SlaSsnleows Bïoemenöaai en de grensregeling. In boekvorm -s verschenen een uit voerig antwoord van 13. cn W. vau BloemenduaJ op het adres van hei Huurlexasche g •rneêntebostuur aan God. Stalen gericht. Daaraan ontleen* n we: Wa arom Bloemendaal antwoordt. „Burgemeester en V* cthouders van Haarlem hebben go»sdgevonden in za ke de door hen beoogde grenswijzi- glngen opnieuw een adres te richten tol Gedeputeerde Slaton. Zij hebben dil openbaar gemaakt. Langs arnbte- lijken weg heeft de tekst van dal stuk ons niet bereikt. Blijkbaar beoogt Haarlem's Uage ijksch Bestuur thans, stemming te wekken. Dll pogen kun non wij niet verhinderen; maar wij kunnen er ook niet op zwijgen. Hoe zwak de beweringen van dat stuk ook zijn, op een niet ingewijde kan het, voorzien als het is van eenige cijfers en vele stoute beweringen, eenigen indruk maken. Ons zwijgen kon ver keerd worden uitgelegd Te geremder aanleiding om op dit stuk niet ie zwijgen hebben wij in het feit, dat daarin over de gehoele linie blijkt hoe onwettelijk, hoe onhistorisch, hoe on logisch 't standpunt van Haarlems Dagelijkseh Bestuur ten opzichte van Bluemendaal is. Het onwc.telijke en onhistorische van Haarlems stand punt hebben wij bewezen in ons rap port aan Gedeputeerde Staten van 6 Februari 1918. Weerlegging daarvan heeft nog nimmer plaats gehad. Wij stellen afdrukken van dat rapport voor belangstellenden beschikbaar. Daar aan is toegevoegd een voJedig over zicht van de van 1890 tot 1917 behan delde grenswijzigingen. Geen dezer wijzigingen heefi gelijk die welke Haarlem beoogt, een fiskalen grond, welken grond voor grenswijziging aan te nemen door alle gezaghebben de schrijvers steeds als onwettelijk en ongeoorloofd is gebrandmerkt Dezen stellen zich steeds op het standpunt dat evenwicht in de gemeentefinan- ciön niet mag worden gezocht door afnemen van belastinggebied van na burige gemeenten. Dal de wetgever zoo iets ook niet lean hebben bedoeld vo.'gt uit de rede, vermits hij anders een premie zou hebben 'gesteld op ver keerd beleid of onachtzaam beheer. Averechts is het, gelijk Haarlem doet, in dit verband steeds te schermen met het woord „algemeen belang"; het algemeen belang is door hei toepas sen van onjuiste beginselen altijd ge schaad. Gesteld Haarlem zou zijne geldelijke verplichtingen niet kunnen nakomen, indien zijn inkomen niet aanzienlijk steeg, dan zou daarin door Provincie of Rijk zijn :e voor zien, niet door hulp van een nabu rige gemeente. En hierop zou voor Bloemandaal de beoogde grenswijzi ging neerkoraai. Alleen nan het be- staan van feitelijke economische of administratieve wanverhoudingen heeft de wetgever de mogelijkheid van grenswijziging van naburige gemeen ten willen verbinden. Verloor, gelijk Haarlem wil, de mgeeiing en in haar gevolg de wetgever dit uit het oog. zij zouden een onuitputtelijke bron van moeilijkheden ontsluiten. Geen enkele welvarende gemeente met min der bloeiende burer. was van liaar bestaan meer zeker. Wij zijn dan ooi: nog steeds over tuigd, dat de Wetgever niet bereid gevonden zal worden Haarlem's plan nen te verwezenlijken". De weerlegging der Haar* iemsche argumenten. B. en W. van Bloemen daal vervol gen: De onjuistheid of nietszeggendheid der argumenten, die thans door Haarlem naur voren gebracht worden, is gemakkelijk aan te toonen. In de eerste plaats treft de ook nu weer door Haarlem aangeslagen toon. Een voogd of curator spreekt over zijn minderjarigen pupil of curandus minder uit de hoogte en vergoelijkend beschermend dan Haarlem s Gemeen tebestuur dit doet ten opzichte van ons. „Het eischt altijd een groole ma te van objectiviteit om niet instem ming een offer te brengen aan het al gemeen belang", zoo luidt liet aan ons adres. Wat waarborgt, vragen wij, bepaaldelijk Haarlems objectiviteit in een geding, waarin het zelf als partij zoo nauw betrokken ts? De eigenlijke argumenten van Haar lem s gemeentebestuur zijn verdeeld in 7 hoofdstukken.