Dc ftstraloojj, door SIMON MOS. 't Was me al lang opgevallen. Daar groeide iels. Er was wat. Ze deed zoo Vreemd. Al geruirnen tijd. Maar toen Ik laatst op een avond bezig was een artikeltje te schrijven, werd het raad sel opgelost. Nadat tr bescheiden op de deur van myn kamertje werd geklopt, riep ik luid en niet een tikje vroolijkheid in mijn stem: Ja, jal Kom er maar in! den kend, dat mijn vrouw mij met een kopje ihee kwam verrassen, nu die kostelijke drank weer verstrekt kon jvorden. Maar dat ging mijn mond voorbij, .want het was mijn vrouw niet, doch onze gedienstige, Beije! Wat moest d i e nog? Op dit uur zoo laat! Ze vergiste zich, ongetwijfeld! Zij moest mijn vrouw hebben, natuurlijk! En ze dacht zeker, dat die bij mij .was. Mis, Betjet gooide ik haar, even opziende van mijn werk, tegemoet, alvorens zij het doel van haar komsi kon verwittigen, je dacht mevrouw hier te vinden, hè? - Nee, meheer, zei ze, terwij! ze met dc rechterhand haar boezelaar glad streek, mevrouw is beneje!- Maar as 't meheer schikt, wou 'k wel erres wat vrage an u w e! Aan mij? vroeg ik eonigszins verbaasd, daar dit dan wel iets bij zonders moest zijn, aangezien zij om trent de gewone huiselijke zaken, mijn raad nimmer van noóde had. - Ja. meliee:sprak ze, blijkbaar nog erg bedeesd ik heb 't uwe al lang erres wille vrage Tjonge! dacm ik. nat schijnt nog al gewtciiug te zijn, wat ze op haar hart iieefl. liet is stelligiets, waar ze bij mijn vrouw niet mee durft aanko men Wacht even, ik beu er't zal om loonsverhooging zijn aat zit in de lucht tegenwoordig Ocli, waarom niet*. Waarom Betje niet net zoo goed als ieder ander? Wel, Betje! moedigde ik aan. .Wat had je?... Kom er rond voor uitJe weet, als ik je met raad en daad van d.enst kan zijn,dan Juist meheer, dat weet 'k, viel ze in, mm of meer op haar gemak ge steld en knikkend met haar hoofd. En toen aarzelde ze niet, mij alles wut ze op het hart had zij het dan ook wat afgebroken en onsamenhan gend aclue- elkaar mee te deelen. ^e kwam al wat op jarenZe diende al zoo lang Ze vreesde voor den ouden dagWaar moest za dan heen?Zonder familie, o{ kennissen Daar had ze eens ern stig over nagedacht. -- Kom, kom! suste ik, je weel wel zoolang w ij leven, behoef je je daar over niet ongerust te maken Je hebt bij ons een tehuis. Jawel, meheer, dè weet 'k, be- uarnde Betje, maar 'k bedoel maar 't zou toch ok wel erres aardig weze, een e i g e thuis te hebben met zoo je ei go gedoente en omgeving. •- Aho! was 't em dat!Dus als als ik je goed begrijp, vroeg ik haar, dan was 't je 1 'ee een huwelijk aan te gaan? lJrecies( meheer, knikte Betje, b.ijivbaar opgelucht, nu i k dat ge- .wichuge woord had gesproken. Ju, zei ik, dón houd alles op! Wanneer je 'n goed huwelijk kunt doen, dan heb je gelijk, natuurlijk!... Dus is er iemand, die je gevraagd heelt? - >eo, meneer, dèl niet. Maar daar om zou ik toch graag wille wele, of 'k nog erres zou trouwe. - Ik inoet je eertijk zeggen, dat ik nog niet begrijp waar je heen wilt, Utije: lleb je dan soms zelf het oog op een oepaald persoon? -- Och heere, meneer, heelemaal nic, Nee, ik heef nog niemand op 't oog. .Sou, je moet me niet kwalijk ne- riu-n.. maar 't blijft me nog duis ter. Kijk es, meheer, zei Betje, terwijl zij een nummer van de „Nieuwsbode" openvouwde, en met haar dikken wijsvinger een advertentie aanwees, dal iieef lk nou al zoo dikkels geieze.... te.kes in het blad van Zaterdag avond wat zou uwe daarvan ueu- ke? in de door Betje bedoelde annonce, stond het volgende vermeld: „KARAKTER. „Uw leven beschreven Gratis „door den wereldberoemden As trologer. Inlichtingen omtrent „zaken, legaten, veranderingen, „Huwelijk, enz. „Voldoening verzekerd. „Zendt 25 cent aan Postzegels Een leekenpraatje over tien sterrenhemel. 