HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Buitenlandsch Overzicht
DONDERDAG a APRIL 1919 TWEEDE BLAD
1
No. 2604
P ro b I e m e n.
ii.
Geen twee vrouwen op de honderd I openbare besturen vergen steeds groo-
zullen ontkennen, dat het ideaal van i ter bijdagen in hunne steeds klim-
de vrouw het huwelijk is enmende algemeen© uitgaven menig
hel moederschap. De vrouw is in inkomen zal daartegenover niet groot
genoeg wezen, zoo niet al het overbo
dige, heel wat weelde, veel dat tot
dusver noodig werd gevonden omdat
vrienden en kennissen het ook beza
ten, verdwijnt Vaders en moeders, die
eischen, dat hun dochters het in haar
huwelijk „minstens even goed" zul
len hebben ais thuis, bewijzen naar
toekomst geen goeden dienst. Zoo'n
machtspreuk schrikt jonge mannen
ai. Stoorden we ons toch maar min
der aan de crïtiek van vrienden, fa-
dat opzicht veel zekerder van zich
zelf dan de man, die zich lang, zeer
lang, wijö weet te maken dat ae een
zaamheid hem wel een gelukkig leven
kan schenken, wanneer zij maar ver
fraaid wordt door de vreugde van
.zijn dagelijksch werk, genoegens en
liefhebberijen. In dit zelfbedrog leeft
hij vaak vele jaren, maar er komt
onvermijdelijk een dag, waarop hij
de vergissing inziet. Dan is het te
laat. Trouwt hij dan nog, dan is de
rol van zijn vrouw meer die van de I milieleden en buren, die precies we-
verpleegster der gebreken van zijn ten wat w ij doen moeten en ons be-
ouderdom, dan die der levensgezellin.
En wordt deze late echt nog gezegend,
dan is het meer met meisjes dan met
jongens, waardoor het vrouwenover
schot al maar weer groqter wordt.
spotten wanneer wij door aan hun
eischen te voldoen, ons leven beder
ven!
Dat geldt niet alleen in de krin
gen, waar men zijn dochters naar
De huwelijkskans i9 in onzen tijd het gymnasium zendt! Het dringt
toch al ongunstig geworden, omdat de overal door. Vroeger trouwde iedere
gevloekte oorlog millioenen jonge jonge arbeider. Nu leert menigeen
mannen gedood of verminkt heeft. de vrijgezellenwijsheid en in groote
Geen wonder dat de Duitsche socio- steden worden voor deze ongelukkige
loog Dr. Vaerting in zijn werk „dereenzamen groote huizen gebouwd,
Mannermangel nach dem Kriege"waar zij plezierig, goedkoop en ge^
vroege huwelijken aanbeveelt. Nog i makkelijk kunnen wonen en loven,
andere redenen pleiten daarvoor de Zoo voort men jonge mannen af van
grootere plooibaarheid van jon'ge
menschen,- die het aanpassingsvermo
gen van de opvattingen en inzichten
gemakkelijker maakt en daardoor het
huwelijk gelukkiger "bovendien hun
bereidwilligneid om genoegen te ne
men met een eenvoudig leven. Is
eenmaal de man dertig jaar gewor
den, dan gewende hij zich allicht
aan de gemakken van het vrijgezel
lenbestaan, die hij in een huwelijk
niet gaarne opofferen zouhij ziet
als een borg op tegen zorgen en ver
antwoordelijkheden, welke 'hij acht
of zes jaar vroeger dapper op zich zou
genomen hebben. Daarbiji schrikt de
geleerdheid van de hedendaagsche
vrouw hem af. Wie zal schatten, hoe
veel schade de mode der academische
studie aan het aantal huwelijken
heeft toegebrachi? Menig meisje ver
wijderde, zonder het te weten en ze
ker zonder het te willen, een preten-
hot grootste grfuk dat het leven kan
getvcm: de voldoening over de over
wonnen moeilijkheid.
