OM ONS HEEN Buitenlandscli Overzicht HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 14 DECEMBER 1918 TWEEDE BLAD No. 2563 Wij en België. Dit is maar een gemoedelijk praatje en geen deftig artikel, want dan 7.011 er boven moeten staan: BELGIë EN WIJ, omdat het niet beleefd is, zelf je Zondagsche kanier binnen te gaan en een gast achteir je laten aankomen. Maar voor zoo'n gemoedelijk betoog, kom, d&arvoor mag het wel. Wij zijn toch ook niet minder ge worden dan onze vrienden de Belgen, sinds zij met hun groote bendgenoo- ten samen de overwinning konden bee halen in den oorlog, waarin wij neu traal bleven. Als je den laatsten tijd dc Belgische bladen leest, zou je heusch denken, dat do Belgen zich huizen hoog boven ons verheven ge voelen en ons, op zijn minst, niet al te vriendelijk aankijken. Laat ik da delijk zeggen, dat onze sympathie voor hun treurig lot van de laatste jaren en de glorieuse overwinning op 't eind, daardoor niet geleden heeft. Althans bij mij niet. De rol van over winnaar is moeilijk, vooral wanneer die zoo plotseling, zoo bijna zonder overgang komt na de droeve rol van den overwonnene en verjaagde. Het is dus zoo verklaarbaar, dat onze <ol- lega's in België, alvast In de eerste nummers van hun couranten rondkijk ken hoe zij hun geliefd België kannen afronden en op hoogen 10011 schrijven over het monopolie op de Schelde en de annexatie van Limburgs uiterste zuidpunt. Verklaarbaar, maar daar om nog niet al te zwaar op te vatten. Onze zuidelijke broeders ïoopen wat spoediger warm dan wij, maar koelen ook eerder af. De oorlog was nog lang In gang, toen nu en dan ook al een LJeine wrijving bleek, hieruit voortvloeiende dat de Belgen Sn den oorlog waren be. trokken en wij er buiten hadden kun nen blijven. Zonder twijfel is dit ©en groot voor deel voor ons land geweest, een ge volg alleen van de ligging, waarop wij ons overigens niet behoeven te ver- hoovaardigon. Lag België op de plaats van Nederland en omgekeerd dan zou-1 den wij al het leed hebben meego- maakt, dat de Duitsche inbrekers thans over België hebben uitgestort cn ofschoon het geen practisch nut beeft na to gaan, of België in dat geval zich uit eigen beweging geveegd' zou 1 bobben bij de bestrijders van Duitoch-1 land en niet, evenals wij, neutraal zou zijn gebleven, mag ik toch wel dit con-1 stateeren, dat ons land in staat is ge- weest juist door dio neutraliteit, aan j onze Belgische buren gróót© diensten te bewijzen. Ik spreek nog niet van! bet als gast ontvangen van tiendui zenden Belgen, maar zeker ia het, dat' onze*ligging als neutrale staat naast) België, ton opzichte van zijn voedsel voorziening van voortreffelijk nut la' geweest en dat, ofschoon de gealüeer-1 den van de Schelde geen gebruik heb- ben kunnen maken, ook de Duitschers! In datzelfde geva] verkeerden, terwijl zij toch zoker niet* liever hadden ge- daaD dan in Antwerpen eon basis in- i richten voor hun duikbooten. Het feit trouwens, dat aan den Nc- deriander Van Vollenhoven op de' meest, vleiende wijzo bet eere-burger- i Bchap van Antwerpen is aangeboden, j wijst er op., van hoeveel nut de neutra- j Jiteit van Nederland voor België is geweest. Hadden wij ine© tot de oorlog- j voerenden benoord, dan zou de werk-1 zaamheïd van den heer Van Vollenho-! ven natuurlijk onmogelijk en de af-1 sluiting van België volledig zijn ge-i worden. Het hield, ouder het borbaar- sche régime van Duitscbland, nog voe ling met de beschaafde wereld via Ne derland'. Juist de nabijheid van Nederland maakte de verhoudingen voor het Bel gische volk, in weerwil van den elec- trischen draad, nog ©enigszins elas tisch en scuiep bovendien een contröle op clo allerergste uitspattingen van het bezettende leger. Dat die elasticiteit inéér dan een woord ie wordt duidelijk voor ieder die bedenkt, hoeveel jonge Belgen over ons land naar Enge.and zijn ontkomen en vandaar, terug- keerend naar Frankrijk, dienst heb- beu kunnen nemen in net Belgische leger- Concludeerend kan ik dus vrijelijk zeggen, dat Nederland als mede-oor logvoerende natie voor de Belgen van oneindig minder belang zou zijn ge weest, dan Nederland als neutrale staat, kltijd goreed om te doen, wat voor het verdrukte volk noodig en mogelijk was. Dit is zoo