I HiuLors Dabbud
Boitsmandsch üvirziciit
tweede blad.
Donderdag 7 Augustas mil
1 moet de kosten van deze bezetting De-
talen.
Ter controleerincr van de uitvoering
der militaire overeenkomst zal een
Roemeensch© militaire commissie le
Boedapest werkzaam zijn en wp,1.
totdat het vredesverdrag gerjitiliceerd
wordt.
De Roemeniërs willen niet praten.
Zii zecgen: De vredeseischen moeten
of ia haar geheel worden aangeno
men. bi in haar geheel worden ver
worpen. Dientengevolge worden te
genvoorstellen niet toegestaan. De
termiin voor de beantwoording dezor
voorwaarden loopt af od 5 Augustus
1919 te 10 uur des avonds.
In geval van verwerping der gestel
de voorwaarden zal het Roemeenscke
oppercommando, zonder rekening te
houden met den tegenwoordigen vee
stapel en de aanwezige voorraden, al
ue dieren en al het materiaal wegne
men. die Roemenië noodig heeft om
tenminste gedeeltelijk hel verlies te
herstellen, dat door den vijand is ver
oorzaakt. die tijdens den géheeien
duur van de bezetting en bii het slui
ten van den vrede van Boekarest zon
der «enige consideratie is opgetre
den.
Inderdaad liael zware eischen.
Maar ae nieuwe ministers van Hen
gariie ziin politiek! Zii hebben- tot de
Entente de volgende nota gericht:
,.De Hongaarsclie Volksrepubliek
ontving oP 5 Augustus een reeks wa
penstilstandsvoorwaarden van het
Rcemeensehe hoofdkwarUer.De Hon-
g;<arsche Volksrepubliek heeft echter
reeds op 13 November 1918 ©en wa
penstilstand met de geallieerde en ge
associeerde mogendheden gesloten,
waarvan de uitvoering door de nieu
we wapenstilstandsvoorwaarden van
ëép der Entenle-inogendheden onmo-
geliik wordt gemaakt.
De Hongaars che VoLksrepuL.
.vervult haar plicht, wanneer zij ue
beslissing in deze kwestie in ham:,
van de Entente-mogendheden legt.
Dientengevolge ric-ht de regeering van
de Hongaarscho Volksrepubliek tc
de vertegeuwonrdjgers van de Knteu-
lemogendiheden te Boedapest het ver
zoek. om over de door het Roemeen
sche hoofdkwartier gezonden eischen"
hun oordeel uit te spreken."
De Hongaren zeggen dus: Als deze
vredesvoorwaarden van Roemenië in
gewilligd worden danschiet er
niets over voor de Entente-stateul D;
Hongaarsohe kip is al kaal en als de
Roemeniërs nu zoo geducht op eigen
lioutie plukker, komt liet d'ier te Ver
eailles seheefl kaal op .afelt 't Ig du»
in het helang dei' Enten te-sta ten. dat
de heeren te Parijs een stokje stekep
voor dit Roegneensclie avontuur
Er is veefl kans dat de Entente" dit
ook doen zal, want reeds i.u werd h-t
avontuur der Roemeniërs met een
angstig hart te Parijs gadegeslagen.
En d'e Roemeniërs hebben blijkbaar
nog grootere plannen. Zelfs moet aart
koning Ferdinand van Roemenië de
kroon van Hongarije ziin aangebo
den. Z. M. is evenwel verstandig als
liii die niet aanneemt!
De nieuwe Hongaarsclie regeertng
staat voor groote moeilijkheden. De
pogingen om een coalitie-monarchie
I» vormen ziin töt heden mislukt.
Burgerlijke elementen hebben gewei-
teerd om in z-oo'n kabinet zitting te
hebben. Alleen de boeren .''ni niet on
willig.
Er wordt ernstig gedacht aan het
instellen van een directorium van drie
hoen: een socialist en twee burger
lijke regeerders.
De ontbinding van hei Roode leger
wordt voortgezet. De Roemeniërs zor
gen zoolang voor de handhaving der
orde, terwijl meteen een nieuw le
ger voor het bewaren van den bin-
nenlandschen vrede woict gevormd De
burgei's moeten alle wapens irnleve-
De „Vossische Zeifcung" verzekert,
dat de verbittering der Hongaarsclie
bevolking tegen de bolsjewiki onbe
schrijfelijk is. De bolsjewislische lei
ders zijn ten deele gedood? De leden
der directoria weiden in eenige ge
meenten door de opgewonden bevol
king met knuppels doodgeslagen. In
eenige s'eden werden de leden der di
rectoria tot voor de kerk gesleept. De
genen, die aan moord en roof schuldig
werden bevonden, werden op de plaats
zelf gedood, de overigen in de gevan
genis geworpen. Overal worden vlug
schriften van den volgenden inhoud
verspreid:
„Hongaren! De bolsjewistische roo-
verbenden vluchten uit het land, na
dat zij ons te gronde hebben gericht
en onzo families vermoord hebben.