- Het oe-rste luidt: Vroegere plannen. Wij stippen daaruit aan. z a_ de grenswijziging van 1902 zou mislukt zijn, omdat zij rtjods toen niet ver genoeg ging; b. wel zou het toenmalige bestuur van Haarlem hebben gefaald, maar het zou niel billijk zijn, Haarlem ten eeuwigen dage daaronder te laten lijden. Ad. a. De grenswijziging die Haar lem in 1902 zich wensclite is wat 131oe- mondaal betreft misluxt, omdat toen evenmin als nu iusschen Bloemandaal en Haarlem eene economische of ad ministratieve wanverhouding- be stond. ad b. De gemeente Haarlem en niet .vreemden behooren te boeten voor eventueel faleu van Haarlem's be stuur. Het tweede hoofdstuk luidt: Haarlem a anzij n gren zen ontgroeid. Met de feiten in strijd is de daarin gevoerde bewering: „Naar olie kan ten tot ver over de grenzen van Haar lem is eene aan »ie stadskwartieren aansluitende stedelijke bebouwing ontstaan". Waar is die stedelijke be bouwing aan de Houlvaart, aan de Bi-ou wars vaart, aan Juliana weg, aan Kleverlaan? En gevoelt niet ieder die voorbij de „stedelijke bebouwing van Haarlem bij liet Zijhv eg-viaduct de gemeentegrens passeert, door den aard dbr woningen, de aanwezigheid van voortuinen, do betere bestrating en de breedte van den rijweg in eene niet-stedelijke omgeving to zijn? Om tegenover Heemstede te betoo- gen, dat het Bosch- en Vaai-tkwartier bij Haarlem behoort, wordt beweerd, dat „enkele stralen voor een zeer groot deel worden bewoond door lie den die hun ocononusch middelpunt in Haar Hm hebbenKan toen vair Bloemeiulaal hetzelfde zoggen? „Me; Bloemendaid staat de zaak niet veel anders", zoó luidt liet bescheid, d.w.z. toch wel in zekere mate. „Maar toch 13 het incenloopen van Haarlem in Bloemondual in .de laatste jaren veel sterker geworden", heet het dan weer. Niemand d'C met do plaatse lijke toestanden bekend is, zat d:t ho ornen. In hetzelfde hoofdstuk woai; gesteld, „dat de tegenwoordige toe stand uan de KJeveriaan zoodanig is, dat de spoorbaan cn daarnaast de Delft nog even eene direct aan eengesloten bebouwing tegenhouden". Ook dit is onjuist. Ter plaatse be staat op Haarleiu's gebied in hei go- heel gien bebouwing, alle gebouwen aldaar staan op Bloemendaa.'sch go- bied en die bebouwing heeft zich (mol uitzondering van de arbeiderswonin gen nabij ue Ijsbaan,, van Biocinen- aaal uitgaande oostwaarts oniwiK- kekL Over het inwoners aantal. Een nieuw hoofdstuk luidt: Aantal inwoners op 31 December. Hierin wordt o.a. becijferd, dat het aantal inwoners van het itijtv. in 18 jaar ia vooruitgegaan met 30.89 van hot complex uer rondom Haar lem liggende gemeenten met 153.59 van Bloemen daal met Ü9.95 en-van iiaar-em zelf met 15.48 Lu dezo cijfers op zichzelf volgt voor ons al leen dat de bevolkingsaanwas van Haarlem beneden, en voor de andere gemeenten '(willekeurig op één schaal geplaatst) ver boven liet gemiddelde des Rijks is geweest. Oorzaken daar van blijken uu die cijfers niet. luen wordt op die cijfers zonder meer, hoe wel zij n.b. 3lechis ioopen tot 31 De cember 1918, de stoute conclusie ge bouwd die „met voor tegenspraak vatbaar" woidt genoemd: „dat de omliggende gemeenten zich hebben uitgebreid en nog uitbreiden ten koste vari Haariein!" Dat de trek uuar builen grooter is dan naar de. ni et-handeldrijvende of mdusmeele groote centra is niet al leen een Neuerlandsch maar een al gemeen Euivpeosch verschijnsel. De financieele ge volgen heet het hoofdstuk daarna aan de hemt. Ouder die imancieeie gevolgen worden verslaan de gevolgen van net voor Bx>eiiiöiidaal niet opgaanu leu, dat <ie inwoners van iiaarvum heli even buiten de grenzen der gemeente metterwoon zouden vesLgéb. De kosten meegebracht door de in gezetenen der stad en die wonen even over de grenzen, drukken volgens B. en W. ten volle op Haarlem en de in komsten komen jiaar „voor een deei slechts als forensenbelastïitg ten goe de". Waar de belastingen in Biosmunuaai en Heemstede lager zijn dan in Haar lem, wondt deze stad door deze toe standen „langzaam maar zeker finan cieel uitgemergeld". Deze krasse uit- diukking is meer dan een overdrij ving, zij is er geheel naast. Zelden is het m de laatste 18 jaar voorgekomen, dat een ingezetene van Haarlem, met een belastbaar inkomen van eenige beteekenïs zich in onze gemeente Vfc» tigde; B. en W. van Haarlem moesten dit weten. Kan wellicht ten opzichte van andere gemeenten in de g.voerde bewering van Haarlem eenige juist heid schuilen, wat Bloemenaaal be treft, inzonderheid het gedeelte, dat Haarlem zou willen naasten, staat de zaak gansch anders; het is dus niet juist ook voor Bioemehdaal gevolg trekkingen te maken uit een complex van cijfers, waarin uok cijfers vau die andere gemeenten voorkomen. In dit verband gebruiken B. en \V. van Haarlem de