HET KASTEELGEHEIM
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 7 MAAkT 1919 TWEEDE BLAD
UITGEEST.
Uit de g 8 e 8 t in de klei zoo zegt
de naam van dit dorp, gelegen aan
het, kruispunt van spoorwegen, voe
rende naar Amsterdam via Haarlem
en via Zaandam, naar den Helder
via Alkmaar, enz.
Sedert eeuwen is deze plaats be
kend als liggende op de scheiding
van de geest- of zandgronden en den
klei- en veenbodem, alwaar steeds dt
bloembollencultuur en verder het
tuinbouw- en veebedrijf wordt uitge
oefend. Zijn omgeving is rijk aan wa
ter. aan polders met bijbehoorende
molens.
Reeds in 409 vinden wij bij de oude
geschiedschrijvers gewag gemaakt
van het terp of dorp Assam, docli is
het waarschijnlijk dat een ander
dorp of gehucht bestaan heeft,
hetgeen Bennesse of Bennas was ge-
heeten. Dit Bennes moet gelegen heb
ben ten Westen van de Hervormde
Kerk van Uitgeest en komt in de ge
schiedenis voor in 't jaar 988, toen
Siegfried of Sikko, broeder van graaf
Dirk II het voor trouwe diensten een
rente schonk van twee pond. Of Ben
nes ooit een dorp geweest is of ge
hucht is onzeker, wel dat er eenmaal
een slot of kasteel gestaan heeft,
waarvan nog sporen te ontdokken
waren (1840).
In 16G4 maakte Bennes nog een der
vier kwartieren of buurten van Uit
geest uit, terwijl nu nog slechte de
naam over is en wel in een stuk land,
Bennes" genaamd. Zeer waar
schijnlijk is, dat Uitgeest ontstond
uit Assem en het Oude Bennes.
Uitgeest was een der grootste Am
bachten van Kennemerland en ligt
ongeveer in een cirkel. Zijn gebied
bestaat uit 4 hoofdpolders door wa
termolens bemalen. De polders ,,de
Zienon „Dorregeest" hebben leder
ee nwatermolen, de polder „Broek"
heeft zijn bemaling gemeen met de
Heemskerker Zuid- en Noord-Broek,
die te zamen vijf watermolens heb
ben, terwijl ook de Wouderpolder een
molen heeft. Ten Noord-Oosten komt
de Uitgeestermeer uit de Langemeer
tot aan het dorp spoelen. De Ban van
Uitgeest en Marken-binnen is 1784
Morgen en 387 1/2 roeden lande groot
(in 1740!. In 1632 telde het dorp 440
huizen, welk aantal in 1732 was afge
nomen tot 385 en 9 molens, het. be
droeg In 1749 374 huizen. Zoo heeft
deze plaats menigmaal tijden van bloei
en verval doorleefd, waarover later.
Holland werd van het jaar 922 tot 1581
bestuurd door Graven en hadden de
Hollandsche graven dikwijls to strij
den tegen dc West-Friezen, bewoners
der landstreek ten Noorden en ten
Oosten van Alkmaar gelegen. Het
was in deze oorlogen ten eerste onder
Graaf Dirk VI, die van 1122 tot 1157
regeerde, dat de Uitgeesten» dapper
hebben meaegeholpen. Zoo werden de
West-Friezen in 1155 verslagen, doch
kwamen naderhand telkens weer lien-
uemerland door hunne sti ooplochten
verontrusten.
In 1256 kwam in den strijd om liei
leven Graaf Willem II, Roomsch Ko
ning, die te paard door 't ijs zakkend, i
door de vijandelijke Westfriescke ie-
gerbenden werd afgemaakt- Zijn zoon
de latere graaf Floris V, toen rog
slechts twee jaar oud, trok volwassen
geworden, tegen de West-Friezen op,
om zijn vaders dood te wreken, ioen
had er bij Uitgeest een hevig gevecht
plaats, 1272, waarbij 800 Westfriezen
en 500 Hollanders sneuvelden, die
volgens oude kronijken begraven wer
den op een stuk land aan den Dorre-
geestcrweg, waar nog een hoogte was,
die niets dan doodsbeenderen bevat;
dit land droeg den naam van „het
Kerkhof' (1840).
Graaf Floris was zoo over de hulp
van de Uitgeestera tevreden, dat hij
hun vrijdom van stapelrecht en grafe
lijke tollen verleende. In 1291 werd
echter de strijd tegen de Westfriezen
opnieuw hervat, zoowel te land als
te water, voor den oorlog op het wa
ter werden schepen uitgerust, zooge-
n<vMete belrkoggen. Uitgeest moest
d?, ar voor zijn aandeel aan roeiers le
veren en wel ten getale van 64, waar
uit op te maken valt, dat het dorp
toer al vrij groot moet geweest zijn.
Het moet voor Uitgeest een gerustheid
g-wesst zijn, dat eindelijk door de
algeheete onderwerping der West-
Friezen aan den strijd nabij zijne
landpalen een einde kwam.
