HET KASTEELGEHEIM HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 7 MAAkT 1919 TWEEDE BLAD UITGEEST. Uit de g 8 e 8 t in de klei zoo zegt de naam van dit dorp, gelegen aan het, kruispunt van spoorwegen, voe rende naar Amsterdam via Haarlem en via Zaandam, naar den Helder via Alkmaar, enz. Sedert eeuwen is deze plaats be kend als liggende op de scheiding van de geest- of zandgronden en den klei- en veenbodem, alwaar steeds dt bloembollencultuur en verder het tuinbouw- en veebedrijf wordt uitge oefend. Zijn omgeving is rijk aan wa ter. aan polders met bijbehoorende molens. Reeds in 409 vinden wij bij de oude geschiedschrijvers gewag gemaakt van het terp of dorp Assam, docli is het waarschijnlijk dat een ander dorp of gehucht bestaan heeft, hetgeen Bennesse of Bennas was ge- heeten. Dit Bennes moet gelegen heb ben ten Westen van de Hervormde Kerk van Uitgeest en komt in de ge schiedenis voor in 't jaar 988, toen Siegfried of Sikko, broeder van graaf Dirk II het voor trouwe diensten een rente schonk van twee pond. Of Ben nes ooit een dorp geweest is of ge hucht is onzeker, wel dat er eenmaal een slot of kasteel gestaan heeft, waarvan nog sporen te ontdokken waren (1840). In 16G4 maakte Bennes nog een der vier kwartieren of buurten van Uit geest uit, terwijl nu nog slechte de naam over is en wel in een stuk land, Bennes" genaamd. Zeer waar schijnlijk is, dat Uitgeest ontstond uit Assem en het Oude Bennes. Uitgeest was een der grootste Am bachten van Kennemerland en ligt ongeveer in een cirkel. Zijn gebied bestaat uit 4 hoofdpolders door wa termolens bemalen. De polders ,,de Zienon „Dorregeest" hebben leder ee nwatermolen, de polder „Broek" heeft zijn bemaling gemeen met de Heemskerker Zuid- en Noord-Broek, die te zamen vijf watermolens heb ben, terwijl ook de Wouderpolder een molen heeft. Ten Noord-Oosten komt de Uitgeestermeer uit de Langemeer tot aan het dorp spoelen. De Ban van Uitgeest en Marken-binnen is 1784 Morgen en 387 1/2 roeden lande groot (in 1740!. In 1632 telde het dorp 440 huizen, welk aantal in 1732 was afge nomen tot 385 en 9 molens, het. be droeg In 1749 374 huizen. Zoo heeft deze plaats menigmaal tijden van bloei en verval doorleefd, waarover later. Holland werd van het jaar 922 tot 1581 bestuurd door Graven en hadden de Hollandsche graven dikwijls to strij den tegen dc West-Friezen, bewoners der landstreek ten Noorden en ten Oosten van Alkmaar gelegen. Het was in deze oorlogen ten eerste onder Graaf Dirk VI, die van 1122 tot 1157 regeerde, dat de Uitgeesten» dapper hebben meaegeholpen. Zoo werden de West-Friezen in 1155 verslagen, doch kwamen naderhand telkens weer lien- uemerland door hunne sti ooplochten verontrusten. In 1256 kwam in den strijd om liei leven Graaf Willem II, Roomsch Ko ning, die te paard door 't ijs zakkend, i door de vijandelijke Westfriescke ie- gerbenden werd afgemaakt- Zijn zoon de latere graaf Floris V, toen rog slechts twee jaar oud, trok volwassen geworden, tegen de West-Friezen op, om zijn vaders dood te wreken, ioen had er bij Uitgeest een hevig gevecht plaats, 1272, waarbij 800 Westfriezen en 500 Hollanders sneuvelden, die volgens oude kronijken begraven wer den op een stuk land aan den Dorre- geestcrweg, waar nog een hoogte was, die niets dan doodsbeenderen bevat; dit land droeg den naam van „het Kerkhof' (1840). Graaf Floris was zoo over de hulp van de Uitgeestera tevreden, dat hij hun vrijdom van stapelrecht en grafe lijke tollen verleende. In 1291 werd echter de strijd tegen de Westfriezen opnieuw hervat, zoowel te land als te water, voor den oorlog op het wa ter werden schepen uitgerust, zooge- n<vMete belrkoggen. Uitgeest moest d?, ar voor zijn aandeel aan roeiers le veren en wel ten getale van 64, waar uit op te maken valt, dat het dorp toer al vrij groot moet geweest zijn. Het moet voor Uitgeest een gerustheid g-wesst zijn, dat eindelijk door de algeheete onderwerping der West- Friezen aan den strijd nabij zijne landpalen