3. We weten nu dat onze wereldbol in 865 dagen (of juister 3654) haar groo- tcn cirkel om de zon doorloopt. Ze legi in dien tijd een weg af van enor- incn omvang, n.l. 930 raillioen kilo- meters, dus in elke seconde negen en twintig duizend vierhonderd vijflig ki lometers. Daarbij draait zij om hare as in 24 uur met een snelheid van ruim 530 Kilometer in het uur. Toch heeft de aarde nog een andere be weging. De zon zelf staat ook niet stil in de oneindige ruimte en beweegt zich met groote snelheid, mot liaar ge ilede planetenstelsel in de richting Van het slerrebee.d Hercules. De aar de beschrijft dus geen gesloten kring, maar gaat al draaiende om haar as en wentelend oin dc zon, in groote spiralen met de zon mei enorme vaart door de oneindige ruimte an de zon en de verst staan*» pl?.- netcn of gezien, is onze aarde slechts een lichtgevend puntje onder de dui- zenden sterren. Voor de dichtsihij- 7 ,ndc pluneten Mars, Venus en Mer- curlns i* onze aarde een helder lich tende ster, zooals Venus voor ons oog. Zoo wentelen de planeten, op enor me afstanden van elkander om de ver verwijderde zon, nauwelijks voor el- Kaar zichtbaar, verdwenen onder het groote aantal dat aan den hemel Schittert. Wat schijnt ons de plaats, die on*e aarde inneemt in het heelal. „voor porto en schrijfwerk met „datum en jaar van geboorte Niet onaardig, zei ik lachende, haar de „Nieuwsbode" weer aanrei kend. Die meheer geeft dus inlichtin gen over liet huwelijk, lichtte Betje toe, een astereloog is-tie wat is dat, meheer, as 'k vrage mag? Och," zei ik, da's een sterrekijkef, iemand die uit den stand van de pla neten voorspellingen doet. Heeremetijd! schrikte Betje, hoe is 't mogelik! En wou je op die advertentie schrijven? vroeg ik. Ja, meheer! antwoordde Betje, met een zucht, en terwijl ze een vel letje postpapier uit haar zak opdiep te, vervolgde ze: ik heb de brief al klaarns meheer em nou erres w <u leze, of 't ïw goea zou weze? Op het voorste blaadje van het vel letje had Betje, met een weinig te groote letters, doch overigens vrij net jes, geschreven: „Febrejari. „Meheer. „Ik heev in de Nieusbode van „meheer Gelezo. asdat uwe ver- spellingen in ale Snake kan „Doen. ik ben Geboore. anoo 1874 „op de Iwinttigse maart en dus „bei Leeve en Welweese. bri „kansl vijfenveertig Jaar en lb „wou graag Weeto of ik noch in „Het huweiek zei treede Wand „het dienne. Staat me Wel een „beetien Teuge. op mein leevteid „Had ik Daar gaag andwoord op „meheer Uwes dienswilige „Betje Winter, „de fijv possegelies site der in". Misschien is ter soms 'n enkel foutje in, meheer? vroeg Betje schuch ter, toen ik den brief gelezen had. Och! zei lk, laconisch, 'n enkel foutje wel, maar dat doet er weinig toe... Die .mijnheer zal je best be grijpen. Dus zou uwe denke, dat 't zoi» in orde koml? Ik had geen geringe moeite mijn ernst te bewaren, en wist eigenln' ook niet goed wat tk zou antwoorden. De brave meid deed zoo komisch ge wichtig en vatte die affaire met zoo veel ernst op: het was zoo moeib- haar zoo botweg de illusièn te ont nemen, die zo blijkbaar verwachtte van dit- schrijven. Ja, zei ik, oen uitvlucht zoeken de, heb je heb je daar vertrouwen in? Geloof je aan voorspellin gen? Och, meheer, zei ze, wat zal 'k uwe daarvan zeggen éénmaal heb ik me der es rne toekomst late ver- spelle ik was toen nog heel jong 't was op de kerrerois in de Bosch door een dikke waarzeg ster on Enis dat uitgekomen? viel ik haar in de rede. Nou meheer, zc verspelde me, ns dat. ik zou trouwe met 'n zeeman on dat 'k dertien kinderen zou krijgen, maar dat is tot hede nog niet uitge- koihme. Nee, tot lieden nog niet, beves tigde ik, mijn hoofd even afwendend, om mijn lachen te verbergen, je be doelt, dat dat nog zou kunnen gebeu ren? Ja meheer en nou wou 'k ok eens wete van die meheer uit de Nieuws bode. Och, zei ik, je kunt '1 probeeren.. Gewoonlijk zijn die voorspellingen verlakkerij, hetzij ze dan door oen waarzegster op de kermis, of door een sterrekijker worden verricht De kosten zijn gelukkig niet groot. Daarom meheer, dacht ik: voor 'n kwartje is dat wel es te wage maar 't is zoo'n raar adres, weet uwe waar dat is? Nee, maar dat welen ze aan de Post wel, Betjel Die mijnheer wil liever niet weten waar hij woont en daarom heeft-ie