m m liULEM'S Dm VIERDE BLAD. Zaterdag 3 Juli 1319 Brieven uit de Hofstad. CCCCXXXI, IMultatuli ontwaarde dafc de bevol- Kig van Bantam Kidoel arm was en ■arover was hij verheugd in het bin- fen>te van zijn ziel. Het kost eemgc loei te om te begrijpen waarom hij Earover blijde was. De ervaring heft echtei menigeen geleerd dat rijk bia eens volks nadeeien heeft in lot klein zien wij dat in den Haag jr is een tijd geweest dat den Ilaag is gemeente rijk was, zóó rijk dat [jaars drie kwart millioen weid over- fehouden. Men wist toen niet goed fat men daarmede moest aanvangen n ten slotte besloot men er asfalt baten voor aan te leggen. Men had r misschien beter dingen mee kunnen ben. liet ergste was dat die rijkdom p den bol van het gemeentebestuur Joeg; men meende dat het met op jon. Thans is de gemeentekas leeg, eer leeg. Eu nu nog werkt na de «nie ijdelheid van groot te willen oen. In dezelfde vergadering van (en r;iad waarin men den gasprijs au 10 op 16 cent gaat brengen, wordt ploten plannen te ontwerpen voor en stadhuis en voor musea. Een der- jelijke handelwijze doet denken aan en man die op het punt staat failliet slaan en die nu eens fijn gaat fui- «n; Armoede is voor een Staat en lus ook voor een stad een deugd, ik fen het met Multatuli volkomen eens. fcmcede maant tot zuinigheid en wie inmaal aan zuinigheid gewend is feet te sparen on dus zuinig te blij- ÉlHet kind dat in weelde is groot- icht leert het nooit. Den Haag len tijdlang weeldekind. Maar de in waren te zwak! Er is met geld eten op een wijze die niot door "feu beugel kan. En nu is armoe troef, iu heet, het plotseling dat er aan lie kanten een tekort beslaat. Juist lil zou het tyd zijn eens te herinne- eu aan de dwaze over-den-baik boierij van vroeger. De raadsledon je daaraan hebben meegedaan zijn ■gedankt of liggen op het kerkhof, ku de nieuwe is nog minder te ver lachten. IVoor een nieuw raadhuis en voor k musea zullen thans de lieeren Ber »ge en de Bazel worden uitgonoo figd om ontwerpen te maken. Van en prijsvraag wilde men niet we- jjn en dus weten wij vooruit wat pij zullen krijgen. Nu, aan monu mentale gebouwen hebben wij in den jaag niet te veel. Het paleis voor Landbouw gelijk het nieuwe depar- »menisgebouw pleegt genoemd te lorden, heeft niet veel van een pnstwerk. Het artistieke rijmt zich Jouwens moeilijk met hot practische. jij het oprichten van een dergelijk (root gebouw is het in do eerste Boats van belang dat er veel ruimte en in de tweede plajals dat hel ge makkelijk kan uitgebreid worden, jan den laaisten eisch voldoet dit ep ar temen tsgebouw zeker niet tenzij ken van meening is dat men er het [aagsehe Bosch wel aan kan wagen, let is maar zonderling zooals men rij dei-gelijken bouw omspringt. Ecu fcpisch staaltje moeten wij daarvan feus mededeelen. Er is dikwijls op ingedrongen dat de nieuwe rijksge touwen niet in het centrum van de tad zullen worden opgericht. De pond is daar zeer duur, de plaais- jiimte beperkt. Bovendien hoeft het lat tegen dat alle ambtenaren vèr jan hun bureau af wonen. De woon 'een zijn nu eenmaal buiten-af. Waarlijk men ging de goede ge jachte toepassen. Kolonièn kreeg len bibliotheek in een buitenwijk. La- er had uit departement een bureau 'oor den geneeskundigen dienst noo- lig. Weer ging men naar oen bui- enwijk. Maar nu naar een geheel wieren lioelt van de stad. Op die anier wordt het verband tusschen Ie onderdooien niet bijster gemakke- Ijk. Met dien keuringsdienst hebben Jeer velen te maken; ieder die naar fadie gaat moet er gekeurd worden, fan buiten de stad komen er gere leid gegadigden. Nu zou men den- en dat dit. gebouw geplaatst werd