Buiteniandsch Overzicht Staasnienws sr issns. mr"Tloreit3sE55'ï ïol'u':Si - poalBe' Naaf r HET KASTEELGEHEIM HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN DONDERDAG 20 MAART 1919 - TWEEDE BLAD No. 2598 De 24 Artikelen. Zoo worden huwelijk weg genoemd de artikelen, vervat in het tractaat van 13 April 1831» tussclien Nederland en Betgie. Artikel I omschrijft de dee- len waaruit voortaan het koninkrijk België bestaan zal, waaronder ook: „Limburg, zoodanig als dezelve be hoord hebben tol het in 1815 gevestig de Koninkrijk der Nederlanden, met uilzondering van de districten der provincie Limburg, aangewezen in tiru 4. Dal laatste artikel stelt de tegenT woordige grenzen vast tusschen Ne- derlandsch en Belgisch Limburg en geeft dit gedeelte van Limburg aan koning Willem II, „hetzij in deszelfs hoedanigheid als groothertog van Luxemburg, hetzij oin met Holland vereenigd te worden". Het wordt nader aldus omschreven: de rechteroever en de linkeroever van de Maas, met de bepaling, dat de vo rinalige Ilollandsche enclaves in de provincie Limburg op den linker Maasoever aan België zullen toebe- hooren, met uilzondering van de stad Maastricht Art 2, 3 en 5 handelen ook weer over Luxemburg. Daar Nederland hierbij geen belang meer heeft, laat ik die aangelegenheid ter zijde. In art. 6 doet „eik der heide par tijen wederkeerig voor altijd afstand van alle aanspl-aak op het grondge bied als de steden, plaatsen en oor den gelegen binnen de grenzen der bezittingen van de andere partij", zooals die o.a. in art 4 omschreven xijn. Aau dit artikel heeft Nederland zich altijd gehouden. Wat de Belgen be treft maar laat ons verder gaan. Art. 7 regelt de positie van België als onafhankelijke en onzijdige staat, art. 8 heeft hel over de waterloozing van België, 9 verwijst naar de alge meen te acte van het Weener Congres voor de vrije scheepvaart op de stroo men en bevaarbare rivieren, die het Belgische en het I-lohancischc grond gebied vaneen scheiden of gelijkelijk doorloopen en regelt in bijzonderhe den de scheepvaart op de Schelde en hare monden, de betonning, loods gelden en tollen, op die rivier -ge heven of op de binnenwateren tus schen de Schelde en den Rijn en be paalt, dat de vaart op de Maas en hare takken geheel vrij zal Ipijven voor den hanuel der beide landen. Art. 10 regelt het gemeenschappe lijk gebruik der kanalen, die de beide landen doorsnijden, art. 11 bepaalt, dat de handelsgemeenschap door de steden Maastricht en Sitiard geheel vrij blijven zal en onder geenerlel voorwaarde belemmerd kan worden; art. 12 handelt over het geval, dat een nieuwe weg of een nieuw kanaal in België gemaakt wordt tegenover het Ilollandsche kanton Sittard, aan 3e Maas uitkomende. Art. 13 regelt België's aandeel in de Nederlandsche Staatsschuld, art. 14 stelt vast, dat Antwerpen alleen een handelshaven zal blijven en 15, dat de werken van openbaar nut zul len toebehooren aan den Staat, in wiens gebied zij zich bevinden. Art. 16 tot 24 zijn overgangsbepalingen, voor de hedendaagsrhe historie zon der belang, uitgezonderd masschien art. 19, waarin wordt gesproken van de „delfstoffelijke voortbrengselen". Bij dit overzicht maakt de Telegraaf de opmerking, dat dus behalve art. 7 (daar Immers België geen neutrale Staat meer zal zijn) bij een herzie ning van de 24 artikelen ter sprake kunnen komen de artt. 8 tot en met J2, 14 en 19. Zooals wij weten zal ook Nederland uitgeno.odigd worden, deel te nemen aan de conferentie, die te Parijs over de herziening van deze 24 'artikelen (en van andere, daarbij behoorende overeenkomsten) zal plaats hebben. Het zou wei zeer onverstandig zijn, een dergelijke uitnoodiging af te wij zen, ofschoon, gelijk het Handelsblad zeer terecht opmerkt, ook voorzich tigheid bij de aanneming dient te worden betracht. Vier punten