m
m
liULEM'S Dm
VIERDE BLAD.
Zaterdag 3 Juli 1319
Brieven uit de Hofstad.
CCCCXXXI,
IMultatuli ontwaarde dafc de bevol-
Kig van Bantam Kidoel arm was en
■arover was hij verheugd in het bin-
fen>te van zijn ziel. Het kost eemgc
loei te om te begrijpen waarom hij
Earover blijde was. De ervaring
heft echtei menigeen geleerd dat rijk
bia eens volks nadeeien heeft in
lot klein zien wij dat in den Haag
jr is een tijd geweest dat den Ilaag
is gemeente rijk was, zóó rijk dat
[jaars drie kwart millioen weid over-
fehouden. Men wist toen niet goed
fat men daarmede moest aanvangen
n ten slotte besloot men er asfalt
baten voor aan te leggen. Men had
r misschien beter dingen mee kunnen
ben. liet ergste was dat die rijkdom
p den bol van het gemeentebestuur
Joeg; men meende dat het met op
jon. Thans is de gemeentekas leeg,
eer leeg. Eu nu nog werkt na de
«nie ijdelheid van groot te willen
oen. In dezelfde vergadering van
(en r;iad waarin men den gasprijs
au 10 op 16 cent gaat brengen, wordt
ploten plannen te ontwerpen voor
en stadhuis en voor musea. Een der-
jelijke handelwijze doet denken aan
en man die op het punt staat failliet
slaan en die nu eens fijn gaat fui-
«n; Armoede is voor een Staat en
lus ook voor een stad een deugd, ik
fen het met Multatuli volkomen eens.
fcmcede maant tot zuinigheid en wie
inmaal aan zuinigheid gewend is
feet te sparen on dus zuinig te blij-
ÉlHet kind dat in weelde is groot-
icht leert het nooit. Den Haag
len tijdlang weeldekind. Maar de
in waren te zwak! Er is met geld
eten op een wijze die niot door
"feu beugel kan. En nu is armoe troef,
iu heet, het plotseling dat er aan
lie kanten een tekort beslaat. Juist
lil zou het tyd zijn eens te herinne-
eu aan de dwaze over-den-baik
boierij van vroeger. De raadsledon
je daaraan hebben meegedaan zijn
■gedankt of liggen op het kerkhof,
ku de nieuwe is nog minder te ver
lachten.
IVoor een nieuw raadhuis en voor
k musea zullen thans de lieeren Ber
»ge en de Bazel worden uitgonoo
figd om ontwerpen te maken. Van
en prijsvraag wilde men niet we-
jjn en dus weten wij vooruit wat
pij zullen krijgen. Nu, aan monu
mentale gebouwen hebben wij in den
jaag niet te veel. Het paleis voor
Landbouw gelijk het nieuwe depar-
»menisgebouw pleegt genoemd te
lorden, heeft niet veel van een
pnstwerk. Het artistieke rijmt zich
Jouwens moeilijk met hot practische.
jij het oprichten van een dergelijk
(root gebouw is het in do eerste
Boats van belang dat er veel ruimte
en in de tweede plajals dat hel ge
makkelijk kan uitgebreid worden,
jan den laaisten eisch voldoet dit
ep ar temen tsgebouw zeker niet tenzij
ken van meening is dat men er het
[aagsehe Bosch wel aan kan wagen,
let is maar zonderling zooals men
rij dei-gelijken bouw omspringt. Ecu
fcpisch staaltje moeten wij daarvan
feus mededeelen. Er is dikwijls op
ingedrongen dat de nieuwe rijksge
touwen niet in het centrum van de
tad zullen worden opgericht. De
pond is daar zeer duur, de plaais-
jiimte beperkt. Bovendien hoeft het
lat tegen dat alle ambtenaren vèr
jan hun bureau af wonen. De woon
'een zijn nu eenmaal buiten-af.
Waarlijk men ging de goede ge
jachte toepassen. Kolonièn kreeg
len bibliotheek in een buitenwijk. La-
er had uit departement een bureau
'oor den geneeskundigen dienst noo-
lig. Weer ging men naar oen bui-
enwijk. Maar nu naar een geheel
wieren lioelt van de stad. Op die
anier wordt het verband tusschen
Ie onderdooien niet bijster gemakke-
Ijk. Met dien keuringsdienst hebben
Jeer velen te maken; ieder die naar
fadie gaat moet er gekeurd worden,
fan buiten de stad komen er gere
leid gegadigden. Nu zou men den-
en dat dit. gebouw geplaatst werd
pó dat het tusschen de beide groote
Rations in lag. Neen, zoo slim was
pen niet. Men plaatste het bureau
pclit bij de Scheveningsche visschers-
javen. Van de Hollandsche Spoor
jeeft men drie kwartier noodig, twee
tams om er te komen; van de
Itaatsspoor vijf en twintig minuten
Ier electrische tram. Wanneer het
puiand opgedragen werd do meest
ingeschikte plaats uit te zoeken dan
lad lhj er niet beter in kunnen sla-
|en dan thans het geval is. Dit moet
jezegd: het is een mooi bureau en
[o vraag moge rijzen of voor dit doel
loo n fraai gebouw noodig was, het
f e u i 11 e t o n
GILL,
Detective
door IVANS.