aan *t Postkantoor een box gehuurd. Dat is 'n kastje, waar hij het sleuteltje van heeft en nu word en alle brieven en postwissels voor dien mijnheer bestemd, in dat kastje gedaan en door hem van tijd tot tijd weggehaald. Dus dat adres dan maar op de envelop zette, hè melieer? dan komt 't wel terecht? Sekuur, hoor! Jc moet me 't ant woord toch eens laten weten, Betje! Zeker, meheer, dat zal 'k doen, zei de oude gedienstige, en slofte met de „Nieuwsbode" en haar brief voor den Astroloog het vertrek uit. Wel heb ik ooit van mijn leven! Dat was hel dus. Zij wilde graag weien, of ze door de banden der liet- de verbonden zou worden, dat wil zeg gen in het huwelijk zou treden, of ze een eigen huishouden zou krijgen, dan verbazend nietig on onbeduidend! Een stipje aan den sterrenhemel, een der allerkleinste sterretjes, nau welijks voor hare naaste buren zicht baar, en voor verdere beschouwers m 't niet verdwijnende. En op die kleine, draaiende stip krioelen moer dan 1400 millioen men schen, nietige aardwormen, gebon den aan tijd en ruimte, broos van be staan, kort van levensduur, en toch vol hoogmod en eigenwaan, vol be geerten en hartstochten. Hersen schimmen najagend en uit egoïsme elkaar be oorlogend en doodend, met woord en daad. Maar toch ook ver heven boven alles in de natuur hier beneden, hare krachten aan zich dienstbaar makende, hare geheimen zoekende ie doorgronden, om daar door tot helder inzicht te komen van hun eigen bestaan, en van hunne be trekking tot hunne mederaenschen, en tot den Almachtigcn formeerder van het onbegrijpelijke eeuwige heel al, l.aat ons eindigen met een woord van Flainmanon, den beroemden Franse? en astronoom, den idealist onder de sterrekundigen. „Als de menschhcid tot de kennis zal zijn ggkomen hoe weinig de aarde beteekent, als zij zal hebben inge zien hoe nietig de aarde is in de ruimte wanneer de menscliheid de verhevenheid der schepping meer op prijs zal gaan stellen, dan zal zij niët meer zoo dwaas handelen, zoo aan het stof zijn gehecht, zoo bijge- loovig en kortzichtig. Dan zal er vrede zijn <.p aarde! Men zal de waarheid liefhebben, het srhoone bewonderen, het goede volbrengen, de rede on! wikkelen, en de groote gaven »an of ze nog eenmaal haar dienstbe trekking vaarwel zou kunnen zeggen. En dat wilde ze door de waarnemin gen van dien sterrekijker vernemen. Bespottelijk? Och, waarom? Waren er niet heel andere men- schen geweest, dan de eenvoudige, haar plicht doende, Betje! welke in de voorspellingen van zulke Charlesans hun heil zochten? Tal van voorname personaadjes, wetenschappelijke man nen, acteurs, schilders, souveroinen, zelfs de grootste lieerschers van alle lijden zijn niet vrij geweest van zulk bijgeloof. Alexander de Groote was, naar Plutarchus bericht, tegen het einde zijns levens, door een schaar waar zeggers omgeven, die hem de naaste en de verre toekomst moesten voor spellen. En wat doet het er ten slotte toe, hoe de toekomst wordt voorspeld. Er zijn er, die de kaarten raadplegen, gelijk Napoleon I- deed, die voor groote beslissende besluiten en voor veldslagen, altijd een patience-spelle tje legde, om de kaarten te doen ver klaren, of het geluk hem gunstig zou zijn. Anderen lezen uit de lijnen vuu de hand, werken met koffiedik of een ei en de prj es teres Pythia voorspelde de toekomst door liet inademen van narcotische dampen. Niemand duide het dus onze goed- geloovige dienstbare ten kwade, dat z ij haar heil zocht bij den astroloog, of te wel, den sterrekijker, vooral daar hij zijn ophelderingen „Gratis", met een bagatel voor administratie kosten, verstrekte. Er verliepen ongeveer vijl dagen, alvorens het antwoord van den astro loog kwam; Maandag trad zij geschre ven en Zaterdag kwant Betje niet den brief aan haar adres, weer naar mij toe. Hel ai!Woord was in kwantiteit aan papier nog al gewichtig, zelfs zoó, dat de geadresseerde zeven cen ten strafport moest betalen, <jnar de astroloog slechts gefrankeerd had voor een brief met normalen inhoud. Het waren vier getypte