De Oorlog. or k\ iot veri HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 10 OCTOBER 1918 TWEEDE SLAD Wal Wilson van do Oentralen olsoht. 'I Leod dor vluohtollngon. Nog oen nota van Wilson In 't xloht. Turkije ook afvallig? Hieuwo suosoBBon dor Bntonle-legoro. De nota van Wllsen. In ons vorig nummer gaven we reeds een overzicht van den inhoud der nieuwe nota van Wilson aan Duitschland. Bovendien vermeldden wo den aanhef woordelijk. Omdat 't stuk evenwel van groot© beteekenia ia drukken wo hier nog de geheele nota af. „De onvoorwaardelijke aanneming door de tegenwoordige Duiteche regee ring en door een groote meerderheid vau den Duitschen Rijksdag van de voorwaarden door den president van de Ver. Staten van Amerika neerge legd in zijn boodschap aan het Con- fres van de Vereenigde Staten van 8 auuari 1918 6n in zijn daaropvolgen de boodschappen, geeft den president het recht tot eeoi openlijke en recht- utreekscke verklaring van zijn besluit ten opzichte van de mededeeliugen van de Duitsche regeèring op 5 en 12 October 1918. „Duidelijk moet worden begrepen, dat hot proces der ontruiming en de voorwaarden van eon wapenstilstand aangelegenheden zijn, welko moeten worden overgelaten aan hot. oordeel en den raad van de militaire advi seurs der regeering van do Vereenigde Staten en de geallieerde regeeringen, en de President voelt het als zijn Jlioht te zeggen dat geen schikking oor de regeering der Vereenigde Sta ten kan worden aanvaard, die niet absoluut bevredigende waarborgen en zekerheid biedt voor hot handhaven der tegenwoordige militaire suprema tie van de legers der Vereenigde Sta ten en van de geallieerden te velde. „Do president vertrouwt, dat hij veilig mag aannemen, dat dit ook het oordeel en het besluit der geallieer de regeeringen zal zijn. De president voelt, dat het ook zijn plicht is, hier aan too te voegen, dat noch de regee- ring der Vereenigde Staten, noch nij>- zelf geheel zeker er van zijn, dat de regeeringen waarmede do_ regeering van de Ver. Staten geassocieerd zijn, er in toestemmen, een wapenstilstand to overwegen, zoolang de gewapende strijdkrachten van Duitschland voort gaan, de onwettige en onmenschelijke practIjken toe te passen, waariu nog volharden. Te zefder tijd, dat de Duitsohe regering zich tot de regee- rliig der Vereenigde Sta ton wendde met vredesvoorstellen, waren de Duit sche duikbooten bezig, op zee passa giersschepen in den grond te boren en niet 8lleen de schepen, doch ook zelfs de booten, waarin de passagiers en de bemanningen rich in veiligheid zoch ten tê brengen, terwijl bij den tegen woordige gedwongen terugtocht uit Vlaanderen en Frankrijk de Duitsche legers een taktiek van roekolooze ver nieling toepassen, welke altijd be schouwd is en beschouwd zal worclen als ecu directe overtreding der wetten en usances van beschaafde oorlogvoe- ring. „Steden en dorpen worden zoo niet vernield, beroofd van alies wat zii be vatten. Dit geldt niet alleen voor wat er in de steden en dorpen zelf is, doch ook dikwijls van de inwoners zelf. Van do naties, die tegeu Duitschland1 verbonden zijn, kan men niet ver wachten, dat zij er in zullen toestem men, de wapenen te doen rusten, zoo lang er daden van onmenschelijkheid, plundering en verwoesting worden verricht, die rij juist met afschuw en ontstelde harten gadeslaan. Ten einde geen mogelijkheid van misverstand te laten bestaan, is het noodzakelijk dat de president zeer plechtig de aandacht der regeering van Duitschland vestigt op do uewoordingen en de