HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN BiÉniaiÉcli Overzicht DINSDAG 24 JUNI 1919 TWEEDE BLAD No. 2627 Het Woningvraagstuk. n. Wij ontvangen brieven van ingeze tenen, i)ie het met den heer Geyl ten opzichte van zijn standpunt over Hunrcommissiewot en Huuropzeg- gingswet niet eens zijn. Een hunner schrijft, dat de Huurcommissie niet de huurbepaling van nieuwgebouwde woningen niets te maken heeft, zoo dat ieder, die thans woningen bouwt, daarvan volkomen onafhankelijk den huurprijs kan bepalen. Eèn ander be toogt, dat hij tweemaal met de Com missie in aanraking is geweest, en dat ze hem beide keeren, zooals hij schrijft, „vorstelijk" heeft behandeld, maar hij kwam zonder geheimen en vol vertrouwen op medewerking. Voor hem was liet in werking treden der Huurcommissie een der beste da gen. Men ziet, dat er verschil van ge voelen bestaat. Ik heb dus den heer A. Nagtzaam, de tweede dien ik naar zijn meening vroeg, ook gevraagd, waarom hij van oordeel was, dat de eigenbouwer oj» dii oogenblik niet bouwt. Hij schreef uit toe aan de onzekerheid van den algeineenen toestand, die de men- schen huiverig maakt voor het stich ten vun woningen, welke misschien naderhand, wanneer de prijs der bouwmaterialen gedaald zal zijn, geen redelijken huurprijs meer kunnen op brengen. Overigens was hij van oor deel, dat één eatogorie van ingezete nen zónder twijfel door geldelijke op offeringen aan hetere woningen moet worden geholpen. Hij bedoelde daar mee de menschon, die nu huizen in krotten, welke te vinden zijn in stegen en" sloppen, meestal één-kamerwonin gen, die verhuurd worden voor prij zen lusschcn f 1.50 ii -I 2.-~ per week en waarin op dit oogenblik, tengevol ge van den woningnood dikwijls nog een tweede gezin mee ingetrokken is. Het inkomen van deze li eden „meestal losse arbeid ere, Is volkomen ontoerei kend om de huur van een behoorlijke woning op te brengen. Zooals de prij zen nu zijn, zou een goede, maar toch nog kleine woning, een weekhuur mouten doen van f 6.— a f 8.— en er is geen sprake van, dat ze meer kunnen betalen, dan bijvoorbeeld f 2.50. De particuliere bouwer sticht natuurlijk voor deze prijzen geen woningen, dat moet do .gemeente doen of het Rijk. „Ik zeg niet," verklaarde de heer Nagtzaam, „dat dit een ideale toe stand is, maar hel kan niet anders en de deskundigen, bijvoorbeeld de wo ningraad, zien dat ook zeer wel in. Neemt de gemeente den bouw van deze woningen ter hand, dan betaalt het Rijk daaraan mee. Het moet er heen, dat deze krotbewoners in zulke huizen worden overgebracht en dat daarna die krotten worden gesloopt. Dit wat de eerste categorie betreft. De tweede categorie, die van de beter gesitueerde arbeiders, sticht woning- vereenigingen en bestuurt die dan zelf. De leden vinden dat aangenamer, omdat ze dan zélf liet heft in handen hebben. Zij betalen op dit oogenblik een huurprijs van 3.75 A f 4.— en het Kijk draagt daarin bij tot een maximum van 81) pet., térwijl de ge meente ten minste 10' pet. van de crisis-ui Lgaven voor haar reke ning houdt. Veerschillende van deze woningvoreenigingen zijn in don laatste» tijd gesticht, maar naar de meening van den heer Nagtzaam, behoorde deze bouw veei vlotter te gaan dan bij de tegenwoor dige inrichting mogelijk is. De zaken van dergelijke bouwvereenigingen zijn namelijk toevertrouwd aan de af- deeting Publieke Werken op het Stad huis, die natuurlijk oqk nog veel an dere dingen te doen heeft. Dit geeft aanleiding tot vertraging. Voor deze zaken behoort een afzonderlijke af- deeling op liet stadhuis te worden ge sticht. Zij behoeft zoo groot niet te zijn, kan bijv. uit twee personen be staan, wanneer de chef maar iemand is, die de zaken door en door kent en begrip heeft van organisatie. Hij kan dan op de vlugste wijze bespre kingen houden met de