Maar ook hier is schuld bij de
vrouw. De groeiende tegenzin in „het
dienen", de neiging naar fabriek of
kantoor is precies hetzelfde als in de
kringen van wie financieel zich ge
makkelijker bewegen, de drang naar
de academie. Maar wordt de jonge
vrouw op werkplaats, atelier, kantoor
of school voorbereid voor de taak van
huisvrouw en de plichten detr kinder
verzorging? Natuurlijk niet. Wan
neer ook hier het vrijgezellendom zich
uitbreidt, zal het juist zijn om de
overweging, dal een man meer ge
baat is bij een flinke vrouw, die de
handen uit de mouw kan steken,
dan met een dametje, dat aan de
modekwalen van zenuwverslapping
of overspanning lijdt. „Dienen" heeft
een hatelijken klank gekregen, maar
j „dient" men-dan riiet in de fahrieik
dent, die terugschrikte van een imjim
leerde vrouw op dien leeftijd ziet m~et"haar eentonig'werk,"in"de'school
men veel meer dan later tegen de be- met haar woelige kinderen of in
belangrijkheid van een klassieke op- (ien winkel, met zijn vccJcischcndc
leiding op. Menig jongmensen wenscht i klanten? Mevrouw Van Heerdt geeft
iii zijn hart, dat liet vereerde meisje in haar boekje „Een toekomstdroom
liever een wiegeliedje leert, dan een over zedelijk maatschappelijke op-
Latijnsch citaat, om niet te spreken voeding" de voornaamste grieven
van het Gneksch, dat. als een stroo-j van de dienstmeisjes op: geen vol Ten,
vuurtje, waaraan nimmer voedsel j vrijen Zondag, weinig avonden vrij
wordt gegeven, spoedig totaal ver-en minder loon. dan in fabriek, win-
geten is De gymnasiale opleiding kel of atelier. Zij is blijkbaar bereid,
moge uit een letterkundig oogpunt daarin te gl?moet te komen, maar
het fijnste en mooiste wezen, wat er verzwijgt toch ook de voordeden van
te vinden .is, te.der schoolsch onder- j Work der dienstbode niet: onder
richt is, ten slotte biets meer dan een de leiding van eon goede huismoeder,
fundament, waarop het gebouw later moi goede voeding en eenig salaris,
moet. worden opgetrokken. Welnu. vjug ei) met overleg leer en werken,
wal komt er la.er van _dit huis te- j kinderen verzorgen, naaien en dik-
recht? Hoeveel meisjes brengen haar,wijls ruinjger en afwisselender ko-
academische studie ten emoe? En coe j.en dan bij moeder thuis: ik zou er
weinig van die weinigen brengen ae aan willen toevoegen, dat het ook
vergaarde kennis aan nog m toepas- heelwat gezonder is, dan den lieelen
sing? De statistieken zullen leeren, dag binnen de stoffige fabrieksz-aal
dat het percentage luttel ts. En ik wu eentonige» arbeid te doen of zich te
nog maar niet vragen, hoe uiterst -
weinig vrouwen zich dan nog geluk
kig gevoelen, wanneer zij den strijd
in de maatschappij' als leèrares, medi-
cus, advocaat hebben aanvaard. Zoo Ongetwijfeld kan er m de betrede-
voelt zich zonder iwijfel menigeen als vaji het dienstmeisje veel ver-
de wandelaar, die op den kruisweg beterd worden en dat zal ook geleide
de verkeerde route koos en daarop wel gebeuren. Die is al vnjwat
zoolang is voortgegaan, dat terugkeer veranderd bij vroeger, toen zij totaal
onmogelijk was. pnnoodig avond aan avond in de
Langzamerhand is het zoover geko- keuken zat.
men, dat ouders het gymnasium deDit dubbele vrouwenprobleem Is
ideale opleiding vooral voor hun dus door eenvoud en bescheiden
dochters vinden, daarbij onwlllekeu- eischen op te lossen. Natuurlijk on
rig zwichtend voor de suggestie van der v™dat d„ inmre man
vrienden en bekenden en vooral van
de dochters zelf. die net beneden haar
waardigheid zouden achten lager te
mikken. Meisjesschool, huishoud
school, muziekschool worden gemin
acht alles wil klimmen tot de
hoogte der universiteit helaas, op
den steilen berg zitten de mecsten
met knikkende knieën doodvermoeid
aan den weg.
Eenvoud in de opvoeding, ziedaar
wat oudera en kinderen zullen moe
ten leeren. Niet voor de middelmaat,
nog minder voor hen die daaronder
zijn, alleen voor de scherpzinnigen en
de knapsten is de academische oplei
ding bestemd en gescnikt. Voor de
anderen brengt zij onvermijdelijk te
leurstelling, vroeg of laat.
