Die plantsoenen zijn eenig mooi. ÏANNY I, Al weer ae wend op school? Vind je liet nin heerlijk in een nieuwe klas? Dan is alles zoo nieuw, je boeken, je schrif ten en jc ijver. OP T KANTJE. AF. Wat ben jij tocli oen pechvogel. Je valt van den wal in do -loo!, li. hooji maar. als je dit leest, «la je weer klaar bent en misschien Maan dag naör school kunt gaan. ZE PHIR. Met je opstel w il ik nog wel een paar dagen geduld hebben. Haarlem, 31 Aug. 1918. Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN. Bloemhofstraat 5. Ce lalsehs Zllverbon Je moet mar.', ongelukkig wezen, lk heb toch' al zoo n hekel sar. die vLzc. onooglijke papiertjes, die we tegen woordig vau ieder, die ons iet« schul dig is. in handen krijgen en welke moeten dienen ter vervanging van de sedert 1914 schaarscb geworden rijks daalders en guldens. Maar Ua had ik, zoo waar, ©én vsliche ontvangen waar ©n op welk© manier was me ont gaan. doch op een gegeven oogenhlik Bemerkte ik. da», er tusschen mijn zilverbons een valsché zat en nog wel ©en groot f 2.50. - Nu jo hem zoo zag zitten tusschen de andereu. was het verschil met. de echten duidelijk t© bemerken, doch "bekeek j© hem afzonderlijk, zag je er 't vdscho niet. zoo dadelijk in Hij was in elk geval vrij goed nagemaakt, een penteekening of zoo ieis alleen in en kele details bleek de. onechtheid. Zoo warou de cijfers 2, 5 en 0 slordig neergezet, de rand was slecht afge werkt en de handteokening van Trriib leek naar niets. Neen, als j© er op !e'- ten wilde, moest de onechtheid aan ieder opvallen. Enfin, ik had er in elk geval een strop aan. Och ja. je' moet inaar pech hebber.1 j In deze onplezierige stemming kwaiu ik mijn vriend Pietersen regen ik wandelde een eindje met hem op en onder het loopen deelde ik hem na- J tuurlijk mede welk een schadepost je 1 ik had. i - Ochzei hijmet lachend geziekt dat beteeken: immers niets' Je hebt dal ding ontvangen zonder op de echt heid t© letten. Welnu, dan geef j© hem ook ^e©r uit alsof-ie echt was. dan ben j© hem toch zoo weer kwijt. Neem me niet; kwalijk, maar daar moet je toch slag van hebben, antwoordde ik. Ik voor mij. ik zie er geen kans toe. Ik weet 'zeker, dat het mii niet zon gelukken,.. Trou wens, ik zou het ook niet. willen, an deren or met opzet in te laten loo pen. Wees-toch wijzer!Een ieder ziet zoo'n ding dadelijk weer kwijt te raken als hij h«t. bij toeval ontvangt. Dat. is bovendien heelemaal geen kunst. 1 Nu geloof ik wel, dat als het iemand gelukt©, het- zeker wel Pietersen zou 1 zijli. lk kendo hem at sedert onna i Csgens-jaren en toen al was hij ver- zend driest in zijii optreden, soms j bij het brutale af. TIii had or bijzon- der slag van met een grooten mond j zijn argumenten krach; bij t& zei l en, j Hi! liet zich niet. gemakko';;k uit het - veld slaan en deed alsof lui van alle-' markten thuis was. Op de II. R S. was hij vrij zwakjes en zeer middel- matig in ontwikkeling, maar hij trachtte altijd zoodanig 'e antwoor- [den. dat hij met. ecu overvloed van; j woorden om dc zaak heen draaide en j ten slotte beweerde toch gelijk te hebben Werd hem bij de geschiedenis- les gevraagd te verklaren wanneer en onder welko omstandigheden de slag bij Nieuwpoori plaats had. dan ne- geerde hij de vraag en begon over een gedeelte, ecu zekér jaartal, waar hij toevallig wè! iet-, van uitte wei den. Dan begon hi.i - „In 1672 was bi|voorbceld de slag bij So'lbay toen werden dc gebroeders Johau en Cornelia de Witt door bel gepeupel in Don Haag vermoord", en zoo rammel de hij maar door, totdat, de leer aar kans zag er tusschen komen en zei: ,.'t Is