RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Goor net lot verbonden
deboe blad
apfl>lad.
ZATERDAG 2 Co', iber 1SI3
Uonflcnlc ;hum de nr«. 1—3. 6. 13. 14. 18, 21
UdüUöüid 2'i, 27, 29. 30. 40, 59 61. 67, 30.
(Deze raadsels zijn alle ingezonden 81, 84. 90. 92. 94, 111, 134, 3'_0.
door jongens en meisjes, d;o ,,\'oor 123, 126, 129, lo8, 141, 143, 144,
Ouze Jeugd" lezen. De namen der Z© goef: er andere Verkade-plaatjes
kinderen, die mij vóór Woensdag- voor terug.
middag 4 uur goede oplossingen zen- A. W. VAN' OEFFEL, Saenredam-
den, worden in bet volgende nummer straat 112, vraagt van IJsel de nrs.
bekend gemaakt.) 1. 3, 6, 8. 12. 14, 16, 17, 19, 21, 23,
Iedere maand worden onder de bes- 26, 2830, 32, 35, 38, 3846, 48,
te oplossers twee boeken in pracht- 52, 56. 59, 61, 62. 64, 6670. 71.
band verloot 73. 75. 77, 7S. 81 85. 87. 90. 92—97,
De raadsel prijzen voor de maand 100. 102 enz. Hiervoor geeft hij an-
October zi n bij loting ten deel geval- dero terug.
len aan BOSCH FEE en AREND, die
te Woensdag 6 November na 12 uur
1. (Ingez. door Ceriales.) De Wedstrijd.
Mijn reheel is oen spreekwoord v.o j MAARTEN LUTHER zond mo eon
IQ IQ8'on 91 linhVnmadAAl prachtige pop. ALI MöHRING
'8- '9-2°.21 tae«n lichaamsdeel. |1Wft self ren kfcurigen kw.derhoed
m j n l' f P gemaakt. li IK A MöHRING maak-
ok óa 97^ on toWnnrA te eeu snoezig taschje.LYDIAmaak-
t Si» ü'n uitroep '<"",0rf'
35, 29 3. 5. 10. 12. 24 is een bui
ten "'ndscbe vrucht.
13. 17. 22. 14. 11 is niet. vol.
15. 2°. 4. 3 is eon ontkenning.
31. 32. 30 is een lidwoord.
1. 6. 7. 8 is een lichaamsdeel,
lè. 23. 33 ligt aan den voet van
een berg.
2. 'Tngez. door Theo van Orden.)
Ik kan loopen. spelen en slaan, zon
der moe te worden. Mijn woonplaats
:s bij arm en rijk, maar van uit booge
"torens spreek ik het duidelijkst tot
uf Wie ben ik?
3. (Ingez. door G. Buitenhuis.)
Ik bon timmermansgereedschap,
geef me cou ander hoofd en ik ben
een vertrek,
4. (Ingez. door Karei V.)
Ik bon een klein dier, soms wit,
meestal grijs. Laat mijn tweede letter
weg en go krijgt een woord, dat ge
niet graag onder uw werk ziet et;
geef m© nu ©en staart
oen Herfst.
5 Ingez. door Fik.)
Mijn gehe©!. is een instelling door
don Oorlog in het leven geroep,en en
bestaat uit 20 letters.
19. 17, 7 is een lichaamsdeel.
9 3. 2. 17, 4. 14 '9 een mooi dorp d wa»
bij Arnhem.
15. II, 13. 5 is ook
VIOOT.TJÈ maakte een snoezig pop-
rnhoedje. BLOEMENMEISJE.
12 jaar, zond me wat opgeknapt-
speelgoed. BI.OEMENKLOKJE en
BLOEMENFEE, oud 9 en 13 jaar,
brachten me ook ©en mooi© partij
speelgoed.
Een Sctmulfeestja.
door
JOOST VAN DEN VONDEL,
oud 13 jaar.
(Vervolg.)
We gingen over den Amstel, waar
't, vol booten en schuiten lag. Ook
wandelden we langs 't. Konink'ijk Pa
leis op den Dam en de Beurs. Zoo
kwamen we bij t Rembrandtsplein.
waar de kloeke, f ere gestalte van
Rembrandt, onze beroemde schilder,
"f u.j uit de 16de eeuw. staat. Na nog wat
J gcloopen te hebber waren w© hii den
ingang van den Dierentuin gekomen.
Ik was er nog nooit geweest en :k ver
heugd© me al, st/aks een leeuw, t' ger,
olifant of beer in levenden lijve te
zien. Eerst gingen w© naat 't restau-
nt, waar we lieer'iik onthaald wer-
tn, want er stond reeds een heerlijk
lichaam»- broodJe met kaa* en ee« lekker glas
lichaam»- me,k voof on% aar Nu ,fc ,n
visschen in den bok. Een paar knau
wen eu ze waren al in zijn maag ver
dwenen. Nu gmg hij weer naar bo
ven, waar 't zelfde spelletje herhaald
werd. Zoo was net met al dat loopen
©n kijken 1 uur geworden, en mijn
maag begon erbarmelijk te jeuken.
Gelukkig kwam er uitkomst, want we
gingen weer naar 't restaurant.
Daar konden we weer zóó beginnen.
We kregen een lekker broodje met
jam en een glas melk met ©en gebak
je. Nou. 't smaakte best, en 't was
:u ©en wip verdwenen.
