38« Jaea°sang Wo. 10940
Verschijnt dagelijks, behalve op 2on- en Feestdagen.
DINSDAG 4 FEBRUARI 1919
ABONNEMENTEN per 8 maanden: Voor Haarlem en de dorpen in den omtrek waar een Agent ge
vestigd is (kom der gemeente) f '1.26. Franco par post door Nederland f 2.60. Afzonderlijke nummers f 0.15.
<ieïllustr. Zondagsblad, voor Haarlem f 0.51'. Gtlllustr. Zondagsblad voor de omstreken en franco per
post f 0.69.
Uitgave der N.V. Lourens Coster, Dlre«->eur J. C. PEEREBOOM, Telefoon 3082
ADVERTENTiEN Van 1—6 regels f 1.iedere regel meer 20 Cts. Reclames 40 Cts. per regeL Tijdelijk
oorlogfctoesiug 20 proceDt. Eij abonnement aanzienlijk rabat, lienstuivers advertentién van Vraag en Aanbod
van 1—6 regels 50 Cle. per plaatsing, elke regel meer 12't Cts. k contant. Bullen het Arondi6sement dubbele
prijs. Advertentién buiten bet Arrondissement *5 Ct6. per regel. Reclames 60 Cts. per regel.
Directie en Administratie; Grootc Houtstraat 63. Telelconn. der Redactie 600 en der Administratie 724
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
LEVENSMIDDELEN-
VOORZIENING
De Directeur van het Gemeen
telijk Levensmiddeleiibureau te
Haarlem brengt ter kennis: i
dat verkrijgbaar wordt gesteld:
gedurende het tijdvak van 4 tot'
en met 8 Februari 1919:
>p bon B No. 98
een ons Kaas t.w. j
oude Goudsche volvette
k 17 cent p. ons
jongs Goudsche 20 plus
k 8 cent p ons
oude Nagelkaas k 8 cent p. ons
dat, in verband met de beschik
bare voorraden aan het publiek
geen keuze van aoort kan wor
den gegeven.
Kennisgeving
BROOD
dat de 85e broodkaart ingaat op
Donderdag 6 Februari en geldt tot
en met Vrijdag 14 Februari 1919;
dat op de bons dezer kaart, als
mede van de volgende tijdvakken
slechts het daarop aangegeven
broodiSWiCht verkrijgbaar zal zijn,
dus niec zooais bij de ibans afge-
loopen broodkaarten het dubbele
van het daarop aangegeven brood-
gewicht;
dat den verbruikers in hun eigen j
belang aangeraden wordt gemid
deld l iet meer dan 311 sram brood1
per dag en per hoofd te gebrui
ken. Hi£T MEi.R B.i03D van den
leverancier te eisehen dan volgens
het passende aantal bons en geen
wittebrood te vergen op bruin brood
bons of bruinbrood op wittebrood
bons;
dat het den bakkers en brood
bezorgers ten strengste verboden
is B700D:0.iS van een iog
NI El GELDENDE öiïOODKAAhT
AAN TE KEMEN, OF B UOD AN
DERS DAN TEGEN GELDENDE
BONS TE VERKuOi'tN.
Regesrinjs-Vi^ch.
Dat verkrijgbaar wordt gesteld
op Woensdag 5 Februari van
10 uur v.m. tot 1 uur n.m. per
persoon
een pond viscli,
op vertoon van Vischkaart No.
17801—18400 in da Gem. Yisch-
I hal
j op vertoon van Vischkaart No.
j 18401 18900 In het Pand, ingang
Koningstraat.
Har ng.
Prima kwaliteit gezonten haring
k 8 cent per stuk (zonder bon) In
de Gem. Vischhal. Verpakking
medebrengea.
Da Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
Verstrekking van
DITBETALING van de te veel be
taalde gelden over de 3e HUIS-
BRANDRANTSOENEER1NG
H.L. Anthraciet. 1 H.L. 8teenkolen,
1 ELL. Cokes, 100 korte turven, 25
K.G. Briketten) aan het kantoor
Jacobstraat 8 rood,
voor hen wier namen aanvangen
imet de letter S,
op WOENSDAG 6 FEBR. 1919,
YCKorm. van 9lli uur en nam. van
2—4è uur.