duidelijke bedoeling van een der vredesvoor waarden, welke de Duitsche regee- ring thans heeft aangenomen. Deze voorwaarde is vervat in de boodschap, welke de president op 4 Juli j.l. op Mount Venion heelt verkondigd. Zij luidt als volgt„De vernietiging van iedere willekeurige macht, waar ter wereld ook, welke op eigen gelegen heid, in hèt geheim en volgens haar eigen verkiezing, den wereldvrede kan verstoren en zoo deze thans niet kan worden vernietigd, dan moet zij ten minste tot feitelijke onmacht worden gxioeind. De macht, die tot nu toé de uiteche natie heeft beheerscht, is er een van den aard, zooais hier om schreven. liet staat ter keuze van de Duitsche natie, daarin verandering te breugen." Do zooeven aangehaalde woorden van den president vormen een natuur lijke voorwaarde, weike aan den vrede moet voorafgaan,- indien de vrede door het optreden van het Duiteche volk zelf wil tot stand komen. De president voolt rich verplicht te zeg gen, dat de geheele vredeaactie volgens zijn meening zal afhangen van de be slistheid en het bevredigende karak ter der waarborgen, die ten opzichte van dit fundamenteel© punt kunnen worden gegeven. Hot is noodzakelijk, 1 dit do tegen Duitschland geassocieer de regeonugen vóór alles moeten we ten, met wien zij onderhandelen." De nota is 'geteekend door den Staatssecretaris Lansing. Uit ons vorig nummer kennen onze lezers de nieuwe elschen van presi dent Wilson. (Woordelijk vindt men de geheele nota nog in dit nummer). De Duitschers moeten er aan ge looven, dat alleen de bevel- hebber8 der Enlente-le- gers de voorwaarden en de regeling vaststellen voor de ontruiming van Noor d-F rankrijk on België Hindenburg en Ludendorff zullen zich dus tot Foch moeten wenden. Wilson rekent er op, dat Foch zulke voorwaarden zal stellen, dat 't zonder twijfel ie, "dat de Entente-legers na het terugtrekken der Duitschers hun tegenwoordig militair overwicht be houden. Over den mogelijken inhoud van Foch's voorwaarden gaven we reeds in ons vorig nummer beschouwingen. We vroegen: Moeten de Duitschers een deel van hun leger ontwapenen of laten Interneeren? Een deel van hun oorlogsmateriaal achterlaten? Een Engelsch blad opperde 't denk beeld, dat de Duitschers de vestingen Metz en Straatsburg als pand in han den der geallieerden zullen geven. We stelden reeds de vraag of Duitschland door d e n nood g e d w o n g o n zal zijn op deze nieu we voorwaarde in te gaan. Alleen als 't geen anderen uitweg ziet, zal Duitschland dit doen. Maar nu na Bulgarije, ook Turkije dreigt af te vallen... Maar Wilson eischt nog meer. Duitschland moet onmiddellijk alle wreedheden te land en ter zee staken. Dus-geen d u 1 k b o o t o o r 1 o g meer tegen passag Iers- en koopvaardijschepen, Dan: geen wreedheden en verwoes- tingen meer in 't bezette gebied tij dens den huldigen terugtocht Dit is dus ook «en eisch die de Duitschers onmiddellij k moe ten aanvaarden, anders staakt Wil- son blijkbaar het verder praten. Zeker is, dat er thans veel door de burger-bevolking van Noord-Frank rijk en België geleden wordt Uit angst voor hun leven verlaten de burgers de plaatsen die in de ge- vechtszóne liggen. Do Duitschers zijn j j bij hun terugtocht niet gesteld op de honderdduizende vluchtelingen, want zij versperren de wegen voor de mi- titairen. Daarom willen «ij de vluchtelingen nu naar den kant der Entente-legers opdrijven, niaar de geallieerden malven daartegen be zwaar. Dit moet de krijgsbedrijven zeer belemmeren, want door den vluchte- i