Van onzen reizenden Redacteur 36© Jaargang No. 11022 Verschijnt dagelijks; behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 7 MEI 1919 ABONNEMENTEN per 3 maanden: Voor Haarlem en de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente) f 2.3ö. Franco per post door Nederland f 2.70. Afzonderlijke nummers f 0.15. Geïliustr. Zondagsblad, voor Haarlem i 0.51". Geïliustr. Zondagsblad voor de omstreken en franco per post f 0.59. Uitgavo der N.V. Lourons Coster, Directeur J. C. PEEREBOOM, Telefoon 3082 ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels 1 1.26; iedere regel meer 25 Cts. Reclames 60 CU. per regeL Bij abonnement aanzienlijk rabat. Tienstuiversadvertentien van Vraag en Aanbod van 1—5 regels 50 Cts. per plaatsing, elke regel meer 12'/i Cts. a contant; buiten het Arrondissement dubbele prijs. Directie en Administratie: Groote Houtstraat 93. Teletoonnrs. der Redactie 600 en der Administratie 724 DIT NUMMER BESTAAT UIT ACHT BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. LEVENSMIDDELEN VOORZIENING De Directeur van het Qemeentel^k Levensmiddelenbedrijf te Haarlem brengt ter kennis dat verkrijgbaar wordt gesteld: Aardappelen gedurende het tijdvak van 8 tot en met 11 Mei 1919 op bon D No. 4 3 K.G. Kieiaardappöiön a 7 cent per K.G. SCHOL op Donderdag 8 Mei 1919 van 10 uur v.m. tot 1 uur n.m. per persoon eert pond groote schol a 16 cent per pond op vertoon van Vischkaart No. 185U1—20700 in de Geiu. Vischhal op vertoon van Vischkaart No. 2070122500 in het Pand, ingang Koningstraat. De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. Soc. Vereeniging, Bovenzaal: Séan ce en Demonstratie over Hypnose door dr. H. Reirdi^rd, 8 uur. St. Bavo, Smedesiraat: Vereeniging van Melkveehouders. Coöp. Veeh. „Gemeenschappelijk Belang", Alge- moe nc Vergadering, 7"uur. Bioscoopvoorstellingen. DONDERDAG 8 MEI. Stadsschouwburg, ilsonsplein: N. V. Het Hollandsche Tooneel, dir. Louis de Vries, „Ghetto", 8 uur. Groote Kerk; Orgelbespeling 7i8J Cinema-Palace, Groot Houtstraat Blosc. voorstelling. Schouwburg De Kroon, Gr. Markt, Biosc. voorsteiling. Klein# Vereeniging, Kleine Hout straat: variété-voorstelling. Verstrekking ïaa BGUiKuup brandstoffen LAATSTE DAG VAN Pil BETA 1.1 NQ vau de te veel be taalde gelden voor brandstoffen, be trokken op de nè. 1 Februari 1919 Verstrekte bons: op de GRIJZE brandstoffenkaart (zes halve eenheden) op de GELE kaart (kamerbewoners) (2 Eenhe- •dea), aan het kantoor Jacobstraat 3 rood, VOOR ALLE ACHTERGEBLE VENEN VAN DE LETTERS A—Z, op DONDERDAG 8 MEI 1919, voormiddag van 9 11 1/2 uur en nam. van 2—uur. Medegebracht moeten warden d« QUITANTIéN van bovenstaande verstrekkingen en het bewijs van in schrijving (GROEN KAARTJE), benevens de GRIJZE BRAND- STOFFENKAART voor hen die COKES aan de Gasfabriek hebben j gehaald. Heden. WOENSDAG 7 MEI. Schouwburg Jansweg: Ensemble Sluiters en Braakensick, „Alleen op J de wereld", 8 uur. Revolutiebesirijding op de film. In de bladen wordt melding ge maakt van een circulaire, die de Bond van Exploitanten van Nederlandsche Bioscooptheaters aan zijn leden heeft gezonden en waarin zij worden iiit- genoodigd mee te werken tot bestrij ding van het revolutiegevaar, door eenige versjes le projecteeren. Van Maandag 5 tot Zondag 11 Mei zullen dat de volgende zijn: Neerland! blijf U kalm gedragen, Raak het hoofd niet kwijt! Denk: die revolutie vragen, Zijn slechts „minderheid"! Wie de Revolutie kweekt Met fluweelen lippen Als de vos de passie preekt, Boer pas op je kippen. Holland Baas in eigen huis, Zij ons aller wensch. Wie Revolutie preeken, Blijv' buiten Holland's grens. Uit het bericht in de bladen blijkt, dat de Regeering van deze propagan da op de hoogte is en er mee instemt. Wij ook, want