besturen, met den Directeur van Publieke Wérken, allerlei moeilijkheden vlug oplossen en daardoor veel onnoodig geschrijf en vertraging voorkomen. Iiij kan ook voeling houden met de autoriteiten in Den Haag en ook daar, zei de heer Nagtzaam, behodren deze zaken van woningbouw in één hand te zijn. Nu zijn ze verdeeld over verschillende departementen, wat natuurlijk al weer tot vertraging aanleiding geeft. Een dag. nadat ik den heer Nagt zaam had gesproken, vond ik in het ■verslag van de Tweede Kanier eetn discussie over een wijziging van de Woningwet, voorgesteld door minister (AaJberse. die juist ten doel had de behandeling van deze zaken te ver snellen. De Kamerleden Hermans en ■Smeenk drongen op spoed aan. De eerste wees erop. dat i» zijn woon plaats, Axjihem, de zaken van wo ningbouw zoo langzaam marcheeren en de tweede betreurde, dat ook nu bij deze wijziging de uit voering nog niet geheel en aj aan den minister van Arbeid was overgelaten, maar dat nog 6teeds liet departement van Financien daarin moest worden gekend. Minister Aal- berse van antwoord dienende, gaf de wensclielijkheid daarvan toe en ver klaarde, dot, hoewel de uitvoering giootendeels oan hem was overgela den, dit toch nog niet geheel het ge val was. Hieruit blijkt, dat ook in Den Haag gestreefd wordt naar vereenvoudi ging van de administratie.De wensch van den heer Nagtzaam naar een laparte afdeeling op het Haarlemsche dtaadhuis, is zeker logi&oh en ge zond. Er komen bij de voorbereiding ■van zulke bouwvereenigingen aller lei moed) kli eden voor, die tot einde loos geschrijf en gepraat aanleiding geven, wanneer or niet één man is, die alie koorden in handen heeft en zorgen kan, dat alles vlug en zonder baken en oogen afloopt. Het plan van Patrimonium bijvoorbeeld om te bouwen op de voormalige terreinen van Zooher, was verkeerd opgezet- en de gronden zijn'tenslotte niet ge- bocht. omdat ze veel te duur waren. Bbveiidieri moeten zulke veteonigin- gen geen maagdelijken grond koo- pen. Zij moeten daartoe eerst over gaan, wanneer door de eigenaars die terreinen behoorlijk zijn opgehoogd en voor den bouw geschikt gemaakt. Nu de derde categorie, de wonin gen voor den middenstand. Hier zag de heer Nagtzaam heil iu het stich ten van een gemeentelijke hypotheek bank, die tweede hypotheek kan ge ven, aooals in Duitscliland reeds lang met succes bestaat. Voor den 'bouwer, die in den regel geen kapi taal heeft, blijft clan slechts een klein risico over. De heer Nagtzaam er kende mijn bezwaar, dat een gemeen telijke Hypotheekbank gevaar loopt van slechte risico's te krijgen, maar bij meende ook, dat daartegen wel maatregelen kunnen warden geno men. Tenslotte achtte hij opheffing ,V£in de Huurcommissie niet geraden. Dit zou een sprongsgewijze verhoo ging van de huren tengevolge- heb ben. Wel zou men geleidelijk kun nen overgaan tot verhoog mg van de huren, bijv. tot 25 pet. (de heer Nagt zaam gaf to?, dat er een tijd moet ko men. dat de huren OP het verhoogde pelt moeten worden gebracht-) en hij meende, dat een zoodanige maatregel een prikkel zou zün voor de eigen bouwers, tot het stichten van nieuwe ■woningen, omdat dan ook de be staande reeds tot den hoogen huur prijs gekomen zouden zijn. Ziedaar in het kort de meening vaD iden heer Nagtzaam, die zidli, zooals we weten, reeds jarenlang met het woningvraagstuk ernstig heeft be zig gehouden. J. C. P. De Dultsohers aanvaarden onvoorwaardelijk hel vredesverdrag. Da Duilsoha oorlogsschepen, In Engeiaohe havens geïnterneerd, doorDuiisohers tot zinken feebraoht. De Fransche vaandels van 18701871, die ultge- 1 leverd moesten worden, zijn door Dultsohers verbrand. Gemengd Nieuws ORANJE HUIDKLEUR. In den laatsten tijd la te Munchen meerma- len melding gemaakt van kinderen en volwassenen tnel een geelachtig brui- ne, naar hel