I HiuLors Dabbud Boitsmandsch üvirziciit tweede blad. Donderdag 7 Augustas mil 1 moet de kosten van deze bezetting De- talen. Ter controleerincr van de uitvoering der militaire overeenkomst zal een Roemeensch© militaire commissie le Boedapest werkzaam zijn en wp,1. totdat het vredesverdrag gerjitiliceerd wordt. De Roemeniërs willen niet praten. Zii zecgen: De vredeseischen moeten of ia haar geheel worden aangeno men. bi in haar geheel worden ver worpen. Dientengevolge worden te genvoorstellen niet toegestaan. De termiin voor de beantwoording dezor voorwaarden loopt af od 5 Augustus 1919 te 10 uur des avonds. In geval van verwerping der gestel de voorwaarden zal het Roemeenscke oppercommando, zonder rekening te houden met den tegenwoordigen vee stapel en de aanwezige voorraden, al ue dieren en al het materiaal wegne men. die Roemenië noodig heeft om tenminste gedeeltelijk hel verlies te herstellen, dat door den vijand is ver oorzaakt. die tijdens den géheeien duur van de bezetting en bii het slui ten van den vrede van Boekarest zon der «enige consideratie is opgetre den. Inderdaad liael zware eischen. Maar ae nieuwe ministers van Hen gariie ziin politiek! Zii hebben- tot de Entente de volgende nota gericht: ,.De Hongaarsclie Volksrepubliek ontving oP 5 Augustus een reeks wa penstilstandsvoorwaarden van het Rcemeensehe hoofdkwarUer.De Hon- g;<arsche Volksrepubliek heeft echter reeds op 13 November 1918 ©en wa penstilstand met de geallieerde en ge associeerde mogendheden gesloten, waarvan de uitvoering door de nieu we wapenstilstandsvoorwaarden van ëép der Entenle-inogendheden onmo- geliik wordt gemaakt. De Hongaars che VoLksrepuL. .vervult haar plicht, wanneer zij ue beslissing in deze kwestie in ham:, van de Entente-mogendheden legt. Dientengevolge ric-ht de regeering van de Hongaarscho Volksrepubliek tc de vertegeuwonrdjgers van de Knteu- lemogendiheden te Boedapest het ver zoek. om over de door het Roemeen sche hoofdkwartier gezonden eischen" hun oordeel uit te spreken." De Hongaren zeggen dus: Als deze vredesvoorwaarden van Roemenië in gewilligd worden danschiet er niets over voor de Entente-stateul D; Hongaarsohe kip is al kaal en als de Roemeniërs nu zoo geducht op eigen lioutie plukker, komt liet d'ier te Ver eailles seheefl kaal op .afelt 't Ig du» in het helang dei' Enten te-sta ten. dat de heeren te Parijs een stokje stekep voor dit Roegneensclie avontuur Er is veefl kans dat de Entente" dit ook doen zal, want reeds i.u werd h-t avontuur der Roemeniërs met een angstig hart te Parijs gadegeslagen. En d'e Roemeniërs hebben blijkbaar nog grootere plannen. Zelfs moet aart koning Ferdinand van Roemenië de kroon van Hongarije ziin aangebo den. Z. M. is evenwel verstandig als liii die niet aanneemt! De nieuwe Hongaarsclie regeertng staat voor groote moeilijkheden. De pogingen om een coalitie-monarchie I» vormen ziin töt heden mislukt. Burgerlijke elementen hebben gewei- teerd om in z-oo'n kabinet zitting te hebben. Alleen de boeren .''ni niet on willig. Er wordt ernstig gedacht aan het instellen van een directorium van drie hoen: een socialist en twee burger lijke regeerders. De ontbinding van hei Roode leger wordt voortgezet. De Roemeniërs zor gen zoolang voor de handhaving der orde, terwijl meteen een nieuw le ger voor het bewaren van den bin- nenlandschen vrede woict gevormd De burgei's moeten alle wapens irnleve- De „Vossische Zeifcung" verzekert, dat de verbittering der Hongaarsclie bevolking tegen de bolsjewiki onbe schrijfelijk is. De bolsjewislische lei ders zijn ten deele gedood? De leden der directoria weiden in eenige ge meenten door de opgewonden bevol king met knuppels doodgeslagen. In eenige s'eden werden de leden der di rectoria tot voor de kerk gesleept. De genen, die aan moord en roof schuldig werden bevonden, werden op de plaats zelf gedood, de overigen in de gevan genis geworpen. Overal worden vlug schriften van den volgenden inhoud