lingenstroom zouden de Entente-le- gers niet kunnen oprukken, waardoor de Duitschers gelegenheid zouden krijgen, om zonder verliezen achter uit te trekken. Er komt nu bericht, dat toch 100.000 vluchtelingen naar Nederland zullen worden doorgelaten. Dit is evenwel slechts een klein deel. Intussclien blijkt wel, dat de Duit schers op den terugtocht veel ver woesten. De Fransche regeering maakt o.a. bekend, dat zij in de mijn- gebieden van Lens zooveel vernield hebben, dat de mijnen eerst weer over j twee jaar zullen rendeerèn. Ten slotte nog: de autocratie in Duitschland moet heengaan. Dat er al veel in Duitschland 'ver anderd is blijkt wel uit 't artikel van de Leipziger Volkszcitung, die een scherpen aanval op keizer Wilhelm opnam (zie ons vorig nummer). Dat zou enkele weken geleden niet ge- beurd zijn Keizer Wilhelm openlijk aangemaand om afstand, te doen van den troon. Do Engelsche en Amerikaansche bla den betoogen, dat in Wilson's nota gelezen moet worden, dat de Duit sohe Koizer en zijn aanhan gers van deregeermaoht ontzet moeten worden. De Rotterdamsche correspondent van de „Daily Telegraph" meldt, dat de aanstaande afstand van den kei zer thans openlijk in Duitschand v.ordfc besproken en dat het Duitsche volk e volkomen gelijkmoedig onder bdljft. De „Westminster Gazette" zeg daaromtrent nog „Het zou ons ooi verbazen als het anders was. Geen volk dat achting voor zichzelf beeft en vrij wil zijn, kan in de positie, waarin het Duiteche volk thans ver keert, dulden dat de man of de man nen, die het zooveel rampen hebben berokkend, hun macht behouden. Wij verwachten eiken dag te hooren, dat het Duiteche volk schoon schip heeft gemaakt. Dat zou het ware be wijs zijn van zijn oprechtheid en wij zouden kunnen onderhandelen on over leggen met een volk, dat ons dezen waarborg geeft van zjjn eerlijkheid en vermogen om voor zichzelf te han delen. Wij zouden echtor nooit een volk kunnen vertrouwen, dat na deze ervaringen nog niet bij machte of on- Ivillig was om zich te bevrijden van een hopeloos te schande gemaakte tyrannie.'' De „Pali Mall Gazette" verklaart, dat alle Duiteche soldaten of burgers overtuigd zijn van de noodzake.ijk- heid om" den keizer, de generaais en de geheele Pruisische hiërarchie te offeren om aan het algemeen verlan gen te gemoet te komen. Alle overige invloeden, welke den val van het koiserisme zullen veroorzaken, zullen versterkt worden door het bewustzijn in alle gemoedoren, dat de oorlog zpo lang zal duren als de Hohenzollenis en hun regiem. Op den partijdag der Beiersche so ciaal-democraten heeft de Rijksdagaf gevaardigde Herman Muller 't denk beeld bepleit om in Duitschland een staatsrechtbank in te stellen om de schuld vast te stellen van en een oor deel uit, te spreken over al degenen, die vroegere vredesacties deden mis lukken en voor het ongelukkig einde van den oorlog en de offers, die de Duiteche bevolking gedurende en na den oorlog moet brengen, verantwoor delijk zijn. Van dit onderzoek mag geen enkele persoonlijkheid, hoe hoog deze ook geplaatst is, worden uitge zonderd zoo zei dit Rijksdaglid. Uit Londen en Rome wordt geeeind, dat 't zeker is. dat do andere Entent o-regeerders 't go- heel met Wilaoneens Denieu weeisohenvan Wil son vinden volle inste m- m i n g. Uit Londen wordt o.a. gemeld, d&t de Britsche regeering tegen een wa penstilstand Is, als deze niet onder strenge voorwaarden gesloten wordt. De Engelsche minister-president ontving dezer dagen uit alle deelen van het land honderden telegram men, waarin bij de regeering er op wordt aangedrongen „standvastig te blijven en te volharden bij den eisch van onvoorwaardelijke overgave". Deze telegrammen waren afkomstig van particulieren en van vereenigin- gen, van mannen van zaken en van geestelijken. De „Evening Standart" betreurt, ,dat er in de nota van Wilson niet ge sproken wordt over de bestraffingen voor de vernielingen en wreedheden, wolke door de Duitsche misdadigers begaan zijn.'' De „Gobe" oordeelt, in verband met een v.