eenvoudig van ruchter- beid, dat er, zou lk zeggen, niet veel tegen te zeggen la. En nu moeten wii Nederlanders ons vooral niet te veel laten voorstaan op wat wij 1 oor de Belgen deden, rechtstreeks en indirect en heelemaal niet uit het oog verlie zen, wat de Belgen deden voor ons, ofschoon niet met de bedoeling, het voor ons te doen. Toen generaal La- -man Luik verdedigde en alleen gevan gen genomen kon worden, omdat zijn laatste fort hem op 't hoofd gevallen was en bedolven' had, toen de Belgen stand hielden bij Haelen en den User, toen verdedigden zij ook de zaak van Nederland, Er moei geen inwoner van dit land, geen jongen van twaalf jaar en vooral geen geschiedschrijver we zen, die dat vergeet, /onder dezen kloeken tegenstand van de Belgische forten en het Belgische leger zou Wilhelm von Hohenzollern misschien hier in Nederland op een heel andere manier vertoeven, dan als vluchte ling' Ja, Yan den ex-keizer gesproken, ook in zijn tegenwoordigheid ligt een grief jegens ons. Maar denken onze Belgische vrienden niet, dat wij óók liever dezen gast naar elders tadden zien gaan? Niet om de complica ties, die daaruit konden voortvloeien, maar uit hartgrondigen afkeer van den voorbereider en stichter van de zen afschuwelijken oorlog. Het Is mo gelijk, dat er enkele lieden ln ons vaderland zijn, die na al het gebeur de nog Wilhelm von Hohenzollern de hand boven het hoofd zouden willen houden, maar het ls er niet één op da honderd en misschien niet ééff op de duizend Nederlanders. De overigen beschouwen hem o.ls een grooten misdadiger en zien hern, zooals hij is, ontdaan van alle op pervlakkige praal, oIb een n-an zon der talent, zonder beteekenis en zon der gevoel van verantwoordelij klieid, die ter wille van het aanzien van "zijn dynastie de toekomst van zijn volk en het recht in Europa roekeloos op het spel heeft gezet. Dit op den voorgrond. Wij staan dus tegenover Wilhelm von Hohen zollern gansch anders, dan tegenover de tienduizenden, die in den loop der eeuwen gebruik maakten van het asyi- recht van Nederland, ongelukkigen, vervolgden, menschen zonder smet op hun karakter, die ln ons lend een nieuw bestaan kwamen zoeken. D&t zocht de ex-keizer ln ons land niet; hij wensehte alleen veiligheid. Of nu de Nederlandsche regeering verplieht Is hem volgens de Interna tionale overeenkomsten uit te leveren, niet alleen aan zijn eigen volk, dat hem blijkbaar in het geheel niet wenscht terug te zien, maar ook aan de geallieerden, zoo die dit mochten vragen, ie een kwestie van juridische finesse, die ik niet zou durven oplos sen, maar waartoe onze Belgische collega» zij houden het mij ten goede- evenmin geroepen zijn. Het verscherpende, verbitterende element dai er lag in dio overkomst van den ex-keizer over onze grens, nl. dat hij daartoe op de een of an dere wijze zou zijn uitgenoodigd of opgewekt van Nederlandsche zijde, is weggenomen door do" verklaring van Minister Ruys in de Kamer. Uitdrukkelijk heeft hij verzekerd, onvoldoende" ën bussen gecondenseer de melk zijn op den duur voor eon werkmansgezin veel te kostbaar. Je moet dus wel eens trachten iets machtig te worden ter aanvulling van de karige rantsoenen en... moet die aanvulling dan altijd duur be talen. Dan is er te weinig gas om op te koken, je moet dus zooveel mo gelijk koken op vuur, maar daarvoor heb je weer geen brandstoffen genoeg en je bent du» varplicht, duur hout te koopen. Vroeger was één 2&-cenL stuk voldoende voor ruim 2 uur gas- brand en, thans doe Je er maar 1 uur en 8 minuten mee! Nu kunt u u voorstellen, wat een ellende er heerscht in gezinnen, waar de man minder verdient dan lk en waar veel kinderen zijn, die nog niets „Inbrengen". Daar wordt gebrek geleden, daar heerscht zonder eenigen twijfel ondervoeding, want de men schen. die geen schulden willen ma ken, kunnen niet voldoen aan dc ei- schen, die hun lichaam 6telt- Dat er voor ontwikkeling ln 't ge heel geen geld kan overschieten, uat de werkman er ln dezen lijd niet aan denken kan zijn kinderen nog eens iets extra's te laten leeren, behoet 1., u niet te zeggen! Als, zoo eindigde onze zegsman voor ambtenaren een extra-bijslag noodig, dan is deze toch zeer zeker noodig voor werkmansgezinnen, du*, ©r slechts met de