(Wordt vervolgd.) j
19. 5 is een voorzetsel.
6. 20, 6 18, 5, 14. 18 is een meis
jesnaam.
1, 2, 4. 5 is ook een meisjesnaam.
10, 11 is ©en lidwoord.
13. 12 is een lengtemaat.
16. IC. 17 is ©en deel van dag.
18 is do'öde letter van liet alfabet,
i Ingze. door Lelie.J
Mijn gehe©; is een visch. m:iu 1ste
van hout en mijn 2de is' ook visch.
Raadseloplosslnnen
D© raadseloplossingen
reek zijn
Koudekerk Oudekerk.
Limburg I-omberg.
Griet, aal.
D« morgenstond heeft goud in
md. Den morgen eend
bost smaken, en toen a.ies naar odz©
ma ig verdweuin w..s, gmgen we naar
buiten, om de buesten te bek ken.
't Was pas half 10, dus wij hadden
nog flink dm tijd. 't Eerst gingen •we
naar de hokken van de drommedans-
scn en kamcelen. Nu, mooi vonden
we zo niet. Hun lange, trotsch© hak
en hun vette bulten maakten hen af-
schuwe'i'k. Nu kwamen w© bij (ie
vogels. Mooi© dieren waren hel. Bo
venal bewonderden we de papegaaien
en kaketoe'?. D© snuiters deden aller
lei toeren. Sommigen bengelden met
der vorive poot aan schomme'tie en an-
deren trokken zich met de pooten en
den snavel aan 't gaas op, onderwijl
allerlei klanken uitstontend. Daarna
gingen w© naar 'i apenhuis. Och. och,
wal hebben we daar gelachen. Met
oolijke snuiten keken
„„He. N oor Heet f» wort-It-c.
- «uirtje of iets derge ijks te g©?»?'"»"
i Dien den mond.
Bonbons, b. Honderd Liter zijn
- ijk c. ui een Hectoliter, maar hon-
de-1 grave»
6 Hap3'
Croe.'/N
geen Hectograaf.
daken ze meteen de poot door de
:r.'. ies, alsof ze zeggen wilden: „Ge f
maar op". Anderen bengelden met
hun staart aan de- -ak van een boo n
of zaten elkaar achterna. Twee had
den nog ruzie, 't Was zoo gekomen.
W© hadden 'oen zuurtje in 't. hok ge
gooid. en twr© apen vlogen er on af.
n nekte het er. at Dat k-n
ander niet velen. TUi kneep hem
den staat en toen begon het. Z©
de boomtakken, tot op-
couan- o i vu« «eus ue écu door ©eu .u. v.ych.i©. en
a c. 1. J. dêm lioli.nder 1 B»eónk «»J" "e *->- t
i Krekolt|e 6. 6. w.mr 6, N" krok<'h
Petit Gerard 6. Mc !.'"k>e 6, Ti'-kie 6
P'.ene 6, Onrust 6, B'.eekiv usje 6,
igen ontvangen van:
:er 5. De kleine Lord
o Asschepoester 4, Lo©
Bos Christiaan de V» et 6,
Ir.: .kker 4, Hoeki 6. \A atvr-
cBoschfee 5. Conducteur 6. Bet-
i.e Hegendoorn 4 Betsie en Pietje v.
d Boo-'a rd 6. Spirea en Horlens a 6. v-°g—
- V i«fla„2 5. l.vd:> 6. li A. P. -
j_ B.ukenoot je 6. Rozob'aad;:
f F. Gehl 6. Hoideb'oempj© 5 Hozen
knopje 5. De Bellefleurs 6. Na polen
6. De Twee :ng 6. Avondster 6. Ru-
co.f üscliatz 5. i' k irom 5. P:et
Oschatz 5. BooJkapj© 6 Sneeuwwitje
6 Soldaat. 5, Lour ens Coster 4. Kwik-
«taartje 6. Arend 5. B
Brunicüa 5. Bloemenfee 6. Blo'i
lt ok;e 6. Bloemenmeisje 6
Spoor 6. Piet Spoor 6 Beppie Spoor fffaag oen
6, Willem Teil 6. Op 't kantje af -6. d;" -k er
Rnllrubrlek
BETSIE HOGENDOORN. Ooster-
boutiaan 17. Haarleiunierhoutpaik.
vra:ig: ...ui Maizona d1 nrs 227. 314.
317 en 31S. Ze geeft ©r Maizena-,
JJsel- en Naardermeer-p'. voor lerug.
4 BB AM MISSET. Lourens Coster-
ilraat IC, vraagt van Niiver Neder-
Imid de nrs. 2„ 3. 8. 15, 18. 19. 21
23, 2G. 29, 31, 39, 40. 4'1- 43, 45.
68. 61, 62, 67—72. Hij geeft ©r an
dere plaatjes voor terug. Ook runt
j>ost zegels.