een einde kwam. In 1299 werd Jan II hertog van He negouwen ook Graaf van Holland en werd. behalve van andere omliggen de plaatsen ook Heer van Uitgeest, vergunnende zoodoende zijn wanen te voeren. Dit wapen was samengesteld uit de" wapens van Henegouwen on Holland en bestond uit een gouden veld ln 4 kwartieren verdeeld, waarop kruise lings twee zwarte leeuwen (Henegou wen) en twee roode (Holland). De Staten van Holland hebben ech ter in 1816 het wapen gewijzigd en vastgesteld dat het zal zijn een zwart veld waarop kruiselings twee zilveren en twee roode leeuwen. In de twisten tusschen Hoekschen en Kabeljauw- schen die in 1348 in Holland ontston den en wel 150 jaren duurden, behoor den de Uitgeesters aanvankelijk tot de Kabeljauwsche partij, omdat de heer van het dorp tot die partij be hoorde, later erfde echter Jaooba van Beijeren in 1417 van haar vader ook de Heerlijkheid Uitgeest en ging ook de bevolking tot hare partij, die der Hoekschen over. In den strijd tegen haar Oom Jan van Beijeren was Ja cobs zeer ongelukkig en had dikwerf met geldgebrek te kampen, daarom verpandde zij in 1417 de Heerlijkheid Uitgeest voor den tijd vün drie jaren aan Heer Gerrlt van Heemskerk voor 1400 schilden. [Een schild was onge veer 75 cents). Maximiliaan van Oostenrijk, die voogd was over zijn zoon Philips, maakte eea einde aan de twisten tus schen Hoekschen en Kabeljauvvschen, doch trad zeer gestreng op tijdens zijn bestuur als regent, verzwaarde de be lastingen, verminderde de munt en dreef, het verdnikte voile tot het rp- roer „het Kaas- en Broodspel" ge naamd. Ook de Uitgeestei-s trokken mede met de benden volks, die, gewapend met graven, spaden, hooi- en mest vorken, naar Haarlem en Alkmaar oprukten onder de leus: „wij vechten ons liever dood, dan van honger te sterven". Zij droegen vaandels waar op kaas en brood geschilderd waren en zeiden: „wij vechten om dit te ver krijgen of te sterven Na te Leiden en ook te Haarlem door het leger van Maximiliaan te zijn teruggedreven, trokken ze naar Beverwijk terug. De benden werden eindelijk verstrooid; aan da geheele tsreek werd een zware boete opgelegd, waarvan Uitgeest al leen 8000 Kronen moest opbrengen. (Een Kroon was 90 cents). De rust die nu ook voor het dorp Uitgeest intrad, was weldadig voor zijn bloei en men telde hier np in 1539, wel 70 smederijen, vele stnk- makerijen en steenzagerijen. Het aantal huizen bedroeg 540 in 1572. Stadsnieuws Muziek Laagland. De zooveelste Laagland-opvoering in den Stadsschouwburg heeft weer een groot succès gehad. Alle rangen, behalve de baJconloges, die geheel leeg waren, waren uitstekend bezet en het publiek heeft het den artisten niet aan bijvalsbetuigingen laten ontbreken. De Nederlandsche Opera is bij de schouwburgbezoekers mi den pas en het zou een erg ding zijn wanneer dit prachtig ensemble uit 'elkaar ging. In tientallen van jaren heeft men in ons land niet zulk een viertal schitterende zang stemmen samen gehoord, als waar over Fanlella Lohoff, Anton Dirks, Jules Moes, die dezen avond Chris de Vos verving en Kubbinga beschik ken Vooral de laatste tooneelen wer den er door tot een sublieme weelde van klank. En dan zwijgen we nog niuar over de „kleine" rollen van Elize de Haas, Coen Muller en an- deren. die het geheel op fraaie wijze aanvullen. Hot orkest ondeir Albert van Raalte had ook nu weer een goe den avond en vond een zeer aandach tig en dankbaar gehoor. Men verliet den schouwburg met de levendige hoop. dat hert gezelschap van den heer Koopman in stand mag blijven, 't zij met behulp van den Watergraafsmeerschen Maecenas, 't zij met steun der Haagsche combi natie. Eén ding moet stellig gebeuren, als deze pogingen lukken de heer Koopman heeft 't eigenlijk in zijn expositie van toekomstplannen al be loofd dal de opera's opnieuw ver taald wordm. En dan alsjeblieft -n 't Nederlandscli. Dat is wel *t minst, wat men van een Nederlandsche Opera kan verlangen: „Een vrouw tje voor „den" Pedro" riekt erg