uitdrukking „Groot-Uaar- lein". Groot Haariem als complex waartoe ook Bloemendaal behooren zou, bestaat o.i. met. Nimmer heeft iemand noch te Velserend, noch te Bloemendaal, Overveen, Ooslerduin, Aerdenliout of Vogelenzang zich ge waand in een complex te vertoovcn, waarvan Ilaarlexu het centrum zou zijn. Onze gemeente heeft zich, oui de noord en om de zuid, organisch langs den duinzoom ontwikkeld vves telijk van de o.a. tot afwatering der moerassen gegraven grachten als Delft, Houtvaart, Leidsehevaart; het aantal toegangswegen tot Haarlem is altijd zeer beperkt geweest en door de aanwezigheid der Haarlem van Bloemendaal afsluitende spoorbanen, zal dit aantal vermoedelijk niet ver meerden.». In hetzelfde hoofdstuk komen B. en W. terug op het feit dal Haarlem niet voldoende woonruimte zou hebben binnen eigen grenzen. Keu wandeling langs Kieverluan en kle- verparkvv g, Zijlweg en Kinderhuis- singel zal van liet tegendeel overtui gen. Hoevele jaren reeds vóór den oor log lagen de eerstgenoemde terreinen onbenul? Het type huizen in het lvle verpark is meer dan eens verminderd om tot woningbouw te forceeien. Het terrein (lees: het geheeie) ter rein ten zuiden der KJeveriaan zal nu volgens B. en YV. van Haarlem met eou nieuwe H. B. S. worden bezet. Een zoo groote sciiool zou allicht de risée van Nederland zijn. Het aldaar beschikbaar terrein, voorzoover des rijds geveild ten overstaan van nota ris J Wilkens te Haarlem, immers beslaat minstens 12 H.A. De uitge strekte terreinen vrijgekomen aan don Kinderhuissingei, ter oppervlakte van ongeveer 4| H.A. denken B. en W. van Haarlem te bestemmen voor eenige publieke gebouwen". Dit is eene retiiorische wending slechts in staat om niet ter plaatse bekende particulieren en autoriteiten eene an 'lere voorstelling te geven van dat terrein dan met de werkelijkheid strookt. Bedoelen B. en W. die ter reinen alleen voor zoover zij aan Haarlem In -privó-e- gendom behooren, dan is de eerste zinsnede zelf mis leidend. In hetzelfde hoofdstuk komt wederom het „veüingsgebouw voor groenten en fruit"' ter sprake. De noodzakelijkheid van oprichting van dit gebouw is van den aanvang bij de llaar! emsche plannen vooral te genover onze gemeente op den voor grond geschoven. Het blijkt nu dat men dit gebouw op gebied van Heem stede wil vestigen. Doch dit daarge laten. Wie met handelsbewegingen in het algemeen en mei 'de toestan den in deze streek op de hoogte is, zal dit voornemen niet belangrijk ach ten in deze zaak. Haarlem kan niet een centrum wordon van groenten- en fruithandel, omdat het nabijgelegen Beverwijk uan open vaarwater en ge makkelijke spoorverbinding gelegen, zoodanig centrum reede is en een markt zich niet kunstmatig laat ver plaatsen, omdat voor zoover de bol lenstreek zich oj) den duur met gicn- 'en- en frui'.leelt zou blijven bezig houden, Ussc of Hi.'legont de daar- \oor aangewezen centra zijn, terwijl de iiuridei in grove groenten zich reeds in Hoofddorp gevestigd heeft. B. cn W. van Haarlem scliijaeu zelf het gekuDStclde hunner bewexicgeu in du hoofdstuk te gevoelen, want aan het slot vermeldt het college, dat het eene bijzondere vermeerdering van bevol king verwacht „als gevolg van oplich ting van instellingen fabrieken enz. de_ vraagteekeus zijn van ons, zonder eenige nadere specificatie. YYij kunnen ons denken, dat bij op bloei van de nijverheid gedeelten der boorden van het Nooider-Spaarne nog met menig pakhuis, fabriek of soort gelijke instelling kunnen worden be zet, waarbij gelijk B. en YV. van Haarlem aan hei slot van hun adres zelf aannemen terrein voor woonruim te zou zijn ie bestemmen. Ook is aan nemelijk, dat langs de kanten van het Zuider-Spaaizie de villa-bouw zich blijft ontwikkelen. Maar dal ónze gemeente daarmede iets te maken heeft, zal elk d:e dc kaart raadpleegt, omkenneu. Het volgende hoofdstuk behandelt de lasten voor Haarlem voortspruitende uit de toestanden waarover B. en W. klagen.