Dc ftstraloojj,
door
SIMON MOS.
't Was me al lang opgevallen. Daar
groeide iels. Er was wat. Ze deed zoo
Vreemd. Al geruirnen tijd. Maar toen
Ik laatst op een avond bezig was een
artikeltje te schrijven, werd het raad
sel opgelost.
Nadat tr bescheiden op de deur van
myn kamertje werd geklopt, riep ik
luid en niet een tikje vroolijkheid in
mijn stem:
Ja, jal Kom er maar in! den
kend, dat mijn vrouw mij met een
kopje ihee kwam verrassen, nu die
kostelijke drank weer verstrekt kon
jvorden.
Maar dat ging mijn mond voorbij,
.want het was mijn vrouw niet, doch
onze gedienstige, Beije!
Wat moest d i e nog? Op dit uur
zoo laat!
Ze vergiste zich, ongetwijfeld! Zij
moest mijn vrouw hebben, natuurlijk!
En ze dacht zeker, dat die bij mij
.was.
Mis, Betjet gooide ik haar, even
opziende van mijn werk, tegemoet,
alvorens zij het doel van haar komsi
kon verwittigen, je dacht mevrouw
hier te vinden, hè?
- Nee, meheer, zei ze, terwij! ze
met dc rechterhand haar boezelaar
glad streek, mevrouw is beneje!-
Maar as 't meheer schikt, wou 'k wel
erres wat vrage an u w e!
Aan mij? vroeg ik eonigszins
verbaasd, daar dit dan wel iets bij
zonders moest zijn, aangezien zij om
trent de gewone huiselijke zaken,
mijn raad nimmer van noóde had.
- Ja. meliee:sprak ze, blijkbaar
nog erg bedeesd ik heb 't uwe al lang
erres wille vrage
Tjonge! dacm ik. nat schijnt nog al
gewtciiug te zijn, wat ze op haar hart
iieefl. liet is stelligiets, waar ze bij
mijn vrouw niet mee durft aanko
men Wacht even, ik beu er't
zal om loonsverhooging zijn aat
zit in de lucht tegenwoordig Ocli,
waarom niet*. Waarom Betje niet net
zoo goed als ieder ander?
Wel, Betje! moedigde ik aan.
.Wat had je?... Kom er rond voor
uitJe weet, als ik je met raad en
daad van d.enst kan zijn,dan
Juist meheer, dat weet 'k, viel ze
in, mm of meer op haar gemak ge
steld en knikkend met haar hoofd.
En toen aarzelde ze niet, mij alles
wut ze op het hart had zij het dan
ook wat afgebroken en onsamenhan
gend aclue- elkaar mee te deelen.
^e kwam al wat op jarenZe
diende al zoo lang Ze vreesde
voor den ouden dagWaar moest
za dan heen?Zonder familie, o{
kennissen Daar had ze eens ern
stig over nagedacht.
-- Kom, kom! suste ik, je weel wel
zoolang w ij leven, behoef je je daar
over niet ongerust te maken Je hebt
bij ons een tehuis.
Jawel, meheer, dè weet 'k, be-
uarnde Betje, maar 'k bedoel maar
't zou toch ok wel erres aardig weze,
een e i g e thuis te hebben met zoo
je ei go gedoente en omgeving.
•- Aho! was 't em dat!Dus als
als ik je goed begrijp, vroeg ik haar,
dan was 't je 1 'ee een huwelijk aan
te gaan?
lJrecies( meheer, knikte Betje,
b.ijivbaar opgelucht, nu i k dat ge-
.wichuge woord had gesproken.
Ju, zei ik, dón houd alles op!
Wanneer je 'n goed huwelijk kunt
doen, dan heb je gelijk, natuurlijk!...
Dus is er iemand, die je gevraagd
heelt?
- >eo, meneer, dèl niet. Maar daar
om zou ik toch graag wille wele, of
'k nog erres zou trouwe.
- Ik inoet je eertijk zeggen, dat ik
nog niet begrijp waar je heen wilt,
Utije: lleb je dan soms zelf het
oog op een oepaald persoon?
-- Och heere, meneer, heelemaal
nic, Nee, ik heef nog niemand op
't oog.
.Sou, je moet me niet kwalijk ne-
riu-n.. maar 't blijft me nog duis
ter.
Kijk es, meheer, zei Betje, terwijl
zij een nummer van de „Nieuwsbode"
openvouwde, en met haar dikken
wijsvinger een advertentie aanwees,
dal iieef lk nou al zoo dikkels geieze....
te.kes in het blad van Zaterdag
avond wat zou uwe daarvan ueu-
ke?
in de door Betje bedoelde annonce,
stond het volgende vermeld:
„KARAKTER.
„Uw leven beschreven Gratis
„door den wereldberoemden As
trologer. Inlichtingen omtrent
„zaken, legaten, veranderingen,
„Huwelijk, enz.
„Voldoening verzekerd.