de film is een krach tig middel van openbaarheid (natuur lijk, wanneer er niet te vaak gebruik van wordt gemaakt) en wij willen dus door deze publicatie gaarne ook onzerzijds tot de verspreiding mee werken. Alleen zouden we willen vragen: is er niet een betere dichter te vinden? Het eerste versje kan er meo door, liet tweede bevat een zin die niet af is en behelpt zich daarom met onge motiveerde stippeltjes, het derde is je reine St. Nicolaasrijmelarij. Het toeval wil, dat wij deze „dicht regelen" vonden in hetzelfde nummer van de couranten, waarin Willem Kloos terecht als dichter gehuldigd wordt. Ofschoon wij niet aan Kloos een sonnet zouden willen vragen ter bestrijding van het revolutiegevaar, is er toch zeker alles voor te zeggen, dat deze filmversjes niet alleen een politiek-opvoedende kracht hebben, maar het publiek ook opleiden tot het gevoel voor goede dichtkunst. Amsterdamsche Brieven Ook de landman verzucht, dat het „een buitengewoon guur voorjaar is", maar toen hij al de komende lente bespiedde met de zekerheid waarmee een zeeman allerlei geheim zinnigs bespeurt in de verte, terwijl de landkrab niet anders dan lucht en water ontdekken kan, hulden wij grool-stedeliiigen ons nog diep in duffel en bont en concentreerden on ze aandacht op ons laatste brandstof- rantsoen, inplaats van op ontluikende sneeuwklokjes. Maar, nu zien we het toch ook. De boonier. aan onze grachten zijn getooid niet liet teere ragfijne groen, het Vondelpark leeft op en bloesemt en straalt in voorjaars-tint wanneer de zon maar even schijnt. Op het oogenblik dat ik dezen Brief schrijf is liet een der allereeistemilde lente dagen. Het jonge groen is mei goud overgoten door de warme stralen van de middagzon, de huizen staan in hei klare licht van den blijden dag, de vogels zingen in onze stads-boomen zoo goed als in den Hout of in 't Gooi, al zijn het bij ons dan ook allemaal maar „vmkics", en het menschdom is met lente-weelde „aungedaan". Dat behoort tot onze kenmerken van het ingeireden lente-tij: de terrassen voor de café's zitten vol. lvijk eens, als de Meimaand in het lana is en het geluk wil dal al in 't begin het weer zoel en zacht is, dan j kan de buitenman het den dichter na zeggen: Hacgen worden paradijzen En het versch ontloken kruit Wasemt zulke geuren uit, Dat er dooden van verrijzen." Wij, in de groote stad hebben an dere kenmerken. Wij hooren dat het lente is van de menschen die nu „hun biertje builen kunnen drin- xen", wij zien liet aan de duizenden «leuterende wandelaars door onze hoofdstraten waar komen ze in eens vandaan? wij zien het aan de kroegen, die hun deur open hebben en aan den ingang hun gordijnen en We zien het aan. de straat-typen. Dat zijn voor ons de onmiskenbare teekenen dat de lente in 't land is. 't Gaat met onze straat-types als met de bekende poppetjes in de Zwit- sersche weer-liuisjes. Zoodra het bui ten goed wordt, komen ze uit hun holer, en galen. Hun verblijfplaats is een mysterie. Waar komen ze van daan en waar gaan ze heen? Waar leven ze 's winters van? We weten het niet. Zooals koningen en keizers, zooals onze staatslui, geleerden en kunstenaars van naam de eenzamen zijn, levend midst de volksgemeen schap, die volksgemeenschap prikke lend tot voortdurende nieuwsgierig heid, zoo zijn het onze Amslcrdam- sclie -straat-typen. Ze oefenen hun „vak" niet op de drukke pleinen en in dc drukke stralen, ze komen on verwachts en gaan onverwachts, naar 't een of ander griezelig-geheimzinnig uitziend volkslogement, dat we een „gribus" noemen, in de een of an dere duistere buurt, 't Gezond ver sland zegt dat wanneer ze niet sliepen of nlen, ze al heel gauw uit het rijk der straat-typen in een gansch ander zouden zijn overgegaan, maar' het schijnt of