- Herhaald wordt, dat men heeft betoogd dat Haar lem met de omliggende gemeenten één complex vormt. Inderdaad, men heeft het wel betoogd maar niet bewezen, zelfs niet aannemelijk gemaakt. Wat bloemendaal betreft wordt dan in dit verband gewezen op de ziekenverzor ging en het onderwijs. Van onze ge meente uit wordt in den vorm van con- iributie's ne steunpenningeii aan Iiaar- lemsche zïekeninrichiingen jaarlijks en bij bijzondere gelegenheden veel be-i taald en geenszins alleen door hen, die van die ziekenhuizen gebruik ma ken. Het is de vraag of Haarlem zon der deze geregelde hulp en zonder de betalende patiënten uit onze plaats haar ziekenhuizen zou kunnen houden op dc hoogte van den tijd. Maar a elk verband houdt dir en hei feit, dat vau de ziekenhuizen ook door personen uit onze gemeente gebruik gemaakt woidt, met grenswijziging.' Moet Leiden, welks 'ziekenhuis patiënten trekt uit heel westelijk Nederland, zijn grenzen daarvoor uitbreiden? Heeft Amster dam niet een Boerhavc-kiinick, die pa- lieinen aantrekt uit het gchccle land? Dacht de gemeente Utrecht destijds aan grenswijziging, toen prof. Don- trcis, dc beroemde oogarts, van overal lieden daarheen trok die er somtijds maanden moesten blijven? En welk een verspilling van geld en krachten ware het, indien onze gemeente zelf op gepaste schaal een eigen ziekenhuis in richtte? De-praktijk elders wijst uit, dat kleine zlekeninrichtingen in gevallen van onverwachten nood hulpdiensten I kunnen verrichten, maar niet kunnen voorzien in de geregelde medische be hoeften van den modernen tijd. Wat het ouderwijs betreft, is de grief van Haarlem, dat kindercu van builen bare scholen bezoeken. Het is algemeen be kend, dat Haarlem van oudsher dat be zoek heeft aangemoedigd en bevor derd, niet het minst omdat hel van hen een hooger schoolgeld ontvangt (voor het lager onderwijs anderhalf maal het gewone schoolgeld, voor alle M. O. T roo.per leerling boven het gewone schooigcld). Kwam Haarlem hiermee te kort, dan zou liet de bijdragen per leer ling van buiten te laag hebben geschat en hebben te verhoogeu. Bleef deze ver hooging binnen redelijke greü*, dan zou ze gaarne worden betaald (Haarlem heeft daarvoor aan Bloemendaal nooit meer gcvxaagdl). Reeds bestaat wat het Lager- cn het M. U. L.-onderwijs, zoo wel het openbare als het bijzondere, be treft, sedert jaren iusschen onze ge meente en Haarlem een wedstrijd wie het beste leveren zal. Tal van kinderen uit Haarlem bezoeken met opoffering van reis- en verblijfkosten en tijdver zuim onze landelijk gelegen scholen. Zou dit een motief ziju om ouze gien-j zen over de gemeente Haarlem uit te breiden? Wat het M. O. betrclt, «geldt met kleine wijzigingen hetzelfde. De school op 't lvopje wordt doo: tal van Haarlemsche leerlingen bezocht. Door of van Bloemendaal uit woidt zonder aanmerking betaald wat dooi Haar lem wordt gevraagd. Haarlem trok M. O.-leerlingen van buiten opzettelijk aan, maar nimmer heeft dit to: eenige economische of administraiief-rechiehj- kc wanverhouding geleid. He: is dus weer geheel onjuist als B. en \Y. vau Haarlem ook in dit geval beweren dat de lasten alleen op llaarlein blijven drukken, zonder dat door de omliggen de gemeenten eene eeuigszins Belang rijke "bijdrage wordt gegeven. Die ge in eenten bebbcn, althans Bloemendaal beeft steeds elke, al dan niet belang- njke, bijdrage gegeven, welke ge vraagd is en binnen ledelijkc grenzen zal Bloemendaal dit blijven doen, of onze gemeente zal zich zelve helpen. Dat Haarlem, om dil laatste te voor komen, zich nu weer een nieuwe H. B. S. denkt aan de Klcverlaart, komt voor hare rekeningdoor ods is dit niet gevraagd. Omtrent evcntueelc verhoo- ging van de bijdragen uit Bloemendaal is door het gemeentebestuur van Haar lem zelfs nooit cenig overleg met ons aangevraagd. Ten aanzien vaa een volgend punt, bet laboratorium voor pathologische bacteriologie en den ge- meenschappelijken keuringsdienst, voe ren B. en W. van Haarlem soortgelijke onjuiste beweringen aan. Van de eer ste regeling dienaangaande af heeft als grondslag gegolden, dat Haaiieui vol komen gedefrayeerd zou worden voor de meerdere kosten welke zij nad we gens deelneming in ei-nigerlci vorur van omliggende gemeenten. Deze .heb ben, althans Bloemendaal heef: zich steeds te goeder trouw en volledig aan dtea grondslag gehouden. Toch breng: men den ausgenoemden „gcmcenschap- pelijken keuringsdienst", die op verzoek en vooral in het belang van Haarlem zelf in het leven is geroepen, bij om den indruk to vestigen dal Haarlem voor een onevenredig deel der kosten daarvan heeft op te komenj En hoe luidt Haarlem's argument, nadat het toegegeven heeft dat „alleen tus- schcntüdscho toeneming van kosten voor Haarlem's rekening zou komen?" Dat de loopende oveiceukomst geldt toi en met 3t December 1921,..