31)
Is het mogelijk, meneer Imre,
jat u niet weet wat er op liet slot
febeuid is? vroeg ik, hem strak
(inziende.
fEr gebeurt op Vöröshegy veel,
lat niet iedereen weet antwoord
je hij, met een korten lach.
U weet dus niet., dat de Gravin
oor een onbekende hand vermoord
6?
j Een oogenblik stond hij als ver-
iteend. Toen voordat ik een be
weging maken kon om mij te verde-
Bgen had hij mij bij de keel en
icliudde mij heen en weer met een
tracht, die ik hem niet had toege-
jchreven
Hond, ellendige hond, je liegt!
f- siste hij meer dan hij sprak.
Mot grooto inspanning gelukte het
hij, mij los te wringen; dadelijk
Jaurop zag hij mijn revolver op zioh
jericht
Meneer Imre, zeide ik be-
blijft werkelijk heel fraai. Of hot duur
is, of het. lastig is voor allen die het
dour in oen afgelegen buitenstraatje
moeten zoeken, doet minder ter za-
ke. Opmerkelijk is het, dat Koloniën
voor zoon dienstje een prachtig ge
bouw zet en dat voor postkantoren en
belastingkantoren in de buitenwijken
geen plaats te vinden schijnt te zijn.
Dc postkantoortjes in den Haag zijn
klein en schriel ingericht. En opmer
kelijk is dat de Staat reusachtige hu
ren betaalt. Ik weet een postkantoor
dat in een benedenhuis is gevestigd
dat misschien 300 gld. huur waard is.
De Staat betaalt er precies duizend
gulden huur voor on heeft eon con
tract van Üen jaar, Na tien jaar
hoeft de Stuut precies het gansahe
huis betaald en heeft, dan precies
niets. Toch wordt steeds betoogd dat
de Staat beter doet met geen eigen
kontoren in te richtcu. Liever huurt
men tijdelijk woningen. In de crisis
jaren heeft men de theorie ook ver
kondigd en liever vijf jaar lang dc
fabelachtigste huren betaald. Helaas
zal het nooit mogelijk zijn daarvan
een volledig overzicht te krijgen; dat
alleen zou een denkbeeld geven van
het schitterend financieel beleid.
De rijksbetaalmeester in de vorste
lijke residentie heeft als kantoor nog
steeds een paardenstal, waarin zelf»
de afscheidingen nog aan den ouden
stal herinneren. Voor de inrichting
van een behoorlijk kantoor waar hon
derden gepensioneerden liun pensioen
moeten afhalen, heeft men nooit een
cent over gehad. Opmerkelijk was al
iijd dat als argument werd opgege
ven dat in den omtrek van het oude
kantoor geen localileit was to vin
den. Sinds jaren zijn er tal van kan
toren gevestigd! Voor het geachte
publiek maa.kl men geen kcjpzorgen.
Dat heeft te betalen en te wachten.
HAGENAAR.
Eeu geniaal menseb
door SIMON MOS.
Er zijn lieol wat geniale menschen.
i'enminste zij, die zich verbeelden bet
is zijn. I>e wereld is er vol van. Men
telt ze bij dozijnen. „Men vindt bon
der pseudo-genieën tegen één werk
man", heelt een beroemd schrijver
verkondigd, en nog dagelij les blijkt
do waarheid daarvan. Het Bureau
voor Uitvindingen, dat tot doel heeft
alle producten van vernuft en ver
bedding te onderzoeken, krijg,
schier elke week inzendingen van
vindingskracht op elk gebied. De een
vraagt het oord eel over een machine
tot het vervaardigen van verbeterde
drukknoop en voor dames-blouses, de
andor over een automaat voor den
verkoop van likdoornpleisteis en een
derde over een universeel middel te
gen platvoeten, boven en behalve hot
regelmatig terugkeerende „pei petuum
mobile", en ul deze uiringen van oor
spronkelijkheid en genie blijken ge
woonlijk bitter weinig om het lijf te
hebben, ja, dikwijus geheel en al
zonder waarde te zijn.
