De Oorlog.
or k\ iot veri
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 10 OCTOBER 1918 TWEEDE SLAD
Wal Wilson van do Oentralen olsoht. 'I Leod dor
vluohtollngon. Nog oen nota van Wilson In
't xloht. Turkije ook afvallig? Hieuwo
suosoBBon dor Bntonle-legoro.
De nota van Wllsen.
In ons vorig nummer gaven we
reeds een overzicht van den inhoud
der nieuwe nota van Wilson aan
Duitschland. Bovendien vermeldden
wo den aanhef woordelijk. Omdat 't
stuk evenwel van groot© beteekenia ia
drukken wo hier nog de geheele
nota af.
„De onvoorwaardelijke aanneming
door de tegenwoordige Duiteche regee
ring en door een groote meerderheid
vau den Duitschen Rijksdag van de
voorwaarden door den president van
de Ver. Staten van Amerika neerge
legd in zijn boodschap aan het Con-
fres van de Vereenigde Staten van 8
auuari 1918 6n in zijn daaropvolgen
de boodschappen, geeft den president
het recht tot eeoi openlijke en recht-
utreekscke verklaring van zijn besluit
ten opzichte van de mededeeliugen
van de Duitsche regeèring op 5 en 12
October 1918.
„Duidelijk moet worden begrepen,
dat hot proces der ontruiming en de
voorwaarden van eon wapenstilstand
aangelegenheden zijn, welko moeten
worden overgelaten aan hot. oordeel
en den raad van de militaire advi
seurs der regeering van do Vereenigde
Staten en de geallieerde regeeringen,
en de President voelt het als zijn
Jlioht te zeggen dat geen schikking
oor de regeering der Vereenigde Sta
ten kan worden aanvaard, die niet
absoluut bevredigende waarborgen en
zekerheid biedt voor hot handhaven
der tegenwoordige militaire suprema
tie van de legers der Vereenigde Sta
ten en van de geallieerden te velde.
„Do president vertrouwt, dat hij
veilig mag aannemen, dat dit ook het
oordeel en het besluit der geallieer
de regeeringen zal zijn. De president
voelt, dat het ook zijn plicht is, hier
aan too te voegen, dat noch de regee-
ring der Vereenigde Staten, noch nij>-
zelf geheel zeker er van zijn, dat de
regeeringen waarmede do_ regeering
van de Ver. Staten geassocieerd zijn,
er in toestemmen, een wapenstilstand
to overwegen, zoolang de gewapende
strijdkrachten van Duitschland voort
gaan, de onwettige en onmenschelijke
practIjken toe te passen, waariu
nog volharden. Te zefder tijd, dat de
Duitsohe regering zich tot de regee-
rliig der Vereenigde Sta ton wendde
met vredesvoorstellen, waren de Duit
sche duikbooten bezig, op zee passa
giersschepen in den grond te boren en
niet 8lleen de schepen, doch ook zelfs
de booten, waarin de passagiers en de
bemanningen rich in veiligheid zoch
ten tê brengen, terwijl bij den tegen
woordige gedwongen terugtocht uit
Vlaanderen en Frankrijk de Duitsche
legers een taktiek van roekolooze ver
nieling toepassen, welke altijd be
schouwd is en beschouwd zal worclen
als ecu directe overtreding der wetten
en usances van beschaafde oorlogvoe-
ring.
„Steden en dorpen worden zoo niet
vernield, beroofd van alies wat zii be
vatten. Dit geldt niet alleen voor wat
er in de steden en dorpen zelf is, doch
ook dikwijls van de inwoners zelf.
Van do naties, die tegeu Duitschland1
verbonden zijn, kan men niet ver
wachten, dat zij er in zullen toestem
men, de wapenen te doen rusten, zoo
lang er daden van onmenschelijkheid,
plundering en verwoesting worden
verricht, die rij juist met afschuw en
ontstelde harten gadeslaan. Ten einde
geen mogelijkheid van misverstand te
laten bestaan, is het noodzakelijk dat
de president zeer plechtig de aandacht
der regeering van Duitschland vestigt
op do uewoordingen en de duidelijke
bedoeling van een der vredesvoor
waarden, welke de Duitsche regee-
ring thans heeft aangenomen. Deze
voorwaarde is vervat in de boodschap,
welke de president op 4 Juli j.l. op
Mount Venion heelt verkondigd. Zij
luidt als volgt„De vernietiging van
iedere willekeurige macht, waar ter
wereld ook, welke op eigen gelegen
heid, in hèt geheim en volgens haar
eigen verkiezing, den wereldvrede kan
verstoren en zoo deze thans niet kan
worden vernietigd, dan moet zij ten
minste tot feitelijke onmacht worden
gxioeind. De macht, die tot nu toé de
uiteche natie heeft beheerscht, is
er een van den aard, zooais hier om
schreven. liet staat ter keuze van de
Duitsche natie, daarin verandering te
breugen."