pó dat het tusschen de beide groote Rations in lag. Neen, zoo slim was pen niet. Men plaatste het bureau pclit bij de Scheveningsche visschers- javen. Van de Hollandsche Spoor jeeft men drie kwartier noodig, twee tams om er te komen; van de Itaatsspoor vijf en twintig minuten Ier electrische tram. Wanneer het puiand opgedragen werd do meest ingeschikte plaats uit te zoeken dan lad lhj er niet beter in kunnen sla- |en dan thans het geval is. Dit moet jezegd: het is een mooi bureau en [o vraag moge rijzen of voor dit doel loo n fraai gebouw noodig was, het f e u i 11 e t o n GILL, Detective door IVANS. 31) Is het mogelijk, meneer Imre, jat u niet weet wat er op liet slot febeuid is? vroeg ik, hem strak (inziende. fEr gebeurt op Vöröshegy veel, lat niet iedereen weet antwoord je hij, met een korten lach. U weet dus niet., dat de Gravin oor een onbekende hand vermoord 6? j Een oogenblik stond hij als ver- iteend. Toen voordat ik een be weging maken kon om mij te verde- Bgen had hij mij bij de keel en icliudde mij heen en weer met een tracht, die ik hem niet had toege- jchreven Hond, ellendige hond, je liegt! f- siste hij meer dan hij sprak. Mot grooto inspanning gelukte het hij, mij los te wringen; dadelijk Jaurop zag hij mijn revolver op zioh jericht Meneer Imre, zeide ik be- blijft werkelijk heel fraai. Of hot duur is, of het. lastig is voor allen die het dour in oen afgelegen buitenstraatje moeten zoeken, doet minder ter za- ke. Opmerkelijk is het, dat Koloniën voor zoon dienstje een prachtig ge bouw zet en dat voor postkantoren en belastingkantoren in de buitenwijken geen plaats te vinden schijnt te zijn. Dc postkantoortjes in den Haag zijn klein en schriel ingericht. En opmer kelijk is dat de Staat reusachtige hu ren betaalt. Ik weet een postkantoor dat in een benedenhuis is gevestigd dat misschien 300 gld. huur waard is. De Staat betaalt er precies duizend gulden huur voor on heeft eon con tract van Üen jaar, Na tien jaar hoeft de Stuut precies het gansahe huis betaald en heeft, dan precies niets. Toch wordt steeds betoogd dat de Staat beter doet met geen eigen kontoren in te richtcu. Liever huurt men tijdelijk woningen. In de crisis jaren heeft men de theorie ook ver kondigd en liever vijf jaar lang dc fabelachtigste huren betaald. Helaas zal het nooit mogelijk zijn daarvan een volledig overzicht te krijgen; dat alleen zou een denkbeeld geven van het schitterend financieel beleid. De rijksbetaalmeester in de vorste lijke residentie heeft als kantoor nog steeds een paardenstal, waarin zelf» de afscheidingen nog aan den ouden stal herinneren. Voor de inrichting van een behoorlijk kantoor waar hon derden gepensioneerden liun pensioen moeten afhalen, heeft men nooit een cent over gehad. Opmerkelijk was al iijd dat als argument werd opgege ven dat in den omtrek van het oude kantoor geen localileit was to vin den. Sinds jaren zijn er tal van kan toren gevestigd! Voor het geachte publiek maa.kl men geen kcjpzorgen. Dat heeft te betalen en te wachten. HAGENAAR. Eeu geniaal menseb door SIMON MOS. Er zijn lieol wat geniale menschen. i'enminste zij, die zich verbeelden bet is zijn. I>e wereld is er vol van. Men telt ze bij dozijnen. „Men vindt bon der pseudo-genieën tegen één werk man", heelt een beroemd schrijver verkondigd, en nog dagelij les blijkt do waarheid daarvan. Het Bureau voor Uitvindingen, dat tot doel heeft alle producten van vernuft en ver bedding te onderzoeken, krijg, schier elke week inzendingen van vindingskracht op elk gebied. De een vraagt het oord eel over een machine tot het vervaardigen van verbeterde drukknoop en voor dames-blouses, de