grootste moeite en niet veel ontberingen in slagen, zich buiten schuld te houden! De wapenstilstand, die 17 December zou afloopen, is met een maand ver lengd. T Verdrag geldt dus nu tot 17 Januari.. Maar er is tevens bepaald, dat de verlenging, onder voorbehoud ven de goedkeuring der geallieerden,- zal duren tot 't sluiten van den pre- liminalren vrede. Dat wil dus zeggen, de Duitst'iero mogen den wapenstilstand ln 't ge heel niet meer verbreken, doch de En- lente mag dit na 17 Januari wel, of met nieuwe voorwaarden komen. Uit alles blijkt wel, dat de Duit sche ra In Spa en Trier niet veel an ders dan „ja" te knikken hebben. Ook nu hebben Foch cn zijn onder handelaars weer gedaan gekregen, dat voor Duitschland de voorwaarden voor den wapenstilstand verzwaard zijn. Thans is namelijk de volgende nieuwe bepaling opgenomen: „Het oppercommando der geallieer den behoudt zich van nu uf aan voor, wanneer bet Git noodig oordeelt en om zich nieuwe waarborgen te verschaf fen, de neutrale zóne op den tech ter- Rijnoever ten Noorden van het Keul- sche brughoofd en tot de Nederland sche grens te bezetten. Deze tezet- Ürig zal door hei oppercommando der geallieerden zes dagen von tevoren worden aangekondigd". Waar tegen willen de geallieerden nieuwe waarborgen -hebben? Hoewel dit uit de telegrammen uit Trier niet blijkt ligt 't vermoeden voor de hand, dat 't een bedreiging tot de Bolsje- wilti-elementen in Duitschland is: als er ln Duitschland geen geregelde toe standen ontstaan, zal 't voor ons noo dig zijn om steeds meer gebied van Duitschland onder bezetting te bren gen. Verder hebben de Duitsche gedele geerden te Trier goed gevonden, dat de Duitsche koopvaardijschepen die ln eigen havens liggen 25 milliocn ton onder contröle van de geal lieerden, voor de levensmiddelen voor ziening van Dunsculand ter ieschik- king gt3leid moeten worden. De sche pen blijven Duitsch eigendom t-n wor den van Duitsche equipage voorzien" zoo constateerde Erzberger. Maarschalk Foch antwooidde hier op in beginsel instemmend. Geheel vast slaat dit Duitsch-cigéndom-blij- ven dus niet! Nog werd medegedeeld, dat te Da rijs een commissie zal zetelen die de levensmiddelen ophoopt, terwijl de met de verdeeling en 't transport be laste commissie te Londen gevestigd wordt. Tussehen gedelegeerden van Duitschland en van de Entente zul nu verder onderhandeld worden over de intieme quaesties van deze scheeps- regeling. Onze Lïchfcoek En hoe heet je, vent? vroeg at onderwijzeres van een bewaar&.lioc aan een nieuwen leerling. Dat w©et ik niet! Kom, dat weet je we!! Wat zegt moeder, als ze je roept omdat tie psnnekoeken klaar zijn? Dan roept moedor ni;t! Dan ben ik er al! De Duitschers hebben óp zich gen© men er voor te zorgen, dat uiterlijk 18 Januari al 't in 't eerste wapenslil- staudsverdrag bepaalde materiaal ook de spoorwaggons en de locomotie ven zal zijn uitgeleverd. In plaats van 't niet afgewerkte oor- logsschip „Mackensen" zullen dc Duitschers nu 't linieschip „Baden" aan Engeland moeten uitleveren. Dc Duitsche gedplc-geerden protesteer den daartegen wei, maar zonder uit werking. Tot zoover 't nieuws uit Trier. V001 de Duitschers bestaat er dus hoop, dal binnenkort voedsel rit Amerika komt. Mits er in Duitschland geregel, de toestanden ontstaan. Zal 't in Duitschland tot ©en ern stige poging komen om orde op do za ken te stellen? Er is verzekerd, dat de Entente geen vrede wil sluiten met de tegen woordige Duitsche regeering. omdat die nog niet door den volkswil erkend is. daar er veel te lang gedraald i* met de bijeenroeping van de Natio nale Vergadering. Bovendien wil de Entente ook niete me', 't Bolsjewisme te maken hebben en weigert »V om met- de arbeiders- c-n eoidaten radon ie onderhandelen. Nu is er !n de laatste dagen een ac tie ontstaan om den reeds door de nieuwe regeering ombonden ver klaarden Rijksdag weer bijeen roe pen, maar de regeering van Ebert ©n zijn mannen verkozen daarop niet in te gaan. Dc voorzitter van den Rijks-lag, Febrenbach, die indertijd, al geprotes teerd heeft tegen de ontbinding, heeft nu aan alle Rijksdagleden 't v n'sou- de schrijven gericht ,,D© termijn van wapenstilstand loopt dezer dagen af. Ook als d:o ver lengd zou worden, moet ougoublikke- lijk