OM ONS HEEN
Buitenlandscli Overzicht
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 14 DECEMBER 1918 TWEEDE BLAD
No. 2563
Wij en België.
Dit is maar een gemoedelijk praatje
en geen deftig artikel, want dan 7.011
er boven moeten staan: BELGIë EN
WIJ, omdat het niet beleefd is, zelf
je Zondagsche kanier binnen te gaan
en een gast achteir je laten aankomen.
Maar voor zoo'n gemoedelijk betoog,
kom, d&arvoor mag het wel.
Wij zijn toch ook niet minder ge
worden dan onze vrienden de Belgen,
sinds zij met hun groote bendgenoo-
ten samen de overwinning konden bee
halen in den oorlog, waarin wij neu
traal bleven. Als je den laatsten tijd
dc Belgische bladen leest, zou je
heusch denken, dat do Belgen zich
huizen hoog boven ons verheven ge
voelen en ons, op zijn minst, niet al
te vriendelijk aankijken. Laat ik da
delijk zeggen, dat onze sympathie
voor hun treurig lot van de laatste
jaren en de glorieuse overwinning op
't eind, daardoor niet geleden heeft.
Althans bij mij niet. De rol van over
winnaar is moeilijk, vooral wanneer
die zoo plotseling, zoo bijna zonder
overgang komt na de droeve rol van
den overwonnene en verjaagde. Het is
dus zoo verklaarbaar, dat onze <ol-
lega's in België, alvast In de eerste
nummers van hun couranten rondkijk
ken hoe zij hun geliefd België kannen
afronden en op hoogen 10011 schrijven
over het monopolie op de Schelde en
de annexatie van Limburgs uiterste
zuidpunt. Verklaarbaar, maar daar
om nog niet al te zwaar op te vatten.
Onze zuidelijke broeders ïoopen wat
spoediger warm dan wij, maar koelen
ook eerder af.
De oorlog was nog lang In gang,
toen nu en dan ook al een LJeine
wrijving bleek, hieruit voortvloeiende
dat de Belgen Sn den oorlog waren be.
trokken en wij er buiten hadden kun
nen blijven.
Zonder twijfel is dit ©en groot voor
deel voor ons land geweest, een ge
volg alleen van de ligging, waarop
wij ons overigens niet behoeven te ver-
hoovaardigon. Lag België op de plaats
van Nederland en omgekeerd dan zou-1
den wij al het leed hebben meego-
maakt, dat de Duitsche inbrekers
thans over België hebben uitgestort cn
ofschoon het geen practisch nut beeft
na to gaan, of België in dat geval
zich uit eigen beweging geveegd' zou 1
bobben bij de bestrijders van Duitoch-1
land en niet, evenals wij, neutraal zou
zijn gebleven, mag ik toch wel dit con-1
stateeren, dat ons land in staat is ge-
weest juist door dio neutraliteit, aan j
onze Belgische buren gróót© diensten
te bewijzen. Ik spreek nog niet van!
bet als gast ontvangen van tiendui
zenden Belgen, maar zeker ia het, dat'
onze*ligging als neutrale staat naast)
België, ton opzichte van zijn voedsel
voorziening van voortreffelijk nut la'
geweest en dat, ofschoon de gealüeer-1
den van de Schelde geen gebruik heb-
ben kunnen maken, ook de Duitschers!
In datzelfde geva] verkeerden, terwijl
zij toch zoker niet* liever hadden ge-
daaD dan in Antwerpen eon basis in- i
richten voor hun duikbooten.
Het feit trouwens, dat aan den Nc-
deriander Van Vollenhoven op de'
meest, vleiende wijzo bet eere-burger- i
Bchap van Antwerpen is aangeboden, j
wijst er op., van hoeveel nut de neutra- j
Jiteit van Nederland voor België is
geweest. Hadden wij ine© tot de oorlog- j
voerenden benoord, dan zou de werk-1
zaamheïd van den heer Van Vollenho-!
ven natuurlijk onmogelijk en de af-1
sluiting van België volledig zijn ge-i
worden. Het hield, ouder het borbaar-
sche régime van Duitscbland, nog voe
ling met de beschaafde wereld via Ne
derland'.
Juist de nabijheid van Nederland
maakte de verhoudingen voor het Bel
gische volk, in weerwil van den elec-
trischen draad, nog ©enigszins elas
tisch en scuiep bovendien een contröle
op clo allerergste uitspattingen van het
bezettende leger. Dat die elasticiteit
inéér dan een woord ie wordt duidelijk
voor ieder die bedenkt, hoeveel jonge
Belgen over ons land naar Enge.and
zijn ontkomen en vandaar, terug-
keerend naar Frankrijk, dienst heb-
beu kunnen nemen in net Belgische
leger-
Concludeerend kan ik dus vrijelijk
zeggen, dat Nederland als mede-oor
logvoerende natie voor de Belgen van
oneindig minder belang zou zijn ge
weest, dan Nederland als neutrale
staat, kltijd goreed om te doen, wat
voor het verdrukte volk noodig en
mogelijk was.