genoeg, j© kun:, we! gaan zit ten V' Moest hij bij de les in wiskunde een vraagstuk oplossen, dan stapte bij met «ju geweldig aplomp op liet- bord aai:, nam. lacr gracieus het stuk krijt op. ïèekendc aan tal van lijnen ou l,o konplaatste reusachtig*? Je;- :ers 1 de hoekpunten en tien tegen ren am hij dan Int bewijs te v r- kJar'.r. door een stelling uit ,'t Ongc- rijmii* »>Als dit eens zóó was en da: was zóó', betoogde hij dar., waarop hij in minder dan geen tijd zoo vast zat, dat de Leraar er een eind aan maakte, door kort cji een voudig het. bewijs te leveren. „Ja. j.iis:zei hij dan. „precies mijn idee Als u mii had later, be gaan. v..* ik ook :ot die conclusie ge komen." Weet jc wat? vervolgde Pieter sen. geef m ij dien zilverbon!... Ik gc<! i. e: 6ón guGden vijftig 'cents voor. Dan is je sïrop niet zoo groot en dar verdien ik er nog een pop aan. lk ben hem zóó kwijt, dar zal jo zien! Top! zei ik. het. valschc papier tje overreikend, doe jij er dan maar race, wo jo goeddunk;. Ik wasch m'u handen in onschuld. Pi eters' ii betaalde mij een gulden en twee kwartjek en stak den zilv.-r- bor. boven eenigo anderen in ©en por-! tefeuilïc. die daarvoor blijkbaar ei- prc^eiijk gemaakt was. Ken je die zilverbon-boekjes vroeg hij. Nee' antwoordde ik. is daar iele bijzonders aan i Kijk' zei hij. de portefeuille openend, nou zijn de zilverbons sch- der der. kruisband, niet? Juist! bevestigde ik En nou. vervolgde hij. de por tefeuille dichtklappend, en aan de andere zijde weer openend, nou zitten zo onder dc rechte bandjes. O ja, zei ik, da'a aardig! Die in richting is. mij bekend. Kom' zei Pietersen. wij zull'n een trammetje pakken, dan neem ik de eerste steekproef. Wij stapten ie een tram. Pietersen sprak druk en beweeglijk over de route, dii we zoude» nemen, wees mij op ceuigo bezienswaardige punten tij dens d'i. dit, alsof ik een vreemdeling was, haalde toen ongemerkt de por tefeuille, voor den dag en gaf, stecd9 druk doorredeneerend, den conduc teur d:n valschen zilverbon en zei h:el argeloos. „Twee enkele, conducteur!'' De conducteur keck even strak op het papiertje, keerde het- om en om, verzette zijn pruim en zei toen Nee. meneer, daar kan 'k 't niet voor. doei: W;:l I vroeg Pittersén. een en al verbaziug. Waarom niet?... Omdat-ie zoo valsch is, ss 'n kat; antwoordde de conducteur. Valsch? vroeg Pietersen. met het nuchterste gezicht, van de wereld. Hoe kom je daaraan Och, méneer, lacht© de oonduc- teur, dat zien wij direk... Wij krijg© zoeven] van die dinge. hier' Pietersen kon niet anders doen, dan met. een anderen, een goeden zllverbon, te betalen, daar het te doorzichtig zon geweest zijn thans met kwartjes of dubbeltjes te vol doen. Tooi wij waren uitgestapt, maakt© ik de opmerking, dat de eerste proef al schitterend mislukt was. Och ja' zei Pietersen, die con ducteurs zijn nog al op der!ui kevie ven. Dat had ik moeten bedenken. Maar ga mee we" zullen sigaren koopen bij een juffrouw daar in dat. 7 ijst raatje, daar lukt het stellig. Heel achter in een dwarsstraatje LI eek een eenvoudig sigarenwinkel tje te zijn; daar stapte Pietersen bin nen en vroeg; Mag ik er vijf van. tien cent'? Van vier cent liebborf wij ze niet racer, antwoordde de juffrouw, die ietwat doof bleek te zijn. -- Ik tea van tien, juffrouw, ver duidelijkt© Pietersen, den nadruk leggende op tien! Moot u er tien hebben? vroeg de juffrouw, die dit getal nu blijk baar goed verstaan had. Ncc\ juffrouw, vijf! helderde Pietersen op, zijn "vijf vingers opste kende, vijf van tien cent! O. zei de juffrouw, vijf van tien cent.' Precies! bevestigde Pietersen en lende