naar het sluiten van ©en voorloo- pigen vrede worden gestreefd, wan neer het vaderland voor verdere ge weldige schade zal worden bewaard. De berichten uit. heb kamp onzer vij anden wijzen er echter met steeds «rootere beslistheid op, dat deze do bovoegdkeid van de tegenwoordige ro- geering om te onderhandelen ontken nen. doch dat zij de wetgevende or- ganeD van het oude rijk. den bonds raad en deu rijksdag. u!s gerechtigd erkennen tot het vormen van oou wet telijke rijksregeering zoowel als tot het nemen van een besluit over een kies wet voor de nationale vergadering. Mijn herhaalde bemoeiingen om den heer Ebert in het belan° dor rijkslei- ding van de noodzakelijkheid van het bijeenroepen van den rijksdag te over tuigen, zijn zonder resultaat gebleven. De nood des tijds verbiedt verder af wachten en verplicht mij, ook zon der toestemming derre- g e e r i n g, van de in de zitting yan 26 October j.l. ontvangen machtiging tot hei bijeenroepen van den rijksdag gebruik te maken. Ik roep der- balvehierbij den rijksdag bijeen, en houd mjj de bopaling van plaat» en tijd der vergadering nog voor. Ik verzoek den heeren zich voor vertrek gereed fce houden en in de binnenkort te beleggen vergadering voltallig te verschijnen." Dit schrijven is ook aan tien raad van voïksgemachtigden gezonden, die- ar n Fehrenbacb het volgende heeft geantwoord: Op uw vriendelijk schrijven van heden veroorloven wij on» liet volgen de te antwoorden „De bewering dat de Entente aan de tegenwoordig© rijks-1 le.ding bevoegdheid om te onderhan delen ontzegt, doch den bondsraad en den rijksdag als gerechtigd erkennen tot het vormen van een wettelijke rijksregeering, evenals tot hot nemen van een besluit over een kieswet voor de nationale vergadering, is van tod© haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPlAATJE. Willem Cornells van Zutphen kwam flieL was in Februari 1920) de Barteljorisstraat uit en stapte de Groote Markt op. Ofschoon het in de morgenuren was, dus kantoortijd, maakte hij niet de minste haas Er was namelijk dien dag geen kan toor, omdat er toch memand ver scheen: de patroon was ziek, de boek houder evenzoo, de tweede klerk en de jongste bediende ook wat zou hij. als eerste klerk, daar dan dood alleen op een kruk blijven zitten! Dm had hij de brieven opengemaakt, ge zien dat er niets bijzonders bij was en zichzelf daarop verder verlof gegeven ■voor den lieelen dag. Nu wandelde hij al sinds een uur de atad rond, maar veel ontspanning hod hem dal niet opgeleverd. Er was namelijk geen sterveling op straat- Niet zoo maar bij wijze van spreken, maar in den meest volstrekten zin van het woord. Noch op de Groote Markt, noch in een vun de daarop uil- mondende straten, was een levend wezen te zien of te liooren. Van Zut phen verwonderde zich daarover .niet. Den vorigen avond had hij in Haarlem's Dagblad een uitvoerig re laas gelezen over eon nieuwe, de der- ,do, griep-epideinic, die over Neder land gekomen was en nog veel be smettel ijker bleek te wezen, dan de ftweo voorgaande. Bij hoopjes vielen de menschen op de incest letterlijke manier om en hadden nauwelijks de kracht nog, om hun bed te bereiken, iwaar zij dan een dog of wat in bic .ven, orn er, altijd genezen, want de ze epidemie was goedig, maar doodzwak en mager, weer uit, op te ■taan. Terwijl do twee vorige epide mieën de menschen meer achtereen fvolgens aantastten en dan nog niet eens alle», Irof deze niéuwe vlaag (van ue ziekte de bewoners van ge hcele straten en kwartieren te gelijk. V an Zutphen wist dus. do menschen dio hij op straat niet zag, lagen in hun bed. Hij wou evenwel op de hoog <e komen mui den omvang dor ziek- te en stapte dus de Groote Houtstraat in, naar 't bureau van Haarlem s Dagblad, in de hoop. dat hij op hel zwarte bord wel wat nieuws lezen zou. Maar er stond niets op, dan nieuws van vorige dagen en toen hij goed keek, vond hij de ooraaak daar van: op een papier, blijkbaar met ziokemans-hand geschreven, stond te lezen, dat de courant niet verschijnen zou, omdat- het heele personeel ziek Jag. De deur van 't kantoor was dan ook gesloten. Een oogeriblik stond hij stil om na te denken. Ofschoon liet elf uur was, anders een druk morgenuur, zag h niemand in de Groote