Men verleent hun in Oostenrijk aayl.
Zoolang er een overblijft, die aan deze
misdaden de schuld draagt, zal er in
het land geen rust zijn en geen Hon
gaar voor het buitenland de oogen
kunnen opslaan. Grijpt allen, die aan
het bolsjewisme schuldig zijn, slaat
dood degenen, die roof en moord op
hun geweten hebben."
Groote troepen boeren, bewapend
met geweren, trekken naar de steden
om de burgers in den strijd legen de
bolsjewiki te helpen.
Er Ls wrijving tussehen de Fran-
schen en Engelschen inzake Syrië. De
Franschen beweren, dat de Engelschen
zich niet houden aan de overeenkomst
van 1916, waarbij de invloedsferen
zijn afgebakend.
De volgende dialoog in „l'Europe
Nouvelle" is teekenend voor die stem-
king.
„Wat is dat debat in het Engclsche
Lagerhuis over het vredesverdrag
prachtig geloopen."
„Zeker, zeker, het is snel afgehan
deld."
„Je moet toch toegeven, dat onze
Engelsche vrienden ons correct behan
deld hebben: het Fransch-Engelsche
verdrag werd in enkele uren goed
gekeurd."
„Ja, dat is zoo."
„Daardoor zal veel misverstand uit
den weg worden geruimd."
„0, zeker..."
„Waarom zeg je dat zoo aarzelend?'
„Waarom? Wel, omdat ik tussehen
Albion en ons zich een hoillooze scha
duw zien afteekenen."
„De schaduw van Faycal!"
„H'm... geloof je werkelijk
„Ja zeker, ik geloof het stellig en
betreur het. Want ik bewonder Enge
land en voel oprecht voor dat volk."
„En zie je geen uitkomst?"
„Er is één middel."
„Dat onze Engelsche vrienden weer
eerlijk worden in hun Syrische poli
tiek."
Verspreid nieuws
DE TOESTAND TE LIVERPOOL.
--Nog wordt gemeld:
Er werd reeds ineldmg gemaakt van
plunderingen van winkels welke hier
hebben plaats gehad en van slachtof
fers en arrestaties tengevolge van
botsingen tussehen de plunderaars en
de troepen. Thans blijkt dat men te
doen heeft met georganiseerde benuen.
Vooral juweliers, schoenwinkels, klec-
dermagazijnen en levensmiddelenma
gazijnen moesten het ontgelden'. Deze
benden bestaan meestal uit jongens
van 14 tot 20 jaar eai zeer duidelijk
was te zien dat zij volgens een te voren
opgemaakt program te werk gingen.
Het gevolg bleef dan ook niet uit dat
er slachtoffers zijn gevallen. Er wer
den eenige charges met de bajonet
uitgevoerd. Eén tramwagen werd door
de stakers met steenen beworpen
doch niemand werd gevvond. Herhaal
de malen moest de politie waarschu
wingsschoten lossen teneinde erger te
voorkomen. De toestand is ernstig;
zooals bekend zijn inmiddels 1600 man
roe p en g ca rriv e erd.
Van de 1800 agenten tc Liverpool
staken er 900.
HOOGVERRAAD IN GRIEKEN
LAND. De „Times" verneemt uit
ALliene, dat het voorloopig onderzoek
naar do beschuldigingen tegen den
vroegeren chef van den staf ntd-ge
neraal Doesmanis en kolonel Molr.xaa
geëindigd is. De magistraat, met liet
onderzoek belast, stelt voor hen voux
een krijgsraad te doen terechtstaan.
De beschuldiging togen deze beide
officieren en tegen de kolonels Exa-
dachylos en Strategos als medeplich
tigen omvat verschillende punten n.l.
dat zij door gewelddadige middelen
getracht hebben een revolutie teweeg
te brengen; dat zij de forten Rupel en
Kavala aan de Duitscliers en Duiga
ren hebben overgegeven na overleg
met dezen; dal zij burgers bewapen
den voor den burgeroorlog en dat z.j
aan agenten van Duitscliers en Bui
garen staatsgeheimen verrieden en
de archieven van den staf vernietig
den om hun schuld te verbergen.
TROEBELEN IN KROATIë. Ia
Kroatië hccrscht groote onrust. In Wa-
rasdin en Krizovats zijn bolsjewistische
opstanden uitgebroken. In Warasdiu be
zetten de Communisten de openbare ge
bouwen en het station. Servische troe
pen, die lusschenbeide kwamen, heb
ben de opstandelingen teruggeslagen.
Verscheidene personen zijn gedood.
Naar gemeld wordt, streeft de Kroa
tische Boerenpartij naar afscheiding van
Kroatië van Servie.