Op dit oogenblik is meef dan ooit
die eenvoud noodzakelijk, omdat ook
in het stoffelijke de zuinigheid zal
moeten worden toegepast. Het le
ven is ontzaglijk duur geworden, de
aarde, dat de jonge man
een behoorlijk loon geniet, waarmee
hij het stichten van egn gezin aan
durft Het heele vrouwenvraagstuk,
zoo is wol beweerd, verdwijnt wan
neer elke vrouw een man krijgt en
daar is veel waars in. of
schoon er destijds mee bedoeld
werd, dat dan de vrouwen
ook niet meer gesteld zouden zijn op
kiesrecht, maatschappelijke betrek
kingen of deelneming aan het open
bare leven. In geen van drieën moet
zij geweerd worden, behoeft zij ge
weerd te worden, ook al blijft haar
arbeid in 't gezin hoofdzaak. DóArop
koude zij steeds liet oog gericht..
Hoe meer zij, in haar jonge jaren,
afkeerig is of afkeerig doet van het
gezinswerk (gymnasium en fabriek
werken in dit opzicht in precies ge
lijke richting) des te meer zal zij zelf
meewerken tot versterking der rijen
der ongetrouwde mannen.
Dat wil zeker niet zeggen, dat zij
werkloos voor de ramen moet gaan
zitten, om uit te zien, of de ware Jo-1
zef al om den hoek komt? Neen, haar
dag dient gevuld te zijn met nuttig
werk en haai- hoofd met goede ge
dachten, wanneer het een en het an
der leidt in de richting van haar
eenig ware bestemming, \k> eeriige
roeping, die haar op den duur be
vredigt.
Huisvrouw moet zij worden en huis
moeder. Niet liuisslavinl Geen getob
meer aan de waschtobbe en geen sla
vernij aan stop- of maaswerk, dat
evengoed buiten de deur kan gebeu-
renl En wordt zij geroepen om mee
te beslissen over de belangen van de
gemeente, dan moet zij gaan. Maar
nooit mpet vergeten worden, dat het
gezin de grondslag is van iedere be
hoorlijke samenleving en dat het oude
Schriftwoord nog niets van zijn kracht
verloor: „het is niet goed, dat de
mensch alleen zijl"
J. C. P.
„De barometer ter vredesconferen
tie staat heden op mooi weer en er
heerscht een atmosfeer van optimis
me in de kringen der conferentie",
zoo weet „Central News" mee to
deelen.
Wellicht bedoelt dit agentschap
met de eensgezindheid de beslissing
over de quaestie van de Duitsche
grens. Ten aanzien van deze quaes
tie schijnt een steeds grootere toena
dering te komen tot een formule,
krachtens welke het Duitsche Rijn
land ontwapend zal worden, terwijl
Frankrijk het Saar-dal zou ontginnen
en besturen, misschien krachtens een
mandaat van het volkerenverbond
zonder dat het in het volledig bezit
van het. land gestold werd.
Maar... ook deze formule voldoeit.
niet allen.
België is ontevredenl
Uit Parijs wordt daarover geseind:
„De Raad v. Tien heeft besprekin
gen gewijd aan het vraagstuk van
den linker-Rijnoever en de rol, die
België kan spelen bii de waarborging
tegen een nieuwen Duitschen aan
val. Welke strekking de gedane
voorstellen hebben, is niet uitgelekt,
maar er wordt verband gezocht tus-
schen deze besprekingen en de plot
selinge aankomst te Versailles van
koning Albert. Algemeen is men
overtuigd dat hij gekomen is om éen
beroep op de conferentie te doen en
de ongewone wijze waarop hij de reis
heeft gedaan (per vliegtuig! verleent
aan zijn komst iets dramatisch, waar
uit men afleidt dat men in België
over do voorstellen der gedelegeerden
zeer onthutst is".
Koning Albert heeft ook een onder
houd gehad met president Poincaré.
Ook de Fransche ex-premier, nu
oppositie-leider. Briand is ontevre
den over den gang van zaken. In een
van zijn lijfbladen „Journal" schrijft
André Paisant:
„Frankrijk is in een soort verdoo-
ving gebleven in deze oorlogsjaren.
Het. is aangevallen: het heeft zich
verdedigd. Het behaalde de overwin
ning. En nu, terwijl het nog geheel
verdwaasd door die overwinning het
licht zoekt, vindt hel slechts duistea
nis om zich heen. Waarhoen gaat
men eigenlijk? Wat gesoliiedt er?
Sinds vier maanden is er een sluier
voor zijn oogen. Wat er op de vre
desconferentie gebeurt, weet nie
mand. Hij slaat de bladen op: overal
witte vakken! Men heeft gevochten
tegen Oostenrijk, Turkije en Bulga
rije geen woord er over.
En ziedaar plotselmg Hongarije
aan den arm van Lenin. Men h^eft
[gevochten tegen Duitschland.