-a pens tile tand, dat het zeker is dat Foch, Haig en Pershing met niet minder tevreden zullen zijn dan de bezetting van Metz. Straateburg en Mainz. Misschien ook eiscben zij, dat een groot aantal Duitsclre troepen die thans in Frankrijk zijn, hun wapens en ander wapeumateriaal zullen over geven. Mogelijk wordt ook geèischt, de bezetting van Helgoland, het kanaal van Kiel, de uitlevering der Duiteche vloot, inolusief alle duikbooten. De Fransche pers betoogt, dat t doe] van de Duiteche vredesmanoeuvre blijkbaar is 't Duiteche leger te red den, om later op een gunstiger ter rein den strijd te hervatten, die thans onmogelijk kan worden volgehouden. ,,De zegevierende geallieerden zijn be kend met dit plan, weshalve zij ©sn volledige capitulatie van Duitschland eischen, zijnde do eenige grondslag voor een duurzamen vrede. Van de Duitsche bladen is op (lit moment alleen nog slechts 't oordeel van de Kolnische Zeitung bekend. Dit blad merkt o.a. op: „De eerste indruk, dien het ant woord maakt, is, dat Wilson geen recht laat wedervaren aan de rol van scheidsrechter in do groote worste ling, in den zin zooals hij zich in zijn redevoering en in zijn vragen aan de Duitsche regeering heeft uitgelaten. Inderdaad maakt Wilson de eischen van de Entente-pers tot de zijne en spreekt, geheel volgens het concept dor Fransche pers, van onmensche lijke handelingen der Duitschers bij hun oorlogvoering to land en ter zee, zonder kennip te nemen van, laat staan recht te doen wedervaren, aan het betoog der Duitsche legerleiding, dat de dorpen en Bteden in het oor logsgebied door Engelsche en Fran- sche granaten worden vernield. O NIEUWPOORT N - X X X DIXMUIDBN BRUGGE 8 TORHOUT ROESSBLABRB X-| r 9 KORTRIJK ~h V- ■/- MBBNSN avontuurlijke ontsnapping uit de vesting Maagdeburg in Februari 1.1. men zich misschien nog herinnert-, wordt volgens de Fransen© bladen •weder vermist. Nader wordt gemeld, dat Garros gesneuveld is. DE HOUDING VAN AMERIKA. President Wilson relde in den loop eener aanbeveling tot overteekening in de Vrijheidslesning o.a.: „Thans te aarzelen of te verslappen zou de nederlaag beteekenen nu de overwinning ln zicht is, het zou ja ren oorlog beteekenen in plaats van een vrede op onze eigen voorwaar den". Amerika gaat voort met 't zenden van troepen, 't Voornemen ia om elke maand tot aan den vrede 250.000 man te sturen. Stsdsnlenws ARMENTIèRES mm mm mm front Zondag. XXX front heden „Een zoo eenzijdig oordeel verstoort het vertrouwen, dat Wilson ook bij een groot deel van het Duitsche volk door zijn idealistische woorden en voorstellingen over den wereldvrede had weten te wekken. „Tevens wti president Wilson klaar blijkelijk geen beslissing nemen om trent de waarborgen, als toegestaan moeten worden en welker vaststel ling de taak eener gemengde com missie zou zijn, gelijk de Duitsche regeering dit had voorgesteld. „Uok bij de derde vraag geeft liij zijn wil en meening onduidelijk te kennen en hij toont door zijn uitlatin gen, hoe slecht hij op de hoogte is gebracht van