vellen si hrijf- -machine-papier, in kwartoformaat, door 'n stevigen papierbindei verbon den: benevens een gedrukt reclame kaartje, waarop het verzoek was ge steld: „dit aan een uwer vrienden te geven". Op het Voorste blad was het por tret afgedrukt van den astroloog, thans tot professor gepromoveerd; een intelligente kop, met zwart haar en een dito vollen baard, een hoog voor hoofd, goed gevormden neus en ooren, terwijl de donkere, met dikke, zwarte wenkbrauwen, overschaduw de oogen doordringend tot in de ziel van den argeioozen aanschouwer ke ken. Daaronder was in het Engelsen toegevoegd: „De eenige astroloog om voor den koning en de koningin te mogen verschijnen. Getuigschriften van de voornaamste aristocratie, waaronder Prinsen en Prinsessen". Waarom dit in het Engelsch werd vermeld, is niet duidelijk, aangezien de professor hoogstwaarschijnlijk toch geen Engelschman is. Nevens het portret was gedrukt een figuur als een wagenrad, bestaande uit drie cirkels; tusschen den eersten em tweeden was de ruimte door eeni ge stralen lijkende op de spoken van een wiel verdeeld in vakken, vvaarin de cijfers van 112, tusschen den tweeden en derden cirkel de velgen van het wiel waren niet blauw gecopieerd. eenige vermoede lijk met een pen geteekende mvstc- rieiise figuren. Het was verder duidelijk zichtbaar, dat het machineschrift op de vier vel len eveneens gecopieerd was, die-en de aanhef: „Mejuffrouw B. Winter" was er klaarblijkelijk afzonderlijk bo ven getypt. Deze vellen dienen dus ook als antwoord op vragen van an dere personen, die wellicht heel iets anders dan Betje. bijvoorbeeld in lichtingen over een legaat, of erfenis, verzoeken, en liggen dus zeer waar schijnlijk al gereed; alleen om er een schijn van gewichtigheid aan te ge ven, wordt met de afzending nog een paar dagen gewacht Welke waarde aan het medegedeel de moet worden toegekend, ligt nu al dadc-iijk voorde hand, en als het geen zonde was van de plaatsruimte en liet dure papier, zouden wij gaarne alle nonsens willen afschrijven, wel ke op die vier vellen waren vermeld en die door den professor aan de brave Betje werd toegeschreven. Doch enkele der voornaamste punten willeD wij den lezers niet onthouden. Het begon aldus: „Na een zeer zorgvuldig onder hoek der verschillende planeten „welke van grooten invloed zijn „zijn over uw dagelijksche leven, „vind ik dat er aanwijzingen zijn, „dat gij nu staa top den rand der hoofd en hart doen samenwerken in de reinste harmonie." DE MAAN. De maan! Allen kennen wij haar, de schitterende schijf aan den hemel, die onze nachten verlicht met haar stillen, zachten glans. Zij vertoont zich voor ons oog in verschillende ge daanten, van een scherpe, fijne sikkel af tot aan de geheele volheid van haar vorm, om dan weer af te nemen en ten laatste onzichtbaar te worden. In 't Oosten zien we haar opkomen, soms zeer vergroot en rood getint door de avondnevels, om in 't Westen weer onder te gaan. Ofschoon de maan voor ons oog on geveer dezelfde afmeting heeft als de zon, is ze toch in werkelijkheid een der kleinste hemellichamen. Ze schijnt ons zoo groot omdat ze van allen het dichtst bij de aarde staat. Ze is de onafscheidelijke gezellin van de aarde op haar reis om de zon. Wat is nu toch eigenlijk de maan? Van waar heeft ze nu dat zilverliel- dcre licht? Men onderscheidt aan het uitspan sel twee soorten van hemelbollen. Die welke zelf lichtgevend zijn, de zonnen, en die, zelf duistere bol len, door de zon worden verlicht en dat licht terugkaartsen, de p 1 a- neten en de manen, 't Is voor een leek, die den sterrenhemel be schouwt. niet altijd even gemakkelijk die- beide soorten van elkander ic onderscheiden. Wanneer dc plane. ten, Jupiter, Venus of Mars zoo hel der aan den nachtelijken hemel stra len, zou men ze allicht voor schitte- „crisls hetwelk klaarblijkelijk „meent, een veroudering in uw „plannen, het is een zeer gewich- „tige tijd op heden, alsook in de „naaste toekomst. „Daar is een belrekkelijken „stand der sterren welke van