Duitschland heeft niets betaald, het
heft het lioofd weer op, richt eere
bogen op voor zijn soldaten en
dreigt en hoont. Men heeft een Po
len gevormd, maar Polen roept om
hulp. Men heeft troepen te Odessa,
maar Odessa wordt belegerd. Men
heeft Stoeriê en den Kaukasus be
vrijd, maar overal vecht men daar.
'Over Airchangel 'hoort 'men niets
meer. Frankrijk heeft den Elzas en
Lotharingen teruggekregen, maar de
commissaris ervoor is Ln allerijl te
ruggeroepen (de Voorganger van
MUlerand). Wat gebeurt er?
„Er worden conferenties gehou
den. Men vermenigvuldigt de com
missies. Eerst vergaderen de Tien,
daarop de Zes, vervolgens de Yier.
Vandaag komen zij bijeen, morgen.
Maar men schiet niet op: een beslis
sende week wordt aangekondigd, en
wo.rdt weer uitgesteld. Duisternis
en mysterie."
De Londensche Evening News
weet met beslistheid te vertellen,
indien de Duitsche v r e-
desge de legeerden weige
ren de vredesvoor
waarden te ondertéeke-
nen, Foch zij n troepen
zal laten oprukken en
Duitschland zal laten
bezetten. De Duitsche gedele
geerden blijven erbij, dat zij uit
Weimar de instructie hebben, enkel
dan den vrede t© onderteekenen, in
dien hij in zijn geheel beantwoordt
aan de veert'en punten van Wilson.
Enkel op die voorwaarde zouden de
Duitschers willen vechten tegen de
Bolsjewiki. Hun belooning zou dan
zijn dat zij in Centraal- en Ooste
lijk Europa dominèeren.
De berichtgever van de „Evening
News" voegt er aan toe, dat de vre-
desonderhand«-laars van de geasso
cieerden zich na vijf maanden
van onderhandelen om de overwin
ning te iiquideeren plotseling ge
plaatst zien voor den aanvang van
twee nieuwe oorlogen: één tegen
Duitschland. de andere tegen de
Bolsjewiki.
Onder de Volken der geallieerde
landen heersclit thans veel verschil
van meening; en de vredesonder-
handelaars vragen zich af of de -vol
ken een nieuwen oorlog zouden
goedkeuren. Alle mooie idealen
o.a. dat over den volkenbond ver
vliegen, nu de onderhandelaars zich
met het concrete feit van den vrede
moeten bezighouden.
Een invloedrijk lid van de conser
vatieve partij in Duitschland, prof.
Paul Eltzbaeher, publiceert in de
.Roode Vaan" een artikel, getiteld
\,Hjet laatst,© middef',
waarin hij betoogt, dat den Duit
schers niet anders overblijft dan het
Bolsjewisme nu reeds in te voeren.
„De kleine Spitabiirgere, die thans
liet lot van Duitschland in handen
houden", zegt hij, zijn radeloos. Hun
protesten maken geen indruk op de
tegenstanders en zij moeten onder
teekenen wat men hun. voorlegt. Ook
de conservatieve oppositie ziet geen
uitweg. Er is nog maar één middel
over, dat echter geen middel voor
kleiDe geesten is, die zich van het
alledaagscli© niet kunnen losmaken
en dat middel is: het Bolsjewisme.
Het is niet genoeg den vijand iede
re» dag te verkondigen", zoo schrijft
Edtzbachèr verder, „dat zijn politiek
ons in de arinen van heb Bolsjewis
me drijft. Dat is de zwakke politiek
van d« passiviteit. In tegen
jdeel, wij moeten al het kwa
de, waarmede het Bolsjewisme
Duitschland bedreigt, op ons nemen
om de slavernij te ontgaan, en eens
gezind ervoOr zorgen, dat het Bols
jewisme komt. In de overtuiging,
dat, wanneer Duitschland het Bols
jewisme aanvaardt, dit ook de wes
telijke landen aal overstrooanen en
Clenienceau en Lloyd George zal
wegspoelen. Maar zelfs als het Bols
jewisme niet zal overslaan, is het
nog voor Duitschland een voordeel.
Hit een Bolsjewistisch Duitschland
kan de Entente niet jaarlijksch mil-
liarden pulten. Zal het Bolsjewisme
niet, mislukken, dan moeten wij liet
-ook «eerlijk aanvaarden, het sovjet-
stelsel invoeren en onmiddellijk zon
der schadeloosstelling op de groot
ste schaal socialiseeren.