Dit is zoo eenvoudig van ruchter-
beid, dat er, zou lk zeggen, niet veel
tegen te zeggen la. En nu moeten wii
Nederlanders ons vooral niet te veel
laten voorstaan op wat wij 1 oor de
Belgen deden, rechtstreeks en indirect
en heelemaal niet uit het oog verlie
zen, wat de Belgen deden voor ons,
ofschoon niet met de bedoeling, het
voor ons te doen. Toen generaal La-
-man Luik verdedigde en alleen gevan
gen genomen kon worden, omdat zijn
laatste fort hem op 't hoofd gevallen
was en bedolven' had, toen de Belgen
stand hielden bij Haelen en den User,
toen verdedigden zij ook de zaak van
Nederland, Er moei geen inwoner van
dit land, geen jongen van twaalf jaar
en vooral geen geschiedschrijver we
zen, die dat vergeet, /onder dezen
kloeken tegenstand van de Belgische
forten en het Belgische leger zou
Wilhelm von Hohenzollern misschien
hier in Nederland op een heel andere
manier vertoeven, dan als vluchte
ling'
Ja, Yan den ex-keizer gesproken, ook
in zijn tegenwoordigheid ligt een
grief jegens ons. Maar denken onze
Belgische vrienden niet, dat wij óók
liever dezen gast naar elders tadden
zien gaan? Niet om de complica
ties, die daaruit konden voortvloeien,
maar uit hartgrondigen afkeer van
den voorbereider en stichter van de
zen afschuwelijken oorlog. Het Is mo
gelijk, dat er enkele lieden ln ons
vaderland zijn, die na al het gebeur
de nog Wilhelm von Hohenzollern de
hand boven het hoofd zouden willen
houden, maar het ls er niet één op
da honderd en misschien niet ééff op
de duizend Nederlanders.
De overigen beschouwen hem o.ls
een grooten misdadiger en zien hern,
zooals hij is, ontdaan van alle op
pervlakkige praal, oIb een n-an zon
der talent, zonder beteekenis en zon
der gevoel van verantwoordelij klieid,
die ter wille van het aanzien van "zijn
dynastie de toekomst van zijn volk
en het recht in Europa roekeloos op
het spel heeft gezet.
Dit op den voorgrond. Wij staan
dus tegenover Wilhelm von Hohen
zollern gansch anders, dan tegenover
de tienduizenden, die in den loop der
eeuwen gebruik maakten van het asyi-
recht van Nederland, ongelukkigen,
vervolgden, menschen zonder smet op
hun karakter, die ln ons lend een
nieuw bestaan kwamen zoeken. D&t
zocht de ex-keizer ln ons land niet;
hij wensehte alleen veiligheid.
Of nu de Nederlandsche regeering
verplieht Is hem volgens de Interna
tionale overeenkomsten uit te leveren,
niet alleen aan zijn eigen volk, dat
hem blijkbaar in het geheel niet
wenscht terug te zien, maar ook aan
de geallieerden, zoo die dit mochten
vragen, ie een kwestie van juridische
finesse, die ik niet zou durven oplos
sen, maar waartoe onze Belgische
collega» zij houden het mij ten
goede- evenmin geroepen zijn.
Het verscherpende, verbitterende
element dai er lag in dio overkomst
van den ex-keizer over onze grens,
nl. dat hij daartoe op de een of an
dere wijze zou zijn uitgenoodigd of
opgewekt van Nederlandsche zijde, is
weggenomen door do" verklaring van
Minister Ruys in de Kamer.
Uitdrukkelijk heeft hij verzekerd,
onvoldoende" ën bussen gecondenseer
de melk zijn op den duur voor eon
werkmansgezin veel te kostbaar. Je
moet dus wel eens trachten iets
machtig te worden ter aanvulling
van de karige rantsoenen en... moet
die aanvulling dan altijd duur be
talen. Dan is er te weinig gas om
op te koken, je moet dus zooveel mo
gelijk koken op vuur, maar daarvoor
heb je weer geen brandstoffen genoeg
en je bent du» varplicht, duur hout
te koopen. Vroeger was één 2&-cenL
stuk voldoende voor ruim 2 uur gas-
brand en, thans doe Je er maar 1 uur
en 8 minuten mee!
Nu kunt u u voorstellen, wat een
ellende er heerscht in gezinnen, waar
de man minder verdient dan lk en
waar veel kinderen zijn, die nog
niets „Inbrengen". Daar wordt gebrek
geleden, daar heerscht zonder eenigen
twijfel ondervoeding, want de men
schen. die geen schulden willen ma
ken, kunnen niet voldoen aan dc ei-
schen, die hun lichaam 6telt-
Dat er voor ontwikkeling ln 't ge
heel geen geld kan overschieten, uat
de werkman er ln dezen lijd niet aan
denken kan zijn kinderen nog eens
iets extra's te laten leeren, behoet 1.,
u niet te zeggen!
Als, zoo eindigde onze zegsman
voor ambtenaren een extra-bijslag
noodig, dan is deze toch zeer zeker
noodig voor werkmansgezinnen, du*,
©r slechts met de grootste moeite en
niet veel ontberingen in slagen, zich
buiten schuld te houden!