be langrijke invloed is op uw leven „en die waarschijnlijk oen gewich- „tige rol zal spelen in uw leven. „Do kwade tegenstelling uwer „ongunstigste Planeer voorspeie. „moeite van een geheel onver luchte aard, het is evenwel mo- „gelijk dat wanneer gij (vooruit) „gewaarschuwd wordt dit voorbij „mag gaan". Dit staaltje van vermakelijk Hol- Iandsch zou al in slaat zijn, om zeifs minder eenvoudige lieden aan Betje totaal van cle wijs te brengen. De professor ging dan verder voort: „Volgens de stand der Planeten „op uwe geboorte, blijkt het dat „gij geboren zijt onder hetzelfde „lecken als Rubens. Mark Twain, „Marie CoreUie, Charlotte M. „Yonge. „Gij zijt vastberaden, openhar- „tig, ijverig, eerzuchtig, edelmoe- „dig, getrouw en zeer bevatte lijk, volhardend en vlijtig in uw „bezigheden, kalm, koel cn ver- „druagzuum in moeilijkheden, al- „tijd bereid te helpen, steens „voorwaarts ziende, zeer gevoelig „en nadenkend cn begint nooit „iets zonder overweging, gij benut „openhartigheid en al wat groot „en goed is in liet leven. „Gij hebt een onderzoekende „geest en peilt onder het uiter- „lijko en zichtbare, zoekende naar „het volmaakte". „Uw wil is sterk met groot „doorzettingsvermogen, hierdoor „zult gij liet ver brengen in de „wereld. „De beliecrscheridi: elementen in „uw karakter zijn. bescheiden- „heid, billijkheid, trouwheid, re- -,/lelijkheid en een onafhankelen „aard. „Eerzuchtig en strevende om ui' „te munten, kunt gij andere lei- „den, rnaar ondervind veel moei- „lijkheden om te volgen in de „voetstappen van anderen. „Uw zaken houdt gij geheim, „gij raakt ligt in tooni, maar zi „spoedig weer goed en altijd ver- „g-iYc-nsgezind. „Gij bemint openhartigheid en „al wat groot en goed is in het „leven. „Veel van het goede, dat op uw „weg komt, komt van de planeet „Jupiter, welke gelijk staat aan „twee andere planeten, deze Pla- „neet, brengt uw veel geluk in uw „leven. „In het huiselijk leven zult gij „eenige onaangenaamheden on dervinden, welke mogen leiden „tot groote veranderingen in de „toekomst. ,,ln liet midden en het einde „van liet jaar moet gij uzelve in „acht nomen en u niet in gevaar begeven". Toen ik zoover gelezen had, keek li even op en zei tot Betje: Nou, daar kun je het mee doen... Had je dat van je zelf we] gedacht? Och meheer, zei ze, met haar rechterhand langs haar neus sti" kende, ik begrijp er niet veel van... Wat heb 'k er an? Ik gehore on der 't zelfde teelce as Marie Corellie en die andere juffrouw Charlotte. ik ken die juffrouwen he imaal en over mijn hufelik schrijft-ie niks! Dat kan nog komen, troostte ik, weer verder lezende: „Deze lezing is slechts een kor- „te uiteenzetting van zekere in vloeden die in uwe naiivileit „voorkomen (zeer raadselachtig k öoe de professor dit weet daar ,,hem het geboorteuur van Betje ,niet bekend was, en de nativi- teit den stand der sterren aan- geeft op liet uur der geboorte) „en hel eerste begin van iedere „lezing, maar ten einde een be- „ter en dieper inzicht ln uw ka- „rakter te krijgen, zoomede om „een dieper en grondiger oordeel „der Astrologische karakterbepa- „ling te vormen, is het noodzake lijk een uitgebreider lezing aan „te vragen. „Ten einde dit te bereiken „wordt den aanvragers van Le ningen aangeboden een Volledige „lezi-ng te laten uitwerken tegen „de prijs van f 2.50 (geregelde „prijs f 50.00) mils de aanvrage „geschiedt binnen 14 dagen na „ontvangst* dezer lezing". rende sterren aanzien. Door een kijker van eenige sterkte bespeuren we al spoedig het onderscheid. De eigenlijke sterren, allen zonnen, blij ven, door hun ontzettend grooten af stand, zelfs gezien door de machtig ste telescopen, niets dan fel schitte rende stipjes. De planeten en m a n e n echter ziet men, voor zoover de laatsten zichtbaar zijn, al terstond als lichtende schijfjes. De maan is, even als onze aarde, een duistere bol, die haar licht van de zon ontvangt, en dat naar ons te rugkaatst stel, dat we ons konden verplaatsen naar de maan, dan zou den we, van daar, de aarde kunnen