Van onzen reizenden Redacteur
36© Jaargang No. 11022
Verschijnt dagelijks; behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 7 MEI 1919
ABONNEMENTEN per 3 maanden: Voor Haarlem en de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd
is (kom der gemeente) f 2.3ö. Franco per post door Nederland f 2.70. Afzonderlijke nummers f 0.15. Geïliustr.
Zondagsblad, voor Haarlem i 0.51". Geïliustr. Zondagsblad voor de omstreken en franco per post f 0.59.
Uitgavo der N.V. Lourons Coster, Directeur J. C. PEEREBOOM, Telefoon 3082
ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels 1 1.26; iedere regel meer 25 Cts. Reclames 60 CU. per regeL Bij
abonnement aanzienlijk rabat. Tienstuiversadvertentien van Vraag en Aanbod van 1—5 regels 50 Cts.
per plaatsing, elke regel meer 12'/i Cts. a contant; buiten het Arrondissement dubbele prijs.
Directie en Administratie: Groote Houtstraat 93. Teletoonnrs. der Redactie 600 en der Administratie 724
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ACHT BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
LEVENSMIDDELEN
VOORZIENING
De Directeur van het Qemeentel^k
Levensmiddelenbedrijf te Haarlem
brengt ter kennis
dat verkrijgbaar wordt gesteld:
Aardappelen
gedurende het tijdvak van 8 tot en
met 11 Mei 1919 op bon D No. 4
3 K.G. Kieiaardappöiön
a 7 cent per K.G.
SCHOL
op Donderdag 8 Mei 1919 van 10
uur v.m. tot 1 uur n.m. per persoon
eert pond groote schol a 16
cent per pond
op vertoon van Vischkaart No.
185U1—20700 in de Geiu. Vischhal
op vertoon van Vischkaart No.
2070122500 in het Pand, ingang
Koningstraat.
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
Soc. Vereeniging, Bovenzaal: Séan
ce en Demonstratie over Hypnose
door dr. H. Reirdi^rd, 8 uur.
St. Bavo, Smedesiraat: Vereeniging
van Melkveehouders. Coöp. Veeh.
„Gemeenschappelijk Belang", Alge-
moe nc Vergadering, 7"uur.
Bioscoopvoorstellingen.
DONDERDAG 8 MEI.
Stadsschouwburg, ilsonsplein:
N. V. Het Hollandsche Tooneel, dir.
Louis de Vries, „Ghetto", 8 uur.
Groote Kerk; Orgelbespeling 7i8J
Cinema-Palace, Groot Houtstraat
Blosc. voorstelling.
Schouwburg De Kroon, Gr. Markt,
Biosc. voorsteiling.
Klein# Vereeniging, Kleine Hout
straat: variété-voorstelling.
Verstrekking ïaa
BGUiKuup brandstoffen
LAATSTE DAG VAN
Pil BETA 1.1 NQ vau de te veel be
taalde gelden voor brandstoffen, be
trokken op de nè. 1 Februari 1919
Verstrekte bons:
op de GRIJZE brandstoffenkaart
(zes halve eenheden) op de GELE
kaart (kamerbewoners) (2 Eenhe-
•dea),
aan het kantoor Jacobstraat 3
rood,
VOOR ALLE ACHTERGEBLE
VENEN VAN DE LETTERS A—Z,
op DONDERDAG 8 MEI 1919,
voormiddag van 9 11 1/2 uur en
nam. van 2—uur.
Medegebracht moeten warden d«
QUITANTIéN van bovenstaande
verstrekkingen en het bewijs van in
schrijving (GROEN KAARTJE),
benevens de GRIJZE BRAND-
STOFFENKAART voor hen die
COKES aan de Gasfabriek hebben j
gehaald.
Heden.
WOENSDAG 7 MEI.
Schouwburg Jansweg: Ensemble
Sluiters en Braakensick, „Alleen op J
de wereld", 8 uur.
Revolutiebesirijding
op de film.