ONDERSCHEIDINGEN. De En
gelsche koning heeft maarschalk Ilaig
cn admiraal Beattv benoemd tot herto
gen, AUenby tol burggraaf; Plumcr,
Kawlinson', Byng en Horne tot baron
nen»
liet parlement heeft gevraagd aan
Beatty en Haig een belooning toe te
kennen van loo.oob p.- St.; aan Jellicoe,
French en Allenby elk 50.000 p. st.; aan
Plumcr, Rawlinson, Byng en Horne elk
30.000 p. st.; aan Sir Maurice Hankay
25-000 p. st. en voorts aan de admi
raals Madden, Sturdee, Keyes, Doroe-
bock, Tyrwhitt en de generaals Ro
bertson, Biidwood, Trenchard en Wil
son ieder 10.000 p. st-
'T AMERIKAANSCHE LEGER.
In de Ver. Stalen word", een verplichte
militaire oefening van drie maanden,
voorgesteld voor alle jongelieden van
19 jaar.
DE DUITSCHE ONTHULLINGEN.
Het „Heidelberger Tageblatt"
deelt mede, dat ook Prins Max van
Baden behoefte gevoeld heeft zich te
verdedigen tegen de aanvallen door
de conservatieven op hem gericht.
Zijn verdediging zal eerstdaags in
brochurevorm verschijnen.
ERZBERGER EN F OCH. De
„Tfigl. Rundschau" maakt zich kwaad
over het volgende briefje van Erzber-
ger aan Focli, dat het blad in handen
gevallen is.
„Mijnheer de Maarschalk,
Door kennissenreiaties stel ik be-
iang in hei lot van den sinds langen
tijd zich in Fransche krijgsgevangen
schap bevindenden Leo Kugler, krijgs
gevangene no. 8401 Le Mans Sarthe,
op het oogenblik in het hospitaal. In
het belang zijner familie heb ik de eer
tot U. Mijnheer de Maarschalk, het
verzoek te richten om zoo spoedig
mogelijk vrijlating van genoemden
Leo Kugler uit de krijgsgevangenschap
te bewerken. U zou mij daarmee bui
tengewoon ter wille zijn waarvoor ik
U ook buitengewoon dankbaar zou we
zen. Aanvaard enz."
(gèt.) Eraberger.
IN EI.ZAS LOTHARINGEN zijn
nieuwe belangrijke ertslagen ontdekt.
■itaüSMBÜWS
NEDERL. HERVORMDE KERK.
De Algcmccnc Synode der Nederiaad-
sche Hervormde Kerk heeft uit hare
fondsen dc volgende toelagen verleend
Uit het fonds voor noodlijdende ker
ken en personen f4000.voor herstel
van kerk en pastorie te Westzaan (clas
sis Haarlem)
uit het Fonds ter voorziening in de
geestelijke behoeften van Nederlandsch
Hervormde Gemeenten, waar eigen
-iiiddeleu ontbreken f 500.voor een
godsdieustonderwiizer in de buurtschap
Abbenes onder Nieuw-Vennep (classis
Haarlem)
uit bet Fonds tot verbetering der
schraalste prcdikantstractementen: Cas-
tricum (classis Haarlem) f 291.—, Kroui-
racniedijk (classis Haarlem) f 250.
KantonBerecht
Sfraalooip«rfise«.
Woensdagmiddag had zich, naar
reeds met eon onkel woord is ver
meld te verantwoorden C. A M. aan
vvien was ten laste gelegd in de Gr.
Houtstraat op den 21en Juni dos.
avonds om kwartier voor tienen met
geschriften te hebben gecolporteerd
waardoor een volltsoploop zou zijn
ontstaan en do openbare orde dreig
de te worden verstoord.
Verdediger in deze zaak was Mr.
P. Tideman.
Alvorens mot de eigenlijke belian-'
deling van de zaak wordt begonnen,
maakt de verdediger een opmerking
over de houding door den ambtenaar
van 't O. M. mr. de Blécourt in de
ochtendzitting aangenomen, die naar
de meening van mr. Tideman van
dien aard is, dat, naar liij verklaart,
de zaak door liem bij de balie aan
hangig zal worden gemaakt. Het
blijkt, dat 't hier geldt een bezwaar
om getuigen k décharge te lxooren,
waarvan de opgave te laat is gedaan.
Mr. Tideman zegt( dat de ambte
naar de lakens wil uitdealen op een
manier als nog miumer in Haarlem
is voorgekomen. Dit geeft den waar-
nemenden Kuntonreciiter, mr. li. J.
D. D. Enschedé aanleiding om op te
merken: laten wij deze zaak kalm be
handelen! Goed gc\ onden wordt om
de getuigen k décharge in deze zaak,
al is daarvan dan laat opgave ge
daan, te hooren, Dan begint het ver
hoor van den beklaagde.