Duitsch in den mond van een... Spanjaard. Wat beteekent: „Ha. gij schampt ui" En dit fraais: ,,Dan blijf 'k „aan" u toch immer" en „Dat zij „aan" hem is"? Of dit ge brabbel: „Gaat naar huis tere, pakt ul Snel! Hieruit, daarmee eai hier uit met uf' Hoe „grendelt men zich in?" Hoe „schreit" men iets in alle fwindeni Wie gaat er in Nederland een „wedding" aan en hoe kan men zich in iemand „verbijten". Om maar te zwijgen van de vertaling van „Tiefland" in „Laagland". Dat zal wel zoo iets vnn „ln 't dal" moeten zijn. Laagland is in elk geval geen Nederlandscli en laagvlakte kan hier niet bedoeld zijn. Een Nedorlandsch letterkundige zou er, dunkt me, Iets betere van terecht brengen. Vrijwillige Landstorm. Van R.-K. zijde had Donderdag avond in de groote zaal van St. Bavo een druk bezochte vergadering plaats om propaganda te maken voor deel neming aan den vrij willigen land storm. Genoodigd waren inzonderheid verlofgangers. De vergadering werd geopend met den Chr. groet en met 't staande zingen van twee couplet- ten van 't Wilhelmus. De heer J. W. Knape, de voorzitter van de afd. Haarlem van den R.-K. Bond van Dienstplichtigen, die de vergadering leidde, zeide in een ope ningswoord dat de afdeeiing 't ini tiatief had genomen tot de oprichting van een of meer compagnieën van den vrijwilligen landstorm en dat de af deeiing zich daartoe in verbinding had gesteld met de afdeeiing Heem stede, die gaarne medewerking had verleend. Hij zette verder uiteen de wenschelijkheid in 's lands belang om den vrijwilligen landstorm te ver sterken, opdat, wanneer ooit een tweede revolutie mocht komen, de Regeering op standvastige Regee- rlngsgetrouwen kan rekenen. Daarna was aan 't woord de heer J. A. de Lobel, die behandelde 't on derwerp „Hoe zullen we de tweede revolutie voorkomen?" Spr. herinner de aan wat in de Novemberdagen plaats had en zeide dat toen door een krachtig optreden nog iuist op 't laatste oogenblik de revolutie werd voorkomen. De middelen in Novem ber gebezigd om de revolutie te voor komen, werden door den spreker ln den breede besproken, waarbij door hem werd betoogd, dat in Nederland met zijn democratischen Regeerings- vorm, geen reden was om revolutie te maken en onder applaus van de vereeniging hulde werd gebracht aan de Koningin voor haar medeleven met haar volk in de cricisdagen. Uitvoerig critiseerde spr. 'i optre den van Mr. Troelstra in de Novem berdagen. Hij ging daarna na hoeda nig de toestand op dit oogenblik is en hoe nu in 't land niet de soc.- dem. de leiding hebben, maar Wijn koop die genomen heeft, de man, die openlijk "zegt„Wij willen de revo lutie"; waarbij door hem werd gecon cludeerd dat 't gevaar van de revo lutie blijft, dat in 't vooruitzicht Is gesteld een maken van revolutie door feweld. Als een middel om oen twee- e revolutie te voorkomen, beval spr. ten slotte aan een aansluiting bij den vrijwilligen landstorm. Ilij oordeelde dat, wanneer de Re- feering paraat blijft en wanneer be- end is, dat de Re^eering op den steun van een krachtigen landstorm kan rekenen, men zich wel zal wach ten om een revolutie te maken. Spr. eindigde met uiteen te zetten aat men er aan gedachtig dient te zijn dat de revolutie ten slotte zal uit- loopen op een vernietigen van eJken godsdienst en met een krachtige op wekking om zich als één man onder de oranjevlag bij den vrijwilligen landstorm aan ie sluiten. (Applaus., Tweede spreker was luitenant Van Rees, die behandelde *t onderwerp „Burgerwacht en landstorm". In den breede zette spr. uiteen dat burger wacht en landstorm beide de Regee ring zullen moeten steunen en dat noodig is een waakzaam blijven tegen 't gevaar van revolutie en om te handhaven de rechten en de vrijhe den van 't volk. Hij ging verder na wat de bedoe ling met den vrijwilligen landstorm is en wat de verplichtingen van den vrijwilligen landstormcr zijn en drong aan om zich er bij aan te sluiten in 's lands belang. Zijn geestdriftig be toog werd meermalen door applaus