In de bladen wordt melding ge
maakt van een circulaire, die de Bond
van Exploitanten van Nederlandsche
Bioscooptheaters aan zijn leden heeft
gezonden en waarin zij worden iiit-
genoodigd mee te werken tot bestrij
ding van het revolutiegevaar, door
eenige versjes le projecteeren. Van
Maandag 5 tot Zondag 11 Mei zullen
dat de volgende zijn:
Neerland! blijf U kalm gedragen,
Raak het hoofd niet kwijt!
Denk: die revolutie vragen,
Zijn slechts „minderheid"!
Wie de Revolutie kweekt
Met fluweelen lippen
Als de vos de passie preekt,
Boer pas op je kippen.
Holland Baas in eigen huis,
Zij ons aller wensch.
Wie Revolutie preeken,
Blijv' buiten Holland's grens.
Uit het bericht in de bladen blijkt,
dat de Regeering van deze propagan
da op de hoogte is en er mee instemt.
Wij ook, want de film is een krach
tig middel van openbaarheid (natuur
lijk, wanneer er niet te vaak gebruik
van wordt gemaakt) en wij willen
dus door deze publicatie gaarne ook
onzerzijds tot de verspreiding mee
werken.
Alleen zouden we willen vragen: is
er niet een betere dichter te vinden?
Het eerste versje kan er meo door,
liet tweede bevat een zin die niet af
is en behelpt zich daarom met onge
motiveerde stippeltjes, het derde is je
reine St. Nicolaasrijmelarij.
Het toeval wil, dat wij deze „dicht
regelen" vonden in hetzelfde nummer
van de couranten, waarin Willem
Kloos terecht als dichter gehuldigd
wordt. Ofschoon wij niet aan Kloos
een sonnet zouden willen vragen ter
bestrijding van het revolutiegevaar,
is er toch zeker alles voor te zeggen,
dat deze filmversjes niet alleen een
politiek-opvoedende kracht hebben,
maar het publiek ook opleiden tot het
gevoel voor goede dichtkunst.
Amsterdamsche Brieven
Ook de landman verzucht, dat het
„een buitengewoon guur voorjaar
is", maar toen hij al de komende
lente bespiedde met de zekerheid
waarmee een zeeman allerlei geheim
zinnigs bespeurt in de verte, terwijl
de landkrab niet anders dan lucht en
water ontdekken kan, hulden wij
grool-stedeliiigen ons nog diep in
duffel en bont en concentreerden on
ze aandacht op ons laatste brandstof-
rantsoen, inplaats van op ontluikende
sneeuwklokjes.
Maar, nu zien we het toch ook.
De boonier. aan onze grachten zijn
getooid niet liet teere ragfijne groen,
het Vondelpark leeft op en bloesemt
en straalt in voorjaars-tint wanneer
de zon maar even schijnt. Op het
oogenblik dat ik dezen Brief schrijf is
liet een der allereeistemilde lente
dagen. Het jonge groen is mei goud
overgoten door de warme stralen van
de middagzon, de huizen staan in hei
klare licht van den blijden dag, de
vogels zingen in onze stads-boomen
zoo goed als in den Hout of in 't Gooi,
al zijn het bij ons dan ook allemaal
maar „vmkics", en het menschdom is
met lente-weelde „aungedaan".
Dat behoort tot onze kenmerken van
het ingeireden lente-tij: de terrassen
voor de café's zitten vol.
lvijk eens, als de Meimaand in het
lana is en het geluk wil dal al in 't
begin het weer zoel en zacht is, dan j
kan de buitenman het den dichter na
zeggen:
Hacgen worden paradijzen
En het versch ontloken kruit
Wasemt zulke geuren uit,
Dat er dooden van verrijzen."
Wij, in de groote stad hebben an
dere kenmerken. Wij hooren dat het
lente is van de menschen die nu
„hun biertje builen kunnen drin-
xen", wij zien liet aan de duizenden
«leuterende wandelaars door onze
hoofdstraten waar komen ze in
eens vandaan? wij zien het aan de
kroegen, die hun deur open hebben
en aan den ingang hun gordijnen en
We zien het aan. de straat-typen.
