RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
VIOLET
D RE S» E SL A3
>«,grl»Xsfcö.
ZATERDAG 26 APRIL 1913
tia&ussls
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd'' lezen. De namen der
kinderen, die mi] vóór Woensdag
middag 4 uur goede-oplossingen zen-;
den, worden in het volgende nummer:
bekend gemaakt.)
^Iedere maand worden ouder de
beste oplossers twee boeken in pracht-1
band verloot.
1. (Ingez. door Lelietje van Dalen.)
Neem iets, dal door een metselaar
gebruikt wordt en d? bilft van iels,
dat aan den voet wordt gedragen en
voeg de verkregen stukken same-:,
dan krijgt ge een vogel.
2. (Ingez. door Zilverschoon.)
Hoeveel is anderhalf kalf balf en
een half kaif half}
I. (Ingez. door Tannel je Schutter.) I
Plaats de even ge4aller. van t tot
en met 18 zóó ir de volgende vakjes,
dat de som van elke rij van links naar
rechts en van boven naar bereden en
van a—d en bc steeds 30 bedraagt.
4. (Ingez. door Ncron.)
Tk ben eg: spreekwoord van 21
letters.
We leven op de 7, 18, 20, 10, 4.
Het kind slaapt in de 17, 2, 4, 3.
13, 19, 9, 1, 5 is onmisbaar voor de
naaister.
17, 14. 15, 21 is een boscb.
11. 12 is een werkwoord.
6. 8. 8, 20 bedekt het hoofd.
1G, 1 is een lidwoord.
21 is 16.
4. (Ingez. door P. en B. v. d.
Boogaard.)
Een boer moest een wolf, een
schaap en een kool naar den overkant
brengen. Het bo< e kon slechts stuk
voor sin*, mei" Hoe moest dat
nul
5. (Ingez. door G. B. en M. de Vries.)
Ik ben een jongensnaam, keer me
om en ik ben een schadelijk insect.
6. .(Ingez. door Piet Hein en Prins
Manrits.)
Ik ben een plaats in Oostenrijk.
Verander mijn laatste letter en ik
froei op het weiland.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
week zijn
1. Haparanda. Ada paard
hand.
2. Beter één vogel in de band, dan
tien in de lucht. een den
hand uil den tien been
Ada vrucht Cornelia dun
teer vogel in tien.
3. Flen Fine. i
4. Duif Duit.
5. Loevestein ei een nesten
Loc vos.
6. Bajonetten sjiarappels weg
wijzers blikslagers.
Goede oplossingen ontvangen van
Barmen de Vries 5, Zwaardlelie 6,
Pinksterbloem 4, Christaan de Wet 5,
Sneeuwwitje 6, Roodkapje 5, Nachte
gaal 6, Butterfly 6, F. F. Gebl 6, Ros-
witha 6, Goudbloempje 6, Meibloem
pje 6, Truusje Bakker 3, Onderwijze-
resje 4. Blond Elsje 6, Bleekneusje
6, Mazeppa 6, Zilvermeeuw 6, Jacoba
van Beieren 6, Karol de Groote 6, Spi-
rea 6, Hortensia 6, Roodneusje C, Mei-(
viooltje 6, Jo en Teun Reimerink 5,!
Roza 0, Socrates 6, Cicero 6, Adrïaan
Buijtendïjk 5, Bloemkorfje 5, Onrust
6, Goud rei net fi: lachebekje 6, Wash
ington 6, Rozenknopje 5, Duinviool
tje 6, Dwergroosje 6, Gebroken Veder.
5, Padvinder 5, Bijdehandje 5, Avond
ster 6, Dora Alberts 6, Tiekie en Pie-
ne 6, Arend 6, Sneeuwklokje 6, Ada
van Holland 6, Bloemkelkje 6, Bob 6, i
Korcnhalmpje C, Pietje Puck 6, D.
A. P. en C L. T. den Hollander 6,
Pijpkrul 6, Seringeknopje 5, Leide- j
naar 6, Controleur 6, Kerstboompje G,
Continental 6, Scholenaav 6, Willem
Teil C/Iris 6, Waldmeister 6. Zeester
6, Hcrmance 5. Adinda 6, Cheribon
fi, Minerva 6, Stucadoor 6, Koningin
C, Meikers 6, Haantje 6, Kransblaadjc
6, Aari Overmeer 6, Theo Overmeer
6, Wildroosje. 6, P. en B. v. d. Boo
gaard 6, Elfje 6, Violiste 6,. Gymnast,
3, Joh an van Oldenbarneveld 3, Ger-
mania 6. De Ruyter 5, Theeroos 5,
Klimop 5, 't Matroosje 6, Graaf Wil
lem II 6, Hugo de Groot 6, Goud
Elsje 6, J. W. Friso 6, Undine 5, Be
gonia 6, Dikkerdje 6, Asschepoester
G, Adelaar Roode Vos 6, Catiiarina
6, Soldaat 6, Lourens Coster 6. Roeki
Boschfee 5, Greta v. Hoften 5, R.