andor over een automaat voor den verkoop van likdoornpleisteis en een derde over een universeel middel te gen platvoeten, boven en behalve hot regelmatig terugkeerende „pei petuum mobile", en ul deze uiringen van oor spronkelijkheid en genie blijken ge woonlijk bitter weinig om het lijf te hebben, ja, dikwijus geheel en al zonder waarde te zijn. Do heer Roosewater. eerzaam huis vader en huiseigenaar, was ook iemand, met vele geniale neigingen i"diept; niet dat-ie zich zou bezondi gen aan de oen óf andere uitvinding och, neen, dat lict-ie ge voegelijk aan meer bcgaafdep over. Doch de genialiteit des heereu Roo sewater werd voornamelijk opge wekt door het initiatief van anderen, kwam meer voort uit een onbedwing naren lust lot navolging. Had iemand iets origineels gevon den, of het oen of ander vervaardigd vooral betrekking hebbende op voor worpen voor dagelijks gebruik of tot huishoudelijk gebied behooreud, dan trachtte de heer Roosewater dit te imiteeren. llij knutselde geregeld een of an der thuis, had daartoe wat gereed schap gekocht, en hield er een werk kamer op na, een verblijf, dat vroe ger tot logeervertrek was ingericht. Tijd had-ie in overvloed, want de brave man had geen werkzaamheden te vervuilen, uit bedrijf of beroep voortvloeiende; dat was blijkbaar nog nimmer noodig geweest. Zijn in komen, slechts noodzakelijk voor drie personen, man, vrouw en dochter schoen alleszins voldoende le zijn en liet was ontstaan zonder dat-ie er zich ooit belangrijk voor had moe ten inspannen. Door een erfenis w aren hem oeD paar kleine huizen ten deel gevallen, die hij ver boven de waarde verkocht had. Voor dét geld had-ie drie andere huizen overgeno men, welke hij op een gunstig mo ment weer voor redelijke winst over- deed; en zoo bleef-ie handelen, tot- dat-ie een burgermanskapitaaltje •vergaard had, eerder nog dan hei daurd, dit zijn geen manieren. Kom tot uzelven, of u zult 'n les krij gen, zooals u er nog nooit een ge luid hebt! De man bleef mij eenigen tijd aan staren met verwilderden blik. Of lnj zich onmiddellijk rekenschap gaf van van het gevaar, dat hem door mijn revolver dreigde, betwijfel ik. Zeker is het, dat hij langzamerhand zijn zelfbeiheersching herkreeg, maar het duurdle lang voordat hij zijij stem terug vond. Genadige heer zeide hij ein delijk met schorre, kort-af gebroken stem, die revolver jaagt mij geen schrik aan! Ik hecht niet aan het le venl IJ ziet, dat ik niet meer denk aan tegenstand. En ik ben niet gewoon, weer- looze menschen neer te schieten zei ik. terwijl ik het wapen zakken liet. Maar Imre baratom, ge zult mij toestemmen, dat er alle reden voor mij bestaat om u 'n flinke les te ges-en. Wat, in hemelsnaam, had ik misdaan, dat gij mij als 'n tijger naar de keel vloog? Ik verzoek u om vergeving daar voorzeide de Czigóny, zonder mijn vraag te beantwoorden. Maar u acht. het eenvoudig overbodig, uw onbehoorlijk optreden te verklaren? Die verklaring is héél eenvou dig; ik ben dronken! Hij lachte hem zei# recht duidelijk was. Meest du uit verveling, om den tijd te verdrijven, wou-io bezig zijn. Hij zocht daartoe maar iets, dat in z'n knuteelkraam te pas kwazn. Maar altijd ondernam hij werkjas, die bin nenshuis verricht konden Vorden, want tuinbezigheden waren buiten gesloten, aangezien de heer Roose water, uit zinnigheid, zelf twe-o hoog was gaan wonen, teneinde .huis n e'. sous-terrein'' te kunnen verhuren. Maar in huis deed-ie van al les. Hij beschilderde emmers en kisten voor do keuken, repareerde de koffiemo len en de pendule en maakte in den tijd van brandBtoffen-echaarechte, P eisen tot het vervaardigen van cude-kranten-briquetten. De