de gebeurtenissen der laatste veertien dagen, want die tijd heeft het Duitsche njk in een staat van vrijzinnige democratie gebrucht, zooals ook de autocratische constitu tie der Vereenigde Staten die niet kent. Reeds nu is de afschaffing van paragraaf 11 der rijksconstitutio dooi den bondsraad goedgekeurd. Voorzoover de tekst bekend is ge worden, zal Wilsons nota in alle rich tingen door den Rijksdag worden on derzocht en men mag aannemen, dal thansde Duitsche regee ring harerzijds eenige vragen aan den heer Wi I- sou zal stellen en hem zal verzoeken, eindelijk'd ui- del ij k te zeggen, wat hij e 1 g e n I ij k wil. „De hoop, dat onderhandelingen met dozen "uian den vrede nader zul len brengen, is na de jongste uitlatin gen eenige punten gedaald". Duitschland zal dus opnieuw inlich tingen aan Wilson vragen. Bovendien is er nogeen nieuwfe nota van Wilson in 't zicht, want hij heeft medegedeeld, dat hij op de nota van Oostennjk-Hongarije afzonderlijk zal antwoorden. Nader blijkt, dat de Turksche nota aan de Vereenigde Staten, waarin om vredesonderhandelingen en een alge- meenen wapenstilstand gevraagd wordt (zie ons vorig nummer) bedoeld is als steun voor de desbetreffende nota'B van Duitschland en Oostenrljk- Hongarije, die in 't begin der vorige week verzonden zijn. Turkije komt wel met de nachtschuit. 't Turksche verzoek beteekent dus (nog) niet, dat Turkije op een afzon derlijken vrede wil aansturen. Maar nu verzekert de Evening News, dat de geallieerden bijzondere aandacht zullen wijden aan dit Turk sche verzoek. Amerika heeft de nota reeds aan de Engelsche regeering overgeseind. Maar Engelandzal do onvoorwaardelijke overgave van Turkije eischen. Te Londen vor- wacht men intusschen dat Turkije dezen eisch zal aannemen. Aan de fronten behaalden de En tente-legere weer veel beteekenende successen. Uit ons kaartje blijkt welke ter reinwinst de Entente-legers bij 't nieu we offensief in Vlaanderen behaald hebben. Nu hebben de geallieerden ook al Meenen b e z e t e n z ij n op2 mijl afstandvan Kortrijk gekomen. De terreinwinst strekt zich vooral in Oostelijke richting uit Op 't front ten N. van Dixmuiden trachten de Duitschers blijkbaar zooveel mogelijk stand te houden, om de gelegenheid te hebben, hun materiaal uit Ostende en Zeebrugge weg te voeren. De Entente-legers zijn evenwel reeds dicht bij den spoorweg Thorhout— Thielt—Gent gekomen, welke lijn het Duiteche front bedient Als dc Duitschers deze lijn moeten missen wordt hun positie al weer moeilijker. De spoorweg Thorhout—Rijssel ligt reeds onder liet vuur der geallieer den. De Entente-legere maakten bij dit nieuwe offensief in Vlaanderen reeds 8000 Duitschers gevangen. De buit is ook groot Achter de Duitsche linies worden talrijke branden gerapporteerd, o.a. te Lichtervelde, Meenen en Thielt, Kortrijk, een der belangrijkste Bel gische spoorwegknooppunten zal niet lang meer in 't bezit dor Duitschers zijn. Bovendien komen Rijssel, Roubaix en Tourcoing geheel in een front-in ham te liggen, zoodat het bezit diér plaatsen voor de Duitschers ook wel niet heel lang meer zal duren. De Telegraaf-correspondent verze kert, dat elkelOminuteneen trein metDuitsch materi aal uit de Belgischekust- slreek naar Duitschland r ij d L De Entente-vliegers doen geregeld luchtaanvallen op de Belgische kust. De Franschen maakten nieuwe vor deringen aan de Serre. Zij namen Re ntier. Barenton-Cel en Monceau le Wast; ten Westen van Rethel werd ook Granteuil-sur-Atene genomen. Ten Westen van Grandpré maakten de Franschen bovendien vorderingen aan den overkant van de Aisne. Olizy en Term es werden genomen. 