gelijkertijd den bewuste» zilverbon op de toonbank- De juffrouw borg den zllverbon in d© lade en wilde juist- met klein zil vergeld terug geven, toen zij een ingeving kreeg en den zilverbon weer te voorschijn haalde om hem weer ter «lege te bekijken. Nee. meneer, 7.ei de juffrouw, die klaarblijkelijk beter gezichte- dan ge hoororganen had, die is niet goed, hoor!... dat is geen echte! Kom, juffrouw, wat blief? vroeg Pietersi' den bon weer opnemende. Geen écht©?... Iloe komt. u er bij'' lk won. dat ik er 1000 stuks van had. Nee, meneer, hield de juffrouw- vol, da's vast peen echte, ten min ste. ik 1Mb liever 'n andere. O. met plezier! zei Pioterse. een zllverbon van een gulden gevend, mag ik dan vljftig^cents terug. Die juffrouw was toch snugger der dan jc dacht, merkte ik iachen- de op, toen wij weer buiten waren. Ik heb het je wel gezegd. Het uit geven schijnt tori) nid zoo gemak kelijk te gaan. Nou ja, verontschuldigde Pie tersen zich, dat ik nou juist twee van die secure putters moest aan treffen, maar ik raak hem vast kwijt, dat beloof ik je... Wacht, hierl Laten wii in dat café. in „Dc vergul de Haan een glas hier drinken; daar is hei nog at druk, daar zullen ze er niet zoo op letten. Wij dronken elk twee glazen bier, dat. naar om standigheden vrij goed was, en toen riep Pietersen: „Aannemen!haalde zjjn portefeuille voor den dag, draai de haar om en om, lag den zilver bon voor den kellner, een en ander wat, haastig, alsof hij plots weg moeet en zei: Alle vier, ja! De keMiioi nam deu .ziL rbon op, borg hem in een soortgelijke por tefeuille als die van Pietersen en' gaf toen zonder eenige bedenking het te veel betaalde aan klein zil vergeld terug. Wij stapten onmiddellijk op en nauwelijks waren wij op straat of Pietersen sloeg mij mei uitbundige vroolijkheid op den schouder en be ton: Nou, wat zeg ik je? Is-.ic fijn of niet?.... Och m'n waarde vriend.... i Is gemakkelijk genoeg.... Zoen ding raak je natuurlijk dadelijk kwijt! Nou, dadelijl: humde ik, 't is maar louter toeval, geloof ik.... En dan ik vind *t toch eigenlijk min netjes om zoo'n kellner er in laten vliegen. zoo'n man moet. in hoofdzaak leve» van de fooien, en Die iieb ik em niet omhanden, viel Pietersen in. Nee, zei ik, dat mankeerde er nog maar aan. I Och, hij heeft er geen schade van, hij geeft hem ook weer aan 'n ander Hoor eens Pietersen. sprak ik, toen wij afscheid zonden nemen, :k ben feitelijk dc aanleidende oorzaak 'van "deze affaire en ik kan T :..'t hebben, dat die kellner daarvan de dupe wordt. Ik ben overtuigd, «l i het uitgeven van valsch' zilverbons tot de mogelijkheden behoort, maar wij zullen teruggaan en het dien kellner zeggen. Ik wil met ple zier de schade lijden. Vrij kinderachtig! mopper.L Pietersen, enfin, zooals je wilt.... Als je zoo klein van gemoed bcm. De kelhi'.'V keek eenipszins 'vreenid, toen hij ons zoo spoedig weer teri.lg zag en nog vreerader, toen ik hom vroeg of hij zijn zilverbons eens na wilde zien, daar mijn vriend dacht bij vergissing 'n valschen zilverbon in betaling to hebben gegeven. On middellijk bladerde de kellner in zijn portefeuille en bekeek met au - dacht de aanwezige zilverbons «,f 2.50 doch hoe hij keek, of hoe h i zocht, er was geen valsche in ;e ontdekken. „Had hij er soms weer oen uitge geven?" veronderstelde ik. Nee», dat. had hij niet Na ons v«->trek h. 1 hij er nog geen ontvangen of uitmA >- ven. Nu dan konden wij er natuur lijk ook niets aan doen en moest mijn vriend PkLrs©n zLh toch ver gist hebben. Zie fe nou wel, zei Pietersen, toen wij weer buiten war n, net zoo als ik dacht.... die kellner is hem i weer kwijt zonder dnt-ie er iets van weet... zulke lui letten daar nu t op Daarop trok hij onwillekeurig zijn portefeuille uit zijn borstzak. draa5de haar om' en om en bekeek weer den inhoud. Plets bleef hij staar, en met «vrt stevig woord vooraf, liet hij volfl-'"': Wel, heb-ie nou ooit'-.. W.