verspreid: „Hongaren! De bolsjewistische roo- verbenden vluchten uit het land, na dat zij ons te gronde hebben gericht en onzo families vermoord hebben. Men verleent hun in Oostenrijk aayl. Zoolang er een overblijft, die aan deze misdaden de schuld draagt, zal er in het land geen rust zijn en geen Hon gaar voor het buitenland de oogen kunnen opslaan. Grijpt allen, die aan het bolsjewisme schuldig zijn, slaat dood degenen, die roof en moord op hun geweten hebben." Groote troepen boeren, bewapend met geweren, trekken naar de steden om de burgers in den strijd legen de bolsjewiki te helpen. Er Ls wrijving tussehen de Fran- schen en Engelschen inzake Syrië. De Franschen beweren, dat de Engelschen zich niet houden aan de overeenkomst van 1916, waarbij de invloedsferen zijn afgebakend. De volgende dialoog in „l'Europe Nouvelle" is teekenend voor die stem- king. „Wat is dat debat in het Engclsche Lagerhuis over het vredesverdrag prachtig geloopen." „Zeker, zeker, het is snel afgehan deld." „Je moet toch toegeven, dat onze Engelsche vrienden ons correct behan deld hebben: het Fransch-Engelsche verdrag werd in enkele uren goed gekeurd." „Ja, dat is zoo." „Daardoor zal veel misverstand uit den weg worden geruimd." „0, zeker..." „Waarom zeg je dat zoo aarzelend?' „Waarom? Wel, omdat ik tussehen Albion en ons zich een hoillooze scha duw zien afteekenen." „De schaduw van Faycal!" „H'm... geloof je werkelijk „Ja zeker, ik geloof het stellig en betreur het. Want ik bewonder Enge land en voel oprecht voor dat volk." „En zie je geen uitkomst?" „Er is één middel." „Dat onze Engelsche vrienden weer eerlijk worden in hun Syrische poli tiek." Verspreid nieuws DE TOESTAND TE LIVERPOOL. --Nog wordt gemeld: Er werd reeds ineldmg gemaakt van plunderingen van winkels welke hier hebben plaats gehad en van slachtof fers en arrestaties tengevolge van botsingen tussehen de plunderaars en de troepen. Thans blijkt dat men te doen heeft met georganiseerde benuen. Vooral juweliers, schoenwinkels, klec- dermagazijnen en levensmiddelenma gazijnen moesten het ontgelden'. Deze benden bestaan meestal uit jongens van 14 tot 20 jaar eai zeer duidelijk was te zien dat zij volgens een te voren opgemaakt program te werk gingen. Het gevolg bleef dan ook niet uit dat er slachtoffers zijn gevallen. Er wer den eenige charges met de bajonet uitgevoerd. Eén tramwagen werd door de stakers met steenen beworpen doch niemand werd gevvond. Herhaal de malen moest de politie waarschu wingsschoten lossen teneinde erger te voorkomen. De toestand is ernstig; zooals bekend zijn inmiddels 1600 man roe p en g ca rriv e erd. Van de 1800 agenten tc Liverpool staken er 900. HOOGVERRAAD IN GRIEKEN LAND. De „Times" verneemt uit ALliene, dat het voorloopig onderzoek naar do beschuldigingen tegen den vroegeren chef van den staf ntd-ge neraal Doesmanis en kolonel Molr.xaa geëindigd is. De magistraat, met liet onderzoek belast, stelt voor hen voux een krijgsraad te doen terechtstaan. De beschuldiging togen deze beide officieren en tegen de kolonels Exa- dachylos en Strategos als medeplich tigen omvat verschillende punten n.l. dat zij door gewelddadige middelen getracht hebben een revolutie teweeg te brengen; dat zij de forten Rupel en Kavala aan de Duitscliers en Duiga ren hebben overgegeven na overleg met dezen; dal zij burgers bewapen den voor den burgeroorlog en dat z.j aan agenten van Duitscliers en Bui garen staatsgeheimen verrieden en de archieven van den staf vernietig den om hun schuld te verbergen. TROEBELEN IN KROATIë. Ia Kroatië hccrscht groote onrust. In Wa- rasdin en Krizovats zijn bolsjewistische opstanden uitgebroken. In Warasdiu be zetten de Communisten de openbare ge bouwen en het station. Servische troe pen, die lusschenbeide kwamen, heb ben de opstandelingen teruggeslagen. Verscheidene personen zijn gedood. Naar gemeld wordt, streeft de Kroa tische Boerenpartij naar afscheiding van Kroatië van Servie. ONDERSCHEIDINGEN. De En gelsche koning heeft maarschalk Ilaig cn admiraal Beattv benoemd tot herto gen, AUenby tol burggraaf; Plumcr, Kawlinson', Byng en Horne tot baron nen» liet parlement heeft gevraagd aan Beatty en Haig een belooning toe te kennen van loo.oob p.