oranje zwemende kleur van de huid, voornamelijk aan bet gelaat en de knieën. De sclerae blij- j ven'vrij. De oorzaak ie de bijna uit-; sluitende voeding met peen, bij ge- Set I Letteren en Knnst HOFSTADTOONEEL. Naar „Het Vaderland" verneemt, keert mevrouw Duymaer van Twist het volgeud sei zoen naar het Hofstadtooneel, dir. Gov. v. d. l.ugt Melsert, terug. De Duitsche regeering daarin steund door de Nationale Vergadering heeft zooals men weet nog getracht op 't allerlaatste moment om 't vre desverdrag gewijzigd te krijgen, wat betreft de erkenning, dat Duitschland schuldig is aan 't uitbreken van den oorlog en de weigering om den ex- keizer en andore oorlogsschuldigen uit te leveren. 't Heeft evenwel niet gebaatl De Entente heeft geant woord, dat zij onmiddel lijke en onvoorwaardelij ke teekening van 't vredes verdrag eisohte, anders i Maandagavond om 7 uur de opmarsch tegen Duitse h land beginnen. Om aan deze bedreiging, die blijk baar ernst was, te ontkomen, heeft de Duitse lie regeering als- nog besloten onvoorwaar- delijktc teekenen. Maandagmiddag tegen 5 uur is dit aan Clemencenu officieel medege deeld. De vrede is er dus! Woenddag zal t verdrag 3oor de Duitachere te Versailles geteekend vorden. Maandagmiddag is do Nationale Vergadering opnieuw bijeengekomen. De premier Bauer gaf een overzicht over het laatste stadium dei- onder handelingen en de nota der Entente, en voegde hieraan nog toe: „Wij staan voor de beslissende vraag of wij onvoorwaardelijk moeten aannemen of weigeren. Wij allen ken nen do ernstige gevolgen die in aJle gevallen op ons neer komen en wij allen weten, dat de beslissing, hoe zij ook uit valt, met de hevigste gewetens conflicten gepaard gaat. De situatie is sedert Zondag in we zen verandord. Wij wilden moeilijke materieele voorwaarden op ons ne men, maar wij wilden het volk be sparen de onware bekentenis der schuld uit te spreken, cn wij wilden het de uitlevering besparen van volks- genooten aan een gerechtshof, dat te gelijk aanklager m rechter is. De Entente heeft ons voorbehoud van d.e hand gewezen. Onze hoop om ons voorbehoud be treffende oorkwetsende bepalingen erkend te zien, was niet. groot, maar die hoop ook nog geringer zijn geweest, de pogingen moesten wor den gedaan. Thans moet de wereld zien, dat een overwonnen volk aan lijf en ziol geweld wordt aangedaan, I zooals geen volk te voren. Geen woor- j den van verontwaardiging kunnen j sterker spreken dan dit feit. Ln dit uur gelooft de regeering on- donks alles te moeten vooretellen dat j wtj ondertcekenen. j Ik wil de dingen niet mooier voor- j stellen. De redenen zijn dezelfde als j Zondag. Wij zijn thans nog maar 4 uur van het afloopen van het ultima- j turn en de hervatting der vijandelijk- 1 lieden verwijderd. Een nieuwen oor- log kunnen wij niet voeren, zelfs niet indien wij wapenen zouden hebben. Maar weerloos is niet eerloos! De tegenstanders wilden onze eer kwetsen, maar deze poging valt op hen zelf terug. Ik mag wel aannemen, dat de re- geering ook heden gemachtigd wordt hei vredesverdrag te onderteckenen" Op deze woorden van den minister- president bewuarde de vergadering een gedrukt stilzwijgen. Daarna legden de vertegenwoordi gers der democraten en der beide reohtsche partijen korte verklaringen af, waarin zij hun Zondag reeds inge nomen standpunt handhaafden. De vraag of de regeering inderdaad gemachtigd is 't vredesverdrag on voorwaardelijk te teeltenen, werd be vestigend beantwoord door de sociaal democraten, de onafhankelij ken, tic meerderheid van het Centrum, een deel der democraten, alsook de Dun sobe Volkspartij, zoodat do regeering dus over de meerderheid der stemmen beschikte. Fehrenbach, die zichtbaar ontroerd was. hield vervolgens nog een toe spraak waarin hij Duitschland's on geluk beklaagde en tot eensgezind