„Zendt 25 cent aan Postzegels
Een leekenpraatje over
tien sterrenhemel.
3.
We weten nu dat onze wereldbol in
865 dagen (of juister 3654) haar groo-
tcn cirkel om de zon doorloopt. Ze
legi in dien tijd een weg af van enor-
incn omvang, n.l. 930 raillioen kilo-
meters, dus in elke seconde negen en
twintig duizend vierhonderd vijflig ki
lometers. Daarbij draait zij om hare
as in 24 uur met een snelheid van
ruim 530 Kilometer in het uur. Toch
heeft de aarde nog een andere be
weging. De zon zelf staat ook niet stil
in de oneindige ruimte en beweegt
zich met groote snelheid, mot liaar ge
ilede planetenstelsel in de richting
Van het slerrebee.d Hercules. De aar
de beschrijft dus geen gesloten kring,
maar gaat al draaiende om haar as
en wentelend oin dc zon, in groote
spiralen met de zon mei enorme vaart
door de oneindige ruimte
an de zon en de verst staan*» pl?.-
netcn of gezien, is onze aarde slechts
een lichtgevend puntje onder de dui-
zenden sterren. Voor de dichtsihij-
7 ,ndc pluneten Mars, Venus en Mer-
curlns i* onze aarde een helder lich
tende ster, zooals Venus voor ons oog.
Zoo wentelen de planeten, op enor
me afstanden van elkander om de ver
verwijderde zon, nauwelijks voor el-
Kaar zichtbaar, verdwenen onder het
groote aantal dat aan den hemel
Schittert. Wat schijnt ons de plaats,
die on*e aarde inneemt in het heelal.
„voor porto en schrijfwerk met
„datum en jaar van geboorte
Niet onaardig, zei ik lachende,
haar de „Nieuwsbode" weer aanrei
kend.
Die meheer geeft dus inlichtin
gen over liet huwelijk, lichtte Betje
toe, een astereloog is-tie wat is
dat, meheer, as 'k vrage mag?
Och," zei ik, da's een sterrekijkef,
iemand die uit den stand van de pla
neten voorspellingen doet.
Heeremetijd! schrikte Betje, hoe
is 't mogelik!
En wou je op die advertentie
schrijven? vroeg ik.
Ja, meheer! antwoordde Betje,
met een zucht, en terwijl ze een vel
letje postpapier uit haar zak opdiep
te, vervolgde ze: ik heb de brief al
klaarns meheer em nou erres
w <u leze, of 't ïw goea zou weze?
Op het voorste blaadje van het vel
letje had Betje, met een weinig te
groote letters, doch overigens vrij net
jes, geschreven:
„Febrejari.
„Meheer.
„Ik heev in de Nieusbode van
„meheer Gelezo. asdat uwe ver-
spellingen in ale Snake kan
„Doen. ik ben Geboore. anoo 1874
„op de Iwinttigse maart en dus
„bei Leeve en Welweese. bri
„kansl vijfenveertig Jaar en lb
„wou graag Weeto of ik noch in
„Het huweiek zei treede Wand
„het dienne. Staat me Wel een
„beetien Teuge. op mein leevteid
„Had ik Daar gaag andwoord op
„meheer
Uwes dienswilige
„Betje Winter,
„de fijv possegelies site der in".
Misschien is ter soms 'n enkel
foutje in, meheer? vroeg Betje schuch
ter, toen ik den brief gelezen had.
Och! zei lk, laconisch, 'n enkel
foutje wel, maar dat doet er weinig
toe... Die .mijnheer zal je best be
grijpen.
Dus zou uwe denke, dat 't zoi» in
orde koml?
Ik had geen geringe moeite mijn
ernst te bewaren, en wist eigenln'
ook niet goed wat tk zou antwoorden.
De brave meid deed zoo komisch ge
wichtig en vatte die affaire met zoo
veel ernst op: het was zoo moeib-
haar zoo botweg de illusièn te ont
nemen, die zo blijkbaar verwachtte
van dit- schrijven.
Ja, zei ik, oen uitvlucht zoeken
de, heb je heb je daar vertrouwen
in? Geloof je aan voorspellin
gen?
Och, meheer, zei ze, wat zal 'k
uwe daarvan zeggen éénmaal heb
ik me der es rne toekomst late ver-
spelle ik was toen nog heel jong
't was op de kerrerois in de
Bosch door een dikke waarzeg
ster on
Enis dat uitgekomen? viel ik haar
in de rede.
Nou meheer, zc verspelde me, ns
dat. ik zou trouwe met 'n zeeman on
dat 'k dertien kinderen zou krijgen,
maar dat is tot hede nog niet uitge-
koihme.
Nee, tot lieden nog niet, beves
tigde ik, mijn hoofd even afwendend,
om mijn lachen te verbergen, je be
doelt, dat dat nog zou kunnen gebeu
ren?
Ja meheer en nou wou 'k ok eens
wete van die meheer uit de Nieuws
bode.