ze met de straat één zijn. Zoo één als hel monument van Tlior- becko of van Rembrandt en dat, wan neer wij ze niet zien, dat niet anders dan zins-bedrog van ons is. Keilt u onze straat-typen, onze Am sterdamsche lenteboden? Daar is onze vriend Had-je-me- maar. Een lente-bode met een ver weerd wintermannen-gezicht. Hij kuiert weer zijn avondlijke gangen langs het avond-lichte Rembrandt- plein. Had-je-me-maar heeft iets heer- aclitigs. Z'n shabby pakje en zijn on definieerbare hoeden vertoonen aller lei onwaarschijnlijke combinaties, waaruit toch meestal iets glanst van vroeger-beter. Zijn gezicht weerspie gelt trouw en eerlijk zijn hartelijke liefde om de schatkist van den Staat der Ncdei landen te steunen in den vorm van drank-accijns. Is hij niet een onzer trouwe vaderlanders in het oog van minister Symen de Vries, die 't immers nadrukkelijk heeft verkon digd dat de kleine luyden niets heer lijkers weten dan bij te dragen tot versterking vau 's Rijks financiën? Maar wat aan den braven vaderlan der llad-je-me-maar liet imposantst is, dat is zijn eenvoudige Sinterklaas- boord. Hij heeft dit schoonste sieraad zijner ongewone verschijning wegens een vlaag van manmoedige fierheid een tijd moeten derven. Dat was toen zijn alter-ergo in een revue optrad en daar kon hij niet tegen; dat was te veel voor hem. Nu heeft hij hem weer, zijn boord. Hij slaat weer met z'n slokje tegen kijn sigaren-kistjes en hij glundert weer tegen nachtvlinders en „jeunesse qui passe" z'n had-je-me- maar. Hij kent den loon-aard waarop en weet z'n roep te lanceeren wan neer het voor hem 't profijlelijkst is. Heel dé stad kent „Had-je-me-maar", de straatjeugd bauwt hem z'n eere- titel na, maar hu kent op zijn beurt de stad. En z'n speurende, slimme oogjes weten precies wanneer z'n oude beenen hun dwaze kapriolen moeten slaan en hij z'n roep moet fluisteren, gichelen, hooti-iachen, gillen of schreeuwen. Wij zouden nu het woeir naar bui- ten-lokt den winterschen Had-je-me- maar niet gaarne missen als lente-sie raad. 'n Andere straulfiguur, die nu ook zich plotseling weer veel meer is gaan vertoonen: krukje; de man op liet stoeltje. Gij, Haarlemmers, kent llem ook wel. liij hééft zijn arbeids veld in hoofdzaak op het Damrak, waai' ge hem, vooral tegen het druk ke middaguur kunt zien voort-stoelen. Met de regelmaat van een uurwerk kleppen de stoelpooten over het as phalt en bewegen zijn romp zig-zag- gend voort. Krukje heeft een niet on-knap ge laat en dies zijn hoole romans gewe ven om zijn mysterieus bestaan. Een feit is het, dat jaren geleden krukje getrouwd is, onder algemeene belang stelling als gold het 't huwelijk van een vorstenzoon en een Amsterdam sche milljonairs-dochter. Booze ton gen zeggen dat krukje allang geschei den is. Of het waar is, weet ik niet. Ik be hoor niét tot krukje's intimi en ken hem alleen van vriendelijk-gioeten. Want met groeten is krukje niet karig. Hij groet in allerlei tonaliteit van gedaats-mimiek van den goedigen glimlach af tot d6u valschen gnjDs. Dan zijn er 'n paar straat-typen voor mijn Haarlemsche lezers die veel in Amsterdam komen óók geen onbe kenden. Ik, bedoel hel meisjc-mel-ao- viool en den jongen met de mando line. Eigenlijk aurzel ik ze straat-ty pen te noemen, zoo weinig typisch zijn ze, in den zin van opvallend, van 't gewone afwijkend. Het meisje is meest in 't donker, ge kleed, heel sober en eenvoudig met een stemmig hoedje op. Ze vertoont in haar povere kleedij eenige distinc tie, zooals ook de jonge man, die haar vergezelt en ook het „fatsoenlijke" van z'n armoe uit z'n uiterlijkheid doet spreken. Het tweetal wandelt schier onopgemerkt door de drukke stad, de speeltuigen in de donkere I hoezen verborgen. Dan, plots op een hoek, op een levendig