In 1299 werd Jan II hertog van He
negouwen ook Graaf van Holland en
werd. behalve van andere omliggen
de plaatsen ook Heer van Uitgeest,
vergunnende zoodoende zijn wanen te
voeren.
Dit wapen was samengesteld uit de"
wapens van Henegouwen on Holland
en bestond uit een gouden veld ln 4
kwartieren verdeeld, waarop kruise
lings twee zwarte leeuwen (Henegou
wen) en twee roode (Holland).
De Staten van Holland hebben ech
ter in 1816 het wapen gewijzigd en
vastgesteld dat het zal zijn een zwart
veld waarop kruiselings twee zilveren
en twee roode leeuwen. In de twisten
tusschen Hoekschen en Kabeljauw-
schen die in 1348 in Holland ontston
den en wel 150 jaren duurden, behoor
den de Uitgeesters aanvankelijk tot
de Kabeljauwsche partij, omdat de
heer van het dorp tot die partij be
hoorde, later erfde echter Jaooba van
Beijeren in 1417 van haar vader ook
de Heerlijkheid Uitgeest en ging ook
de bevolking tot hare partij, die der
Hoekschen over. In den strijd tegen
haar Oom Jan van Beijeren was Ja
cobs zeer ongelukkig en had dikwerf
met geldgebrek te kampen, daarom
verpandde zij in 1417 de Heerlijkheid
Uitgeest voor den tijd vün drie jaren
aan Heer Gerrlt van Heemskerk voor
1400 schilden. [Een schild was onge
veer 75 cents).
Maximiliaan van Oostenrijk, die
voogd was over zijn zoon Philips,
maakte eea einde aan de twisten tus
schen Hoekschen en Kabeljauvvschen,
doch trad zeer gestreng op tijdens zijn
bestuur als regent, verzwaarde de be
lastingen, verminderde de munt en
dreef, het verdnikte voile tot het rp-
roer „het Kaas- en Broodspel" ge
naamd.
Ook de Uitgeestei-s trokken mede
met de benden volks, die, gewapend
met graven, spaden, hooi- en mest
vorken, naar Haarlem en Alkmaar
oprukten onder de leus: „wij vechten
ons liever dood, dan van honger te
sterven". Zij droegen vaandels waar
op kaas en brood geschilderd waren
en zeiden: „wij vechten om dit te ver
krijgen of te sterven Na te Leiden
en ook te Haarlem door het leger van
Maximiliaan te zijn teruggedreven,
trokken ze naar Beverwijk terug. De
benden werden eindelijk verstrooid;
aan da geheele tsreek werd een zware
boete opgelegd, waarvan Uitgeest al
leen 8000 Kronen moest opbrengen.
(Een Kroon was 90 cents).
De rust die nu ook voor het dorp
Uitgeest intrad, was weldadig voor
zijn bloei en men telde hier np in
1539, wel 70 smederijen, vele stnk-
makerijen en steenzagerijen. Het
aantal huizen bedroeg 540 in 1572.
Stadsnieuws
Muziek
Laagland.
De zooveelste Laagland-opvoering
in den Stadsschouwburg heeft weer
een groot succès gehad. Alle rangen,
behalve de baJconloges, die geheel
leeg waren, waren uitstekend bezet
en het publiek heeft het den artisten
niet aan bijvalsbetuigingen laten
ontbreken. De Nederlandsche Opera
is bij de schouwburgbezoekers mi
den pas en het zou een erg ding
zijn wanneer dit prachtig ensemble
uit 'elkaar ging. In tientallen van
jaren heeft men in ons land niet
zulk een viertal schitterende zang
stemmen samen gehoord, als waar
over Fanlella Lohoff, Anton Dirks,
Jules Moes, die dezen avond Chris de
Vos verving en Kubbinga beschik
ken Vooral de laatste tooneelen wer
den er door tot een sublieme weelde
van klank. En dan zwijgen we nog
niuar over de „kleine" rollen van
Elize de Haas, Coen Muller en an-
deren. die het geheel op fraaie wijze
aanvullen. Hot orkest ondeir Albert
van Raalte had ook nu weer een goe
den avond en vond een zeer aandach
tig en dankbaar gehoor.
Men verliet den schouwburg met
de levendige hoop. dat hert gezelschap
van den heer Koopman in stand mag
blijven, 't zij met behulp van den
Watergraafsmeerschen Maecenas, 't
zij met steun der Haagsche combi
natie.
Eén ding moet stellig gebeuren,
als deze pogingen lukken de heer
Koopman heeft 't eigenlijk in zijn
expositie van toekomstplannen al be
loofd dal de opera's opnieuw ver
taald wordm. En dan alsjeblieft -n
't Nederlandscli. Dat is wel *t minst,
wat men van een Nederlandsche
Opera kan verlangen: „Een vrouw
tje voor „den" Pedro" riekt erg
Duitsch in den mond van een...