Do zooeven aangehaalde woorden
van den president vormen een natuur
lijke voorwaarde, weike aan den vrede
moet voorafgaan,- indien de vrede
door het optreden van het Duiteche
volk zelf wil tot stand komen. De
president voolt rich verplicht te zeg
gen, dat de geheele vredeaactie volgens
zijn meening zal afhangen van de be
slistheid en het bevredigende karak
ter der waarborgen, die ten opzichte
van dit fundamenteel© punt kunnen
worden gegeven. Hot is noodzakelijk,
1 dit do tegen Duitschland geassocieer
de regeonugen vóór alles moeten we
ten, met wien zij onderhandelen."
De nota is 'geteekend door den
Staatssecretaris Lansing.
Uit ons vorig nummer kennen onze
lezers de nieuwe elschen van presi
dent Wilson. (Woordelijk vindt men
de geheele nota nog in dit nummer).
De Duitschers moeten er aan ge
looven, dat alleen de bevel-
hebber8 der Enlente-le-
gers de voorwaarden en
de regeling vaststellen
voor de ontruiming van
Noor d-F rankrijk on België
Hindenburg en Ludendorff zullen
zich dus tot Foch moeten wenden.
Wilson rekent er op, dat Foch zulke
voorwaarden zal stellen, dat 't zonder
twijfel ie, "dat de Entente-legers na
het terugtrekken der Duitschers hun
tegenwoordig militair overwicht be
houden.
Over den mogelijken inhoud van
Foch's voorwaarden gaven we reeds
in ons vorig nummer beschouwingen.
We vroegen: Moeten de Duitschers
een deel van hun leger ontwapenen
of laten Interneeren? Een deel van
hun oorlogsmateriaal achterlaten?
Een Engelsch blad opperde 't denk
beeld, dat de Duitschers de vestingen
Metz en Straatsburg als pand in han
den der geallieerden zullen geven.
We stelden reeds de vraag of
Duitschland door d e n nood
g e d w o n g o n zal zijn op deze nieu
we voorwaarde in te gaan. Alleen als
't geen anderen uitweg ziet, zal
Duitschland dit doen. Maar nu na
Bulgarije, ook Turkije dreigt af te
vallen...
Maar Wilson eischt nog meer.
Duitschland moet onmiddellijk alle
wreedheden te land en ter zee staken.
Dus-geen d u 1 k b o o t o o r 1 o g
meer tegen passag Iers-
en koopvaardijschepen,
Dan: geen wreedheden en verwoes-
tingen meer in 't bezette gebied tij
dens den huldigen terugtocht
Dit is dus ook «en eisch die de
Duitschers onmiddellij k moe
ten aanvaarden, anders staakt Wil-
son blijkbaar het verder praten.
Zeker is, dat er thans veel door de
burger-bevolking van Noord-Frank
rijk en België geleden wordt
Uit angst voor hun leven verlaten
de burgers de plaatsen die in de ge-
vechtszóne liggen. Do Duitschers zijn j
j bij hun terugtocht niet gesteld op de
honderdduizende vluchtelingen, want
zij versperren de wegen voor de mi-
titairen. Daarom willen «ij de
vluchtelingen nu naar den kant der
Entente-legers opdrijven, niaar de
geallieerden malven daartegen be
zwaar. Dit moet de krijgsbedrijven zeer
belemmeren, want door den vluchte-
i lingenstroom zouden de Entente-le-
gers niet kunnen oprukken, waardoor
de Duitschers gelegenheid zouden
krijgen, om zonder verliezen achter
uit te trekken.
Er komt nu bericht, dat toch 100.000
vluchtelingen naar Nederland zullen
worden doorgelaten. Dit is evenwel
slechts een klein deel.