— „tot zoo lang is het dus praktisch onmogelijk wijziging daarin te Brengen:" Kan hei onjuister worden uitgedrukt? Overleg omtrent verandering der overeenkomst is ons niet gevraagd ware zij gevraagd, elke redelijke ver hooging der bijdiage zou zijn toege zegd. Maar dit nog daargelaten- He; bestaan der overeenkomst zou alleen een juridïschen, geen practi- schen hinderpaal vormen.- Maar is een juridische hinderpaal door de praktijk ecner nieuwe overeenkomst 1 niet terstond te verwijderen? Onjuist is ook, wat ons betreft, geljjk B. cn YV. van Haarlem schrijven, dat het „moeite heeft gekost om voor het tol stand komen der geldende regeling overeenstemming te verkrijgen tusschen de besturen, d. z. de college's van 3. en en do raden." Van onze zijde is aan die regeling zoo vlot mogelijk me degewerkt. Door het toenmalige be stuur van llaarlein evengoed als door ons is vóoropgesteid dat door over eenkomsten der betrokken gemeenten I in deze streek het algemeen belang doel treffend te bevorderen is en daarna is uren op aangename en tegemoetkomen de wijze het zeer gemakkelijk met elkaar eens geworden. Het toen daar in bereikte resultaat, waarvan Haarlem in de eerste plaats de vruch.ea heeft getrokken, en uog trekt, geeft den weg aan waarop Haarlem met Bloemendaal alle gemeenschappelijke belangen kon en nog kan regelen. En waaneer thans B. en YV. dier gemeente stellen het niet twijfelachtig te achten, da- „bij elke wijziging" der overeenkomst, „die overeenstemming niet dan met de al lergrootste moeite te >'erknjgcn zou zijn", dan is dit, althans wat vnze ge meente betreft, niet anders dan een phrase. Het voorlaatste hoofdstuk luidt „De toekomst van Haarlem". Onder dezen titel heeft zijn gemeen tebestuur reeds menig schoon lied ge zongen. Al die schoone muziek heeft echter niet kunnen verhinderen, dat de aantrekkelijkheid van Haarlem, verge leken bij die der omliggende gemeen ten, voor zoover die blijkt uit den be volkingsaanwas over de laatste rS ja ren, rich ongeveer verhoudt als 1 tot 10. De redeu daarvan is niet ver te zoeken. Haarlem, dat destijds naliet zich1 door aankoop van het buitengoed 't Klooster, de macht te verzekeren over hei tegenwoordig Nieuw-Schoteu dat door den aanleg zijner begraafplaats de ontwikkeling in Noordelijke- richting heeft beletdat den aanleg van de ver bindingen tusschen Wilheiminastraat en Heerenweg overliet aan het particulier initiatief of het toeval; Haarlem, dat zich niet tijdig verzekerde van de gron den dcsLijds behoorende aan liet St. Elisabeth's-gasthuis dat zich zelfs nog onlangs de uitgestrekte bouwterreinen tusschen Kloppersingel en Spaarne liet ontgaanHaarlem, dat zich een vaste h#ug over het Spaarne en een uiters'. kleine spoorweghaven aan den verkeer den kant der stad liet opdringen, Haar- icm heeft steeds in werkelijkheid de schoonste kansen op betere siiuecring, betere indceling en inrichting laten vooibijgaan. Wie waarborgt nu iets; omtrent toekomstplannen? De conclusie van SS. etsW. van Ülosmendaal. B. en YV. concludeeren „YVij weigeren vooralsnog te geloo- ven aan de mogelijkheid dat de hoogerc autoriteiten, voor zoover ze goed zrjn| ingelicht omtrent het heden en verle den dezer streek, Haarlem terwille zul len zijn, wat Bloemendaal betreft. Geen enkel argument voor" grenswijziging te onzen koste heeft hout gesneden. Neen, sterker; de eenige drijfveer van Haar-| iem benadering van de penningen j onzer belastingplichtigen heeft hei nimmer openlijk ook maar getracht door één argument te dekken. Dit kon ook niet. YVant zoowel de leer als: de praktijk van dc gemeentewet zou zich daartegenover stellen! En op die zelfde wet beroept men zich. Wij eindi gen. Tegen de wel, tegen de rede, te gen de geschiedkundige ontwikkeling van deze streek, tegen den wil vavr onze bevolking, in tal van opzichten tegen een goede orde van zaken, is wat Haar lem met ons voorheeft. Zwak staan zijn redeneeringen. Sterk staat zijn wil van ons te nemen, wat het wettelijk niet krijgen kan. Daartegen even onverzettelijk op te komen- blijft onze plicht." Begrafenis W. Blanke voort Czn. In tegenwoordigheid van een zeer «root aanla: belangstellenden liad Vrijdagmiddag op de Begraafplaats „Westerveld" de teraardebestelling piaats vau het s.oflelijk overschot van wijicn <Len Beer