worden daarbij aangevoerd, waarop de Re- j geering zal hebben te letten. Vooreerst, dat de geallieerden niet als zoodanig Nederland tot de conferentie hebben uit te noodigen, 1 wel als garanten van de tracta- ten van 1839. Deze, op het eerste ge- j zicht ietwat formeele onderscheiding licht het Handelsblad toe met de op- merking, dat de Raad van Tien Ne- derland niet roepen kan ter bespre- j king van voorstellen van andere staten. van zijn grond door dat tractaat van 1839 en thans eischt dat dit „terug gegeven" zal worden, dan zou even zeer en zelfs met meer recht Neder land kunnen beweren, dat men het in 183'J een deel van de Provincie Lira burg ontnomen heeft." Indordaudl Maar onze vertegen woordiger op de Parijsche conferentie zal zulk een opdracht niet meekrij gen. Wij snijden niet uit andermans laken! J. C. P. In de tweede plaats moet de Regee ring vóór alles duidelijk doen uitko men, dat Nederland als gelijk gerech- tigde verschijnt, d.w.z. geen enkele beslissing der Mogendheid voor ons j als bindend zal erkennen, waarin wij niet vrijwillig hebben toegestemd; men zou zeggen; dit spreekt van zelf, daar over de positie van Nedc-rland i -.toch maar niet zoo, knusweg, bij j meerderheid van stemmen kan wor den beschikt. „België moge daarover anders denken", voegt de schrijver van het artikel in 't Handelsblad hier niet zonder scherpte bij, „w ij zijn een j volledig, souverein volk, dat nimmer de voogdij der mogendheden in dien j zin heeft erkend". In de derde plaats dient vóórdat Nederlandsche vertegenwoordigers naar Parijs gaan, vast te staan, dat Nederland nimmer in eenigen ge- biodsafstand zal bewilligen, zelfs ook. dat geen voorstellen van dien aard zullen worden gedaan. En eindelijk wenscht de schrijver mededeeling van do punten in de tractaten, die België veranderd wenscht te zien. Hij veronderstelt, dat het uitgangspunt de opheffing zal zijn var. de permanente neutrali teit van België, „vermoedelijk", zegt hij, „zal men onzerzijds daartegen wel geen bezwaar hebben, al dient itoch niet te worden vergeten, dat die neutraliseering ook in het belang van ons land werd ingesteld als een barrière tegen Frankrijk". Deze op merking kan men niet zonder glim lach lezen, zij zal wel in den smaak vallen van degenen die, helaas ook in ons vaderland, het treurig figuur van de Vlaamscho activisten uit den tijd der Duilsche bezetting, trachten te bemantelen met een mateloozo vrees voor veroveringsplannen bij Frankrijk van de monden van de Schelde. Toen de tractaten van 1839 werden opgemaakt, was de Napoleon tische tijd nog geen kwanteeuw voor bij. Wat heeft in 80 jaar na 1839 de Nederlandsche onafhankelijkheid van Frankrijk te vreezen gehad? Ik ben zoo wantrouwend niet en tegenover de Belgische eischen altijd ooptimisi geweest. Zonder eenigen twijfel is de Belgische regeering hier de kwade pier. Dat het Belgische volk haar daarin niet steunt noch volgt, is gebleken uit de in Brussel en Antwerpen gehouden mislukte an nexatie-vergaderingen. Dat Frank rijk tot deze of dergelijke annexatie zou medewerken, geloof ikj?een oogenblik, de „Temps'met haar ge- j schetter is van geen beteekenis. Wat Lloyd George er van vindt heb ik i meegedeeld. En wie gelooft, dat i Amerika iets anders zou gunnen doen. dan zich met hand'en tand tegen Belgische annexatie-zotternij verzetten? Men zal zeker met nagelaten heb ben, president Wilson in ite lichten over de geschiedenis van Zeeuwsch Vlaanderen en Limburg en over de stemming van de bevolking in die streken. Het zou ook niet verkeerd zijn, hem een Engelsche vertaling te zenden van een brochure van Dr. A. A. Beekman, „Nederlandsch of Bel gisch?" een beknopt overzicht van de staatkundige geschiedenis van de Westerschelde, Zeeuwsch-Vlaanderen en Limburg. Omt rent Zeem wsch-Vla anderen komt de schrijver tot