Buiteniandsch Overzicht
Staasnienws
sr issns. mr"Tloreit3sE55'ï ïol'u':Si
- poalBe' Naaf r
HET KASTEELGEHEIM
HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
DONDERDAG 20 MAART 1919 - TWEEDE BLAD
No. 2598
De 24 Artikelen.
Zoo worden huwelijk weg genoemd
de artikelen, vervat in het tractaat
van 13 April 1831» tussclien Nederland
en Betgie. Artikel I omschrijft de dee-
len waaruit voortaan het koninkrijk
België bestaan zal, waaronder ook:
„Limburg, zoodanig als dezelve be
hoord hebben tol het in 1815 gevestig
de Koninkrijk der Nederlanden, met
uilzondering van de districten der
provincie Limburg, aangewezen in
tiru 4.
Dal laatste artikel stelt de tegenT
woordige grenzen vast tusschen Ne-
derlandsch en Belgisch Limburg en
geeft dit gedeelte van Limburg aan
koning Willem II, „hetzij in deszelfs
hoedanigheid als groothertog van
Luxemburg, hetzij oin met Holland
vereenigd te worden".
Het wordt nader aldus omschreven:
de rechteroever en de linkeroever van
de Maas, met de bepaling, dat de
vo rinalige Ilollandsche enclaves in
de provincie Limburg op den linker
Maasoever aan België zullen toebe-
hooren, met uilzondering van de stad
Maastricht
Art 2, 3 en 5 handelen ook weer
over Luxemburg. Daar Nederland
hierbij geen belang meer heeft, laat
ik die aangelegenheid ter zijde.
In art. 6 doet „eik der heide par
tijen wederkeerig voor altijd afstand
van alle aanspl-aak op het grondge
bied als de steden, plaatsen en oor
den gelegen binnen de grenzen der
bezittingen van de andere partij",
zooals die o.a. in art 4 omschreven
xijn.
Aau dit artikel heeft Nederland zich
altijd gehouden. Wat de Belgen be
treft maar laat ons verder gaan.
Art. 7 regelt de positie van België
als onafhankelijke en onzijdige staat,
art. 8 heeft hel over de waterloozing
van België, 9 verwijst naar de alge
meen te acte van het Weener Congres
voor de vrije scheepvaart op de stroo
men en bevaarbare rivieren, die het
Belgische en het I-lohancischc grond
gebied vaneen scheiden of gelijkelijk
doorloopen en regelt in bijzonderhe
den de scheepvaart op de Schelde en
hare monden, de betonning, loods
gelden en tollen, op die rivier -ge
heven of op de binnenwateren tus
schen de Schelde en den Rijn en be
paalt, dat de vaart op de Maas en
hare takken geheel vrij zal Ipijven
voor den hanuel der beide landen.
Art. 10 regelt het gemeenschappe
lijk gebruik der kanalen, die de beide
landen doorsnijden, art. 11 bepaalt,
dat de handelsgemeenschap door de
steden Maastricht en Sitiard geheel
vrij blijven zal en onder geenerlel
voorwaarde belemmerd kan worden;
art. 12 handelt over het geval, dat
een nieuwe weg of een nieuw kanaal
in België gemaakt wordt tegenover
het Ilollandsche kanton Sittard, aan
3e Maas uitkomende.
Art. 13 regelt België's aandeel in
de Nederlandsche Staatsschuld, art.
14 stelt vast, dat Antwerpen alleen
een handelshaven zal blijven en 15,
dat de werken van openbaar nut zul
len toebehooren aan den Staat, in
wiens gebied zij zich bevinden. Art.
16 tot 24 zijn overgangsbepalingen,
voor de hedendaagsrhe historie zon
der belang, uitgezonderd masschien
art. 19, waarin wordt gesproken van
de „delfstoffelijke voortbrengselen".
Bij dit overzicht maakt de Telegraaf
de opmerking, dat dus behalve art.
7 (daar Immers België geen neutrale
Staat meer zal zijn) bij een herzie
ning van de 24 artikelen ter sprake
kunnen komen de artt. 8 tot en met
J2, 14 en 19.
Zooals wij weten zal ook Nederland
uitgeno.odigd worden, deel te nemen
aan de conferentie, die te Parijs over
de herziening van deze 24 'artikelen
(en van andere, daarbij behoorende
overeenkomsten) zal plaats hebben.
Het zou wei zeer onverstandig zijn,
een dergelijke uitnoodiging af te wij
zen, ofschoon, gelijk het Handelsblad
zeer terecht opmerkt, ook voorzich
tigheid bij de aanneming dient te
worden betracht. Vier punten worden
daarbij aangevoerd, waarop de Re- j
geering zal hebben te letten.