heid aanspoorde.. De voorzitter deed vooral een drin gend beroep op de pers om niet door getwist de maat des onheils voor 't land en volk vol te maken. Tenslotte weid nog bekend gemaakt, dal door de Nationale Vergadering tot de troepen een manifest zal wor den gericht. De officieele nota van Duit&chland (Maandagmiddag aan de Entente se conden, luidt: „De regeering der Duitsche repu bliek heeft uit de jongste mededeelin- gen der geallieerde en geassocieerde regeeringen met ontsteltenis gezien, dat zij beeloten zjjn van Duitsch land ook aanneming van die vredes voorwaarden af te dwingen, welke, zonder materieele beteekenis te be zitten. ten doel hebben het Duitsche «volk van zijn eer te bcrooven. Door een daad van geweld wordt de ee' (Van het Duitsche volk niet aange tast. Het Duitsche volk mist, na het verschrikkelijke lijden der laatste jaren, alle middelen om zijn eer naar buiten te verdedigen. Voor het overmachtige geweld wij kend en zonder daardoor haar opvat ting over de ongehoorde onrechtvaar digheid der vredesvoorwaarden prij6 te geven, verklaart daarom de regee ring der Duitsche republiek: „•Dat zij bereid is, de door de ge allieerde en geassocieerde regeer.n- gen opgelegde vredesvoorwaarden aan te nemen en te onderteekenen." Vermoede! ijk Woensdag zullen de Duitschers het vredesverdrag teeke n e n. Vermoedelijk zullen de Duitschers slechts een of twee gedelegeerden naar Versailles zenden om te teeke nen. Erzberger heeft nu de leiding der iverdere vredesquoestiee. Maandagmorgen voor de Nationale Vergadering weer bijeen kwam, had den hUerfractioneelc besprekingen plaats, waarbij de partijen haar hou ding niét het oog op de weigering der Entente om het Duitsche voorbehoud te aanvaarden, bepaalden. De toestand was op dat oogenblik ongeveer de volgende: Noske had medegedeeld, dat ondcr- teekening, waarbij de eisch tot uitle vering der legerleiders werd aanvaard tem gevolge zou hebben, dat de regeo- ring niet meer op de troepen zou kun nen rekenen, daar de generaals en of ficieren in dat geval hun ontslag zou den nemen. De Gentrum-fractie, die Zondag nog met overgrootc meerderheid vóór on- derteekening was, verklaarde zich daarop met 62 tegen 14 stemmen daar tegen. Daardoor was de verhouding der stemmen 153 vóór en 152 tegen onder- teekening. Mot oen meerderheid van één stem wilde mei' niet over zoo ernstige kwesties beslissen. Daar van de democraten 14 zich hun besluit voorbelde Iden, van wie echter 10 wei vóór zouden stemmen, steeg het aan tal voorstanders der onderteekening tot 163 en dat der tegenstanders tot 156. Ook daarmede meende men de kwestie, ouderteekenen of niet, niet bevredigend te hebben opgelost en zocht naar een uitweg. Op dit oogonblik werd een door ge neraal Groener aan rijkspresident Ebert gericht schrijven bekend, waar in Groener uiting gaf aan zijn mee ning, dal de troepen met hun offi cieren vol zelfverloochening waren en ook verder ter bescliikking van het vaderland wilden staun, wanneer Nos- j ke in zijn auibi bleef en aan de troe pen de eitulalie duidelijk zou in Nosko moest aan de tr oepen uiteen- zetten, dat ook hij in 't kabinet vóór de meerderheid gebukt was en dat zwaar-wegende redenen hem hadden genoopt, zijn oorspronkelijk stand punt te verlaten. De inhoud van dit telegram had ten gevolge, dat de Centrum-afgevaardig den, zooals oorspronkelijk, met ge ringe uitzonderingen, voor de onder- tcekening waren. Daarmee was de ge- wenschte verhouding, zooals zij Zon dag aan den dag trad, geschapen. Men besloot, dat in de Nationale Ver gadering geen nieuwe stemming zou plaats hebben en dat de regeenng het vredesverdrag onvoorwaardelijk zou teekenen. De Vorw&rts, 't hoofdblad der Duit fcche socialisten, sclireef Maandag morgen o.a.. „De Nationale Vergadering heeft besloten zooals te voorzien was