bewonderen als een schitterende schijf, 134 maal grooter dan wij de maan zien. Daarbij is zeker de aartje van dc maan af gezien, een prachtig schouwspel. Ze is niet onbeweeglijk, maar draait in 24 uren aan de maan al haar zijden toe. met haar landen en zeeën in allerlei kleurschakeerin- gen c-n schitterend wit aan haar po len (de weerkaatsing der sneeuw- en ijsvelden). Wat n«i de grootte der maan be treft, tiaar middellijn is ongeveer ruim 3/10 van die der aarde. Met andere woorden als w e ons de aarde voorstellen als een bol van elf meter middellijn, zouden we voor de maan een bol moeten nemen van 3 meter middellijn. De naar ons toegekeerde zijde is zoo groot als een cirkel, ge trokken op de kaart van Europa, tus schen de Noordkaap en dc Zuid-Ooste lijke punt van Italië (Apulië) en van Ierland tot de Wolga in Rusland. Die cirkel omvat Noorwegen. Zweden. l)e- ncmarken, gedeeltelijk Rusland,, Aha! Daar kwam dan hot addertje uil het graa. De advertentie met de Gratis-aanbieding omtrent inlichtin gen over zaken; huwelijk, enz., met slechts 25 cent kosten voor schrijf werk, was dus de lokvogel. Maar om werkelijk iets te weten te komen diende je eerst nog f 2.50 te olforen, dat niet te veel was, vergeleken den „geregelde» prijs" van f 50. En? vroeg ik, naai' Betje op ziende, ben jo nu van plan een rijks daaldrr te zenden? Ken uwe denke! zei za (gedeci deerd, nee hoor! Hij zou 't voor 'n kwartje verspelle, stond er iri de krant. En nou stuurt-ie me die flau we praat... Hoe komt-ie daaran? vast niet uit de sterre, hoor!... Want ik heef er esprès op galet, maar de lieele week is ter geen sterretje an de lucht geweest... allemaal donkere avende. Ik vind, dat je er zeer gezond over redeneert, Betje! Hou je rijks daalder in je zak, beste. In deze dure tijden kun je hem beter gebruiken. Bij het verder doorlezen trof het me nog, dat de professor alles in het werk stelt, om die f 2.50 machtig te worden. Wat. cm en voor dien rijks daalder kreeg was een „Astrologisch meesterwerk een „uitgebreide as trologische lezing van 10.000 woor den", een „Volledige Horoscoop". Dan was er nog een mededeeüng bijgevoegd „dat het van groot belang was het geld per postwissel te zenden, daar er in den laatsten tijd zooveel oneerlijkheid bestaat onder het per soneel der Posterijen en wanneer men zilverbonnen of postzegels insluit dit de beambten in verzoeking.brengt. Aardig toch van den professor om die verzoeking van de beambten af ta wentelen. Ton slotte een clausule, die onont wikkelde, zenuwachtige lieden zal aansporen niet te rusten, alvorens die f 2.50 'per postwissel aan den professor verzonden zal zijn, want, wordt daarin gezegd: „Belangrijke en gewichtige ge beurtenissen zijn op hot punt in uw leven te verschijnen, zoudt gij verwonderd zijn, wanneer ik u verwittigde dat hot onverwachte op het punt is in uw leven te komen, gij staat thans op den rand eener crisis, ik heb een re den om deze aanmerking te ma ken, uw toekomst maakt mij be zorgd, ik zeg u in waarheid dat het meer dan noodzakelijk is dat gij vooruit gewaarschuwd wordt." Is het te verwonderen, dat er vele argeloozen zijn, die ar in vliegen en hun geld offeren, want da professor blijft aanhouden en laat zijn slacht offers voorloopig niet los. Wanneer da rijksdaalder niet vlug genoeg gezonden wordt, krijgt de betrokkene herhaaldelijk een aanma ning. Helpt dit niet, dan gaat de profes sor er toe over, zijn „Volledige "le zing" voor f 1.25 beschikbaar te stellen. Doch ook voor dit luttele be drag, was Betje niet te bewegen een post wisseltje te zenden. Toon heeft de professor in arremoe- de maar besloten te berichten al les op getypte velletjes dat hij dan de „Volledige Astrologische lezing" geheet gratis aanbood, wanneer Bet je hem do onkosten voor het typen en papier wilde overmaken (evenwel minstens f 0.60). Doch Betje heeft niets meer ge stuurd; zij bleef halsstarrig weige ren; zij wilde er niets meer mee te maken hebben; zelfs de aangeboden gelukssteen (aan te brengen in ring, broche, of