Spanjaard. Wat beteekent: „Ha. gij
schampt ui" En dit fraais: ,,Dan
blijf 'k „aan" u toch immer" en
„Dat zij „aan" hem is"? Of dit ge
brabbel: „Gaat naar huis tere, pakt
ul Snel! Hieruit, daarmee eai hier
uit met uf' Hoe „grendelt men zich
in?" Hoe „schreit" men iets in alle
fwindeni Wie gaat er in Nederland
een „wedding" aan en hoe kan men
zich in iemand „verbijten". Om maar
te zwijgen van de vertaling van
„Tiefland" in „Laagland". Dat zal
wel zoo iets vnn „ln 't dal" moeten
zijn. Laagland is in elk geval geen
Nederlandscli en laagvlakte kan hier
niet bedoeld zijn.
Een Nedorlandsch letterkundige
zou er, dunkt me, Iets betere van
terecht brengen.
Vrijwillige Landstorm.
Van R.-K. zijde had Donderdag
avond in de groote zaal van St. Bavo
een druk bezochte vergadering plaats
om propaganda te maken voor deel
neming aan den vrij willigen land
storm. Genoodigd waren inzonderheid
verlofgangers. De vergadering werd
geopend met den Chr. groet en met
't staande zingen van twee couplet-
ten van 't Wilhelmus.
De heer J. W. Knape, de voorzitter
van de afd. Haarlem van den R.-K.
Bond van Dienstplichtigen, die de
vergadering leidde, zeide in een ope
ningswoord dat de afdeeiing 't ini
tiatief had genomen tot de oprichting
van een of meer compagnieën van den
vrijwilligen landstorm en dat de af
deeiing zich daartoe in verbinding
had gesteld met de afdeeiing Heem
stede, die gaarne medewerking had
verleend. Hij zette verder uiteen de
wenschelijkheid in 's lands belang om
den vrijwilligen landstorm te ver
sterken, opdat, wanneer ooit een
tweede revolutie mocht komen, de
Regeering op standvastige Regee-
rlngsgetrouwen kan rekenen.
Daarna was aan 't woord de heer
J. A. de Lobel, die behandelde 't on
derwerp „Hoe zullen we de tweede
revolutie voorkomen?" Spr. herinner
de aan wat in de Novemberdagen
plaats had en zeide dat toen door
een krachtig optreden nog iuist op 't
laatste oogenblik de revolutie werd
voorkomen. De middelen in Novem
ber gebezigd om de revolutie te voor
komen, werden door den spreker ln
den breede besproken, waarbij door
hem werd betoogd, dat in Nederland
met zijn democratischen Regeerings-
vorm, geen reden was om revolutie
te maken en onder applaus van de
vereeniging hulde werd gebracht aan
de Koningin voor haar medeleven
met haar volk in de cricisdagen.
Uitvoerig critiseerde spr. 'i optre
den van Mr. Troelstra in de Novem
berdagen. Hij ging daarna na hoeda
nig de toestand op dit oogenblik is
en hoe nu in 't land niet de soc.-
dem. de leiding hebben, maar Wijn
koop die genomen heeft, de man, die
openlijk "zegt„Wij willen de revo
lutie"; waarbij door hem werd gecon
cludeerd dat 't gevaar van de revo
lutie blijft, dat in 't vooruitzicht Is
gesteld een maken van revolutie door
feweld. Als een middel om oen twee-
e revolutie te voorkomen, beval spr.
ten slotte aan een aansluiting bij
den vrijwilligen landstorm.
Ilij oordeelde dat, wanneer de Re-
feering paraat blijft en wanneer be-
end is, dat de Re^eering op den
steun van een krachtigen landstorm
kan rekenen, men zich wel zal wach
ten om een revolutie te maken. Spr.
eindigde met uiteen te zetten aat
men er aan gedachtig dient te zijn
dat de revolutie ten slotte zal uit-
loopen op een vernietigen van eJken
godsdienst en met een krachtige op
wekking om zich als één man onder
de oranjevlag bij den vrijwilligen
landstorm aan ie sluiten. (Applaus.,
Tweede spreker was luitenant Van
Rees, die behandelde *t onderwerp
„Burgerwacht en landstorm". In den
breede zette spr. uiteen dat burger
wacht en landstorm beide de Regee
ring zullen moeten steunen en dat
noodig is een waakzaam blijven tegen
't gevaar van revolutie en om te
handhaven de rechten en de vrijhe
den van 't volk.
Hij ging verder na wat de bedoe
ling met den vrijwilligen landstorm
is en wat de verplichtingen van den
vrijwilligen landstormcr zijn en drong
aan om zich er bij aan te sluiten in
's lands belang. Zijn geestdriftig be
toog werd meermalen door applaus
onderbroken.
Nadat eenige vragen waren gedaan
en beantwoord, werd de vergadering
gesloten. Er waren kaarten uitge
deeld om bot den vrijwilligen land
storm toe te treden, die men aan den
uitgang der zaal ingevuld kon inle
veren.