onderbroken. Nadat eenige vragen waren gedaan en beantwoord, werd de vergadering gesloten. Er waren kaarten uitge deeld om bot den vrijwilligen land storm toe te treden, die men aan den uitgang der zaal ingevuld kon inle veren. TELEURGESTELDE OUD-VERLOF GANGERS. Onder Wding van den heer N. Groos vergaderde Don derdagavond in het Brongebouw de afd. Haarlem van het Landelijk Co mité van Actie van teleurgestelde oud-verlofgangers. De voorzitter deelde Ln zijn ope ningswoord mede, dat de tot nu toe door verschillende vereenigingen hier ter stede gevoerde adtie niet de ge- wenschte is. Mr. Bomans, zeide Bpr. verder, die zich onlangs op een vergadering met zijn persoon borg gesteld heeft dat de belangen van de gcdcmoblllseer dan vervuld zouden worden, heeft ln de Kamer niet voor die gedemobili- sererden gesproken. De motie Zadel hof en Ter Laan is gevallen en de gedemobiliseerden zijn nu aangewe zen op hel steuncomité. Hiervan ver wacht de heer Grocs niet veel. Maar wij gaan niet accoord met hetgeen de vorige week over ons door de Kamer beslist is. eindigde spr. (Applaus). Hierna was het woord aan den heer J. D. v. Steen. Deze begon met zijn voldoening uit to spreken over de goede opkomst. Verder de gevoerde actie bespreken de. zeide spr. dat voeling gezocht ie met het Centraal Neutraal Comité te Utrecht. Revolutionnair, zeide spr., zijn wij niet, al wordt dat wel he weerd. Onze actie zal zich bewegen in neutrale banen en langs ordelijken weg. Bij de Vrijdag in de Kamer geval len beslissing kunnen de gedemobili seerden zich niet neerleggen. Spr. gelooft niet. dnt het Kon. Nat, Steun comité alle hulp zal weigeren, als langs ordelijken weg wordt gede monstreerd. Verder wekte de heer v. Steen de aanwezigen op, lid van den Bond van oud-vc-rlofgangers te worden. Hierna ging de openbare vergade ring ln een huishoudelijke over. LOMPENSORTEERPLAATS. Bij kon. besluit is onder eenige voor waarden alsnog vergunning verleend aan W. F. Claus en A. J. van den Bosch, beiden te Haarlem, voor de oprichting van eene bewaar- en sor- teorplaats van tompen aan de Bake- nessergracht 45, te Haarlem. Deze vdrgunning was door B. en W. van Haarlem geweigerd. Begrafenis J. L. Zagers. Op de AJgemeene Begraafplaats te Heemstede is Donderdagmiddag ter aarde besteld het stoffelijk over schot van deD heer J. L. Zegers. 'n leven oud-ddrectetir van „Meer en Bosch" Vóóraf had in de kapel van dLe stichting een lijkdiens; olaate, die geleid werd door ds- C. J. van Pacissen, den voorzitter van de Chr. i vereeniging voor de verpleging van lijders aan vallende ziekten. De ka- j pel was geheel met belangstellenden gevuld. Onder de aanwezigen werden op gemerkt vertegenwoordigers van be sturen en colleges, waarin de over ledene had zitting gehad; de diake nen van „Meer en Bos-'h"; de zusters van „Sarepta"; dr. Heldrins. voor zitter van den Bond van Ohr. Phi- lantroplsohe inrichtingen; afgevaar digden van diaoonessenhuizpt, onder wie dr. P. Blaauw, directeur van het diaconessen-huis te Haarlem; le den van den Korkeraad en kerk voogden der Ned. Herv. Gein. te Heemstede, onder wie ie president kerkvoogd de heer De Wilde. Verder het lid van den Raad van Heemstede, de heer Honig, predi kanten der Ned. Herv. Kerk te Haarlem, Bloemend aai esi Schoten, dr. Barger van Utrech;, die vroe ger te Bloemendaa! predikant was. eenige weezen uit het Ned. Herv- Weeshuis er. vele vrienden van den overledene; Jhr. mr. D. E. van Len- nep en jhr mr. P. Teding van Berk hout waren verhinderd. De. Van Paassen opende den dienst niet gebed on bield daarna, nadat was gezongen psalm 89 7 en een deel der H. S. was gelezen een toespraak. Hij zeide ongeveer het volgende: Het ls voor 'n aandoenlijke plech tigheid dat wij bij elkander zijn, nl. om de laatste eer te bewijzen aan den man, dien wij hebben Liefgehad, dien wij allen hebben gekend, heb ben zien gaan door dit leven en van wlen wijde uitkomst van zijn geloof (hebben aanschouwd. Zijn leven, waar wij God