dasspeld), die zij voor don civiel en prijs van f 1 kon bekomen, heeft ze hardnekkig genegeerd. Brieven nlt de Hofstad. Het fenomeen van den dag is na tuurlijk De Rubini. Op gezette tijden schijnt de wereld eens opgeschrikt te moeten worden door dezen of genen extra-ordinairen kunstenaar in mys tieke zaken, die alle geleerden ver bluft met zijn daden, welke min of meer op wonderen gelijken. De we tenschap staat dan een oogenblik ver slagen en versuftze moet zich even herstellen om haar hypothesen op te •bouwen, die den schijn zullen wek ken dat zij het geheim wel snapt, maar nog niet kan definieeren. Zoo gaat het nu ook weer met De Rubini. Deze vertoont zeer krasse staaltjes van mystieke kunst; de doc toren en de journalisten staan er bij, kijken heel geleerd, denken heel diep, maar snappen er niets van. Jammer dat zulke wondermenschen altijd op even snelle wijze van het tooneel ver-' Turkije, Italië, Frankrijk, Duitsch- land, Oostenrijk, Zwitserland, Ne derland, België, Engeland met de daar tusschen gelegen zeeën. De afstand van de maan van onzen wereldbol bedraagt ongeveer Blecbts 3d maal de middellijn onzer aarde. Indien we ons de aarde nog eens weer voorstellen als een bol van 11 meier middellijn, dan zouden we de maan als'bol van 3 M. moeten plaatsen op een afstand van 330 meter om een juiste voorstelling te versrijgen van haar afstand, in verhouding tot haar grootte. 'De beweging der maan is zéér sa mengesteld. Vooreerst draait ze om de aarde, die ze tevens moet volgen op de baan der aarde om de zon. Daar door strekt de baan der maan zich uit tot uitgestrekte lange bogen, die rle aardbaan volgen, waarbij ze de aardo steeds denzelfden kant toewendt. Bij elke omwenteling draait zij dus tel kens om haar eigen as. Zij komt, bij haar rondgang om do aarde, telkens in een andere richting te staan tot do zon. Wanneer de zon haar dan terzijde bestraalt, zien we slechts de halve schijf (eerste en laat ste kwartier), wanneer ze haar be schijnt aan den voorkant is het vollo maan. .Staat de zon zoo dat zij haar achterzijde bestraalt, dan is de maan voor ons onzichtbuar (.nieuwe muun'. Nu en dan, op wiskundig bereken de lijden, is de stand van de zon, de aarde en dc maan zóó, dat dc aar de liet licht der zon onderschept en de schaduw van de aarde op de maan vult. de maan wordt dan óf geheel óf gedeeltelijk verduisterd. Geen enkel voorwerp aun iiet uit- dwifnen als ze er op verschenen zijn. Tot nog toe is langs dezen weg niet veel ontdekt, dat langs directcn we- tenschappelijken weg niet gevonden werd. 't Was Zatex-dag een zonderlinge optocht door de Haagscho straten. Eenige auto's achter elkaar snorden rond. In de eerste stond een bleeke man recht overeind. Hij was in rok en deed denken aan een operazanger die 'm om heeft. Met een strak, bleek gelaat staarde hij in de lucht, zijn linkerarm had hij opgeheven als weg wijzer. Om hem heen in de auto za ten een paar doctoren en een paar journalisten. In de tweede auto stond Willy Mullens, de bekende film-ope rateur van Alberts Frères. Daarna volgde nog een auto met menschen van de pers. De Rubini meest uit café Central ergens in een der buitenwijken van de 6tad uit een woonhuis een schilde rij halen. Het ging nog al recht-ult op het doel aan alleen vlak in de buurt werkte de mystieke kracht niet zoo precies meer. Eerst werd 'toen een tochtje over den strandboulevard gemaakt. Het was daar juist zeer druk en dus waren toevallig veel meer menschen in de gelegenheid om den Ietwat vreemdsoortigen optorb» gade te slaan Maar het succes was enorm. De Rubini kwam met zijn schilderij aan en de wetenschap stond met een mond vol tanden. Het komt mij voor dat deze nieuwe wondermensch voor de wereld van heel veel belang zal wor den. Een loopjongen van den bestel dienst, dien je de boodschap tienmaal moet voorzeggen en tienmaal moet la ten nazeggen, doet zeker over liet transport van een schilderij van -Jeu Kranenburgerweg naar café Central drie uur. De Rubini doet boodschap pen die hij niet