TELEURGESTELDE OUD-VERLOF
GANGERS. Onder Wding van
den heer N. Groos vergaderde Don
derdagavond in het Brongebouw de
afd. Haarlem van het Landelijk Co
mité van Actie van teleurgestelde
oud-verlofgangers.
De voorzitter deelde Ln zijn ope
ningswoord mede, dat de tot nu toe
door verschillende vereenigingen hier
ter stede gevoerde adtie niet de ge-
wenschte is.
Mr. Bomans, zeide Bpr. verder, die
zich onlangs op een vergadering met
zijn persoon borg gesteld heeft dat
de belangen van de gcdcmoblllseer
dan vervuld zouden worden, heeft ln
de Kamer niet voor die gedemobili-
sererden gesproken. De motie Zadel
hof en Ter Laan is gevallen en de
gedemobiliseerden zijn nu aangewe
zen op hel steuncomité. Hiervan ver
wacht de heer Grocs niet veel. Maar
wij gaan niet accoord met hetgeen de
vorige week over ons door de Kamer
beslist is. eindigde spr. (Applaus).
Hierna was het woord aan den
heer J. D. v. Steen.
Deze begon met zijn voldoening uit
to spreken over de goede opkomst.
Verder de gevoerde actie bespreken
de. zeide spr. dat voeling gezocht ie
met het Centraal Neutraal Comité te
Utrecht. Revolutionnair, zeide spr.,
zijn wij niet, al wordt dat wel he
weerd.
Onze actie zal zich bewegen in
neutrale banen en langs ordelijken
weg.
Bij de Vrijdag in de Kamer geval
len beslissing kunnen de gedemobili
seerden zich niet neerleggen. Spr.
gelooft niet. dnt het Kon. Nat, Steun
comité alle hulp zal weigeren, als
langs ordelijken weg wordt gede
monstreerd.
Verder wekte de heer v. Steen de
aanwezigen op, lid van den Bond
van oud-vc-rlofgangers te worden.
Hierna ging de openbare vergade
ring ln een huishoudelijke over.
LOMPENSORTEERPLAATS. Bij
kon. besluit is onder eenige voor
waarden alsnog vergunning verleend
aan W. F. Claus en A. J. van den
Bosch, beiden te Haarlem, voor de
oprichting van eene bewaar- en sor-
teorplaats van tompen aan de Bake-
nessergracht 45, te Haarlem. Deze
vdrgunning was door B. en W. van
Haarlem geweigerd.
Begrafenis J. L. Zagers.
Op de AJgemeene Begraafplaats
te Heemstede is Donderdagmiddag
ter aarde besteld het stoffelijk over
schot van deD heer J. L. Zegers. 'n
leven oud-ddrectetir van „Meer en
Bosch" Vóóraf had in de kapel van
dLe stichting een lijkdiens; olaate,
die geleid werd door ds- C. J. van
Pacissen, den voorzitter van de Chr. i
vereeniging voor de verpleging van
lijders aan vallende ziekten. De ka- j
pel was geheel met belangstellenden
gevuld.
Onder de aanwezigen werden op
gemerkt vertegenwoordigers van be
sturen en colleges, waarin de over
ledene had zitting gehad; de diake
nen van „Meer en Bos-'h"; de zusters
van „Sarepta"; dr. Heldrins. voor
zitter van den Bond van Ohr. Phi-
lantroplsohe inrichtingen; afgevaar
digden van diaoonessenhuizpt, onder
wie dr. P. Blaauw, directeur van
het diaconessen-huis te Haarlem; le
den van den Korkeraad en kerk
voogden der Ned. Herv. Gein. te
Heemstede, onder wie ie president
kerkvoogd de heer De Wilde.
Verder het lid van den Raad van
Heemstede, de heer Honig, predi
kanten der Ned. Herv. Kerk te
Haarlem, Bloemend aai esi Schoten,
dr. Barger van Utrech;, die vroe
ger te Bloemendaa! predikant was.
eenige weezen uit het Ned. Herv-
Weeshuis er. vele vrienden van den
overledene; Jhr. mr. D. E. van Len-
nep en jhr mr. P. Teding van Berk
hout waren verhinderd.