Dat zijn voor ons de onmiskenbare
teekenen dat de lente in 't land is.
't Gaat met onze straat-types als
met de bekende poppetjes in de Zwit-
sersche weer-liuisjes. Zoodra het bui
ten goed wordt, komen ze uit hun
holer, en galen. Hun verblijfplaats is
een mysterie. Waar komen ze van
daan en waar gaan ze heen? Waar
leven ze 's winters van? We weten
het niet. Zooals koningen en keizers,
zooals onze staatslui, geleerden en
kunstenaars van naam de eenzamen
zijn, levend midst de volksgemeen
schap, die volksgemeenschap prikke
lend tot voortdurende nieuwsgierig
heid, zoo zijn het onze Amslcrdam-
sclie -straat-typen. Ze oefenen hun
„vak" niet op de drukke pleinen en
in dc drukke stralen, ze komen on
verwachts en gaan onverwachts, naar
't een of ander griezelig-geheimzinnig
uitziend volkslogement, dat we een
„gribus" noemen, in de een of an
dere duistere buurt, 't Gezond ver
sland zegt dat wanneer ze niet sliepen
of nlen, ze al heel gauw uit het rijk
der straat-typen in een gansch ander
zouden zijn overgegaan, maar' het
schijnt of ze met de straat één zijn.
Zoo één als hel monument van Tlior-
becko of van Rembrandt en dat, wan
neer wij ze niet zien, dat niet anders
dan zins-bedrog van ons is.
Keilt u onze straat-typen, onze Am
sterdamsche lenteboden?
Daar is onze vriend Had-je-me-
maar. Een lente-bode met een ver
weerd wintermannen-gezicht. Hij
kuiert weer zijn avondlijke gangen
langs het avond-lichte Rembrandt-
plein. Had-je-me-maar heeft iets heer-
aclitigs. Z'n shabby pakje en zijn on
definieerbare hoeden vertoonen aller
lei onwaarschijnlijke combinaties,
waaruit toch meestal iets glanst van
vroeger-beter. Zijn gezicht weerspie
gelt trouw en eerlijk zijn hartelijke
liefde om de schatkist van den Staat
der Ncdei landen te steunen in den
vorm van drank-accijns. Is hij niet
een onzer trouwe vaderlanders in het
oog van minister Symen de Vries, die
't immers nadrukkelijk heeft verkon
digd dat de kleine luyden niets heer
lijkers weten dan bij te dragen tot
versterking vau 's Rijks financiën?
Maar wat aan den braven vaderlan
der llad-je-me-maar liet imposantst
is, dat is zijn eenvoudige Sinterklaas-
boord. Hij heeft dit schoonste sieraad
zijner ongewone verschijning wegens
een vlaag van manmoedige fierheid
een tijd moeten derven. Dat was toen
zijn alter-ergo in een revue optrad en
daar kon hij niet tegen; dat was te
veel voor hem. Nu heeft hij hem weer,
zijn boord. Hij slaat weer met z'n
slokje tegen kijn sigaren-kistjes en hij
glundert weer tegen nachtvlinders en
„jeunesse qui passe" z'n had-je-me-
maar. Hij kent den loon-aard waarop
en weet z'n roep te lanceeren wan
neer het voor hem 't profijlelijkst is.
Heel dé stad kent „Had-je-me-maar",
de straatjeugd bauwt hem z'n eere-
titel na, maar hu kent op zijn beurt
de stad. En z'n speurende, slimme
oogjes weten precies wanneer z'n
oude beenen hun dwaze kapriolen
moeten slaan en hij z'n roep moet
fluisteren, gichelen, hooti-iachen,
gillen of schreeuwen.
Wij zouden nu het woeir naar bui-
ten-lokt den winterschen Had-je-me-
maar niet gaarne missen als lente-sie
raad.
'n Andere straulfiguur, die nu ook
zich plotseling weer veel meer is
gaan vertoonen: krukje; de man op
liet stoeltje. Gij, Haarlemmers, kent
llem ook wel. liij hééft zijn arbeids
veld in hoofdzaak op het Damrak,
waai' ge hem, vooral tegen het druk
ke middaguur kunt zien voort-stoelen.