Houtstraat, zoodat de gedachte bij hem opkwam, dat hij misschien de oenfgc Haarlem mer zou wezen, die op de been was gebleven. Dit gaf hem een onplezie rige gewaarwording van eenzaam heid. Langzaam voortwandelende kwam hij langs zijn gewonen sigaren winkel en probeerde, of die open was. De deur week, de bel ging over. Hij wachtte, maar ca- kwam niemand. Ofschoon de kistjes sigaren voor het grijpen stonden, durfde hij geen si garen nemen, daar ze toch zijn eigen dom niet waren on hij geen geld open in het kistje durfde leggen. „Is daar iemand?" riep hij tot twee maal toe. Eindelijk kwam er een zwakke stem dio antwoordde: „Wat is er? Ik kan niet uit mijn bed ko men!" „Ik wou een paar sigaren hebben, ik ben van Zutphen!" „Ja, neemt u maar cn legt u in aai1 wat geld neer. 't is wel goed." Van Zutphen deed wat hem gezegd was en toen hij dampend heenging, hoor de hij nog een zwak geroep: „trek de deur goed achter u dicht, asje blief!" Zijn hoop, dat er nu levende we zens op straat gekomen zouden zijn, werd niet verwezenlijkt. Er was nog altijd niemand, zelfs geen hond of kat. Natuurlijk ook geen trams of vrachtwagens. Geen geluid hoege naamd, dan van zijn eigen voetslap pen, die hem hinderden, omdat ze klonken en weerklonken alsof hij op zware rijlaarzen liep. Er schoot hem te binnen, dat hij eens gelachen had over een volzin in een roman: „de dat er geen enkele officieel e slap Is gedaan en dat alle verhalen daarom trent, dus ook het ontstemmende bo- richt van het bezoek van Ge neraal va n Heutsz aan Spa, tot het rijk dei' fantasie behoo- ren. Verwonderlijk is dat, terwijl tnën voortdurend er op uit is moeilijke kwesties door internationale commls sies te doen oplossen, voor deze vra3g van de uitlevering van den Duitsclien keizer zoodanige commissie rog niet is samengesteld. Geleerden in ParijE, ln Londen en in Nederland spitsen daarop hun vernuft Zou het riet be ter zijn, wanneer men deze heeren ln één vertrek bij elkaar bracht met de opdracht om tot een conclusie te komen, ongeveer op de wijze, zooals dat bij een jury geschiedt? Hun uit spraak zou ten slotte veilig door alle partijen kunnen worden aanvaard en ik wil er wel bijvoegen dat, wanneer die tot uitlevering concludeerde, ver reweg en verreweg het grootste ga deelte van het Nederlandsche volk dezen gast gaarne weer over de gren zen zou zien gaan, ofschoon wij door eeuwen-oude oefening zéér l-.tteloorlg zijn op het punt van ons asylrecht. Wij Nederlanders wenechen niets liever, dan met de Belgen op aange- namen voet verkeeren. Willen rij b<" tegenovergestelde? Ik heb het nog niet bespeurd. Zeiter. er Ls een cercie geweest, de eêne of andere club, die lets van ons schijnt te ei- schen ten opzichte van de Schelde en waaraan de Kamer van Koophandel, ook -een cercie als lk het zeggen ,mag, maar dan allicht van wat grooter beteekenis, baar instemming heeft verleend. Eischen? Valt er voor de Belgen, beter gezegd voor e e n i- g e Belgen, iets van ons te eischen? Wij behooren niet tot de overwonne nen, wij zijn Goddank toch geen Duit schers en ook geen Duilscliersgenoo- ten, wij behoeven dus geen oorlogs schatting aan de overwinnaars te be talen, in welken vorm dan ook! Komaan, laat ons kalm blijven, naar onzen landaard, wanneer ginds over de grens wat al te lulde stem men klinken. En nu weet ik wel, dat ook Minister Hijmana tot journalisten over de Schelde-quaestio gesproken heeft, zelfs, dat ietwat vage. algemee- ne volzinnen vap Koning Albert en president Poincarê te Parijs gespro ken in verband worden gebracht, maar hoe kan dat ons vorbuzen? Is er één Nederlander, die de gebeurtenis een aandachtig gevolgd heeft en niet wist, vier weken na den oorlog al, dat de Schelde-quaestie, zoo de ge allieerden het wonnen of wanneer er een vrede door overeenkomst komen zou, dat die quaeslie vost en zeker op de vredesconferentie zou worden behandeld? Dat begrepen wij allemaal en het is ook verkl aarbaar'en goed. Of hebben wij alweer vergeten, dat juist die Schelde-quaestie ons tijdens den oorlog menig angstig »oogenblik heeft bezorgd, omdat er veel kwaad gerucht over geloopen ie van een En- gelsch plan om de rivier te forceeren, van de Duitschers om er hun duik booten door te laten varen? Neen, er ie een