Do heer Roosewater. eerzaam huis
vader en huiseigenaar, was ook
iemand, met vele geniale neigingen
i"diept; niet dat-ie zich zou bezondi
gen aan de oen óf andere uitvinding
och, neen, dat lict-ie ge
voegelijk aan meer bcgaafdep over.
Doch de genialiteit des heereu Roo
sewater werd voornamelijk opge
wekt door het initiatief van anderen,
kwam meer voort uit een onbedwing
naren lust lot navolging.
Had iemand iets origineels gevon
den, of het oen of ander vervaardigd
vooral betrekking hebbende op voor
worpen voor dagelijks gebruik of tot
huishoudelijk gebied behooreud, dan
trachtte de heer Roosewater dit te
imiteeren.
llij knutselde geregeld een of an
der thuis, had daartoe wat gereed
schap gekocht, en hield er een werk
kamer op na, een verblijf, dat vroe
ger tot logeervertrek was ingericht.
Tijd had-ie in overvloed, want de
brave man had geen werkzaamheden
te vervuilen, uit bedrijf of beroep
voortvloeiende; dat was blijkbaar
nog nimmer noodig geweest. Zijn in
komen, slechts noodzakelijk voor drie
personen, man, vrouw en dochter
schoen alleszins voldoende le zijn
en liet was ontstaan zonder dat-ie er
zich ooit belangrijk voor had moe
ten inspannen. Door een erfenis
w aren hem oeD paar kleine huizen
ten deel gevallen, die hij ver boven de
waarde verkocht had. Voor dét geld
had-ie drie andere huizen overgeno
men, welke hij op een gunstig mo
ment weer voor redelijke winst over-
deed; en zoo bleef-ie handelen, tot-
dat-ie een burgermanskapitaaltje
•vergaard had, eerder nog dan hei
daurd, dit zijn geen manieren.
Kom tot uzelven, of u zult 'n les krij
gen, zooals u er nog nooit een ge
luid hebt!
De man bleef mij eenigen tijd aan
staren met verwilderden blik. Of lnj
zich onmiddellijk rekenschap gaf van
van het gevaar, dat hem door mijn
revolver dreigde, betwijfel ik. Zeker
is het, dat hij langzamerhand zijn
zelfbeiheersching herkreeg, maar het
duurdle lang voordat hij zijij stem
terug vond.
Genadige heer zeide hij ein
delijk met schorre, kort-af gebroken
stem, die revolver jaagt mij geen
schrik aan! Ik hecht niet aan het le
venl IJ ziet, dat ik niet meer denk
aan tegenstand.
En ik ben niet gewoon, weer-
looze menschen neer te schieten
zei ik. terwijl ik het wapen zakken
liet. Maar Imre baratom, ge zult
mij toestemmen, dat er alle reden
voor mij bestaat om u 'n flinke les
te ges-en. Wat, in hemelsnaam, had
ik misdaan, dat gij mij als 'n tijger
naar de keel vloog?
Ik verzoek u om vergeving daar
voorzeide de Czigóny, zonder mijn
vraag te beantwoorden.
Maar u acht. het eenvoudig
overbodig, uw onbehoorlijk optreden
te verklaren?
Die verklaring is héél eenvou
dig; ik ben dronken! Hij lachte
hem zei# recht duidelijk was.
Meest du uit verveling, om den tijd
te verdrijven, wou-io bezig zijn.
Hij zocht daartoe maar iets, dat in
z'n knuteelkraam te pas kwazn. Maar
altijd ondernam hij werkjas, die bin
nenshuis verricht konden Vorden,
want tuinbezigheden waren buiten
gesloten, aangezien de heer Roose
water, uit zinnigheid, zelf twe-o hoog
was gaan wonen, teneinde .huis n e'.
sous-terrein'' te kunnen verhuren.
Maar in huis deed-ie van al les. Hij
beschilderde emmers en kisten voor
do keuken, repareerde de koffiemo
len en de pendule en maakte in den
tijd van brandBtoffen-echaarechte,
P eisen tot het vervaardigen van
cude-kranten-briquetten.
De resultaten van de bemoeiingen
des hoeren Roosewater waren even
wel zoodanig, dat de emmers of kts-
.teu vaak slechts aan één zijde be
schilderd waren, terwijl de keuken
vloer overal erg dik in de verf zat;
de koffiemolen? niet meer maaide; de
pendule voor goed bedorven was, en
de briquettén-pere het bij den eersten
druk begeven tliad.
Nog erger werd het soms, wanneer
de heer Roosewater het geniale plan
had opgevat iets te vefvaardigen,
waar a an hamer, zaag en beitel te
pa6 moesten komen; dan hielden
vrouw en dochter haar hart vast en
dankten zij het toeval, wanneer de
man en vader er ai kwam met een
blauwen duim en één omzwachtelden
vinger.