Och, zei ik, je kunt '1 probeeren..
Gewoonlijk zijn die voorspellingen
verlakkerij, hetzij ze dan door oen
waarzegster op de kermis, of door
een sterrekijker worden verricht De
kosten zijn gelukkig niet groot.
Daarom meheer, dacht ik: voor
'n kwartje is dat wel es te wage
maar 't is zoo'n raar adres, weet uwe
waar dat is?
Nee, maar dat welen ze aan de
Post wel, Betjel Die mijnheer wil
liever niet weten waar hij woont en
daarom heeft-ie aan *t Postkantoor
een box gehuurd. Dat is 'n kastje,
waar hij het sleuteltje van heeft en
nu word en alle brieven en postwissels
voor dien mijnheer bestemd, in dat
kastje gedaan en door hem van tijd
tot tijd weggehaald.
Dus dat adres dan maar op de
envelop zette, hè melieer? dan
komt 't wel terecht?
Sekuur, hoor! Jc moet me 't ant
woord toch eens laten weten, Betje!
Zeker, meheer, dat zal 'k doen,
zei de oude gedienstige, en slofte met
de „Nieuwsbode" en haar brief voor
den Astroloog het vertrek uit.
Wel heb ik ooit van mijn leven!
Dat was hel dus. Zij wilde graag
weien, of ze door de banden der liet-
de verbonden zou worden, dat wil zeg
gen in het huwelijk zou treden, of
ze een eigen huishouden zou krijgen,
dan verbazend nietig on onbeduidend!
Een stipje aan den sterrenhemel,
een der allerkleinste sterretjes, nau
welijks voor hare naaste buren zicht
baar, en voor verdere beschouwers m
't niet verdwijnende.
En op die kleine, draaiende stip
krioelen moer dan 1400 millioen men
schen, nietige aardwormen, gebon
den aan tijd en ruimte, broos van be
staan, kort van levensduur, en toch
vol hoogmod en eigenwaan, vol be
geerten en hartstochten. Hersen
schimmen najagend en uit egoïsme
elkaar be oorlogend en doodend, met
woord en daad. Maar toch ook ver
heven boven alles in de natuur hier
beneden, hare krachten aan zich
dienstbaar makende, hare geheimen
zoekende ie doorgronden, om daar
door tot helder inzicht te komen van
hun eigen bestaan, en van hunne be
trekking tot hunne mederaenschen,
en tot den Almachtigcn formeerder
van het onbegrijpelijke eeuwige heel
al, l.aat ons eindigen met een woord
van Flainmanon, den beroemden
Franse? en astronoom, den idealist
onder de sterrekundigen.
„Als de menschhcid tot de kennis
zal zijn ggkomen hoe weinig de aarde
beteekent, als zij zal hebben inge
zien hoe nietig de aarde is in de
ruimte wanneer de menscliheid de
verhevenheid der schepping meer op
prijs zal gaan stellen, dan zal zij
niët meer zoo dwaas handelen, zoo
aan het stof zijn gehecht, zoo bijge-
loovig en kortzichtig. Dan zal er vrede
zijn <.p aarde! Men zal de waarheid
liefhebben, het srhoone bewonderen,
het goede volbrengen, de rede on!
wikkelen, en de groote gaven »an
of ze nog eenmaal haar dienstbe
trekking vaarwel zou kunnen zeggen.
En dat wilde ze door de waarnemin
gen van dien sterrekijker vernemen.
Bespottelijk? Och, waarom?
Waren er niet heel andere men-
schen geweest, dan de eenvoudige,
haar plicht doende, Betje! welke in de
voorspellingen van zulke Charlesans
hun heil zochten? Tal van voorname
personaadjes, wetenschappelijke man
nen, acteurs, schilders, souveroinen,
zelfs de grootste lieerschers van alle
lijden zijn niet vrij geweest van zulk
bijgeloof.
Alexander de Groote was, naar
Plutarchus bericht, tegen het einde
zijns levens, door een schaar waar
zeggers omgeven, die hem de naaste
en de verre toekomst moesten voor
spellen.
En wat doet het er ten slotte toe,
hoe de toekomst wordt voorspeld.
Er zijn er, die de kaarten raadplegen,
gelijk Napoleon I- deed, die voor
groote beslissende besluiten en voor
veldslagen, altijd een patience-spelle
tje legde, om de kaarten te doen ver
klaren, of het geluk hem gunstig zou
zijn. Anderen lezen uit de lijnen vuu
de hand, werken met koffiedik of een
ei en de prj es teres Pythia voorspelde
de toekomst door liet inademen van
narcotische dampen.
Niemand duide het dus onze goed-
geloovige dienstbare ten kwade, dat
z ij haar heil zocht bij den astroloog,
of te wel, den sterrekijker, vooral
daar hij zijn ophelderingen „Gratis",
met een bagatel voor administratie
kosten, verstrekte.