Met de regelmaat van een uurwerk
kleppen de stoelpooten over het as
phalt en bewegen zijn romp zig-zag-
gend voort.
Krukje heeft een niet on-knap ge
laat en dies zijn hoole romans gewe
ven om zijn mysterieus bestaan. Een
feit is het, dat jaren geleden krukje
getrouwd is, onder algemeene belang
stelling als gold het 't huwelijk van
een vorstenzoon en een Amsterdam
sche milljonairs-dochter. Booze ton
gen zeggen dat krukje allang geschei
den is.
Of het waar is, weet ik niet. Ik be
hoor niét tot krukje's intimi en ken
hem alleen van vriendelijk-gioeten.
Want met groeten is krukje niet
karig. Hij groet in allerlei tonaliteit
van gedaats-mimiek van den goedigen
glimlach af tot d6u valschen gnjDs.
Dan zijn er 'n paar straat-typen
voor mijn Haarlemsche lezers die veel
in Amsterdam komen óók geen onbe
kenden. Ik, bedoel hel meisjc-mel-ao-
viool en den jongen met de mando
line. Eigenlijk aurzel ik ze straat-ty
pen te noemen, zoo weinig typisch
zijn ze, in den zin van opvallend, van
't gewone afwijkend.
Het meisje is meest in 't donker, ge
kleed, heel sober en eenvoudig met
een stemmig hoedje op. Ze vertoont
in haar povere kleedij eenige distinc
tie, zooals ook de jonge man, die haar
vergezelt en ook het „fatsoenlijke"
van z'n armoe uit z'n uiterlijkheid
doet spreken. Het tweetal wandelt
schier onopgemerkt door de drukke
stad, de speeltuigen in de donkere
I hoezen verborgen. Dan, plots op een
hoek, op een levendig verkeerspunt,
I staan ze stil. En als ze dan spelen
1 hebben ze dra een grooten kring luis-
teraars. Zonder eenige blague, zon-
der een zweem van ai tistiekerig-doen
spelen ze hun walsen en ouvertures,
hun mazurka's en bekende liederen.
Door de algelieele afwezigheid van
pose lijkt dat allemaal zoo gewoon
r en in 't minst niet tragisch. Wie ze
ziet loopen, het jonge meisje en haar
jongen begeleider, denkt niet dade
lijk aan ..schipbreukelingen op de
wereldzee", maar wie een tijdlang
naar hun spel luistert en hen scherp
I waarneemt, ziet in den ernst van
hun trekken toch wel den ernst van
1 het leven; voelt da\ deze jonge men-
1 schen ook de smart en de ontbering
kennen in hun bestaan van rusleloos-
opgejaagde straat-muzikanten.
Virtuositeit heeft hun spel niet.
Er zyu er muzikaler langs 's Hee
ren wegen in den Amsteisiad. We
denken aan üet paar: vionst en har
monica-speler, naar wier inderdaad
muzikalei spel soms honderden in
stille aandacht luisteren en naar den
jongen straatzanger, die met zooveel
brio zijn liederen zingt als vreugde
jubeling in den lente-dag.
Als lente-bode zien we ook weer op
het Damrak, stijf tegen de huizen ge-
drukt, den heer-achtigen bedelaar
met het fijne, aristocratische gezicht,
i den deftigen grijzen knevel en niar-
tialen grijzen puntbaard. Op zli la-uk
ken geleund steekt hij de hand bede
lend uil. Z'n intelligente oogen in het
vervallen gomleman-gelaat, smeekend
op de voorbijgangers gericht
Zoo zijn onze straat-figuren lente
boden weer in volle actie. Ze stoffee-
ren het straatbeeld met de misère,
die ze ten toon stellen. Ze behooren
bij „the Sason" in de groote stad.
AMS'i KHiJAM.UER.
toond; geruchten, welke echter later
weer zijn tegengesproken. De heer
Beelaerts van Blokland wist niet,
wat er van zijn brieven in handen on
zer regeering was; gekomen en kon
zich daarom over deze aangelegen
heid niet uillaten.