De wapenstilstand, die 17 December
zou afloopen, is met een maand ver
lengd. T Verdrag geldt dus nu tot 17
Januari.. Maar er is tevens bepaald,
dat de verlenging, onder voorbehoud
ven de goedkeuring der geallieerden,-
zal duren tot 't sluiten van den pre-
liminalren vrede.
Dat wil dus zeggen, de Duitst'iero
mogen den wapenstilstand ln 't ge
heel niet meer verbreken, doch de En-
lente mag dit na 17 Januari wel, of
met nieuwe voorwaarden komen.
Uit alles blijkt wel, dat de Duit
sche ra In Spa en Trier niet veel an
ders dan „ja" te knikken hebben.
Ook nu hebben Foch cn zijn onder
handelaars weer gedaan gekregen,
dat voor Duitschland de voorwaarden
voor den wapenstilstand verzwaard
zijn. Thans is namelijk de volgende
nieuwe bepaling opgenomen:
„Het oppercommando der geallieer
den behoudt zich van nu uf aan voor,
wanneer bet Git noodig oordeelt en om
zich nieuwe waarborgen te verschaf
fen, de neutrale zóne op den tech ter-
Rijnoever ten Noorden van het Keul-
sche brughoofd en tot de Nederland
sche grens te bezetten. Deze tezet-
Ürig zal door hei oppercommando der
geallieerden zes dagen von tevoren
worden aangekondigd".
Waar tegen willen de geallieerden
nieuwe waarborgen -hebben? Hoewel
dit uit de telegrammen uit Trier niet
blijkt ligt 't vermoeden voor de hand,
dat 't een bedreiging tot de Bolsje-
wilti-elementen in Duitschland is: als
er ln Duitschland geen geregelde toe
standen ontstaan, zal 't voor ons noo
dig zijn om steeds meer gebied van
Duitschland onder bezetting te bren
gen.
Verder hebben de Duitsche gedele
geerden te Trier goed gevonden, dat
de Duitsche koopvaardijschepen die
ln eigen havens liggen 25 milliocn
ton onder contröle van de geal
lieerden, voor de levensmiddelen voor
ziening van Dunsculand ter ieschik-
king gt3leid moeten worden. De sche
pen blijven Duitsch eigendom t-n wor
den van Duitsche equipage voorzien"
zoo constateerde Erzberger.
Maarschalk Foch antwooidde hier
op in beginsel instemmend. Geheel
vast slaat dit Duitsch-cigéndom-blij-
ven dus niet!
Nog werd medegedeeld, dat te Da
rijs een commissie zal zetelen die de
levensmiddelen ophoopt, terwijl de
met de verdeeling en 't transport be
laste commissie te Londen gevestigd
wordt. Tussehen gedelegeerden van
Duitschland en van de Entente zul
nu verder onderhandeld worden over
de intieme quaesties van deze scheeps-
regeling.
Onze Lïchfcoek
En hoe heet je, vent? vroeg at
onderwijzeres van een bewaar&.lioc
aan een nieuwen leerling.
Dat w©et ik niet!
Kom, dat weet je we!! Wat zegt
moeder, als ze je roept omdat tie
psnnekoeken klaar zijn?
Dan roept moedor ni;t! Dan
ben ik er al!
De Duitschers hebben óp zich gen©
men er voor te zorgen, dat uiterlijk
18 Januari al 't in 't eerste wapenslil-
staudsverdrag bepaalde materiaal
ook de spoorwaggons en de locomotie
ven zal zijn uitgeleverd.
In plaats van 't niet afgewerkte oor-
logsschip „Mackensen" zullen dc
Duitschers nu 't linieschip „Baden"
aan Engeland moeten uitleveren. Dc
Duitsche gedplc-geerden protesteer
den daartegen wei, maar zonder uit
werking.
Tot zoover 't nieuws uit Trier. V001
de Duitschers bestaat er dus hoop,
dal binnenkort voedsel rit Amerika
komt. Mits er in Duitschland geregel,
de toestanden ontstaan.
Zal 't in Duitschland tot ©en ern
stige poging komen om orde op do za
ken te stellen?
Er is verzekerd, dat de Entente
geen vrede wil sluiten met de tegen
woordige Duitsche regeering. omdat
die nog niet door den volkswil erkend
is. daar er veel te lang gedraald i*
met de bijeenroeping van de Natio
nale Vergadering. Bovendien wil de
Entente ook niete me', 't Bolsjewisme
te maken hebben en weigert »V om
met- de arbeiders- c-n eoidaten radon ie
onderhandelen.
Nu is er !n de laatste dagen een ac
tie ontstaan om den reeds door de
nieuwe regeering ombonden ver
klaarden Rijksdag weer bijeen roe
pen, maar de regeering van Ebert ©n
zijn mannen verkozen daarop niet in
te gaan.
Dc voorzitter van den Rijks-lag,
Febrenbach, die indertijd, al geprotes
teerd heeft tegen de ontbinding, heeft
nu aan alle Rijksdagleden 't v n'sou-
de schrijven gericht
,,D© termijn van wapenstilstand
loopt dezer dagen af. Ook als d:o ver
lengd zou worden, moet ougoublikke-
lijk naar het sluiten van ©en voorloo-
pigen vrede worden gestreefd, wan
neer het vaderland voor verdere ge
weldige schade zal worden bewaard.