M. Oschatz G, Dirk Oschatz G, Piet
Oschatz 0, Klein Elsje 6, Sneeuwprin-
3cs 6, Frils Horeman 6.
Railrubrlek
NACHTEGAAL, Leidschevaartweg
125, bij viaiu :t, vraagt leden voor
haar wandelclub. Ze geeft graag in
lichtingen.
JACOBA en HELENA v. d. MKU-
LEN, Gen de Wetstraat 57, vragen
Kv:atta-soldaatjes.
AN'NY STEMLER, Ooetvesl 28, wil
twee snoezige poesjes afstaan.
HEHMANCE, Schermerstraat nr.
11 zw., heeft Gesch.pl. en wil die rui
len voor Verkade-p). of bons.
JOHAN VAN OLDENBARNEVELD,
Brouwersvaart 140 r., vraag; een
hondje.
Brieven bos
(Brieven aan de Redactie van de
hinder-Aldeeling moeten gezonden
morden aan Mevrouw BLOMBERG—
ZEEMAN, Van der Vinnestraat 21 r.
In de bus gooien, zonder aan
schellen I)
rEMKE VAN
DabfcNKloosterstraat 12 r. JOHAN
en JACOB v d. MEIJ, oud 11 en 10
jaar, Kinderhuisvest 43 r.
?L^E en SNEEUWPR1N-
mT. ij oatr,heeft je kleine broertje ge
scheeld? Ik kan me voorsteilen dat
hei een heele droefheid in hu.s was
en moede,- nu geen zin had om logé's
te ontvangen. - FRITS H. Niet meer
ziek worden, hoor!
ROODE VOS en CATHARI-
hA. De antwoorden mogen zoo be
knopt mogelijk opgeschreven worden.
Dio Roode Vos is zeker een brave
jongen, «lat hij zooveel geregen
beeft. Den Heer H. W. Wie
schuld heeft aan de fouten in de eij-
ferraadsels? Misschien de ceiio week
de zetter, misschien een volgende
week ik zelve. Ik werk voor verschil
lende Kindertijdschrifen en ik kan
L dus uit eigen ervaring de verzeke-
ring geven, dat een prijsraadsel zon
de r één enkel foutje een unicum is.
.Maai* de kinderen redden er zich wel
door heen. Ik dank U intusscheu zeer
voor Uw vriendelijk schrijven.
BEGONIA. Karlsruhe, Haparanda en
Brisbane komen er in voor; maar
geen Bongola. BLONDINE. Mijn
vriendelijken dank voor je mooie
Paasclikaart. MEVR. v. d. L.—D.
Mag ik U zeer vriendelijk danken
voor Uw sympaLhieken Paaschgroet.
- ASSCHEPOESTER. Ja, jullie heb
ben al heel wat plaatsen -gevonden,
't Is een heele* tippel naar mij toe.
hé? Je raadsel is goed. ANNIE W.
Hartelijk dank voor je groetje uit
Alkmaar. Veel plezier gehad?
GOUD ELSJE. Natuurlijk mag je je
briefje per post zenden. WaLhebben
jullie een gezellige Paaschdago» ge
had. Vraag jij maar aan den lloofd-
meneer van de Courant, of Oe Ru
briek tweemaal zoo groot mag
worden. HUGO DE GROOT.
Echt lente-weer was het niet
mc t de Paaschdagen. Maar 't zal
wel komen. GRAAF WILLEM TT.
Moeder mag je best helpen. 'T
MATROOSJE. Ik kan me best begrij
pen. dat vader blij was met dat
portret. Wat verlang ik toch naar
dien leeuw. Hij is toch getemd'? Wat
voor cijfers had je op je rapport?
DE RUIJTER. THEEROOS cn KI.'M-
OP. Manus Dronp is geen Mondpar-
nus. Door Mend moet zijn Door
Mern. Hilda Lens is geen Heislinde.
Han -Ardann moet zijn Han Ardaap.
Kato Ries is geen Soekarti. Masten- I
broek is in orde. Benno Leek is geen
T.onnebc-ek. Ida Raak is geen Ka
diaar. lle.b ik jullie nu niet mooi op
weg geholpen? Mijn dauk voor je
goede wcnschen. GERMAN AOp
7 na alle plaatsen! Dat is knap. Ja,
juffrouw Z. is bij me geweest.
JOHAN v. OLDENBARNEVET.D. Wel
gefelicitccrd met broer en vader.
GYMNAST. Jij hebt je dus niet ge
stoord aan het koude weer. Flink
zoo! VOILISTE. Heb jij de gcheele
week geen vacantie gehad? ELFJE.
Nu krijg ik de volge.nde week zeker
heel wat te hooren over de vacantia.
Is 't niet? P. en B. v. d. B. Zijn
de logé's er nog? En vonden ze onze
omstreken niet mooi'? WILDROOS
JE Is het poesje al gewend?