Vooreerst, dat de geallieerden niet
als zoodanig Nederland tot de
conferentie hebben uit te noodigen, 1
wel als garanten van de tracta-
ten van 1839. Deze, op het eerste ge- j
zicht ietwat formeele onderscheiding
licht het Handelsblad toe met de op-
merking, dat de Raad van Tien Ne-
derland niet roepen kan ter bespre- j
king van voorstellen van andere
staten.
van zijn grond door dat tractaat van
1839 en thans eischt dat dit „terug
gegeven" zal worden, dan zou even
zeer en zelfs met meer recht Neder
land kunnen beweren, dat men het in
183'J een deel van de Provincie Lira
burg ontnomen heeft."
Indordaudl Maar onze vertegen
woordiger op de Parijsche conferentie
zal zulk een opdracht niet meekrij
gen. Wij snijden niet uit andermans
laken!
J. C. P.
In de tweede plaats moet de Regee
ring vóór alles duidelijk doen uitko
men, dat Nederland als gelijk gerech-
tigde verschijnt, d.w.z. geen enkele
beslissing der Mogendheid voor ons j
als bindend zal erkennen, waarin wij
niet vrijwillig hebben toegestemd;
men zou zeggen; dit spreekt van zelf,
daar over de positie van Nedc-rland i
-.toch maar niet zoo, knusweg, bij j
meerderheid van stemmen kan wor
den beschikt. „België moge daarover
anders denken", voegt de schrijver
van het artikel in 't Handelsblad hier
niet zonder scherpte bij, „w ij zijn een j
volledig, souverein volk, dat nimmer
de voogdij der mogendheden in dien j
zin heeft erkend".
In de derde plaats dient vóórdat
Nederlandsche vertegenwoordigers
naar Parijs gaan, vast te staan, dat
Nederland nimmer in eenigen ge-
biodsafstand zal bewilligen, zelfs ook.
dat geen voorstellen van dien aard
zullen worden gedaan.
En eindelijk wenscht de schrijver
mededeeling van do punten in de
tractaten, die België veranderd
wenscht te zien. Hij veronderstelt,
dat het uitgangspunt de opheffing
zal zijn var. de permanente neutrali
teit van België, „vermoedelijk", zegt
hij, „zal men onzerzijds daartegen
wel geen bezwaar hebben, al dient
itoch niet te worden vergeten, dat die
neutraliseering ook in het belang
van ons land werd ingesteld als een
barrière tegen Frankrijk". Deze op
merking kan men niet zonder glim
lach lezen, zij zal wel in den smaak
vallen van degenen die, helaas ook
in ons vaderland, het treurig figuur
van de Vlaamscho activisten uit den
tijd der Duilsche bezetting, trachten
te bemantelen met een mateloozo
vrees voor veroveringsplannen bij
Frankrijk van de monden van de
Schelde. Toen de tractaten van 1839
werden opgemaakt, was de Napoleon
tische tijd nog geen kwanteeuw voor
bij. Wat heeft in 80 jaar na 1839 de
Nederlandsche onafhankelijkheid
van Frankrijk te vreezen gehad?
Ik ben zoo wantrouwend niet en
tegenover de Belgische eischen altijd
ooptimisi geweest. Zonder eenigen
twijfel is de Belgische regeering hier
de kwade pier. Dat het Belgische
volk haar daarin niet steunt noch
volgt, is gebleken uit de in Brussel
en Antwerpen gehouden mislukte an
nexatie-vergaderingen. Dat Frank
rijk tot deze of dergelijke annexatie
zou medewerken, geloof ikj?een
oogenblik, de „Temps'met haar ge- j
schetter is van geen beteekenis. Wat
Lloyd George er van vindt heb ik i
meegedeeld. En wie gelooft, dat i
Amerika iets anders zou gunnen
doen. dan zich met hand'en tand
tegen Belgische annexatie-zotternij
verzetten?
Men zal zeker met nagelaten heb
ben, president Wilson in ite lichten
over de geschiedenis van Zeeuwsch
Vlaanderen en Limburg en over de
stemming van de bevolking in die
streken. Het zou ook niet verkeerd
zijn, hem een Engelsche vertaling te
zenden van een brochure van Dr. A.
A. Beekman, „Nederlandsch of Bel
gisch?" een beknopt overzicht van
de staatkundige geschiedenis van de
Westerschelde, Zeeuwsch-Vlaanderen
en Limburg.