Intussclien blijkt wel, dat de Duit
schers op den terugtocht veel ver
woesten. De Fransche regeering
maakt o.a. bekend, dat zij in de mijn-
gebieden van Lens zooveel vernield
hebben, dat de mijnen eerst weer over
j twee jaar zullen rendeerèn.
Ten slotte nog: de autocratie in
Duitschland moet heengaan.
Dat er al veel in Duitschland 'ver
anderd is blijkt wel uit 't artikel van
de Leipziger Volkszcitung, die een
scherpen aanval op keizer Wilhelm
opnam (zie ons vorig nummer). Dat
zou enkele weken geleden niet ge-
beurd zijn Keizer Wilhelm openlijk
aangemaand om afstand, te doen van
den troon.
Do Engelsche en Amerikaansche bla
den betoogen, dat in Wilson's nota
gelezen moet worden, dat de Duit
sohe Koizer en zijn aanhan
gers van deregeermaoht
ontzet moeten worden.
De Rotterdamsche correspondent
van de „Daily Telegraph" meldt, dat
de aanstaande afstand van den kei
zer thans openlijk in Duitschand v.ordfc
besproken en dat het Duitsche volk e
volkomen gelijkmoedig onder bdljft.
De „Westminster Gazette" zeg
daaromtrent nog „Het zou ons ooi
verbazen als het anders was. Geen
volk dat achting voor zichzelf beeft
en vrij wil zijn, kan in de positie,
waarin het Duiteche volk thans ver
keert, dulden dat de man of de man
nen, die het zooveel rampen hebben
berokkend, hun macht behouden.
Wij verwachten eiken dag te hooren,
dat het Duiteche volk schoon schip
heeft gemaakt. Dat zou het ware be
wijs zijn van zijn oprechtheid en wij
zouden kunnen onderhandelen on over
leggen met een volk, dat ons dezen
waarborg geeft van zjjn eerlijkheid
en vermogen om voor zichzelf te han
delen. Wij zouden echtor nooit een
volk kunnen vertrouwen, dat na deze
ervaringen nog niet bij machte of on-
Ivillig was om zich te bevrijden van
een hopeloos te schande gemaakte
tyrannie.''
De „Pali Mall Gazette" verklaart,
dat alle Duiteche soldaten of burgers
overtuigd zijn van de noodzake.ijk-
heid om" den keizer, de generaais en
de geheele Pruisische hiërarchie te
offeren om aan het algemeen verlan
gen te gemoet te komen. Alle overige
invloeden, welke den val van het
koiserisme zullen veroorzaken, zullen
versterkt worden door het bewustzijn
in alle gemoedoren, dat de oorlog zpo
lang zal duren als de Hohenzollenis
en hun regiem.
Op den partijdag der Beiersche so
ciaal-democraten heeft de Rijksdagaf
gevaardigde Herman Muller 't denk
beeld bepleit om in Duitschland een
staatsrechtbank in te stellen om de
schuld vast te stellen van en een oor
deel uit, te spreken over al degenen,
die vroegere vredesacties deden mis
lukken en voor het ongelukkig einde
van den oorlog en de offers, die de
Duiteche bevolking gedurende en na
den oorlog moet brengen, verantwoor
delijk zijn. Van dit onderzoek mag
geen enkele persoonlijkheid, hoe hoog
deze ook geplaatst is, worden uitge
zonderd zoo zei dit Rijksdaglid.
Uit Londen en Rome wordt geeeind,
dat 't zeker is. dat do andere
Entent o-regeerders 't go-
heel met Wilaoneens
Denieu weeisohenvan Wil
son vinden volle inste m-
m i n g.
Uit Londen wordt o.a. gemeld, d&t
de Britsche regeering tegen een wa
penstilstand Is, als deze niet onder
strenge voorwaarden gesloten wordt.
De Engelsche minister-president
ontving dezer dagen uit alle deelen
van het land honderden telegram
men, waarin bij de regeering er op
wordt aangedrongen „standvastig te
blijven en te volharden bij den eisch
van onvoorwaardelijke overgave".
Deze telegrammen waren afkomstig
van particulieren en van vereenigin-
gen, van mannen van zaken en van
geestelijken.