W. Biankevoort Czu- m leven aannemer hier ter stede. Voordat <li' kist. die door tal vaat kransen en bloemstukken gedekt was, grafwaarts werd gedragen, brachten verschillende aanwezigen den overle dene een isals'.en groet. Het eerst Rad naar voren de beer Van Hattuin, von Beverwijk, compag non van wijlen don heer Blankevoort. Geroerd gewaagd© spreker ervan, hoe hij jarenlang met den overledene had samengewerkt in de beste Bsrmo uie; hij roemde diens onderneming? geest on werkiust. Gij eischtet wei nig voor u zelf, vervolgde spr., gij vond [uw geluk in uw gezin. Moge uw eehtgenootc nu troost vinden in <B> lief de van haar kinderen en kleiukinde ren. Zij, die met u gewerkt hebben, hebben uw plichtsgevoel en uw waar hc-idsliefde leeren waardeeren en voor deel kunnoiL trekken uit uw rijpe ©r variug. Een an de meest hoogstaande en 6ympatiekste figuren is met ut! heengegaan. Rust thans in vrede, na uw welB&ritcd, rijk leven, eindigde de' heer Van Tkdtum. Do hear B. van Bork, van Bloemen daal, oveneens diep onder den indruk, èprak daarna als vriend van den overledene, dien hij prees als een hoogstaand, hegaafd, rechtschapen jman, een ede! en trouw vriend, op wieiifi karakter men bouwen kon als op een rots. Spr. gedacht het gastvrij vriendelijk tehuis van den overledene, .dort 'tehuis, waar hij zich zoo geluk kig, zoo dankbaar kon gevoelen in den familiekring Nog onlangs had hij tot 3ijn vrouw gezegd: „Wat zijn wij ioch gelukkigl Wat hebben wij toch veel redon tot dankbaarheid!"- Voorta wijdde deze spr. uit over de zopgen, cüe dé overledene steecfe voor zijn kinderen had, wien hij den goe dem weg gewezen hooft. „Met u voor oogen". alldus spr., „kunnen zij niet anders dan dien goeden weg blijven gaan! Lieve vriend, vaarwel, wij zul ten u nooit vergelen 1 God geve, dat wij elkaar weerzien." De heer P. Blankevoort, van Bloe imendaa!. bracht daarna z!jn broeder ©en lautsten groet: „Gij hebt nacht en dag gewerkt, beslc Wï'iem. gij heb- meer gedaan dan noodig was, mis schien te veel! Rust in vrede!" Namens zichzelf en ook voor het personeel der firma Van Hattum en Blankevoort voerde daarna Ir. Te', dors het woord .Spr. roemdo de be kwaamheid van den heer Blankevoort, zijn helder inzicht in zaken, zijn hno ge beginselen. Men leerde van ieder gesprek, dat men met hem voerde, ï-iefde en eerbied gevoeld© het geheele cersoneel voor hem, van hoog tot laag. Sieorls nas hij bereid te steunen en raad te geven, wanneer er een beroep p hem werd gedaan. Tenslotte wees spr. er op, dat iemand, aan wiens graf zoovezl droefheid heerscht, niet tevei-geefs geleefd beeft. Ook de heer Uytenlioudt, uit Schel lingweude, sprak toen namens het personeel nog een woord van dank cn afsche'.j. ,Gij rust thans van uw ur beid. Yrind vrede en rust bij God!" Ds. I*. E. Barbas sioot de rij van sprekers. Hel had hem getroffen, dm róóvelen hun arbeid hadden geslaakt, om den overledene een laatsteu groei te brengen en een wijle op dezen alt ker der docden stil te staan. Wat zou 1 iet den ontslapene goed gedaan heb hen, als hij die woorden van liefde en toewijding, die gesproken zij", had .kunnen hooren! Maar ook bij zijn !e ven heeft-het hem niet ontbroken aan waardec.ing en vriendschap. Daar spreekt thans een stemme tolt1 ons, vervolgde gpr.: „Het is der. meneji gezet te sterven".Dit opgenblik wordt ons de vergankelijkheid gep-e dikt. Maar moge het ons tot troost strekken, da: het graf het laatst© woord, niet heeft: de ziel gaat naar God! Tot de familie richtte spr. ver volgens, wootden van troost en dee'.no ming. Hierna ging Ds. Barbas voor ut gebed. Daarna werd de kist grafwaarts ge dragen. Nadat de kist was aede.ge klald, dankte de tweede zoon van den overledene. Ir. C. Blankevoort, 00, ramens zijn moeder, voor de laatVo tor, aan zijn vader bewezen. Onder de aanwezigen waren ver tegenwoordigers van den Aannemert Lond en de Patroon6vereeniging, van ue besturen van den polder Water tand en den Provincialen Waterstaat en afgjvaardigden van het personeel. Land- en Tninhonw PHOSPHORIETMEEL. lloe kj> men we aan ouzo pliosphorzuurmeat- sLof? Is een vraag Ore honderüeu landbouwers ztcii thans met bezorgu- I101U stellen. Er is geen geregelde en voldoende toevoer van iltomossiak- kunmeel en evenmin van de gronu- bloften voor de bereiding" van super- phosjihaat om in de phosphorzuurtie- noefte van