verkeerspunt, I staan ze stil. En als ze dan spelen 1 hebben ze dra een grooten kring luis- teraars. Zonder eenige blague, zon- der een zweem van ai tistiekerig-doen spelen ze hun walsen en ouvertures, hun mazurka's en bekende liederen. Door de algelieele afwezigheid van pose lijkt dat allemaal zoo gewoon r en in 't minst niet tragisch. Wie ze ziet loopen, het jonge meisje en haar jongen begeleider, denkt niet dade lijk aan ..schipbreukelingen op de wereldzee", maar wie een tijdlang naar hun spel luistert en hen scherp I waarneemt, ziet in den ernst van hun trekken toch wel den ernst van 1 het leven; voelt da\ deze jonge men- 1 schen ook de smart en de ontbering kennen in hun bestaan van rusleloos- opgejaagde straat-muzikanten. Virtuositeit heeft hun spel niet. Er zyu er muzikaler langs 's Hee ren wegen in den Amsteisiad. We denken aan üet paar: vionst en har monica-speler, naar wier inderdaad muzikalei spel soms honderden in stille aandacht luisteren en naar den jongen straatzanger, die met zooveel brio zijn liederen zingt als vreugde jubeling in den lente-dag. Als lente-bode zien we ook weer op het Damrak, stijf tegen de huizen ge- drukt, den heer-achtigen bedelaar met het fijne, aristocratische gezicht, i den deftigen grijzen knevel en niar- tialen grijzen puntbaard. Op zli la-uk ken geleund steekt hij de hand bede lend uil. Z'n intelligente oogen in het vervallen gomleman-gelaat, smeekend op de voorbijgangers gericht Zoo zijn onze straat-figuren lente boden weer in volle actie. Ze stoffee- ren het straatbeeld met de misère, die ze ten toon stellen. Ze behooren bij „the Sason" in de groote stad. AMS'i KHiJAM.UER. toond; geruchten, welke echter later weer zijn tegengesproken. De heer Beelaerts van Blokland wist niet, wat er van zijn brieven in handen on zer regeering was; gekomen en kon zich daarom over deze aangelegen heid niet uillaten. Hiermee was het doel van ons ge sprek, dat voor dé courant bestemd was, afgeloopen en ik had op de terugreis gelegenheid genoeg om te peinzen over de mededeeling, die een der wethouders me vanachtend deed, dat hij geloofde, dat de Regeering zou wachten met de benoeming tot na de raadsverkiezingen om dan omtrent Haarlem een zuiver beeld te hebben van de politieke constellatie. Op zijn reis kon de schrijver van de artikelen in deze rubriek opmer ken, hoe gevaarlijk de in den laat- sten tijd meer-en-meer toenemende liefhebberij is om op treinente schieten. Toen hij omstreeks half zes in een coupé-hoekje in den trein, die Utrecht naderde, een artikel voor deze rubriek zat te voltooien, werden de reizigers opgeschrikt door een he- vigen slag. Het bleek, dat een kogel de vensterruit had verbrijzeld. Des kundigen stelden vast, dat het schot moest zijn gelost uit een revolver, te oordeelen naar den vorm en de groot te van het gat. dat in de coupé-ruit was gemaakt Had schrijver dezes, zooais hij eenige minuten te voien deed, wat meer naar voren gezeten, dan zou de kogel hem waarschijnlijk in den slaap hebben getroffen. Nu drong het projectiel ongeveer een halven decimeter vóór zijn hoofd door de ruit. Ook de glassjjlinters, die door den geheelen coupé vlogen lieten hem ongedeerd en bezorgden alleen een naast hem zittenden reiziger een onbeteekenende bloedende kwetsuur aan het oor. Het gebeurde is ter kennis van de politie te Utrecht gein-acht. Ingezonden niet geplaatst, wordt da kopta 5 niet teraggegeras Voor den inhoud deaar rnhriek stelt ds Eodactie aieh niet aansprakelijk. Derde reeks. 