Er verliepen ongeveer vijl dagen,
alvorens het antwoord van den astro
loog kwam; Maandag trad zij geschre
ven en Zaterdag kwant Betje niet den
brief aan haar adres, weer naar mij
toe.
Hel ai!Woord was in kwantiteit
aan papier nog al gewichtig, zelfs
zoó, dat de geadresseerde zeven cen
ten strafport moest betalen, <jnar de
astroloog slechts gefrankeerd had
voor een brief met normalen inhoud.
Het waren vier getypte vellen si hrijf-
-machine-papier, in kwartoformaat,
door 'n stevigen papierbindei verbon
den: benevens een gedrukt reclame
kaartje, waarop het verzoek was ge
steld: „dit aan een uwer vrienden te
geven".
Op het Voorste blad was het por
tret afgedrukt van den astroloog,
thans tot professor gepromoveerd; een
intelligente kop, met zwart haar en
een dito vollen baard, een hoog voor
hoofd, goed gevormden neus en
ooren, terwijl de donkere, met dikke,
zwarte wenkbrauwen, overschaduw
de oogen doordringend tot in de ziel
van den argeioozen aanschouwer ke
ken. Daaronder was in het Engelsen
toegevoegd: „De eenige astroloog om
voor den koning en de koningin te
mogen verschijnen. Getuigschriften
van de voornaamste aristocratie,
waaronder Prinsen en Prinsessen".
Waarom dit in het Engelsch werd
vermeld, is niet duidelijk, aangezien
de professor hoogstwaarschijnlijk toch
geen Engelschman is.
Nevens het portret was gedrukt een
figuur als een wagenrad, bestaande
uit drie cirkels; tusschen den eersten
em tweeden was de ruimte door eeni
ge stralen lijkende op de spoken
van een wiel verdeeld in vakken,
vvaarin de cijfers van 112, tusschen
den tweeden en derden cirkel de
velgen van het wiel waren niet
blauw gecopieerd. eenige vermoede
lijk met een pen geteekende mvstc-
rieiise figuren.
Het was verder duidelijk zichtbaar,
dat het machineschrift op de vier vel
len eveneens gecopieerd was, die-en
de aanhef: „Mejuffrouw B. Winter"
was er klaarblijkelijk afzonderlijk bo
ven getypt. Deze vellen dienen dus
ook als antwoord op vragen van an
dere personen, die wellicht heel iets
anders dan Betje. bijvoorbeeld in
lichtingen over een legaat, of erfenis,
verzoeken, en liggen dus zeer waar
schijnlijk al gereed; alleen om er een
schijn van gewichtigheid aan te ge
ven, wordt met de afzending nog een
paar dagen gewacht
Welke waarde aan het medegedeel
de moet worden toegekend, ligt nu al
dadc-iijk voorde hand, en als het geen
zonde was van de plaatsruimte en
liet dure papier, zouden wij gaarne
alle nonsens willen afschrijven, wel
ke op die vier vellen waren vermeld
en die door den professor aan de
brave Betje werd toegeschreven. Doch
enkele der voornaamste punten willeD
wij den lezers niet onthouden.
Het begon aldus:
„Na een zeer zorgvuldig onder
hoek der verschillende planeten
„welke van grooten invloed zijn
„zijn over uw dagelijksche leven,
„vind ik dat er aanwijzingen zijn,
„dat gij nu staa top den rand der
hoofd en hart doen samenwerken in
de reinste harmonie."
DE MAAN.
De maan! Allen kennen wij haar,
de schitterende schijf aan den hemel,
die onze nachten verlicht met haar
stillen, zachten glans. Zij vertoont
zich voor ons oog in verschillende ge
daanten, van een scherpe, fijne sikkel
af tot aan de geheele volheid van haar
vorm, om dan weer af te nemen en
ten laatste onzichtbaar te worden. In
't Oosten zien we haar opkomen, soms
zeer vergroot en rood getint door de
avondnevels, om in 't Westen weer
onder te gaan.
Ofschoon de maan voor ons oog on
geveer dezelfde afmeting heeft als de
zon, is ze toch in werkelijkheid een
der kleinste hemellichamen. Ze schijnt
ons zoo groot omdat ze van allen het
dichtst bij de aarde staat. Ze is de
onafscheidelijke gezellin van de
aarde op haar reis om de zon.
Wat is nu toch eigenlijk de maan?
Van waar heeft ze nu dat zilverliel-
dcre licht?
Men onderscheidt aan het uitspan
sel twee soorten van hemelbollen.
Die welke zelf lichtgevend zijn, de
zonnen, en die, zelf duistere bol
len, door de zon worden verlicht en
dat licht terugkaartsen, de p 1 a-
neten en de manen, 't Is voor
een leek, die den sterrenhemel be
schouwt. niet altijd even gemakkelijk
die- beide soorten van elkander ic
onderscheiden. Wanneer dc plane.
ten, Jupiter, Venus of Mars zoo hel
der aan den nachtelijken hemel stra
len, zou men ze allicht voor schitte-
„crisls hetwelk klaarblijkelijk
„meent, een veroudering in uw
„plannen, het is een zeer gewich-
„tige tijd op heden, alsook in de
„naaste toekomst.