De berichten uit. heb kamp onzer vij
anden wijzen er echter met steeds
«rootere beslistheid op, dat deze do
bovoegdkeid van de tegenwoordige ro-
geering om te onderhandelen ontken
nen. doch dat zij de wetgevende or-
ganeD van het oude rijk. den bonds
raad en deu rijksdag. u!s gerechtigd
erkennen tot het vormen van oou wet
telijke rijksregeering zoowel als tot het
nemen van een besluit over een kies
wet voor de nationale vergadering.
Mijn herhaalde bemoeiingen om den
heer Ebert in het belan° dor rijkslei-
ding van de noodzakelijkheid van het
bijeenroepen van den rijksdag te over
tuigen, zijn zonder resultaat gebleven.
De nood des tijds verbiedt verder af
wachten en verplicht mij, ook zon
der toestemming derre-
g e e r i n g, van de in de zitting yan
26 October j.l. ontvangen machtiging
tot hei bijeenroepen van den rijksdag
gebruik te maken. Ik roep der-
balvehierbij den rijksdag
bijeen, en houd mjj de bopaling
van plaat» en tijd der vergadering
nog voor. Ik verzoek den heeren zich
voor vertrek gereed fce houden en in de
binnenkort te beleggen vergadering
voltallig te verschijnen."
Dit schrijven is ook aan tien raad
van voïksgemachtigden gezonden, die-
ar n Fehrenbacb het volgende heeft
geantwoord:
Op uw vriendelijk schrijven van
heden veroorloven wij on» liet volgen
de te antwoorden „De bewering dat
de Entente aan de tegenwoordig© rijks-1
le.ding bevoegdheid om te onderhan
delen ontzegt, doch den bondsraad en
den rijksdag als gerechtigd erkennen
tot het vormen van een wettelijke
rijksregeering, evenals tot hot nemen
van een besluit over een kieswet voor
de nationale vergadering, is van tod©
haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPlAATJE.
Willem Cornells van Zutphen kwam
flieL was in Februari 1920) de
Barteljorisstraat uit en stapte de
Groote Markt op. Ofschoon het in de
morgenuren was, dus kantoortijd,
maakte hij niet de minste haas Er
was namelijk dien dag geen kan
toor, omdat er toch memand ver
scheen: de patroon was ziek, de boek
houder evenzoo, de tweede klerk en
de jongste bediende ook wat zou
hij. als eerste klerk, daar dan dood
alleen op een kruk blijven zitten! Dm
had hij de brieven opengemaakt, ge
zien dat er niets bijzonders bij was en
zichzelf daarop verder verlof gegeven
■voor den lieelen dag.
Nu wandelde hij al sinds een uur de
atad rond, maar veel ontspanning
hod hem dal niet opgeleverd. Er was
namelijk geen sterveling op straat-
Niet zoo maar bij wijze van spreken,
maar in den meest volstrekten zin
van het woord. Noch op de Groote
Markt, noch in een vun de daarop uil-
mondende straten, was een levend
wezen te zien of te liooren. Van Zut
phen verwonderde zich daarover
.niet. Den vorigen avond had hij in
Haarlem's Dagblad een uitvoerig re
laas gelezen over eon nieuwe, de der-
,do, griep-epideinic, die over Neder
land gekomen was en nog veel be
smettel ijker bleek te wezen, dan de
ftweo voorgaande. Bij hoopjes vielen
de menschen op de incest letterlijke
manier om en hadden nauwelijks de
kracht nog, om hun bed te bereiken,
iwaar zij dan een dog of wat in bic
.ven, orn er, altijd genezen, want de
ze epidemie was goedig, maar
doodzwak en mager, weer uit, op te
■taan. Terwijl do twee vorige epide
mieën de menschen meer achtereen
fvolgens aantastten en dan nog niet
eens alle», Irof deze niéuwe vlaag
(van ue ziekte de bewoners van ge
hcele straten en kwartieren te gelijk.
V an Zutphen wist dus. do menschen
dio hij op straat niet zag, lagen in
hun bed. Hij wou evenwel op de hoog
<e komen mui den omvang dor ziek-
te en stapte dus de Groote Houtstraat
in, naar 't bureau van Haarlem s
Dagblad, in de hoop. dat hij op hel
zwarte bord wel wat nieuws lezen
zou. Maar er stond niets op, dan
nieuws van vorige dagen en toen hij
goed keek, vond hij de ooraaak daar
van: op een papier, blijkbaar met
ziokemans-hand geschreven, stond te
lezen, dat de courant niet verschijnen
zou, omdat- het heele personeel ziek
Jag. De deur van 't kantoor was dan
ook gesloten.