800 Duit schers zijn gevangen genomen. In Albanië hebben de Ita lianen Durazzo (de belangrijk ste havenplaats van Albanië) bezet. De centralen bieden op 't front in Albanië en Servië slechts weinig tegenstand. Ooet-MacJ ontruimd, is nu door Grieksche legers bezet. De Servisch© premier hield te Lou den een rede, waarin hij o.a. zei, dat SerVië voor de vrijheid en de veree- nigiiig van alle S" Slowenen strijdt. Vorsprold nieuwe GARROS, de bekende Fransche vlieger, de eerste die per vliegtuig de Miadellandsche Zee overstak en wiens Onze Laehhosk - Hebt u ooit naar den dood verlangd? vroeg een vervelend, sen timenteel jongmensch aan een •meisje, wie hij het hof trachtte ie maken. Wiens 'dood? vroeg zij, .onschul dig. Het Tooneei Tournée de Comédïe Frang. ais e. „L a R i v a- I e" de H. Kisternaekers. „Men bouwt zijn geluk niet op het ongeluk van anderen'1 spreekt Max Péral ln de gedaante van Pante- croyx, den sulligen huisvriend van den hoofdpersoon, een figuur zooals wij ze meer ln de moderne Fransche stukken vinden. Aan zulk een ietwat sulligen, ietwat lachwekkenden vriend draagt de schrijver van het stuk dan gewoonlijk de taak op van vertrouwde en dikwijls van bemidde laar in een of ander conflict Zoo ook Kisternaekers in „La Rivale". And ré Bizeux ondervindt de waar heid van bovenstaand citaat, dat zijn vriend liem veorhoudt, niet- tor waar schuwing, want we zijn dan al in de 4de acte en de handeling is afgeloo- pen, inaar als een andere vorm voor: „je hebt je verdiende loon". Kisternaekers, de man van de hevige conflicten,, heeft hier niet, zoo als in „rinstinct"' hei uiterlijk con flict belangwekkend gemaakt door hst zielsconflict, dat er aan ten grond slag ligt, hij deed ons van dat ziels conflict al te weinig mede beleven en zijn hoofdfiguur werd n iet tot een belangwekkend mensch. Wat hij schildert is de reeds vaak geschilderde strijd van den kunste naar, wiens liefde uitgaat naar twee verschillende vrouwen, die eik een deel van zijn liefdesverlangen in hun .persoon bevredigen. Meestal is dan aan de vrouw, die 't laatst van de twee in het leven van den kunstenaar verschijnt, dc gestal te gegeven van zijn muze, die hem tot nieuw schoon werk bezielt; Kiste rnaekers echter maakt van de e'èr- ste, de wettige vrouw de bezielende kracht; als zij vreest haar man te ver hezen, zoekt zij hem terug te winnen door een beroep te doen op de liefde voor zijn kunst; als hij later, gebro ken, bij haar terugkomt, erkent hij," zonder haar onmachtig tot werken te zijn geweest. Van deze vrouw Jane heeft de schrij ver wel een sterk levend en voelend mensch gemaakt en Blanche Dervai" gaf haai- met warmte en vol expres sie weer; de tweede vrouwenfiguur werd door haar geestelijken vader zeer stiefvaderlijk met menschelijk held bedeeld en maakte naast de an dere een pover figuur. Hadden wij hier niet het ingehou den, bekoorlijke spel van May France te bewonderen gehad, dan zou Simo- ne geen zweem van sympathie in ons gewekt hebben. Het programma vermeldde, dat deze actrice als gast haar medewerking verleende; wij ho pen haar vaker te zién optreden. Henri de Névry spande zich in om den kunstenaar leven Ln te blazen; hij zeide de holle frasen, die de schrij ver den man op menige -plaats in den mond legt, met zooveel verve en overtuiging, dat wij bijna in de fi guur als mensch gingen gelooven, maar over dat b ij n a kwamen wij toch niet heen, waarvan de