TIIEODOOR J. O. Juist, lees maar
wat ik aan Theeroos schreef. Hapa
randa is goed. A. O. Ik denk, dat
jij al verlangt naar 29 April. Raad ik
dat goed? KRANSBLAADJE, De
Paaschplannen zijn niet in H water
gevallen. Maar zijn ze soms ver
waaid? - MEIKERS. Ik vind, dat
zusje een prachtlgen naam heeft.
Noemen jullie haar Dora? Sterk is
rueor waard dan dik. Vind je ook
niet.' M1NE ;VA. Ben je al naar
i buiten geweest? Wat heeft die broer
"van jou een reuze-verjaardag gehad!
ADINDA en CHERIBON. Zeker,
breng je Poesië-Album maar eens.
Het doet ine genoegen, dat je den
■wedstrijd zoo leuk vindt. Lees de
briefjes maar eens goed na, mis
schien vind je er dan nog een paar.
ZEESTER. Almeloo is goed, maar
Pekela niet. WALDMEISTER mag
haar schuilnaam houden. Gaat het
goed met de naamkaartjes-uiizoeko-
rij? - MAARTEN LUTHER. Harte
lijk dank voor je mooie kaart. Je rap
port zag er dus goed uit. Ben je weer
heelemaal in orde? Misschien zie ik
je wel op^de Bloemententoonstelling.
IRIS. Zoo langzamerhand komt al
les weer op streek. Hoe is liet met
de zweer? Hoeveel plaatsen je moet
hebben om eer. prijs te winnen? Wie
het grootste aantal plaatsen gevon
den heeft, krijgt den eersten prijs,
enz Zijn er meer dan 6 kinderen, die
ze alle gevonden hebben, dan loot ik
er om WILLEM TELL. Ja jon
gen, je hebt ook al een druk leventje.
Bien Barns moet zijn Bien Bars. Dus
jouw uitkomst is goed. Kastoria "is
fout. Karl Hurte is goed en jouw uit
komst is ook goed. Ben jij al verslag
gever? Dat schièt op. Dat was een
heerlijke wandeltocht op tweeden
Paaschdag. Je rapport was prachtig
an wat prettig, dat je nu een eigen
woordenboek hebt. SERINGE
KNOPJE. Neen hoor, verhuizen is
niets prettig. Wanneer we eenmaal
onze eigen dingen om ons heen heb
ben, dan voelen we ons pas thuis.
PIJPKRUL. Jij mag vast meeloten.
Kun je al pianospelen? D. A. P.
DEN H. Snort het kacheltje nog
lekker? De mijne staat al lang op
stal. Je kunt veel mooier schrijven.
.Waar bEjven de spoortjes? KO-
RENHALMPJE. Breng je Poesie-AI-
bum maar. Ja, we gaan nu een heer
lijken tijd tegemoet. Daarom moeten
we nu maar niet mopperen over de
koude dagen. BOB. Ik vind het
heel vriendelijk dat moedertje secre
taresse wou zijn. Waar ben je eigen
lijk naar 1o:e geweest? En was het
huis schoon, toen je terug kwam?
GOl'DSTERi ETJE mag haai' schuil
naam houden. ADA VAN HOL
LAND. Heb je eon gezellig dagje in
Hoofddorp gehad? Heb je ook een
rijtoertje gemaakt? SNEEUW
KLOKJE. Het zal moeder wel spij
ten, als haar huishoudstertje naar
school moei. Wat schiet jij flink op
met den wedstrijd. AREND. Het
moet zijn: Han Ardaap, Bien Bars.
Door Mern. Heb je ze nu allemaal?
TIEKIE ai PIENE- Almelo mag met
één of twee o's. Je verdere vraag is
al beantwoord. Blnii het goed gaan
met Bonkje? DOP.A A. Nu mag je
ook met den wedstrijd meedoen?
AVONDSTER, Al wat opgeknapt?
Dat waren geen aangename Paasch
dagen. Was het hondje niet blij,
toen hij weer in zijn eigen mondje
lag? BIJDEHANDJE. Toos Tar
woont in Spanje. Jullie mogen elkaar
wel een handje helpen. PADVIN
DER. Wat hebben jullie alzoo ge
daan op hel feest? En waar was de
wandeling naar toe? GEBROKEN'
VEDER. Hef doet me genoegen»,
dat jc extra briefje een meevallertje
was. Wil ik nog eens om Dik Trom
Vragen? DWÈRGROOSJE. Heb je
nu de Van der Vipnestr. kunnen vin
den? DUINVIOOLTJE. Je vragen
zijn in de voorgaande briefjes al
beantwoord. Misschien heeft een Van
de Rubriekertjcs wel een courant
voor je, waar de wedstrijd in staat.
ROZENKNOPJE. Je raadsel lijkt
mo toch te moeilijk. Bedenk er tens
een, dat wat eenvoudiger is. Dit cij-
ferraadse! is goed. WASHINGTON
Heb ik jullie niet mooi op weg ge
holpen? Kees Sjinis (woont in Azie.