De. Van Paassen opende den
dienst niet gebed on bield daarna,
nadat was gezongen psalm 89 7 en
een deel der H. S. was gelezen een
toespraak. Hij zeide ongeveer het
volgende:
Het ls voor 'n aandoenlijke plech
tigheid dat wij bij elkander zijn, nl.
om de laatste eer te bewijzen aan
den man, dien wij hebben Liefgehad,
dien wij allen hebben gekend, heb
ben zien gaan door dit leven en van
wlen wijde uitkomst van zijn geloof
(hebben aanschouwd. Zijn leven,
waar wij God voor danken, was een
van grooten arbe'd. Hij heeft
40 jaar gearbtfd, 20 jaar in dienst
van de uitwendige en 20 jaar ln
dienst van de inwendige zending. I
Hij deed al zijn werk met groote
trouw en toewijding, en ook na zijn
tijd van rust nemen werd door hem
nog veel arbeid gedaan. Wij danken
God voor dit rijke koen en den me-
nigvuldigen arbeid door hem ver
richt. Hij was een man van groote
kracht, maar ook een met een reeder
gemoed, in wiens hart woonde rijke
liefde en die fijn voelde. Hij had
de diaconen lief od droeg allen op
zijn biddend hart. Onze vereeniging
lijdt door zijn hoen gaan een zwaar
verlies. Hij was een man die de tra
ditie volgde, iemand van een tecder
gemoed, een van geloof en van ge
bed.
Hij heeft op den Heer steeds kin-
üerlijk vertrouwen én zij u eterven ls
voor hem geen verbes maar winst.
Wij danken God, die ons zijn geloof
en liefde deed aanschouwen. Nim
mer zullen wij hem vergeten. En zoo
gaat dan de een na den ander weg.
Maar één, de Heer, is blijvend.
Klampen wij oii6 dan aan hem vasi
Ook namens den kring van dLaco-
nessenhuizen gedenk Ik den arbeid
van den overledene met dank. Hij
was ©en vriendelijk man, die geen
vijanden had, een man van God, een
kind Gods. Van Bilderdljk is ge
zegd dat een lond dat nooit groot ls
geworden, in hem ie geblevci - Dit
geldt ook van hem.
Hij was toegankelijk voir allea
wat nieuw ei: frisch is voor nieu
we ideeën. Hier ln dit bedehuis,
waar door hem zoo vaak hei woord
Gods ie gebracht, leggen wij hem
neer in Gods hefde-snnen en in Gods
eeuwig vaderhart Eln hierboven, in
het Huis des Vaders, hopen wij hem
wwler te rien.
Ds. C. Veen sprak: De overledene
was een dieiwtknecht vaii Jezus
Christus als er maar weinigen zijn.
Hij heeft velen opgeleid als dia-
coon en was zelf een dd icoon in den
vollen zin des woords. Hij heeft den!
Heer gediend van ganscher harte en i
met al'.e krachten, gew-!,-k: zoolang
het voor hem dag was. Met z.jn bui
tengewone krachten is door hem ge- j
arbeid ln den dienst van des Heeren 1
Koninkrijk, ook onder het opkomend
geslacht.
De JongelLiigsvereen.gmg en doj
Knapenvei'eenig:ng hadden de liief-
de van zijn hart en maimer zullen
deze vergeten wat zij aan hem neb-
ben te danken. TOt hun naam bre ng
ik aan hem een woord van eerbiedi
ge hulde. Voor mij persoonlijk was
hij meer dan een vriend. Je trouwe,
standvastige man, die mij in den
strijd van hei leven en Ln dagen van
smart sterkte. Veel heb <k vtn hem
geleerd en veel ben ik aao hem ver
schuldigd. Ik dank God, die hein mij
van nabij deed kennen.
Ds. A. J. Montijn sprak namens 't
hoofdbestuur van de Ncd. tendings-
vereeniging en gedacht de verdien
sten van den overledene voor c'e zen-
ding, alsmede zijn met grooten zigen j
arbeiden te Indrainajoe. Hij schetste j
hem verder als een man van ootmoed t
en mot een breeden blik, die in al
zijn arbeid getrouw was. Met den
wensch dat allen lets van z:jn oot
moed, trouw en toewijding mochten
deelachtig worden, eindigde spr.
Baron W. D. H. van Asbeck ge-
dacht den overledene als regent van
't weeshuis van de Ned. Herv. kerk. j
Hij deed uitkomen dat de heer Zcgers i
met zijn groote liefde voor jonge men-
schen als regent uitnemend op zijn
plaats was en dat hij was een raads- I
man voor de mederegenten, 't perso
neel en voor allen, die van uit 't wees- j
huls 't leven ingingen. Den i-.anwe- I
zigen weezen verzocht spr. hem steeds I
in dankbare herinnering te houden.
De heer Hoekendijk die namens óe
diakonen sprak, zeide dat de de eer-
ste indruk aangaande den overledene
was, dat hij een krachtfiguur was,
maar dat diegenen, die hein beter
kenden, wisten dat hij een vaderlijk
liari had. In den breede weldóv rpr.
uit over wat de heer Zegers voor de
diakonen is geweest, hem daarbij
schertsende als een man van werken
en van bidden en die dat aan unde^,
ren ook voorhield en als de trouwste
vriend van de diakonen.
Dr. Oberman, predikant bij de Ned.