deze conclusie, dat het, behalve in den Fransclien tijd, feitelijk nadat het veroverd is en wettig erkend na den vrede van Munster in 164S( altüd een deel is geweest van Noord-Nederland. Uitvoerig toont Dr. Beekman daar na onze rechten op Limburg aan an maakt daarbij de snaaksche opmer king, dat er in 1839 geen deelen „van Beigië (kunnen) zijn afgerukt" om- dat er vóór dien tijd geen Beigië j bestond. „Wil men echter", zoo gaat hij voort, „de Spaansche, later Oosten- rijksche Nederlanden als zoodanig beschouwen, dan bewijzen de on weerlegbare feiten der geschiedenis, dat ons tegenwoordig Limburg voor het overgrooisle deel gevormd wordt door gebieden, die evenals Staats Vlaanderen na den Vrede van Mun ster (1648) en na dien van Utrecht (1713) aan de Republiek der Neder landen behoorden, of oorspronkelijk zelfs geiieel Ndord-Nederlandsch wa ren. Met de steeds onder vreemds heerschappij staande Zuidelijke Ne derlanden was het historisch ver band al zeer gering. En ais België nu spreekt van een „verloren gaan" van een deel In de laatste dagen is de Raad van Tien der Vredesconferentie niet bijeen geweest, omdat de „kopstuk ken" Wilson, Clemenceau, Lloyd George en Orlando voortdurend officieuze besprekingen Jhouden.Het resultaat dier conferences blijft ge heim, maar toch weet de Parijsdie pers wel mee te deelen, dat het gaat over de volgende vragen: Zullen de geall-ieerdeu onder den vomm van een d'e li uitleven wapenstilstand hun nv litaire voorwaarden Dinsdag aan genomen, voor Duits.hl mi's ontwa pening Duitsohland voorleggen, tof zullen zij aan de militaire voor waarden de nog in studie zijnde ter ritoriale en financieeLe bepalingen samenvatten in één diplomatiek stuk, dat de vredesprelimi- n a i r e n zal vormen? En ten tweede de quaest-ie, of de "Volkenbond gaiieel ra de vredee- preliminairen zal worden opgenomen of eenvoudig alleen in beginsel. Het schijnt ,dat men meer geneigd is met Duitschland de zaak ie rege len in den vorm van vredesprelhni- nairen. Het lijkt waarschijnlijk, dat het volkenhondontwerp, dat reeds aanvaard is, in zijn geheel, met. de amendementen, die wellicht er in worden aangebracht o-a. door de conferenties met de neutralen in de vredesprebminairen zal worden opgenomen. Dit is het Britsoh-Amerikaansche standpunt. De Engelsche gedelegeerde, Lord .Robert Cecil, d:e zich vooral met 'de zaken van den Volkerenbond be zig houdt, verklaarde in een pers- gesprek, dat volgens de meening der Britsche delegatie de volfcenbond- overeenkonist in het preliminaire vredesverdrag opgenomen zal wor den. Hij wees erop, dat vele kwesties slechts in verband met den bond konden worden opgelost en ook zou hei nutteloos zijn voort te gaan met de defin'tie-ve voorwaarden, tot dc Volkenbond in groote lijnen was opgesteld. De preliminaire vredesvoorwaarden ver onderstellen nam el ij k sen V o I k e n b o nd. Wat de Duitsche koloniën betreft, deze kwes tie kon niet onopgelost blijven en bovendien was reeds overeengeko men, dat die koloniën aan muiiuata- rissen zouden toegewezen worden, lie-geen eveneens een volkenbond 1 veronderstelde. „De bond is een belangrijk ele ment bij ue pac Xieatie der wereld en het is duidelijk, dat hoe eerder die in werking tieedt, hoe heter." Spr. .zou met ernstige vrees .edere poging beschouwen om het ontstaan van den bond uit te stellen en hij achtte het niet waarschijnlijk dat een der gelijke poging zou worden gedaan. Waarom zou het opnemen van de volkenbond-overeenkomst in de vre- despreüm.nairen vertraging veroor zaken? Spr, gaf toe dat er onvolmaakthe den en dubbelzinnigheden in het ont werp voorkwamen, maar hij geloof -de niet, dat die alle bij verdere he- spekingen konden worden verwij derd, daar men ie doen had met een gezamenlijk opgesteld document. Hij ontkende echter dat bet ontwerp haastig