HANNIBAL en COKADORUS mogen
hun schuilnamen houden. LACHE
BEKJE. Je meeste vragen zijn be
antwoord. Sam Poltern woont in
Australië. Kees Prent moet zijn Kees
Rent, en die woont in Gelderland.
Hilda Lens is goed, maaa* waar
ze woont zeg ik lekker niet. Is Roza
weor thuis. GOUDREÏNET. Neen,
Jda Mesch is geen Scheemda. ON
RUST. Jij kunt gauw ziek en gauw
beter worden. Het laatste is >etei'
dan het eerste. Je vragen zijn *eeJs
beantwoord. Ik raak in mijn nieuwe
woning al aardig thuis. BLOEM
KORFJE. Gaat het zoeken nu wat
beter? Heb je moeders boeken al uit
gelezen? Dat was een aardige vondst.
Je raadsels zijn goed. ADRIAAN
B. Wat jammer van je geraniums Je
was toch niet boos op de konijntjes?
Ze konden het niet helpen, dat er
zoo'n lekker hapje voor hen was
klaargezet. ROZA. Die moeder van
jou heeft jo zaakjes flink behartigd.
Pret gehad In Ruurloo? Wat is het
daar inooi hè? Ben Arveld en Barend
Vel had je beide goed. Gesnapt?
JO en TEUN R. - Wou je vriendin
iwqI weer naar Amsterdam terug?
\j— ROODNEUSJE. Als je deze weel:
ook de raadsels instuurt, raag je
meeloten. Je raadsel is goed. - SPI
REA en HORTENSIA. Wanneer beeft
Lena examen? Goed succes ge-
wenscht. ZILVERMEEUW. Bor-
I keloo ai Almeloo mogen met één of
twee o's. MAZEPPA. Misschien is
i er wel een. rubriekertje, die een wed
strijd-courant voor je heeft. Jij nant
Zaterdag zeker den geheelen dag
op straat. BLEEKNEUSJE Je
raadsel is wel aardig uitgezocht,
maar omdat velen zich niet meer
j met dien uitspraak kunnen veroeni-
gen, kan ik het niet plaatsen. Die
j strikvraag is aardig. BLOND ELS
JE. Je vraag is in een der briefjes
al beantwoord. ONDERWIJZERES-
i JE. Ik kan je niet meer aan een
courant helpen. Wil ik eens voor
je vragen in de Ruil-Kubriek? Toos
Tar moet je zoeken bij de Ebro. Griet
Hono is goed. Jij hebt wei genoten ir.
de vacantie, hè? -- MEIBLOEMPJE,
i Heb je al gezaaid? En wat voor zaad
is het? GOUDBLOEMPJE. Hebben
jullie ieder je eigen tuintje? ROS-
WITHA. Al terug uit Utrecht? En v:-el
plezier gehad? F. I". G. Je raadsel
heeft al eens in de Rubriek gestaan,
Fransje. TAN AGRA. Ai je vragen
zijn in de voorgaande briefjes beant
woord. Voel groeten voor zusje.
BUTTERFLY. Fijn zeg, dat jc een
atlas hebt gekregen. Skoetpri is
goed. Nog wel gefeliciteerd niet oen
verjaardag van Bots. ROODKAP
JE. Gelukkig, dat zus weer klaar
is. Is grootmoeder al op orde? Het trof
mooi, dat jullie juist vacantie had
den. SNEEUWWITJE. Mag jo
nu weer alle dagen buiten? Ben je
nu al bruin gebrand? Dm is gauw.
CHR1ST1.AAN DE WET. Breng je
nu zelf de raadsels naai- me toe?
PINKSTERBLOEM. Bij iedere
nieuwe Ruil-aanvraag moe^ je Weer
je adres zetten, want dat kan ik
heuscli niet allemaal onthouden. Is
je nichtje er nog? KRANSRLA \D.1E.
Je geefi geen adres op. dus hoo kan
Conducteur met je ruilen?
Mevr. BLOMBERG—ZEEMAN.
Haarlem, 2G April 1919.
Van der Vinnestr. 21 rood.
Herinsering
door
CONST. DE RAYMOND.
Es dsi ©ine alte Geschichte.
Lucli bleibt sic immer iieu...»
Heine.
Kolonel Nepels had rich terugge
trokken in zijn studeerkamer, waal-
bij, na eenige stukken te hebben af
gedaan, zich net wat gemakkelijk
had gemaakt, door op een divan j
plaats te nemen, terwijl hij ©en geu
rige afVtr-din'ner had opges:.»ken.H>j
had zich rijkelijk te goed gedaan aan
een keurig maal, hetwelk eenigszins
anders was geweest dan andere da
gen, aangezien het beden drie en
twintig jaar was geleden, dat de ko
lonel zich met zijn vrouw in den
echt had verbonden. Mevrouw stond
er bepaald op dezen herdenkingsdag
elk jaar te vieren, zij het dan slechts
j huisenjk, m intiem en kring, niet zoo
I weinig mogelijk gasten. Ook ditmaal
was enkel genoodigd een vriendin
netje van Alida, zijn eeni-gc doch
ter.