„Daarin iigt geen gevaar voor ons
economisch leven, want dit kan
door het Bolsjewisme niet meer ge-
schaadt worden dan door- de voort
durende uitzuiging, waarmede de
Entente ons bedreigt.Wel is het hard
voor degenen, die een eerlijk ver
worven kapitaal bezitten, maar
daar mag geen rekening meer
mede houden. In 1813 heeft het
Pruisische volk zijn goud en zilver
gewillig voor het vaderland geofferd,
thans mogen de rijken voor de op
offering zelfs van hun heele vermo
gen niet terugschrikken. Zij zouden
het op den duur door uitzuiging van
de Entente toch verliezen.
,,Al houdt men liet Bolsjewistisch
systeem niet voor juist, overwegin
gen van buitenlandsche politiek zijn
thans het belangrijkst. Als het Bols
jewisme het eénige middel is om het
Duitsche volk voor knechting en on
derdrukking te verhoeden, dan
moeten wij het aangrijpen."
Prof. Eltzbacher wijst er aan het
.slot van zijn artikel nog eens op,
dat hij «en overtuigd conservatief is.
De Russen hébben in 1812 hun hei
lig Moskou wel ln brand gestoken,
tom den zegetocht van Napoleon te
fnuiken, zoo eindigt hij; wij kunnen
•thans toonen dat ook wij tot groote
besluiten in staat zijn.
Streeft Duitschland al naar een
goede verstar.dhouding met de Bols
jewiki in Rusland?
Naar het H. N. bureau verneemt,
zou de Duitsche regeering voorne
mens zijn d© Duitsche troepen uit de
Oo6taee„-j>rovilncic-6 in 'Lithauen te
rug te trekken, zoodra de Entente
hierin toestemt.
Maar de Entente zal Duitschland
wel niet toestaan den strijd tegen
de Bolsjewiki op te geven.
De Duitsche meerderheidspartijen
hebben een besluit opgesteld om het
radenstelsel in de grondwet vast te
leggen; het zal binnenkort in de
grondwet worden opgenomen.
In Duitschland neemt de onrust
toe.
Te Berlijn staken 30.000 man in
de metaal-industrie.
In het Rulirgebied is de mijnww
kersstaking thans vrijwel algemeen.
De onlusten te Frankfort en Stutt
gart zijn thans wel bedwongen, maar
de zenuwachtige spanning is nog niet
geweken. De stand van de voedselvoor
ziening te Frankfort moet dan ook
heel slecht, zelfs critiek, zijn.
De textielarbeiders te Hossel hebben
thans ook 't werk neergelegd.
Generaal Smuts is door den Entente-
oorlogsraad aangewezen om oen on
derzoek in te stellen naar de vraag
stukken in Hongarije, voortvloeiende
uit den wapenstilstand.
De handel tusschen de Vereenigde
Staten en Duitsch-Oostenrijk zal wor
den hervat
Ook is te Weenen een Fransche
missie onder Allizë aangekomen.
De Entente is dus wel gezind om
't gewone verkeer met Duitsch-Oos
tenrijk te herstellen.
Over de vredesquaefeties w ut
nog uit Parijs geseind:
D« Raad van Vier heeft opnieuw
de kwfeetie der schadeloosstelling
besproken. Men schijnt aigémpen
Van meening te zijn, dat het zeer
moeilijk te reeds nu een globale som
te bepalen, die Duitschland gedu
rende de eerstvolgende jaren zou
kunnen betalen. Alen weet niet, wel
ke mogelijkheden er voor Duitsch-
land's handel en industrie in de
toekomst geopend zuilen zijn. Het
schijnt, dat men thans een nieuwe
oplossing der kwestie tracht te vin
den, die daarin zou bestaan, dat in
liet vredesverdrag wordt opgeno
men:
le. De vaststelling der schadever
goeding die Duitschland zal moeten
betalen.
2e. Vaststelling der termijnen der
eerste betalingen.
3e. Lijsten der betalingsmiddelen,
waarover de geallieerden de beschik
king hebben om voldoening van hun
schuldvorderingen te verzekeren.
Tezelfder tijd zouden ook waar
borgen voor de betaling der schade
loosstellingen worden vastgesteld.
Nader wordt nog uit Parijs gemeld,
dat Duitschland waarschijnlijk -10(A) a
5000 millioen pond sterling schadever
goeding zal moeten betalen.
Thans bestaan te Parijs weer
plannen om de Duitschers voor de
beraadslagingen over het vredesver
drag niet te Versailles te laten ko
men, doch dit te Spa te doen ge
schieden.
Er is nog niet veel bekend over de
Onderhandelingen tusschen Foch1
en Erzberger over de Danzig-quaes
lie. Alleen wordt verzekerd, dat
Erzberger in zake Danzig in 48 uur
zal moeten beslissen.