resultaten van de bemoeiingen des hoeren Roosewater waren even wel zoodanig, dat de emmers of kts- .teu vaak slechts aan één zijde be schilderd waren, terwijl de keuken vloer overal erg dik in de verf zat; de koffiemolen? niet meer maaide; de pendule voor goed bedorven was, en de briquettén-pere het bij den eersten druk begeven tliad. Nog erger werd het soms, wanneer de heer Roosewater het geniale plan had opgevat iets te vefvaardigen, waar a an hamer, zaag en beitel te pa6 moesten komen; dan hielden vrouw en dochter haar hart vast en dankten zij het toeval, wanneer de man en vader er ai kwam met een blauwen duim en één omzwachtelden vinger. Doch daar liet de hoer Roosewater zich niet door afschrikken. Dat was de risico van den arbeid, meende hij. De voldoening was dan nog grooter, wanneer het werk gelukte. 't Is wel eigenaardig, dat geniale menschen dikwijls van oordeel zijn, dat vakkunde onnoodig is; dat niet alleen 't theoretische plan van zelf in hun brein opkomt, dook dat ook de practische kennis hun zoo maar komt aanwaaien. Ook de beer Roo sewater had nog nooit eens een lesje bij een timmerman genomen hoe hij nu wel zagen en hoe hij hameren moest 'Het was zomer, en de tijd weer aangebroken, dat Truus, liet zestien jarig dochtertje van Roosewater, cenige weken vacantie zou krijgen. In die période ging de familie tel ken jare voor veertien dagen naar buiten. Dat kwam eigenlijk wed niet overeen met de schrielheid van papa, maar het deea voornaam en hex. klonk wel deftig. Bovendien ging het op een koopje. Ergens achter in hel Gooi had Roosewater een boei- ge vonden, die de familie voor een civiel prijsje onderdak verschafte. Eij zorg den dan zelf verder voor eten en drin ken; namen daartoe eeu en ander uiee. hetgeen alleen wat veel bagage vorderde. dooli dat was niet zoo 'kosübaar als ergens in pension te gaan. Toen zij de laatste maal weer zou den vertrekken, had Roosewster een geniaal plan bedacht Al die koffers, ta&schen, mandjes, petroleumstel, epiritus-snelkoker potten en pannen, dat gaf een baga ge met. allerlei tast. Verleden jaar had Truus iliaar taschie in don trein vergeten, en was er aan het station een kist b.Tjyen staan. Dat kon voor komen worden. En daarom, legde mijnheer des middags na tafel uit. heb ik besloten een kist te maken van zoodanige af metingen, dat alles wat wij zullen meenemen, daarin geborgen kan worden.... Ik verdeel de ruimte in vakken.... Vak A het grootste is voor keuken-voorwerpen.... Vak B. 'is voor jou, vrouw!.... Vak C voor Truus en vak D voor mij... En dan geen gezanik meer met aporie tus schen of mandjes... dat geeft alle maal maar last en moeLe. Maar zou die kist niet te zwaar worden? opperde mevrouw. Voor ons wed. antwoordde mijn- iheer, maar ik laat haar vervoeren door lui van het spoor of van Van Gend en Loos.... zijn twee man niet gonoeg. dan nemen we er drie... da's geen bezwaar.... En 'k heb eul uitgerekend, dat er nog ruimte over- iblLijft voor een ligstoel en een paar vouwstoeltjes ook. lachte hij, daar kunnen we gemak van hebben in hot bosch. Hoe hebt u dat uitgerekend, paï vroeg Truus, spelend met haar sei- vetring. Lengte maal breedte maal hoog, nietwaar on zoo den kubieken inhoud gevonden... binnenwerks, ze ker? Blijf me assieblieft van boord met je schoolsche geleerdheid, zei een kouden, drogen lach. Ik begreep, dat hy niet voorne mens was, zich verder bloot te ge- Slaap uw roos dan uit! zei ik barsch en deed alsof ik mijn paard bestijgen wilde. Ik had verwacht, dat hij mij tegenhouden zou, maar hij dacht daar blijkbaar niet aan. Nu ik eenmaal A gezegd had, moest ik ook B zeggen en ik klom dus in den zadel. Nog even treuzelde ik, maar dc Czig&ny bleef onbeweeglijk, met afgewend gelaat, in de richting van het dorp staren. Juist op het oogenblik, waarop ik den teugel vieren wilde, draaide hij zich om. Op zijn gezicht stond iets als 'n lach, maar de vrooMjkhedd was daarbij vèr te zoeken. De genadige heer houdt van ver rassingen zei hij, nu schijnbaar kalm. Ik heb óók 'n verrassing! Ik zal u zeggen, wie (le moordenaar is! 