en zoo als de noodzakelijkheid der stond, „de rouwslonde van het Duitsche volk" het gebood. „Ook_de voorstanders van de onder- teekèning zijn hemelsbreed er van verwijderd, van vreugde daarover te jubelen. Zij weten te goed, wat deze vrede voor het Duitsche volk betee- kent. Een gevoel van kalmte zal door het volk gaan, dat het lijden en de on afzienbare verschrikking, die een wei gering zou hebben meegebracht, thans afgewend zijn. De hoop op een, zij het dan nog zoo moeilijk en langzaam opstijgen uit de ellende schemert door, omdat er toch tenminste vrede is. Helaas wordt deze hoop door nieu- e zorgen verstoord. De formule, waarmede de regeering beoogl het verdrag te onderteekenen, bevat een beperkende clausule, die verder guat dan een formeel protest, dat ook wij voor jutst hielden. Wanneer er gevaar bestaat, dat de vrede door deze clau sule mislukt, dan ware het beter ge weest, haar weg te laten. Wje het op zich neemt, zulk een werk vol afschu welijkheden en onmogelijkheden te onderteekenen, moet dat „met geslo ten oogen" doen. Bovendien is de eer-quaestie wel het minst geschikt op het beslissende oogenblik op den voorgrond te worden geschoven." De „Vorw&rts" vervolgt „Wij zul len steeds weigeren, in dezen vrede de „onwankelbare basis" van een nieuwe volkerengemeenschap te zien. Inte gendeel. in de stonde der onderteeke ning begint voor ons de strijd te gen dezen vrede, de strijd mot alie •middelen van den geest, het recht-en der moraal." Onder het opschrift „Tragödiensch- lus" schrijft Theodor Wolff in het „Berliner Tageblatt", na de zitting der Nationale Vergadering vergele ken te hebben met oen rouwplechtig- heid, waarbij grafreden gehouden worden en de treurenden reeds eenigs- zins ongeduldig om de baar staan verlangende naar het einde der plech tigheid, dat de regeering een groote politieke fout heeft begaan, door, waar zij de beperkende clausule heeft toegevoegd (alsof het prijsgeven van honderdtal zoogenaamd „schuldi gen" meer de eer verwondt dan het opofferen van millioenen Duitsche landskinderen in West-Pruisen, Dan zig en het Saargebied) ten slotte om de stemmen der onafhankelijken te krijgen, deze clausule veranderde Zij had deze stemmen niet eens noodig. Een „staatsman" zou er prijs op ge steld hebben, het verdrag met een zoo klein mogelijke meerderheid te on derteekenen. Dat zou den indruk in de wereld cri de toekomst van Duitsch land ten goede zijn gekomen. Met zichtbaar welgevallen maakt de Kreuzzeitung" in een artikel „Het werk van Erzberger beëindigd" gewag van het feit, dat. toen in de zitting van de Nationale Vergadering de lijst van ministers werd voorgelezen, de naam Erzberger begroet werd met hei geroep van „Verrader'." Het blad schrijft verder, dat een kabinet-Erz- berger—Bauer precies door dezelfde halfheid gekenmerkt wordt en den- zelfden weg van arglist en lafheid in slaat, die vroeger de regeering Erz bergerSchcidemann gekenmerkt heeft. Op het oogenblik, dat de Duitschers zullen teekenen, beginnen sommige Fransche bladen zich af te vragen of de Duitsche regeering haar verplich tingen zal kunnen nakomen. De be richten van de andere zijde van den Rijn wijzen er op, dat de economische toestand er wanhopig is. Bij de gevol gen van den oorlog, zegt de Temps" zijn gekomen de ervaringen inet de sociaal-democratie de loonen stijgen voortdurend de duurte van het leven neemt toe, terwijl dc productie steeds vermindert. Welke politiek denken de geallieer den te volgen, vraagt de „Temps" om Duitschland weer op den weg te brengen, waarop het kan voortbrén gen en betalen en zoolang het niet kan betalen, hoe zullen de geallieer den dan elkaar helpen, opdat dege nen, die het meeste geleden hebben, niet veroordeeld zijn tot een faillisse ment door de insolvabiliteit van den vijand Deze vragen doen zien zoo