weet, sneller. En toch rijdt hij nog een heel eind om. Waarlijk, De Rubini moet een be steldienst openen. „Rubinistische sneldienst", het klinkt heusch goed. Intusschen, wij wachten maar weer geduldig af wat deze nieuwe geheim zinnige kunst oplevert. Wij hebben al meer van dergelijke artisten zien opstaan en na eenigen tijd zijn ze toch weer gaan zitten. Maar je kunt het niet weten. Gelukkig zijn er menschen die on middellijk weer enthousiast worden als er een nieuw fenomeen verschijnt. Niets is echter gevaarlijker dan geestdrift bij dergelijke ondoorgron delijkheden, want die staat een nucli- tere analyse zeer in den weg. Voor loopig blijven we op een afstand en zien als echte Hollanders het gevat sceptisch aan. Sceptisch blijven wij ook staan te genover het inbeslagnemen van Bar- busse's boek. Wat is dat toch een onhandigheid! Waar toch plotseling ai die exemplaren vandaan komen? Tot vóór de inbeslagneming had ik er niet één gezien, thans ontmoet men ze overal. In de tram zaten twee H. B. S.-meisjes, de een las de Holland- sclie vertaling, de ander had de Fran- sche editie. Zij zaten zich te vermaken met het vergelijkenl Ziedaar het ef fect van de verbodsbepaling. Het ver haal gaat dat spoedig het verbod zal worden ingetrokken om nog te red den wat er te redden valt. De erva ring leert thans, dat het toch uitslui tend in verkeerde handen komt. Het toppunt van dwaasheid is wel dat het toch in de eene stad wel vrij is (e krijgen, in de andere niet. Alsof er geen post bestaat die als ijverig die naar van den Staat driik meehelpt om het ingrijpen van den rechter van nul en geenerlei waarde te maken. Zelden is een inbeslagneming zoo'n fout geweest als ditmaal bij het boek van Barbusse. Het typeert wel den .toestand dat het boek tegen lager prijs verkrijgbaar is dan oorspronke lijk het geval was. Is er soms een tweede druk verschenen? De Haagsche winkelweek is be gonnen! De winkeliers doen al hun best orn weer een wit voetje te krij gen bij het publiek, dat in de crisis jaren niet aangenaam is gestemd ge worden over sommige leveranciers. Nu moet het weer gauw anders wor den, want de tijden draaien naar den ouden toestand toe. De tirannie van den kruidenier en den slager is voor bij. „Wat mot-je" dat dé laatste crisis- vorm van de winkelbeleefdheid was geworden, moet weer piaats maken voor „wat belieft u, dame" De winkelweek is de eerste poging om weer het vertrouwen te herwi' - nen. Waarlijk, de menschen sloven zich uit. Of het zal gelukken? Wij- zijn al weer sceptisch, maar wij hopen er het beste van. HAGENAAR. spansel is, wat hare oppervlakte, bó- treft, meer bestudeerd dan de maan. Tal van astronomen zijn nog steeds bezig haar te onderzoeken, hare vor men nauwkeurig te beschouwen en n beeld te brengen. In heldere nachten teekenen zich haar landschappen scherp af en zijn mei de telescoop zóó duidelijk zichbaar, dat de maan- kaarlen nauwkeuriger en uitvoeriger zijn dan die van de aarde, waarvan groote gedeelten ons nog geheel on bekend zijn. Wanneer we de maan met aandacht beschouwen, dan ontdekken wij, reeds met het bloote oog, allerlei fi guren, heldere en minder schitteren de gedeelten, donkere stippen, uitge breide grijze plekken en andere schaduwen. De verbeelding van do groote menigte heeft in die schadu wen een mensehelijk gelaat meenen to zien en beelden de maan zoo ook af; bij nadere beschouwing blijft er ech ter niets van dat fantastische beeld over. Door een goeden tooneelkijker ziet men de verschillende vormen reeds beter te voorschijn treden en on derscheidt men duidelijk de scherpe omtrekken der grijze plekken, nog al tijd zeeën genoemd. Ofschoon reeds in 1610, toen de verrekijker werd uitge vonden. men met eenige zekerheid kon vaststellen, dat op de maan geen water was, beeft men toch maar do benaming van zeeën gehandhaafd. Bij volle maan hebben we een totaal over zicht van deze vlakten, die een groot deel van het naar ons toegekeerde maanoppervlak bedekken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 8