'n Dronken mensen is geen be trouwbare getuige! zeide ik scherp Het staat aan u, mij te gelooven of ntet te gelooven, genadige heer! Maar dit zeg ik u, dat Graaf Csadényl zelf haar vermoord heeft, zoo zeker als morgen de zon zal* opgaan! Zeg hem en hier vlamden plotseling haat en woede in zijn oogen op dat Imre de Cxigópy hem groeten Roosewater, wat heb ik met dien ku bleken l>oei te maken! Maar iaoo hebt u bet dan ge daan? hield Truus vol. wij hebben juist op school de mhoudiv-bereke- iungen gehad en in het leerboek voor de. meetkunde staat,,.,, Kletskoek! viel Roosewater in, ik bemoei me met «een boeken.... bij mijn zit alles in m'n kop... Daar! ver. duidelijkte luj, tegen z'n voorhoofd tikkend, daar heb 'k al m'n afmeUn- «en in.... daar zitten de berekenin gen..., daér zeggen ze wat ik doen moei. Maar hoe zal je aan hout komen, vroeg mevrouw, nu alles zoo duur is? Daar heb ik je, antwoordde Roo- isewater, weet je daar niks opV.... vrouwen denken niet door, natuur lijk.... we hebben toch nog het kip penhok op zolder hggen. niet?.... Dat is zoo, knikte mevrouw. Nou. die ulanken zijn er bij uit stek voor geschikt Ajakkes! zei Truus, mei een op getrokken neusje, geteerde planken voor een koffer, nou.... Ik kan ze toch verven, betoogd" vader, die daaraan eigenlijk niet ge dacht had. In de eerstvolgende dagen was het nu op de logeerkamer een gezaag en (gehamer, dat door het geheele huis te hooren was. Mijnheer was voor iniemand te spreken; Hij had het lotntaaglijk "druk en schier geen tijd voor eten en drinken. Want toen hij eenmaal bezig was. aan het v ge nomen plan, bleek de uitvoering nog met tal van onvoorziene moeilijkhe den gepaard te gaan. Hij had zorg vuldig In zijn hoofd berekend, hoe lang cle plankjes voor de korte en de lange zijden, het deksel en den bodem 'moesten zijn, on telkens bleek een plankje voor de korte zij iets te lang en een voor de lange zij iets te kort te zijn. In zooverre een plankje iets »Le lang was, was dat geen storend beletsel, dan kon er eenvoudig een stukje worden afgezaagd, doch voor de plankjes, die te kort bleken, moesten weer andere komen, tenzij hij met een opening genoegen wilde nemen. Soms peinsde hij een wijle over hot merkwaardige feit. dat een tim merman van beroep een 6pijker met twee of drie slagen van den hamer, kaarsrecht in het hout drijft, terwijl de spijker, als Roosewater sloeg, dik wjjls na den tweeden slag al krom werd en nooit recht in hot hout wil de, maar steeds terzijde van de kist uitkwam. Toen Truus eens ging kijken ol pa ai vorderde, zij had a.iijd schik m pas geniale gestes; hij kon zoo ueerlijk onhandig doen was juist de zaag uilgescnolen, waaruoor ue linkerknie een geduchte schram had opgeioopen en eeu vrij goede panta lon van ltoosewaler totaal bedorven was; de linkerduim was dik opgezet en blauw, terwijl twee vingers van de rechterhand, met reepjes, ge scheurd van een zakdoek, verbonden waren; verder liep pa mm of meer mank, door het vallen van een zwaar stuk hout, dat toevallig op de teen en van den linkervoeL was neergeko men. Maar ue kist was bijna gereed; al leen het deksel nog en dan de schar nieren en het hangslot aanbrengen. V ervolgens zou-ie geschilderd moeten