Bekl. zegi, dat hij op 21 Juni liep
tc colporteeren en dat indien daarbij
de orde werd verstoord dat de schuld
is van den ugent, die hem verbali
seerde en daarna mede nam naar 't
Bureau van Politic.
Als eerste getuige wordt gehoord
de agent van politie K. die 't proces
verbaal opmaakte. Deze zegt dat M.
liep te venten en daarbij ulierlei uit
roepen deed. Get. liad hem toen ge
waarschuwd geen volksoploop te ver
oorzaken. Bekl. had geantwoord: „ik
heb met jou niets te maken" en was
doorgegaan. Later toen een volksop
loop was ontstaan, liad bekL gezegd:
,,fk heb niets met je te maken en
verkoop mijn lectuur".
Getuige had. daarna bekl. de boeien
aangedaan, hem gearresteerd en
naar 't Bureau van Politie geleid.
Verder zegt get. naar aanleiding van
een vraa^ van mr. Enschedé dat de
manier van venten het bezwaar was.
Bekl. zegt: Ik liep te cblporteeren
op het Verwulft, toen mijnheer de
agent mij aanmaande om door te loo-
pc-n. Ik zeide: ik heb niets met u te
maken. Hij pakte mij aan en rammel
de mij door elkaar met den opzet, dat
ik mij zou gaan verzetten en deed mij
de boeien aan. Indien de politie de
agenten thuis houdt, dan zal geen
volksoploop ontstaan Het zijn de
agenten, die op aanhitsen van de
burgerwacht en uwerzijds maken,
dat bij colporteeren de orde wordt
verstoord.
Hij zegt verder, dat de agent ham
de boeien aldus aankneep, dat 't hem
tot de been en doordrong.
Op een vraag van mr. Tideman,
verklaart get. K. dat bekL eerst op
t Verwulft zeide: ik heb niets met je
te maken en daarna in de Groote
Houtstraat die uitdrukking herhaal
de. Mr. Tideman vraagt verder: Be
zigde bekl. bij 't colporteeren erger
niswekkende taal of was 't een schan-
daal-colportage? Get. antwoordt: ex
werd niet verbaliseerd wegens de ge
bezigde uitdrukkingen, maar wegens
't veroorzaken van den volksoploop.
Als tweede getuige wordt gehoord
de commissaris van politie. Deze ver
klaart: Ik kwam dien avond van de
Groote Houtbrug af met den hoofd
inspecteur van politie en zag dat in
de Gr. Houtstraat bij het Verwulft
een volksoploop was ontstaan. Pu
bliek liep om M. heen en de openbare
orde was verstoord. Er was maar een
agent en daarom vond ik 't beter om
niet in te grijpen. Ik was van voor
nemen om een inspecteur met eenige
agenten er heen te zenden. Maar
kort daarna werd M. door een agent
met een veldwachter uit Heems'ede
overgebracht.
Het colporteeren veroorzaakte- den
volksoploop. Bekl. die dat zag had
met de colportage moeten staken.
Indien een colporteur merkt, dat er
een ordeverstoring ontstaat en hij
toch doorgaat met colporteeren, dan
wordt de wet overtreden.
Mr. Enschedé Op dat doorgaan met
colporteeren komt 't aan.
De agent K. verklaart, dat door
hem M. op het Verwulft is gewaar
schuwd geen volksoploop te veroor
zaken, maar dat M. doorging met
colporteeren gaande van de Bree-
straat af heen en weer en dat daar
na een volksoploop werd veroorzaakt.
Bekl.: De agent heeft slechts één
maal gezegd, dat ik moest doorloopen
en niet voor den tweeden keer.
Mr. Enschedé: Eenmaal is genoeg!
BekL: Daarna werd ik op een beest
achtige manier geboeid.
Do commissaris van politie zegt
niet te kunnen zeggen of bekl. de
boeien te hard aangedaan zijn. In
dien iemand wordt geboeid, dan laat
dat steeds indrukken in den pols
achter. Bekl. had die indrukken.
Mr. Enschedé zegt: De mogelijkheid
is er dat de boeien harder zijn aan
gedrukt, dan gewenscht is.
Bekl. verklaart: Ik ben geweldig
gekneld. Telkens ging de agent ruk
ken. Hij" zegt verder nimmer 't col
porteeren te zullen nalaten, al zou
dat dan hem ook aan de galg bren
gen.
Mr. Enschedé: Indien de boeien zóó
hard werden aangedrukt, dan keur
ik dat af, maar 't is menscheliik ver
klaarbaar. Een agent die in een
volksoploop iemand moet arrestee
ren, is eenmaal zenuwachig en wil
gaarne den arrestant overbrengen.
De commissaris van politiö deelt
mede, dat van de colportage veel last
wordi ondervonden en naar aanlei
ding van een vraag van mr. Tide
man, dat niet naar aanleiding van
een wenk van hoogerhand op de
colportage streng wordt toegezien.