De meisjes hadden zich na het di-
ner begeven naar een zijkamer,
grenzende aan papa's studeervertrek,
om aldaar samen wit te irusic-er. n. j
Nelly, het vriendinnetje speelde zeer j
goed piano en Alida niet onverdien
stelijk viool. j
Terwijl de kolonel, in gedachten
verzonken, mijmerend voor rich uit
staarde, naar do blauwe rookkrin
gen van zijn sigaar, die eerst gril
»ig ineenkronkelden, om zich daar- j
na in steeds kleiner wordende wa- j
zïjre wolkjes op te lossen, werd plots j
zijn aandacht getrokken door een
langzame wa!smal"die, welke ui» de j
aangrenzende kamer hoorbaar werd.
Hé! Wat is dat? mompelde de;
kolonel, die melodie... dat lied... dat
is toch geen mujiiK an Alius.,, hij
Itiad 2- haar nooit hoo ••m sp« t-
die melodie... hoe kwam ze daartoe?
Driftig stond hij op en opende de
deur.
Ali! vroeg hij, eenigsrins zenuw
achtig, die wa s e... die melodie... dat'
is hoe kom je aan die muziek?
O, pa, die heeft Nul'.y iiiirge-j
hraclit... ze staat in een operette-
album... Vind u het geen gevoelige j
melodie?,,, een mooie wals, hè?.. Het1
Is uiL...
Jawel, uit „der Obersteiger
viel dc kolonel in.
Juist, zt-l Alida, „Sei nicht bos!
heet het lied.
Precies! Nu herinner ik me,
vervolgde de-kolonel, maar doe me
een genoegen en speel die melodie
liever niet meer.... ik
vindt haar zeker te treurig
hè?... U beeft liever wat vrooli
cp dezen feestdag, niet waar vader
tje?
Ja, ja, liever wat vroolijker;,
echode de kolonel.
Nu best hoor, vadertje! zei Al:,
lachend weer naar de piano gaan
de.
De kolonel bleef eenige minuten, in
hevige gemoedsbeweging, het stud;»r
vertrek op en nee; bewandelen, llij
leek zeer onrustig. Die melodie ook.
Na zooveel jaar. Hij ging weer zit
ten. Streek met de hand langs hot
voorhoofd. Da? lied... die meloJ'*.
riep meer dan vijf en twintig jaar in
zijn herinnering terug... Nu doemde
weer alles in zijn geest op....
Ja, ruim vijf cn twintig jaar gele
den was het, toen hij als jong tweede
luitenant voor liet rt in garnizoen
kwam in die kleine vest© aan de zee
Na eindeloos gezoek kon hij geen
kamers vinden, die hem aanstonden.
De keus was ook niet bijzonder groot
geweest en tenslotte was hij door de
welwillendheid van een onderwijzers-
weduwe, die nog nooit kamers had
verhuurd, voorfoopig aan een paar
vertrekken geholpen, meer om den
jong ai officier behulpzaam te zijn.
Het beviel bem er echter bes; en na
korten lijd verzocht hij te mogen liJij
ven en daar de luitenant een vrien
delijk en minzaam jongmensch
bloei:, werd dat verzoek gaarne in
gewilligd, hetgeen te meer dooi
den officier op prijs werd gesteld,
daar de onderwijzersweduwe, dooi
haai- pensioen en een klein kapitaal
tje, voor haar levensonderhoud geen
kamers behoefd» te verhuren. Bo-
vndien was haar dool)ter in een na
burige plaats als 0nderwij23.es
werkzaam, zoodat zij vrij wel zonder
financieele zorgen waren.
Moeder en dochter leefden geliee'
voor elkander, hoewel Ada het groot
ste gedeelte van den dag afwezig
was. door haar lessen huiten J» ge-
eeme. De luitenant zag die dochter
zelden; een enkele maal, wanneer zij
van en naar de tram ging, onimoe'ie
hij haar w©l eens en soms ais zij
huiswaarts ging, stapte hij met ha-ar
mee.
Ada was toen ongeveer achttien
jaar, doch zag er eenigszins ouder j
uit, door haar ©rnstigen oogopslag1
en haar forsch vrouwelijk figuur; zij
had donker haar, dat op het voor
hoofd en aan de slapen licht.kroe-
6elde. haar gelaat was ietwat bruin
getint, haar mond gewoon, met tiis-
scbe lippen, waarvan ze altijd de bo
venste op een eigenaardige manier
optrok, zoodat steeds eenige van baai-
keurige in regelmaat gezette tandjes
zichtbaar waren.