- St.; aan Jellicoe, French en Allenby elk 50.000 p. st.; aan Plumcr, Rawlinson, Byng en Horne elk 30.000 p. st.; aan Sir Maurice Hankay 25-000 p. st. en voorts aan de admi raals Madden, Sturdee, Keyes, Doroe- bock, Tyrwhitt en de generaals Ro bertson, Biidwood, Trenchard en Wil son ieder 10.000 p. st- 'T AMERIKAANSCHE LEGER. In de Ver. Stalen word", een verplichte militaire oefening van drie maanden, voorgesteld voor alle jongelieden van 19 jaar. DE DUITSCHE ONTHULLINGEN. Het „Heidelberger Tageblatt" deelt mede, dat ook Prins Max van Baden behoefte gevoeld heeft zich te verdedigen tegen de aanvallen door de conservatieven op hem gericht. Zijn verdediging zal eerstdaags in brochurevorm verschijnen. ERZBERGER EN F OCH. De „Tfigl. Rundschau" maakt zich kwaad over het volgende briefje van Erzber- ger aan Focli, dat het blad in handen gevallen is. „Mijnheer de Maarschalk, Door kennissenreiaties stel ik be- iang in hei lot van den sinds langen tijd zich in Fransche krijgsgevangen schap bevindenden Leo Kugler, krijgs gevangene no. 8401 Le Mans Sarthe, op het oogenblik in het hospitaal. In het belang zijner familie heb ik de eer tot U. Mijnheer de Maarschalk, het verzoek te richten om zoo spoedig mogelijk vrijlating van genoemden Leo Kugler uit de krijgsgevangenschap te bewerken. U zou mij daarmee bui tengewoon ter wille zijn waarvoor ik U ook buitengewoon dankbaar zou we zen. Aanvaard enz." (gèt.) Eraberger. IN EI.ZAS LOTHARINGEN zijn nieuwe belangrijke ertslagen ontdekt. ■itaüSMBÜWS NEDERL. HERVORMDE KERK. De Algcmccnc Synode der Nederiaad- sche Hervormde Kerk heeft uit hare fondsen dc volgende toelagen verleend Uit het fonds voor noodlijdende ker ken en personen f4000.voor herstel van kerk en pastorie te Westzaan (clas sis Haarlem) uit het Fonds ter voorziening in de geestelijke behoeften van Nederlandsch Hervormde Gemeenten, waar eigen -iiiddeleu ontbreken f 500.voor een godsdieustonderwiizer in de buurtschap Abbenes onder Nieuw-Vennep (classis Haarlem) uit bet Fonds tot verbetering der schraalste prcdikantstractementen: Cas- tricum (classis Haarlem) f 291.—, Kroui- racniedijk (classis Haarlem) f 250. KantonBerecht Sfraalooip«rfise«. Woensdagmiddag had zich, naar reeds met eon onkel woord is ver meld te verantwoorden C. A M. aan vvien was ten laste gelegd in de Gr. Houtstraat op den 21en Juni dos. avonds om kwartier voor tienen met geschriften te hebben gecolporteerd waardoor een volltsoploop zou zijn ontstaan en do openbare orde dreig de te worden verstoord. Verdediger in deze zaak was Mr. P. Tideman. Alvorens mot de eigenlijke belian-' deling van de zaak wordt begonnen, maakt de verdediger een opmerking over de houding door den ambtenaar van 't O. M. mr. de Blécourt in de ochtendzitting aangenomen, die naar de meening van mr. Tideman van dien aard is, dat, naar liij verklaart, de zaak door liem bij de balie aan hangig zal worden gemaakt. Het blijkt, dat 't hier geldt een bezwaar om getuigen k décharge te lxooren, waarvan de opgave te laat is gedaan. Mr. Tideman zegt( dat de ambte naar de lakens wil uitdealen op een manier als nog miumer in Haarlem is voorgekomen. Dit geeft den waar- nemenden Kuntonreciiter, mr. li. J. D. D. Enschedé aanleiding om op te merken: laten wij deze zaak kalm be handelen! Goed gc\ onden wordt om de getuigen k décharge in deze zaak, al is daarvan dan laat opgave ge daan, te hooren, Dan begint het ver hoor van den beklaagde. Bekl. zegi, dat hij op 21 Juni liep tc colporteeren en dat indien daarbij de orde werd verstoord dat de schuld is van den ugent, die hem verbali seerde en daarna mede nam naar 't Bureau van Politic. Als eerste getuige wordt gehoord de agent van politie K. die 