Medegebracht moeden worden de
quitantiën van betaalde brandstof
fen, (3e wlnterrantsoeneering) en
het bewijs van inschrijving (groen
'kaartje)
Men wordt verzocht ter afpassing
mede te brengen f 0.15 en zij die kor
te turven in plaats van briketten heb
ben gehad f 0.20.
Agenda
WOENSDAG 5 FEBRUARI.
Stadsschouwburg, Wilsonsplein:
Opera Laagland, 7h uur.
Schouwburg, Jonswcg: Het Nieuwe
Tooneel, De. wapens neer, 8 uur.
Soc. Vereeniging: Openbare verga
dering van afd. Haariem Econorai-
schen Bond. Spr. mevr. Wynaendts
FranckenDyserinck, over: „Wat de
vrouw het naast ligt", 8 uur.
Soc. Vereeniging: Biosc. voorstel
ling van de Ver. „Oost en West".
IJsclub voor Haarlem en omstreken,
8 uur. Groots feestelijkheden, lü u.,
v.m. kinderfeest. Des avonds vuur
werk.
Heemstede, Raadsvergadering, 8£
uur.
Cinema Palace, Groote Houtstr.
Bioscoopvoorstelling.
Schouwburg Ue Kroon. Gr. Markt,
Bioscoopvoorstelling.
Apollo theater, Barteljorisstraat,
Bioscoopvoorstelling
Kleine Vereeniging, Kleine Hout
straat, Bios. Voorstelling en Variété.
OM ONS HEEN
No. 2583
Uit de nagelaten papieren van een
zwerver.
III.
Niemand stond vroe? op in Luilek
kerland, ,ten minste, ik heb nooit van
zoo iemand gehoord! en de gasten in 't
hótel deden da.t zeker niet. Ik was
dan ook verwonderd, toen s morgens
te negen uur, terwij) ik na een slech
ten nacht suf en slaperig uit mijn bed
geslapt was. op de deur geklopt, werd
en de man binnenkwam, dien ik den
vorigon dag zoo heftie beschonken
had gezien.
„Ik moet u spreken,1' zei hij kortaf
en ging, zonder verder mijn antwoord
af te wachten, op het balcon in een
van de gemakkelijke stoelen zitten
Ik volgde hem en toen deed hij zijn
biecht.
,,'k Bea gisteren weer zwaar be
schonken geweest, neen, zeg maar
niets, ik weet het weL Als een beast,
zoo dronken. Daarom kom ik niet
hier, aan mij is toch niets meer te
verbeteren. Maai u kan nog weggaan,
'k Heb vriendschap voor u opgevat,
je lijkt me een ronde zeeman. Als jo
me gelooven wilt, ga dan weg, dade
lijk, wacht geen vijf m.nuten, ik aal
f" i wijzen waar je over den muur kunt
Ibumen."
llij was in een vertrouwelijken toon
vervallen en ik volgde dien na. Hij
praatte met een doffe stem en op
goUempten toon, zijn gezicht was ge
zwollen en hij had dikke wallen onder
de oogen, maar toch voelde ik, dat hij
oprecht was.
„Wat bedoel je?" zei ik.
„Blijf hier niet, ga zoo gauw moge
lijk weg. ledereen. die bier niet da
delijk de vlucht neemt, is verloren.
Jo ziet ons, de gasten van 't hötel, een
ellendige, ziekelijke, verveelde troep
nietsdoeners en luiaards. Sommigen
zijn hier al jaren, anderen minstens
o*n jaar, ik woon hier achttien maan
den in dit vervloekte land en ik kan
ook niet meer wegkomen."
„Maar ik begrijp je niet," zei Lk,
dat hij nog niet van zijn
roes bekomen was, want hij balde zijn
vuisten en zette zijn stem uit.