ander punt, dat on ze aandacht trekken moet. Waarom spreekt men ln Londen nu ul van de ze aangelegenheid, nu de vredescon ferentie nog niet een» begonnen is? Zou het niet zijn, om ons gelegenheid te geven, vooraf onze meening daar van te doen kennen? Welnu, van de ze gelegenheid wordt gebruik ge maakt. Zeeuwsch-Ylaanderen komt al duidelijk verklaren, dat het niet Bel gisch worden, maar Nederlandsch blijven wil. En wat Zuid-Limburg aangaat, van alle kanten maken de bewoners zich op om te getuigen van hun trouw aan Nederland: de volgen de week zal in Maastricht een groote demonstratie gehouden worden en onze autoriteiten zullen er wel voor zorgen, dat al deze stemmen gehoord worden door de deuren van de vredes conferentie te Parijs heen. En wij in de andere provinciën, stemmen in met de verklaring van Minister Ruijs, dat ons land ongeschonden blijven moet. Ten slotte de hoofdzaak: waarom zouden wij geen vertrouwen hebben in wat deze conferentie omtrent over dreven eischen jegens ons beslissen zal? Is ei- eenige reden tot wantrou wen? Tijdens den oorlog kwam het ge vaar altijd weer van den Dultschen stilte was hoorbaar", maar nu be greep hij goed, wat daarmee bedoeld werd; hom scheen deze stilte dik als witte watten. Hij begon te fluiten, om toch wat anders te hooien, dan die onveranderlijke voetstappon: Klots, klots, klots, klots. Maar 't kloDk stecht, hij floot valsch. Mismoedig hield hij op en liep door. De klok van de Houtpoort stond stil. In de grachten was geen teeken van leven te zien. Plotseling schrikte van Zutphen op: er werd vlak in zijn nabijheid tegen een ruit getikt en toen hij keek waai 't geluid vandaan kwam, zag hij een grooten inan in nachtgewaad, die hem wenkte met een kan in zijn hand. Van Zutphen, goe dige jonge man, bood weerstand aan de opwelling om weg te loopen en belde aan: spoedig werd de deur open gedaan en binnenstappende zag hij den man. die met een heesche steiu vroeg, of hij melk wou halen bij den melkboer om den hoek. Hij stemde toe en ging met de kan op weg. Maar al zoekende naar den melk man kwam er een vreemde onver schilligheid over hem, waartegen hij zich niet kon verzetten. „Waarom zal ik", zoo vroeg hij zicli af. „voor 'een wildvreemden man melk gaan halen, wanneer ik misschien de eonige ben, die ln Haarlem nog op do been is? Ze kunnen me wel zoovéél bood schappen opdragen!" Toen ging zijn fantasie aan "t werk. Hij bedacht, dat duizend menschen hem zouden vragen om-brood te koopen, duizend anderenom boter, weer duizend an deren om vruchten te halen en hoe hij, in vollen ren, door dc leego Haar- Jemsche straten holde om al die boodschappen te bezorgen. „Nee, hoor. dank je wel", zei hij tot zich zelf. plantte de melkkan in een ven sterbank en ging verder, zonder zich er meer om te bekommeren. Het trof hem, dat hij, uldus aheen in Haarlem wandelende, zich 111 het geheel niet behoefde te storen aan de anders voor rustige burgers geldende voorschriften. Tot nu toe had hij zie!, altijd strikt aan dc bepalingen van de poli tie-verordening onderworpen, zelfs altijd rechts gehouden, ook in niet drukke straten. Dit was nu on- kant Na «Jen oorlog 1* hert van <Ie Entente niet te verwachten. 7.ou En geland, dat in den oorlog ging ook om de rechten der kleine naties te steunen, nu dulden, dat van een an der klein land zoo rnoar stukken wer den afgeknipt? Zou president Wilson, wiens program' uitdrukkelijk eischt, dat volkeren en gedeelten van vol keren zelf over hun lot beslissen, zooiets verdragen? Dat mogen wij niet gelonven. Wakker blijvende, duide lijk verklarende, wat wij willen en niet willen en waarom, moeten wij tevens-ons er voor hoeden, te verval len tol een zenuwachtigheid, waar voor geen reden bee laat, omdat er niet» onherstelbaars gezegd, vee! min der gedaan is. J. C- P. De Gemeentewerklieden. In het onderhoud dat wij onlangs met het Raadslid, den heer M. A. Reinalda hadden kon deze, zooals wij toen schreven niet in details treden en daarom hebben wij ons nog eens tot het hoofd van een werkmansgezin, lid van den Bond van Gemeentewerk lieden, gewend om wat meer bijzon derheden te vernemen betreffende de toestanden, die in dezen crisistijd in de gezinnen der werklieden heer- schen. Onze zegsman is een