Een oogeriblik stond hij stil om na
te denken. Ofschoon liet elf uur was,
anders een druk morgenuur, zag h
niemand in de Groote Houtstraat,
zoodat de gedachte bij hem opkwam,
dat hij misschien de oenfgc Haarlem
mer zou wezen, die op de been was
gebleven. Dit gaf hem een onplezie
rige gewaarwording van eenzaam
heid. Langzaam voortwandelende
kwam hij langs zijn gewonen sigaren
winkel en probeerde, of die open
was. De deur week, de bel ging over.
Hij wachtte, maar ca- kwam niemand.
Ofschoon de kistjes sigaren voor het
grijpen stonden, durfde hij geen si
garen nemen, daar ze toch zijn eigen
dom niet waren on hij geen geld open
in het kistje durfde leggen.
„Is daar iemand?" riep hij tot twee
maal toe. Eindelijk kwam er een
zwakke stem dio antwoordde: „Wat
is er? Ik kan niet uit mijn bed ko
men!" „Ik wou een paar sigaren
hebben, ik ben van Zutphen!" „Ja,
neemt u maar cn legt u in aai1 wat
geld neer. 't is wel goed." Van
Zutphen deed wat hem gezegd was
en toen hij dampend heenging, hoor
de hij nog een zwak geroep: „trek
de deur goed achter u dicht, asje
blief!"
Zijn hoop, dat er nu levende we
zens op straat gekomen zouden zijn,
werd niet verwezenlijkt. Er was nog
altijd niemand, zelfs geen hond of
kat. Natuurlijk ook geen trams of
vrachtwagens. Geen geluid hoege
naamd, dan van zijn eigen voetslap
pen, die hem hinderden, omdat ze
klonken en weerklonken alsof hij op
zware rijlaarzen liep. Er schoot hem
te binnen, dat hij eens gelachen had
over een volzin in een roman: „de
dat er geen enkele officieel e slap Is
gedaan en dat alle verhalen daarom
trent, dus ook het ontstemmende bo-
richt van het bezoek van Ge
neraal va n Heutsz aan Spa,
tot het rijk dei' fantasie behoo-
ren. Verwonderlijk is dat, terwijl tnën
voortdurend er op uit is moeilijke
kwesties door internationale commls
sies te doen oplossen, voor deze vra3g
van de uitlevering van den Duitsclien
keizer zoodanige commissie rog niet
is samengesteld. Geleerden in ParijE,
ln Londen en in Nederland spitsen
daarop hun vernuft Zou het riet be
ter zijn, wanneer men deze heeren
ln één vertrek bij elkaar bracht met
de opdracht om tot een conclusie te
komen, ongeveer op de wijze, zooals
dat bij een jury geschiedt? Hun uit
spraak zou ten slotte veilig door alle
partijen kunnen worden aanvaard en
ik wil er wel bijvoegen dat, wanneer
die tot uitlevering concludeerde, ver
reweg en verreweg het grootste ga
deelte van het Nederlandsche volk
dezen gast gaarne weer over de gren
zen zou zien gaan, ofschoon wij door
eeuwen-oude oefening zéér l-.tteloorlg
zijn op het punt van ons asylrecht.
Wij Nederlanders wenechen niets
liever, dan met de Belgen op aange-
namen voet verkeeren. Willen rij b<"
tegenovergestelde? Ik heb het nog
niet bespeurd. Zeiter. er Ls een
cercie geweest, de eêne of andere
club, die lets van ons schijnt te ei-
schen ten opzichte van de Schelde en
waaraan de Kamer van Koophandel,
ook -een cercie als lk het zeggen
,mag, maar dan allicht van wat
grooter beteekenis, baar instemming
heeft verleend. Eischen? Valt er voor
de Belgen, beter gezegd voor e e n i-
g e Belgen, iets van ons te eischen?
Wij behooren niet tot de overwonne
nen, wij zijn Goddank toch geen Duit
schers en ook geen Duilscliersgenoo-
ten, wij behoeven dus geen oorlogs
schatting aan de overwinnaars te be
talen, in welken vorm dan ook!
Komaan, laat ons kalm blijven,
naar onzen landaard, wanneer ginds
over de grens wat al te lulde stem
men klinken. En nu weet ik wel, dat
ook Minister Hijmana tot journalisten
over de Schelde-quaestio gesproken
heeft, zelfs, dat ietwat vage. algemee-
ne volzinnen vap Koning Albert en
president Poincarê te Parijs gespro
ken in verband worden gebracht,
maar hoe kan dat ons vorbuzen? Is er
één Nederlander, die de gebeurtenis
een aandachtig gevolgd heeft en niet
wist, vier weken na den oorlog al,
dat de Schelde-quaestie, zoo de ge
allieerden het wonnen of wanneer er
een vrede door overeenkomst komen
zou, dat die quaeslie vost en zeker
op de vredesconferentie zou worden
behandeld? Dat begrepen wij allemaal
en het is ook verkl aarbaar'en goed.
Of hebben wij alweer vergeten, dat
juist die Schelde-quaestie ons tijdens
den oorlog menig angstig »oogenblik
heeft bezorgd, omdat er veel kwaad
gerucht over geloopen ie van een En-
gelsch plan om de rivier te forceeren,
van de Duitschers om er hun duik
booten door te laten varen?