con cludeert de Parijsche correspondent van 't Hbld. dat men begrepen heeft, dat de aanvaarding van het ver drag door de Duilschers, in het be lang der geallieerden zeiven niet mag leiden tot den ondergang van den vijand. Verspreid nieuws De uitsche bomsnning vernietigt de geïnterneerde oorlogsschepen in Engeiaohe havens. Do Engelsche oorrespondent vun de Telegraaf seint: „Zaterdagmiddag hebban de Duit schers aan boord van de gelnterneei- de Duitsche oorlogsschepen in Scapa Flow (Schotland.' plotseling de Duit sche vlag geheschen, waarna zij de schepen tot ziuken brachten. Vervol gens zwommen zij naar wal. Alle slagschepen en slagkruisers zijn gozonken met uitzondering van de „Baden", die nog drijvende is. Naar gemeld wordt, zijn ook vijf lichte kruisers gezonken, terwijl drie andere door sleepbooten op strand zijn gezet, èvenais met achttien tor pedojagers nog bijtijds geschiedde. Vier andere drijven nog. J)c overig© zijn in de diepte verdwenen- De geheele zaak schijnt lang te hei», ben geduurd, wan: het eerste schip zonk even na den middag en 'i laatste pas om half vijf. De Duitsche scliout bij-nacht en de de meeste Duitschers van de gezon- kan schepen zijn thans onder bewa king aan boord van Britsche schepen. Op een aantal Duitschers, die wei gerden de hun gegeven bevelen op te volgen is gescholen. Een klein aantal Duitschers werd gedood of gewond. Het blijkt, dat de kleine Duitsche bemanning, waaraan de zorg over de schepen was toevertrouwd, zonder Britsche bewaking aan boord waren gebleven". Een telegram uit Edinhurg meidt, dat de bedoeling was om Maandag, indien de vrede gesloten zou worden, de Duitsche vloot te naasten, daar de schepen dan vanzelf in handen der geallieerden zouden komen. De Duit sche bemanning is echter op de feiten vooruitgeloopen. Onmiddellijk zijn eenige Engelsche slagschepen naar Roeyth (Sc-hutland) vertrokken. Ook zijn marine-detache menten in ex tra-trein en naar Schot- sche havens gestuurd. Nader wordt gemeld, dat 't hij schei} vaneen roode vlag voor de Duitschers t sein was om gaten in de schepen te boren om ze te doen zinken. De be manningen begaven zich in de booten en roeiden strandwaarts. De Britsche scheepswachten vuurden, waarop de Duitschers over boord sprongen, naar land zwommen en daar werden go- vat. Uit Londen wordt geseind, dat de Duitsche sch^ut-bij-nacht von Reuter de volledige verantwoordelijkheid aar» vaardt om de Duitsche schepen te Ja ten zinken,,omdat de Keizer In 1814 heelt gelast, dat dc schepen nooit m handen van den vijand mochten ko men. Bovendien vertelde hij uit de Duit scue bladen den indruk gekregen la hebben, dat de wapenstilstand geëin digd was. Reuter is in arrest ggsteld. De Amerikannsche pers is zeer veront waardigd over hul gebeurde. Betoogd wordt, dat de officieren en manschap pen, die onder de vlug van den wa penstilstand ueze eerlooze oorlog-daad pleegden gestraft moeten woruen. Reuter seint nog: Ongeveer 1800 Duitsche officieren en manschappen zijn op weg naar een interneeriiigakamp. in verband •met het tot zink én brengen van de Duitsche vloot. Onder het opsclirift „De Tmirdöig" schrijft, de Berliner Lckat Anzeiger: „Van heden af heeft het Duitsche Volk niet meer het recht een natio naal feest te vieren, tot de schande van 22 Juni uitgewi6Cht is. Een kieine straal van hoop voor de toekomst komt int het Noorden, waar in een vreemde haven Duitsch land© trötsche vloot ligt. Met de zwart-wit-roode vlug in top is die door onze mannen tot zinken ge- ihracht. Deze daad werkt als een le venwekkende adem in deze* druk kende dagen en doet de verdwijnende hoop herleven. Wat onze vijanden daarvan den ken, behoeft ons niet te interessee- r«n. Zelfs wanneer zij koken van woede over den hun ontgallen buit, vertrouwen wij toch. dat zij in het diepste van hun hart, hun