Doch daar liet de hoer Roosewater
zich niet door afschrikken. Dat was
de risico van den arbeid, meende hij.
De voldoening was dan nog grooter,
wanneer het werk gelukte.
't Is wel eigenaardig, dat geniale
menschen dikwijls van oordeel zijn,
dat vakkunde onnoodig is; dat niet
alleen 't theoretische plan van zelf in
hun brein opkomt, dook dat ook de
practische kennis hun zoo maar
komt aanwaaien. Ook de beer Roo
sewater had nog nooit eens een lesje
bij een timmerman genomen hoe hij
nu wel zagen en hoe hij hameren
moest
'Het was zomer, en de tijd weer
aangebroken, dat Truus, liet zestien
jarig dochtertje van Roosewater,
cenige weken vacantie zou krijgen.
In die période ging de familie tel
ken jare voor veertien dagen naar
buiten. Dat kwam eigenlijk wed niet
overeen met de schrielheid van papa,
maar het deea voornaam en hex. klonk
wel deftig. Bovendien ging het op
een koopje. Ergens achter in hel
Gooi had Roosewater een boei- ge
vonden, die de familie voor een civiel
prijsje onderdak verschafte. Eij zorg
den dan zelf verder voor eten en drin
ken; namen daartoe eeu en ander
uiee. hetgeen alleen wat veel bagage
vorderde. dooli dat was niet zoo
'kosübaar als ergens in pension te
gaan.
Toen zij de laatste maal weer zou
den vertrekken, had Roosewster een
geniaal plan bedacht
Al die koffers, ta&schen, mandjes,
petroleumstel, epiritus-snelkoker
potten en pannen, dat gaf een baga
ge met. allerlei tast. Verleden jaar
had Truus iliaar taschie in don trein
vergeten, en was er aan het station
een kist b.Tjyen staan. Dat kon voor
komen worden.
En daarom, legde mijnheer des
middags na tafel uit. heb ik besloten
een kist te maken van zoodanige af
metingen, dat alles wat wij zullen
meenemen, daarin geborgen kan
worden.... Ik verdeel de ruimte in
vakken.... Vak A het grootste
is voor keuken-voorwerpen.... Vak B.
'is voor jou, vrouw!.... Vak C voor
Truus en vak D voor mij... En dan
geen gezanik meer met aporie tus
schen of mandjes... dat geeft alle
maal maar last en moeLe.
Maar zou die kist niet te zwaar
worden? opperde mevrouw.
Voor ons wed. antwoordde mijn-
iheer, maar ik laat haar vervoeren
door lui van het spoor of van Van
Gend en Loos.... zijn twee man niet
gonoeg. dan nemen we er drie...
da's geen bezwaar.... En 'k heb eul
uitgerekend, dat er nog ruimte over-
iblLijft voor een ligstoel en een paar
vouwstoeltjes ook. lachte hij, daar
kunnen we gemak van hebben in hot
bosch.
Hoe hebt u dat uitgerekend, paï
vroeg Truus, spelend met haar sei-
vetring. Lengte maal breedte maal
hoog, nietwaar on zoo den kubieken
inhoud gevonden... binnenwerks, ze
ker?
Blijf me assieblieft van boord
met je schoolsche geleerdheid, zei
een kouden, drogen lach.
Ik begreep, dat hy niet voorne
mens was, zich verder bloot te ge-
Slaap uw roos dan uit! zei
ik barsch en deed alsof ik mijn paard
bestijgen wilde. Ik had verwacht,
dat hij mij tegenhouden zou, maar
hij dacht daar blijkbaar niet aan. Nu
ik eenmaal A gezegd had, moest ik
ook B zeggen en ik klom dus in den
zadel. Nog even treuzelde ik, maar
dc Czig&ny bleef onbeweeglijk, met
afgewend gelaat, in de richting van
het dorp staren.
Juist op het oogenblik, waarop ik
den teugel vieren wilde, draaide hij
zich om. Op zijn gezicht stond iets als
'n lach, maar de vrooMjkhedd was
daarbij vèr te zoeken.
De genadige heer houdt van ver
rassingen zei hij, nu schijnbaar
kalm. Ik heb óók 'n verrassing!
Ik zal u zeggen, wie (le moordenaar
is!
'n Dronken mensen is geen be
trouwbare getuige! zeide ik
scherp
Het staat aan u, mij te gelooven
of ntet te gelooven, genadige heer!
Maar dit zeg ik u, dat Graaf Csadényl
zelf haar vermoord heeft, zoo zeker
als morgen de zon zal* opgaan! Zeg
hem en hier vlamden plotseling
haat en woede in zijn oogen op
dat Imre de Cxigópy hem groeten
Roosewater, wat heb ik met dien ku
bleken l>oei te maken!