voor danken, was een van grooten arbe'd. Hij heeft 40 jaar gearbtfd, 20 jaar in dienst van de uitwendige en 20 jaar ln dienst van de inwendige zending. I Hij deed al zijn werk met groote trouw en toewijding, en ook na zijn tijd van rust nemen werd door hem nog veel arbeid gedaan. Wij danken God voor dit rijke koen en den me- nigvuldigen arbeid door hem ver richt. Hij was een man van groote kracht, maar ook een met een reeder gemoed, in wiens hart woonde rijke liefde en die fijn voelde. Hij had de diaconen lief od droeg allen op zijn biddend hart. Onze vereeniging lijdt door zijn hoen gaan een zwaar verlies. Hij was een man die de tra ditie volgde, iemand van een tecder gemoed, een van geloof en van ge bed. Hij heeft op den Heer steeds kin- üerlijk vertrouwen én zij u eterven ls voor hem geen verbes maar winst. Wij danken God, die ons zijn geloof en liefde deed aanschouwen. Nim mer zullen wij hem vergeten. En zoo gaat dan de een na den ander weg. Maar één, de Heer, is blijvend. Klampen wij oii6 dan aan hem vasi Ook namens den kring van dLaco- nessenhuizen gedenk Ik den arbeid van den overledene met dank. Hij was ©en vriendelijk man, die geen vijanden had, een man van God, een kind Gods. Van Bilderdljk is ge zegd dat een lond dat nooit groot ls geworden, in hem ie geblevci - Dit geldt ook van hem. Hij was toegankelijk voir allea wat nieuw ei: frisch is voor nieu we ideeën. Hier ln dit bedehuis, waar door hem zoo vaak hei woord Gods ie gebracht, leggen wij hem neer in Gods hefde-snnen en in Gods eeuwig vaderhart Eln hierboven, in het Huis des Vaders, hopen wij hem wwler te rien. Ds. C. Veen sprak: De overledene was een dieiwtknecht vaii Jezus Christus als er maar weinigen zijn. Hij heeft velen opgeleid als dia- coon en was zelf een dd icoon in den vollen zin des woords. Hij heeft den! Heer gediend van ganscher harte en i met al'.e krachten, gew-!,-k: zoolang het voor hem dag was. Met z.jn bui tengewone krachten is door hem ge- j arbeid ln den dienst van des Heeren 1 Koninkrijk, ook onder het opkomend geslacht. De JongelLiigsvereen.gmg en doj Knapenvei'eenig:ng hadden de liief- de van zijn hart en maimer zullen deze vergeten wat zij aan hem neb- ben te danken. TOt hun naam bre ng ik aan hem een woord van eerbiedi ge hulde. Voor mij persoonlijk was hij meer dan een vriend. Je trouwe, standvastige man, die mij in den strijd van hei leven en Ln dagen van smart sterkte. Veel heb <k vtn hem geleerd en veel ben ik aao hem ver schuldigd. Ik dank God, die hein mij van nabij deed kennen. Ds. A. J. Montijn sprak namens 't hoofdbestuur van de Ncd. tendings- vereeniging en gedacht de verdien sten van den overledene voor c'e zen- ding, alsmede zijn met grooten zigen j arbeiden te Indrainajoe. Hij schetste j hem verder als een man van ootmoed t en mot een breeden blik, die in al zijn arbeid getrouw was. Met den wensch dat allen lets van z:jn oot moed, trouw en toewijding mochten deelachtig worden, eindigde spr. Baron W. D. H. van Asbeck ge- dacht den overledene als regent van 't weeshuis van de Ned. Herv. kerk. j Hij deed uitkomen dat de heer Zcgers i met zijn groote liefde voor jonge men- schen als regent uitnemend op zijn plaats was en dat hij was een raads- I man voor de mederegenten, 't perso neel en voor allen, die van uit 't wees- j huls 't leven ingingen. Den i-.anwe- I zigen weezen verzocht spr. hem steeds I in dankbare herinnering te houden. De heer Hoekendijk die namens óe diakonen sprak, zeide dat de de eer- ste indruk aangaande den overledene was, dat hij een krachtfiguur was, maar dat diegenen, die hein beter kenden, wisten dat hij een vaderlijk liari had. In den breede weldóv rpr. uit over wat de heer Zegers voor de diakonen is geweest, hem daarbij schertsende als een man van werken en van bidden en die dat aan unde^, ren ook voorhield en als de trouwste vriend van de diakonen. Dr. Oberman, predikant bij de Ned. Herv. gem. te Heemstede bracht in zeer waardeerende bewoordingen den overledene dank voor wat door hem in Heemstede is gedaan. Hij heeft hier, aldus spr., een haard van Chr. leven gekweekt en gestookt, van hem I ging grooten invloed op allerlei ge- bied uit; hij heeft de chr. school op 1 't hart gedragen en was een n an met. wien men bidden kon, wai r.iet van ieder chr. leider kan worden gezegd. Mr. dr. C. F. Schocli van .