van die gc meentewerklieden, die wat men noemt, „goed hun brood hebben", maar hij aarzelde geen oogenblik op onze vraag, of hij den door den Bond in zijn adres aan den Gemeenteraad gevraagden extra-bijslag van f 20 noodzakelijk achtte, te antwoorden: Noodzakelijk? Broodnoodig! In schijn is onze positie thans beter di.n vier jaar geleden, maar in werkelijk heid ia zij slechter door de ontzettende duurte van de levensmiddelen er, van zooveel andere onontbeerlijke dingen lk Waardeer het, dat er zooveel mo gelijk levensmiddelen gedistribueerd worden, maar op ander gebied, cp dat van kleeding, schoeisel, ligging, komen wij nog veel te kort. Maar er wordt toch goedkoope Ideeding verschaft? vroegèn wij. Ja, maar daar gaat het hei eigenaardig mee! Aan volwassenen wordt één stuk, aan kinderen worden twee stuks onderkleeren verstrekt, maar je moet maar aannemen wat gegeven wordt en zoo kan het voor komen,.dat je met een borstrok Unu komt als je een hemd noodig hebt en omgekeerd! Waarom wordt niet ge geven wat men volgens eigen verkla ring het meest noodig heeft? En bo- venkleeren, daar is hausl 111 't gfelieel geen aankomen aan: je durft dood- eenvouciig de winkels met binnenloo- pen, want Je schrikt van de prijzen. Niet alleen nieuw goed is duur, maar ook tweedeliaudsch. ziet u dat kleed/ en onze zegsman wees op een klem karpet. Dat heeft m n vrouw pas gekocht bij een uitdrager, want w konden onmogelijk isuiger met hei oude doen. Weet u. wat ze er voor betaald heeft? 25 guldenl En zoo gaat het maai- doorl lk zou mij schamen, als u de gaten in de dekens op onze bedden zag en m'n vrouw kan ze met verstellen, want het goed, dat daar voor noodig is, kost f 1.65 een el! Je kunt Je niet van iets nieuws voorzien als je Je niet een beelen tijd lang au dere noodzakelijke dingen ontzegt. Ik draag in mijn werk meest klom pen en daar ben ik dan ln een week. of vier dóór. ben uieuw paar kost f 1.65. Zoodat lk alleen aan klompen al een goede 40 cent per week kwijt ben! Natuurlijk heb lk door die '«dom pen veel slijtage aan kousen en sok ken, maai- sajet om ie sloppen is mei te betalen. Een keer is or regeenngs- eajet verstrekt voor f 0.60 een knot. ik heb gehoord, dat de prijs nu f 3.5U per knul is! Een molton hemd kostte vroeger f 1.60, nu f 7. En wat de voeding aangaat: hel broodrantsoen is nu gelukkig wat grooter geworden, zoodat wij nu nie. meer tweemaal per dag middags en 's avonds aardappelen behoeven te eten, maar over het algemeen voorziet het gedistribueerde toch niet in de behoeften van een werkmansge zin. Vet is er niet, de boter is zeer Bchaarsch en de hoeveelheid melk, ui. je dagelijks kunt krijgen, is totaal noodig en opzettelijk ging hij links over het Houtplein loopen, maar had er niet zooveel plezier van al» hij dacht Het handde hem niet, hij was al te veel aan het deugdzaam rechts houden gewend. Zoo voortwandelende kreeg hij bel 6tandheeld van Frans Hals in t oog. Nu bekroop hem oen onweer staanbare behoefte lol kwaad doen. Met groote stappen dwars door hel piantsofemje gaande, probeerde bij het voetstuk te beklimmen, maar 't was tc glad. „Misschien ben lk ook wel niet lenig genoeg meer'dacht hij. Daarop maakte hij balletjes van aarde en begon daarmee naar den neus van Frans-Hals te mikken, dien hij telkens weer raakte, zoodat hel gericht van den schilder er al gauw wonderlijk begon uit te zien. Daar dit spelletje hem gauw ging vervelen, wandelde hij weer weg. Ergens In de verte sloeg het op een klok twaalf uur. Dit bracht hein in herinnering, dat het tijd werd voor koffiedrinken en meteen voelde ïnj. als een suggestie van honger, een leegte in zijn maag. Het zou niets baten om naar zijn eenzame kamer te gaan. Dien morgen had hij toen ai moeteu ontbijten von de oudbak ken restjes, die bij iu de kasten had gevonden, omdat do bakker niet ver schenen was en de hospita, evenals ieder ander in huife, zlok te bed lag. Hij zou dus nu niets meer vinden. Toch verlangde zijn maag bevredi ging. Hij was nu juist vóór eon hotel ge koinen en keek aarzelend naar bin nen. Zijn matig inkomen, waarvan hij maai' juist pension, kleuren, belas ting en een eenvoudige uitspanning betalen kon, liet niet toe, dat hij zich te goed deed in groote hötels. Muur de toestand