Maar iaoo hebt u bet dan ge
daan? hield Truus vol. wij hebben
juist op school de mhoudiv-bereke-
iungen gehad en in het leerboek voor
de. meetkunde staat,,.,,
Kletskoek! viel Roosewater in,
ik bemoei me met «een boeken.... bij
mijn zit alles in m'n kop... Daar! ver.
duidelijkte luj, tegen z'n voorhoofd
tikkend, daar heb 'k al m'n afmeUn-
«en in.... daar zitten de berekenin
gen..., daér zeggen ze wat ik doen
moei.
Maar hoe zal je aan hout komen,
vroeg mevrouw, nu alles zoo duur
is?
Daar heb ik je, antwoordde Roo-
isewater, weet je daar niks opV....
vrouwen denken niet door, natuur
lijk.... we hebben toch nog het kip
penhok op zolder hggen. niet?....
Dat is zoo, knikte mevrouw.
Nou. die ulanken zijn er bij uit
stek voor geschikt
Ajakkes! zei Truus, mei een op
getrokken neusje, geteerde planken
voor een koffer, nou....
Ik kan ze toch verven, betoogd"
vader, die daaraan eigenlijk niet ge
dacht had.
In de eerstvolgende dagen was het
nu op de logeerkamer een gezaag en
(gehamer, dat door het geheele huis
te hooren was. Mijnheer was voor
iniemand te spreken; Hij had het
lotntaaglijk "druk en schier geen tijd
voor eten en drinken. Want toen hij
eenmaal bezig was. aan het v ge
nomen plan, bleek de uitvoering nog
met tal van onvoorziene moeilijkhe
den gepaard te gaan. Hij had zorg
vuldig In zijn hoofd berekend, hoe
lang cle plankjes voor de korte en de
lange zijden, het deksel en den bodem
'moesten zijn, on telkens bleek een
plankje voor de korte zij iets te lang
en een voor de lange zij iets te kort
te zijn. In zooverre een plankje iets
»Le lang was, was dat geen storend
beletsel, dan kon er eenvoudig een
stukje worden afgezaagd, doch voor
de plankjes, die te kort bleken,
moesten weer andere komen, tenzij
hij met een opening genoegen wilde
nemen.
Soms peinsde hij een wijle over
hot merkwaardige feit. dat een tim
merman van beroep een 6pijker met
twee of drie slagen van den hamer,
kaarsrecht in het hout drijft, terwijl
de spijker, als Roosewater sloeg, dik
wjjls na den tweeden slag al krom
werd en nooit recht in hot hout wil
de, maar steeds terzijde van de kist
uitkwam.
Toen Truus eens ging kijken ol pa
ai vorderde, zij had a.iijd schik
m pas geniale gestes; hij kon zoo
ueerlijk onhandig doen was juist
de zaag uilgescnolen, waaruoor ue
linkerknie een geduchte schram had
opgeioopen en eeu vrij goede panta
lon van ltoosewaler totaal bedorven
was; de linkerduim was dik opgezet
en blauw, terwijl twee vingers van
de rechterhand, met reepjes, ge
scheurd van een zakdoek, verbonden
waren; verder liep pa mm of meer
mank, door het vallen van een zwaar
stuk hout, dat toevallig op de teen en
van den linkervoeL was neergeko
men.
Maar ue kist was bijna gereed; al
leen het deksel nog en dan de schar
nieren en het hangslot aanbrengen.
V ervolgens zou-ie geschilderd moeten
worden, doch Roosewater was het
nog niet eons over de kleur. Hij had
voorgesteld: groen met witte randen,
maar dan zouden de menschen den-
ivoii, dat ze uit de Zaan kwamen,
meende Truus.
Toen was maar besloten grijs ic
nemen ou eindelijk was de kist dan
geueei gereed, ei kleefde ue verl
nog e enigszins bij Uet inpakken der
reisbepoouigdhedcn, doch er kon niet
langer worden gewacht; den volgen
den dag zou de familie vertrekken.
ieder liud de ruimte in het voor
hem of haar bestemde vak ingeno
men en toen konueu er inderdaad
nog eoiiige vouwstoelen, ja zelfs nog
wei, indien het noodig was, cenige
dekens ou kussens bij. Pa had de be
rekeningen in z'n hoofd althans me.
te klein genomen.
Precies op tijd kwam de wagen van
de Hoiianuscüe Spoor voor en nadat
op het bellen was opengedaan, slap
ten drie flinke mannen naar boven.
Hierheen! riep de heer Roose
water, die boven aan de trap stond,
uen weg wijzend naar de logeerka
in er.
Toen de mannen van den wagen
het vrachtje bekeken, zagen zij el
kander eens van ter zijde aan; zij in
den by beurten aan de voor- en ach
terzijde, doch liet gewicht scheen nog
al mee te vallen.