-mster- dam, voorzitter van 't Ned. Jonge- i lingsverbond, gedacht wat dc over- ledene voor dat Verbond is geweest en zet uiteen dat drie dingen in hem aantrokken: hij voelde zich als leider -geboren, was waar jegens God en menschen en ging mede met den tijd. Moge God, eindigde spr., ons rr.eer dergelijke leiders geven om dc jonge lingschap te ledden op den levens weg. Nadat nog was gezongen Gezang 249 6, eindigde ds. G. Barger, de directeur van „Meer en Bosch" den lijkdienst met dankgebed. Daarna werd 't lijk grafwaarts gedropen. Achter de baar volgden alle aanwe zigen. Op de algemeene begraafplaats, waar 't stoffelijk overschot werd ter aarde besteld, werd niei meer gespro ken. Nadat was gezongen Gezang 130 „Jezus, uw verzoenend sterven" enz. dankte een broeder van den overle dene voor de betoonde belangstelling. Onze Laehboek EEN WENK. Een jonge dame, die met een gezel schap een mooi buiten bezocht, Bleef wat achter, in bewondering over de pauwen. Vallen er wel eens veeren uit hun staart! vroeg zij aan den tuin man, die er bij stond. Hij keek even rond en antwoordde daarop, niet al te luid Het zijn koppige beesten, juf frouw, maar al6 ze een kwartje zien. verliezen ze wel eens een veer. (Prov. Nrd. Br.J Satiriek voor Vragen VRAAG: ik ben 14 Noveanbr gede mobiliseerd en verdien nu f 16 per week. Ik krijg f 8.50 vergoeding. Is die berekening van het steuncomité juist? ANTWOORD: Er bestaat geen reden om te denken dat het Kon. Nat. Steuncomité u te weinig zou toe kennen. Gij zoudt eene toelichting kunnen verzoeken aan de demobili eatïeeommissie en deze misschien be reid vinden dit te doen. VRAAG: Wan peer wordt de eerste ploeg 1918 genie met klein verlof ge zonden? ANTWOORD: Dit is nog niet bekend- VRAAG: Kan naar kennissen in België een pakje gezonden worden, inhoudende boter, tabak en chocola de? Welke hoeveelheid mag men zenden en waar moet dit aange vraagd worden? ANTWOORD: Vraag een consent aan het Bureau voor Uitvoer, Mauritskade 7, te 'e-Gra- venhage. VRAAG: 1) Kon lk als werkend pas sagier naar Amerika gaan? 2) Wordt een ongehuwde vrouw in Amerika toegelaten? 3) Hoeveel bedraagt het passagegeld 2e klasse naar New- York? 4) Hoevee! geld moet men bezitten om in Amerika te wor den toegelaten? ANTWOORD: 1. Als er een boot gaat, kunt u het pro- heeren. Wend u tot den agent van de H. A. L., J. Wentholt. Plein. 2. Als ze geen vaste bestemming heeft, niet. 3. f 300 6 325 4. f 60. VRAAG Hoe luidt het adres van de huuroom missie? ANTWOORD: Kruisstraat 45. VRAAG. Hoe luidt het adres van „Tessdschade" of van ec-n dergelij ke vereeniging voor tijdelijke hulp? ANTWOORD: Secretaresse is me vrouw Wlldervanck de Blécourt— Al berts te Bloem end aai. VRAAG: Tot wien moet ik mij wenden om een woning te verkrij gen van een coöperatieve botiwver- ceniging. Kan dat ook schriftelijk gebeuren? ANTWOORD: Voor de Ver eeniging „Patrimonium" kunt u zich schriftelijk wenden tot den heer J. B. van deT Wateren., Oost er- straat 18 rood: VRAAG: Bestaat er in Haarlem een mandolineclub voor een meisje van 16 jaar? ANTWOORD: Er bo- staat een mandolineclub „Con Arno ro" (secretaris de heer A. J. P. Dln- newet, Velserstraat 48), maar wij ge- looven met, dat deze club damcsled*n telt. VRAAG: Welke Plmmvoevereeni- gingen heeft men in Nederland, wel ke geven een bjad uit? Waar ka:i men zich als Lid daarvoor opgeven? ANTWOORD: Wend u lot het Bu reau Avicuhura, firma W. v. Gor- cum, Assen. Door tusschenkomst van dit blad kunt u zich in kennis stellen met on geveer alle bekende Nederlandsche Pluimveevercenigingen. VRAAG: Sinds eenige dogen be zit ik een papegaai. Wat