't proces verbaal opmaakte. Deze zegt dat M. liep te venten en daarbij ulierlei uit roepen deed. Get. liad hem toen ge waarschuwd geen volksoploop te ver oorzaken. Bekl. had geantwoord: „ik heb met jou niets te maken" en was doorgegaan. Later toen een volksop loop was ontstaan, liad bekL gezegd: ,,fk heb niets met je te maken en verkoop mijn lectuur". Getuige had. daarna bekl. de boeien aangedaan, hem gearresteerd en naar 't Bureau van Politie geleid. Verder zegt get. naar aanleiding van een vraa^ van mr. Enschedé dat de manier van venten het bezwaar was. Bekl. zegt: Ik liep te cblporteeren op het Verwulft, toen mijnheer de agent mij aanmaande om door te loo- pc-n. Ik zeide: ik heb niets met u te maken. Hij pakte mij aan en rammel de mij door elkaar met den opzet, dat ik mij zou gaan verzetten en deed mij de boeien aan. Indien de politie de agenten thuis houdt, dan zal geen volksoploop ontstaan Het zijn de agenten, die op aanhitsen van de burgerwacht en uwerzijds maken, dat bij colporteeren de orde wordt verstoord. Hij zegt verder, dat de agent ham de boeien aldus aankneep, dat 't hem tot de been en doordrong. Op een vraag van mr. Tideman, verklaart get. K. dat bekL eerst op t Verwulft zeide: ik heb niets met je te maken en daarna in de Groote Houtstraat die uitdrukking herhaal de. Mr. Tideman vraagt verder: Be zigde bekl. bij 't colporteeren erger niswekkende taal of was 't een schan- daal-colportage? Get. antwoordt: ex werd niet verbaliseerd wegens de ge bezigde uitdrukkingen, maar wegens 't veroorzaken van den volksoploop. Als tweede getuige wordt gehoord de commissaris van politie. Deze ver klaart: Ik kwam dien avond van de Groote Houtbrug af met den hoofd inspecteur van politie en zag dat in de Gr. Houtstraat bij het Verwulft een volksoploop was ontstaan. Pu bliek liep om M. heen en de openbare orde was verstoord. Er was maar een agent en daarom vond ik 't beter om niet in te grijpen. Ik was van voor nemen om een inspecteur met eenige agenten er heen te zenden. Maar kort daarna werd M. door een agent met een veldwachter uit Heems'ede overgebracht. Het colporteeren veroorzaakte- den volksoploop. Bekl. die dat zag had met de colportage moeten staken. Indien een colporteur merkt, dat er een ordeverstoring ontstaat en hij toch doorgaat met colporteeren, dan wordt de wet overtreden. Mr. Enschedé Op dat doorgaan met colporteeren komt 't aan. De agent K. verklaart, dat door hem M. op het Verwulft is gewaar schuwd geen volksoploop te veroor zaken, maar dat M. doorging met colporteeren gaande van de Bree- straat af heen en weer en dat daar na een volksoploop werd veroorzaakt. Bekl.: De agent heeft slechts één maal gezegd, dat ik moest doorloopen en niet voor den tweeden keer. Mr. Enschedé: Eenmaal is genoeg! BekL: Daarna werd ik op een beest achtige manier geboeid. Do commissaris van politie zegt niet te kunnen zeggen of bekl. de boeien te hard aangedaan zijn. In dien iemand wordt geboeid, dan laat dat steeds indrukken in den pols achter. Bekl. had die indrukken. Mr. Enschedé zegt: De mogelijkheid is er dat de boeien harder zijn aan gedrukt, dan gewenscht is. Bekl. verklaart: Ik ben geweldig gekneld. Telkens ging de agent ruk ken. Hij" zegt verder nimmer 't col porteeren te zullen nalaten, al zou dat dan hem ook aan de galg bren gen. Mr. Enschedé: Indien de boeien zóó hard werden aangedrukt, dan keur ik dat af, maar 't is menscheliik ver klaarbaar. Een agent die in een volksoploop iemand moet arrestee ren, is eenmaal zenuwachig en wil gaarne den arrestant overbrengen. De commissaris van politiö deelt mede, dat van de colportage veel last wordi ondervonden en naar aanlei ding van een vraag van mr. Tide man, dat niet naar aanleiding van een wenk van hoogerhand op de colportage streng wordt toegezien. Op een andere vraag van den verde diger zegt getuige, dat stukken in de bladen over hinder door colpor tage in de Groote Houtstraat niet door de politie zijn