„Daar is een belrekkelijken
„stand der sterren welke van be
langrijke invloed is op uw leven
„en die waarschijnlijk oen gewich-
„tige rol zal spelen in uw leven.
„Do kwade tegenstelling uwer
„ongunstigste Planeer voorspeie.
„moeite van een geheel onver
luchte aard, het is evenwel mo-
„gelijk dat wanneer gij (vooruit)
„gewaarschuwd wordt dit voorbij
„mag gaan".
Dit staaltje van vermakelijk Hol-
Iandsch zou al in slaat zijn, om zeifs
minder eenvoudige lieden aan Betje
totaal van cle wijs te brengen.
De professor ging dan verder voort:
„Volgens de stand der Planeten
„op uwe geboorte, blijkt het dat
„gij geboren zijt onder hetzelfde
„lecken als Rubens. Mark Twain,
„Marie CoreUie, Charlotte M.
„Yonge.
„Gij zijt vastberaden, openhar-
„tig, ijverig, eerzuchtig, edelmoe-
„dig, getrouw en zeer bevatte
lijk, volhardend en vlijtig in uw
„bezigheden, kalm, koel cn ver-
„druagzuum in moeilijkheden, al-
„tijd bereid te helpen, steens
„voorwaarts ziende, zeer gevoelig
„en nadenkend cn begint nooit
„iets zonder overweging, gij benut
„openhartigheid en al wat groot
„en goed is in liet leven.
„Gij hebt een onderzoekende
„geest en peilt onder het uiter-
„lijko en zichtbare, zoekende naar
„het volmaakte".
„Uw wil is sterk met groot
„doorzettingsvermogen, hierdoor
„zult gij liet ver brengen in de
„wereld.
„De beliecrscheridi: elementen in
„uw karakter zijn. bescheiden-
„heid, billijkheid, trouwheid, re-
-,/lelijkheid en een onafhankelen
„aard.
„Eerzuchtig en strevende om ui'
„te munten, kunt gij andere lei-
„den, rnaar ondervind veel moei-
„lijkheden om te volgen in de
„voetstappen van anderen.
„Uw zaken houdt gij geheim,
„gij raakt ligt in tooni, maar zi
„spoedig weer goed en altijd ver-
„g-iYc-nsgezind.
„Gij bemint openhartigheid en
„al wat groot en goed is in het
„leven.
„Veel van het goede, dat op uw
„weg komt, komt van de planeet
„Jupiter, welke gelijk staat aan
„twee andere planeten, deze Pla-
„neet, brengt uw veel geluk in uw
„leven.
„In het huiselijk leven zult gij
„eenige onaangenaamheden on
dervinden, welke mogen leiden
„tot groote veranderingen in de
„toekomst.
,,ln liet midden en het einde
„van liet jaar moet gij uzelve in
„acht nomen en u niet in gevaar
begeven".
Toen ik zoover gelezen had, keek li
even op en zei tot Betje:
Nou, daar kun je het mee doen...
Had je dat van je zelf we] gedacht?
Och meheer, zei ze, met haar
rechterhand langs haar neus sti"
kende, ik begrijp er niet veel van...
Wat heb 'k er an? Ik gehore on
der 't zelfde teelce as Marie Corellie
en die andere juffrouw Charlotte.
ik ken die juffrouwen he imaal
en over mijn hufelik schrijft-ie
niks!
Dat kan nog komen, troostte ik,
weer verder lezende:
„Deze lezing is slechts een kor-
„te uiteenzetting van zekere in
vloeden die in uwe naiivileit
„voorkomen (zeer raadselachtig
k öoe de professor dit weet daar
,,hem het geboorteuur van Betje
,niet bekend was, en de nativi-
teit den stand der sterren aan-
geeft op liet uur der geboorte)
„en hel eerste begin van iedere
„lezing, maar ten einde een be-
„ter en dieper inzicht ln uw ka-
„rakter te krijgen, zoomede om
„een dieper en grondiger oordeel
„der Astrologische karakterbepa-
„ling te vormen, is het noodzake
lijk een uitgebreider lezing aan
„te vragen.
„Ten einde dit te bereiken
„wordt den aanvragers van Le
ningen aangeboden een Volledige
„lezi-ng te laten uitwerken tegen
„de prijs van f 2.50 (geregelde
„prijs f 50.00) mils de aanvrage
„geschiedt binnen 14 dagen na
„ontvangst* dezer lezing".
rende sterren aanzien. Door een
kijker van eenige sterkte bespeuren
we al spoedig het onderscheid. De
eigenlijke sterren, allen zonnen, blij
ven, door hun ontzettend grooten af
stand, zelfs gezien door de machtig
ste telescopen, niets dan fel schitte
rende stipjes. De planeten en
m a n e n echter ziet men, voor zoover
de laatsten zichtbaar zijn, al terstond
als lichtende schijfjes.