,AV~
pad
KLAVERVIER. Wijd© Gcldelooze Hupla
i 33 rood vraagt van Wint er-Ai-1 't ual
zien. We kwafnon in een warm ver
trek, Aan den eenen kant waren grpn-
te bassins; waar de hecren in ror.d-
z\v.-Minnen, 't Was er alles prachtig in
gericht. Do bassins waren vol m-1
waterplanten begroeid. Traag en -droo-
mrrig zwomm;.'i: do bc -sten heea es»
wi-er. Een p.iar lagen ou 't droge,
doodstil. Zo leken wol dood. Op-ons
t,e 6, 1 deed er ©en z in bek open. Hul Ko-
lossaal, wat u gebit. Onwillekeurig
ri'.de :k. In zoo n bassin zou ik niet
bad nemen, want ik vrees
niet meer levend uitkomen
zou. Aan den anderen kant van 'I.
v-rjrek waren groote glazen kasten
met slangen. De meesten lagen deed
s'.. c keken nvt hun glazig© oogen
droo-.icrig voor zich. Alleen ue ratc:-
s.aug bewoog zieti nog ai. Moo.o hui
den hadden d mees ie s.augou. Na
a..es goe,. bok©keu hebben. v:-r
i rok kon we. .Nu gingen we naar den
ze©; co uw kijken. 11.j zou juist gevoe-
d i 1 worden. De o|>passer ging boven
op d© rotsen staan en de zeeleeuw
hem achteinil. i mail nam nu een
vr visschen ut do mand di° in;
zich had en •-.« in 't water.
1 daar verdween d© zeeleeuw in
en kwam we.ara boven met do
Feuilleton
40)
Hij schudde het hoofd. Zij zou
het wel opgeven, als wij er op aan-
O'ongen, zet hij op zaciiten toon,
tsaar dnt moeten wij niet doen, Vi-
vienne.
•iviénno zuchtte.
Wat ziet zij er slecht uitl Ik ben
'Wieren dag sterker geworden en zij,
tosar ik vrees, daarentegen steeds
lwakker. En als dat eiland nu maar
U'ei alleen in haar verbeelding le-
"*«t, dat het geen hallucinatie is,
b haar uit de koorts is bijgebleven.
heb wel eens van zulke gevallen
Benoord, Sutcorabe.
'h7 ^een> volgens mijn idee, bestaat
jet eiland wel degelijk. Het is filleen
e vraag maar, waar het ligL Ik zal
'is naar haar toegaan en wat me
ij praten. Die afzondering is niet
voor haar.
Juist op dat oogenblik stond Nina
i' en bcg.-.f zich naar den kapitein
et wien zij de kaart nog eens scheen
oespreken. Toen zij weer naar haar
oude plaatsje was teruggekeerd, ging
Snlcombe naar haar toe en zei:
Zoudt u nu niet eens naar de
kajuit gaan om wat te rusten?
Neen, Lord Sutcombe, nog niet,
ik wil liever, zoo lang het nog licht i°,
boven blijven, maar zegt u mij eens,
rankt usv ge<!.. nog niet uitgeput,
krijgt u nog i 1"' geyoeg van mijn
invul om liet eiland te zoeken?
Neen. natuurlijk niet, zoolang u
nog hoop iitbt liet te vinden, is mijn
jacht ter uwer beschikking.
Soms verbeeld ik mij, dat ik het
bestaan van het eiland gedroomd
moet hebben, maar dat is niet zoo en
als u alles wist, zoudt u er ook zeker
van zijn, dat hel wel degelijk testaat.
Ik geloof u wel, zonder dat
do bijzonderheden w et, zei hij. Wat
hij dacht was d*t: Ik heb haar zoo
lief, dat ik wel voor altijd zou wil
len blijven doorvaren, als ik daar
door in haar nabijheid kon zijn. En
hij ging voort: Het komt er im
mers niet op aan, v\ iar wij varen,
als Vivienne maar op zee is. U ziei
zelf, hoe goed haar de reis doet. Hel
eenige, wat ons spijt, is. dat n zicht
baar liidt en niet gelukkig bpnt.
U bent veel te goed voor mij. zei-
de z'i op zachtcn toon, terwijl zij hem
dankhaer nanz,ag. Ik beloof u ech
ter, dnt. nis wij morgen het eiland
nog niet ontdekt hebben, ik u zal
meedeelen, jvaarom ik u bewogen
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-AfdeeMng moeten gezonden
worden aan Mevrouw BLOMBERG
ZEEMAN, Bloemhofstraat 5.
In de bus gooien, zonder aan
schellen
Nieuwelingen zijn WOl'TJE VAN
HOEK Kruisweg 35. oud 10 jaar.
WO UT.IE VAN H. Het doet me ple
zier, dat j© zoo'n zin hebt. in den St.
Nicolaas-wedstrijd. Ben je al aan iets
bezig I.EL1E. Je raadsels zijn
goed. Jij zorgt nog eens voor een reu
zenvoorraad. KLAVERVIER. Wat.
ben j:j een knappert Ie geworden. Weèt
ie. wat ik den aardlgsten zi-i u:t je
brief vond ..voor een goed doel is
alt'ïd t- 'J te vinden" Ik hoop van
harte, dat onz© Rubriek daar straks
het bewijs van levert, door he©! wat
zieke uinperdjes op S:nt-N/.o/ras-
avond blij te maken. JANNY L.
Beu j© nu weer heeiemaa! de. oude!
Ik hooi> "at ie weer gezond eu funk
naar school zuil gaan. Hoe is kpt mei
vader I Is het k.'ecdj© voor tame nog
afgekomen i' Kom je Fc-esie album
maar halen. SPIREA en H'tltTn »-
SIA. ik feliciteer Hortensia harteiiik
met haar verjaardag. Wat een g© uk,
he, dat julr-e thuis gespaard geb.e-
ven bent un de bp •.nii--o:iè gr.op. Z in
jullie fi.nlc aa nhet wedslrijdwcrk op-
gescholen 2 MAARTEN LL'THER.