Herv. gem. te Heemstede bracht in
zeer waardeerende bewoordingen den
overledene dank voor wat door hem
in Heemstede is gedaan. Hij heeft
hier, aldus spr., een haard van Chr.
leven gekweekt en gestookt, van hem
I ging grooten invloed op allerlei ge-
bied uit; hij heeft de chr. school op
1 't hart gedragen en was een n an met.
wien men bidden kon, wai r.iet van
ieder chr. leider kan worden gezegd.
Mr. dr. C. F. Schocli van .-mster-
dam, voorzitter van 't Ned. Jonge-
i lingsverbond, gedacht wat dc over-
ledene voor dat Verbond is geweest
en zet uiteen dat drie dingen in hem
aantrokken: hij voelde zich als leider
-geboren, was waar jegens God en
menschen en ging mede met den tijd.
Moge God, eindigde spr., ons rr.eer
dergelijke leiders geven om dc jonge
lingschap te ledden op den levens
weg.
Nadat nog was gezongen Gezang
249 6, eindigde ds. G. Barger, de
directeur van „Meer en Bosch" den
lijkdienst met dankgebed. Daarna
werd 't lijk grafwaarts gedropen.
Achter de baar volgden alle aanwe
zigen. Op de algemeene begraafplaats,
waar 't stoffelijk overschot werd ter
aarde besteld, werd niei meer gespro
ken. Nadat was gezongen Gezang 130
„Jezus, uw verzoenend sterven" enz.
dankte een broeder van den overle
dene voor de betoonde belangstelling.
Onze Laehboek
EEN WENK.
Een jonge dame, die met een gezel
schap een mooi buiten bezocht, Bleef
wat achter, in bewondering over de
pauwen.
Vallen er wel eens veeren uit
hun staart! vroeg zij aan den tuin
man, die er bij stond.
Hij keek even rond en antwoordde
daarop, niet al te luid
Het zijn koppige beesten, juf
frouw, maar al6 ze een kwartje zien.
verliezen ze wel eens een veer.
(Prov. Nrd. Br.J
Satiriek voor Vragen
VRAAG: ik ben 14 Noveanbr gede
mobiliseerd en verdien nu f 16 per
week. Ik krijg f 8.50 vergoeding. Is
die berekening van het steuncomité
juist? ANTWOORD: Er bestaat geen
reden om te denken dat het Kon.
Nat. Steuncomité u te weinig zou toe
kennen. Gij zoudt eene toelichting
kunnen verzoeken aan de demobili
eatïeeommissie en deze misschien be
reid vinden dit te doen.
VRAAG: Wan peer wordt de eerste
ploeg 1918 genie met klein verlof ge
zonden? ANTWOORD: Dit is nog niet
bekend-
VRAAG: Kan naar kennissen in
België een pakje gezonden worden,
inhoudende boter, tabak en chocola
de? Welke hoeveelheid mag men
zenden en waar moet dit aange
vraagd worden? ANTWOORD: Vraag
een consent aan het Bureau voor
Uitvoer, Mauritskade 7, te 'e-Gra-
venhage.
VRAAG: 1) Kon lk als werkend pas
sagier naar Amerika gaan? 2) Wordt
een ongehuwde vrouw in Amerika
toegelaten? 3) Hoeveel bedraagt het
passagegeld 2e klasse naar New-
York? 4) Hoevee! geld moet
men bezitten om in Amerika te wor
den toegelaten? ANTWOORD: 1.
Als er een boot gaat, kunt u het pro-
heeren. Wend u tot den agent van
de H. A. L., J. Wentholt. Plein. 2.
Als ze geen vaste bestemming heeft,
niet. 3. f 300 6 325 4. f 60.
VRAAG Hoe luidt het adres van
de huuroom missie? ANTWOORD:
Kruisstraat 45.
VRAAG. Hoe luidt het adres van
„Tessdschade" of van ec-n dergelij
ke vereeniging voor tijdelijke hulp?
ANTWOORD: Secretaresse is me
vrouw Wlldervanck de Blécourt— Al
berts te Bloem end aai.
VRAAG: Tot wien moet ik mij
wenden om een woning te verkrij
gen van een coöperatieve botiwver-
ceniging. Kan dat ook schriftelijk
gebeuren? ANTWOORD: Voor de Ver
eeniging „Patrimonium" kunt u zich
schriftelijk wenden tot den
heer J. B. van deT Wateren., Oost er-
straat 18 rood:
VRAAG: Bestaat er in Haarlem
een mandolineclub voor een meisje
van 16 jaar? ANTWOORD: Er bo-
staat een mandolineclub „Con Arno
ro" (secretaris de heer A. J. P. Dln-
newet, Velserstraat 48), maar wij ge-
looven met, dat deze club damcsled*n
telt.
VRAAG: Welke Plmmvoevereeni-
gingen heeft men in Nederland, wel
ke geven een bjad uit? Waar ka:i
men zich als Lid daarvoor opgeven?
ANTWOORD: Wend u lot het Bu
reau Avicuhura, firma W. v. Gor-
cum, Assen.
Door tusschenkomst van dit blad
kunt u zich in kennis stellen met on
geveer alle bekende Nederlandsche
Pluimveevercenigingen.