De „Evening Standart" betreurt,
,dat er in de nota van Wilson niet ge
sproken wordt over de bestraffingen
voor de vernielingen en wreedheden,
wolke door de Duitsche misdadigers
begaan zijn.''
De „Gobe" oordeelt, in verband met
een v.-a pens tile tand, dat het zeker is
dat Foch, Haig en Pershing met niet
minder tevreden zullen zijn dan de
bezetting van Metz. Straateburg en
Mainz. Misschien ook eiscben zij, dat
een groot aantal Duitsclre troepen die
thans in Frankrijk zijn, hun wapens
en ander wapeumateriaal zullen over
geven. Mogelijk wordt ook geèischt, de
bezetting van Helgoland, het kanaal
van Kiel, de uitlevering der Duiteche
vloot, inolusief alle duikbooten.
De Fransche pers betoogt, dat t
doe] van de Duiteche vredesmanoeuvre
blijkbaar is 't Duiteche leger te red
den, om later op een gunstiger ter
rein den strijd te hervatten, die thans
onmogelijk kan worden volgehouden.
,,De zegevierende geallieerden zijn be
kend met dit plan, weshalve zij ©sn
volledige capitulatie van Duitschland
eischen, zijnde do eenige grondslag
voor een duurzamen vrede.
Van de Duitsche bladen is op (lit
moment alleen nog slechts 't oordeel
van de Kolnische Zeitung bekend. Dit
blad merkt o.a. op:
„De eerste indruk, dien het ant
woord maakt, is, dat Wilson geen
recht laat wedervaren aan de rol van
scheidsrechter in do groote worste
ling, in den zin zooals hij zich in zijn
redevoering en in zijn vragen aan de
Duitsche regeering heeft uitgelaten.
Inderdaad maakt Wilson de eischen
van de Entente-pers tot de zijne en
spreekt, geheel volgens het concept
dor Fransche pers, van onmensche
lijke handelingen der Duitschers bij
hun oorlogvoering to land en ter zee,
zonder kennip te nemen van, laat
staan recht te doen wedervaren, aan
het betoog der Duitsche legerleiding,
dat de dorpen en Bteden in het oor
logsgebied door Engelsche en Fran-
sche granaten worden vernield.
O NIEUWPOORT
N - X X X
DIXMUIDBN
BRUGGE
8 TORHOUT
ROESSBLABRB
X-|
r 9 KORTRIJK
~h
V-
■/-
MBBNSN
avontuurlijke ontsnapping uit de
vesting Maagdeburg in Februari 1.1.
men zich misschien nog herinnert-,
wordt volgens de Fransen© bladen
•weder vermist.
Nader wordt gemeld, dat Garros
gesneuveld is.
DE HOUDING VAN AMERIKA.
President Wilson relde in den loop
eener aanbeveling tot overteekening
in de Vrijheidslesning o.a.:
„Thans te aarzelen of te verslappen
zou de nederlaag beteekenen nu de
overwinning ln zicht is, het zou ja
ren oorlog beteekenen in plaats van
een vrede op onze eigen voorwaar
den".
Amerika gaat voort met 't zenden
van troepen, 't Voornemen ia om elke
maand tot aan den vrede 250.000 man
te sturen.
Stsdsnlenws
ARMENTIèRES
mm mm mm front Zondag.
XXX front heden
„Een zoo eenzijdig oordeel verstoort
het vertrouwen, dat Wilson ook bij
een groot deel van het Duitsche volk
door zijn idealistische woorden en
voorstellingen over den wereldvrede
had weten te wekken.
„Tevens wti president Wilson klaar
blijkelijk geen beslissing nemen om
trent de waarborgen, als toegestaan
moeten worden en welker vaststel
ling de taak eener gemengde com
missie zou zijn, gelijk de Duitsche
regeering dit had voorgesteld.
„Uok bij de derde vraag geeft liij
zijn wil en meening onduidelijk te
kennen en hij toont door zijn uitlatin
gen, hoe slecht hij op de hoogte is
gebracht van de gebeurtenissen der
laatste veertien dagen, want die tijd
heeft het Duitsche njk in een staat
van vrijzinnige democratie gebrucht,
zooals ook de autocratische constitu
tie der Vereenigde Staten die niet
kent. Reeds nu is de afschaffing van
paragraaf 11 der rijksconstitutio dooi
den bondsraad goedgekeurd.