Ada was dan ook een heel lief en
minzaam meisje en de luitenant
stelde pogingen genoeg in het werk
haar te zien en te spreken, ofscö jon
de kans daartoe zeer gering was,
aangezien zij thuis steeds onder
inocder's hoede was.Den enkelen keer
•dat zij van de tram naar huis nas
gegaan in gezelschap van den luiie- j
nant, werd dit door moeder maar'
half goed gevonden. Men praatte
zoo gauw in zulke kleine steden.
Maar het scheen wel, of Ada liet
gezelschap van den jongen officier I
toch niet onaangenaam vond. Als zij
hem tegenkwam en hij zoo beleefd j
en hoffelijk groette, knikte zij hein
altijd heel vriendelijk niet een lichjo
terug.. En toen kwam de October-1
maand, de tijd, waarin elk jaar de j
kermisweek in het stedeke plaats 1
had, met alle vermakelijkheden, uit-
voringen en concerten, welke ge-
woomijk in die week werden gege
ven. Ada en haar moeder maakten
nimmer gebruik van partijen en uit
voeringen; de dochter bleef evenwel
meer thuis om liaar moeder te plezie
ren, daar zij ze'.ve dolveel hield van
muziek en tooneel.
In de schouwburgzaal zou Zon
dagavond een Duiteche operette-
troep een opvoering geven van «len
toentertijd vele malen opgevoerde
operette „Der Obersteigcr". De lui
tenant had de moeder van Ada ver-
Eociit of haar dochter, onder zijn
hoede, die operette zou mogen zien.
D© officiers-club had voor de ver-
eeniging eenige rijen „etulles" gere
serveerd voor de leder met dames en
genoodigden, zoodat Ada mede in
gezelschap van eenige vriendinnen
en kennissen was.
Moeder had dezen keer toege
staan en Ada voelde zioh gelukkiger
dan ooit. Wat zag zij er lief uit in
haar rose zijden blouse, afgezet rne<
een smal randje wit bond, dat poe-
zeiend hals en armen streelde.II tar
donkere oogen schitterden van ge-
nol, aan de zijde van Henri Nepe.'s,
den jongen artillerie-Uutenam, 'Fe
er mede zeer gelukkig uitzag.
Ofschoon het niet een eerst»,
rangsgezelschap was, werd de ope
rette vrij goed gezongen en ge
speeld. Enkele rollen werden zelfs
zeer verdienstelijk vertolkf en liet
lied: „Sei nicht bót! aan liet einde
van hei tweede bedrijf, werd op Ar-
haald verzoek gehiseerd.
Die melodie was toen vrijwel <,vr-
al bekend en werd door vele aan
wezigen in de pauze mei (je m-.z ek
meegeneuried.
Ada genoot dien avond dubbel
van muziek en spel en van hel hij
zijn van Henri. Zij gevoelde zich :oo
rustig en veilig aan zijn zijde. Het
was haar soms wonderlijk te moed».
Eenmaal, toen het lith: in de r <1
getemperd was, raakte *ijn hand de
haere even aan; hij greep haar vin
gers en drukte die zachtjes; zij voel
de, dat het bloed haai naar het hoo'd
steeg, doch zij trok hare hand ik et
terug, maar beantwoordde dien druk
lichtelijk.
Na afloop van de voor;: Aii g
gingen zij samen huiswaarts. Toen
zij uit het iichtgeflonker van d-
schitterende kermisspellen waren
gekomen in de donkere zijetraat. die
naar hun woning leidde, green hij
haar arm in den zijnen en drukte
dien innig. Zij liet hem oegian,
leunde op ziin arm en drong /..ch
dichter tegen hem aan, als zocht zij
bij hem steun en bescherming. Bij
haai* huis gekomen, zc-i Hein. a'-
vorene aan te bellen-
Ada, laat ons zoo niet scncr.l - :il
En terwijl hij haar onstuimig an
zijn hart drukte, fluisterde' hij. Ge
loof me, Ada! ik hou zoo zielsveel
van je... Zou ik!... Mag ik hopen...
Toe, zeg me een enkel woord. /hui
je ook van mij kunnen houden?....
Zij richtte haar hoofd, dat tt gen
zijn borst leunde omhoog, zag hem
innig gelukkig in de oogen en «sju-'ik
niet een beslistheid Sn haar s'/jir.. <j
allen twijfel moc-st verbannen:
Ja, Henri! Ik heb je lief!
Hij boog zijn hoofd lot haar over,
hunne lippen vonden elkaar en een
lange kus bezegelde hun bekemems-
een
Eenige dagen daarna kocht Hem-:
in een naburige stad, voor Ada de
piano-muziek van het lied uii'-Uer
Obersteiger". Van toen af klonk de
bekende wals-mciodie dikwijls
'e avonds door het huis en luiste: da
Henri op zijn kamer met dankbare
herinnering naar dit weemoed:ge
lied.