was opgesteld. Het onder werp was aan de Britsche regeering formeel voorgelegd vóór den val van Asquith's kabinet en informeel zelfs lang daarvoor en was se dert door het ministerie besproken. Er was bovendien in Engeland een zeer deskundige commissie benoemd en na het rapport dezer commissie werd er opn euw herhaaldelijk be raadslaagd. Hetzelfde hadden onge twijfeld andere Entente-r-egeeringen gedaan en als gevolg van deze be sprekingen was de tegenwoordige overeenkomst ontstaan. De Parijsche correspondent van de Telegraaf weet reeds mede te deelen, dat de vredespreliminairen zullen onderteekend worden in de Spiegel zaal te Versailles, waar in 1871 het Duilsche rijk werd gegrondvest Voor de All-Duitschers een som bere herinnering! In de Pruisische Nationale Ver gadering is breedvoerig gedebatteerd pro en contra, maar het meest contra tegen de laaiste Spartacis- lische revolutie in Berlijn en andere Duitsche steden. Vermelding verdient, dat tijdens de discussie is meegedeeld en de re- geerlng erkende hiervan op de hoog te te zijn dat tegen 26 Maart al weer een nieuwe algemeene staking op touw wordt gezet. Thans is te Berlijn alles rustig, 't Vrijkorps Hülsen heeft dan ook de hoofdstad verlaten. Ook Duitsch-Oostenrijk heeft thans een wettige staatsregeering, door de Nationale Vergadering gekozen, en deze heeft onmiddellijk verklaard, dat zij niet slechts zal opkomen voor het zelfbeschikkingsrecht der land- gen ooien in ie door vijandige buur- voliken bezette grensstreken het gebied dat door de Tsj'echo-Slowa- lcen en de Italianen genaast is maar eveneens voor een h e r- eeniging met het Duit se h e r ij k. Intusschen blijft men van En ten ie-zij de bezwaar maken tegen deze vereeniging, omdat een maclilevergrooting van het Duit sche rijk wordt afgekeurd. Zal de Entente op den duur de samenwerking van beide landen 1 kunnen tegenwerken? Officieel mis schien wel, maar niet officieus. De Oostenrijksche pers protesteert krachtig tegen de Italiaansche aan spraken op Duitsch Z. Tirol. Volgens de „Pelit Parisien" over weegt de Franscbè regeering het plan om offieïeuse betrekkingen mei Duitsch-Oostenrijk te hervatten. Verspreid nieuws LEVENSMIDDELEN VOOR DUITSCHLAND. Deze week varen 50 Duitsche sche pen van Hamburg uit om levensmid delen voor Duitschland te halen. Zij varen vooral naar Amerlkaansche havens. fen zal moeten leveren, dan is het de vraag, of het dat mede aan ons land zul kunnen doen. Verder zette spr. uileen, dut, telijk en moreel leven van een vols meer waard is dan zijn welvaart, maar dat die welvaart een voor waarde voo ra lies ie. nu meer dan wat nu in Versaüies plaats heeft, ooit, en dat er eerst een zekere ccono- aantoont, dat het van veel belang mische welvaart dient te zijn om te voor de toekomst van ons land dat het zich economisch krachtig maakt. Hij meende, dut m®n zal trachten to belemmeren, dat go aderen worden gevoerd naar landen die men te Parijs niet- vriendschappelijk ge zind is. Dat maakt, dat Nederland alles zal moeten aanwenden opdat het niet economisch naar den.kelder gaat De éénheid tusschen Neder land en Indie zal dienen te worden bewaard en daaruit zullen wij •economische kracht dienen te put ten. Dat hangt in de eersie plaats af van onze scheepvaart Noodig is c-en 'rust i.n onze havens. De havens to Rotterdam en In Amsterdam dienen l&oed te blijven in het belang van de vaart naar en van Indië en den producten-doorvoer. Met de than- komen tot een hooger geestelijk le ven van een volk. In den economl- echen strijd van de volken, die is te wachten moe; ons volk sterk zijn. En 't kan dat. Want In ons volk zijn genoegzaam sluimerende krachten- •Van al die di-ngen dienen mede da arbeiders doordrongen te. worden en dat mede m hun eigen belang. Zij moeten daaraan meer denken dan .Euan 't stellen van allerlei