worden, doch Roosewater was het nog niet eons over de kleur. Hij had voorgesteld: groen met witte randen, maar dan zouden de menschen den- ivoii, dat ze uit de Zaan kwamen, meende Truus. Toen was maar besloten grijs ic nemen ou eindelijk was de kist dan geueei gereed, ei kleefde ue verl nog e enigszins bij Uet inpakken der reisbepoouigdhedcn, doch er kon niet langer worden gewacht; den volgen den dag zou de familie vertrekken. ieder liud de ruimte in het voor hem of haar bestemde vak ingeno men en toen konueu er inderdaad nog eoiiige vouwstoelen, ja zelfs nog wei, indien het noodig was, cenige dekens ou kussens bij. Pa had de be rekeningen in z'n hoofd althans me. te klein genomen. Precies op tijd kwam de wagen van de Hoiianuscüe Spoor voor en nadat op het bellen was opengedaan, slap ten drie flinke mannen naar boven. Hierheen! riep de heer Roose water, die boven aan de trap stond, uen weg wijzend naar de logeerka in er. Toen de mannen van den wagen het vrachtje bekeken, zagen zij el kander eens van ter zijde aan; zij in den by beurten aan de voor- en ach terzijde, doch liet gewicht scheen nog al mee te vallen. Een ruizekist, zei er een. Hoe kom; uwe an dat bakbeest? vroeg een ander. Bakbeest, herhaalde Rooscwa- laat! llij is een verloren man, want, dat zweer ik, hij zal mij voorgaan... naar de hel! liet is onmogolijk den toon van woeste kwaadaardigheid to beschrij ven, waarop die laatste woorden wer den uitgesproken. De Czlgdny had daarbijbeide armen opgeheven en schudde met de vuisten in de lucht; zijn hartstochtelijke natuur was op nieuw tot uitbarsting gekomen. Maar slechts voor eén oogenblik. Toen keerde hij zicli om en verwijderde zich snel in de richting van Kisfaiva. De weg iag helder in het maanlicht en ik bleet hem eenigen tijd met de oogen volgen; hij liep door, zonder stil te staan of om te zien. Toen wendde ik mijn paard, om terug te rijden naar Vóröshegy. Onderweg dacht ik ernstig na over de houding, die Imre (1e Czigany had aangenomen. Ongetwijfeld was mijn toeleg, om iets bepaalds te weten te komen mislukt; maar niettemin kón men uit zijn woorden en daden ge durende het stormachtige onderhoud dat ik met hem gehad had, enkele zij het ook vage gevolgtrekkingen maken. Vooreerst bevestigde het ons vermoeden, dat een zeer bijzondere verhouding tusschen hèm en Gravin IGsadanyi bestaan had; zijn zinlooze woede bij het vernemen van den ge pleegden moord wees op een element ter, hoc fiecfoeW u dat? was zijn we dervraag. Wel, was het antwoord, hoe hebt ii dat ding hier gekregen U hebt 't toch niet ergens gekocht? Welnee! zei Roosewater, en toen met eenige trots: - die heb 'k zelf ge maakt. Dat dacht 'k wel, zei de spoor- man, iiier op do kamer zeker? Ja! repliceerde Roosewater, hoe dat?Mankeert er soms iets aan? Daar blijf 'k buiten, klonk het onbepaald, maar uwe het geen reke ning gehouden met het gat van de deur 't ding kan er niet uit! Wa-at?Niet uit? stamelde Roosewater. Inderdaad, toen de mannen de kist opnamen, bleek noch de deuropening, noch het raam, wijd genoeg te zijn, om den reuzenkoff r door te laten. Hoe ze ook pasten: in de lengte, in de breedte, op z'n kant, op z'n kop, 1 lukte niet; men was niet in staat de kist uit de kamer te verwij deren. Er was niets aan te doen; de men schen konden onverrichterzake af trekken. En toen moesten mei den meesten spoed de voorwerpen uit de groote kist worden overgepakt in kleinere koffers, mandjes on tasschen, even als het vorige jaar, want de reisbil jetten waren genomen en liet logies besteld, men diende dus te vertrek ken. Truus kon het uiet helpen, maar ze kreeg telkens oen onbedaarlijke