63 De Burgemeestersbenoeming. Hintham, 6 Mei 1919. Dit was wel een van de meest ko mieke situaties, die 'k mee heb ge maakt. Daar komt het gerucht in Haarlem binnenwaaien, dat voor het Burge meestersambt van Haarlem zeer ernstig in aanmerking komt Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland en dat gerucht wordt geloofwaardiger, als er uit goéde bron een dergelijk bericht bij Haarlem's Dagblad binnenkomt. Dc eene wethouder, dien 'k tegen kom heeft den naam niet gehoord, maar een ander lid van ons Dagelijksch Be stuur, dat 'k net snap, verzekert, dat dit inderdaad de naam is, die het laatst genoemd is. In Den Haag hoor 'k van welingelichte zijde, dat Jhr. Beelaerts van Blokland inder daad ernstig canilidaat is. Aan Bin- nenlandsche Zaken hult men zich in een diplomatiek stilzwijgen: Niets van bekend! Dan 't den gedoodverfde zelf maar gaan vragen. Maar waar is dt oud-gezant van Nederland? In Den Haag gelooft de een zeker te weten, dat de heer Bee laerts van Blokland nog hoog-en- droog te Peiling zit; iemand aiylers verzekert, dat hij ergens op zee rond zwalkt; maar Buitenlandsche Zaken geeft me licht: De oud-gezant is bin nen en vertoeft thans te Hintham, oen dorpje bij Den Bosch, een half uurtje buiten de hoofdstad van Noord- Brabant gelegen. Dus trein 'k naar den Bosch en zit om half 8 tegenover den oud- gezant, nadat eerst'eenige tegenwer pingen waren gemaakt, of meneer wel ontvangen zou. Maar er werd ontvangen! Dat 'lc voor 't Burgemeesters ambt van Haarlem in aanmerking kom? Ja, dal heb 'k daarnet ook in de 's-Hertogenbossche courant gelezen en 'k moet u zeggen tot m'n verba zing. Want stel u eens voor. Daar kom 'k, na tien jaar in China gezeten te heb ben in Nederland terug, ga van Rot terdam direct door naar Hintham, naar m'n vrouw en kinderen, die sedert twee jaar al in Holland waren, en presenteer me niet eens bij de au toriteiten in Den Haag, omdat 'k een lichten aanval van rheumatiek heb, zie niemand en spreek niemand bui ten m'n familie hcusch, u is de eerste, dien 'k spreek, en lees daar na twee dagen in de courant, dat 'k ern stig in aanmerking kom om burge meester van Haarlem te worden! 't Geval was lichtelijk komiek en we zaten daar dan ook lachend te genover elkaar, om de malle situatie, dat 'k daar den aanstaanden Burge meester van Haarlem kom intervie wen, die... van niets weet. 1 Nu zou men bij een gezant kunnen Staasnieaws Malaria In Noord-Holland. Gedurende het laatste jaar eenige malen praktijk waarnemende te Santpoort en eenmaal te Spaarndam, aldus schrijft semi-arts J. W. Schot man aan ÉfSB Nederl. Tijdschr. voor Geneesk., heeft mij getroffen de on rustbarende vermeerde ring van het aantal malariagevallen (fibris terlia- na) in deze- tot slechts voor weinige denken aan een diplomatieke ontken ning; maar dit was zoo gul en zoo argeloos, dut er niets dan een lachbui overschoot. Dus kan 'k in Haarlem's Dag blad meedeelen? Dat ik van niets weet, dat ik niet eens wist, dat er een vacature te Haarlem was, vóór ik vanmiddag mijn naam in de krant las. Ziet u, we kregen heel weinig couranten in China. Ik was geabonneerd op de Nieuwe Rott. Courant eu die liet ik, om haar wat sneller te krijgen, over I Petersburg komen; maar ik ontving .tnïet veel «ver dan een paar reepen van de advertentiepagina's, die er afgescheurd waren. Alleen kreeg ik nu-en-dan van m'n Belgischen ambt genoot „De Telegraaf' Maar toen heb ik eens toevallig een Indische courant in handen gekregen, I waarin het telegram stond, dat mijn j oude vriend Sandberg overleden was. 1 Maar dat is al zoo lang geleden, niet waar, dat. ik niet dacht,, dat er meer een vacature bestond. Ik heb dan ook nooit gesolliciteerd - en heb nooit een burgemeestersplaats geambieerd. j Mijn eenige verlangen, sinds ik Zondag aangekomen hen, was, om bij mijn vrouw eu kinderen te komen. Aan iets anders heb ik niet geuacht- Ik heb alleen gezegd, dat ik gaarne hij mijn familie blijven zou en niet1 meer Luneusuincs gaan. Kan dan ook