schuld bij den schrijver ligt Als altijd bij dit gezelschap viel het vlotte samen- spel en de rolvastheid te loven; ook do zorg, die zelfs aan het. kleinste bij rolletje wordt besteed. De rnise-en-scène van liet beeldhou wers-atelier was niet gelukkig; het leek meer een salon, waarin een paar beelden te pronk stonden; nergens was een rustig hoekje. Ook hinderde hst opzettelijke, waarmee de leege stoel midden op het tooneei scheen te wachten op de bezwijming van Si- mone; zoodra het scherm openging schoot de gedachte in ons op: „in dien stoel moet straks iets gebeuren!" Jammer voor het ijverige gezel- l- e u i 11 eto n naar het Engelsch van CHARLES ÜARV1CE. 25) Lieve hemel! riep Vane uit. .We worden in aile statie opgewacht. Al do bedienden 6taan in de hal op gesteld. Wat een bezoekingl Een kort, dik mannetje kwam haas tig de stoep af met den hoogen hoed in de hand, het gelaat rood van op- Winding. Dat is Holland, zei Vane. Hij schijnt wat zenuwachtig. Meneer Holland duwde den livrei- knecht op zij en opende zelf het por tier van de auto. Goeden morgen, mylord, welkom op Lesborough Court. Ik heb gisteren een telegram van meneer Tressider ontvangen, dat u komen zou, en ik SSL nHn -best gedaan alles zooveel mogelijk in gereedheid te brengen. vano schudde den rentmeester de ïr«n«en.j6tf,IdeJhem 6011 Julian voor. whlL dezen centeszins de p™ e ann" j ad venvacht, dat de graaf alleen zou komen. Hi| boog echter beleefd en heette ook Shere welkom. Daarop ging hij hen voor, de bree- de stoep op waar aan weerszijden heraldieke steenen draken lagen, die ook in liet wapen der Lesboroughs voorkwamen en tusschen de twee rijen bedienden door, die hun meester in koor verwelkomden. Vane, die een afschuw had van al les, wat op vertoon geleek, bromde iets ten antwoord en knikte vluchu- maar Julian lachte allen vriendelijk toe en stol reeds in dat oogenblik de harten van al de vrouwelijke be dienden. Pra,ncc, de bottelier, kwam uit de rij naar voren en boog plechtstatig. De lunch is gereed, mylord, zei hij, zoodra u wilt, kan er opge diend worden. Zoo, hoe maak je het, Prance? zei Vane den man de hand reikend. Ik ben blij je te zien. Ik ben ook heel blij u te zien, mylord, antwoordde Prance met een mengeling van ontzag en waardig heid, die werkelijk indrukwekkend was. En daar hebben we Juffrouw Field ook, zei Vane naar de oude huishoudster toegaande>. Ik ben ook heel blij u weer terug te zien, juf frouw Field. De lunch is dus klaar, dat treft. Even onze handen was- pchen en dan zijn wij ook klaar. Hebt u geen valet meegebracht, mylord? vroeg Prance. Neen, ik heb er nog geen. Ik heb heelemaal vergeten er voor te zorgen. Dat is te begrijpen, mylord. U zult het wel druk gehad hebben, maar als u het goed vindt, zou Fenton, de valet van uw oom wel bij u in dienst willen. Hij is hier nog. Heel goed, Prance, zei Vane, dat lijkt mij het beste. Hij stak zijn arm door dien van Julian, die ondertusschen de hal eens goed opgenomen had, en ging met hem de trap op. Fenton volgde en opende de deur van de kamer van den overleden graaf. Wou je mij hier hebben? vroeg Vane, heel goed, maar welke ka mer ben je van plan aan meneer Shere te geven? Is de groote logeer kamer ln orde? Zeker, mylord. De kamer wa6 dicht bij die van Vane. Ga maar gauw naar binnen, zei deze, zijn neef een vrlendachap- felijk duwtje in den rug gevend. laast je wat. Ik heb ergen honger en mot jou zal dat ook wel het geval zijn. Fenton, zorg JIJ maar voor me neer Shere, ik kan mijzelf wel hel pen. Fenton