Een ruizekist, zei er een.
Hoe kom; uwe an dat bakbeest?
vroeg een ander.
Bakbeest, herhaalde Rooscwa-
laat! llij is een verloren man, want,
dat zweer ik, hij zal mij voorgaan...
naar de hel!
liet is onmogolijk den toon van
woeste kwaadaardigheid to beschrij
ven, waarop die laatste woorden wer
den uitgesproken. De Czlgdny had
daarbijbeide armen opgeheven en
schudde met de vuisten in de lucht;
zijn hartstochtelijke natuur was op
nieuw tot uitbarsting gekomen. Maar
slechts voor eén oogenblik. Toen
keerde hij zicli om en verwijderde
zich snel in de richting van Kisfaiva.
De weg iag helder in het maanlicht
en ik bleet hem eenigen tijd met de
oogen volgen; hij liep door, zonder
stil te staan of om te zien. Toen
wendde ik mijn paard, om terug te
rijden naar Vóröshegy.
Onderweg dacht ik ernstig na over
de houding, die Imre (1e Czigany had
aangenomen. Ongetwijfeld was mijn
toeleg, om iets bepaalds te weten te
komen mislukt; maar niettemin kón
men uit zijn woorden en daden ge
durende het stormachtige onderhoud
dat ik met hem gehad had, enkele
zij het ook vage gevolgtrekkingen
maken. Vooreerst bevestigde het ons
vermoeden, dat een zeer bijzondere
verhouding tusschen hèm en Gravin
IGsadanyi bestaan had; zijn zinlooze
woede bij het vernemen van den ge
pleegden moord wees op een element
ter, hoc fiecfoeW u dat? was zijn we
dervraag.
Wel, was het antwoord, hoe hebt
ii dat ding hier gekregen U
hebt 't toch niet ergens gekocht?
Welnee! zei Roosewater, en toen
met eenige trots: - die heb 'k zelf ge
maakt.
Dat dacht 'k wel, zei de spoor-
man, iiier op do kamer zeker?
Ja! repliceerde Roosewater, hoe
dat?Mankeert er soms iets aan?
Daar blijf 'k buiten, klonk het
onbepaald, maar uwe het geen reke
ning gehouden met het gat van de
deur 't ding kan er niet uit!
Wa-at?Niet uit? stamelde
Roosewater.
Inderdaad, toen de mannen de kist
opnamen, bleek noch de deuropening,
noch het raam, wijd genoeg te zijn,
om den reuzenkoff r door te laten.
Hoe ze ook pasten: in de lengte, in
de breedte, op z'n kant, op z'n kop,
1 lukte niet; men was niet in
staat de kist uit de kamer te verwij
deren.
Er was niets aan te doen; de men
schen konden onverrichterzake af
trekken.
En toen moesten mei den meesten
spoed de voorwerpen uit de groote
kist worden overgepakt in kleinere
koffers, mandjes on tasschen, even
als het vorige jaar, want de reisbil
jetten waren genomen en liet logies
besteld, men diende dus te vertrek
ken.
Truus kon het uiet helpen, maar
ze kreeg telkens oen onbedaarlijke
lachbui bij het ledigen van het mon
ster. En Later, toen ze reed6 met het
bagagenet vol pakken en doozen in
den trein zaten, schoot het giagelen-
de ding nog aanhoudend in den lach,
als ze dacht aan de vergeefsche mar
teling van die spoorwegmannen, om
het product van papa's vinding uit
de logeerkamer te versjouwen.
Nou ja, beweerde papa Roose
water, de kist was niet zoo groot,
maar die deur was te kleinje
kunt niet overal rekening mee hou
den.
Want dit is ook een veelal opval
lende karaktertrek van een zooge
naamd geniaal mensch, hij wil
nog altijd gelijk hebben ook.
Schaakmbriek.
Oplossingen, vragen enz., te zen-
Isn nan den Sebaokredacteur
van Haarlem's liagblad, Groots
Houtstraat 93. Haarlem.
FHuBLEaat >0. 4«)
A. P. v. BERKEL (Heeswïjk).
-.1
f,
-.i-J
i
H
-
i
Si ÉH
i
i
J
,y
i
éU* J
IN J
Mat in twee zetten.
Stand der stukken
Wit: Kg-t, Tb2, Td4, Lh8, Pd2, c2.
Zwarts Kc3, Tao, Lel, a4, a6, b3, b5,
c2, g6.
Een tempo-probleem der 2e soort
(zie rubriek van 21 Juni 1919).
i-Jteester Réti.