Neen, er ie een ander punt, dat on
ze aandacht trekken moet. Waarom
spreekt men ln Londen nu ul van de
ze aangelegenheid, nu de vredescon
ferentie nog niet een» begonnen is?
Zou het niet zijn, om ons gelegenheid
te geven, vooraf onze meening daar
van te doen kennen? Welnu, van de
ze gelegenheid wordt gebruik ge
maakt. Zeeuwsch-Ylaanderen komt al
duidelijk verklaren, dat het niet Bel
gisch worden, maar Nederlandsch
blijven wil. En wat Zuid-Limburg
aangaat, van alle kanten maken de
bewoners zich op om te getuigen van
hun trouw aan Nederland: de volgen
de week zal in Maastricht een groote
demonstratie gehouden worden en
onze autoriteiten zullen er wel voor
zorgen, dat al deze stemmen gehoord
worden door de deuren van de vredes
conferentie te Parijs heen. En wij in
de andere provinciën, stemmen in
met de verklaring van Minister Ruijs,
dat ons land ongeschonden blijven
moet.
Ten slotte de hoofdzaak: waarom
zouden wij geen vertrouwen hebben
in wat deze conferentie omtrent over
dreven eischen jegens ons beslissen
zal? Is ei- eenige reden tot wantrou
wen? Tijdens den oorlog kwam het ge
vaar altijd weer van den Dultschen
stilte was hoorbaar", maar nu be
greep hij goed, wat daarmee bedoeld
werd; hom scheen deze stilte dik als
witte watten. Hij begon te fluiten, om
toch wat anders te hooien, dan die
onveranderlijke voetstappon: Klots,
klots, klots, klots. Maar 't kloDk
stecht, hij floot valsch. Mismoedig
hield hij op en liep door.
De klok van de Houtpoort stond
stil. In de grachten was geen teeken
van leven te zien. Plotseling schrikte
van Zutphen op: er werd vlak in zijn
nabijheid tegen een ruit getikt en toen
hij keek waai 't geluid vandaan
kwam, zag hij een grooten inan in
nachtgewaad, die hem wenkte met een
kan in zijn hand. Van Zutphen, goe
dige jonge man, bood weerstand aan
de opwelling om weg te loopen en
belde aan: spoedig werd de deur open
gedaan en binnenstappende zag hij
den man. die met een heesche steiu
vroeg, of hij melk wou halen bij den
melkboer om den hoek. Hij stemde
toe en ging met de kan op weg.
Maar al zoekende naar den melk
man kwam er een vreemde onver
schilligheid over hem, waartegen hij
zich niet kon verzetten. „Waarom zal
ik", zoo vroeg hij zicli af. „voor 'een
wildvreemden man melk gaan halen,
wanneer ik misschien de eonige
ben, die ln Haarlem nog op do been
is? Ze kunnen me wel zoovéél bood
schappen opdragen!" Toen ging zijn
fantasie aan "t werk. Hij bedacht,
dat duizend menschen hem zouden
vragen om-brood te koopen, duizend
anderenom boter, weer duizend an
deren om vruchten te halen en hoe
hij, in vollen ren, door dc leego Haar-
Jemsche straten holde om al die
boodschappen te bezorgen. „Nee,
hoor. dank je wel", zei hij tot zich
zelf. plantte de melkkan in een ven
sterbank en ging verder, zonder zich
er meer om te bekommeren.
Het trof hem, dat hij, uldus aheen
in Haarlem wandelende, zich 111 het
geheel niet behoefde te storen aan de
anders voor rustige burgers geldende
voorschriften. Tot nu toe had hij zie!,
altijd strikt aan dc bepalingen van
de poli tie-verordening onderworpen,
zelfs altijd rechts gehouden, ook in
niet drukke straten. Dit was nu on-
kant Na «Jen oorlog 1* hert van <Ie
Entente niet te verwachten. 7.ou En
geland, dat in den oorlog ging ook
om de rechten der kleine naties te
steunen, nu dulden, dat van een an
der klein land zoo rnoar stukken wer
den afgeknipt? Zou president Wilson,
wiens program' uitdrukkelijk eischt,
dat volkeren en gedeelten van vol
keren zelf over hun lot beslissen,
zooiets verdragen? Dat mogen wij niet
gelonven. Wakker blijvende, duide
lijk verklarende, wat wij willen en
niet willen en waarom, moeten wij
tevens-ons er voor hoeden, te verval
len tol een zenuwachtigheid, waar
voor geen reden bee laat, omdat er
niet» onherstelbaars gezegd, vee! min
der gedaan is.
J. C- P.
De Gemeentewerklieden.
In het onderhoud dat wij onlangs
met het Raadslid, den heer M. A.
Reinalda hadden kon deze, zooals wij
toen schreven niet in details treden
en daarom hebben wij ons nog eens
tot het hoofd van een werkmansgezin,
lid van den Bond van Gemeentewerk
lieden, gewend om wat meer bijzon
derheden te vernemen betreffende de
toestanden, die in dezen crisistijd in
de gezinnen der werklieden heer-
schen.