Omt rent Zeem wsch-Vla anderen
komt de schrijver tot deze conclusie,
dat het, behalve in den Fransclien
tijd, feitelijk nadat het veroverd is
en wettig erkend na den vrede
van Munster in 164S( altüd een deel is
geweest van Noord-Nederland.
Uitvoerig toont Dr. Beekman daar
na onze rechten op Limburg aan an
maakt daarbij de snaaksche opmer
king, dat er in 1839 geen deelen „van
Beigië (kunnen) zijn afgerukt" om-
dat er vóór dien tijd geen Beigië j
bestond.
„Wil men echter", zoo gaat hij
voort, „de Spaansche, later Oosten-
rijksche Nederlanden als zoodanig
beschouwen, dan bewijzen de on
weerlegbare feiten der geschiedenis,
dat ons tegenwoordig Limburg voor
het overgrooisle deel gevormd wordt
door gebieden, die evenals Staats
Vlaanderen na den Vrede van Mun
ster (1648) en na dien van Utrecht
(1713) aan de Republiek der Neder
landen behoorden, of oorspronkelijk
zelfs geiieel Ndord-Nederlandsch wa
ren. Met de steeds onder vreemds
heerschappij staande Zuidelijke Ne
derlanden was het historisch ver
band al zeer gering.
En ais België nu spreekt van
een „verloren gaan" van een deel
In de laatste dagen is de Raad
van Tien der Vredesconferentie niet
bijeen geweest, omdat de „kopstuk
ken" Wilson, Clemenceau, Lloyd
George en Orlando voortdurend
officieuze besprekingen Jhouden.Het
resultaat dier conferences blijft ge
heim, maar toch weet de Parijsdie
pers wel mee te deelen, dat het gaat
over de volgende vragen:
Zullen de geall-ieerdeu onder den
vomm van een d'e li uitleven
wapenstilstand hun nv
litaire voorwaarden Dinsdag aan
genomen, voor Duits.hl mi's ontwa
pening Duitsohland voorleggen,
tof zullen zij aan de militaire voor
waarden de nog in studie zijnde ter
ritoriale en financieeLe bepalingen
samenvatten in één diplomatiek
stuk, dat de vredesprelimi-
n a i r e n zal vormen?
En ten tweede de quaest-ie, of de
"Volkenbond gaiieel ra de vredee-
preliminairen zal worden opgenomen
of eenvoudig alleen in beginsel.
Het schijnt ,dat men meer geneigd
is met Duitschland de zaak ie rege
len in den vorm van vredesprelhni-
nairen. Het lijkt waarschijnlijk, dat
het volkenhondontwerp, dat reeds
aanvaard is, in zijn geheel, met. de
amendementen, die wellicht er in
worden aangebracht o-a. door de
conferenties met de neutralen in
de vredesprebminairen zal worden
opgenomen.
Dit is het Britsoh-Amerikaansche
standpunt.
De Engelsche gedelegeerde, Lord
.Robert Cecil, d:e zich vooral met
'de zaken van den Volkerenbond be
zig houdt, verklaarde in een pers-
gesprek, dat volgens de meening der
Britsche delegatie de volfcenbond-
overeenkonist in het preliminaire
vredesverdrag opgenomen zal wor
den.
Hij wees erop, dat vele kwesties
slechts in verband met den bond
konden worden opgelost en ook zou
hei nutteloos zijn voort te gaan met
de defin'tie-ve voorwaarden, tot dc
Volkenbond in groote lijnen was
opgesteld. De preliminaire
vredesvoorwaarden ver
onderstellen nam el ij k
sen V o I k e n b o nd. Wat de
Duitsche koloniën betreft, deze kwes
tie kon niet onopgelost blijven en
bovendien was reeds overeengeko
men, dat die koloniën aan muiiuata-
rissen zouden toegewezen worden,
lie-geen eveneens een volkenbond 1
veronderstelde.
„De bond is een belangrijk ele
ment bij ue pac Xieatie der wereld en
het is duidelijk, dat hoe eerder die
in werking tieedt, hoe heter." Spr.
.zou met ernstige vrees .edere poging
beschouwen om het ontstaan van
den bond uit te stellen en hij achtte
het niet waarschijnlijk dat een der
gelijke poging zou worden gedaan.
Waarom zou het opnemen van de
volkenbond-overeenkomst in de vre-
despreüm.nairen vertraging veroor
zaken?