Op een andere vraag van den verde
diger zegt getuige, dat stukken in
de bladen over hinder door colpor
tage in de Groote Houtstraat niet
door de politie zijn geïnspireerd.
Gehoord wordt de getuige A déchar
ge Tj. Deze die alles heeft medege
maakt, zegt dat er geen volksoploop
was ontstaan, dan nadat een politie
agent achter M. was gaan aanloo-
pën. Get. die zelf ook had gecolpor
teerd en eveneens was gearresteerd,
getuigt verder, dat M. naar zijn mea
ning niet door verzet aanleiding had
gegeven om de boeien aan te draaien.
Dat, aldus get., geschiedde rn.i. al
leen in, de hoop, dat M. zich zou
gaan verzetten. Maar M. heeft zich
niet verzet. Voorts verklaart get dat
de agent M. heeft gegrepen en ge
zegd „Houdt je sm of ik slag je
de hersens in".
Mr. Enschedé: Dat was minder cor
rect, maar aan die bedreiging is
geen gevolg gegeven.
Get. merkt verder op, dat op de
Groote Markt de N. tegen den bek!.-
riep: „zoo Cor wordt je opgebracht"
en dat de N. daarna van den agent
Ome iaebiiüBif
D a m e ;tot kolenhandeiaar): Jé
zet, dat deze anthraciet zoo econo
misch was. Zij brandt heelema&l niet!
K o l;e ttfc a n d e l a a.r: Wel me
vrouw, wilt u 't nog economischer?
Twee vrienden hadden twist.
Je moet goed begrijpen, brulde
oe een, dat :k niet aoo dom ben als jU
denkt.
Dat is waar, antwoordde de ander.
Dat. zou ik ook niet kunnen.
zuil: .«n klap met de sabel kreeg
dat zijn ppls blauw was en hij een
dag daarna een stijven duim had.
Eindelijk zegt getuige dat M. onder
het opbrengen riep„Kunnen jelui 't
met wat zachter doen, wan: je doet
mijn hand pijn."
Mr. Enschedé „Dat doet aan 't feit
met af. Maar ik keur 't af, da; zóó dc
handboeien worden aangedraaid. Men
moet een arrestant opbrenger. zonr>r
hem pijn te doen."
De tweede getuige k décharge, Scb.,
die dien avond eveneens had gecolpor
teerd, zegt dat dien avond achter dc co!-
porteurs jongelui liepen te zingen, dio
echter niet werden uiteengejaagd. Maar,
aldus getuige, 't was om ons tc doen.
Volgens hem liep de agent op M. af,
toen M. niet colporteerde, renar met een
ander stond te praten.
Daarna^ was 't O. M.- aan het woord.
Het O. M. zeide, dat, toen de commis
saris van politie er aankwam, de orde
was verstoord cn dat de agent K. had
verklaard, dat later de openbare ordo
werd bedreigd. Verder verklaarde 't van
meening te zijn, dat, indien er geen po
litie was geweest, er toen een volks
oploop zou zija ontstaar.
Daar de bekl. had gezegd met de col
portage te zullen doorgaan, meende '1
O. M. een «enigszins zware straf te
moeten eischen. Het requiieerde tegen
dén bekl 3 dagen hechtenis.
Bekl. zegtik heb anderhalf jaar ge
colporteerd en nimmer last gehad van
een volksoploop, zelfs niet op feestda
gen, maar dan had ik geeu politie ach
ter mij. Wanneer echter de politie e.
zich mede bemoeit, dan denken de men-
scheuwat is da'? cn dar. .11:- «n
volksoploop.
Mr. P.. Tidem:.:. éegini z::.. .00J
met een enkele opmerking nam aanlei
ding van 't optreden van den ambtenaar
van 't Openbaar Ministerie, die, zegt
spr., ah jongere van mij. als meer
oc, re, in deze misschien aog wel iets
lecren kan. Na 't O. M. dank tc hebben
gebracht voor de welwillendheid om toe
te staan dat in deze zaak dc getuigen
k décharge v.errb-n gehoord, gaai hij
Als Christen-socialist ben ik tcgeu ge
weld, ruaar niet icgen kracht het
Christendom dient de kracht te zijn om
de wereld te hervormen terwijl ech
ter zij die zich Christenen noemen, aan
geweld vasthouden en wel leeren gij
zult niet doodslaan, maar er niets in
zien dat de Overheid dat wel doet. In
dien dat geschiedt, dan dient daartegen
te worden ingegaan, zij 't dan met ge
weld.
De waarnemende kantonrechter
U moogt hier geen propaganda voor
eenige meening maken, maar moet u
bij dc zaak houden.