I^euk, dnt ik j© nu eens gezien heb.
Ik herkend© i© dadelijk aan ve por
tretje. Me dunkt, je- zult je hondje
toch wel missen, al was hij eon kleine
lastpost. Als de bekroonde opste len
een o'a ls;© hebben gehad, komt er
wel tt«- o©'i verhaaltje BF.TS1E
en PIETJE v. d. BOOGAARD Hoe is-
het Pie' te En heeft. Bets 'lekker ge
wandeld 2 J© raadsels zijn goed,
BETSIE II. Ja. ie raadse's waren
goed. Wat jammer, dat je geen atlas
liabt. ROEK1. Neen, jongen, op
bed liggen is niet? prettig. Buiten
spelen is veel hecrlhker. Ben ie nu
weer de oude Roek: 1 --- TRULSJE B.
Natuur k neb ik ie gemist en het
doet me o zooveel plezier, dat de zie
ke Rubrieker'.jes weer gezond terug
koeren Nog wel gefeliciteerd met
veriaarda". Was het ©en gezellig©
dag: CHRISTIAAN DE WET. Heb
je flink genoten van de vrij© dagen I
- - LOE B. Je raadse's zijn goed.
ASSCUE!\>F.srEU. Heb -l- Spasti
sche- Grien al weggejaagd.' Hij heeft
mij gelukk-'g nog geen bezoek ge
bracht. En hoe is het met de andere
huisgenooteu! Jullie gc-ven moeder
wel werk. DIKKERDJE. Reu je
al in L. 1 Ik hoop. da; het daar heel
erg naar je z:n zu t hebben en als een
echt s'ev:g Dikkerdje zult terngke©-
ren. 'k Zou daar best eens bij je wil
len eten. Ben je nl wat gewend ik
hoop. dat zus cieze courant naar i©
opstuurt, 't Boste hoor! LYDIA.
Je h'.b! een reuzon-veriaardag ge
had. is do verkond beid z nder verdere
stoornissen overt- gaan Je moet vast
©ons aar. oom K <>- schr ven dat je
uit Vr-j en B ij een inktlap;? voor
onzen wedstrijd hebt' gemankt.
B'1?'"TI\Tf'ilLTJE. Dat opstel was
van Joost van den Vondel. Inkt'ap-
p?n, nanldenboekks. speldenkussens
ui alle- ia! welkom. KWIK
STAARTJE Ik b-n beu'euwd naar je
werk. SNEEUWWITJE Ja ik
hoop me» ie. dr,- a's er weor school
is. de c'':"e p'aU;^ veer bezet zu'.Ien
z'in. R'iÖRK PJE. Ik k-n me
best bogr 'ne.'idnt je weor verlangt
naar ie dngeliiksche b-?-:gh?den. In
ouzo aagiaak zit. toch e t-n.:;k ons
geluk, t is goeii, dut we dit jong er
varen. -- AVONUS'l EB. Z.jn de zus
je? nu klaar Och. wat treurig, dat
vader v,iu M©)bloempje zoo ziek is.
Wat waardeeren w© in dez© do kore
gé onze gezondheid, hè!
DE BF.i.l.l-.FLEi GS Julie mogen de-
zen ïch;r .urn houden, i-euk. nat ik
j.i.iie nu ©as ge/im heb. HEIDtv-
Bp EU PJE en ROZENKNOPJE. Na
tuurlijk mog ;u ue op teu blaadje
schrijven. Gelukkig, dat. moeder weer
k.r.ar ;s. Die Boomknopje is ook een
OPgöiukavogel.F. Ho© Is het
met den duimt J© kunt maar wat
netjes links sehrijvou. Frausje.
BOZEB1.AADJE. Nu je den uitslag
weet. vind jo het nu "©«11 aardig raad-
mi? Sviaokt liet eten ai wat beter 1
heb er nnur te gaan zoeken. Het is
uw reclit. Kapitein Barnes heeft mij
gezegd, dat hij een nieuwe route ?al
nemen. IIij meent zeker, dat er
eilanden zijn dichter bij dan op de
Kaart is aangegeven. Geef mij dus
den tijd tot morgenmiddag twaalf
uur.
Zij boog zich opnieuw over de
kaart heen en raakte weer in ge
nachten verzonken. Haar teleurstel
ling het eiland nog niet gevonden te
hebben, was groot De .Ariel" kruis
te nu reeds weken rond, en de moed
begon haar bijna te ontzinken. Na
-•enigen tijd vouwde zij de kaart op
en begaf zich naar haar reisgonoo-
t.en.
Van dit oogenblik af spreek ik
niet meer over het eiland, zeide zij,
en als wij het morgen nog niet
gevonden hebben, geef ik mijn jilan-
nen op.
Maak wat muziek voor ons, Do
rothy, zei Vivienne, terwijl zij haar
liand liefkoozend op Nina's schouder
legde.