eischen. Met een enkel woord van politieke opwekking besloot spr. Nadat de heeren L. J. v.Toulon v.d. Koog en Kr el age e enige opmerkin gen hadden gedaan en de heer Drion die had beantwoord, sloot de voorzit ter de vergadering met een woord van dank aan den spreker voor zijn belangrijke rede. Spr. zeide te ho- delsvloot dienen wij een belangrijke] pen, dat twee zaken mochten ge- rol te kunnen spelen om de concur- schieden: dat 't ons mocht gelukken: rentie met Engeland en Amerika te j le een einde te maken aan de hou- kunnen volhouden en den handel i ding van onverschilligen achterdocht met Indié te kunnen behouden. ten onzen opzichte bij de Entente- Te wachten is, dat in de toekomst, janden en 2e om onze Indische pro met echter m de allereerste jareu, de ducten over Nederlandsche mark- internationale msschenhandel op den j ten over de wereld tc verspreiden, achtergrond zal treden. De bakens I zullen dan naar landbouw en in-j VERGADERING VAN KRUIDE- dustrie moeten worden verzet. De NIERS-PATROONS. In het ge- landbouw zal echter met moeilijk- bouw Sint Bavo had Woensdag- heden te kampen hebben en men zal ^vond een vergadering plaats van kruidenierspatroons in Haarlem en nel! meer en mie, op de intensieve 0mitrekeri uitge,chrCTen door hek cuiuiur moeien gaan toe-eggeü. \\J hoofdbest„nr em den Ned. Krolde- ons land zich economisch staar.de niersbond, waarin als sprekers ontra- kuanen houden, dan zal het zich met j den de heeren P. Rfjsdijk, te Slle- -alle macht op de industrie moeten drecht, Bondsvoorzitter, met het on- gaan werpen. En, inderdaad op het derwerp „Waarom aangesloten bij gebied van de industrie is nu een ^en Ned. Kruideniersbojid i en S. L. Oldovmg merKW Van on, "LteÜLto alleen eetoter kan de industrie met Kruldenler..J. met het onderwerp leven. Men zal in het buitenland af-, i Hoe v,6Strijden wij met- succes de trek voor de producten moeten coöperaties?" trachten te vinden. Dat zal echter I D« heer Rijsdijk ojiende de tamelijk niet gemakkelijk gaan. Want overal druk bezochte vergadering en uitte zullen hooge tariefmuren gaan ver-1 ®r z'iin vreugde over, dat zoovelen aan rijzen. Bovendien ons land heeft in ^n oproep tot deze vergadering had- Door allerlei redenen heeft de ex- mocht hebb,,n dat ook in Haarlem port zich in de eerste jaren van den en omstreken een organisatie van oorlog naar Duitschland verplaatst, J kruidenlerspatroons gesticht zou wor mede omdat ons land voor eenige den. producten op Duitschland was aan-Daarna behandelde hij het boven- cewèzen I genoemde onderwerp en hield een u'.aii.4 j-,I warm pleidooi voor de organisatie ook onder de kruideniers, die de Bond vart Vrije Liberalen. Woensdagavond hield de afdeeling Haarlem van den Bond van vrije li beralen een vergadering, waarin de heer F. J. W. Drion, oud-lid der Tweede Kamer, als spreker optrad. Nadat de voorzitter, de lieer Vin- cent Loosjes, de vergadering met i een kort woord had geopend, werd aan den spreker van den. avond het woord gegeven. Spr. zeide, dat het zijn plan was om te spreken over de Parijsche .vredesconferentie in verband mot onzen economischen toestand. Hij meende te moeten vóóropzetten, dat volgens hem, de oorlog die nu staat te eindigen, met alleen van economi schen aard is geweest, en dat de nu gehouden vredesconferentie dat evenmin is. Komende op het con flict met België, verklaarde spr. dat |bij hem de indruk is gevestigd, dat de groole meerderheid van liet Bel gische volk niet voor een annexa tie van een deel van ons grondge bied is en dat de regeling van de Sclielde-quaestie ook voor ons land van economisch belang is. Het was echter niet zijn plan, om daar in den breede over uit te weiden. Ten aan- j zien van den volkerenbond was spr. i sceptisch gestemd. Hij oordeelde dat] het in het belang van ons land en van onze