een lid van uw i familie slappen voor u gedaan heb- ben? j Neen, meende de beer Beelaerts I van Blokland, dat acht ik uiLgesloten I want ik heb nooit over zooiets ge- I sproken of geschreven. Maar als de Regeering u mocht uitnoodigen? j Zooals ik u zei, heb ik daar nog nooit over nagedacht en ik geloof ook met, dat de regeering dit doen zal. Graag had ik, nu ik er toch was, wat gehoord over de indrukken van den oud-gezant over China, maar jhr. Beelaerts opperde het begrijpe lijk bezwaar, dat h-at cm moeilijke zaak is, voor een afgetreden gezant, om zich in het openbaar uit te laten over het land, waarbij hij geaccredi teerd is geweest; hetzelfde gold voor de geruchten. die er in de buitenland sche pers lvebben geloopen, dat de gezant bij de waarneming van de belangen van de Duitschers in China, hetgeen aan onzen vertegenwoordi ger in China was opgedragen, pro- Duitsche neigingen zou hebben ge- HET SALARIS VAN DEN" DEUR WAARDER TE SCHOTEN. In deze gemeente was de Deurwaar der der belastingen aangesteld op. grond van een verordening vastge steld bij Raadsbesluit van 30 Mei 1916 in welke verordening ook zijn sa laris geregeld was. Ook de Controleur der belasting was op grond aan het zelfde Raadsbesluit werkzaam. 31 Oc- tober 1918 werd vervolgens door den Raad het voorstel tot wijziging van het salaris van den Controleur aan genomen, zulks met ingang van 1 Januari 1919 en dat voor den Deur waarder tijdelijk uitgeschakeld, een en ander met intrekking dei g e- h e e 1 e verordening van 30 Mei 1916, betreffende de bezoldiging van den contro'eur en den deurwaarder. 2 Januari 1919 werd eindelijk het salaris voor den Deurwaarder be paald en ontving hij eind Januari 1919 een door Burgemeester en Wet houders geteekend mandaat, vermel dende het nieuwe salaris. 13 Februari 1919 werd een verorde ning voor den Deurwaarder vastge steld, waarin, waarschijnlijk bij ver gissing als datum van ingang 1 Fe bruari werd gesteld. En wat gebeurt nu? Voorstellen van B. en W. aan den Raad voor herstelling? Mis. Neen nu wordt beweerd dat de Deurwaar der over de maand Januari 1919 te veel salaris heeft ontvangen, da; besluit van 31 October 1918, alhoewel het er niet bijstaat, bedoeld is de verordening alleen voor den Controleur in te trekkc-n en dat liet besluit van -2. Januari 1919 ook als een voorloopig besluit bedoeld moet worden. Zeer .eigenaardig, maar nu het z,g. te veei betaalde over Januari. Wel dat werd door B. en W. maar gewoon over Maart voor een derde gedeelte van het salaris afgehouden, zonder dat B. en W. daartoe door machtiging van den Raad, een ge rechtelijke vervolging hadden inge steld eu in strijd ine! de bepaling van art. 757 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering waarbij is bepaald, dat op het salaris van een gemeente-ambtenaar geen beslag kan worden gelegd, hetwelk ook door den Hoogen Raad bij arrest van 7 Maart 1902 is uitgemaakt. De Deurwaarder lieert alstoen, Sn afwachting van een beslissing van - c-, hoogerhand, zijn geheele salaris over jaren malariavrïje streken. Zelfs zond' j Maart geweigerd, zijnde dit bedry°- men vroeger wel malaria-lijders van zelfs grooter dan de vermoonde vor- elders naar Santpoort tot herstel. Nu met de Paaschdagen te Sant poort weer waarnemende, kreeg ik weer een belangrijk percentage ma larialijders ter behandeling, waar onder vele aan recidief lijdende oude bekenden van vroeger. Maar in deze drie dagen kreeg ik niet minder dan zeven nieuwe lij ders aan de anderdaagsche koorf9, met de zoo typische, plotseling on der koude rillingen aanvangende koors; om den anderen da<? kooris- delirium, braken, duidelijke milt- dering der Gemeente. Nu zoude men denken dat over April wel het juiste salaris zal wor den uitgekeerd, doch