„Begrijp je me niet? Niemand wei kt
hier, iedereen luiert, behalve het be
dienende personeel. Je mag hier niet
werken. Vraag aan den directeur of
hij wat voor je te doen heeft en hij
zegt ,,'t is hier Luilekkerland, lui
en lekker is 't hier, maar werken wordt
door de reglementen verboden"."
„Verboden zei ik en streeik mijn
knevel op. „Dat zon ik willen zien. Ik
werk toch, als lk wil."
„Wat voor work en waarmee?"
vroeg mijn bezoekerhonend. „Als je
werken wil, neemt de directeur je
mee om te wandelen en te varen en
brengt je, dat je maar niet. vermoeid
worden zal, met een rijtuigje thuis.
Dan komen ze met lekker eten en
drinken en maken je zóó slap, dat je
feen lust meer hebt om te werken,
londerdmaal wil je weg, maar ze
paaien je met allerlei moois en lek
kers en ie bent zwak en blijft, lederen
dag word je zwakker. Eindelijk is al
je energie verdwenen en ie blijft maar
en eet en drinkt eu werkt met meer,
minder dan een dier, minder dan een
plant, die tenminste nog aan haar be
stemming voldoet. Luister naar mijn
raad, blijf geen dag langer cn ga
h«on."
Ik was wel onder den indruk van
zijn woorden, maoa- mijn trots bracht
mee om mij daartegen te verzetten.
„Over een maand of zoo ga ik heen,1
ik wil wel eens een week of wat ver
troeteld worden."
„Je weet niet wat je zegt. Als je
vier weken hier blijft, heb je geen
krach,t meer om weg te gaan jo wordt
verlokt, door de rust en de kalmte eu
het lekkers, dat ze ie voorzetten en de
zoete muziek hoor, daar beginnen
zc weer."
Van de heuvclrij tegenover het hötel
klonken zachte, slepende melodieën.
„Maar wat beteekent dat dan alle
maal riep ik. „Wie heeft dat ver
zonnen en waarom
„Een schatrijke lord. die zijn rr.ede-
menschen haatte. Hij wist wel, de
booswicht, hoe Je aan de menschen liet
gauwsb hun geestkracht, en hun ka
rakter ontneemt. Geof ze rust, zon-
licht, bloemen, lekker eten en drin
ken en zo werken niet meer en worden
nameloos ongelukkig. Zie naar mij, ik
ben geweest wat de menschen een
geleerde noemen. Toevallig ben ik
nier binnengewandeld en lk weel
niets meer, lk studeer niet meer,
lederen dag moet ik mij bedrinken
schud je hoofd niet, llc wéét, dat ik
het straks weer doen aal. Levend dood
ben ik. Voor jou is er nog hoop. Maar
ge gauw, anders is 't voor jou ook te
mat."
„Waarom zijn hier geen vrouwen 1"
„Omdat die altijd met het een of
ander bezig blijven, al is 't maar klein
werk en daarmee gelukkig zijn. Dat
wou de edele lord niet. Zijn gasten
moesten in ledigheid vergaan."
„Waarom zijin er zoo weinig?"
„Er liggen er meer op bet kerkhof,
maar daar brengt niemand je heen,
voordat je dood bent."
„Wie is de monsterachtig dikke
man, die ginds alléén woont?"
„Een van de slachtoffers, inaar hij
mag hier niet meer komen, omdat hij
lastig is en altijd den directeur uit
scheldt. Toen hij hier kwam was hij
student, de zoon van een rijken va
der, verloofd met een allerliefst
meisje. Hij is hier blijven hangen,
zijn neele toekomst is verwoest. Ér is
onder ons een schilder, een genie, hij
heeft veertien dagen gewerkt. Nu
doet hij sinds jaren niets meer. Er
is een koopman, die zaken deed over
heel de wereld hij is lang versuft.
Wij hebben liier een ontdekkingsrei
ziger. Nadat hij Luilekkerland ont
dekte, is zijn energie gebroken. Alles,
alles, gaat hier door liet lekkere leven
en de traagheid ten ouder. Jij bent
nog een flinke kerel. Toen je hier
kwam, bracht je dan zeewind mee., ik
heb hem geroken. Ga weg uit dit ver
vloekte land, dadelijk.1'
„Dot wil ik doen. rnaer jij gaat
„Onmogelijk, met mij is bet afge-
loopen".