Spr, gaf toe dat er onvolmaakthe
den en dubbelzinnigheden in het ont
werp voorkwamen, maar hij geloof
-de niet, dat die alle bij verdere he-
spekingen konden worden verwij
derd, daar men ie doen had met een
gezamenlijk opgesteld document. Hij
ontkende echter dat bet ontwerp
haastig was opgesteld. Het onder
werp was aan de Britsche regeering
formeel voorgelegd vóór den val van
Asquith's kabinet en informeel zelfs
lang daarvoor en was se
dert door het ministerie besproken.
Er was bovendien in Engeland een
zeer deskundige commissie benoemd
en na het rapport dezer commissie
werd er opn euw herhaaldelijk be
raadslaagd. Hetzelfde hadden onge
twijfeld andere Entente-r-egeeringen
gedaan en als gevolg van deze be
sprekingen was de tegenwoordige
overeenkomst ontstaan.
De Parijsche correspondent van de
Telegraaf weet reeds mede te deelen,
dat de vredespreliminairen zullen
onderteekend worden in de Spiegel
zaal te Versailles, waar in 1871 het
Duilsche rijk werd gegrondvest
Voor de All-Duitschers een som
bere herinnering!
In de Pruisische Nationale Ver
gadering is breedvoerig gedebatteerd
pro en contra, maar het meest
contra tegen de laaiste Spartacis-
lische revolutie in Berlijn en andere
Duitsche steden.
Vermelding verdient, dat tijdens de
discussie is meegedeeld en de re-
geerlng erkende hiervan op de hoog
te te zijn dat tegen 26 Maart al
weer een nieuwe algemeene staking
op touw wordt gezet.
Thans is te Berlijn alles rustig,
't Vrijkorps Hülsen heeft dan ook de
hoofdstad verlaten.
Ook Duitsch-Oostenrijk heeft thans
een wettige staatsregeering, door de
Nationale Vergadering gekozen, en
deze heeft onmiddellijk verklaard,
dat zij niet slechts zal opkomen voor
het zelfbeschikkingsrecht der land-
gen ooien in ie door vijandige buur-
voliken bezette grensstreken het
gebied dat door de Tsj'echo-Slowa-
lcen en de Italianen genaast is
maar eveneens voor een h e r-
eeniging met het Duit
se h e r ij k. Intusschen blijft men
van En ten ie-zij de bezwaar maken
tegen deze vereeniging, omdat een
maclilevergrooting van het Duit
sche rijk wordt afgekeurd.
Zal de Entente op den duur de
samenwerking van beide landen 1
kunnen tegenwerken? Officieel mis
schien wel, maar niet officieus.
De Oostenrijksche pers protesteert
krachtig tegen de Italiaansche aan
spraken op Duitsch Z. Tirol.
Volgens de „Pelit Parisien" over
weegt de Franscbè regeering het
plan om offieïeuse betrekkingen mei
Duitsch-Oostenrijk te hervatten.
Verspreid nieuws
LEVENSMIDDELEN VOOR
DUITSCHLAND.
Deze week varen 50 Duitsche sche
pen van Hamburg uit om levensmid
delen voor Duitschland te halen. Zij
varen vooral naar Amerlkaansche
havens.
fen zal moeten leveren, dan is het
de vraag, of het dat mede aan ons
land zul kunnen doen.
Verder zette spr. uileen, dut,
telijk en moreel leven van een vols
meer waard is dan zijn welvaart,
maar dat die welvaart een voor
waarde voo ra lies ie. nu meer dan
wat nu in Versaüies plaats heeft, ooit, en dat er eerst een zekere ccono-
aantoont, dat het van veel belang mische welvaart dient te zijn om te
voor de toekomst van ons land
dat het zich economisch krachtig
maakt. Hij meende, dut m®n zal
trachten to belemmeren, dat go aderen
worden gevoerd naar landen die men
te Parijs niet- vriendschappelijk ge
zind is. Dat maakt, dat Nederland
alles zal moeten aanwenden opdat
het niet economisch naar den.kelder
gaat De éénheid tusschen Neder
land en Indie zal dienen te worden
bewaard en daaruit zullen wij
•economische kracht dienen te put
ten. Dat hangt in de eersie plaats af
van onze scheepvaart Noodig is c-en
'rust i.n onze havens. De havens to
Rotterdam en In Amsterdam dienen
l&oed te blijven in het belang van
de vaart naar en van Indië en den
producten-doorvoer. Met de than-
komen tot een hooger geestelijk le
ven van een volk. In den economl-
echen strijd van de volken, die is te
wachten moe; ons volk sterk zijn.
En 't kan dat. Want In ons volk zijn
genoegzaam sluimerende krachten-
•Van al die di-ngen dienen mede da
arbeiders doordrongen te. worden en
dat mede m hun eigen belang. Zij
moeten daaraan meer denken dan
.Euan 't stellen van allerlei eischen.