Voorzoover de tekst bekend is ge
worden, zal Wilsons nota in alle rich
tingen door den Rijksdag worden on
derzocht en men mag aannemen, dal
thansde Duitsche regee
ring harerzijds eenige
vragen aan den heer Wi I-
sou zal stellen en hem zal
verzoeken, eindelijk'd ui-
del ij k te zeggen, wat hij
e 1 g e n I ij k wil.
„De hoop, dat onderhandelingen
met dozen "uian den vrede nader zul
len brengen, is na de jongste uitlatin
gen eenige punten gedaald".
Duitschland zal dus opnieuw inlich
tingen aan Wilson vragen.
Bovendien is er nogeen nieuwfe
nota van Wilson in 't zicht, want hij
heeft medegedeeld, dat hij op de nota
van Oostennjk-Hongarije afzonderlijk
zal antwoorden.
Nader blijkt, dat de Turksche nota
aan de Vereenigde Staten, waarin om
vredesonderhandelingen en een alge-
meenen wapenstilstand gevraagd
wordt (zie ons vorig nummer) bedoeld
is als steun voor de desbetreffende
nota'B van Duitschland en Oostenrljk-
Hongarije, die in 't begin der vorige
week verzonden zijn. Turkije komt
wel met de nachtschuit.
't Turksche verzoek beteekent dus
(nog) niet, dat Turkije op een afzon
derlijken vrede wil aansturen.
Maar nu verzekert de Evening
News, dat de geallieerden bijzondere
aandacht zullen wijden aan dit Turk
sche verzoek. Amerika heeft de nota
reeds aan de Engelsche regeering
overgeseind. Maar Engelandzal
do onvoorwaardelijke
overgave van Turkije
eischen. Te Londen vor-
wacht men intusschen dat
Turkije dezen eisch zal
aannemen.
Aan de fronten behaalden de En
tente-legere weer veel beteekenende
successen.
Uit ons kaartje blijkt welke ter
reinwinst de Entente-legers bij 't nieu
we offensief in Vlaanderen behaald
hebben.
Nu hebben de geallieerden ook al
Meenen b e z e t e n z ij n op2
mijl afstandvan Kortrijk
gekomen.
De terreinwinst strekt zich vooral
in Oostelijke richting uit Op 't front
ten N. van Dixmuiden trachten de
Duitschers blijkbaar zooveel mogelijk
stand te houden, om de gelegenheid
te hebben, hun materiaal uit
Ostende en Zeebrugge weg te voeren.
De Entente-legers zijn evenwel reeds
dicht bij den spoorweg Thorhout—
Thielt—Gent gekomen, welke lijn
het Duiteche front bedient Als dc
Duitschers deze lijn moeten missen
wordt hun positie al weer moeilijker.
De spoorweg Thorhout—Rijssel ligt
reeds onder liet vuur der geallieer
den.
De Entente-legere maakten bij dit
nieuwe offensief in Vlaanderen reeds
8000 Duitschers gevangen. De buit is
ook groot
Achter de Duitsche linies worden
talrijke branden gerapporteerd, o.a.
te Lichtervelde, Meenen en Thielt,
Kortrijk, een der belangrijkste Bel
gische spoorwegknooppunten zal niet
lang meer in 't bezit dor Duitschers
zijn.
Bovendien komen Rijssel, Roubaix
en Tourcoing geheel in een front-in
ham te liggen, zoodat het bezit diér
plaatsen voor de Duitschers ook wel
niet heel lang meer zal duren.
De Telegraaf-correspondent verze
kert, dat elkelOminuteneen
trein metDuitsch materi
aal uit de Belgischekust-
slreek naar Duitschland
r ij d L
De Entente-vliegers doen geregeld
luchtaanvallen op de Belgische kust.
De Franschen maakten nieuwe vor
deringen aan de Serre. Zij namen Re
ntier. Barenton-Cel en Monceau le
Wast; ten Westen van Rethel werd
ook Granteuil-sur-Atene genomen. Ten
Westen van Grandpré maakten de
Franschen bovendien vorderingen
aan den overkant van de Aisne. Olizy
en Term es werden genomen. 800 Duit
schers zijn gevangen genomen.