was zoo ongewoon en bo vendien had bij nog een daalder ln den zak; dus vatte hij moed, doed de deur open en keek ln de portiers loge. Die was leeg. Hij iuistérdo. Nergens was een geluid te hooren. Daarop deed bij voorzichtig 00:1 deur open en kwam in een eetzaal, waar een paar gedekte tafeltjes stonden, waarop brood, kaas. bot or, koek en een kan melk. Hij begreep den Joe- stand dadelijk. De keüner had voor eon paar gasten gedekt, die ten slotte niet verschenen waren en was toen zelf ziek geworden en naar bed ge gaan. Het c-ntbijt stond er dus nutte loos, tenzij... Ja, waarom zou hij er dan geen ge bruik van maken? Als er iemand kwam, zou hij toch betaJen. En zon- der veel verder overleg zat hij al gauw aan een van de tafeltjes en deed zich te goed. De wandeling had hem honger gegeven, hij voelde bo vendien web dat hij om bestand te I blijven tegen het drukkende van de ze wonderlijk-stille omgeving, flink eten moest. Dus maakte hij ook Jk-i andere ontbijt op en stak toen een sigaar aan. waarna hij een half uur tje behageiijk in een gemokkelijkcn stoel ging rusten, met het oog op de deur en de hand in der. zak, ge reed om wanneer iemand van 't ho tel zou binnentreden en hem varwij ton doen, met een trot&ch handgo baar te zeggen: „Kalm, asjeblief. 11 komt aan mij niet te kort, lk ral 11 behoorlijk betalen". Maar niemand kwam er ten slotte bogon hem de omgeving te vervelen. De moeilijkheid was nu, om te taxee- reu wat hij verbruikt had, daar alle begrip van prijzen ln een hotel als dit hem vreemd was. Dus aarzelde hij tusechen twee kwartjes en een gul den, besloot, daarop tot 75 cent, dal hij flink betaald vond. legde de drie kwartjes - goed zichtbaar neer en stapte daarop .weer de deur uit. Ge lukkig was 't mooi weer. Anders had hij thuis moeten blijven en hij kon niet zonder tegenzin denken aan al leen zitten in een kamer, in een huis waar overigens iedereen ziek was. Dien middag zwierf hij evenals des morgens doelloos rond. Allerlei won derlijke gedachten kwamen bij hem op, bijvoorbeeld of bij den moed zou hebben, ergens waar de deur nan- slond (er waren toch zóóveel onge sloten deuren; naai' binnen te gaan en wat weg te nemen. Hij bekende zichzelf, dat liij daartoe den moed niet hebber, zou en ln zijn gedachten kwam maar voortdurend het hor-hl voor van een politicagent, dien i v. el kende, een grooten. mot n haai'. „.Aha," zei hij tot zichzelf, ,.je ziet niet op tegen stelen omdat h.-.i slecht is, mannetje, maai omdat je bang bent voor de politie. K11 daar na schoot hem te binnen, hoe goed het trof, dat niet alleen alle agenten van politie, maar blijkbaar ook alia boosdoeners tegelijk ziek .waren ge worden', omdat ander;. «Ir- schurk n vrij stiel zouden hebben gehad. Dit bracht hem geweldig aan 1 lachen, hij kon ar niet meer van ophouden, zag zichzelf plotseling ln een win' spiegel proestend van lachen, met een vuurrood gezicht. Di: maak' hem een beetje bang, dat hij in deze wonderiijke stilte misschien gek zou weiden; als tegenwicht ,cing hij 11a, welke brieven er dien dag op t kan toor waren gekomen en wat hij er den volgenden dag op .•i>iwooi...m zou. Al voortwandelend vroeg hij ...i- af, waarom hij blijkbaar de een:- ge in Haarlem was, die op dc been had kunnen blijven. Was dut ecu on derscheiding of het tegenovergesteld*? Dit getob begon hein eindelijk te ver velen. bovendien had bij weer honger en nam wat uit een baiikclbakkcr- winkel, waarvan de deur openstond, voor betaling liet hij een kwartje ach ter. Onwillekeurig ging hij in de richting van zijn kamer, 't Werd donker en hij was moe. 11 ij liep steeds harder en harder, tot hij eindelijk op oen sukkeldrafje ging, hijgend, maar zonder te willen ophouden oriidai luj voelde, dat het moest. Want juist vóór zijn pension was het of zijn hoofd van lood werd en zijn beunen van ka toen; nog Juist had hij de kracht, do deur te openen, de trap op te strom pelen. zich zoowat uit te klcedun en op zijn bed neer te vallen. Het eo nige waar hij zich toen nog van he wust werd, was blijdschap, .dut hij nu, evengoed als al de andere men schen, ziek géworden en niot meer l> ©enigè gezonde tussehen nl di;- v. ken was. FIDELÏO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1918 | | pagina 5