geïnspireerd. Gehoord wordt de getuige A déchar ge Tj. Deze die alles heeft medege maakt, zegt dat er geen volksoploop was ontstaan, dan nadat een politie agent achter M. was gaan aanloo- pën. Get. die zelf ook had gecolpor teerd en eveneens was gearresteerd, getuigt verder, dat M. naar zijn mea ning niet door verzet aanleiding had gegeven om de boeien aan te draaien. Dat, aldus get., geschiedde rn.i. al leen in, de hoop, dat M. zich zou gaan verzetten. Maar M. heeft zich niet verzet. Voorts verklaart get dat de agent M. heeft gegrepen en ge zegd „Houdt je sm of ik slag je de hersens in". Mr. Enschedé: Dat was minder cor rect, maar aan die bedreiging is geen gevolg gegeven. Get. merkt verder op, dat op de Groote Markt de N. tegen den bek!.- riep: „zoo Cor wordt je opgebracht" en dat de N. daarna van den agent Ome iaebiiüBif D a m e ;tot kolenhandeiaar): Jé zet, dat deze anthraciet zoo econo misch was. Zij brandt heelema&l niet! K o l;e ttfc a n d e l a a.r: Wel me vrouw, wilt u 't nog economischer? Twee vrienden hadden twist. Je moet goed begrijpen, brulde oe een, dat :k niet aoo dom ben als jU denkt. Dat is waar, antwoordde de ander. Dat. zou ik ook niet kunnen. zuil: .«n klap met de sabel kreeg dat zijn ppls blauw was en hij een dag daarna een stijven duim had. Eindelijk zegt getuige dat M. onder het opbrengen riep„Kunnen jelui 't met wat zachter doen, wan: je doet mijn hand pijn." Mr. Enschedé „Dat doet aan 't feit met af. Maar ik keur 't af, da; zóó dc handboeien worden aangedraaid. Men moet een arrestant opbrenger. zonr>r hem pijn te doen." De tweede getuige k décharge, Scb., die dien avond eveneens had gecolpor teerd, zegt dat dien avond achter dc co!- porteurs jongelui liepen te zingen, dio echter niet werden uiteengejaagd. Maar, aldus getuige, 't was om ons tc doen. Volgens hem liep de agent op M. af, toen M. niet colporteerde, renar met een ander stond te praten. Daarna^ was 't O. M.- aan het woord. Het O. M. zeide, dat, toen de commis saris van politie er aankwam, de orde was verstoord cn dat de agent K. had verklaard, dat later de openbare ordo werd bedreigd. Verder verklaarde 't van meening te zijn, dat, indien er geen po litie was geweest, er toen een volks oploop zou zija ontstaar. Daar de bekl. had gezegd met de col portage te zullen doorgaan, meende '1 O. M. een «enigszins zware straf te moeten eischen. Het requiieerde tegen dén bekl 3 dagen hechtenis. Bekl. zegtik heb anderhalf jaar ge colporteerd en nimmer last gehad van een volksoploop, zelfs niet op feestda gen, maar dan had ik geeu politie ach ter mij. Wanneer echter de politie e. zich mede bemoeit, dan denken de men- scheuwat is da'? cn dar. .11:- «n volksoploop. Mr. P.. Tidem:.:. éegini z::.. .00J met een enkele opmerking nam aanlei ding van 't optreden van den ambtenaar van 't Openbaar Ministerie, die, zegt spr., ah jongere van mij. als meer oc, re, in deze misschien aog wel iets lecren kan. Na 't O. M. dank tc hebben gebracht voor de welwillendheid om toe te staan dat in deze zaak dc getuigen k décharge v.errb-n gehoord, gaai hij Als Christen-socialist ben ik tcgeu ge weld, ruaar niet icgen kracht het Christendom dient de kracht te zijn om de wereld te hervormen terwijl ech ter zij die zich Christenen noemen, aan geweld vasthouden en wel leeren gij zult niet doodslaan, maar er niets in zien dat de Overheid dat wel doet. In dien dat geschiedt, dan dient daartegen te worden ingegaan, zij 't dan met ge weld. De waarnemende kantonrechter U moogt hier geen propaganda voor eenige meening maken, maar moet u bij dc zaak houden. De heer Tideman lk ci.i zeg^.. cmdit daarvan mijn pleidooi afhangt. Het gaat in dit geding om dc vrijheid van het woord en niet over de quaestie van veroorzaken van een volksoploop. Een oploop die ontstaat, wanneer de politie, gesteund door den ambtenaar vau 't O. M. met alle midde len de colportage met het vrije woord den kop tracht in te drukken. In een dc- mocratischen