den landbouw u- voorzien, up lai van boeruerijen heerscirl pnos pnorzuumeod. ueen wonder, dat men met belangstelling keiuys 11am van de berichten uit liet Oostelijk deel vaat Twente, dat daar, in de huurt, van Gotmarsum, phosphatan ontdekt wa ren. De heer H. Lindeman te Utrecht schreef hierover onlangs in „de VA ia- post' o.m.: „De eerste berichten datearen vari deu voorzomer 1918. En sedert dien tijd is er daax in Twente met groote energie gewerkt. Verscliillenoe fir ma s en ook enkele landbouw-coöpe- raties hebben zich op het winnen de- zér pliosphaten, phosphorieton gehee ten, toegelegd. De voornaamste firma, welke z.ch thans nog met de exploi tatie bezig houdt en voor het malen rle.r pliosphaten een groote fabriek, van de nieuwste hulpmiddelen voor- z.en, ireeft ingericnt te Ooimsrsum, is «ie firma vaii \;i ia teren en Siboema ker to Deventer, ik heb tltze fi-bz3«a en ook de anoerc werken uezer firma eenige malen bezocht en kan uiet na laten, haar te uezer pla>.tse een e ere saluut te brengen voor haar dun en organ.saueiaie.'it. Ook de Vereentgde Gliermsriie Fabrieken houden zich, zij het op minder uitgebreide schaal, mat no exploitatie dar pliospharieien bezig". De haar Lindeman geelt verder een overzicht van de publicatie van het Proefstation ie Maastricht omtrent iiet resultaat van hat onderzoek ge daan door de lieeren Dr. D. Knuttel en M. J. van '1 Ivruys. Wij stippen ar het voornaamste uit aan. „Of pliosphorietmeel werkelijk als meststof toekomst heeft, zal slechts kunnen blijken uit zoigvuldig en on der deskundige leiding genomen proe ven'". 1-Iet is dan'ook niet de bedoeling der onderzoekers om over die bemestings- waarde een definitief oordeel uit te spreken. Het zijn slechts beschouwin gen aan de hand van in het laborato rium verkregen resultaten. Bij de oplossing van het in den bo dem aanwezige of daarin gebrachte phosphorzuur speelt 't koolzuur een zeer belangrijke rol. Het gehalte "aan koolzuur van den grond hangt grooten- deels af van het gehalte aan organi sche stoffen,welke zich daarin bevin den eu van de snelheid, waa.ur.ede de ze vergaan. Behalve door hel kool zuurhoudend bodemwater, wordt dc op lossing van het plantenvoedsel in den bodem ook nog door andere oorzaken Ibevorderd, o.a. door verschillende om zettingen in den bodem. In het hier bedoelde verslag wordt ook gewezen op den gunstigen invloed, welke zwavel zure ammoniak cn de meeste kalizou- ten 'op de werking van een natuurlijk pkosphaat uitoefenen, indien dit ge lijktijdig daarmede toegediend wordt. Nagegaan werd nu aan dit proef station, boe phosphorictmeel zich ge draagt ten opzichte van koolzuurhou dend water. Daarbij werd uitgegaan van drie monsters, welke respectieve lijk bevatten 8.07, 13.13 cn 10.20 pCt. phosphorzuuTs Tegelijk met deze drie monsters werd een monster Algiersphosphaat op de- zeifde wijze behandeld. De keuze viel voor deze vergelijking op Algiersphos phaat, omdat hiermee reeds talrijke practische proefnemingen zijn gedaan, welke hebben aangetoond, dat dit phos- phaat tot de miust moeilijk oplosbare natuurlijke phósphaten behoort. De conclusies van de onderzoekers zijn de volgende Het phosphorzuür uit phosphoriet- meel lost minder gemakkelijk op in koolzuurhoudend water dan dat uit Al- giersph sph:ut. Aan de hand van de gevonden cijfers zcu men een verhou ding kunnen vaststellen van 7 10. In hoeverre deze verhouding overeenkomt met de wérkelijke opneembaarheid zal in de practijk moeten blijken. De iets geringere op.'or"d van het phos- phorieimccl uit Twente, ten opzichto van Algiersphosph.-?t, ral meer aan tien physischen lo v„i--r dan aan de scheikundige samens:r.liing er van moe ten worden toegt-sclutven. Een voor deel van het phosph rl imeel is dat het slechts weinig koolzure kalk bevat. Hierin onderscheidt het zich gunstig van tal van andere natuurlijke phósphaten, welker gebruik op grond van het zeer belangrijk gehalte aau koolzure kalk* ontraden moet worden, ofscl uu ze een veel hooger gehalte aan pherphorzuur hebben. Bij goede reiniging der Twentsche phoephaten voor het malen, mag aan genomen worden, dat ze mim'.ens 12 pCt. in mineraalzuur oplosbaar phos- plxorzuur bevatten, van wolx gehalte in den regel 40 4 50 pCt. oplosbaar 13 en een tweede precentige waterige op lossing van citroenzuur. De phospho- rieten moeten tot voldoende fijnheid