souvereiniteit is, dat ons land zich met dien Bond zoo weinig mogelijk bemoeit. Die Bond is voor ons land echter van een economisch belang to zoo verre dat daarmede samenhangt of ons land al dan niet zijn leger en vloot zal handhaven. In aanmer king nemende de houding van Enge land die zijn vloot wil handhaven, meende spr. dat Frankrijk evenmin tot een ontwapening zal overgaan. Voor on6 land is natuurlijk om rede nen van financieelen aard een ont wapening van veel belang. Wat nu aangaat de oorlogsschatting, deed spr. opmerken, dat men Duitschland dié zal willen laten betalen door middel van grondstoffen en van ar beidskrachten. Ook ons land zal van Duitschland grondstoffen dienen te betrekken. Indien echter Duitsch land aan de Entente veel grondstof- vele andere landen marlden ver- eenlge „aarborg m! z|jn 0ra zich te 'Joor. Bovendien is men in die lan- j wapenen tegen de gevaren, die niet den ons nie: vriendelijk gezind. alleen in de afgeloopen oorlogsjaren Daar is sprake van wat men noemt hebben gedreigd, maar ook ongetwij- een „onverschillegen achterdocht", i feld in de toekomst zullen dreigen, wat gevaarlijker is dan een openlijk! Spreker wekte de aanwezigen op, den yijamlelijke hiding. Ijtaalfc Puja gSaUi"™ Ift* af bheke opmic in Engeland en m schudden en toe te treden als lid Frankrijk gunstig dienen te stem- tot den Xed Kruideniersbond, die men en dat is niet gemakkelijk. De reeds 40 afdeelingen met 2000 leden pers in Engeland was ons land telt. Zoowel de groote als de kleine -steeds minder vriendelijk gezind dan kruideniers moeten, zei spreker, niet de Engelsche regeering. Men zal 'anger van elkaar gescheiden leven. NedertMdsche artikel® als ver- "1 J,?*ken' om ■nonulo Duitsclie «aan beschouwen 8 D< tae£de ete,r de i,„'r wo„. en daarom gaan waarschuwen om ze denber*. hield eveneens een propa- niet le koopen. En toch, ons gandlscJie rede, om niet langer meer land zal op de Entente-landen voor j alleen te blijven staan. rnaar zich een afzetgebied zijn oangevv-ezen. hecht te organiseeren, en wel in den Ma rif dan is da publieke opinie in Ned. Kruideniersbond, die zal zorgen die landen van veel belang voor on- 1 voor de moreele en economische be- afzetgebied voor onze producten gen £e COoperaiies. die tl m-u. van dient voor de industrie veel kapitaal den middenstand bedreigen. Ten- liier te lande te zijn. Door de goud- slotte bepleitte hij het goed recht politiek van den president van de van de N. V. Grossierderij ..De Ne- Ned. Bank is dat kapitaal er. j derlandsche Kruidenier," die reeds Ons land dient verder in zijn be- 'n verschillende plaatsen een maga- ■«Stogpouask voorzichtig te zij» niet een belasting!»!! lek te gnui '„sticht sou worden, voeren, die het kapitaal aantast. Um Van ae gelegenheid tot gedachten- die reden is een heffing in ééns af wisseling werd door eenige aanwezi- te keuren, nu meer dan ooit. Min. gen gebruik gemaakt, die door den 'da Vries zeide. dat men 't denk- voorzitter beantwoord werden, beeld van een heffing in eens in Verschillende personen bleven ach- vooraanstaande economische krin «o bet stichten van een afdee- gen als afgedaan gaat beschouwen. te bepreken. Voor de industrie dient er zoo ruim mogelijk kapitaal t« zijn an daaromVOORDRACHTAVOND J. B. dient t kapitaal zoo min mogelijk SCHUIL Een „deftige" lezing te te worden belast in "t belang van on- houden en een gehoor, bestaande uit ze economische welvaart. Voor die volwassenen, eenigo ju--. near je te welvaart is nog wat anders noodig laten luisteren, och, dat is zoo'n en wel dit, dat ieder 15 pCt. meer kunst niet: al i s er bij het audito- ]>re©teert dan voor den oorlog. Om Hum niet altijd aandacht, dan wordt die reden «vceude >pr. dat iron u" Wceftlht'd met allerlei arbeiders-ejschcn dient v E(m ander wordt beti al5 j„ voorzichtig te