voor voed sel moet het dier hebben? Hij ziet er vuil on stoffig uit., Wat is hier aan te doen? ANTWOORD; Ale dc papegaai er vuil uitziet spuit hem dan goed «ciioon met lauw water, b.v. met een bloeinen^nuit. Als voedsel ge mengd papegaaienvoer, dit bevat als hoofdvoedsel zonncpitlen, cederno- ten, mais, hennepzaad en een wei nig haver; als bijvoer vruchten en een stukje geweekt brood of biscuit. VRAAG: Bestaat er ook een mid del om den sterken smaak van het Amerikaansche spek te doen ver dwijnen? ANTWOORD: wanneer het spek wordt gebakken en er een uitje bij wordt gefruit, proeft men niets van den sterken smaak. VRAAG: Welke maand ie het mees; geschikt voor do kanurieteult en hoe lang duurt dc broedtijd? ANTWOORD: De beste tijd voor 'Ie kanarieteelt, begint einde- Maart en eindigt ©inde Augustus, dc broedtijd ia berekend van het laatst gelegde eitje, dertien dagen. Feuilïeton K. 'SCRIBNER. 39) Gedurende dezen maaltijd, noch later sprak niemand meer over de avonturen van dien nacht. Wij brachten de morgenuren door met in liet park rond te dwalen en ik zag dat Armond alle kentcekencn van de uitbarsting had weggeruimd, behalve de beschadiging van het prieel. Na de oproerige dagen die wij had den doorgebracht, was het nu op Frontellac eensklaps kalm geworden. Madame Courtier zat liever op een eenzaam plekje te breien dan zich bij ons te voegen en den tweedon dag na hun aankomst hoorde ik al van Ma demoiselle dat zij heel wat uren in de keuken doorbracht om de dochter van Armond in de fijne kookkunst ln te -wijden, hetgeen men ook al spoe dig aan de gerechten kon bespeuren. Vane bemoeide zich bijna uitsluitend met den kleinen advocaat en zoodoen de waren mademoiselle en ik veelal op elkander aangewezen en ik had altijd gemeend dat ik bestand was tegen de pijlen van Cupido, dat ik mijn levenspad mijn leven lang al leen wilde bewandelen, maar ik had al heel wat vrouwon bewonderd om ze later toch weer te vergeten, zoo dat ik tot nu toe steeds had gedacht dat het ook zoo met Hélène Courtney zou gaan,-nadat zij te Cherbourg een vluchtigen indruk op mij had ge maakt. Maar de toevallige ontmoeting bij den molen en later op de villa Des Ilies had mij het geloof in mijn onkwetsbaarheid benomen. Haar be zoek op het kasteel, toen ik haar nog altijd voor Mademoiselle Des Ilies aanzag, had mij nog versterkt in mijn veroering voor haar en nu werden wij door de macht van een paar re gels door de hand van een overledene neergeschreven dagen achtereen te zamen gebracht onder een dak. Voort durend met haar te zijn was haar ie leere-n beminnen en lk die altijd ten opzichte van vrouwen zeer stoutmoe dig was geweest, gevoelde mij nu een lafaard in het bijzijn van dit kleine Fransche meisje. Ik zog echter wel in dat ik, nl beminde ik haar dan, nochtans dit verbergen moest, want de toestand was hier immers zeer bij zonder; de wet had mij tot haar wet tigen voogd gemaakt en zij was nu onder mijn bescherming op Fronleltac gekomen en indien ik mij aan naar declareerde zou ze genoodzaakt zijn om dit weer te verlaten. Dit beang stigde mij.. Was liet mademoiselle Des Ilies of oen ander kennisje van mij geweest, dan zou ik niet geaarzeld hebben, maar ten opzichte van Hé lène was het iets geheel andere. 7.ij beschouwde mij trouwens ook met ge heel andere oogen dan zij dit Vane deed met wien zij lachte en gek scheerde. Ik begon nu John, Frank rijk en de geheele wereld te haten. Ik zocht geheime schuilplaatsen op, verwaarloosde mijn plichten als gast heer en was voor mij zelf in een on uitstaanbaar humeur. Kapitein nes Ilies stond mij steeds voor oogen t-n het gesprek dat ik met den molenaar had gevoerd was mij niet uit de ge dachte. Nu eens dacht ik er over om naar Amerika terug le keeren en dan weer nam ik mij voor om in Frankrijk te blijven en alle hinderpalen te over winnen. De zaken bleven nu nog eenige dagen op hetzelfde standpunt en ik bespeurde dat Vane mij meer malen spottend aanzag. Had hij maar iets tegen