«: 'n fefommiteit! Dat heb-ie nou van d:e ronddraaiende portefeuilles Sapristi!.... Dr vatsrhe züverbou E* .©r nog in'Ik heb den vent r goeie gegeven! Sport en Wedstrijden Cricket. PROGRAMMA VOOR ZATERDAG EN ZONDAG a.s. Zaterdag- 2e klasse Noord, Haarlem: R- V- 11aV. R. A. II b. Zondag. Ie klasse, 's-Grav-.inlage: P. O. V.". b—H. C. C., Haarlem: R. W. -P. O. W. a. VOETDAL. Zondag 8 September a.s. ontvangt Haarlem op haar ter rein aan den Schoterweg N". A. C. uit Breda, to» hel spch-n van vriendschappelijke» wedstrijd. Feuilleton 32) Mevrouw Knol schokt© wakker. Wat is er?'k Schrik me 'n aupl Knol was wat haastig opgestaan, sloeg asch van zijn vest, trok zijn colbert recht .De burgemeester de graaf van Tienen wou die bij mij kom- me? vroeg bij. twijfelend aan het Koèd-vcrstaan-hebben. Hij vraagt belet tegen drie uur, vader, zei Jaantje op zenuwachtigcn loon. Wie is 't er? vroeg Knol, met een hoofdwending naar dc voordeur. De knecht, meneer. Zoo sprak Knol, zoo Jaat-ie dat vragen, of-t-ie mij sjireken "iag nou Lucie zeg maar an die vrijer, dat 't goed'ie. Vadert riep Jaantje eensklaps en als Knol verbaasd omkeek en Lucie onwillekeurig slaan bleef. Zeg hei niet zoo... z.op. dat u meneei met «enojgen ontvangen zult... Heb je 't. of krijg je 't? vroeg Knol. z.iin doehterje half boos aan ziende. Ze het gelijkverdedigde de moedeidie graaf kan voor mijn part ook omwaaien, maar hij vraagt 't beleefd en dan mot ie beleefd ant woord hebben! Nou, sprak Knol tot Lucie, draai jij d'r dan voor mijn pari maar zoo'n krol an, mijn 'n biet. Dat u meneer met genoegen zult wachten, herhaalde Lucie. Jazei Jaantje. Lucie vertrok, maar ze was nauwe lijks de deur uit, of Knol, die even had nagedacht, vloog dc ridderzaal uit en liep haar na. Hé zei mevrouw Knol, die juist weer begonnen was met knikke bollen en opnieuw opschrok. wat benne jullie toch zenuwachtig...! Knol kwaru terug; een glimlach glansde in zijn pientere oogen. Jaan tje zag hem angstig aan. 'k Snap 'm we), sprak hij, dat heer begint nattighed te voelen, wil bij me an papjien. Maar nou zal ik 8e nobele sjenteiman zijn, die fijn tjes laat zien, dat-ie weet, hoe 't hoort, 'k Heb laten zeggen, dat ik te gen drie uur bij meneer de graaf zal komen, hoeft meneer de graaf z'n adellijke beenen niet te vermoeien, hoeft r neer de gr.-mf z'n adellijke boddie i.»t; in l huis van 11 prfif-a- riër te wagen Heb u dat zóó laten zeggen? vroeg Jaantje. Zoowat .^antwoordde Knol. Maar dat 's onbeschoft! riep ze uit met vlammende oogen. Bankje, leg 't maar neer, maar val d'r niet over, sprak. Knol. en nou hou je je brutale mond, want als je 't over onbeschoft heb, dan is de manier, waarop jij tegen je va der spreekt. En Knol verliet mot een boos ge zicht zijn vrouw en dochter. Wat mankeert jou ineens? vroeg mevrouw Knol, verbaasd, als 7© met Jaantje alleen bleef. Maar Jaantje hield een hand voor haar oogen en tusschen haar vin gers door, drupten de tranen. Kom nou zei haar moeder, en ze trok het meisje op haar schoot en streelde haar. Mot je nou grie nen Wees verstandig 7.00'n groote meid zoo'n mooi prinses je. Inmiddels had Knol den Struvsen- hof verlaten en slenterde hij lang zaam met zijn handen in de /anken naar Olmhoven. Hij was nog boos, boos op Jaantje oni ha-ar tenvh:vij zende