In Albanië hebben de Ita
lianen Durazzo (de belangrijk
ste havenplaats van Albanië) bezet.
De centralen bieden op 't front
in Albanië en Servië slechts weinig
tegenstand.
Ooet-MacJ
ontruimd, is nu door Grieksche legers
bezet.
De Servisch© premier hield te Lou
den een rede, waarin hij o.a. zei, dat
SerVië voor de vrijheid en de veree-
nigiiig van alle S"
Slowenen strijdt.
Vorsprold nieuwe
GARROS, de bekende Fransche
vlieger, de eerste die per vliegtuig de
Miadellandsche Zee overstak en wiens
Onze Laehhosk
- Hebt u ooit naar den dood
verlangd? vroeg een vervelend, sen
timenteel jongmensch aan een
•meisje, wie hij het hof trachtte ie
maken.
Wiens 'dood? vroeg zij, .onschul
dig.
Het Tooneei
Tournée de Comédïe
Frang. ais e. „L a R i v a-
I e" de H. Kisternaekers.
„Men bouwt zijn geluk niet op het
ongeluk van anderen'1 spreekt Max
Péral ln de gedaante van Pante-
croyx, den sulligen huisvriend van
den hoofdpersoon, een figuur zooals
wij ze meer ln de moderne Fransche
stukken vinden. Aan zulk een ietwat
sulligen, ietwat lachwekkenden
vriend draagt de schrijver van het
stuk dan gewoonlijk de taak op van
vertrouwde en dikwijls van bemidde
laar in een of ander conflict Zoo ook
Kisternaekers in „La Rivale".
And ré Bizeux ondervindt de waar
heid van bovenstaand citaat, dat zijn
vriend liem veorhoudt, niet- tor waar
schuwing, want we zijn dan al in de
4de acte en de handeling is afgeloo-
pen, inaar als een andere vorm voor:
„je hebt je verdiende loon".
Kisternaekers, de man van de
hevige conflicten,, heeft hier niet, zoo
als in „rinstinct"' hei uiterlijk con
flict belangwekkend gemaakt door hst
zielsconflict, dat er aan ten grond
slag ligt, hij deed ons van dat ziels
conflict al te weinig mede beleven en
zijn hoofdfiguur werd n iet tot een
belangwekkend mensch.
Wat hij schildert is de reeds vaak
geschilderde strijd van den kunste
naar, wiens liefde uitgaat naar twee
verschillende vrouwen, die eik een
deel van zijn liefdesverlangen in hun
.persoon bevredigen.
Meestal is dan aan de vrouw, die
't laatst van de twee in het leven van
den kunstenaar verschijnt, dc gestal
te gegeven van zijn muze, die hem
tot nieuw schoon werk bezielt; Kiste
rnaekers echter maakt van de e'èr-
ste, de wettige vrouw de bezielende
kracht; als zij vreest haar man te ver
hezen, zoekt zij hem terug te winnen
door een beroep te doen op de liefde
voor zijn kunst; als hij later, gebro
ken, bij haar terugkomt, erkent hij,"
zonder haar onmachtig tot werken te
zijn geweest.
Van deze vrouw Jane heeft de schrij
ver wel een sterk levend en voelend
mensch gemaakt en Blanche Dervai"
gaf haai- met warmte en vol expres
sie weer; de tweede vrouwenfiguur
werd door haar geestelijken vader
zeer stiefvaderlijk met menschelijk
held bedeeld en maakte naast de an
dere een pover figuur.
Hadden wij hier niet het ingehou
den, bekoorlijke spel van May France
te bewonderen gehad, dan zou Simo-
ne geen zweem van sympathie in
ons gewekt hebben. Het programma
vermeldde, dat deze actrice als gast
haar medewerking verleende; wij ho
pen haar vaker te zién optreden.
Henri de Névry spande zich in om
den kunstenaar leven Ln te blazen; hij
zeide de holle frasen, die de schrij
ver den man op menige -plaats in
den mond legt, met zooveel verve en
overtuiging, dat wij bijna in de fi
guur als mensch gingen gelooven,
maar over dat b ij n a kwamen wij
toch niet heen, waarvan de schuld
bij den schrijver ligt Als altijd bij
dit gezelschap viel het vlotte samen-
spel en de rolvastheid te loven; ook
do zorg, die zelfs aan het. kleinste bij
rolletje wordt besteed.