„Straks nemen wij samen afscheid
van den directeur en vragen, wie van
de andere gasten mee vertrekt".
Hij lachte spottend. „Niet één komt
er aan den muur, waarover je vluch-
Iten kunt. Onderweg lokt hij den een
met wijn. den ander met "spijs, den
iderde met muziek. Pas op, je denkt
dat je nog sterk bent, maar vertrouw
daar niet te veel op. De Luiheid en
de Traagheid zijn oneindig sterker!"
Daarna, plotseling. stond hij op.
„Ik hel) je gewaarschuwd. Gegroet..
Als je mijn hulp noodig hebt waar
schuw me dan, maai- voorzichtig, dal
niemand het ziet. En denk er om:
vóór twaalven. Want na de lunch
zal ik dronken, zijn!" Toen ging hij
de deur uit.
Deze laatste vreeselijke woorden
sprak hij uit op een rustige» toon,
die mij rillen deed. Langzaam kleed
de ik mij verder aan en ging naar
beneden. In de ontbijtzaal zaten de
gewone sombere, grauwe figuren aan
tafel, bediend door de zwaannoeuige
keJlneas. En terwijl ik hen aankeek,
verafschuwde ik de gedachte, dat zij
allen aldus vastlagen aan ketens. die
zij zelf gesmeed hadden en besloot,
zoo gauw mogelijk uit deze heillooze
streek te vluchten.
Op mijn gemak slenterend langs
mijn nieuwen vriend zei ik zachtjes:
„Ik wil heengaan. Wijs mij de
plaats in den muur
Daarop antwoordde hij zonder mij
aan te zien: „Blijf wat wandelen voor
liet hóle!, over een kwartiertje kom
ik en zaJ rechts gaan. Wacht dan
vijf minuten, en wandel naar links,
ik zal er voor zorgen, je te ontmoeten
Slenterend in T park vóór het hotel
zag ik den "directeur naderbij komen,
die op zijn vriendelijke manier een
praatje maakte. „Ga eens mee", zei
hij, „er is pas een heerlijke sherry
aangekomen, een échte morgendrank.
Dien moet u eens proeven".
„Dank u," zei ik stug, ,,'t is nog te
.voor een goeden dronk".
„Drink hot zelf', zei ik, ruw.
Komaan, niet in de stemming van
morgen? Willen we eena wat gaan
rilden of varen?"
Neen. Geef mij liever werk. man
nenwerk, dat ik mijn spieren gebrui
ken kan".
„Later, later", zcj hij sussend. „In
do eerste dagen moet iedereen hier
rusten"
En naderhand ook zei lk on
voorzichtig. Zijn grijze gelaatskleur
werd nog valer. „Zoo, zoo zei i»j
dioigeuu, „heeft er iemand kwaad
"™l> „„uo 7alt«r
komen, dan er uit. Maar we zijn nu
dicht bij."
Op eens hoorden we in de verte
hondengebas. „Vooruit!" schreeuwde
mijn vriend, opsi)ringend. „de direc
teur achtervolgt ons mei zijn drie
j bloedhonden, die hij Luiheid, Gemak-
j zucht en Genotzucht heeft gedoopt.
Voort, anders krijgen ze- je nog te
I pakken!"
Hij rende vooruit, ik hem achterna.
Hij Struikelde soms, viek sprong
weer op. snelde voort, hijgend, uitg
put bijna. Het hondengebas kwam
naderbij. „Nog honderd passen",
hijgde mijn vriend, déar is de muur!"
Ik zag hem, eert hoog en., gladden, stee-
non muur, die onmogelijk te beklim
men scheen. Maar hij,, vooruit loopen-
de, stootte met zijn stok eenige losse
steenen er uit, op manshoogte en
hielp mij door de opening kruipen. En
Juist toen de directeur met zijn hon
den vóór den muur kwam viel ik aan
den anderen kant op een boschpad on
ronde, mijn laatste krachten verzame
lend, op goed geluk het bosch uit.