opmerking. Ze zei wel eens meer zoo iets. dcii Juafsten lij«). I.iet hij inav'r over zijn kan: gaan. liv »m ook al door die les:eji bij die dame in Boekenburg: die leerde haar an ders praten e» anders eten en an ders zitten, wisi-ie vceL Maai- daar had-io maling ;uui, dat vond-ie zelfs we) goed. Hij en z'n vroYnv waren nou eenmaal van gewone komaf, lap ten al die Franpehe kunsten aan hun zool. Maar Jaantje most een dame worden en dan had zc die gokkigheic noodig, dat wist-»© wel. Maar 't res pect, voor d'r vader, do; most ze houwen, daar gong niks vanaf. Zoo'n boertje was-ie nou al lang niet meer. Wie due-je wat! Die graaf voelde nat tigheid. was al bang voor hem. Dat had-ie nou van al zijn groozighcul, mosi-ie bij hem «n dc bel komme han gen en asjeblieft spelen en opzitten en pootjes geven. Ook goed zoo ben ik niet, as zijlie dc vlag strijken, laat ik de mij ne ook naar onder halen zei Knol halfluid, terwijl hij «Ie oprijlaan van I Olmhoven imvandelde- Toch vooldi hij eensklaps een ze kere beklemming. Hij voclit er tegen, poogde ze weg te redeneereh V>cn zich zelf Oppassen niost-u-. Nou kwam-ie in een kasteel h» een echte graaf- En di<- zoil hem «laar es effen prolacrc» van zijn stuk 1. Krengen in 'n praciit- selon of 'n ridderzaal met gouwe stoe len. 'n Graaf i» ook kroon, 'n g.;.v*kroo»t dó v.' ©pyI'1-11. Zou-dic lekker net doen, of-ie niks mork. Dat zou tegenvallen! En 'n knecht in livrei, die zou hem vel voorgaan over geboende vloeren, most-ie oppassen, dat-ie niet uitslib- berde; zoo'n kerel met 'n witte staart pruik op had-ie maling an. Lekker, sansjen zou-dic d'r over aullebanen, j«; die staartpruik zien verschrik ken. Daar was 't kasteel al Knol humde, slikte iets weg. Ach ter die gordijnen zaten ze te loeren om te zien of ie afkwam, dat kon-je zoo voelen. Hij keek den anderen kant uit, liep zoo, in vergissing, voorbij 't bordes, vloekte halfluid van schrik om die stommigheid, ging terug, besteeg met loode voeten de trappen, belde. Tjing-tjang, zei het daarbinnen. Rare bei, afijn, kon-ie ook hebben. Als "t daarom t© doen was. Noh' Truitje deoS open. Knol verschrok 'er haast van, had al 'n gezicht getrokken voor een staartpruik. Zoo juffrouw meneer thuis? Ze liet hem binnen. Wie mag ik zeggen, dat er is, meneer? Km". meneer Knol, antwoord de hij. ven onthutst door die vraag. 1. hem in een klein katpcrlje. gaf hud s'.c-d, dim ging zc weg. Knol voelde zijn hgrl lichtelijk bonzen. Keek toch opmerkzaam rond. In dat kamertje kon ook geen blind paard-scha doen. 'n Tafel met 'n oud kleed er over en 'n vaasje d'r op, vier ouwe stoelen en 'n wormstekig kastje en 'n 6tuk of wat prenten in lijsten aan den wand; '11 uitdrager gaf nog éeen dertig gulden voor 1 lieeYc zaal je. Daar was de meid terug. Wilt 11 me maar volgen, alstu blieft? Jawel, zei Knol. Die meid wist d'r weetje wel, bad net zoo wat over d'r als Lucie, maar dit was al 'n ouwe. Hij liep honr n;« over den gang- looper. ze bleef staan voor 'n deur- tikte, deed de deur open. Knol trad binnen De werkkamer van den graaf van Tienen was zeer eenvoudig gemeubi leerd. Er stond een ouderwetse!» ma honiehouten cyllnderbureau, een vierkante tafel mei een donkergroen kleed er over, ec-n zestal eenvoudig-? stoelen en een leeron crapaud. een grooten boekenkast met glazen deu ren en een breede kachel van wit gelakt gietwerk; nan den wand hing een oude vergeelde gravure van net kasteel Olmhoven in de 17e eeuw, «en wapenschild der van Tionens en wat bruinvervveerde familieportretten in dofgouden lijsfen. (Wordt vervoVd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 7