lachbui bij het ledigen van het mon ster. En Later, toen ze reed6 met het bagagenet vol pakken en doozen in den trein zaten, schoot het giagelen- de ding nog aanhoudend in den lach, als ze dacht aan de vergeefsche mar teling van die spoorwegmannen, om het product van papa's vinding uit de logeerkamer te versjouwen. Nou ja, beweerde papa Roose water, de kist was niet zoo groot, maar die deur was te kleinje kunt niet overal rekening mee hou den. Want dit is ook een veelal opval lende karaktertrek van een zooge naamd geniaal mensch, hij wil nog altijd gelijk hebben ook. Schaakmbriek. Oplossingen, vragen enz., te zen- Isn nan den Sebaokredacteur van Haarlem's liagblad, Groots Houtstraat 93. Haarlem. FHuBLEaat >0. 4«) A. P. v. BERKEL (Heeswïjk). -.1 f, -.i-J i H - i Si ÉH i i J ,y i éU* J IN J Mat in twee zetten. Stand der stukken Wit: Kg-t, Tb2, Td4, Lh8, Pd2, c2. Zwarts Kc3, Tao, Lel, a4, a6, b3, b5, c2, g6. Een tempo-probleem der 2e soort (zie rubriek van 21 Juni 1919). i-Jteester Réti. Deze bekende Hongaarsche schaak meester heeft dezer dagen in ons land simultaan- en blindsóances gegeven; ook speelde bij enkele ernstige partijen met de heeren te Kolsté en v. Gelder. Laatstgenoemde heeft den meester in een zeer goed gespeelde partij ver slagen. Zij varliep ais volgt: Partij No. 4) Gespeeld te ^Scheveningen. in de Scheveningsche Schaak-Sociëteit", 26 Juni 1919. WIT ZWART l G. J. v. Gelder R. Réti Fbilidor-vardediging. ©2—»4 1 e7—»5 Pgl18 2 d7—d6 d2d4 3 Pg816 Pbl-cS 4 Pb8-d7 Lfl—c4 5 Lf8©7 0-0 6 clc6 Tflel •l Dd8c7 Lel—g5 8 Pd718 h2—h3 9 h7— h6 Lgoe3 10 g7—*5? d4X©5 11 dt> a. eö i) PfiXeö 12 Dc7Xe5 L»3Xd4 13 Deo—a5 ©4—©5 14 Plb—dó «6—e 6. 15 Thah7 b2-b4 16 Da5xb4 e6xf7f 17 Th7xf- in die verhouding, dat uit sterk ma terieel eigenbelang of (waarschijnlij ker) uit een grooten hartstocht te verklaren was. Het was moeilijk aan te nemen, dat hij bij de uitbarstin gen van die woede comedie had ge speeld- Waartoe ook? Maar hier viel mij in, dat G. G. het als een be wijs van Keller's onschuld aanmerk te, dat deze geen oogenblik getracht had, een ander en speciaal den Graaf de schuld op de schouders te schuiven. Imre de Czigi'my had het omgekeerde- gedaan: zonder zelfs maar te weten, dat de omstandighe den, waaronder de moord had p.'aats gehad, voor Graaf Csad&nyi inder daad belastend konden worden uit gelegd, had hij dezen onmiddellijk als den schuldige geroemdWaarom? óf omdat hij de verdenking van zichzelven wilde afwenden, óf omdat hij inderdaad bekend was mot feiten, die dc schuld van den Graaf in zijne oogen vast deden staan. In het eerste geval zou zijn woede comediespel geweest zijn en dat achtte ik uitgesloten! Het tweede scheen mij dus waarschijnlijk, hoe wel ik aannam, dat hij zich vergis sen moest, omdat ik in de schuld van Graaf Csadanyi zoo vast geloofde, In elk geval zou het van bijzonder groot belang zijn, te weten te komen, op welk© gronden hij diens schuld aan nam; ikzelf was in het vinden van Lc4Xd5 18 cGXdB Pc3Xd5 19 Dbic4 Pd5-f6f 20 Tf7Xf6 Ld4xf6 21 Lc8e6 Ddlh5+ 22 K©8d8 Tal—dl-f 23 Pf8-d7 DhöXhG 24 Kd8—»8 Dh6-h8f 25 Opgegeven. i) Wit offert dit Paard om een aanval te krijgen, welken hij inderdaad op fraaie wijze tot een goed einde brengt. De meoster gaf op 2Juni 1»13 ean blindscance In ..Discendo Discimus" te 's-Gravenhage. Hij verloor geen enkele partij «n maakte er 4 remise, hetgeen geweldig enthusiaemo wekte, daar Réti niet minder dan 10partijen tegelijk speelde, zonder bord en stuk ken te zien. De heer R. Sijbolts uit Haarlem smaakte het genoegen remise tegen den msester te maken. De partij volgt hieronder. Partij No. 5**) Gespeeld te 'e-Gravenhage, 