Onze zegsman is een van die gc
meentewerklieden, die wat men
noemt, „goed hun brood hebben",
maar hij aarzelde geen oogenblik op
onze vraag, of hij den door den Bond
in zijn adres aan den Gemeenteraad
gevraagden extra-bijslag van f 20
noodzakelijk achtte, te antwoorden:
Noodzakelijk? Broodnoodig! In
schijn is onze positie thans beter di.n
vier jaar geleden, maar in werkelijk
heid ia zij slechter door de ontzettende
duurte van de levensmiddelen er, van
zooveel andere onontbeerlijke dingen
lk Waardeer het, dat er zooveel mo
gelijk levensmiddelen gedistribueerd
worden, maar op ander gebied, cp
dat van kleeding, schoeisel, ligging,
komen wij nog veel te kort.
Maar er wordt toch goedkoope
Ideeding verschaft? vroegèn wij.
Ja, maar daar gaat het hei
eigenaardig mee! Aan volwassenen
wordt één stuk, aan kinderen worden
twee stuks onderkleeren verstrekt,
maar je moet maar aannemen wat
gegeven wordt en zoo kan het voor
komen,.dat je met een borstrok Unu
komt als je een hemd noodig hebt en
omgekeerd! Waarom wordt niet ge
geven wat men volgens eigen verkla
ring het meest noodig heeft? En bo-
venkleeren, daar is hausl 111 't gfelieel
geen aankomen aan: je durft dood-
eenvouciig de winkels met binnenloo-
pen, want Je schrikt van de prijzen.
Niet alleen nieuw goed is duur, maar
ook tweedeliaudsch. ziet u dat kleed/
en onze zegsman wees op een
klem karpet. Dat heeft m n vrouw pas
gekocht bij een uitdrager, want w
konden onmogelijk isuiger met hei
oude doen. Weet u. wat ze er voor
betaald heeft? 25 guldenl En zoo gaat
het maai- doorl lk zou mij schamen,
als u de gaten in de dekens op onze
bedden zag en m'n vrouw kan ze met
verstellen, want het goed, dat daar
voor noodig is, kost f 1.65 een el! Je
kunt Je niet van iets nieuws voorzien
als je Je niet een beelen tijd lang au
dere noodzakelijke dingen ontzegt.
Ik draag in mijn werk meest klom
pen en daar ben ik dan ln een week.
of vier dóór. ben uieuw paar kost
f 1.65. Zoodat lk alleen aan klompen
al een goede 40 cent per week kwijt
ben! Natuurlijk heb lk door die '«dom
pen veel slijtage aan kousen en sok
ken, maai- sajet om ie sloppen is mei
te betalen. Een keer is or regeenngs-
eajet verstrekt voor f 0.60 een knot.
ik heb gehoord, dat de prijs nu f 3.5U
per knul is! Een molton hemd kostte
vroeger f 1.60, nu f 7.
En wat de voeding aangaat: hel
broodrantsoen is nu gelukkig wat
grooter geworden, zoodat wij nu nie.
meer tweemaal per dag middags
en 's avonds aardappelen behoeven
te eten, maar over het algemeen
voorziet het gedistribueerde toch niet
in de behoeften van een werkmansge
zin. Vet is er niet, de boter is zeer
Bchaarsch en de hoeveelheid melk, ui.
je dagelijks kunt krijgen, is totaal
noodig en opzettelijk ging hij links
over het Houtplein loopen, maar had
er niet zooveel plezier van al» hij
dacht Het handde hem niet, hij was
al te veel aan het deugdzaam rechts
houden gewend.
Zoo voortwandelende kreeg hij bel
6tandheeld van Frans Hals in t
oog. Nu bekroop hem oen onweer
staanbare behoefte lol kwaad doen.
Met groote stappen dwars door hel
piantsofemje gaande, probeerde bij
het voetstuk te beklimmen, maar 't
was tc glad. „Misschien ben lk ook
wel niet lenig genoeg meer'dacht
hij. Daarop maakte hij balletjes van
aarde en begon daarmee naar den
neus van Frans-Hals te mikken, dien
hij telkens weer raakte, zoodat hel
gericht van den schilder er al gauw
wonderlijk begon uit te zien. Daar
dit spelletje hem gauw ging vervelen,
wandelde hij weer weg.
Ergens In de verte sloeg het op
een klok twaalf uur. Dit bracht hein
in herinnering, dat het tijd werd
voor koffiedrinken en meteen voelde
ïnj. als een suggestie van honger, een
leegte in zijn maag. Het zou niets
baten om naar zijn eenzame kamer
te gaan. Dien morgen had hij toen
ai moeteu ontbijten von de oudbak
ken restjes, die bij iu de kasten had
gevonden, omdat do bakker niet ver
schenen was en de hospita, evenals
ieder ander in huife, zlok te bed lag.
Hij zou dus nu niets meer vinden.
Toch verlangde zijn maag bevredi
ging.
Hij was nu juist vóór eon hotel ge
koinen en keek aarzelend naar bin
nen. Zijn matig inkomen, waarvan
hij maai' juist pension, kleuren, belas
ting en een eenvoudige uitspanning
betalen kon, liet niet toe, dat hij zich
te goed deed in groote hötels. Muur
de toestand was zoo ongewoon en bo
vendien had bij nog een daalder ln
den zak; dus vatte hij moed, doed
de deur open en keek ln de portiers
loge. Die was leeg. Hij iuistérdo.