De maan is, even als onze aarde,
een duistere bol, die haar licht van
de zon ontvangt, en dat naar ons te
rugkaatst stel, dat we ons konden
verplaatsen naar de maan, dan zou
den we, van daar, de aarde kunnen
bewonderen als een schitterende
schijf, 134 maal grooter dan wij de
maan zien. Daarbij is zeker de aartje
van dc maan af gezien, een prachtig
schouwspel. Ze is niet onbeweeglijk,
maar draait in 24 uren aan de maan
al haar zijden toe. met haar landen
en zeeën in allerlei kleurschakeerin-
gen c-n schitterend wit aan haar po
len (de weerkaatsing der sneeuw- en
ijsvelden).
Wat n«i de grootte der maan be
treft, tiaar middellijn is ongeveer
ruim 3/10 van die der aarde. Met
andere woorden als w e ons de aarde
voorstellen als een bol van elf meter
middellijn, zouden we voor de maan
een bol moeten nemen van 3 meter
middellijn. De naar ons toegekeerde
zijde is zoo groot als een cirkel, ge
trokken op de kaart van Europa, tus
schen de Noordkaap en dc Zuid-Ooste
lijke punt van Italië (Apulië) en van
Ierland tot de Wolga in Rusland. Die
cirkel omvat Noorwegen. Zweden. l)e-
ncmarken, gedeeltelijk Rusland,,
Aha! Daar kwam dan hot addertje
uil het graa. De advertentie met de
Gratis-aanbieding omtrent inlichtin
gen over zaken; huwelijk, enz., met
slechts 25 cent kosten voor schrijf
werk, was dus de lokvogel. Maar om
werkelijk iets te weten te komen
diende je eerst nog f 2.50 te olforen,
dat niet te veel was, vergeleken
den „geregelde» prijs" van f 50.
En? vroeg ik, naai' Betje op
ziende, ben jo nu van plan een rijks
daaldrr te zenden?
Ken uwe denke! zei za (gedeci
deerd, nee hoor! Hij zou 't voor 'n
kwartje verspelle, stond er iri de
krant. En nou stuurt-ie me die flau
we praat... Hoe komt-ie daaran?
vast niet uit de sterre, hoor!... Want
ik heef er esprès op galet, maar de
lieele week is ter geen sterretje an
de lucht geweest... allemaal donkere
avende.
Ik vind, dat je er zeer gezond
over redeneert, Betje! Hou je rijks
daalder in je zak, beste. In deze dure
tijden kun je hem beter gebruiken.
Bij het verder doorlezen trof het
me nog, dat de professor alles in het
werk stelt, om die f 2.50 machtig te
worden. Wat. cm en voor dien rijks
daalder kreeg was een „Astrologisch
meesterwerk een „uitgebreide as
trologische lezing van 10.000 woor
den", een „Volledige Horoscoop".
Dan was er nog een mededeeüng
bijgevoegd „dat het van groot belang
was het geld per postwissel te zenden,
daar er in den laatsten tijd zooveel
oneerlijkheid bestaat onder het per
soneel der Posterijen en wanneer
men zilverbonnen of postzegels insluit
dit de beambten in verzoeking.brengt.
Aardig toch van den professor om
die verzoeking van de beambten af
ta wentelen.
Ton slotte een clausule, die onont
wikkelde, zenuwachtige lieden zal
aansporen niet te rusten, alvorens
die f 2.50 'per postwissel aan den
professor verzonden zal zijn, want,
wordt daarin gezegd:
„Belangrijke en gewichtige ge
beurtenissen zijn op hot punt in
uw leven te verschijnen, zoudt gij
verwonderd zijn, wanneer ik u
verwittigde dat hot onverwachte
op het punt is in uw leven te
komen, gij staat thans op den
rand eener crisis, ik heb een re
den om deze aanmerking te ma
ken, uw toekomst maakt mij be
zorgd, ik zeg u in waarheid dat
het meer dan noodzakelijk is dat
gij vooruit gewaarschuwd wordt."
Is het te verwonderen, dat er vele
argeloozen zijn, die ar in vliegen en
hun geld offeren, want da professor
blijft aanhouden en laat zijn slacht
offers voorloopig niet los.
Wanneer da rijksdaalder niet vlug
genoeg gezonden wordt, krijgt de
betrokkene herhaaldelijk een aanma
ning.
Helpt dit niet, dan gaat de profes
sor er toe over, zijn „Volledige "le
zing" voor f 1.25 beschikbaar te
stellen. Doch ook voor dit luttele be
drag, was Betje niet te bewegen een
post wisseltje te zenden.