Het kon wel niet anders ot in dit
kleine pluatsje moest da vernou Juig
van deze twee jong.e menschen wel
dra bekend zijn, of althans gefluis
terd worden. Di© geruchten kwamen
ook de moeder van Ada ter oor-:; iij
raadde haar dochter voorzichtigheid
Oan, 2onder de waarheid te wiik-fi
weten. Ada achtte het nu beter v at
minder opvallend met Henri te ver
keer en. Zij vroeg hem ie wil'fu
wachten, nog wat geduld te bezitten.
Eenmaal zou alles in orde komen.
Ik blijf toch jouw Ada! inj zij
met beslistheid tegen Henri gezegd
cn hij rekende daarop.
Dooh toen gebeurde het, aal (lei
luitenant, die reeds vroeger ver
zocht had in een grooter garnizoen
te mogen komen, plots naar de resi
dentie werd overgeplaatst.
De verloving, die nu juist bi.tncu
kort publiek zou worden, werd tron
tijdelijk verschoven, daar Oct ver
trek zoo onverhoopt plaats had. Maar
zij zouden elkaar veel echrijven en
weldra zou Henri terugkomen, on
haar dan als zijn lief vrouwtje voor
goed mee te nemen.
Aanvankelijk schreef Henri gere
geld en werden deze epistels oei
liefde door Ada trouw beantwoord,
doch het overkomen naar net oude
garnizoen, werd telkens verijJald
door allerlei onverwachte omstan
digheden.
Toen Ada daarover eens ophelde
ring verzocht, werden de brieven van
Henri langzamerhand minder. En
eenmaal kwam er zelfs een tijd, Gij
ze geheel ophielden ondanks da
smeeklngen van Ada om opheldering-:
Feuilleton
dooi'
GUY THORNE.
25)
Dank u wel, zei dc dikke en
glimlaciiende kleine vreeemdeling te
gen rte boerin. Ik heb nooit heer
lijker melk geproefd. Ik was vermoeid
van mijn wandeling over de berger».
Dus w wilt er geen geld voor aanne
men? Welbedankt dan voor uw gast
vrijheid.
llij boog èn glimlachte.
En ik hoop dal jij, arme man,
tcide hij tot Winterbotham, spoedig
van je kwaal genezen zult zijn. De
lucht hier is uitstekend! Ik ben hier
uu drie weken cn mijn gezondheid is
al veel vooruit gegaan.
U logeert zeker op het Kasteel,
mijnheer? zeide Winterbotham, be
leefd aan zijn pet tikkend.
Op het Kasteel, zei liet kleine,
dikke mannetje en wuifde even met
rijn hand. Ik ben ingenieur on
hond het opzicht over de machine
rieën zan een diepen urt&ischcn put.
dien Lord Liandrylas heeft laten bo-
Hii wendde zich met zijn vet
ten glimlach tot de boerin en likt*
haai* op den schouder. Ach! dat
water, riep hij verrukt uit en in een
extase van opwinding, het komt
uit het hart van den berg en is als
ijs zoo koud. Maar toch niet beter
dan uw melk! Ach! daar nadert een
godin.
Hij had zich omgedraaid cn Violet
aan hek zien staan en zijn zachten.
vilten hoed afnemend maakte de
kieine man een diepe, wijdsehe bui
ging, als een cavalier op het tooneel.
Dat is mijn meesteres, mijnheer,
zeide Winterbotham met dunne stem.
Mijn goede meesteres, die mij hier
heen gestuurd heeft om beter te wor
den. En hij strompelde het pad af
naar het meisje toe.
Het dikke mannetje was hem voor
en trok onder het maken van een
tweede buiging het hek open. En toen
•slapte hij met een laatsten wel wil
lenden glimlach het hek door en wan
delde de hei op, met zijn stok zwaaien
de en een vroolijk wijsje neurieende.
Violet ging, na een paar woorden
gewisseld te hebben met dc boerin,
een bedaarde, oude vrouw, aan wie
Winterbotham haar voorstelde, met
den zieken man de zitkamer binnen,
die men voor zijn gebruik had inge-
richt.
Zij sloot de deur en onmiddeR
riclille Winterbotham zich op Hij
was een knap tooneelspeler. Tien ja
ren schenon in één seconde van hem
af tc vallen, terwijl een stoel voor
Violet naar voren schoof.
Hé, juff rouw, ik ben blij, dat u
gekomen bent.
Violet lachte. Ik koop, dat je je
vandaag sterker voelt, zeide zij. is
hef hier niet erg eenzaam?
Winterbotham uitte plotseling een
harden lach. Humor was niet zijn
grootste krocht.
Eenzaam, juffrouw? zeide hij.
Integendeel, ieder oogenblik, dat ik
hier in dit tui is beleef, is van het
grootste belang. Maar het is hier een
vreemde wereld en meer als het leven
in een verhaaltje van toovenaars dan
de gewone aardsche maatschappij.
Toovenaars? vroeg Violet.
Ja, juffrouw, toovenaars. Het
zou mij niets verbazen liier op di.
plekje tegen zonsondergang een of
andere geestesverschijning te zien.