zijn, medé in 't belang gehoor, zooals dat van den heer Van den arbeider zelf. Volgens hem Schuil Woensdagavond in den worden allerlei eis dien naar voren Schouwburg aan den Jansweg, hoofd- gebraclit alleen als „revolutionnaire zakelijk bestaat uit „de hoop des urler. cTT a vülncf Tl 1PI flTTI I' breekijzers In de maatschappij derlands". D i e veinst niet, om d i e doet "Troelstro -t om rodau.n van revolutionairen aard. „voor aangekleed" zijn, anders gaat Spr. haalde sindelijk eenige leseen de j0ngens hoesten en schuifelen er ten aanzien van de economische wel- met propjes gooien en de meisjei vaart uit wat in Rusland plaats „gichelen". had. Ten slot e zeide spr. dat 't gees- Nu, de heer Schuil is er „voor Feuilleton 50) En daarop Vane weer. Het is een beleediging, monsieur is het noodig mij te boeien even als een gemeenen moordenaar? Het is noodig, monsieur. Wij - onderschatten uw bekwaamheid geenszins, gaf de ande'r koelweg ten antwoord en dan: Terwijl mijn manschappen het kasteel doorzoeken, gaat u daar zit ten, want uw vrienden komen dade lijk bij u u zult tot Parijs toe gezelschap hebben. Tezelfder tijd zult u rajj de plaats aanwijzen waar de kist verborgen is, als vergelding voor mijn goedheid dat it, u vergun, u zelf zoo handig te verdedigen. Wij zijn niet gewoon om aan de grillen van de verdachten toe tc geven, monsieur. Zonder acht te slaan op hetgeen hem gelast werd, vroeg Vane op scherpen toon. Én is liet uw bedoeling om mon sieur Elliott, imademoïselle en alle bewoners van het kasteel in hechtenis to nemen, monsieur de inspecteur? Monsieur Elliott en het meisje ze ker, de anderen zullen ecl..er niet ge hinderd worden, hoewel ik niet van plan ben het kasteel onbewaakt ach ter te laten, antwoordde hij. En de knecht? Zou ik mogen weten, hoe de politiedokter die hem behandeld heeft, over hem denkt? Deze antwoordde nu zelf. Het wapen heeft geèn levensdee- len geraakt en indien men hem goed verpleegt, kan hij in het leven blij ven, hoewel hij den leeftijd tegen zich heeft. Ik zou u raden, mijnheer de inspecteur, hem naar zijn kamer te laten brengen en zijn dochter bij hem te zenden. Gelast dit danmaar, dokter, antwoordde de inspecteur en toen zich tot Vane wendend: En het ongemunte goud? Of moet ik het meisje tov spreken dwingen? Zij zal spoedig hier zijn. Vane verhief de stem, zoodal ik ieder woord door het beschot heen kon hooren. Als zij nog in het kasteel (is, kunt u dat doen, maar daar hen ik niet zeker van, monsieur. U wilt mij in hooien geklonken meenemen r.a.ir Parijs, maar monsieur Elliott is al op weg daarheen en hij zal daar de zaak wel aangeven bij een rechtbark die hooger staat dan een inspecteur van detectives. Mijn gouvernement is in Frankrijk vertegenwoordigd door een gezant monsieur ep deze is ver plicht zijn landslieden te beschermen. Ik begreep den raad dien hij -mij gaf, tva.ui indien men mij arresteerde zou men mij zeker nog strenger be handelen dan men voornemens was het hem te doen, terwijl ik, indien ik mij naar den gezant begaf, deze de bewijzen van nujn onschuld zou kun nen overleggen. Ik wist genoeg van de rechtspleging af om te weten dat, eenmaal !n een cel opgesloten, wij moeite zouden hebben om ons zelf recht te verschaffen. Pierre Benoit zou getuigen tegen ons aanbrengen en dit gepaard aan de gestolen staaf, die men in de bibliotheek gevonden had, zouden voldoende bewijzen zijn, om ons dagen achtereen vast te hou den. Onze hoop moest bestaan in den Aincrikaanschi.il gezant die geluk kig een vriend van mijn vader was van onze onschuld te overtuigen. En Hélène zou dan ook gevangen ge nomen worden, dit was hetgeen mij nog het meest noopte om de wijk naar Parijs te nemen. Werktuigelijk tastte ik met mijn hand in den zak, waarin het manus cript verborgen was, de sterkste scha kel in den ketting