Hiermee was het doel van ons ge
sprek, dat voor dé courant bestemd
was, afgeloopen en ik had op de
terugreis gelegenheid genoeg om te
peinzen over de mededeeling, die een
der wethouders me vanachtend deed,
dat hij geloofde, dat de Regeering zou
wachten met de benoeming tot na
de raadsverkiezingen om dan omtrent
Haarlem een zuiver beeld te hebben
van de politieke constellatie.
Op zijn reis kon de schrijver van
de artikelen in deze rubriek opmer
ken, hoe gevaarlijk de in den laat-
sten tijd meer-en-meer toenemende
liefhebberij is om op treinente
schieten. Toen hij omstreeks half zes
in een coupé-hoekje in den trein, die
Utrecht naderde, een artikel voor
deze rubriek zat te voltooien, werden
de reizigers opgeschrikt door een he-
vigen slag. Het bleek, dat een kogel
de vensterruit had verbrijzeld. Des
kundigen stelden vast, dat het schot
moest zijn gelost uit een revolver, te
oordeelen naar den vorm en de groot
te van het gat. dat in de coupé-ruit
was gemaakt Had schrijver dezes,
zooais hij eenige minuten te voien
deed, wat meer naar voren gezeten,
dan zou de kogel hem waarschijnlijk
in den slaap hebben getroffen. Nu
drong het projectiel ongeveer een
halven decimeter vóór zijn hoofd door
de ruit. Ook de glassjjlinters, die
door den geheelen coupé vlogen lieten
hem ongedeerd en bezorgden alleen
een naast hem zittenden reiziger een
onbeteekenende bloedende kwetsuur
aan het oor.
Het gebeurde is ter kennis van de
politie te Utrecht gein-acht.
Ingezonden
niet geplaatst, wordt da kopta 5
niet teraggegeras
Voor den inhoud deaar rnhriek stelt ds
Eodactie aieh niet aansprakelijk.
Derde reeks.
63
De Burgemeestersbenoeming.
Hintham, 6 Mei 1919.
Dit was wel een van de meest ko
mieke situaties, die 'k mee heb ge
maakt.
Daar komt het gerucht in Haarlem
binnenwaaien, dat voor het Burge
meestersambt van Haarlem zeer
ernstig in aanmerking komt Jhr.
mr. F. Beelaerts van Blokland en dat
gerucht wordt geloofwaardiger, als er
uit goéde bron een dergelijk bericht
bij Haarlem's Dagblad binnenkomt.
Dc eene wethouder, dien 'k tegen kom
heeft den naam niet gehoord, maar
een ander lid van ons Dagelijksch Be
stuur, dat 'k net snap, verzekert, dat
dit inderdaad de naam is, die het
laatst genoemd is. In Den Haag
hoor 'k van welingelichte zijde, dat
Jhr. Beelaerts van Blokland inder
daad ernstig canilidaat is. Aan Bin-
nenlandsche Zaken hult men zich in
een diplomatiek stilzwijgen: Niets
van bekend!
Dan 't den gedoodverfde zelf maar
gaan vragen.
Maar waar is dt oud-gezant van
Nederland? In Den Haag gelooft de
een zeker te weten, dat de heer Bee
laerts van Blokland nog hoog-en-
droog te Peiling zit; iemand aiylers
verzekert, dat hij ergens op zee rond
zwalkt; maar Buitenlandsche Zaken
geeft me licht: De oud-gezant is bin
nen en vertoeft thans te Hintham,
oen dorpje bij Den Bosch, een half
uurtje buiten de hoofdstad van Noord-
Brabant gelegen.
Dus trein 'k naar den Bosch en
zit om half 8 tegenover den oud-
gezant, nadat eerst'eenige tegenwer
pingen waren gemaakt, of meneer
wel ontvangen zou. Maar er werd
ontvangen!