Toon ik bespeurde, dat niemand mij
vervolgde, durfde ik rust nemen.
Dienzelfden middag monsterde ik
weer aan op denzelfden klipper,
nog nieit vertrokken was en at met
plezier den groven kost en w erkte voor
twee en tuimelde 's avonds te Ki
van slaap.
Sedert heb ik had gewerkt. Soms
met geluk, soms liep het tegen. Als
ik succes had, gaf me 'dat voldoening,
wanneer het mislukte vond ik daan.
kracht voor een nieuwe, krachtiger
poging. Maai- al moest ik zoo oud wor-
als Meihusalem, den arbeid zal ik in
oore houden, want die maakt een
mensch krachtig en flink.
Of ik nog wel ooit iets van Luilek-
kejrland gehoord heb? Neen, nooit
meer. Als ik ervan vertel gelooven de
zeelui mij niet en de landrotten
lachen me uit. Toch bestaat het, ik
ben er immer-, &-;weest! En als ik ei
nog aan terugdenk, dan»hoor ik dui
delijk in mijn ooien het zware bas
sen Yan de drie bloedhonden Traag
heid. Gemakzucht en Genotzucht en
dank dën hemel, dait ik hun ontko
men ben en weer werken kan in deze
maatschappij, die-rol zorg en moeite
is, maar waarin je een man kunt
blijven een kerel, zooals wij zee
lui zeggen, als je werkt.
gesproken van
Luilekkerland? Zeker
de zoogenaamde geleerde!'
Ik gai geen antwoord meer, had al
spijl van mijn onvoorzichtigheid en
wandelde met een korten groet weg.
Maar hij stapte mee, in blijkbaar
wantrouwen en ik zou hem zeker niei
gemakkelijk afgeschud hebben, wan
neer niet twee bedienden uit liet hótel
waren komen aansnellen, die nepen:
„gauw, komt u gauw, twee van de
hoeren vechten met messen!"
liij snelde weg en Ut op mijn beurt
drimJde linksom. Daar vond ik mijn
vriend op mij wachten. Hij bracht
mij langs zijpaadjes ovea- steile heu
vels. soms moesten wij door diepe
beken waden, ons dringen door dich
te bosschen. „Het is gemakkelijker",
zei mijn geleider, toen wij hijgend
even rustten, „om ln Luilekkerland te
Staesmeuws
Muziek
Klassieke dansen
door BertaSchee-
p c r sG e u e r met
enkele leerlingen
Wanneer men een uitvoering bij
woont waarin zooveel schoons ge
boden wordt dan weet men niet wat
men het eerst moet loven. Want er
was letterlijk niets dat niet aan de
hoogste assthetische eisehen voldeed.
Zoowel van hetgeen er te zien als van
hetgeen er te hooren was. Ik zal
daarom maar het programma van 't
begin af bespreken, doch moet dat
vluchtig doen, want het was lang. 't
bestond uit zestien nummers. Als in
leiding tot de „klassieke dansen"
begon de avond met declamatie door
mejuffrouw Corry de Rijk. Met bui
tengewone zeggingskrachl droeg z
gedichten voor van Guido Gezelie en
later op den avond van Franc Grip-
peling, Felix Ruiten en Adama van
Schellema. 't Was een waardige in-
leid:ng, zij bracht het auditorium in
de gewenschte stemming om ten vol
le te kunnen genieten van hetgeen
volgen zou. Mevrouw Scheepers—
Geuer trad daarna op ln „Warum"
van Schumann, dat door haar m
beeld werd gebracht. Zeldzaam
schoon waren haar standeai en be
wegingen. en smaakvol haar gewaad-
Later bewonderden wij haar in
.Loiusblume" van Schumann, „Frttli-
llngslied" van Max Reger „En Au-
toinne" van Tschaikowsky, „Valse en
Prelude" van Chopin. Van haar leer
lingen 'zagen wij mejuffrouw Heit a
Boerrigter in Ariëtta van Grieg, den
heer Gé Balder in Sarabande van
Bach, en van beiden Gavotte en Mu
sette van Bach. Verder traden nog
op mejuffrouw Eve Rule niet Gé Bal-
der in Aphorismen van Sigfrid Korg
Elert en met mevrouw Scheepers--
Geuer en Balder ln „Deux vieux
Noéls" van César Fr&nck en Apno-
risraen van Karg Elert. Ai deze voor
stellingen waren ontworpen door me
vrouw Scheepers of door den
Franc Grippe.iug. den dichter van
het zooeven genoemde lied „Onder I
kruis". Wat een weelde van kleur
kregen wij te aanschouwen, hoe
prachtig was alles belicht, hoe
smaakvol was aller kleedij, hoe
schoon elke beweging en houding!