De rnise-en-scène van liet beeldhou
wers-atelier was niet gelukkig; het
leek meer een salon, waarin een paar
beelden te pronk stonden; nergens
was een rustig hoekje. Ook hinderde
hst opzettelijke, waarmee de leege
stoel midden op het tooneei scheen te
wachten op de bezwijming van Si-
mone; zoodra het scherm openging
schoot de gedachte in ons op: „in dien
stoel moet straks iets gebeuren!"
Jammer voor het ijverige gezel-
l- e u i 11 eto n
naar het Engelsch van
CHARLES ÜARV1CE.
25)
Lieve hemel! riep Vane uit.
.We worden in aile statie opgewacht.
Al do bedienden 6taan in de hal op
gesteld. Wat een bezoekingl
Een kort, dik mannetje kwam haas
tig de stoep af met den hoogen hoed
in de hand, het gelaat rood van op-
Winding.
Dat is Holland, zei Vane. Hij
schijnt wat zenuwachtig.
Meneer Holland duwde den livrei-
knecht op zij en opende zelf het por
tier van de auto.
Goeden morgen, mylord, welkom
op Lesborough Court. Ik heb gisteren
een telegram van meneer Tressider
ontvangen, dat u komen zou, en ik
SSL nHn -best gedaan alles zooveel
mogelijk in gereedheid te brengen.
vano schudde den rentmeester de
ïr«n«en.j6tf,IdeJhem 6011 Julian voor.
whlL dezen centeszins
de p™ e ann" j ad venvacht, dat
de graaf alleen zou komen. Hi| boog
echter beleefd en heette ook Shere
welkom.
Daarop ging hij hen voor, de bree-
de stoep op waar aan weerszijden
heraldieke steenen draken lagen, die
ook in liet wapen der Lesboroughs
voorkwamen en tusschen de twee
rijen bedienden door, die hun meester
in koor verwelkomden.
Vane, die een afschuw had van al
les, wat op vertoon geleek, bromde
iets ten antwoord en knikte vluchu-
maar Julian lachte allen vriendelijk
toe en stol reeds in dat oogenblik de
harten van al de vrouwelijke be
dienden.
Pra,ncc, de bottelier, kwam uit de
rij naar voren en boog plechtstatig.
De lunch is gereed, mylord, zei
hij, zoodra u wilt, kan er opge
diend worden.
Zoo, hoe maak je het, Prance?
zei Vane den man de hand reikend.
Ik ben blij je te zien.
Ik ben ook heel blij u te zien,
mylord, antwoordde Prance met een
mengeling van ontzag en waardig
heid, die werkelijk indrukwekkend
was.
En daar hebben we Juffrouw
Field ook, zei Vane naar de oude
huishoudster toegaande>. Ik ben
ook heel blij u weer terug te zien, juf
frouw Field. De lunch is dus klaar,
dat treft. Even onze handen was-
pchen en dan zijn wij ook klaar.
Hebt u geen valet meegebracht,
mylord? vroeg Prance.
Neen, ik heb er nog geen. Ik
heb heelemaal vergeten er voor te
zorgen.
Dat is te begrijpen, mylord. U
zult het wel druk gehad hebben, maar
als u het goed vindt, zou Fenton, de
valet van uw oom wel bij u in dienst
willen. Hij is hier nog.
Heel goed, Prance, zei Vane,
dat lijkt mij het beste.
Hij stak zijn arm door dien van
Julian, die ondertusschen de hal eens
goed opgenomen had, en ging met
hem de trap op. Fenton volgde en
opende de deur van de kamer van
den overleden graaf.
Wou je mij hier hebben? vroeg
Vane, heel goed, maar welke ka
mer ben je van plan aan meneer
Shere te geven? Is de groote logeer
kamer ln orde?
Zeker, mylord.
De kamer wa6 dicht bij die van
Vane. Ga maar gauw naar binnen,
zei deze, zijn neef een vrlendachap-
felijk duwtje in den rug gevend.
laast je wat. Ik heb ergen honger en
mot jou zal dat ook wel het geval
zijn. Fenton, zorg JIJ maar voor me
neer Shere, ik kan mijzelf wel hel
pen.