Zij gingen naar beneden. Nina
zong en speelde voor hen en praatte
over alle dingen, behalve over dat,
waarvan haar geheele hart vervuld
was.. Dien nacht Ing zij lang wakker
en bi' het aanbreken van den dag
was zij reeds weer op het dek.
niets in het zicht, kapitein?
vroeg zij»
BEUKENÖOT.TV. Je raadsels Trrfjgen'
wei eens een beurtje. Het is nu oen
hee!e gezelligheid voor Bozebiaadje
dat jo thuis bent. SON,TA. Deze
raadsels-kun j© vast a'lemaal oplos
sen. BLEEKNEUSJE. Heerlijk,
dut Onrust flink .vooruiteaat. Ik
•wensch haar van harte beterschap. - -
•TIEKIE ©n PI ENE. Ho© is liet met
de beide patiëntjes? Ik bedank moeder
zeer voor haar vriendelijk schrijven,
't Beste hoor, kindertjes! WAG
NER» Een voorrecht hoor, dat jullie
ge©u zieken hebben. PETIT GE
RARD. Ja, jongen, ik vond ie wensch
heel vriendelijk. Voor het. oogenblik
bon ik nog zoo gezond als oen vischje.
hoor I De groeten voor Meiklokje.
JASMIJN. Ho© is het met Klaas?
Aardig van moeder, dat zc zijn raad
sels heeft geschreven. Ik bon natuur
lijk hee', benieuwd naar )0 wedstrijd-
werk. Dat bontje zal ook zoor welkom
z ;n. Beterschap met Klaasi?. BE
GONIA. Zeker, stuur me die linialen
maar. D. A. P. ©n C. I». J. DEN
II. Heb i© Donderdagavond veel ge
noten? Waarom krijg i© zoo'n nrach-
tig cadeau? BRUMELIA. Zijn do
Coppek'eert jes voor den wedstr.d Ik
oop. dat de Spnanscho griep jullie
voorbü b'üft gaan. WIM S. Vast
hartelijk gefeliciteerd met jo verjaar
dag. Ik* hoop. dat jollie dien dag alle
maal gezoud en f ink zijn. In je vol-,
gouden brief schrijf j© me zeker over
j© cadeautjes BEPPIE S. Nu ben
jij zeker de dikste van het trio? Ik
donk. dat moeier ock blij zal zijn. dat
Maandag de school begint. PIET
S. Mag j© al uit bed, jongen? Kon
moeder nu maar eens lekkere pap
voor jo kokon, dat-er weer vleesch op
de botjes kwam. Maar. dat za'- ?ok
wel weer in orde komen. Er ru.se en
al vrede-ssternmen door de lucht. Het
beste, Pietje! WILLEM TELL. Is
broer gezond gebleven Is grootmoe
der nog geweest? Ik verhing naar j©
vi Sens pel. OP T KANTJE AF. Ben
je nog aan het e:ke s zoeken geweest
Mevr. BLOMBERG--ZEEMAN.
Haarlem, 2 November 1918.
Bloemhofs'.raat 5.
VLOED.
Uit liet Engelsch van
EDEN PIHLLPOTTS.
(Geautoriseerde 'vertaling voor
Haarlem's Dagblad).
(Vervolg en s(ot).
Wij zagen, hoe zij de locomotief oj)
een draaischijf brachten; toen doof-
ue.i z.j net vuur uu eu licieii haar
,»..n ue avona Vici, iangs öe uanii-g-
.^mle slaan; eu ik herinner me nog
ucol goeu, out ue Zweed en ik samen
ons avondeten gebruikten en hoe hij
nadernand eeu tijiie sigaar uil zijn
eigen koker opsUK, er legen mij over
opsneed, maar mij er geen aanbood,
a.j poclue en snoeide, totdat ik me
iiausi niei meer iiuiouden kon, om
iieui een draai om zijn ooren te ge
ven. Maar tenslotte kreeg ik er tov.:.
genoeg van en zei tegen hem, dat ii>
op het punt van opschepperij en ver
waandheid zijn evenbeeld in Guyana
nog niet gevonden had. Toen werd
li.j opeens woedend en zei, dat dal
de manier niet was, waarop de kapi
tein van een schiji zijn passagiers
hoorde te behandelen en hij zou aan
de feeders schrijven en er wat moeite
voor over hebben, dat ik er nog wei
meer van zou hooren.
„Ik ben iemand, en jij bent min
der dan iemand", zei hij, ,,en als
iemand mij beleedïgt, trekt hij ten
slotte toch aan hot kortste eind. Je
inopt, het, nu verder zelf maar weten,
onbeschaamde zeebonk!"
Toen ging hij naar Zijn hut achter
op liet schip en ik zag hem niet meer.
Sales was aan dek en toen ik
Dij hem voegde, bespraken wij de
zaak samen. Het was een heldere
v.errennachi en op dat oogenblik
ctag water. De haven was veriau i;
en wij schenen in een soort van
zwart gat te zijn, terwijl een onge
lijke rij pulmboomcn aanduidde,
waar het land ophield en de hemel
begon.
...Nathan", zei ik, ..ik zou er heel
wut voor geven, om dat zaakje eens
jv. u met dien vent uit -« maken".
„Dat weet tv, antwoordde hij. „Ik
wou, i!u ik u kon helpen, maar zon
der geweld zouden wij niets kunnen
doen en we kunnen niet gewelddadig
optreden, want tenslotte is plicht
toch ook plicht- Als u vrienden ge
bleven was, zou u hem misschien
zoovee! whisky hebben kunnen laten
dunken, dat hij stomdronken zou
zijn geworden, zoodat hij morgenoch
'.md niet vroeg genoeg wakker zou
z ;n om op tijd te vertrekken.