Met een enkel woord van politieke
opwekking besloot spr.
Nadat de heeren L. J. v.Toulon v.d.
Koog en Kr el age e enige opmerkin
gen hadden gedaan en de heer Drion
die had beantwoord, sloot de voorzit
ter de vergadering met een woord
van dank aan den spreker voor zijn
belangrijke rede. Spr. zeide te ho-
delsvloot dienen wij een belangrijke] pen, dat twee zaken mochten ge-
rol te kunnen spelen om de concur- schieden: dat 't ons mocht gelukken:
rentie met Engeland en Amerika te j le een einde te maken aan de hou-
kunnen volhouden en den handel i ding van onverschilligen achterdocht
met Indié te kunnen behouden. ten onzen opzichte bij de Entente-
Te wachten is, dat in de toekomst, janden en 2e om onze Indische pro
met echter m de allereerste jareu, de ducten over Nederlandsche mark-
internationale msschenhandel op den j ten over de wereld tc verspreiden,
achtergrond zal treden. De bakens I
zullen dan naar landbouw en in-j VERGADERING VAN KRUIDE-
dustrie moeten worden verzet. De NIERS-PATROONS. In het ge-
landbouw zal echter met moeilijk- bouw Sint Bavo had Woensdag-
heden te kampen hebben en men zal ^vond een vergadering plaats van
kruidenierspatroons in Haarlem en
nel! meer en mie, op de intensieve 0mitrekeri uitge,chrCTen door hek
cuiuiur moeien gaan toe-eggeü. \\J hoofdbest„nr em den Ned. Krolde-
ons land zich economisch staar.de niersbond, waarin als sprekers ontra-
kuanen houden, dan zal het zich met j den de heeren P. Rfjsdijk, te Slle-
-alle macht op de industrie moeten drecht, Bondsvoorzitter, met het on-
gaan werpen. En, inderdaad op het derwerp „Waarom aangesloten bij
gebied van de industrie is nu een ^en Ned. Kruideniersbojid i en S. L.
Oldovmg merKW Van on, "LteÜLto
alleen eetoter kan de industrie met Kruldenler..J. met het onderwerp
leven. Men zal in het buitenland af-, i Hoe v,6Strijden wij met- succes de
trek voor de producten moeten coöperaties?"
trachten te vinden. Dat zal echter I D« heer Rijsdijk ojiende de tamelijk
niet gemakkelijk gaan. Want overal druk bezochte vergadering en uitte
zullen hooge tariefmuren gaan ver-1 ®r z'iin vreugde over, dat zoovelen aan
rijzen. Bovendien ons land heeft in ^n oproep tot deze vergadering had-
Door allerlei redenen heeft de ex- mocht hebb,,n dat ook in Haarlem
port zich in de eerste jaren van den en omstreken een organisatie van
oorlog naar Duitschland verplaatst, J kruidenlerspatroons gesticht zou wor
mede omdat ons land voor eenige den.
producten op Duitschland was aan-Daarna behandelde hij het boven-
cewèzen I genoemde onderwerp en hield een
u'.aii.4 j-,I warm pleidooi voor de organisatie
ook onder de kruideniers, die de
Bond vart Vrije Liberalen.
Woensdagavond hield de afdeeling
Haarlem van den Bond van vrije li
beralen een vergadering, waarin de
heer F. J. W. Drion, oud-lid der
Tweede Kamer, als spreker optrad.
Nadat de voorzitter, de lieer Vin-
cent Loosjes, de vergadering met i
een kort woord had geopend, werd
aan den spreker van den. avond het
woord gegeven.
Spr. zeide, dat het zijn plan was
om te spreken over de Parijsche
.vredesconferentie in verband mot
onzen economischen toestand. Hij
meende te moeten vóóropzetten, dat
volgens hem, de oorlog die nu staat
te eindigen, met alleen van economi
schen aard is geweest, en dat de nu
gehouden vredesconferentie dat
evenmin is. Komende op het con
flict met België, verklaarde spr. dat
|bij hem de indruk is gevestigd, dat
de groole meerderheid van liet Bel
gische volk niet voor een annexa
tie van een deel van ons grondge
bied is en dat de regeling van de
Sclielde-quaestie ook voor ons land
van economisch belang is. Het was
echter niet zijn plan, om daar in den
breede over uit te weiden. Ten aan- j
zien van den volkerenbond was spr. i
sceptisch gestemd. Hij oordeelde dat]
het in het belang van ons land en
van onze souvereiniteit is, dat ons
land zich met dien Bond zoo weinig
mogelijk bemoeit.