die ons uit de moeilijkheden moest redden. Ik knoopte mijn jas stevig dicht, nam Hélène bij de hand en geleidde haar zoo door do gang. Zoodra wij buiten liet gehoor van de bibliotheek waren zei ik: Wij kunnen nu nog het kasteel verlaten en met een weinig geluk, Parijs bereiken. Ik geloof niet, dal de politie deze gang kent, maar zij be waakt alle uitgangen van liet kasteel. Wij kunnen dus al een goed eind op weg zijn voordat men ons mist. Het is op zijn ergst genomen onzeker of het ons gelukken zal Pa rijs te haleoi, maar in ieder geval blijft het hetzelfde of men ons hier of onderweg arresteert. 3e zult im mers moedig zijn en vertrouwen in mij stellen, lieveling. Zoodra wij buiten liet dorp zijn, hebben we min der te vreezen, want de avond valt al spoedig. Zij sloeg de armen om mijn liols, toen zij stamelde: Ik volg je overal, Edward, wees niet beaorgd voor mij. Wij moeten den edelen man redden, die alleen op onze veiligheid bedacht is geweest. En met Gods hulp zullen wij Pa rijs bereiken, antwoordde ik. Wij gingen nu de trap af naar de deur toe. In het voorbijgaan stootte ik tegen de ijzeren kist aan, maar tk liet zonder het minste hartzeer, het goud liggen waar het lag. Zij moch ten het hebben indien ze het vonden het had al aan drie mensclien bloed gekost. Verder doorloopend vond ik het hangslot op den grond liggen. Ik raapte dit voorzichtig op, want hierin lag het grootste gevaar. ITct prieel zou wel bewaakt worden. Wij hoorden nu geen enkel geluid, behalve den wind die door do takken speelde. Hélène bij de hand nemend, ging ik haar voor door het struikgewas heen, want wij moesten trachten ongemerkt buiten het hek te komen. Daar de muur vrij hoog was, nnni ik Hélène in de armen en vroeg haar toen op mijn schouders te gaan staan, daarop met een kracht die ik niet bij haar gezocht had, wist zij over den muur heen te klimmen en even later lag de groote straatweg naar Parijs voor ons. Wij waren Frontellac ontvlucht, maar nochtans konden ons nog heel wat bezwaren wachten. Wij stonden even onbewegelijk in het schemerachtige licht van den val lenden avond. Je beul immers niet bang Hélè ne? fluisterde ik. Voor alle antwoord kuste ze mij; wij snelden nu voort op den we8- steeds geruster wordende naarmate Frontellac verder achter ons lag. TWEE EN TWINTIGSTE HOOFD STUK Vrienden in den nood. Blootshoofds cn geheol onvoorbereid tot zulk een tocht liepen wij door de duisternis, door een ons geheel onbe kende landstreek, hopende voordat d- morgen aanbrak onze vijanden ver achter ons te hebben. lk verbeeldde mij nu, dat het kas teel in een rechte lijn genomen niet verder dan dertig mijlen van Parijs af zou zijn. Op den noodlotligen h - van 1833 hadden de Franscbè edellie den den afstand van de kerk tot aan St. Denis tusschen middernacht en net aanbreken van den dag afgelegd, maar te voet zouden wij dit niet vlug kunnen doen. Wel hoopte ik, dat wij de hoefdstad voor den volgenden avond zouden bereiken. Ik durfde niet met den trein gaan, hoewel ik vermoedde dat er een station dichtbij zou zijn. Om paarden te huren, scheen mij ook gevaarlijk toe, maar dc- hoop bleef mij nog steeds om op een of andere manier den tocht gemakkelij ker te kunnen eindigen. Langzamerhand begon de dag aan den oosteiijken hemel te dagen en kwam er nicer leven op den weg, boe ren cn daglooners die zich naar hun dagwerk begaven. Een hunner zei mij, dat wij den rechten weg naar Parijs hadden ingeslagen en geluk kigerwijze was de man te dom om iets kwaads te vermoeden. Hij zei ons dat de naaste stad, nog drie mijlen ver was en wij begaven ons nu even naar een dichtbij gelegen boerderij, daar Hélène moe begon te worden, hetgeen ik haar duidelijk aanzag, hoe veel moeite zij zich ook gaf Hi) voor mij te verbergen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5