mij gezegd, maar om zelf over deze zaak te beginnen daar toe had ik geen moed. Den vijfden dag na hun aankomst kondigde <la heer Tiers mij aan dat hij naar Parijs moest terugkeéren en toen ik bezwaren opperde, zag hij mij door zijn bril eenigszins dreigend aan, zeggende: U hebt mij al een week van mijn werk afgehouden, monsieur en wie weet hoeveel werk mij thuis wacht. Oude menschen mogen zich aan le digheid overgeven, maar ik moet nog werken voor mijn brood. Ik zal ech ter niet spoedig de aangename da gen vergeten, die ik hier heb door gebracht. En mademoiselle, mon sieur? Had ik geen gelijk toen ik u zeide, dat u het niet zou betreuren, haar op Frontellac genoodigd te heb ben? Een klein hoekje in het kasteel zal voldoende voor haar zijn. Laten we daar niet verder over spreken, monsieur, antwoordde ik, mademoiselle is een allerliefst meis je, voegde ik er ten slotte eenigszins gedwongen san toe. Dien avond sprak ik voor het eerst eens ernstig met Vane sedert euzen terugkeer van Griffin's hutje, lk zag wel dat hij zich ook ongerust n uakte over de gevolgen van de ontploffing, en dat er detectives naar Frontellac zouden komen om de zaak te onder zoeken maar daar de dag voorbij was gegaan en er niemand was komen opdagen, vermoedde ik dat het aan Griffin gelukt was om het lijk van den Amerikaan te verdonkeremanen en dat hij zelf hier uit de buurt weg zou zijn en wij bij gevolg van l:em verlost waren. Maar nochtans was ik niet op mijn gemak als ik mogelijkheid voorzag, dat er nieuwe vijanden zouden opda gen en dat was juist de reden dat ik met Vane wilde beraadslugen. Het zou kunnen zijn dat er wel weer iemand hier kwarn, muur toch geloof ik veeleer dat de ijver nu wel wat verdoofd zal zijn, zei hij,.— en ik zou je raden maar kalm te wach ten tot we verder bewijzen hthben dat de vijand het slagveld i let -.er- laten heeft. Maak geen slapende hon den wakker, dat heb ik altijd i-cn ver standig spreekwoord gevonden. Ben je van plan nu in het park ook niet meer tc gaan graven? Vooreerst althans niet en uLs wij zulks weer doer, moeten we made moiselle eerst met het geheim in ken nis stellen. Ja, dat vind ik ook beter, gaf hij kortweg ten antwoord cn hiermede eindigde ons gesprek. Den dag na liet vertrek van den heer Tiers stelde Vane voor, dat wij «n uurtje paard zouden gaan rij den. Ik keek mademoiselle aan toen hij dit zei. Ik heb het vroeger veel gedaan met mijn vader, antwoordde zij, maar den laatsten tijd werd mij dit genoegen ontzegd. Dan kunt u nu de rij toertjes weer opnemen en tevens ons den weg in de omstreken wijzen, want wij zijn liier nog weinig bekend, verklaarde ik. En madame? vroeg Vane, hoe wel de gedachte om haar op een paard te zien, onzen lachlust opwekte. De goede ziel wierp mademoiselle dan ook een smeekenden blik toe. Met de toestemming van mon sieur zal ik mij zelf in liet kasteel bezig houden, zei ze met een nenauw- de stem; vandaar dat we wegrijden de haar op het terras zagen staan met een haakwerkje iri de hand. Ik had voorgesteld om naar do villa te rijden, daar mademoiselle ze ker gaarne haar vriendin eens zou zien en ik zelf verlangend was om de erkelijke mademoiselle Des Ille? eens te ontmoeten. Wij vonden haar tehuis maar op het punt om naar Parijs te v-.rtrek- ken. werwaarts de oude markiezin haar reeds was voorgegaan. 7 ij was een lief meisje, minder levendig van temperament dan Hélene en zij ont ving ons zeer hartelijk, maar t en lk haar vroeg om oens op Frontellac te komen, schudde zij teleurgesteld het hoofd. Monsieur begrijpt wel, «lat niela mij aangenamer zou zijn, zei ze. maar ik vrees dat de markiezin daar toe nooit toestemming zou geven, tenzij ze mij kon vergezellen en dan zou het ook nog alleen voor één mid dag zijn. Het zou wel mogelijk zijn dal wij haar bewogen orn -choorvoe- tend „ja" te zeggen, maar dan zou u of Hélène het haar moeten vragen, besloot zij. Gelukkig sloeg zij geen acht op de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5