De heer Tideman lk ci.i
zeg^.. cmdit daarvan mijn pleidooi
afhangt. Het gaat in dit geding om dc
vrijheid van het woord en niet over de
quaestie van veroorzaken van een
volksoploop. Een oploop die ontstaat,
wanneer de politie, gesteund door den
ambtenaar vau 't O. M. met alle midde
len de colportage met het vrije woord
den kop tracht in te drukken. In een dc-
mocratischen Staat als de onze moet
daartegen worden opgekomen. Wanneer
de politie voortgaat met dit den kop
trachten in te drukken van het vrije
woord, dan zal dat blijken te zijn de
paarden achter den wagen te spannen
dan komt daarvan oproer, moord cn
doodslag,
De waarnemende kantonrechter: Wilt
u zich .alleen bepalen tot de verdedi
ging?
De keer Tideman lk sia hier Diet ais
jurist, maar als mensch in de eerste
plaats. De juristerij dient een instru
ment van de menschelijkhcid te zijn en
die stem wordt in de rechtszaal tc wei
nig gehoord en daarom moet me het
vrije woord worden gecolporteerd.
Pleiter komt nu op de juridische zijde
van de zaak cn zegt dat art. 55 bis dat
zou zija overtreden in dc politieverorde
ning is opgenomen om verstoring der
openbare orde door scbanriaalcolporta-
ge tegen tc gaan, een colpor'age van lec
tuur die aanstoot geeft. Hier echter
werd politieke lectuur gecolporteerd.
Indien alieen door een colportage reeds
de openbare orde zou worden bedreigd,
aan zou alles onder art. 55 bis vallen.
Maar dst was niet dc bedoeling, toen
in de raadszitting van 2 December 1903
besloten v.erd 't artikel in de politiever
ordening op .e nemen. He: ging niet
tegen iedere colportage, maar alleen
tegen een schandaulcolponage.
De zaak staat aldus, gaat spr. voor-:
er is een klasse van menschen, die de
orde aic bestaat willen handhaven ca
er zijn anderen, die de bestaande orde
i>e Kocnieiiicis zijn nog niet zoo
dom! In deu grootcn ouriog hebben ze
m?nige veer moeten laten vallen, om
dat ze door de centraleo onSer den
voet gcloopeu weiden, vóór de geal
lieerden hun troeven in handen kre-
gen. Dc vrede van Versailles beloofde
voor de RociMcniérs niet heel veel,
want de sympathie voor den afvalli
gen bondgenoot was in Entente-krin-
gen met heel groot meer, al werd
wei ingezien, dat Roemenië tot den
afval gedwongen was. Maar hoe 't
iij de Roemeniërs verwachtten niet
voel van Versailles. Daarom hebben
ze -t militaire avontuur dat de vori
ge Hongaarschq regeering op touw
eezet heeft, gebruikt om zich zelf in
Hongarije te verschaffen, -wat ze via
Versailles wellicht niet zouden krij-
",-u. in dit spel hebben de Roeme-
ineiï aanvankelijk fortuin, want zon
der veel verliezen zitten de Roeme-
iiicn? in de hoofdstad van Hongarije
en spelen daar cn natuurlijk in
heel Hongarije de baasl
De Hongaren hebben aan de Roe-
menièrs om een wapenstilstand en
vredé gevraagd.
Daarvoor heeft Roemenie nu even
wel de volgende voorwaarden opge
maakt.
Hongarije moet al het oorlogsmate
riaal, dat zich in het land bevindt,
uitleveren, met uitzondering van het
materiaal, dat noodig is voor de uit
rusting van de gewapende macht, die
Hongarije zal mogen behouden, ten
einde de orde in het land te handha
ven.
Dit leger zal, de officieren inbegre-
pen, onder geen voorwaarden meer
don 15.000 man mogen tellen.
Dc organisatie en groepeering de
ier troepen zal door het Roemeensclie
oppercommando later nader bepaald
worden.
Verder moeten alle Hongaarsclie
fabrieken, waar munitie wordt ge
maakt, en uitrustingsstukken worden
"vervaardigd, aan het Roemeensche
Oppercommando worden overgediV
gen. Door Roemeensche specialisten
en Hongaarsclie arbeiders zal er voor
.worden gezorgd, dat de productie de
zer fabrieken ten goede komt aan
Roemenië
Hongarije moet verder voor een,
Roemeensch leger van 300.000 man de
hoodige uitrusting leveren
Van zijn rollend spoorwegmatei'iaal
machines, enz. moot Hongarije 50
aan Roemcnió uitleveren. Verder
.moeten 200 auto's en 400 vrachtauto's
in goeden staat verkeerend, worden
Afgestaan.
Van runderen en andere dieren
moet 30 worden afgestaan. Verder
30 van de in Hongarije aanwezige
landbouwmachines. Ook moet Hon
garije 20.000 waggons graan, 10.000
.waggons mats en 5000 waggons gerst
en haver leveren.
Hongarije moet alle schepen lerug-
geven, die het eigendom zijn van
Roemeensche maatschappijen of Iioe-
meenscho staatsburgers, en welke
door den vijand in Roemenië ziji,
buitgemaakt en thans in de Hongaar
sclie wateren zijn te vinden. Boven-
dieu moet Hongarije 50 van zijn
'eigen schepen van allerlei soort ai-
eUiuu.