Toon heeft de professor in arremoe-
de maar besloten te berichten al
les op getypte velletjes dat hij dan
de „Volledige Astrologische lezing"
geheet gratis aanbood, wanneer Bet
je hem do onkosten voor het typen
en papier wilde overmaken (evenwel
minstens f 0.60).
Doch Betje heeft niets meer ge
stuurd; zij bleef halsstarrig weige
ren; zij wilde er niets meer mee te
maken hebben; zelfs de aangeboden
gelukssteen (aan te brengen in ring,
broche, of dasspeld), die zij voor don
civiel en prijs van f 1 kon bekomen,
heeft ze hardnekkig genegeerd.
Brieven nlt de Hofstad.
Het fenomeen van den dag is na
tuurlijk De Rubini. Op gezette tijden
schijnt de wereld eens opgeschrikt te
moeten worden door dezen of genen
extra-ordinairen kunstenaar in mys
tieke zaken, die alle geleerden ver
bluft met zijn daden, welke min of
meer op wonderen gelijken. De we
tenschap staat dan een oogenblik ver
slagen en versuftze moet zich even
herstellen om haar hypothesen op te
•bouwen, die den schijn zullen wek
ken dat zij het geheim wel snapt,
maar nog niet kan definieeren.
Zoo gaat het nu ook weer met De
Rubini. Deze vertoont zeer krasse
staaltjes van mystieke kunst; de doc
toren en de journalisten staan er bij,
kijken heel geleerd, denken heel diep,
maar snappen er niets van. Jammer
dat zulke wondermenschen altijd op
even snelle wijze van het tooneel ver-'
Turkije, Italië, Frankrijk, Duitsch-
land, Oostenrijk, Zwitserland, Ne
derland, België, Engeland met de
daar tusschen gelegen zeeën.
De afstand van de maan van onzen
wereldbol bedraagt ongeveer Blecbts
3d maal de middellijn onzer aarde.
Indien we ons de aarde nog eens weer
voorstellen als een bol van 11 meier
middellijn, dan zouden we de maan
als'bol van 3 M. moeten plaatsen op
een afstand van 330 meter om een
juiste voorstelling te versrijgen van
haar afstand, in verhouding tot haar
grootte.
'De beweging der maan is zéér sa
mengesteld. Vooreerst draait ze om de
aarde, die ze tevens moet volgen op
de baan der aarde om de zon. Daar
door strekt de baan der maan zich uit
tot uitgestrekte lange bogen, die rle
aardbaan volgen, waarbij ze de aardo
steeds denzelfden kant toewendt. Bij
elke omwenteling draait zij dus tel
kens om haar eigen as.
Zij komt, bij haar rondgang om do
aarde, telkens in een andere richting
te staan tot do zon. Wanneer de zon
haar dan terzijde bestraalt, zien we
slechts de halve schijf (eerste en laat
ste kwartier), wanneer ze haar be
schijnt aan den voorkant is het vollo
maan. .Staat de zon zoo dat zij haar
achterzijde bestraalt, dan is de maan
voor ons onzichtbuar (.nieuwe muun'.
Nu en dan, op wiskundig bereken
de lijden, is de stand van de zon,
de aarde en dc maan zóó, dat dc aar
de liet licht der zon onderschept en
de schaduw van de aarde op de maan
vult. de maan wordt dan óf geheel óf
gedeeltelijk verduisterd.
Geen enkel voorwerp aun iiet uit-
dwifnen als ze er op verschenen zijn.
Tot nog toe is langs dezen weg niet
veel ontdekt, dat langs directcn we-
tenschappelijken weg niet gevonden
werd.
't Was Zatex-dag een zonderlinge
optocht door de Haagscho straten.
Eenige auto's achter elkaar snorden
rond. In de eerste stond een bleeke
man recht overeind. Hij was in rok
en deed denken aan een operazanger
die 'm om heeft. Met een strak, bleek
gelaat staarde hij in de lucht, zijn
linkerarm had hij opgeheven als weg
wijzer. Om hem heen in de auto za
ten een paar doctoren en een paar
journalisten. In de tweede auto stond
Willy Mullens, de bekende film-ope
rateur van Alberts Frères. Daarna
volgde nog een auto met menschen
van de pers.
De Rubini meest uit café Central
ergens in een der buitenwijken van
de 6tad uit een woonhuis een schilde
rij halen. Het ging nog al recht-ult
op het doel aan alleen vlak in de
buurt werkte de mystieke kracht niet
zoo precies meer. Eerst werd 'toen
een tochtje over den strandboulevard
gemaakt. Het was daar juist zeer
druk en dus waren toevallig veel
meer menschen in de gelegenheid om
den Ietwat vreemdsoortigen optorb»
gade te slaan
Maar het succes was enorm. De
Rubini kwam met zijn schilderij aan
en de wetenschap stond met een mond
vol tanden. Het komt mij voor dat
deze nieuwe wondermensch voor de
wereld van heel veel belang zal wor
den. Een loopjongen van den bestel
dienst, dien je de boodschap tienmaal
moet voorzeggen en tienmaal moet la
ten nazeggen, doet zeker over liet
transport van een schilderij van -Jeu
Kranenburgerweg naar café Central
drie uur. De Rubini doet boodschap
pen die hij niet weet, sneller. En toch
rijdt hij nog een heel eind om.