Dat 'lc voor 't Burgemeesters
ambt van Haarlem in aanmerking
kom? Ja, dal heb 'k daarnet ook in
de 's-Hertogenbossche courant gelezen
en 'k moet u zeggen tot m'n verba
zing.
Want stel u eens voor. Daar kom 'k,
na tien jaar in China gezeten te heb
ben in Nederland terug, ga van Rot
terdam direct door naar Hintham,
naar m'n vrouw en kinderen, die
sedert twee jaar al in Holland waren,
en presenteer me niet eens bij de au
toriteiten in Den Haag, omdat 'k een
lichten aanval van rheumatiek heb,
zie niemand en spreek niemand bui
ten m'n familie hcusch, u is de
eerste, dien 'k spreek, en lees daar na
twee dagen in de courant, dat 'k ern
stig in aanmerking kom om burge
meester van Haarlem te worden!
't Geval was lichtelijk komiek en
we zaten daar dan ook lachend te
genover elkaar, om de malle situatie,
dat 'k daar den aanstaanden Burge
meester van Haarlem kom intervie
wen, die... van niets weet.
1 Nu zou men bij een gezant kunnen
Staasnieaws
Malaria In Noord-Holland.
Gedurende het laatste jaar eenige
malen praktijk waarnemende te
Santpoort en eenmaal te Spaarndam,
aldus schrijft semi-arts J. W. Schot
man aan ÉfSB Nederl. Tijdschr. voor
Geneesk., heeft mij getroffen de on
rustbarende vermeerde ring van het
aantal malariagevallen (fibris terlia-
na) in deze- tot slechts voor weinige
denken aan een diplomatieke ontken
ning; maar dit was zoo gul en zoo
argeloos, dut er niets dan een lachbui
overschoot.
Dus kan 'k in Haarlem's Dag
blad meedeelen?
Dat ik van niets weet, dat ik
niet eens wist, dat er een vacature te
Haarlem was, vóór ik vanmiddag
mijn naam in de krant las. Ziet u, we
kregen heel weinig couranten in
China. Ik was geabonneerd op de
Nieuwe Rott. Courant eu die liet ik,
om haar wat sneller te krijgen, over
I Petersburg komen; maar ik ontving
.tnïet veel «ver dan een paar reepen
van de advertentiepagina's, die er
afgescheurd waren. Alleen kreeg ik
nu-en-dan van m'n Belgischen ambt
genoot „De Telegraaf' Maar toen
heb ik eens toevallig een Indische
courant in handen gekregen,
I waarin het telegram stond, dat mijn
j oude vriend Sandberg overleden was.
1 Maar dat is al zoo lang geleden, niet
waar, dat. ik niet dacht,, dat er meer
een vacature bestond.
Ik heb dan ook nooit gesolliciteerd
- en heb nooit een burgemeestersplaats
geambieerd.
j Mijn eenige verlangen, sinds ik
Zondag aangekomen hen, was, om
bij mijn vrouw eu kinderen te komen.
Aan iets anders heb ik niet geuacht-
Ik heb alleen gezegd, dat ik gaarne
hij mijn familie blijven zou en niet1
meer Luneusuincs gaan.
Kan dan ook een lid van uw
i familie slappen voor u gedaan heb-
ben?
j Neen, meende de beer Beelaerts
I van Blokland, dat acht ik uiLgesloten
I want ik heb nooit over zooiets ge-
I sproken of geschreven.
Maar als de Regeering u mocht
uitnoodigen?
j Zooals ik u zei, heb ik daar nog
nooit over nagedacht en ik geloof ook
met, dat de regeering dit doen zal.
Graag had ik, nu ik er toch was,
wat gehoord over de indrukken van
den oud-gezant over China, maar
jhr. Beelaerts opperde het begrijpe
lijk bezwaar, dat h-at cm moeilijke
zaak is, voor een afgetreden gezant,
om zich in het openbaar uit te laten
over het land, waarbij hij geaccredi
teerd is geweest; hetzelfde gold voor
de geruchten. die er in de buitenland
sche pers lvebben geloopen, dat de
gezant bij de waarneming van de
belangen van de Duitschers in China,
hetgeen aan onzen vertegenwoordi
ger in China was opgedragen, pro-
Duitsche neigingen zou hebben ge-
HET SALARIS VAN DEN" DEUR
WAARDER TE SCHOTEN.