VRAAG: Sinds eenige dogen be
zit ik een papegaai. Wat voor voed
sel moet het dier hebben? Hij ziet er
vuil on stoffig uit., Wat is hier aan
te doen?
ANTWOORD; Ale dc papegaai er
vuil uitziet spuit hem dan goed
«ciioon met lauw water, b.v. met
een bloeinen^nuit. Als voedsel ge
mengd papegaaienvoer, dit bevat als
hoofdvoedsel zonncpitlen, cederno-
ten, mais, hennepzaad en een wei
nig haver; als bijvoer vruchten en
een stukje geweekt brood of biscuit.
VRAAG: Bestaat er ook een mid
del om den sterken smaak van het
Amerikaansche spek te doen ver
dwijnen? ANTWOORD:
wanneer
het spek wordt gebakken en er een
uitje bij wordt gefruit, proeft men
niets van den sterken smaak.
VRAAG: Welke maand ie het
mees; geschikt voor do kanurieteult
en hoe lang duurt dc broedtijd?
ANTWOORD: De beste tijd voor 'Ie
kanarieteelt, begint einde- Maart en
eindigt ©inde Augustus, dc broedtijd
ia berekend van het laatst gelegde
eitje, dertien dagen.
Feuilïeton
K. 'SCRIBNER.
39)
Gedurende dezen maaltijd, noch
later sprak niemand meer over de
avonturen van dien nacht. Wij
brachten de morgenuren door met
in liet park rond te dwalen en ik zag
dat Armond alle kentcekencn van de
uitbarsting had weggeruimd, behalve
de beschadiging van het prieel.
Na de oproerige dagen die wij had
den doorgebracht, was het nu op
Frontellac eensklaps kalm geworden.
Madame Courtier zat liever op een
eenzaam plekje te breien dan zich bij
ons te voegen en den tweedon dag na
hun aankomst hoorde ik al van Ma
demoiselle dat zij heel wat uren in
de keuken doorbracht om de dochter
van Armond in de fijne kookkunst ln
te -wijden, hetgeen men ook al spoe
dig aan de gerechten kon bespeuren.
Vane bemoeide zich bijna uitsluitend
met den kleinen advocaat en zoodoen
de waren mademoiselle en ik veelal
op elkander aangewezen en ik had
altijd gemeend dat ik bestand was
tegen de pijlen van Cupido, dat ik
mijn levenspad mijn leven lang al
leen wilde bewandelen, maar ik had
al heel wat vrouwon bewonderd om
ze later toch weer te vergeten, zoo
dat ik tot nu toe steeds had gedacht
dat het ook zoo met Hélène Courtney
zou gaan,-nadat zij te Cherbourg een
vluchtigen indruk op mij had ge
maakt. Maar de toevallige ontmoeting
bij den molen en later op de villa
Des Ilies had mij het geloof in mijn
onkwetsbaarheid benomen. Haar be
zoek op het kasteel, toen ik haar nog
altijd voor Mademoiselle Des Ilies
aanzag, had mij nog versterkt in mijn
veroering voor haar en nu werden
wij door de macht van een paar re
gels door de hand van een overledene
neergeschreven dagen achtereen te
zamen gebracht onder een dak. Voort
durend met haar te zijn was haar ie
leere-n beminnen en lk die altijd ten
opzichte van vrouwen zeer stoutmoe
dig was geweest, gevoelde mij nu een
lafaard in het bijzijn van dit kleine
Fransche meisje. Ik zog echter wel
in dat ik, nl beminde ik haar dan,
nochtans dit verbergen moest, want
de toestand was hier immers zeer bij
zonder; de wet had mij tot haar wet
tigen voogd gemaakt en zij was nu
onder mijn bescherming op Fronleltac
gekomen en indien ik mij aan naar
declareerde zou ze genoodzaakt zijn
om dit weer te verlaten. Dit beang
stigde mij.. Was liet mademoiselle Des
Ilies of oen ander kennisje van mij
geweest, dan zou ik niet geaarzeld
hebben, maar ten opzichte van Hé
lène was het iets geheel andere. 7.ij
beschouwde mij trouwens ook met ge
heel andere oogen dan zij dit Vane
deed met wien zij lachte en gek
scheerde. Ik begon nu John, Frank
rijk en de geheele wereld te haten.
Ik zocht geheime schuilplaatsen op,
verwaarloosde mijn plichten als gast
heer en was voor mij zelf in een on
uitstaanbaar humeur. Kapitein nes
Ilies stond mij steeds voor oogen t-n
het gesprek dat ik met den molenaar
had gevoerd was mij niet uit de ge
dachte. Nu eens dacht ik er over om
naar Amerika terug le keeren en dan
weer nam ik mij voor om in Frankrijk
te blijven en alle hinderpalen te over
winnen. De zaken bleven nu nog
eenige dagen op hetzelfde standpunt
en ik bespeurde dat Vane mij meer
malen spottend aanzag. Had hij
maar iets tegen mij gezegd, maar om
zelf over deze zaak te beginnen daar
toe had ik geen moed.