Staat als de onze moet daartegen worden opgekomen. Wanneer de politie voortgaat met dit den kop trachten in te drukken van het vrije woord, dan zal dat blijken te zijn de paarden achter den wagen te spannen dan komt daarvan oproer, moord cn doodslag, De waarnemende kantonrechter: Wilt u zich .alleen bepalen tot de verdedi ging? De keer Tideman lk sia hier Diet ais jurist, maar als mensch in de eerste plaats. De juristerij dient een instru ment van de menschelijkhcid te zijn en die stem wordt in de rechtszaal tc wei nig gehoord en daarom moet me het vrije woord worden gecolporteerd. Pleiter komt nu op de juridische zijde van de zaak cn zegt dat art. 55 bis dat zou zija overtreden in dc politieverorde ning is opgenomen om verstoring der openbare orde door scbanriaalcolporta- ge tegen tc gaan, een colpor'age van lec tuur die aanstoot geeft. Hier echter werd politieke lectuur gecolporteerd. Indien alieen door een colportage reeds de openbare orde zou worden bedreigd, aan zou alles onder art. 55 bis vallen. Maar dst was niet dc bedoeling, toen in de raadszitting van 2 December 1903 besloten v.erd 't artikel in de politiever ordening op .e nemen. He: ging niet tegen iedere colportage, maar alleen tegen een schandaulcolponage. De zaak staat aldus, gaat spr. voor-: er is een klasse van menschen, die de orde aic bestaat willen handhaven ca er zijn anderen, die de bestaande orde i>e Kocnieiiicis zijn nog niet zoo dom! In deu grootcn ouriog hebben ze m?nige veer moeten laten vallen, om dat ze door de centraleo onSer den voet gcloopeu weiden, vóór de geal lieerden hun troeven in handen kre- gen. Dc vrede van Versailles beloofde voor de RociMcniérs niet heel veel, want de sympathie voor den afvalli gen bondgenoot was in Entente-krin- gen met heel groot meer, al werd wei ingezien, dat Roemenië tot den afval gedwongen was. Maar hoe 't iij de Roemeniërs verwachtten niet voel van Versailles. Daarom hebben ze -t militaire avontuur dat de vori ge Hongaarschq regeering op touw eezet heeft, gebruikt om zich zelf in Hongarije te verschaffen, -wat ze via Versailles wellicht niet zouden krij- ",-u. in dit spel hebben de Roeme- ineiï aanvankelijk fortuin, want zon der veel verliezen zitten de Roeme- iiicn? in de hoofdstad van Hongarije en spelen daar cn natuurlijk in heel Hongarije de baasl De Hongaren hebben aan de Roe- menièrs om een wapenstilstand en vredé gevraagd. Daarvoor heeft Roemenie nu even wel de volgende voorwaarden opge maakt. Hongarije moet al het oorlogsmate riaal, dat zich in het land bevindt, uitleveren, met uitzondering van het materiaal, dat noodig is voor de uit rusting van de gewapende macht, die Hongarije zal mogen behouden, ten einde de orde in het land te handha ven. Dit leger zal, de officieren inbegre- pen, onder geen voorwaarden meer don 15.000 man mogen tellen. Dc organisatie en groepeering de ier troepen zal door het Roemeensclie oppercommando later nader bepaald worden. Verder moeten alle Hongaarsclie fabrieken, waar munitie wordt ge maakt, en uitrustingsstukken worden "vervaardigd, aan het Roemeensche Oppercommando worden overgediV gen. Door Roemeensche specialisten en Hongaarsclie arbeiders zal er voor .worden gezorgd, dat de productie de zer fabrieken ten goede komt aan Roemenië Hongarije moet verder voor een, Roemeensch leger van 300.000 man de hoodige uitrusting leveren Van zijn rollend spoorwegmatei'iaal machines, enz. moot Hongarije 50 aan Roemcnió uitleveren. Verder .moeten 200 auto's en 400 vrachtauto's in goeden staat verkeerend, worden Afgestaan. Van runderen en andere dieren moet 30 worden afgestaan. Verder 30 van de in Hongarije aanwezige landbouwmachines. Ook moet Hon garije 20.000 waggons graan, 10.000 .waggons mats en 5000 waggons gerst en haver leveren. Hongarije moet alle schepen lerug- geven, die het eigendom zijn van Roemeensche maatschappijen of Iioe- meenscho staatsburgers, en welke door den vijand in Roemenië ziji, buitgemaakt en