Die Bond is voor ons land echter
van een economisch belang to zoo
verre dat daarmede samenhangt of
ons land al dan niet zijn leger en
vloot zal handhaven. In aanmer
king nemende de houding van Enge
land die zijn vloot wil handhaven,
meende spr. dat Frankrijk evenmin
tot een ontwapening zal overgaan.
Voor on6 land is natuurlijk om rede
nen van financieelen aard een ont
wapening van veel belang. Wat nu
aangaat de oorlogsschatting, deed
spr. opmerken, dat men Duitschland
dié zal willen laten betalen door
middel van grondstoffen en van ar
beidskrachten. Ook ons land zal van
Duitschland grondstoffen dienen te
betrekken. Indien echter Duitsch
land aan de Entente veel grondstof-
vele andere landen marlden ver- eenlge „aarborg m! z|jn 0ra zich te
'Joor. Bovendien is men in die lan- j wapenen tegen de gevaren, die niet
den ons nie: vriendelijk gezind. alleen in de afgeloopen oorlogsjaren
Daar is sprake van wat men noemt hebben gedreigd, maar ook ongetwij-
een „onverschillegen achterdocht", i feld in de toekomst zullen dreigen,
wat gevaarlijker is dan een openlijk! Spreker wekte de aanwezigen op, den
yijamlelijke hiding. Ijtaalfc Puja gSaUi"™ Ift* af
bheke opmic in Engeland en m schudden en toe te treden als lid
Frankrijk gunstig dienen te stem- tot den Xed Kruideniersbond, die
men en dat is niet gemakkelijk. De reeds 40 afdeelingen met 2000 leden
pers in Engeland was ons land telt. Zoowel de groote als de kleine
-steeds minder vriendelijk gezind dan kruideniers moeten, zei spreker, niet
de Engelsche regeering. Men zal 'anger van elkaar gescheiden leven.
NedertMdsche artikel® als ver- "1 J,?*ken' om
■nonulo Duitsclie «aan beschouwen 8 D< tae£de ete,r de i,„'r wo„.
en daarom gaan waarschuwen om ze denber*. hield eveneens een propa-
niet le koopen. En toch, ons gandlscJie rede, om niet langer meer
land zal op de Entente-landen voor j alleen te blijven staan. rnaar zich
een afzetgebied zijn oangevv-ezen. hecht te organiseeren, en wel in den
Ma rif dan is da publieke opinie in Ned. Kruideniersbond, die zal zorgen
die landen van veel belang voor on- 1 voor de moreele en economische be-
afzetgebied voor onze producten gen £e COoperaiies. die tl m-u. van
dient voor de industrie veel kapitaal den middenstand bedreigen. Ten-
liier te lande te zijn. Door de goud- slotte bepleitte hij het goed recht
politiek van den president van de van de N. V. Grossierderij ..De Ne-
Ned. Bank is dat kapitaal er. j derlandsche Kruidenier," die reeds
Ons land dient verder in zijn be- 'n verschillende plaatsen een maga-
■«Stogpouask voorzichtig te zij»
niet een belasting!»!! lek te gnui '„sticht sou worden,
voeren, die het kapitaal aantast. Um Van ae gelegenheid tot gedachten-
die reden is een heffing in ééns af wisseling werd door eenige aanwezi-
te keuren, nu meer dan ooit. Min. gen gebruik gemaakt, die door den
'da Vries zeide. dat men 't denk- voorzitter beantwoord werden,
beeld van een heffing in eens in Verschillende personen bleven ach-
vooraanstaande economische krin «o bet stichten van een afdee-
gen als afgedaan gaat beschouwen. te bepreken.
Voor de industrie dient er zoo ruim
mogelijk kapitaal t« zijn an daaromVOORDRACHTAVOND J. B.
dient t kapitaal zoo min mogelijk SCHUIL Een „deftige" lezing te
te worden belast in "t belang van on- houden en een gehoor, bestaande uit
ze economische welvaart. Voor die volwassenen, eenigo ju--. near je te
welvaart is nog wat anders noodig laten luisteren, och, dat is zoo'n
en wel dit, dat ieder 15 pCt. meer kunst niet: al i s er bij het audito-
]>re©teert dan voor den oorlog. Om Hum niet altijd aandacht, dan wordt
die reden «vceude >pr. dat iron u" Wceftlht'd
met allerlei arbeiders-ejschcn dient v E(m ander wordt beti al5 j„
voorzichtig te zijn, medé in 't belang gehoor, zooals dat van den heer
Van den arbeider zelf. Volgens hem Schuil Woensdagavond in den
worden allerlei eis dien naar voren Schouwburg aan den Jansweg, hoofd-
gebraclit alleen als „revolutionnaire zakelijk bestaat uit „de hoop des
urler. cTT a vülncf Tl 1PI flTTI I'
breekijzers In de maatschappij
derlands". D i e veinst niet, om d i e
doet "Troelstro -t om rodau.n van
revolutionairen aard. „voor aangekleed" zijn, anders gaat
Spr. haalde sindelijk eenige leseen de j0ngens hoesten en schuifelen er
ten aanzien van de economische wel- met propjes gooien en de meisjei
vaart uit wat in Rusland plaats „gichelen".