..Zoo is hij niet", zei ik tot Sales.
„Hij zou mij onder de tnfcl kunnen
drinken, u ionver iiij dat wou, zoo'n
doordrinker is hij.
Toen hoornen wij plotseling een
hotsend geluid vóór ons en toen we
in die richting koken, zagen wij iets
vreemds. De eb werd Steeds lager en
mijn schuit ging uauuriijk nne: onze
boegspriet daalde langzaam op het
kleine lichte locomotiefje, dat tot
vlak bij den kant van het water was
gereden. TTe( veAaasde mV ncg*l,
want ik had nog nooit 'e voren op
gemerkt, dat het verschil iusschpn cï>
en vloed in dit plaatsje zoo groot
was; en de ontdekking, dat onze boeg
spriet, die twintig voet hoven de kade
had uitgestoken er nu nog maar
ongeveer tien boven uit was, verwon
derde mij. Er wan geen minuut te
verliezen, daarom blies Sales op zijn
fluitje en de bemanning, bestaande
uit vijl koppen, haastte zich te voor
schijn te komen uit hun kooien in
het ruim. Toen gingen wij aan wal
en met vereende krachten wisten wij
het locomotiefje uit deu weg te rui
men.
Wij dachten niet meer aan het on
geval, behalve dat we den neger sto
ker en machinist zouden waarschu
wen, en wij waren weer aan boord
terug en juist van plan om ook naar
bed te gaan, toen 'ie voorzienigheid
mij eindelijk te hulj» kwam.
Als een bliksemstraal schoot bc'
mij in de gedachten en ik sprong
zoo hoog van vreugde, dat Ik bijna
over boord viel.
„Ik heb het!" riep ik tegen Sales, j
„Dat schijnt wel antwoordde hij.
„Wat heb je St Vitus dans?"
„Neen", zei ik tegen hem Ik heb
een middel gevonden, om dien vent
moreen te dwarsboomen. Roep de
anderen en zeg tegen hen. dnt z
zich zoo koest mogelijk moeten hou
den. Zij krijgen een extra oorlam en
een pruim, denk ik zoo".
Toen ging ik mijn dekhut binnen,
stak de lamp aan en keek hel g
na. Dal was alleen maar noodig en
toen ik zag dat de natuur ons
zou staan, ging ik naar voren en gaf
de vreerr l.-ie. bev- len. die een beman
ning ooit uit den mond van nvn
schipper gehoord heeft. Eigenlijk
waren het ook geen bevelen, maar 't
was een verzoek: want ik-^verzam"!de
ze, vertelde hun hoe de zaken ston
den en z"i, dat zij mij een groot p'e-
zier zouden doen, wanneer zij er In
toestemden en ik zou hel vast nr-
vergeten-. Maar ik legde hun uit. r'
er wel wat gevaar aan verbonden
i was, en dat datgene, wat ik van plan
was, wel ©enigszins in strijd was
met de wet. ik zei, dat er ook een
j lichte kant aan was, want, dat»wan-
neer we, in de eerste plaats. logen
als één man, de havenmeester riiets
zou kunnen doen en in de tweede
i plaats, wanneer onze schuld bewezen
zou worden, zou ik alle verantwoor
delijkheid op mij nemen, zooals het
mijn plicht is.
Zij schrikten echter terug voor het
woord 9chtild, want zij waren alle
rechtschapen memchen, zonder één
zwarte vlek op hun verleden, maar
ik legde hun mijn bedoeling uit
„Wij zullen geen rnensch kwaad
i doen zei ik, ,,en bovendien zou
daarvoor niemand anders zijn dan
de nachtwaker, die een halve min
van de kade af is. Maar ik heb 't op
die locomotief daar voorzien. Zonder
di? locomotief kan de trein morgen
ochtend niet vertrekken en a s de
trein niet gaan kan, zal die kerel,
die in 't achterschip ligt te snurken
ook niet gaan en dan kan mijn broer
het land koopen. Zonder de locomo
tief is hel spel voor den Zweed ver-
loren".
Zij wilden weten, wat ik met de
1 machine wilde uitvoeren en Zij wa
ren niet gerust, voordat lk hei uit
gelegd had.
„Ik zal heusch het ding geen haar
krenken," zei ik tegen hun, „maar
mijn doel is dit: ik wil er zeker van
zijn, dat de trein van negen uur mor
genochtend niet vertrekken zal. lie.
locomotief zal kant en klaar zijn om
weg te rijden, wanneer het half tien
is, of nog wat later, maar geen mi
nuut eerder. Wij gaan een stout stuk
je doen zei ik ,.en wij zullen den
tros van de kade gebruiken wie.zal
dan kunnen bewijzen wie de schuldi
ge is? Over twee uur zal het getij
eeren, en over drie uur kunnen w
de locomotief weer Ondei den boeg
spnet brengen, waar z'j een oogen
blik geleden ook was. Dan knoopen
wij den kabel om liet ding heen. ma
ken die orn den spriet vast en de
vloed zal de rest wel dopn. Hij is op
zun hoogst om hn'f acht morgenoch
tend en op dat uur r I Je locomotief
vijftien voet van de rails nf in luc
zweven. En zy zal niet eerder dan
tegen tien weer beneden kunnen zijn".