thans in de Hongaar sclie wateren zijn te vinden. Boven- dieu moet Hongarije 50 van zijn 'eigen schepen van allerlei soort ai- eUiuu. Alle Roemeensche krijgsgevange nen, gijzelaars en deserteurs van welke nationaliteit zij ook mogen zijn moeten worden uitgeleverd. In het ontwerp wordt gezegd, dat het opgeeischte landbouwmateriaal onder de Roemeensche soldaten zal .worden verdeeld, die hun land niet konden bewerken, omdat zij gemobi liseerd werden, om Roemenië legen degenen tc beschermen, die den vre de voortdurend in gevaar brachten, of omdat hun de noodzakelijke mid delen waren ontnomen, noodig tot het bewerken van het land. Ook wordt nog bepaald, dat de Roe meensche troepen 't deel van Hon garije ten W. van de Theiss zullen bezet houden tot al de vredesvoor waarden zijn nagekomen. Hongarije Feuilleton Uil HKT LEVEN VAN GEOFFREY GILL, Ditectlvi door IVANS. Daarop de stom van den detective kalm als altijd in de ure des ge- Vaars: Géza llorvAth, uw daad van vergelding en gerechtigheid zou 6ëu monsterlijke misdaad geweest *'jn. Graaf Csadanyi is geen laoorje- naarl Ik zal u zeggen, wie de Gra- Pm gedood heeft! HOOFDSTUK XXVI. Geesten uffc het verleden. '1 zaten met ons zessen bijeen: t«maf met een voorloopig verband 0111 den arm; wij drieën, met ver waaide haren en kleeren, tengevolge »-'ii onzen wilden auto-rit en de daar- vp gevolgde worsteling: Béla Keiler, fnf.i ,!evend ''jk, achterover in een «autenil geleund; Géza Horvdth, dien Bk? Va,r? r'? touwen, maar niet van handboeien bevrijd had, zeer bleek maar althans schijnbaar zeer kalm, rechtop in zijn stoel. De Graaf, aan wien G. G. zich thans had bekend gemaakt, had ons medegedeeld, dat hem dien ochtend een telegram bezorgd was, een be zoek aankondigtnae van den secre taris van Aartshertog Karet August, toneinde hem over een belangrijke en zeer confideutieele zaak te spreken. Dit was het eerste telegram geweest, waarvan de oude telegrafist ons ver teld had; en 't sprak vanzelf, dat Gcza Horvath het verzonden had, ten einde zich den weg tot Graaf Csa danyi te effenen. De secretaris was dan ook onmiddellijk toegelaten: te genover de autoriteit van den Aarts hertog was alle tegenstand van bri gadier Iiemény onmiddellijk ge zwicht! De Graaf vertelde ons, dat hij een hem volkomen onbekend man had zien binnenkomen. Deze had hem vóórdat hij gelegenheid ge vonden had een woord te spreken in heftige taal van den moord op de Gravin beschuldigd, en, zonder eenïg antwoord af te wachten, zijn revol ver op hem afgeschoten. De Graaf be greep in de verste verte niet, waar op die beschuldiging berustte, en nog minder, waarom deze hem vreem de persoon zich als wreker van de Gravin had opgeworpen. De verklaring daarvan zal ons de heer Géza Horvath wellicht later geven zeide G. G. Thans echter moet ik mijn woord houden en u mcdedeelen, wie de schuldige is. Mocht meneer Keiler er de voorkeur aan geven, daarbij niet tegenwoordig te zijn, dan staat het hem vrij te vertrekken. Maar Béla Keiler schudde het hoofd en bleef zitten. Toen, na het p'.egen van den moord, Mr. Hendriks en ik op den drempel van de wapenzaal versche nen, waren er maar enkele seconuen verloopen sinds wij die vrceselijke kreten gehoord hadden. Ik ging da delijk de zaal in de lengte door en opende dc deur aan de andere zijde. Die voert, bijna zonder overgang, di rect in de mine, en wel in een lange bouwvallige gang. Toen wij het slot bezichtigden was het mij opgevallen, dat men in die gang bijna geen stap kon doen, zonder dat ef kleine steen tjes en stukjes kalk naar omlaag kwamen. Ik luisterde nu scherp, maar vernam geen geluid: dat be wees mij, dat aan dien kant, niemand de zaal verlaten had: anders had ik onvermijdelijk steentjes of kalk moe ten hooren vallen, vooral wanneer zich iemand in het donker snel had verwijderd! Maar in de zaal was, be halve de Graaf en Mr. Hendriks, nie mand te zien. Ik beken, dat mijn eer ste verdenking dus op den Graaf viel, maar