Het waren allen schilderijen in de
beste beteekems van liet woord. Zou
lk moeien zeggen wat mij het. meest
trof, dan geloof ik te moeten-noemen
En Automne van Tschaikowsky. cle
Gavotte en MuBett® van Bacil, de
Valse van Chopin en Deux vieux
Noèls van César Franck. En wat wel
het meest frappeerde wus de groote
verscheidenheid waarmede de ver-
schillonde karakters der werken wer
den weergegeven, karakters die zéér
uiteen liepen. Wij denken bijvoorbeeld
nan de Valse in a-mineur van Cho
pin. een toonbeeld van fijne gebaren
kunst, statig en somber, aan heit
Frühlingslied vol leven on levenslust.
Niet weinig werd het. genot dezer
voorstellingen verhoogd door do zeer
muzikale wedergave der pianopur»
door mejuffrouw Jacqueline de Reus
Prachtig van klank was haar spel,
duidelijk voor een ledor traden me
lodieën naar voren, vol uitdrukking
werden zij weergegeven. En lusscben
al dat schoone trad nog mejuffrouw
Sepha Jansen op die wij nog nooit zoo
hebban bewonderd ais op dezen
avond. Eerst speelde zij de beide Rr-
inancen van Beethoven, waarvan w
die in G-dur nog pas van den beroem
den I-Iubermai) hoorden, maar die
nu heel wat schooner klonk. En na
de pauze liet zij zich nog hooren In
..Komen en Gaan" van Ph. Loo's
als compositie heèl wat hooger staat
dan het „Liebesfreud" van Krelsler,
dat daarop volgde. Ook zij werd lui
de toegejuicht en ontving evenals de
andere uitvoerenden rijke bloomen-
igavert. De heer Beuker begeleidde
haar hoogst verdienstelijk.
Een kleine opmerking moet ik ma-
kan wat betreft den naam die aan
deze voorstellingen gegeven is.
Zijn T wel dansen? Aan dansen
hecht men een andere beteskenvis als
mei) aan deze voorstellingen gevc-n
kan. Vaak bleef de-uitvoerende op de
zelfde plaats en veranderde slechts
van standi Zou de naam „Plastische
voorstellingen" niet balei- zijn?
G. A. M1CHELSEX.
E. S. Rfl. personeei.
De directie van de E. S. M. deelt
aan het personeel mede, dat de 54-
urige werkweek zal worden ingevoerd
zoodra de afdeelingscliefs de nieuwe
rolleering daarvoor klaar nebben, en
voor het rijdend personeel zoodra
voldoende nieuw personeel is geoe
fend.
Het personeel zal dan 52 vrije da
gen per jaar genieten waarvan min
stens 13 op een Zondag zullen val
len, terwijl het vaste personeel 7 en
het tijdelijk personeel 5 verlofdagen
per jaar zal krijgen.
Vlektyphus.
De minister van Arbeid, brengt
in verb a ad met liet voorkomen van
gevallen van vlektyphus de volgende
bepalingen der wet van 4 December
1872 (Staatsblad no. 134), zooais die
bij latere wetten is gewijzigd, en
van het Jxon. Besluit van 28 Decem
ber 19i7 (Staatsblad no. 732) in h::-
innering.