achting aan de dapperen, die den dood bo- veii de schande gekoken hebben, nie' zuilen ontzeggen." De „Taguclie Rundschau" zégt: Op de „Totensonutag" van de Duit sche eer en macht straalt het beeld van Duitsche plichtsvervulling en eerbewusizijn Lu de Scopn-bocht als een beloftevol teeken van een betere toekomst. De „Neue Berliner Ztg", noemt het tot zinken brengen een herostrati- sc-he daad, die slechts een militair kan waardeuren. J)ultschland >s niet meer in etaat zich de weel de van een dergelijke helden-pose te veroorloven. De kortstondige voidoe- inüng, oin nog eenmaal voor he: oog der wereld in bengaalsch licht te stralen, moet met baar geld betaald worden. Oorlogsiropaoftn verbrand. Wolff seint uit Berlijn: Maandag ochtend zijn soldaten en studenten het tuighuis binnengedrongen, heb ben er de ;n 1870 en '71 veroverde Fransche vaandels uitgehaald cn die voor het standbeeld van Frcderik den Groote verbrand. (Deze vaandels moesten volgens Feu i I lefon UIT HET LEVEN VAN GEOFFREY GILL, Detective door IVANS. 24) Ik, die hem zoo goed Itendc, be greep (lat hij van nu af met of zonder handhaving van zijn incogni to op Vorósbegy de leiding der za ken op zich Deinen zou en dat het zelfs niet bij hem opkwam, dat iemand ook de slotheer niet daarin iets vreemds vinden zou of mi3sclnen zou trachten het te verhinderen. De merk waardige zekerheid, waarmede hij in zulke gevallen optrad, verschafte hem bijna steeds groot overwicht op zijn omgeving. Op zijn aanwijzing had Béla Keiler een laken gehaald en daarmede het lijk der Gravin bedekt, nadat G. G. zelf hot bloed zooveel mogelijk ver wijderd en aan het lichaam de hou ding eencr slapende gegeven had. Overigens liad hij zich er tegen ver bet, dat er iets in dc omgeving der doode zou worden verplaatst of aan geraakt en, nadat hij Keiler bevolen had, in de kamer naast die van den Graaf te wachten tot hij geroepen werd, sloot hij de deur aan hot an der uiteinde van de wapenzaal. Juist op dat oogenblik verscheen ooit ik weer op het terrein en hij verzocht mij, tegenwoordig te zijn bij het on derhoud, dat hij met den Graaf wenschte te hebben. "Wij namen plaats in de werkkamer, terwijl de deur van de ridderzaal open bleef. De Graaf maakte nog steeds den in<R'uk van iemand, die zich maar half ervan bewust is, wat er in zijn omgeving gebeurt. Hij had voor zijn schrijftafel plaats genomen en leunde daarop met beide ellebogen, het hoofd in de handen verborgen. G. G. scheen vast besloten, hem uit die verdooving op te wekken. Ik vond daarin iets, dat mij tegen de borst stuitte; maar aan de andere zijde be greep ik, dat mijn vriend zeker af doende redenen had om te handelen, zooale hij deed. Ik, voor mij, waé door de houding van Graaf CsadAnyi wel eenigszins teruggekomen van mijn eersten indruk, alsof hij zelf bij den moord op zijn vrouw do hand ln het spel gehad zou hebben. Toch wei felde ik sterk in mijn oordeel om trent ziin schuld of onschuld. Later heb ik mijzelven moeten bekennen, dat de „schaduw van het verleden", in den vorm van-de geschiedenis van IstvAn C6addny^ en zijn vrouw, niet zonder invloed op mijn oordeel was en dat bijgeloof feitelijk een woordje medesprak in de overwegingen, die mij aan 's Graven schuld deden geloo- ven. Bijgeloof! Wat was er geyror- den van mijn vaak bespotte en zeiden geprezen nuchterheid! Het middel, dat mijn vriend koo9 om Graaf CsadAnyi tot het juist be sef van zijn omgeving en van zijn toestand teni# te brengen, \6as zeker wél gescliikt daartoe, want het deed zedfs mij opspringen van verbazing. Graaf Gsadauyi! zeide G. G. met kalme en onbewogen st'éïh. Ik heb mij iu dit huis gedrongen onder een valschen naam. Majoor Curtis be staat niet: mijn naam is Geoffrey Gill en mijn beroep detective! De Graaf bad het hoofd opgeheven en keek hem aan met een