In deze gemeente was de Deurwaar
der der belastingen aangesteld op.
grond van een verordening vastge
steld bij Raadsbesluit van 30 Mei
1916 in welke verordening ook zijn sa
laris geregeld was. Ook de Controleur
der belasting was op grond aan het
zelfde Raadsbesluit werkzaam. 31 Oc-
tober 1918 werd vervolgens door den
Raad het voorstel tot wijziging van
het salaris van den Controleur aan
genomen, zulks met ingang van 1
Januari 1919 en dat voor den Deur
waarder tijdelijk uitgeschakeld, een
en ander met intrekking dei g e-
h e e 1 e verordening van 30 Mei 1916,
betreffende de bezoldiging van den
contro'eur en den deurwaarder.
2 Januari 1919 werd eindelijk het
salaris voor den Deurwaarder be
paald en ontving hij eind Januari
1919 een door Burgemeester en Wet
houders geteekend mandaat, vermel
dende het nieuwe salaris.
13 Februari 1919 werd een verorde
ning voor den Deurwaarder vastge
steld, waarin, waarschijnlijk bij ver
gissing als datum van ingang 1 Fe
bruari werd gesteld. En wat gebeurt
nu? Voorstellen van B. en W. aan
den Raad voor herstelling? Mis. Neen
nu wordt beweerd dat de Deurwaar
der over de maand Januari 1919 te
veel salaris heeft ontvangen, da;
besluit van 31 October 1918, alhoewel
het er niet bijstaat, bedoeld is de
verordening alleen voor den
Controleur in te trekkc-n en dat liet
besluit van -2. Januari 1919 ook als een
voorloopig besluit bedoeld moet
worden. Zeer .eigenaardig, maar nu
het z,g. te veei betaalde over Januari.
Wel dat werd door B. en W. maar
gewoon over Maart voor een derde
gedeelte van het salaris afgehouden,
zonder dat B. en W. daartoe door
machtiging van den Raad, een ge
rechtelijke vervolging hadden inge
steld eu in strijd ine! de bepaling
van art. 757 van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering waarbij
is bepaald, dat op het salaris van een
gemeente-ambtenaar geen beslag kan
worden gelegd, hetwelk ook door den
Hoogen Raad bij arrest van 7 Maart
1902 is uitgemaakt.
De Deurwaarder lieert alstoen, Sn
afwachting van een beslissing van
- c-, hoogerhand, zijn geheele salaris over
jaren malariavrïje streken. Zelfs zond' j Maart geweigerd, zijnde dit bedry°-
men vroeger wel malaria-lijders van zelfs grooter dan de vermoonde vor-
elders naar Santpoort tot herstel.
Nu met de Paaschdagen te Sant
poort weer waarnemende, kreeg ik
weer een belangrijk percentage ma
larialijders ter behandeling, waar
onder vele aan recidief lijdende oude
bekenden van vroeger.
Maar in deze drie dagen kreeg ik
niet minder dan zeven nieuwe lij
ders aan de anderdaagsche koorf9,
met de zoo typische, plotseling on
der koude rillingen aanvangende
koors; om den anderen da<? kooris-
delirium, braken, duidelijke milt-
dering der Gemeente.
Nu zoude men denken dat over
April wel het juiste salaris zal wor
den uitgekeerd, doch helaas, weder
om onwaar, weer werd te weinig
aangeboden en een tweede derde ge
deelte ingehouden. Dit is wederom ge
weigerd. Thans is door den Deur
waarder de tusschenkomst van Gede
puteerde Staten ingeroepen. Voor
waar een schitterend Gemeentebeleid.
Z.