Nergens was een geluid te hooren.
Daarop deed bij voorzichtig 00:1 deur
open en kwam in een eetzaal, waar
een paar gedekte tafeltjes stonden,
waarop brood, kaas. bot or, koek en
een kan melk. Hij begreep den Joe-
stand dadelijk. De keüner had voor
eon paar gasten gedekt, die ten slotte
niet verschenen waren en was toen
zelf ziek geworden en naar bed ge
gaan. Het c-ntbijt stond er dus nutte
loos, tenzij...
Ja, waarom zou hij er dan geen ge
bruik van maken? Als er iemand
kwam, zou hij toch betaJen. En zon-
der veel verder overleg zat hij al
gauw aan een van de tafeltjes en
deed zich te goed. De wandeling had
hem honger gegeven, hij voelde bo
vendien web dat hij om bestand te
I blijven tegen het drukkende van de
ze wonderlijk-stille omgeving, flink
eten moest. Dus maakte hij ook Jk-i
andere ontbijt op en stak toen een
sigaar aan. waarna hij een half uur
tje behageiijk in een gemokkelijkcn
stoel ging rusten, met het oog op
de deur en de hand in der. zak, ge
reed om wanneer iemand van 't ho
tel zou binnentreden en hem varwij
ton doen, met een trot&ch handgo
baar te zeggen: „Kalm, asjeblief. 11
komt aan mij niet te kort, lk ral 11
behoorlijk betalen".
Maar niemand kwam er ten slotte
bogon hem de omgeving te vervelen.
De moeilijkheid was nu, om te taxee-
reu wat hij verbruikt had, daar alle
begrip van prijzen ln een hotel als
dit hem vreemd was. Dus aarzelde hij
tusechen twee kwartjes en een gul
den, besloot, daarop tot 75 cent, dal
hij flink betaald vond. legde de drie
kwartjes - goed zichtbaar neer en
stapte daarop .weer de deur uit. Ge
lukkig was 't mooi weer. Anders had
hij thuis moeten blijven en hij kon
niet zonder tegenzin denken aan al
leen zitten in een kamer, in een huis
waar overigens iedereen ziek was.
Dien middag zwierf hij evenals des
morgens doelloos rond. Allerlei won
derlijke gedachten kwamen bij hem
op, bijvoorbeeld of bij den moed zou
hebben, ergens waar de deur nan-
slond (er waren toch zóóveel onge
sloten deuren; naai' binnen te gaan
en wat weg te nemen. Hij bekende
zichzelf, dat liij daartoe den moed
niet hebber, zou en ln zijn gedachten
kwam maar voortdurend het hor-hl
voor van een politicagent, dien i
v. el kende, een grooten. mot n
haai'. „.Aha," zei hij tot zichzelf, ,.je
ziet niet op tegen stelen omdat h.-.i
slecht is, mannetje, maai omdat je
bang bent voor de politie. K11 daar
na schoot hem te binnen, hoe goed
het trof, dat niet alleen alle agenten
van politie, maar blijkbaar ook alia
boosdoeners tegelijk ziek .waren ge
worden', omdat ander;. «Ir- schurk n
vrij stiel zouden hebben gehad. Dit
bracht hem geweldig aan 1 lachen,
hij kon ar niet meer van ophouden,
zag zichzelf plotseling ln een win'
spiegel proestend van lachen, met
een vuurrood gezicht. Di: maak'
hem een beetje bang, dat hij in deze
wonderiijke stilte misschien gek zou
weiden; als tegenwicht ,cing hij 11a,
welke brieven er dien dag op t kan
toor waren gekomen en wat hij er
den volgenden dag op .•i>iwooi...m
zou.
Al voortwandelend vroeg hij ...i-
af, waarom hij blijkbaar de een:-
ge in Haarlem was, die op dc been
had kunnen blijven. Was dut ecu on
derscheiding of het tegenovergesteld*?
Dit getob begon hein eindelijk te ver
velen. bovendien had bij weer honger
en nam wat uit een baiikclbakkcr-
winkel, waarvan de deur openstond,
voor betaling liet hij een kwartje ach
ter. Onwillekeurig ging hij in de
richting van zijn kamer, 't Werd
donker en hij was moe. 11 ij liep steeds
harder en harder, tot hij eindelijk op
oen sukkeldrafje ging, hijgend, maar
zonder te willen ophouden oriidai luj
voelde, dat het moest. Want juist
vóór zijn pension was het of zijn hoofd
van lood werd en zijn beunen van ka
toen; nog Juist had hij de kracht, do
deur te openen, de trap op te strom
pelen. zich zoowat uit te klcedun en
op zijn bed neer te vallen. Het eo
nige waar hij zich toen nog van he
wust werd, was blijdschap, .dut hij
nu, evengoed als al de andere men
schen, ziek géworden en niot meer l>
©enigè gezonde tussehen nl di;- v.
ken was.
FIDELÏO