Verf tijd wordt hem dus niet ge
laten'
De Duitsche financieel© commissie
die met de Entente zal onderhande
len over de financLeele regeling van
de voedselvoorziening van Duitsch
land, is op het kasteel Pi ess is Viiet-
te bij CompLègne aangekomen.
Verspreid nieuws
VOEDSEL VOOR DUITSCH
LAND. Het Zweedse!ie Roode
Kruis kan onmiddellijk 200.000 ton
haring aan Duitschland lei eren.
DE INTERNATIONALE AR
BEIDSREGELING. Te Parijs is
bepaald, dat de eerste officitele con-
ferent.e in October te Washington
zal plaats hebben.
ONVEILIGEELD. De onveilig-
heid op enkele spoorwegtrajee-ten In
het Eifelgetoied neemt gaandeweg
toe. Plunderingen zijn er aan de
orde van den dag. Tusschen Ens-
kirchen en Liblar bijv. kramen de
zer dagem 200. jonge mannen van 18
tot 25 jaar in de trein, verdeelden
zich over verschillende waggons en 1
drongen daar de coupe's binnen.
waar zij de reizigers, onder bedne -
Iging met dolken en ander moord- j
tuig, dwongen levensmiddelen en j
kostbaarheden af te geven.
Qnzs LaGhhosk
WRAAK.
Hij (juist afgewezen): Nu moei
ik mijn heele leven lang vrijgezel
blijven.
Zij: Alaar waarom dan?
Hij: Nou als jij me nie*
eens hebben wil!
NOG EENVOUDIGER.
Schilder. Ik verander een
lachend gelaat in e«en weenend met
een enkelen streek van mijn pen
scel.
ATriend: Ik doe volmaakt het
zelfde met een enkelen slag van
mijn stok.
(Prov. Nrd. Br.)
Van het Politieke
nooiveld.
Tonr-
2 April.
EERSTE KA,MER.
Twee Staatsplichten komen in
Eerste Kamer met elkander in coa
flict, de verplichting om le stem
men en die om de zittingen bij te
wonen. "Welken moeten de leden nu
gehoorzamen? De lieer De Vos var.
Steenwijk meende, dat tte leden in de
eerste plaate moeten stemmen, -
de heeren Stork en Van Nterop,
dat de Eerste Kamer de begrcctin
gen moet afdoen. Dat laatste te he
sloten, en dus deed de Kamer van
daag haar begrootingsplicht. Va!Ier
de zittingen nu samen met stemda
gen, dan kunnen de leden der EetsU
Kamer straks wegens verzuim van
hun kiesplicht worden geveitali
seerd.
Maar er is nog een andere om
standigheid die den geregelden or
beid der Kamer dreigt te belemme
ren en wel het feit dat ook een
Minister maar op één plaats kun
zijn. En zoo zag men dan met de
pauze minister König heengaan om
in de Tweede Kamer het spuonvry-
dehat te vólgen. Eerst Donderdag»
morgen zal hij dus kunnen iui-
woorden op de Waterstaatswon
schen, welke in den Senaat zijn c
uit. De belangrijkste daarvan h®
trof de eteclicitrftsvooiziening, d'e
de heer Van Swaay geheel n han
den van het Rijk wil leggen een
oud stokpaardje van dezen hoog
leeraar-deskundige. Bovendien zou
den dan spoor- en tramwegen ook
veel meer dan tegertwoordig nut
daarvan kunneaRebben. en de land
bouw wellicht door de zoogenaamde
electro-cultuur, een nog nieuwe tak
■van wetenschap intusschen, «'.aar-
van wij hier nog niet veel meer don
den term kennen. De heer Van
Swaay noemde het electriciteits
vraagstuk even belangrijk als dat
van de Zuiderzee, maar veel urgen
ter. Dat zullen Zuid e rzee-sp eci ali -
teiten wel niet toegeven. Zijn col
lega Kraus. echter was het geheel
met hem eens.
Brabanteche afgevaardigden heb
ben de urgentie betoogd van een re
geling der waterschapsbelangen dier
provincie, waar het vraagstuk van
de Beensche Maas en de Peel om op
iossing roepen. Beigié stuwt al zijn
overtollig water ons land binnen,
en als goed zakenman wilde de heer
Van Lansch'ot, dat wij voert dé
Schelderegeling tot overleg mei Bel
gië tegelijkertijd onze eischen
ten aanzien van dat andere water-
belang zullen formuleeren.