Den vijfden dag na hun aankomst
kondigde <la heer Tiers mij aan dat
hij naar Parijs moest terugkeéren en
toen ik bezwaren opperde, zag hij mij
door zijn bril eenigszins dreigend
aan, zeggende:
U hebt mij al een week van mijn
werk afgehouden, monsieur en wie
weet hoeveel werk mij thuis wacht.
Oude menschen mogen zich aan le
digheid overgeven, maar ik moet nog
werken voor mijn brood. Ik zal ech
ter niet spoedig de aangename da
gen vergeten, die ik hier heb door
gebracht. En mademoiselle, mon
sieur? Had ik geen gelijk toen ik u
zeide, dat u het niet zou betreuren,
haar op Frontellac genoodigd te heb
ben? Een klein hoekje in het kasteel
zal voldoende voor haar zijn.
Laten we daar niet verder over
spreken, monsieur, antwoordde ik,
mademoiselle is een allerliefst meis
je, voegde ik er ten slotte eenigszins
gedwongen san toe.
Dien avond sprak ik voor het eerst
eens ernstig met Vane sedert euzen
terugkeer van Griffin's hutje, lk zag
wel dat hij zich ook ongerust n uakte
over de gevolgen van de ontploffing,
en dat er detectives naar Frontellac
zouden komen om de zaak te onder
zoeken maar daar de dag voorbij was
gegaan en er niemand was komen
opdagen, vermoedde ik dat het aan
Griffin gelukt was om het lijk van
den Amerikaan te verdonkeremanen
en dat hij zelf hier uit de buurt weg
zou zijn en wij bij gevolg van l:em
verlost waren.
Maar nochtans was ik niet op mijn
gemak als ik mogelijkheid voorzag,
dat er nieuwe vijanden zouden opda
gen en dat was juist de reden dat ik
met Vane wilde beraadslugen.
Het zou kunnen zijn dat er wel
weer iemand hier kwarn, muur toch
geloof ik veeleer dat de ijver nu wel
wat verdoofd zal zijn, zei hij,.— en
ik zou je raden maar kalm te wach
ten tot we verder bewijzen hthben
dat de vijand het slagveld i let -.er-
laten heeft. Maak geen slapende hon
den wakker, dat heb ik altijd i-cn ver
standig spreekwoord gevonden. Ben
je van plan nu in het park ook niet
meer tc gaan graven?
Vooreerst althans niet en uLs wij
zulks weer doer, moeten we made
moiselle eerst met het geheim in ken
nis stellen.
Ja, dat vind ik ook beter, gaf hij
kortweg ten antwoord cn hiermede
eindigde ons gesprek.
Den dag na liet vertrek van den
heer Tiers stelde Vane voor, dat wij
«n uurtje paard zouden gaan rij
den. Ik keek mademoiselle aan toen
hij dit zei.
Ik heb het vroeger veel gedaan
met mijn vader, antwoordde zij,
maar den laatsten tijd werd mij dit
genoegen ontzegd.
Dan kunt u nu de rij toertjes weer
opnemen en tevens ons den weg in de
omstreken wijzen, want wij zijn liier
nog weinig bekend, verklaarde ik.
En madame? vroeg Vane, hoe
wel de gedachte om haar op een paard
te zien, onzen lachlust opwekte.
De goede ziel wierp mademoiselle
dan ook een smeekenden blik toe.
Met de toestemming van mon
sieur zal ik mij zelf in liet kasteel
bezig houden, zei ze met een nenauw-
de stem; vandaar dat we wegrijden
de haar op het terras zagen staan
met een haakwerkje iri de hand.
Ik had voorgesteld om naar do
villa te rijden, daar mademoiselle ze
ker gaarne haar vriendin eens zou
zien en ik zelf verlangend was om de
erkelijke mademoiselle Des Ille?
eens te ontmoeten.
Wij vonden haar tehuis maar op
het punt om naar Parijs te v-.rtrek-
ken. werwaarts de oude markiezin
haar reeds was voorgegaan. 7 ij was
een lief meisje, minder levendig van
temperament dan Hélene en zij ont
ving ons zeer hartelijk, maar t en lk
haar vroeg om oens op Frontellac te
komen, schudde zij teleurgesteld het
hoofd.
Monsieur begrijpt wel, «lat niela
mij aangenamer zou zijn, zei ze.
maar ik vrees dat de markiezin daar
toe nooit toestemming zou geven,
tenzij ze mij kon vergezellen en dan
zou het ook nog alleen voor één mid
dag zijn. Het zou wel mogelijk zijn
dal wij haar bewogen orn -choorvoe-
tend „ja" te zeggen, maar dan zou u
of Hélène het haar moeten vragen,
besloot zij.
Gelukkig sloeg zij geen acht op de