(Wij hebben, overeenkomstig onze
zwelling en prompt reageeren op gewoonte, dit stuk ter kennis ge-
chinine. Van bloedonderzoek kon bracht van het betrokken gemeente
door drukte en andere omstandighe-1 bestuur. De burgemeester deelde ons
den geen sprake zijn. j echter mede, van oordeel te zijn, dat
Deze angstwekkende verbreiding een gemeentebestuur niet op itigezon-
der malaria ieder jaar vroeger en 1 den stukken kan ingaan. Red. H. D.)
talrijker in enkele jaren pande-
misch geworden, is des ie erger, aan-1
Buitenland.
De Vredesviorwaarden.
gezien er zoo weinig ter bestrijding
gedaan wordt. Zoo bevindt zich te
San poort een rij huizen aan den Sla
perdijk naar Zaandam, met voor en
achter een stilstaand slootje, waar-
van de bewoners chronisch onderhe-1
vig zijn aan de moeraskoorts, hier Temps geeft de volgende hij
met hooge temperatuur en taaier zonderheden gepubliceerd over het
weerstand biedend aan de behande- vredesverdrag:
ling mei chinine dan elde'rs.
Nog nimmer kwam ik le Santpoort
of ik kreeg verscheidene malarialij
ders te bezoeken in deze huizen.
voorwaar
HET BRANDSTOFFEN-BU
REAU. Als opvolger van den
heer D. H Peereboom Voller,
benoemd tot directeur van den Me-
taalbond, is met ingang van heden
door de Branöe-toffencommissie voor
het district Haarlem en Omstreken
benoemd tot directeur van hel brand-
stoffenbureau, de heer R. C. J. Wil
link, voordien 6ecretaris van fiet
brand stoffenbureau.
PERSONALIA.
In de commissie voor de examens
M. O. Zeevaartkunde, die te Den
I Haag worden afgenomen is benoemd
als lid de heer L. van der Vegt, J
leeraar aan de II. B. S. met 5-jarigeo
cursus te Haarlem.
Op veizoek is eervol ontslagen
ter zake van lichaamsgebreken de re
serve tweede luitenant W. Doorn van
het 10e regiment infanterie.
Op verzoek is eervol ontslagen de
i kapitein J. F. Quanjer van het tweede
regiment vesting-artillerie en is hij be
noemd tot reserve kapitein bij dat re
giment.
Voor het eindexamen, vanwege
hét Wis- en Natuurkundig Genoot
schap „Mathesis Scientarium Gene-
trix" te Leiden is o.a. geslaagd de
heer W. K. F. Jeroe. van Haarlem.
De heer G. J. A. v. Zalen alhier
Is benoemd tot administrateur-huis-
meester van Jhr. Mr. baron van Boet-
zeJaer van Oosterhout te Oosterhout.
Militaire
den.
Binnen twee maanden na de on-
dertoekening van liet verdrag moeten
de Duitsche strijdkrachten te land
zijn teruggebracht to( niet meer dan
70.000 man infanterie en 30.000 man
cavalerie oHt totale aantal officie
ren mag niet meer dan 4000 bedra
gen. Er za' s?echts vrijwillige dienst
neming worden toegestaan.
Ook de Duitsche bew apening zal
tot het uiterste worden beperkt. Alle
versterkingen, vijftig mijlen ten
Oosten van den Rijn, zu'len worden
ontwapend en ontmanteld.
Maritieme voorwaar
den.
Twee maanden na de* ondertecke-
ning van het vredesverdrag mogen
de Duitsche zeestrijdkracöten geen
onderzeeërs meer 'omvallen en mogen
zij slechts bestaan uit 6 slagschepen,
6 lichte kruisers. 12 torpedojagers
en 12 torpeóobootcu. Alle andere
oorlogsschepen moeten in reserve
worden gesteld of tot koopvaardij
schepen worden omgebouwd. De ge
zamenlijke bemanningen mogen niet
rneer dan 15.000 man bedragen, o.w.
1500 officieren en dek officieren.
Alle militaire en maritieme wer
ken op Helgoland moeien worden ge
slecht.
Het Kiel-kanaal moet vrij open
staan voor de koopvaardijschepen
van alle staten, die met Duitschland
In vrede leven, op voorwaarde van
volkomen gelijkheid.