Fenton vertrok geen spier, zooals
het een goed afgerichten knecht be-
taamt en volgde Julian, die eenige
flauwe tegenwerpingen maakte, naar
binnen.
Vane liep de kamer rond, waarin
zoovele Lesboroughs geslapen had
den en gestorven waren en keek toen
door een der vensters naar bulten.
Voor hem strekte zich het groote
terras uit met zijn prachtige marme
ren beelden. Aan den voet er van la
gen de goed onderhouden tuinen en
grasvelden en daarachter het park.
In de verte zag hij de heuvels, en een
blauwe lijn aan den horizon duidde
aan, waar de zee lag. De gedachte
aan de zee bracht hem het eiland
weer in herinnering en Nina, zijn
vrouw.
O, als Nina hem toch maar had
leeren liefhebben inplaats van hem
zoozeer te vreezen, dat zij liever haar
leven had gewaagd, dan alleen met
hem te blijven. Hoe anders zouden
dan zijn bezittingen hem hebben toe
geschenen, en hoe heerlijk zou he.
geweest zijn alles met haar te doe
len!
Een knecht bracht zijn handkoffer
binnen en stoorde zijn gedachten-
gang. Hij wendde zich van het ven
ster af, frischte zich wat op en ging
naar beneden.
Julian stond hem reeds in de hal
te wachten on Vane, die zijn best
deed om zoo opgewekt mogelijk te
schijnen, ging hem voor naar de eet
kamer, een vertrek zoo groot, dat het
beter eetzaal kon genoemd worden.
Vane verzocht zijn neef tegenover
hem te gaan zitten en plaatste meneer
Holland aan zijn rechterhand. Pran
ce en twee knechts bedienden.
Meneer Holland was nog een en al
opgewondenheid.
Ik hoop, dat u en meneer Shere
lang zullen blijven, mylord, zei hij.
Dezen keer denk ik niet, meneer
Holland, zei Vane, een paar dagen
misschien.
O, ik had zoo'n hoop, dat u hier
voor goed kwam wonen, mylord.
Iedereen verwacht het, geloof ik.
We zullen zien, meneer Holland,
wie weet wat lk nog doe, zei Vane
lachend.
U hebt zooveel gereisd, dat het
u eerst wel vreemd zal vallen. Maar,
mylord, wat moet dat toch vreeselijk
geweest zijn, toen de boot verging.
Ja, ja, zoi Vane, toen liet bij er
haastig op volgen: de wijn is de
zelfde, geloof ik, dien ik bij jou ge
dronken heb, Julian.
Ja, zei deze, het is hetzelfde
merk.
Lord Fanworthy heeft mij ver
zocht hem dadelijk bericht te zenden,
als u er was, mylord, ging meneer
Holland voort,
Vane knikte. Lord Fanworthy
van The Grange, legde hij Julian uit.
Hij is onze naaste buurman. Hij
jyas altijd heel vriendelijk voor m
Ik mag hem graag lijden. We zullen
hem eens een bezoek gaan brengen,
als je er niets op tegen hebt. Ik vrees,
dat ik heel wat visites zal moeteD
maken, meneer Holland.
Dat denk ik ook, mylord. Ieder
een is zoo blij, dat u thuis bent. De
Lesley's en de Denningtons
Ja, en de Chartrons en de
Protheroes. Heel wat families om mee
om te gaan, zooals jè zie:, Julian.
Julian glimlachte.
De lunch was eindelijk afgeloopen
en meneer Holland zag Vane smee-
kend aan en vroeg:
Zou ik u een half uurtje in. do
bibliotheek kunnen spreken, mylord?.
lk denk er niet aan? zei Vane
vroolijk en lachend- lk herinner
mij uw halfuurtjes nog van vroeger.
Als u mijn oom eenmaal te pakken
had, kwam er geen eind aan. Neen,
neen, vandaag niet. Ik moet meneer
Shere vanmiddag het kasteel eeDS la
ten zion. Het is zijn eerste bezoek aan
Lesborough Court. Kom mee, Julian,
maar laten wij eerst een sigaar op
steken. Ja, geef er maar een van jou,
die waren puik.
De twee jongelieden verlieten de
eetkamer. Meneer Holland vulde zijn
glas nog eens en zuchtte. Prance vat
te moed door dien zucht om een ge
sprekje te beginnen.
(Wordt vervolgd).