ik deed spoedig een ont dekking, die in een andere richting wees. Inspecteur Feketo voor wiens scnei'pzinnigheid ik niets dan lof heb, ontdekte den volgenden morgen hetzelfde. G. G. verhaalde nu de geschiedenis vuil de afgebroken pin, waarmede ik reeds bekend was. Ik vermoedde dus, dat de moor denaar iemand zijn moest, die klein van stuk was vorvolgde hij. De Graaf is dat zeker niet en Béla Kei ler evenmin! Het gesprek, dat Mr. Hendriks en ik daarop met beiden voerden, bevestigde mij in de over tuiging van hun onschuld. Maar waar was de schuldige zoo plotseling gebleten? Wij gingen terug naar de wapenzaal, doch dit raadsel bleef on opgelost. Toen ik echter kort daarop van mevrouw Hendriks vernam, dat zij een witte vrouwengestalte gezien liad, die uit de richting van '3 Gra ven kaïner kwam, bestond er voor mij geen twijfel, of zij had de per soon gezien, die den moord op zijn geweten had. Ik besloot den volgen den morgen, zoodra het liclit was, wapenzaal en werkkamer neg eens nauwkeurig te onderzoekeu. U weet, meneer de Graaf, dat ik mij daartoe reeds om zeven uur aanmeldde: U hudt den nacht in uw werkkamer doorgebracht. De Graaf kr.ikte, maar zeide niets. Het onderzoek, dat ik nu instel de en waarvoor ik behoorlijk >1en tijd had, zonder te worden afgeleid, leverde inderdaad een gewichtig re sultaat op. U, mijnheer de Graaf, gaf geen acht op wat er om u heen gebeurde; trouwens de deur, die van uw kamer m de wapenzaal voert, had ik opzettelijk half gesloten. Ik plaat ste mij op verschillende punten van de zaal en onderzocht met de oogen, waar zich de moordenaar verborgen had kunnen houden, voor de bakken van hen, die zoo onmiddellijk na de misdaad ter plaatse verschenen wa ren. Ik ging staan op de plaatsen waar de Graaf, waar Mr. Hendriks en waar ïk zelf gestaan had: geen hoekje van de zaal ontsnapte aan mijn aandacht. De harntissen aan de vensters stonden te ver van elkander dan dat zich achter één daarvan iemand gedurende eenigen tijd ver borgen had kunnen houden. Toen toen had ik opeens een ingeving: Rechts, in het midden-penant, staat hst volledige pantser van een strijdros, met den ridder in den zadel. Dat pantser rust op een kleed, dat tot op den grond afhangt. (Wij alien ken nen afbeeldingen van geharnaste paarden uit den riddertijd, met van die afhangende dekken, waaruit de hoeven nauwelijks te voorschijn ko men). Het geheel wordt van binnen staande gehouden door een paar schragen, die natuurlijk geheel door het afhangende kleed bedekt zijn. Achter dat kleed kon ruimte zijn voor iemand om zich tc verbergen: lk tilde het aan de achterzijde op en iiet liet volle licht naar binnen len. Er was op het gedeelte vm. u vloer, binnen het afhangend.' een laagje stof blijven liggen, du» lijk zag ik daarop de sporen van den persoon, die zich er verborgen gehou den had. Maar nu stond tic voor con nieuw raadsel. Het stond vast, dut gedurer.rte ons gesprek met den Graaf niemand uit de ridderzaal in de werkkamer gekomen En ':.cli was die geheimzinn.ge witte gestalte door mevrouw Hendriks gezien, vóór dat wij m de gekomen waren oio naar onze kamers terug te gaan. Daarvoor was maar één verklaring te vinrlerr moest reeds in de Ka mer van Graaf verborgen ge- wees: zij:.. rn wijzelven He. ui', de wapenzaal komende, opnieuw betra den. lï?eruit .o'.ydc weer, dat zij, te-r- wijl wij nog in de wapenzaa? waren, van daaruit in de kamer geglipt moest zijn. Pp de trap, die uit dat vertrek naar het platte dak c-r boven voert en die, uooals u bekend '-s, (loor een houten koker omgeven en dus van boneden af onzichtbaar ie, vond ik later in een stoffigen hoek deu indruk van ton kleinen, bloulen vrouwenvoet! Je herinnert je, Willy, hoe mijn vermoeden later bevestigd werd: wij vernamen, dat oen pabr dronken boeren dien nacht het spook van Yoröshcgy op het platte flak van den half afgebroken toren hadden gezient (Wordt vervolgd.,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5