Daar moet je mij dan straks al
les eens van vertellen. Maar eerst zijn
hier verscheidene pakjes, die vanmor
gen gekomen zijn van mijnheer Boyn-
ton, lk gaf voor, alsof ik je verster
kende middelen ging brengen.
Winterbotham viel op dc mand aau
als een aap op een noot en haalde er
eenige pakjes uit. Hij dook een mes
uit zijn zak op en sneed het touwtje
van het eerste door. Hel bevatte een
kleine, vierkante doos. die hij opende
cn waaruit hij een instrument van
dof staal lilde, dat zich terwijl .i
het dcc-d, ais een tang ontvouwde.
Wat is dat? vroeg Vioiel met
eenige verbazing.
Een kleine periscoop, juffrouw.
Hiermee kan ik verborgen liggen in de
hoi, het even opdraaien, en dan alles
zien wat er om liet Kasteel heen ge
beurt. en wie er iederen dag in- en
uitloopt. En dit, vervolgde hij, is
een sterke binocle mot prisma gla
zen, die acht maal vergrooten. Dat
kan ook nog nuttig zijn.
Hij legde zijn hand op een derde
pakje. Dit zal dc cylinder zijn,
waar ik mijnheer Boyhton om ge
vraagd heb, mompelde nij, ik zal u
daar liet gebruik dadelijk van vertel
len, juffrouw, wanneer u mijn verhaal
gehoord hebt.
Ik zal jou eerst iets vertellen,
Wiuterbothïun, zeide Violet. Het is
een diep geheim natuurlijk, zooals al
les wat tussciieu ons besproken wordt.
Hij zag snel op, en zijn gelaat werd
vroolijk bij wat hij op het hare zag.
Is het heuscli waar, juffrouw?
zeide hij, voordat zij nog een woord
gezegd had. Wel, wel ik ben erg
blij dat te hooren. Jlet is liet beste
nieuws, dat ik zou kunnen hooren.
Violet bloosde Maar ik heb je
niets verteld, zeide zij, zich verwonde
rend over de scherpzinnigheid van
den man.
Uw siralc-nd gezicht heeft het
mij verleid, zeide hij. li en mijn
heer Boynlon zijn het eens, is t
zoo, jufirouw?
Hij stak zijn hand uit met die spon
tane, warme hartelijkheid, welke zoo
dikwijls verborgen ligt onder een nuch
ter en koel uiterlijk. Zij nam haar
aan.
Ja, Wiiilerbotiiain, zeide zij.
Een of andeion dag gaan wij samen
trouwen. Maar wij zijn overeengeko
men, dat wij er zelfs niet aan zullen
denken, totdat wij liet geheim onui
hebben, dat begon inc-t l'eter Fanslia-
wc in de Papierfabriek. A propos,
over een ander onderwerp gesproken,
wie was die man dien ik juist 't huis
uit zag gaan?
Hij had oen wandeling over de
hei gemaakt, .juffrouw en hij klopte
bij de boerderij aan om juffrouw Lle
welyn een glas melk te vragen, want
hij versmachtte van dorst. Ik was in
de keuken en toen hielden wij samen
een praatje. Hij komt van het Kas
teel. Hij heeft iets van een vreemden
tongval in zijn spreken, ofschoon zijn
F,ngelsch heel goed is.
Heb je ooit gehoord van de Skoda
Gieterijen in Oostenrijk?
Wel, natuurlijk, juffrouw, ieder
een die met machines te maken heeft
kont die firma.
Welnu, ik moet mij al erg ver
gissen, als die heer daar niet van
daan komt.
Dut zou inij niets verwonderen,
juffrouw, zeide Winterbotham. li
zei, dat inj poiupmuehines op het
Kasteel maakte.
Ja, dat hoorde ik. Nog ec" vraag:
komt de naam „Sachs" je bekend
voor?
Sachs, juffrouw? Dat zou ik oen-
ken. Er is geen ingenieur, die hem
niet kent; Sachs is de grootste man
op hydraulisch gebied. Hij is voor de
hydraulische machines, wat Edison
voor lu-t eledrisch licht is.
Welnu, je hebt (laar juist met
heui gesproken.
Winterbotham sprong van zijn stoel
op,
Wat zegt u daar, juffrouw'? Te
denken, dat Elijaii Winterbotham den
grooten Sachs de hand heeft geschud!
Dit is een Sag, die mij heugen zal.
Violet glimlachte om de opgewon
denheid van het kleine mannetje.
Goed en wel, zeide zij, maar
wat do't Sachs op het Kasteel? Machi
nes zetten voor een onnoozelen artesi-
sclicn put? Lijkt dal je waarsclnjn-
lijk?
Wir terbotham werd oogenblikkelijk
kalm.
liet geval wordt Ingewikkeld,
juffrouw, daaraan valt niet te twijfe
len.
(Wordt vervolgd).