had. Ten slot e zeide spr. dat 't gees- Nu, de heer Schuil is er „voor
Feuilleton
50)
En daarop Vane weer.
Het is een beleediging, monsieur
is het noodig mij te boeien even
als een gemeenen moordenaar?
Het is noodig, monsieur. Wij
- onderschatten uw bekwaamheid
geenszins, gaf de ande'r koelweg ten
antwoord en dan:
Terwijl mijn manschappen het
kasteel doorzoeken, gaat u daar zit
ten, want uw vrienden komen dade
lijk bij u u zult tot Parijs toe
gezelschap hebben. Tezelfder tijd zult
u rajj de plaats aanwijzen waar de
kist verborgen is, als vergelding voor
mijn goedheid dat it, u vergun, u zelf
zoo handig te verdedigen. Wij zijn
niet gewoon om aan de grillen van
de verdachten toe tc geven, monsieur.
Zonder acht te slaan op hetgeen
hem gelast werd, vroeg Vane op
scherpen toon.
Én is liet uw bedoeling om mon
sieur Elliott, imademoïselle en alle
bewoners van het kasteel in hechtenis
to nemen, monsieur de inspecteur?
Monsieur Elliott en het meisje ze
ker, de anderen zullen ecl..er niet ge
hinderd worden, hoewel ik niet van
plan ben het kasteel onbewaakt ach
ter te laten, antwoordde hij.
En de knecht? Zou ik mogen
weten, hoe de politiedokter die hem
behandeld heeft, over hem denkt?
Deze antwoordde nu zelf.
Het wapen heeft geèn levensdee-
len geraakt en indien men hem goed
verpleegt, kan hij in het leven blij
ven, hoewel hij den leeftijd tegen zich
heeft. Ik zou u raden, mijnheer de
inspecteur, hem naar zijn kamer te
laten brengen en zijn dochter bij hem
te zenden.
Gelast dit danmaar, dokter,
antwoordde de inspecteur en toen zich
tot Vane wendend:
En het ongemunte goud? Of moet
ik het meisje tov spreken dwingen?
Zij zal spoedig hier zijn.
Vane verhief de stem, zoodal ik
ieder woord door het beschot heen
kon hooren.
Als zij nog in het kasteel (is,
kunt u dat doen, maar daar hen ik
niet zeker van, monsieur. U wilt mij
in hooien geklonken meenemen r.a.ir
Parijs, maar monsieur Elliott is al
op weg daarheen en hij zal daar de
zaak wel aangeven bij een rechtbark
die hooger staat dan een inspecteur
van detectives. Mijn gouvernement is
in Frankrijk vertegenwoordigd door
een gezant monsieur ep deze is ver
plicht zijn landslieden te beschermen.
Ik begreep den raad dien hij -mij
gaf, tva.ui indien men mij arresteerde
zou men mij zeker nog strenger be
handelen dan men voornemens was
het hem te doen, terwijl ik, indien ik
mij naar den gezant begaf, deze de
bewijzen van nujn onschuld zou kun
nen overleggen. Ik wist genoeg van
de rechtspleging af om te weten dat,
eenmaal !n een cel opgesloten, wij
moeite zouden hebben om ons zelf
recht te verschaffen. Pierre Benoit
zou getuigen tegen ons aanbrengen
en dit gepaard aan de gestolen staaf,
die men in de bibliotheek gevonden
had, zouden voldoende bewijzen zijn,
om ons dagen achtereen vast te hou
den. Onze hoop moest bestaan in den
Aincrikaanschi.il gezant die geluk
kig een vriend van mijn vader was
van onze onschuld te overtuigen.
En Hélène zou dan ook gevangen ge
nomen worden, dit was hetgeen mij
nog het meest noopte om de wijk
naar Parijs te nemen.