Wel van 4 December 1872 (Staats
blad no. 134), laatstelijk gewijzigd
bij de wet van 27 April 1912 (Staats
blad no. 165).
Art. 8. Het >6 verboden, lijders
aan een besmettelijke ziekte ver
voeren of te doen vervoeren, behal
ve in de gevallen in deze 'wet aange
wezen, zich daaraan lijdende, naar
eene andere plaats ie begeven; voor
werpen, die in aanreking waren met
lijders of overledenen aan eene be-
emeitelyke ziekte of daarvan afkom
stig ie vervoeren, te doen vervoeren,
ten geschenke of m gebruik te geven
of te doen geven, t« nemen of te
dien vervoeren, ten geschenke of Ln
gebruik te geven of te J -en geven,
te nemen of te doen neii -n, tenzij na
omsmettmg volgens art- 25; door
onvoorzichtigheid of achteloosheid
gevaar van besmetting, dat voorzien
kon worden, voor anderen te doen
ontstaan.
Art. 9. Vervoer van lijdere aan een
besmettelijke ziekte naar een ziekei -
huis of naar hunne woning is geoor
loofd volgens de daarvoor bij plaat
selijke verordening te stellen voor-1
schriften.
In bijzondere gevallen kan ver
voer van lijders aan een besmette
lijke ziekte dom- den burgemeester
worden toegestaan onder door hem
te geven voorschriften.
Dit vervoer mei gebruik van open
bare vervoermidde.en is verboden.
Voei- of vaartuigen, waarmede
het vervoer heeft plaats gehad, moe
ten onmiddellijk daarnu. door de zorg
en ten koste van den eigenaar wor
den ontsmet.
Vervoer van voorwerpen naar de
plaats voor ontsmetting bestemd Is,
met inachtneming vari de door den
burgemeester te geven voorschriften,
geoorloofd.
Art- 11. Overledenen aan typlius
mogen niet worddh vervoerd naar
andere dan de voor de ingezetenen
der gemeente gebruikelijke ate*-
"meene af bl|zort<tere J>egraafp"so4-
Het vervoer mag niet plaats heb
ben in voer- of vaartuigen voor le
venden bestemd om moet Wngs den
koristen weg geschieden.
Art 14. Bewoners van huizen of
vaartuigen, waarin een besuieoU-
lijkp ziexte voorkwam, mogen g--on
scholen beaqpkcn, dan na verloop van
8 dagen nadat de ziekte, volgens
6chriJ'lelijke verklaring van eenen
geneeskundige, uiit die huizen of
vaartuigen geweken ls.
Het verbod wordt opgeheven, zoo-
dra ontsmetting overeenkomstig art.
25 dezer wet heeft piaa;s gehad.
Art. 15. Hoofden of bestuurders
van de Ln het vorig artikel genoem
de Inrichtingen mogen de daarbij
vermelde personen, zoolang het vci-
bod duurt, niet tot die inrichtingen
toelaten.
Art. 19. Het hoofd van een gezin,
de houder of houder es van eejie
slaapstede of een logement, de schip*
per van een in eene gemeente verloer
vend vaartuig, de bestuurders van
gestichten van weldadigheid in arrt.
1 en 2 der Armenwet vermeld, van
gevangenissen, van Rijkeopvoeding-:-
gestichten, vaai Rijkswerkinrichtin
gen, van bodelaars- en krankzinni
gengestichten geven, wanneer daarin
eene besmettelijke ziekte voorkomt,
hiervan binnen 24 uren nadat hun
feit ter kennis is gekomen, n)'."
dedeeüng aau den burgemeester.
STRAFBEPALING EN.
Art .30. Mot eene boete van f 0.50.
tot f 25 of met hechtenis van een
tot drie dagen wordt gestraft.:
lo. (Vervallen).
2o. overtreding van art.lt, le en 2«
lid, 14 en 15.
3o. overtreuing van antt 8 en 9, -ie
lid, indien de overtreder met ''en
aard van de ziekio bekend wa«.