Deze bekende Hongaarsche schaak
meester heeft dezer dagen in ons land
simultaan- en blindsóances gegeven;
ook speelde bij enkele ernstige partijen
met de heeren te Kolsté en v. Gelder.
Laatstgenoemde heeft den meester in
een zeer goed gespeelde partij ver
slagen.
Zij varliep ais volgt:
Partij No. 4)
Gespeeld te ^Scheveningen. in de
Scheveningsche Schaak-Sociëteit",
26 Juni 1919.
WIT ZWART l
G. J. v. Gelder R. Réti
Fbilidor-vardediging.
©2—»4
1
e7—»5
Pgl18
2
d7—d6
d2d4
3
Pg816
Pbl-cS
4
Pb8-d7
Lfl—c4
5
Lf8©7
0-0
6
clc6
Tflel
•l
Dd8c7
Lel—g5
8
Pd718
h2—h3
9
h7— h6
Lgoe3
10
g7—*5?
d4X©5
11
dt> a. eö
i) PfiXeö
12
Dc7Xe5
L»3Xd4
13
Deo—a5
©4—©5
14
Plb—dó
«6—e 6.
15
Thah7
b2-b4
16
Da5xb4
e6xf7f
17
Th7xf-
in die verhouding, dat uit sterk ma
terieel eigenbelang of (waarschijnlij
ker) uit een grooten hartstocht te
verklaren was. Het was moeilijk aan
te nemen, dat hij bij de uitbarstin
gen van die woede comedie had ge
speeld- Waartoe ook? Maar hier
viel mij in, dat G. G. het als een be
wijs van Keller's onschuld aanmerk
te, dat deze geen oogenblik getracht
had, een ander en speciaal den
Graaf de schuld op de schouders
te schuiven. Imre de Czigi'my had het
omgekeerde- gedaan: zonder zelfs
maar te weten, dat de omstandighe
den, waaronder de moord had p.'aats
gehad, voor Graaf Csad&nyi inder
daad belastend konden worden uit
gelegd, had hij dezen onmiddellijk
als den schuldige geroemdWaarom?
óf omdat hij de verdenking
van zichzelven wilde afwenden,
óf omdat hij inderdaad bekend
was mot feiten, die dc schuld van
den Graaf in zijne oogen vast deden
staan. In het eerste geval zou zijn
woede comediespel geweest zijn en
dat achtte ik uitgesloten! Het tweede
scheen mij dus waarschijnlijk, hoe
wel ik aannam, dat hij zich vergis
sen moest, omdat ik in de schuld van
Graaf Csadanyi zoo vast geloofde, In
elk geval zou het van bijzonder groot
belang zijn, te weten te komen, op
welk© gronden hij diens schuld aan
nam; ikzelf was in het vinden van
Lc4Xd5
18
cGXdB
Pc3Xd5
19
Dbic4
Pd5-f6f
20
Tf7Xf6
Ld4xf6
21
Lc8e6
Ddlh5+
22
K©8d8
Tal—dl-f
23
Pf8-d7
DhöXhG
24
Kd8—»8
Dh6-h8f
25
Opgegeven.
i) Wit offert dit Paard om een aanval
te krijgen, welken hij inderdaad op
fraaie wijze tot een goed einde brengt.
De meoster gaf op 2Juni 1»13 ean
blindscance In ..Discendo Discimus"
te 's-Gravenhage. Hij verloor geen
enkele partij «n maakte er 4 remise,
hetgeen geweldig enthusiaemo wekte,
daar Réti niet minder dan 10partijen
tegelijk speelde, zonder bord en stuk
ken te zien.
De heer R. Sijbolts uit Haarlem
smaakte het genoegen remise tegen
den msester te maken. De partij volgt
hieronder.
Partij No. 5**)
Gespeeld te 'e-Gravenhage, 27 Juni
1919, in een blindȎance vau 10 par
tijen.
WIT i ZWART:
EL Réti. R. Sijbolta.
Spaansib Vtirpaardenspel.
e2—©4
1
©7eö
Pgl18
2
Pb8e6
Pblc8
3
Pg8—f6
Lfl—b5
4
L18b4
0—0
5
0—0
d2—d3
6
Lb4Xc3
büxcS
7
d7d5
Lb5Xc6
8
b7xc6
Pf3Xeö
9
Ddö—d6
Lel—f4
10
TfS»8
Ddl—f3
11
d5Xei
d3X®4
12
T«8X ©5
i) Tal-dl!