Zij lachten en wutei» ei o.
heèieiuuu: in. Alleen .i .s was bang,
dat wij de „Vuutvucg" beschadigen
zouden; maar ik wist, dat hel wel
wat lijden kon en dat zij best het
lieele speeigoedtremtje mui den boeg
spriet zou kunnen optillen, wanneer
z.j wilde. Maar tod» haalden wij een
paar steunlatten van ueu most weg,
om den boegspriet te helpen en toen
het getij rees werkten wij als paar
den, (laaiden de locomotief op zijn
oude plaat© terug cu met eeu kabel
van de haven maakten wij haar ste
vig vast
De nachtwaker was een oude neger
dien ik kende, en ik ging hern opzoe
ken om te zorgen, dat van dien kant
niets te vreezen zou zijn; ma -
vond den ouden man diep m slaap
oj> een hoop afval van cocosvaten,
dus d*©p hs-jJac wij gren inoeRüfc-
heden ms». Hij ward m krieken
van den wxkker en h;j moet lie
paald wel gedacht hebben, dat
zijn verstand verl©rou had, toen
nog wat onvast va* 'i slapen, op
stond en merkte, üat dt locomotief
op-hem neerkeek vanaf onzen boog-
spriet; maar z.j was tos* acht v»ot ho
ven zijn hoofd ?n ging nog «tesds
verder omhoog. En \o*n hij bego* V*
schreeuwen en ons wakkor maakt©,
was er geen verbaasder ca outstaldrr
man dan Sales, of een wceds*der
man dan ik. En ondsrtusechsia ro©«
de zon, en het getij ree* en de „Vn*r
vlieg" rees en dc machine re«s ook,
totdat zij zoowat. twintig voet how
boven do rails bengelde!
Toen kwam de havenaeeest-r
zetten hij was een Franeehme*
en hij luisterde naar mij en ïk vee-
telde hem, dat er nooit sinds ik
zee voer, zooic-ts «chandrlüks mei tn
schip was gebeurd en ik cuchte, d*t
de schuldigen voor het gereeht toe
bracht zouden worden cn zwoer, 6*4
ik, als mijn schuit beschadigd «f cafc
ruaar een haar gekrenkt was, «ij vp
de wet van.liet Gouvernement t>©
roepen zou. Ik dreigde zelfs de km*
chine los te snijden en haar aa? gr*
2elementen te laten vallen. m»i»r it
verschrikte man verzocht mij 41' iv4
te doen.
En toen ik uitgepraat vra*. vir.l
Sales op den havenmeester *aa. De
man sprak tamelijk goed Eng«l»#è»
en hij verzekerde, dat geen schapad
in Sinnamarie zooiets voor gtld zcu
gedaan kunnen hebben, laat stau»
voor iets andera. En daar** kwasoaa
de machinist en de stoker, era baor
op stoom te brengen en zij var.dtu
hun geliefde locomotief in de l&efct
zweven nis een Vogel in de morge*
zon; en liet zien van die vtrsKuoée
negers was de moeite wel waard. En
toen kwam mijn Zweed hoven water,
inaar hij steide alleen maar belang
in zijn ontbijt, en vermoedde aiet*
van de beproeving voor zijn zenuw*»,
totdat ik hem, aun tafel zittend, op
zocht en hei slechte nieuw» vertel
de.
Hij zette een zuur gezicht tegen
cn verwachtte bepaald, dat ik norseia
zou zijn na ons gesprek van den ve-
rigen avond: maar ik was iniegea
deel verbazend vriendelijk ea Uf,
speet mij erg voor hem en ik wa» vev
ontwaurdigd, dnt zijri heelt reisje
voor niets zou zijn geweest.
„U heeft het vreèselijke nienwe
blijkbaar nog niet gehoord", sü lk.
„maar een paar onbekende schurkeei
hebben vannacht weer een» katte-
kwaad uitgevoerd, en de kere'.» «jen
den de locomotief aan mijn boegspriet
vast en de vloed heef de rest gedaan»
En het spijt me heel erg voor u: maai*
u zult natuurlijk wel begrijpen, dat
uw woede zich tegen de menschen va*
het stadje moet richten en niet tege»
het schip".
„Wat kan mij die heeie nonsenn
schelen.'" vroeg hij en ik had h»t ge
noegen, het hem uit te leggen.
„liet is toch wel van belang, zei ik.
„Er is maar éèn locomotief op u.:
spoor, en nu die eene machine ©p 't
oogenblik voor vogel speelt, xa2 «r
geen trein gaan, die op tijd voor
verkooping aan de plaats zijner be
stemming is. U zult er dus niet bi
kunnen zijn en u heeft uw reisje ten
slotte nérgens anders voor kunne*
maken dan voor het genoegen va*
mijn gezelschap-"
Ik had hém het nieuwtje niet ver
teld, voordat het bij negenen wa» e*
hij rende de kamer uit. raasde en
vloekte m schold op iedereen. Maar
niemand trok er zich iets van aan
het nnnst van allen de locomotief. Zij
vond liet een ongekend feest en toon
de totaal geen nieging om naar be
neden te komen en aan het werk w
gaan; en" ioen hel water zakte en z
weer op de rails terecht kwam, was
het bijna tien uur.
Even over elven reed zij wrg en i'
ging ook mee. om te zien, hoe het
met niijn broer Rilly nfgeloopèh wa»
En de Zweed ging ook in de hoop,
dat hij den grond opnieuw van den
kooper zóu kunnen beinnchtiue*
wanneer hij er wat geld b'j dec'.