Alle Roemeensche krijgsgevange
nen, gijzelaars en deserteurs van
welke nationaliteit zij ook mogen
zijn moeten worden uitgeleverd.
In het ontwerp wordt gezegd, dat
het opgeeischte landbouwmateriaal
onder de Roemeensche soldaten zal
.worden verdeeld, die hun land niet
konden bewerken, omdat zij gemobi
liseerd werden, om Roemenië legen
degenen tc beschermen, die den vre
de voortdurend in gevaar brachten,
of omdat hun de noodzakelijke mid
delen waren ontnomen, noodig tot
het bewerken van het land.
Ook wordt nog bepaald, dat de Roe
meensche troepen 't deel van Hon
garije ten W. van de Theiss zullen
bezet houden tot al de vredesvoor
waarden zijn nagekomen. Hongarije
Feuilleton
Uil HKT LEVEN VAN GEOFFREY
GILL,
Ditectlvi
door IVANS.
Daarop de stom van den detective
kalm als altijd in de ure des ge-
Vaars: Géza llorvAth, uw daad
van vergelding en gerechtigheid zou
6ëu monsterlijke misdaad geweest
*'jn. Graaf Csadanyi is geen laoorje-
naarl Ik zal u zeggen, wie de Gra-
Pm gedood heeft!
HOOFDSTUK XXVI.
Geesten uffc het verleden.
'1 zaten met ons zessen bijeen:
t«maf met een voorloopig verband
0111 den arm; wij drieën, met ver
waaide haren en kleeren, tengevolge
»-'ii onzen wilden auto-rit en de daar-
vp gevolgde worsteling: Béla Keiler,
fnf.i ,!evend ''jk, achterover in een
«autenil geleund; Géza Horvdth, dien
Bk? Va,r? r'? touwen, maar niet van
handboeien bevrijd had, zeer bleek
maar althans schijnbaar zeer
kalm, rechtop in zijn stoel.
De Graaf, aan wien G. G. zich
thans had bekend gemaakt, had ons
medegedeeld, dat hem dien ochtend
een telegram bezorgd was, een be
zoek aankondigtnae van den secre
taris van Aartshertog Karet August,
toneinde hem over een belangrijke en
zeer confideutieele zaak te spreken.
Dit was het eerste telegram geweest,
waarvan de oude telegrafist ons ver
teld had; en 't sprak vanzelf, dat
Gcza Horvath het verzonden had, ten
einde zich den weg tot Graaf Csa
danyi te effenen. De secretaris was
dan ook onmiddellijk toegelaten: te
genover de autoriteit van den Aarts
hertog was alle tegenstand van bri
gadier Iiemény onmiddellijk ge
zwicht! De Graaf vertelde ons, dat
hij een hem volkomen onbekend man
had zien binnenkomen. Deze had
hem vóórdat hij gelegenheid ge
vonden had een woord te spreken
in heftige taal van den moord op de
Gravin beschuldigd, en, zonder eenïg
antwoord af te wachten, zijn revol
ver op hem afgeschoten. De Graaf be
greep in de verste verte niet, waar
op die beschuldiging berustte, en
nog minder, waarom deze hem vreem
de persoon zich als wreker van de
Gravin had opgeworpen.
De verklaring daarvan zal ons
de heer Géza Horvath wellicht later
geven zeide G. G. Thans echter
moet ik mijn woord houden en u
mcdedeelen, wie de schuldige is.
Mocht meneer Keiler er de voorkeur
aan geven, daarbij niet tegenwoordig
te zijn, dan staat het hem vrij te
vertrekken.
Maar Béla Keiler schudde het
hoofd en bleef zitten.
Toen, na het p'.egen van den
moord, Mr. Hendriks en ik op den
drempel van de wapenzaal versche
nen, waren er maar enkele seconuen
verloopen sinds wij die vrceselijke
kreten gehoord hadden. Ik ging da
delijk de zaal in de lengte door en
opende dc deur aan de andere zijde.
Die voert, bijna zonder overgang, di
rect in de mine, en wel in een lange
bouwvallige gang. Toen wij het slot
bezichtigden was het mij opgevallen,
dat men in die gang bijna geen stap
kon doen, zonder dat ef kleine steen
tjes en stukjes kalk naar omlaag
kwamen. Ik luisterde nu scherp,
maar vernam geen geluid: dat be
wees mij, dat aan dien kant, niemand
de zaal verlaten had: anders had ik
onvermijdelijk steentjes of kalk moe
ten hooren vallen, vooral wanneer
zich iemand in het donker snel had
verwijderd! Maar in de zaal was, be
halve de Graaf en Mr. Hendriks, nie
mand te zien. Ik beken, dat mijn eer
ste verdenking dus op den Graaf
viel, maar ik deed spoedig een ont
dekking, die in een andere richting
wees. Inspecteur Feketo voor wiens
scnei'pzinnigheid ik niets dan lof
heb, ontdekte den volgenden morgen
hetzelfde.