27 Juni 1919, in een blind»éance vau 10 par tijen. WIT i ZWART: EL Réti. R. Sijbolta. Spaansib Vtirpaardenspel. e2—©4 1 ©7eö Pgl18 2 Pb8e6 Pblc8 3 Pg8—f6 Lfl—b5 4 L18b4 0—0 5 0—0 d2—d3 6 Lb4Xc3 büxcS 7 d7d5 Lb5Xc6 8 b7xc6 Pf3Xeö 9 Ddö—d6 Lel—f4 10 TfS»8 Ddl—f3 11 d5Xei d3X®4 12 T«8X ©5 i) Tal-dl! 13 Lcög4 Ufog3 14 Lg4Xdl Lf4Xeö 15 Pf6—h5 L»5Xd6 16 Ph5xg3 Ld6Xg3 17 LdlXc2 f2—f3 18 Ta8b8 LgS ac7 19 Tb»b2 Tfl—al 20 Tba—blf TalXbl 21 Lc2Xbl a2a8 22 Kg8—18 Lc7—d6f 23 Kf8—eö Kgl-f2 24 Ke8d7 Ld6-f8 25 g7g6 K12—e3 26 Lbl—c2 Keod4 27 Lc2—b3 Kd4©5 28 h7—hö h2-h4 29 Lb3—dl Ke5—16 30 Kd7—©8 Lf8-c5 31 a7—ab •4eö 32 Ldl-b8 g2g4 33 h5Xg4 18Xg4 34 Lb3—dl K16—ffi 85 Keöd7 h4h5 36 g6Xhö g4Xhó 37 Kd7e6 hö—h6 38 Ldl—e2 Remise. Eerste publicatie. In de partij Capablanca-Tarrasch (St. Petersburg 1914) geschiedde 13. ffl-dl, Lc8gx14. Df3-g3, LgéX dl; 15. LféXtó, Dd6-d2; 16. f2-f3, pfo h5; .7. Dg3f2, Dd2Xf2f; 1& KglXia, LdlXc2 en Zwart won. Van Probleem No. 2 werden alsnog goede oplossingen ontvangen vau J. W. Brugman en D. A. C. van den Hoorn, beiden te Haarlem; P. L. Prins, te Heemstede; C H. Th. Bleijswijk, te Schoten. Probleem No. 2 heeft een verrassing gebracht. Zooals wij aan den voet van dat probleem mededeelden, was het ont leend aan bet boekje vau den heer Seiiberger, die zijn geesteskind daarin Bpeciaal behandelde. Thans is gebleken, dat er op e5 een zwarte pion moet staan, daar anders de sleutelzet l.g6—g7 faalt na 1... c6—cö, omdat op 2. Dg8—d5f volgt 2..., e7—e5, zooals ook dooi een paar oplossers is opgemerkt. Do beer S. beeft zulks bevestigd en tevens nog een drietal drukfoüten medegedeeld, welke ik gaarne zal publiceeren, wanneer er om gevraagd wordL Oplossing Probleem Ho. I. 1. Dh8—g7, enz. Goede oplossingen ontvan gen van Jac. J. Bert J. W. Brugman N. Deen Jzn. P. Fabriek J. Jor dan J. A. Scbiering en B. A. Snel- lemau, allen te Haarlem. VoortsL. G. v. Dam en A. D. Krieken, beiden te Haarlem. Correspondentie. Haarlem. E. A. B. 1. Pdlb2 faalt na 1..., Pg2—el. M. M. D. 1. Lf2-d4 faalt na 1..., 13 f2. Voor 2-zelten i3 opgave sleutelzet voldoende. L. E. 1. Dh8—16 faalt b.v. na 3..., ic4—b4. P. F. Goede rei»! H. J.L. eu Jac. P. Zie corr. met L. E P F. S. Zie corr. mei M. M. D. Heemstede. P. L. P. Hartelijk dank voor uw waardeerend schrijven. Met u hoop ik, dat bet aantal oplos* sera steeds moge toenemen. Zuid-Schalkwijk. J. W. 2ie corr. met L. E., te Haarlem. die gronden. "rininsd ge- siaagu Mijn geuauiitn i.uutui my zoozeer in beslag, dat ik weinig acht gaf op mijn omgeving. Het was voor mij eon verrassing, toen de weg uit het bosch op het open plateau vóór Vöröshegy rad. Zelfs kil ome terp aal No. 7 was ik voorbij gereden, zonder daaraan bijzondere oancacht te schenken! Toen ik het sjotplein opreed, ont grendelde Béla ü.eller, die blijkbaar naar mij had uitgezien, dadelijk de deur en, binnentredend, vond ik in de voorhal G. G., die op een der l>an- ken zat te dutten althans dat scheen zoo! Mijn nadering deed hem ontwaken en wij gingen samen naar boven op zijn kamer, waar ik hem een trouw verslag deed van wat mij op mijn tocht overkomen was. Ik voelde wel 'n beetje rechtmatigen trots, dat ik hem berichten brengen kon, die voor ons onderzoek zoo be langrijk waren. Willv zei G. G., nadat ik mijn relaas geëindigd had, als het niet rier uur in den morgen was, zou ik een lange toespraak tot je houden om je hulde te betuigen voor je uit nemende diensten. Nu zeg ik alleen: flink gedaan ©n dank je well Laten wo probeeren nog wat rust te nemen. Voorloopig is er niets te doen al thans zoo lang het donker is! 1 (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 11