Mi.-tr hei geluk was niet m»t d«n
armen kcr-l. Billy hud het 'and g»
kocht, zelfs voor minder d->n
hoopte en hij werd"niet v :>:d- o»
het weer te verkoopen, hoewel mijn
passagier er grol geiti voor bood. i-."
toen de dikke man merkte, dat «co
bloedverwant van mij 't lund had g©-
kocht, doorzag hij den hee.en opxe:
al gauw. ilij uioest twee dagon later
weer niet m.j terugvaren, ouidat er
geen andere munki voor hem wu
om naar huis te komen, maar Lij
zei geen woord legen me. touiat I
op hel punt stond om van U ord te
gaai».
toen vetrelde hij m.;. wat luj van
me ducht en ik heb nooit in mijn lo-
veil een leelijker uitdrukking in«t
meer zekerheid hooren geven.
Hij schreei er ook over aan mijn
reeders; maar ieder is lens lotte z
zelf hel naast en daar z vonden,
dat lk hun van meer itnt was dan
Zweed, waar-riuiwden zij in j cn lie
ten het daarbij".
Neen, juffrouw, maar ik ben
van koers veranderd. ij varen nu
pal naar het westen. Het kan best
zijn, dat wij nu meer geluk hebben.
Ik begin bijna den moed te ver
liezen. kapitein.
De man zag haar medelijdend 'aan.
De eerste dagen van hun tocht was
zij zoo zonmg en vol hoop geweest
mei een glimlach en een vriendelijk
woord voor een ieder. Nu stond baar
gezichtje strak, haar oogen waren
dof en haar wangen vermagerd en
bleek. Een paar uur later uitte Nina,
die, tegen de borstwering geleund,
strak voor zich uit stond te staren,
een zaclien kreet en wees naar iets,
dat op de golven dreef.
Zeewier, zei Sutcombe, die snel
naar haar toe was gekomen, op op
gewonden toon en toen riep hij het
Vivienne toe, waarna allen in bijna
ademlooze stilt© wachtten op wat er
nu spoedig in zicht mocht komen.
Maar Dorothy's hoop werd al weer
den bodem ingeslagen, wfint terwijl
allen in de verte trachtten te zien,
steeg er eensklaps aan den horizon
»en mist uit de zee op. die naderbij
kwam en weldra waren zij in een
dichten nevel gehuld. De zeilen wer
den gereefd en het jacht dreef zacht
jes voort. De kapitein wilde nog niet
dadelijk voor anker gaan liggen, bet
was nog niet noodig, meende hij.
Mina wendde het hoofd af, de tra
nen sprongen haar in de oogen en
met bevende lippen zeide zei:
Het lot is mij niet gunstig. De
tijd is verstreken, het is twaalf uur.
lk geef bet verder op.
Wacht, kijk eens! riep Sutcombe
uit, de mist begint reeds dunner te
worden.
En waarlijk even snel, a's hij op-
gekomen was. scheen hij weer te
willen verdwijnen. Zoodra het lich
ter begon te worden, werden de zei
len weer ontrold cn de „Arièl" schoot
vooruit. Nog lichter werd het en op
eens, zoo plotseling, dat geen van hen
j lijd had een kreet te uilen, iag er
een eiland voor hen, groen als sma-
ragd en omgeven door rotsen en
goudgeel zand.
Nina drukte vol ontroering de han
den stijf Lgen de borst en haar oogen
droegen eeu uitdrukking als die van
een slaapwandelaarster.
Sutcombe zag haar in groote span
ning aan, ook hij was bleek gewor
den, en zijn adem ging gejaagd.
Het is het eiland, zei N'ina ein
delijk.
De kapitein gaf zijn bevelen, hel
anker werd uitgeworpen en de Ariel
lang stil op ongeveer een halve mijl
afstand van het eiland, dat Nina nog
steeds een visioen toescheen.
Sutcombe nam haar hand in de
ziine en zag haar aan. Op haar ge
laat was voldoening, maar ook droef
heid te lezen.
Als u wilt, zuilen wc dad.-H;
aan land gaan, zei hij.
Ja, dat is goed. Zoodra wij «r
zijn. zal ik li alles vertellen, maar
wacht u even, voegde zij er als door
een plotselinge Ingeving gedreven,
-!j. Als het mogelijk was, zou ik
hel liefst wilien, dat Lady Vivienne,
u en ik eerst alleen aar. land gingen.
-- Zeker kan dat, antwonr
met een bemoedigenden glimlach.
Ik zal slechts een paar matrozen
meenemen om te roeien en di© kun
nen in de boot blijven wachten, zoo
lang u dat wenscht.
Zij dankte hem. en weldra was d»
boot te water gelaten en roeiden z:i
naar het eiland.
Sutcombe hielp Vivienne en Nina
uitstappen en zonder een woord te
zeggen, liep het drietal voort.
he huiten stonden er nog. maar
Nina's oogen dwaalden eerst naar
een kleine verhevenheid. Zij tiieid cr
stil en boog even het hoofd. Toen
ging zij dc anderen voor aar de
hutten.
Gaat maar naar binnen, zeid©
zij met haar eigen hut beginnend.
Ja. ik ben hier nog geheel thuis.
Heeft u dat al niet geraden?
voegde zij er hij, toen de and«r«n
haar vol verbazing autizagen.