Werktuigelijk tastte ik met mijn
hand in den zak, waarin het manus
cript verborgen was, de sterkste scha
kel in den ketting die ons uit de
moeilijkheden moest redden. Ik
knoopte mijn jas stevig dicht, nam
Hélène bij de hand en geleidde haar
zoo door do gang. Zoodra wij buiten
liet gehoor van de bibliotheek waren
zei ik:
Wij kunnen nu nog het kasteel
verlaten en met een weinig geluk,
Parijs bereiken. Ik geloof niet, dal de
politie deze gang kent, maar zij be
waakt alle uitgangen van liet
kasteel. Wij kunnen dus al een goed
eind op weg zijn voordat men ons
mist. Het is op zijn ergst genomen
onzeker of het ons gelukken zal Pa
rijs te haleoi, maar in ieder geval
blijft het hetzelfde of men ons hier
of onderweg arresteert. 3e zult im
mers moedig zijn en vertrouwen in
mij stellen, lieveling. Zoodra wij
buiten liet dorp zijn, hebben we min
der te vreezen, want de avond valt al
spoedig.
Zij sloeg de armen om mijn liols,
toen zij stamelde:
Ik volg je overal, Edward, wees
niet beaorgd voor mij. Wij moeten
den edelen man redden, die alleen op
onze veiligheid bedacht is geweest.
En met Gods hulp zullen wij Pa
rijs bereiken, antwoordde ik.
Wij gingen nu de trap af naar de
deur toe. In het voorbijgaan stootte
ik tegen de ijzeren kist aan, maar tk
liet zonder het minste hartzeer, het
goud liggen waar het lag. Zij moch
ten het hebben indien ze het vonden
het had al aan drie mensclien
bloed gekost. Verder doorloopend
vond ik het hangslot op den grond
liggen. Ik raapte dit voorzichtig op,
want hierin lag het grootste gevaar.
ITct prieel zou wel bewaakt worden.
Wij hoorden nu geen enkel geluid,
behalve den wind die door do takken
speelde.
Hélène bij de hand nemend, ging ik
haar voor door het struikgewas heen,
want wij moesten trachten ongemerkt
buiten het hek te komen. Daar de
muur vrij hoog was, nnni ik Hélène
in de armen en vroeg haar toen op
mijn schouders te gaan staan, daarop
met een kracht die ik niet bij haar
gezocht had, wist zij over den muur
heen te klimmen en even later lag de
groote straatweg naar Parijs voor
ons. Wij waren Frontellac ontvlucht,
maar nochtans konden ons nog heel
wat bezwaren wachten.
Wij stonden even onbewegelijk in
het schemerachtige licht van den val
lenden avond.
Je beul immers niet bang Hélè
ne? fluisterde ik.
Voor alle antwoord kuste ze mij;
wij snelden nu voort op den we8-
steeds geruster wordende naarmate
Frontellac verder achter ons lag.
TWEE EN TWINTIGSTE HOOFD
STUK
Vrienden in den nood.
Blootshoofds cn geheol onvoorbereid
tot zulk een tocht liepen wij door de
duisternis, door een ons geheel onbe
kende landstreek, hopende voordat d-
morgen aanbrak onze vijanden ver
achter ons te hebben.
lk verbeeldde mij nu, dat het kas
teel in een rechte lijn genomen niet
verder dan dertig mijlen van Parijs
af zou zijn. Op den noodlotligen h -
van 1833 hadden de Franscbè edellie
den den afstand van de kerk tot aan
St. Denis tusschen middernacht en
net aanbreken van den dag afgelegd,
maar te voet zouden wij dit niet
vlug kunnen doen. Wel hoopte ik, dat
wij de hoefdstad voor den volgenden
avond zouden bereiken. Ik durfde
niet met den trein gaan, hoewel ik
vermoedde dat er een station dichtbij
zou zijn. Om paarden te huren, scheen
mij ook gevaarlijk toe, maar dc- hoop
bleef mij nog steeds om op een of
andere manier den tocht gemakkelij
ker te kunnen eindigen.
Langzamerhand begon de dag aan
den oosteiijken hemel te dagen en
kwam er nicer leven op den weg, boe
ren cn daglooners die zich naar hun
dagwerk begaven. Een hunner zei
mij, dat wij den rechten weg naar
Parijs hadden ingeslagen en geluk
kigerwijze was de man te dom om
iets kwaads te vermoeden. Hij zei ons
dat de naaste stad, nog drie mijlen
ver was en wij begaven ons nu even
naar een dichtbij gelegen boerderij,
daar Hélène moe begon te worden,
hetgeen ik haar duidelijk aanzag, hoe
veel moeite zij zich ook gaf Hi) voor
mij te verbergen.
(Wordt vervolgd).