Art-. 31. Mot eene boete van f 0.50
tot f 100 of met hechtenis van e n
dag tot een maand wordt gestraft:
2o. overtreding van art. 9, 3e lid,
11, 2e üd," Indien de overtreder met
den aard van de" ziekte bekend v. as,
en van art. 19.
Koninklijk besluit van 28 Decem
ber 1917 (St-aalsbkid ito. 732) tot
vaststelling van buitengewone maat
regelen tot afwending van I-:.;y-
ufcps edi tot wering zijner uitbreidi»:-;
en gevolgen.
Art."2. Een ieder is verplicht de
Inlichtingen, door ambtenaren of
geneeskundigen van hem ycriangd
ter zake van de Uitvoering van dit
besluit, nauwkeurig en naar waar
heid onverwijld U- geven.
Ait 3. Een ieder, die waarneemt,
dat eeji persoon aan vlektyphus l:j«i>
of verschijnselen vertoont, wx-ike
doen vermoeden, dat hij door d;e
ziekte is besmet, is verplicht daarvan
onverwijld kennis te geven aan den
burgemeester of den meeet nabi,"
zijnden ambtenaar van Rijk:.- o* ge
meentepolitie.
Deze verplichting rust in het bij*
zonder op de houders van veroermid-
delon en op het daarbij werkzame
personeel.
Art. 4. De burgemeester is be
voegd, op de personen, die aan vl-:!.-
typliue lijden of, op grond van een
Ingewonnen advies van den ambte
naar van het Staatstoezicht op de
volksgezondheid of van een genees
kundige, doen- vermoeden dat. zij
door die ziekte zijn besmet of de be
smetting op anderen kunnen over
brengen, de door hem nood-ig geae'me
maatregelen van onderzoek, afzon
dering en ontsmetting te doen tot-
passen en hen naar eene openbare
inrichting of ami ere verblijfplaats in
de gemeente ter verpleging te doen
overbrengen, wanneer hun toestand
overeenkomstig de verklaring an
den behandel end en geneeskundige
dit gedoog:.
De personen, waarop de in de vo
rige alinea bedoelde maa.trege.ien
worden toegepastziju verplicht
zich aan die maatregelen te onder
werpen en mogen zich QiOt zonder
vergunning van deu bungemeesior
naar een andere plaats begeven
Art. 5. De burgemeester is be
voegd, na ingewonnen advies van den
ambtenaar van het btaa'Sioezicht op.
de volksgezondheid of van een ge
neeskundige, liet uitvoeren van ver
doekte of voor hoi overbrengen van
besmetting vatbare voorwerpen van
weiken aard ook, uit. het huis, erf,
voer of vaartuig, waar 0.-11 sevai of
ven-dacht geval van vle-.t-ypi'.us
voorkwam, anders dan met inach -
neming van de door hem te geven
voorschriften, te verbieden.
Art. 7. De burgemeester doe; de
hand houden aan een nauwkeurig
bijhouden van hot in artikel 43S van
lie; Wetboek van Strafrecht
doelde register Ln slaapsteden ei; lo
gementen, en doet, voor zoover hem
dit noodig voorkomt, toezicht houden
op deze inrichtingen en op de aldaar
nachtverblijf houdende reizigers,
zoomede op wboi)wagens en woon
schepen en op de daarin verblijf
houdende personen.
Indien vauwege het gemeen
stuur een geneeskundige met 1
houden van toezicht op de lo-het eer
ste lid van dit artikel bedoelde per
sonen belast la, zijn deze verplicht
dien geneeskundige bij hein te ont
vangen en hem alle verlangde inlich
tingen ter zake van de uitvoering van
dit besluit hetzij mondeling, hetzij
schriftelijk, te verschaffen.
TRE1NVERTRAGING. Door eed
defect aan de baan (gespleten ruil)
tusschen hier en Halfweg, kréég
sneltrein no. 207 Maandag belangrij
ke vertraging.
DE DlSTRBUTIEZAKEN TE HALF-,
WEG. Wij vernetnon dat deze
week een der zaken, als gevolg der
distributie-onregelmatigheden te Half
weg, voor den rechter van instructie
zal worden behandeld.