Waarlijk, De Rubini moet een be
steldienst openen. „Rubinistische
sneldienst", het klinkt heusch goed.
Intusschen, wij wachten maar weer
geduldig af wat deze nieuwe geheim
zinnige kunst oplevert. Wij hebben
al meer van dergelijke artisten zien
opstaan en na eenigen tijd zijn ze toch
weer gaan zitten. Maar je kunt het
niet weten.
Gelukkig zijn er menschen die on
middellijk weer enthousiast worden
als er een nieuw fenomeen verschijnt.
Niets is echter gevaarlijker dan
geestdrift bij dergelijke ondoorgron
delijkheden, want die staat een nucli-
tere analyse zeer in den weg. Voor
loopig blijven we op een afstand en
zien als echte Hollanders het gevat
sceptisch aan.
Sceptisch blijven wij ook staan te
genover het inbeslagnemen van Bar-
busse's boek. Wat is dat toch een
onhandigheid! Waar toch plotseling
ai die exemplaren vandaan komen?
Tot vóór de inbeslagneming had ik er
niet één gezien, thans ontmoet men ze
overal. In de tram zaten twee H. B.
S.-meisjes, de een las de Holland-
sclie vertaling, de ander had de Fran-
sche editie. Zij zaten zich te vermaken
met het vergelijkenl Ziedaar het ef
fect van de verbodsbepaling. Het ver
haal gaat dat spoedig het verbod zal
worden ingetrokken om nog te red
den wat er te redden valt. De erva
ring leert thans, dat het toch uitslui
tend in verkeerde handen komt. Het
toppunt van dwaasheid is wel dat het
toch in de eene stad wel vrij is (e
krijgen, in de andere niet. Alsof er
geen post bestaat die als ijverig die
naar van den Staat driik meehelpt om
het ingrijpen van den rechter van
nul en geenerlei waarde te maken.
Zelden is een inbeslagneming zoo'n
fout geweest als ditmaal bij het boek
van Barbusse. Het typeert wel den
.toestand dat het boek tegen lager
prijs verkrijgbaar is dan oorspronke
lijk het geval was. Is er soms een
tweede druk verschenen?
De Haagsche winkelweek is be
gonnen! De winkeliers doen al hun
best orn weer een wit voetje te krij
gen bij het publiek, dat in de crisis
jaren niet aangenaam is gestemd ge
worden over sommige leveranciers.
Nu moet het weer gauw anders wor
den, want de tijden draaien naar den
ouden toestand toe. De tirannie van
den kruidenier en den slager is voor
bij. „Wat mot-je" dat dé laatste crisis-
vorm van de winkelbeleefdheid was
geworden, moet weer piaats maken
voor „wat belieft u, dame"
De winkelweek is de eerste poging
om weer het vertrouwen te herwi' -
nen. Waarlijk, de menschen sloven
zich uit.
Of het zal gelukken? Wij- zijn al
weer sceptisch, maar wij hopen er het
beste van.
HAGENAAR.
spansel is, wat hare oppervlakte, bó-
treft, meer bestudeerd dan de maan.
Tal van astronomen zijn nog steeds
bezig haar te onderzoeken, hare vor
men nauwkeurig te beschouwen en n
beeld te brengen. In heldere nachten
teekenen zich haar landschappen
scherp af en zijn mei de telescoop
zóó duidelijk zichbaar, dat de maan-
kaarlen nauwkeuriger en uitvoeriger
zijn dan die van de aarde, waarvan
groote gedeelten ons nog geheel on
bekend zijn.
Wanneer we de maan met aandacht
beschouwen, dan ontdekken wij,
reeds met het bloote oog, allerlei fi
guren, heldere en minder schitteren
de gedeelten, donkere stippen, uitge
breide grijze plekken en andere
schaduwen. De verbeelding van do
groote menigte heeft in die schadu
wen een mensehelijk gelaat meenen to
zien en beelden de maan zoo ook af;
bij nadere beschouwing blijft er ech
ter niets van dat fantastische beeld
over. Door een goeden tooneelkijker
ziet men de verschillende vormen
reeds beter te voorschijn treden en on
derscheidt men duidelijk de scherpe
omtrekken der grijze plekken, nog al
tijd zeeën genoemd. Ofschoon reeds in
1610, toen de verrekijker werd uitge
vonden. men met eenige zekerheid
kon vaststellen, dat op de maan geen
water was, beeft men toch maar do
benaming van zeeën gehandhaafd. Bij
volle maan hebben we een totaal over
zicht van deze vlakten, die een groot
deel van het naar ons toegekeerde
maanoppervlak bedekken.
(Wordt vervolgd.)