G. G. verhaalde nu de geschiedenis
vuil de afgebroken pin, waarmede
ik reeds bekend was.
Ik vermoedde dus, dat de moor
denaar iemand zijn moest, die klein
van stuk was vorvolgde hij. De
Graaf is dat zeker niet en Béla Kei
ler evenmin! Het gesprek, dat Mr.
Hendriks en ik daarop met beiden
voerden, bevestigde mij in de over
tuiging van hun onschuld. Maar
waar was de schuldige zoo plotseling
gebleten? Wij gingen terug naar de
wapenzaal, doch dit raadsel bleef on
opgelost. Toen ik echter kort daarop
van mevrouw Hendriks vernam, dat
zij een witte vrouwengestalte gezien
liad, die uit de richting van '3 Gra
ven kaïner kwam, bestond er voor
mij geen twijfel, of zij had de per
soon gezien, die den moord op zijn
geweten had. Ik besloot den volgen
den morgen, zoodra het liclit was,
wapenzaal en werkkamer neg eens
nauwkeurig te onderzoekeu. U weet,
meneer de Graaf, dat ik mij daartoe
reeds om zeven uur aanmeldde: U
hudt den nacht in uw werkkamer
doorgebracht.
De Graaf kr.ikte, maar zeide niets.
Het onderzoek, dat ik nu instel
de en waarvoor ik behoorlijk >1en
tijd had, zonder te worden afgeleid,
leverde inderdaad een gewichtig re
sultaat op. U, mijnheer de Graaf,
gaf geen acht op wat er om u heen
gebeurde; trouwens de deur, die van
uw kamer m de wapenzaal voert, had
ik opzettelijk half gesloten. Ik plaat
ste mij op verschillende punten van
de zaal en onderzocht met de oogen,
waar zich de moordenaar verborgen
had kunnen houden, voor de bakken
van hen, die zoo onmiddellijk na de
misdaad ter plaatse verschenen wa
ren. Ik ging staan op de plaatsen
waar de Graaf, waar Mr. Hendriks
en waar ïk zelf gestaan had: geen
hoekje van de zaal ontsnapte aan
mijn aandacht. De harntissen aan de
vensters stonden te ver van elkander
dan dat zich achter één daarvan
iemand gedurende eenigen tijd ver
borgen had kunnen houden. Toen
toen had ik opeens een ingeving:
Rechts, in het midden-penant,
staat hst volledige pantser van een
strijdros, met den ridder in den zadel.
Dat pantser rust op een kleed, dat tot
op den grond afhangt. (Wij alien ken
nen afbeeldingen van geharnaste
paarden uit den riddertijd, met van
die afhangende dekken, waaruit de
hoeven nauwelijks te voorschijn ko
men). Het geheel wordt van binnen
staande gehouden door een paar
schragen, die natuurlijk geheel door
het afhangende kleed bedekt zijn.
Achter dat kleed kon ruimte zijn
voor iemand om zich tc verbergen: lk
tilde het aan de achterzijde op en
iiet liet volle licht naar binnen
len. Er was op het gedeelte vm. u
vloer, binnen het afhangend.'
een laagje stof blijven liggen, du»
lijk zag ik daarop de sporen van den
persoon, die zich er verborgen gehou
den had. Maar nu stond tic voor con
nieuw raadsel. Het stond vast, dut
gedurer.rte ons gesprek met den Graaf
niemand uit de ridderzaal in de
werkkamer gekomen En ':.cli
was die geheimzinn.ge witte gestalte
door mevrouw Hendriks gezien, vóór
dat wij m de gekomen waren
oio naar onze kamers terug te gaan.
Daarvoor was maar één verklaring
te vinrlerr moest reeds in de Ka
mer van Graaf verborgen ge-
wees: zij:.. rn wijzelven He. ui', de
wapenzaal komende, opnieuw betra
den. lï?eruit .o'.ydc weer, dat zij, te-r-
wijl wij nog in de wapenzaa? waren,
van daaruit in de kamer geglipt
moest zijn. Pp de trap, die uit dat
vertrek naar het platte dak c-r boven
voert en die, uooals u bekend '-s,
(loor een houten koker omgeven en
dus van boneden af onzichtbaar ie,
vond ik later in een stoffigen hoek
deu indruk van ton kleinen, bloulen
vrouwenvoet! Je herinnert je, Willy,
hoe mijn vermoeden later bevestigd
werd: wij vernamen, dat oen pabr
dronken boeren dien nacht het spook
van Yoröshcgy op het platte flak van
den half afgebroken toren hadden
gezient (Wordt vervolgd.,