vermalen worden." Tot zoover de meergenoen 0 on derzoekers. De heer Lindeman zegt terecht, dat wij ons over de resultaten van het onderzoek mogen verheugen. In het feit, dat practisch gesproken, ai het Ln do phosphorieten aanwezige phos- phorzuur oplosbaar is in kot'/uur- houden d water, hebben wij een be langrijke aanwijzing, da! deze mesi- stof in de practiik goede ree:Jfaten kan geven. Een belangrijke aanwij-- zing, doch meer ook niet. Indien men, zoo als het met mij bot geval is zegt dc heer L. lange jaren ae leiding had bij .practische bcmestings- proeven, weet men te zeer, hoe \vein:g meer dan eens het practische resultaat in overeenstemming kan zijn met net theoretisch veronderstelde, of op grond van laboratoriumwerk verwach te resultaten. De waarde eer.er mest stof voor de praktijk kan slechts door de praktijk worden bepaald! Doen niet door den eersten den besten practischen landbouwer. Er d eneu, zooals de genoemde onderzoakers zelf ook zeggen, nauwkeurige proeven on der deskundig toezicht genomen to worden. De heer Lindeman houdt zich aanbevolen voor mededeel in g tier resultaten. Ook zal hij gaarne, voor zoover mogelijk, de proefvelden m oogenschouw komen nemen. VEREEN1GÏNG ..LANDBOUW- OPVOEDING". „Landbouw-Opvoeding moet één woord zijn." Nooit van gehoord wellicht, lezer? Laat mij U dan in enkele regelen iets v3n deze nuttige stichting vertel len. 7.e is. waard om zich zeif, maar ook het belang van den landbouw is er bii betrokken. Artt. 1 en 2 van de statuten der cer- eenicin? kunnen U reeds inlichten. Zij hriden: I>e yereeniging draagt, den naam van „Landbouwopvoedrng" is geves tigd te Utrecht en stelt zioh ten doei: om minderjarige niel meer leerplichti ge jongens, bij voorkeur ouder dan 10 jaar, die ter beschikking der Re- ge erin g zijn gesteld, over wie haar ae voogdij is opgedragen of die haar ove rigens, zijn toevertrouwd, duurzaam te verzorgen on op te voeden, door: a. opleiding te geven, bij voorkeur in land- en daarmede samenbsngen- den vakarbeid; b. na volloo.ing der opvoeding be hulpzaam te zijn bij het zoeken van eene maatschappelijke stelling, zoo wel binnen, als buitenlands. Zij traejjt dit doel te bereiken: a door aankoop, ontginning en daarna bebouwing van woeste gron den, waarop ges' ichten te plaatsen; b. door uitzending van haar ver pleegden in de zomerma-nden onder deskundige leiding, ter bearbeiding van gronden niet aan de Vereemiging toebehoorende; c. door uitbcs. ng in gezinnen van (!.-■ arvoor ge=ch;,-t geachte ver pleegden; d. door het geven van herhaling»- ondrrwijs, alsmede vu theoretisch cn practisch ondérwüs in de artikel 1 sub a genoemde vakken. De Vereeniging is neutraal. In da stichting, welke staat op de Nijikerk- sche heide, wordt het godsdienston derwijs gegeven overeenkomslig ce leerstellinceiigezjidte. wsar'o" de jongens behooren. Het doel der vereeniging ie dus al lereerst een werk der barmhartigheid: het opvoeden van verwilderde jon gens, d e anders in hot maatschappe lijk leven licht schipbreuk zouden Bi don. Zii wil het verlorene en afgedre- vene redden. Maar door er jongens op Ie leiden tob boerenknechts, wil zij tevens, al is hef. dan ook in beschei den mate, mede helpen om te voor zien in de behoefte aan arbeidskrach ten op het platteland. De directeur der stichting te Appel bij Nijkerk, wiensfc laatste Jaarver slag ons ter kennismaking werd toege zonden, is blijkbaar» een man, die hart heeft voor den boerenstand en voor hel boerenbedrijf. In dat jaarver slag haal! hij aan het, waardeerende woord van e-en vroegeren Duitschen Minister van FinanciêD: „Het eelt m de handen van duf, boer is ons even lief als de ibrvls op het voorhoofd van den g* loerde", en staat d^ji oven stil bij dc vraag: „Ie voor onze jon gens een opleiding m bet landbouw bedrijf heilzaam Die vraag beant woordt hij volmondig met „ja". Het werd; op hot land leidt de verwaarloos de jeugd bot verheffing. De jongens krijgen liefde voor veel in de Natuur, waaraan zij vroeger als hun vreemd voorbij liepen. De pupillen der stich ting genieten thans "van een mooi ko ren- en grasveldvan een goed ge ëgaliseerd stuk land; zij kunnen nu uit ondervinding do moeite en arbeid waardeeren, aan dat werk besteed. Zij genieten van goed groeiend vee, van mooie koeien enz enz. Zij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 14