D» heer Kraus drong voorts aan
op het bouwen van een tweede sluis
te IJiiniuiden, waarvoor plannen
reeds lang hangende zijn. Hoe staat
het daarmede nu? vroeg hij.
Antwoord -morgen.
De begTooting van Financiën ia
er daarna zonder horten of stöoicn
doorgegaan. De minister deed, naur
aanleiding van een paar opmerkin
gen der heeren Van Nierop em
Sterk, de mededeeling dat we wel
spoedig een nieuwe Staateleening
zuilen moeten uitschrijven, en dat
d£.... mogelijk wel een gedwongen
leening zal wezen. Intusschen over
weegt hij de dbor den heer Sterk
aanbevolen mogelijkheid, om de bui
tengewone belastingen in stukken
van de leening (en van vorige lee
ningen, met berekening van het
koersverschil) te doen betalen, het
geen voor den Staj c.i de betalers
beide oen voordeel kan zijn.
Dat tot die buitengewone belas
tingen een heffing in eens voorals
nog niet zal behooren, verheugde
Feuilleton'
VIOLET
GUY THORNE.
Violet kwam langzamerhand onder
den indruk van het verhaal. De man
was zoo ernstig. Zij begreep ciei goed,
waar hij op aanstuurde, maar zij
kwam onder den invloed van zijn be
toog. Het late uur, zijn geheimzinnige
komst, het voortdurend noemen van
haar oom's naam deden hun invloed
op haar gelden.
Dus u denkt, dat mijnheer Fan-
shawo in het geheim werkt met be
hulp van onbekende assistenten?
Ik weet het zeker, juffrouw.
Muur lioe komen die assistenten
daar binnen?
Op dezelfde manier als ik van
avond hij u kwam, juffrouw. Over
het water. Ik heb hen zelf gezien!
Violet schrok.
Ik achtte het mijn plicht om uit
le kijken, juffrouw. Ik kan roeien als
geen ander, want ik ben in de dokken
groot gebracht. Verscheidene nachten
heb ik in mijn bootje aan onze eigen
werf gclggen juist om den hoek
van uw tuin. Er liggen gewoonlijk
een of twee stoomschepen en ik kon
mijn boot gemakkelijk verbergen in
hun schaduw. lederen avond te half
twaalf, komt er e*n motorboot, van
onzichtbaar groene kleur, de rivier
opvaren. Zij vaart door tot het einde
van de werf, vijf personen stappen
uit en loopen naar het gebouw vlak
bij. Mijnheer Fansliawe laat ten bin
nen. Om drie unr in den morgen kee-
ren zij terug.
Violet dacht na en zon met haar
scherp zakenverstand óp een wijze om
de zaak aan te pakken.
Het komt hierop neer, zoide zij,
dat mijnheer Fanshawe proeven
leidt ln mijn fabriek. Proeven die Ir
blijkbaar geheim wil houden. Het ziet
er zeer zeker ernstig uit, Winterbo-
thain
Sir William dicht er zeer ernstig
over, juffrouw, viel de kleine man in
de reden.
Welnu, als mijnheer Fanshawe
iets gchcims doet en dat legen de be
langen van de firma, dan kan ik hem
ongetwijfeld aanpakken. Maar zijn
positie hier is vrijwel absoluut en het
is mogelijk, dat hij goede redenen
heeft om zijne uitvinding, of wat het
ook zijn moge, geheim te houden, tot
hij liet juiste oogenblik gdkomen
acht,
Winterbotham fronste de wenk
brauwen on schudde het lioofd. U
kent mijnheer Fanshawe miet, juf
frouw, antwoordde hij. -Hij houdt
er een renstal op na, heeft een van
de grootste huizen in den omtrek en
zijne partijen zijn beroemd. Hij heeft
een paar automobielen, hij is de halve
week in Londen dat kan een man
niet allemaal doen met een salaris
van drieduizend pond per jaar. Fn
iedere een weet dat hij het vorig jaar
tienduizend pond verloor op de
„Grand National".
Wat wilt u daar dan mee zeg-
geai?
Ik zal u vertellen, wat Sir Wil
liam tot mij zei, juffrouw. Winter
botham, zei hij, ik ben veel over
dien schurk te weten gekomen.
Daarna vertelde hij van mijnheer
Fanshawe's gedragingen, ik lteb u
slechts enkele dingen er van verteld,
juffrouw. Wij hoeven er niet verder
over uit te weiden.