kouden, hoogen blik. Geoffrey Gill? zeidc hij. Nu herinner ik mij dien naam, die in Engeland beroemd is. En u kwaamt hier, omdat Het laatste woord klonk kori-af vra gend, bijna bevelend. Omdat mijn beroepsplicht mij hier in de buurt riep antwoordde G. G. met groote kalmte. De reden kan ik u tot mijn leedwezen niet Da der omschrijven, omdat daarmede hoogere belangen don de uwe, tot op zekere hoogte nationale belangen Be moeid zijn. Wist u van dit alios ar, Mr. Hen driks? De Graaf wondde zich plot seling tot mij en ik zag, dat er een gevaarlijk licht in zijn oogen scheen. Ik boog zwijgend. Dan moet ik u zeggen, dat uw gedrag Halt! klonk het opeens gebie dend. G. G. was opgestaan. Ilij trad naar dc schrijftafel, leunde met de rechterhand daarop en legde de lin kerhand op den rug van den- stoei, waarop dc Graaf gezeten was, terwij' hij dezen strak aankeek. Graaf CsadAnyi zeide hij met grooten nadruk, spaar ons uw ver wijten. U hebt alle reden het toeval te zegenen, dat u helpers in den nood zendt. Helpers? vroeg dc Graaf bit ter. Wat baat mij hulp? Wie kan mij helpen? en, met een woest ge baar naar de ridderzaal wijzende, riep hij: Wie geeft mij mijn ver trouwen, wie geeft hAAr het leven te rug?.Een oogenblik heersclite er stilte. Toen vervolgde hij, met in zijn stem iets, dat mij een koude rilling door de leden joeg. En als ge mij helpen kondt, als ge haar het leven kondt teruggeven, wie zegt u, dat ik dat zou wensclien? Hij h:eld het hoofd hoog opgeheven en er log iets uitdagends in zijn blik. G. G. schoof zijn stoel tot vlak bij de schrijftafel en nam opnieuw plaats terwijl hij den Graaf aankeek met oogen, waaruit groote wilskracht sprak, maar tevens innig medelijden. Niemand kan u helpen in den zin, waarin u dat bedoelt zeide hij. Maar u hebt hulp noodig in een ander ojizicht. De politae moet in ken n-s gesteld worden van wat hier ge beurd is, en De Graaf was plotseling opgespron gen. Natuurlijk! De politie moet ge waarschuwd worden zeide hij ze nuwachtig. Béla Keiler moet on middellijk naar Kisfalva rijden. Waar is hij gebleven? Hij moet dadelijk hier komen. Neem nog een oogenblik plaats, heer Graaf zoidt' G. G. met zijn ge wone kalmte. Ik weet nog niet, of het verstandig is, juist aan Béiu Keiier die opdracht te geven. Maar boven dien is het zaak, ons vooruit góed rekenschap te geven van wat. er ge beuren zal, wanneer de pol*tie de zaak ter hand neemt. De Graaf keek hem aan met oogen, die niet begrepen. Begrijpt, u niet vervolgde G. G-, terwijl hij den Graaf met zacht geweld in zijn stoel terugdrong. Begrijpt u niet, dat de politie de of ficieele politie bedoel ik de meest voor de hand liggende conclusie, die uit de feiten te trekken valt, als de .waarheid zal aannemen? Graaf CsadAnyi bleef zwijgen. Hebt u er zich geen rekenschap van gegeven, hoe anderen, die u vreemd zijn, het gebeurde beschouwen zuilen? Denk u eens er >n, wat men zeggen zal. De Gravin vermoord, onmiddellijk nadat de misdaad heeft plaats gehad, wordt de Graaf bij haur lijk aangetroffen, zonder tranen, ais versteend op haar lichaam ncorsta- rende. Niemand anders is te zien.... hij is alleen met hair De Graaf was langzaam opgerezen. Hij was nu doodsbleek. Bedoelt u, dat men mij mij...? De stam begaf hem en hij zonk op zijn stoel terug. De politie zal u zeker voor den dader houden, Graaf CsadAnyi! Be grijpt u nu, dat u hulp noodig hebt? Het bleef stil, langen tijd. De graaf zat met het hoofd voorovergeliogen, als in diep gepeins verzonken. Einde lijk keek hij op; er was een andere uitdrukking in zijn oogen en een an dere klank in zijn stem gekomen. Het spijt mij, dat ik daareven heftig en misschien onrechtvaardig was zeide hij. U zult rekening houden met den vreeselijken toestand, waarin ik mij bevind. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5