13
Lcög4
Ufog3
14
Lg4Xdl
Lf4Xeö
15
Pf6—h5
L»5Xd6
16
Ph5xg3
Ld6Xg3
17
LdlXc2
f2—f3
18
Ta8b8
LgS ac7
19
Tb»b2
Tfl—al
20
Tba—blf
TalXbl
21
Lc2Xbl
a2a8
22
Kg8—18
Lc7—d6f
23
Kf8—eö
Kgl-f2
24
Ke8d7
Ld6-f8
25
g7g6
K12—e3
26
Lbl—c2
Keod4
27
Lc2—b3
Kd4©5
28
h7—hö
h2-h4
29
Lb3—dl
Ke5—16
30
Kd7—©8
Lf8-c5
31
a7—ab
•4eö
32
Ldl-b8
g2g4
33
h5Xg4
18Xg4
34
Lb3—dl
K16—ffi
85
Keöd7
h4h5
36
g6Xhö
g4Xhó
37
Kd7e6
hö—h6
38
Ldl—e2
Remise.
Eerste publicatie.
In de partij Capablanca-Tarrasch
(St. Petersburg 1914) geschiedde 13.
ffl-dl, Lc8gx14. Df3-g3, LgéX
dl; 15. LféXtó, Dd6-d2; 16. f2-f3,
pfo h5; .7. Dg3f2, Dd2Xf2f; 1&
KglXia, LdlXc2 en Zwart won.
Van Probleem No. 2 werden alsnog
goede oplossingen ontvangen
vau
J. W. Brugman en D. A. C. van den
Hoorn, beiden te Haarlem; P. L.
Prins, te Heemstede; C H. Th.
Bleijswijk, te Schoten.
Probleem No. 2 heeft een verrassing
gebracht.
Zooals wij aan den voet van dat
probleem mededeelden, was het ont
leend aan bet boekje vau den heer
Seiiberger, die zijn geesteskind daarin
Bpeciaal behandelde.
Thans is gebleken, dat er op e5
een zwarte pion moet staan, daar
anders de sleutelzet l.g6—g7 faalt na
1... c6—cö, omdat op 2. Dg8—d5f
volgt 2..., e7—e5, zooals ook dooi een
paar oplossers is opgemerkt.
Do beer S. beeft zulks bevestigd en
tevens nog een drietal drukfoüten
medegedeeld, welke ik gaarne zal
publiceeren, wanneer er om gevraagd
wordL
Oplossing Probleem Ho. I.
1. Dh8—g7, enz.
Goede oplossingen ontvan
gen van
Jac. J. Bert J. W. Brugman
N. Deen Jzn. P. Fabriek J. Jor
dan J. A. Scbiering en B. A. Snel-
lemau, allen te Haarlem.
VoortsL. G. v. Dam en A. D.
Krieken, beiden te Haarlem.
Correspondentie.
Haarlem. E. A. B. 1. Pdlb2 faalt
na 1..., Pg2—el. M. M. D. 1. Lf2-d4
faalt na 1..., 13 f2. Voor 2-zelten i3
opgave sleutelzet voldoende.
L. E. 1. Dh8—16 faalt b.v. na 3...,
ic4—b4. P. F. Goede rei»! H. J.L. eu
Jac. P. Zie corr. met L. E P F. S.
Zie corr. mei M. M. D.
Heemstede. P. L. P. Hartelijk
dank voor uw waardeerend schrijven.
Met u hoop ik, dat bet aantal oplos*
sera steeds moge toenemen.
Zuid-Schalkwijk. J. W. 2ie
corr. met L. E., te Haarlem.
die gronden. "rininsd ge-
siaagu
Mijn geuauiitn i.uutui my zoozeer
in beslag, dat ik weinig acht gaf op
mijn omgeving. Het was voor mij eon
verrassing, toen de weg uit het bosch
op het open plateau vóór Vöröshegy
rad. Zelfs kil ome terp aal No. 7 was
ik voorbij gereden, zonder daaraan
bijzondere oancacht te schenken!
Toen ik het sjotplein opreed, ont
grendelde Béla ü.eller, die blijkbaar
naar mij had uitgezien, dadelijk de
deur en, binnentredend, vond ik in
de voorhal G. G., die op een der l>an-
ken zat te dutten althans dat
scheen zoo! Mijn nadering deed hem
ontwaken en wij gingen samen naar
boven op zijn kamer, waar ik hem
een trouw verslag deed van wat mij
op mijn tocht overkomen was. Ik
voelde wel 'n beetje rechtmatigen
trots, dat ik hem berichten brengen
kon, die voor ons onderzoek zoo be
langrijk waren.
Willv zei G. G., nadat ik mijn
relaas geëindigd had, als het niet
rier uur in den morgen was, zou ik
een lange toespraak tot je houden
om je hulde te betuigen voor je uit
nemende diensten. Nu zeg ik alleen:
flink gedaan ©n dank je well Laten
wo probeeren nog wat rust te nemen.
Voorloopig is er niets te doen al
thans zoo lang het donker is!
1 (Wordt vervolgd.)