helaas, weder om onwaar, weer werd te weinig aangeboden en een tweede derde ge deelte ingehouden. Dit is wederom ge weigerd. Thans is door den Deur waarder de tusschenkomst van Gede puteerde Staten ingeroepen. Voor waar een schitterend Gemeentebeleid. Z. (Wij hebben, overeenkomstig onze zwelling en prompt reageeren op gewoonte, dit stuk ter kennis ge- chinine. Van bloedonderzoek kon bracht van het betrokken gemeente door drukte en andere omstandighe-1 bestuur. De burgemeester deelde ons den geen sprake zijn. j echter mede, van oordeel te zijn, dat Deze angstwekkende verbreiding een gemeentebestuur niet op itigezon- der malaria ieder jaar vroeger en 1 den stukken kan ingaan. Red. H. D.) talrijker in enkele jaren pande- misch geworden, is des ie erger, aan-1 Buitenland. De Vredesviorwaarden. gezien er zoo weinig ter bestrijding gedaan wordt. Zoo bevindt zich te San poort een rij huizen aan den Sla perdijk naar Zaandam, met voor en achter een stilstaand slootje, waar- van de bewoners chronisch onderhe-1 vig zijn aan de moeraskoorts, hier Temps geeft de volgende hij met hooge temperatuur en taaier zonderheden gepubliceerd over het weerstand biedend aan de behande- vredesverdrag: ling mei chinine dan elde'rs. Nog nimmer kwam ik le Santpoort of ik kreeg verscheidene malarialij ders te bezoeken in deze huizen. voorwaar HET BRANDSTOFFEN-BU REAU. Als opvolger van den heer D. H Peereboom Voller, benoemd tot directeur van den Me- taalbond, is met ingang van heden door de Branöe-toffencommissie voor het district Haarlem en Omstreken benoemd tot directeur van hel brand- stoffenbureau, de heer R. C. J. Wil link, voordien 6ecretaris van fiet brand stoffenbureau. PERSONALIA. In de commissie voor de examens M. O. Zeevaartkunde, die te Den I Haag worden afgenomen is benoemd als lid de heer L. van der Vegt, J leeraar aan de II. B. S. met 5-jarigeo cursus te Haarlem. Op veizoek is eervol ontslagen ter zake van lichaamsgebreken de re serve tweede luitenant W. Doorn van het 10e regiment infanterie. Op verzoek is eervol ontslagen de i kapitein J. F. Quanjer van het tweede regiment vesting-artillerie en is hij be noemd tot reserve kapitein bij dat re giment. Voor het eindexamen, vanwege hét Wis- en Natuurkundig Genoot schap „Mathesis Scientarium Gene- trix" te Leiden is o.a. geslaagd de heer W. K. F. Jeroe. van Haarlem. De heer G. J. A. v. Zalen alhier Is benoemd tot administrateur-huis- meester van Jhr. Mr. baron van Boet- zeJaer van Oosterhout te Oosterhout. Militaire den. Binnen twee maanden na de on- dertoekening van liet verdrag moeten de Duitsche strijdkrachten te land zijn teruggebracht to( niet meer dan 70.000 man infanterie en 30.000 man cavalerie oHt totale aantal officie ren mag niet meer dan 4000 bedra gen. Er za' s?echts vrijwillige dienst neming worden toegestaan. Ook de Duitsche bew apening zal tot het uiterste worden beperkt. Alle versterkingen, vijftig mijlen ten Oosten van den Rijn, zu'len worden ontwapend en ontmanteld. Maritieme voorwaar den. Twee maanden na de* ondertecke- ning van het vredesverdrag mogen de Duitsche zeestrijdkracöten geen onderzeeërs meer 'omvallen en mogen zij slechts bestaan uit 6 slagschepen, 6 lichte kruisers. 12 torpedojagers en 12 torpeóobootcu. Alle andere oorlogsschepen moeten in reserve worden gesteld of tot koopvaardij schepen worden omgebouwd. De ge zamenlijke bemanningen mogen niet rneer dan 15.000 man bedragen, o.w. 1500 officieren en dek officieren. Alle militaire en maritieme wer ken op Helgoland moeien worden ge slecht. Het Kiel-kanaal moet vrij open staan voor de koopvaardijschepen van alle staten, die met Duitschland In vrede leven, op voorwaarde van volkomen gelijkheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 1