vertrok geen spier, zooals het een goed afgerichten knecht be- taamt en volgde Julian, die eenige flauwe tegenwerpingen maakte, naar binnen. Vane liep de kamer rond, waarin zoovele Lesboroughs geslapen had den en gestorven waren en keek toen door een der vensters naar bulten. Voor hem strekte zich het groote terras uit met zijn prachtige marme ren beelden. Aan den voet er van la gen de goed onderhouden tuinen en grasvelden en daarachter het park. In de verte zag hij de heuvels, en een blauwe lijn aan den horizon duidde aan, waar de zee lag. De gedachte aan de zee bracht hem het eiland weer in herinnering en Nina, zijn vrouw. O, als Nina hem toch maar had leeren liefhebben inplaats van hem zoozeer te vreezen, dat zij liever haar leven had gewaagd, dan alleen met hem te blijven. Hoe anders zouden dan zijn bezittingen hem hebben toe geschenen, en hoe heerlijk zou he. geweest zijn alles met haar te doe len! Een knecht bracht zijn handkoffer binnen en stoorde zijn gedachten- gang. Hij wendde zich van het ven ster af, frischte zich wat op en ging naar beneden. Julian stond hem reeds in de hal te wachten on Vane, die zijn best deed om zoo opgewekt mogelijk te schijnen, ging hem voor naar de eet kamer, een vertrek zoo groot, dat het beter eetzaal kon genoemd worden. Vane verzocht zijn neef tegenover hem te gaan zitten en plaatste meneer Holland aan zijn rechterhand. Pran ce en twee knechts bedienden. Meneer Holland was nog een en al opgewondenheid. Ik hoop, dat u en meneer Shere lang zullen blijven, mylord, zei hij. Dezen keer denk ik niet, meneer Holland, zei Vane, een paar dagen misschien. O, ik had zoo'n hoop, dat u hier voor goed kwam wonen, mylord. Iedereen verwacht het, geloof ik. We zullen zien, meneer Holland, wie weet wat lk nog doe, zei Vane lachend. U hebt zooveel gereisd, dat het u eerst wel vreemd zal vallen. Maar, mylord, wat moet dat toch vreeselijk geweest zijn, toen de boot verging. Ja, ja, zoi Vane, toen liet bij er haastig op volgen: de wijn is de zelfde, geloof ik, dien ik bij jou ge dronken heb, Julian. Ja, zei deze, het is hetzelfde merk. Lord Fanworthy heeft mij ver zocht hem dadelijk bericht te zenden, als u er was, mylord, ging meneer Holland voort, Vane knikte. Lord Fanworthy van The Grange, legde hij Julian uit. Hij is onze naaste buurman. Hij jyas altijd heel vriendelijk voor m Ik mag hem graag lijden. We zullen hem eens een bezoek gaan brengen, als je er niets op tegen hebt. Ik vrees, dat ik heel wat visites zal moeteD maken, meneer Holland. Dat denk ik ook, mylord. Ieder een is zoo blij, dat u thuis bent. De Lesley's en de Denningtons Ja, en de Chartrons en de Protheroes. Heel wat families om mee om te gaan, zooals jè zie:, Julian. Julian glimlachte. De lunch was eindelijk afgeloopen en meneer Holland zag Vane smee- kend aan en vroeg: Zou ik u een half uurtje in. do bibliotheek kunnen spreken, mylord?. lk denk er niet aan? zei Vane vroolijk en lachend- lk herinner mij uw halfuurtjes nog van vroeger. Als u mijn oom eenmaal te pakken had, kwam er geen eind aan. Neen, neen, vandaag niet. Ik moet meneer Shere vanmiddag het kasteel eeDS la ten zion. Het is zijn eerste bezoek aan Lesborough Court. Kom mee, Julian, maar laten wij eerst een sigaar op steken. Ja, geef er maar een van jou, die waren puik. De twee jongelieden verlieten de eetkamer. Meneer Holland vulde zijn glas nog eens en zuchtte. Prance vat te moed door dien zucht om een ge sprekje te beginnen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 5