Als ik eenige jaren geleden ge
weten had, wat. ik nu weet, dan zou
hij nu geen chef van de fabriek zijn,
Winterbotham. Ik geloof zeker, zei
hij. dat Fanshawe zich te mijnen kos
te rijk steelt. Waar hij op aanstuurt,
weet ik niet, maar dat zullen wij sa
men ontdekken. Hij is een van de
knapste chemisten en ingenieurs in
Europa, zei hij, en daarom zal ik
hem noode missen, hoewel ik geloof
dat Gerald Boynton binnen een paar
jaar even goed zal zijn. als hij. JVij
moeten even slim zijn als Fapsha.vc!
Dat waren vrijwel de laatste woorden,
die ik Sir William hoorde spreken,
Juffrouw. Den volgenden morgen,
toen ik naar de fabriek ging, was mijn
meester in zijn slaap aan hartverlam
ming doodgebleven.
-- De eenvoudige oplossing is, om
door te gaan lot wij het ontdekken,
antwoordde Violet
Als ik zoo vrij mag zijn, juffrouw,
we moeten nu dadelijk beginnen,
antwoordde de man. Zoudt u van
nacht met mij naar de fabriek willen
gaan. Ik kan u verzekeren, dat zij
weer druk bezig zijn.
Violet kende geen vrees. Zij hield
boven alles van avonturen. Zij was
tenslotte meesteres van alles wat hier
stond. Niemand kan dat ontkennen.
Zij zou haar bestuur beginnen met de
uitvoering van haar oom s wenschen.
Ik geloof u, mijnheer V interbo-
tham, zeide zij, en ik zal met u
medegaari.
Zullen wij aan de deur kloppen
en mijnheer Fanshawe ons open laten
doen. Hij zal een uitlegging moeten
geven als ik er naar vraag.
Winterbotham schudde heftig het
hoofd.
Neen, neen, juffrouw, dat is niet
de goede manier om een man als
mijnheer Fanshawe aan te pakken.
Hij zou u alles gemakkelijk weten te
verklaren. Hij zal zijn verhaaltje .wel
klaar hebben en u zult toch niet be
grijpen wat daar binnen gebeurt, ook
ai leidt hij u rond. Aan den anderen
kant, als het werkelijk iets belang
rijks is, zooals Sir William dacht, dan
zou het gevaarlijk voor u kunnen
zijn.
Violet lachte. Wij zijn hier niet
op een onbewoond eiland, Winter
botham, zeide zij.
U zou anders spreken als u
evenveel wist van mijnheer Fanshawe
als ik in de eerste en van industrie
geheimen, in de tweede plaats, zei de
opzichter droog. Neen, juffrouw,
laat u mij liever begaan, ik heb een
beter plan.
En wat is dat?
Winterbotham nam een bos sleu
tels uit zijn zak.
Hier zijn de sleutels van alle
deuren in de fabriek, zei hij be
halve die van het atelier. Het gebouw
ontvangt zijn licht door het dak, er
zijn ln het geheel geene ramen in de
muren. Er is nog :wel een stalen
brandladder, vaslgemaakt tegen den
van de rivier afgekeerden muur. Vroe
ger was het gebouw een sorteerlokaal
inet verschillende verdiepingen. Dat
was zoo, voor de vensters alle wer
den dichtgemetseld om nieuwsgierige
oogen te ontgaan.
Ja?
Wij kunnen de brandladder ge
makkelijk bereiken, juffrouw, ten
minste ik kan dat doen. liet
is ongevaarlijk want er is een leu
ning. Tot op den huidigen dag wist
ik niet dat deae ladder nooit weggö-
omen was. Zij zit vast aan den muur
die zich vlakbij den om de fabrieken
heengebouwden muur bevindt. Het is
een afstand van een paar meter. Daar
om gaat niemand er ooit been en ik
geloof niet dat mijnheer Fanshawe
ook slechts vermoedt, dat het ding
bestaat. Wij kunnen er gemakkelijk
opklimmen en ik moet mij al erg ver
gissen als wij niets zullen zien wan
neer wij door het glas op het dok
kijken.
Laten wij dan gaan, zei Violet.
W'ïj zullen deze zaak geheel on
derzoeken, als wij kunnen.
Voor den eereten keer sinds hunne
ontmoeting glimlachte de opzichter.
U lijkt op uw oom, zei hij. U
bent een dapper meisje! Ik zal er voor
zorgen, dat zij u geen kwaad doen.
Violet glimlachte. De man nam een
electrische toorts uit den eencn zak
en een soort 6tok met een dik einde
uit den anderen.
Dat is riet met leer omwonden
en de knop is van lood. Dat neem ik
mee, juffrouw.
(Wordt vervolgd.)