Haarlems üml
Nttuwe tüaeii, nieuw
gelaiü.
Ingezonden
Gemsngii ftieuws
L-'eiallJleton
De Laciiende Cavalier
VIAUVDE BLAD.
Zaterdag 29 November 1919
KINDERRECHTERS.
Heeft u wel eens gehoord van den
benoemden Amerikaanschan Kinder
rechter Lindsey, den man, die een bij
na ongeloof ei ijken invloed op de mis
dadige kinderen heeft?
Hij was een paar jaar geleden als
Kd van de z e. Ford Expeditie in
Europa en sprak toen te Amsterdam
over zijn ervaringen met zijn „Chil
dren Court" in Denver.
Stelt u non eris voor, dat liicr een
jeugdige boef voor de rechtbank
toni!., hij staat als zeer gevaarlijk
bekend en is dienovereenkomstig
zwaar geboeid. De president, beveelt
echter dadelijk den veldwachter, die
hem binnen brengt, den iongen de
boeien af te doen en zelf weg te gaan:
de man die de welluidende titel van
„gewapende dienaar van de openba
re macht" draagt, voldoet schroom
val lil' aan dit bevel, maar waar
schuwt den President dat de jongen
hoélemaal niet te vertrouwen is en
zon uit het. raam kan ontvluchten.
lb- president laai nu den veldwnch
f- in il zijn waardigheid en veroni.
Wiuirdiging weggaan en zegt: „,'fon-
"gen. heb jij gehoord, wat die veld
wachter zeiDat ie niei te -.'ertroii
wen was. Tk geloof het niet." Hij loopl
naar het raam, schuift het hoog om
hoog en zegt- ,,als ie denkt dat het
eerliiik en goed is om weg te loopen,
terwiil H< getrach' bob ie lp helpen,
doe het dan."
De ion ge boef kruipl naur liet raain
toehet. is een angstig oogenblik,
maar mol een slag schuift do jongen
plotseling het raam neer en zegt
„Meneer, niemand heef! ,ne ooit te
voren vertrouwd of eerlijk behandeld.
Tk \v'l die sme's e»--- lakker onge-
liik geven."
F.cn "i* duizend -n een
iwoh' Neen alleen gebeurde het
riet :n een Nedertandsebe rechtszaal,
ji« aan de deur een z- beime auer
v rdoron <te deurwaarder mei een
groot ambtslint, op het podium alie
maal heeren met togaV en heffer-,
ernstige on g gezichten, biil
len, vijf in getal, van links naar
rechts: een officier van justitie, ee
rechter. de president, een rechter t
een gr'f fier. En dat in een gioo
za I achter een groene, brecde tafel»
vol stapels papier, een duffe men
Bchenlncht
Neen - bet gebeuide niet in cc;
Nederlftndscke Rechtszaal, maar \v>'
fn bet chiMren court fde kirrderfewit-
bankl van rechter Lindsev. In Arno
rik a b«s land der onbegrensde mo
ge'i'kheden.
F.n laten wij er dan nog aan foevoc
gen. dat- diezelfde jrmgr-n, na oen
lang onderhoud met rechter Lindöcv.
'b nacht alleen onbegeleid naar do.
gevangenis terug ging. De portier, die
hem •"■'eed, dacht een geest, te
zien.
II er v 'undo hebben we nog geen
kinderrechters We hebben alleen in
IJXfi dc kinderwetten g'kregon, die
do behandeling van de jeugdige inis-
d'digers al heelemaal veranderd heb
ben doordat aparte straffen voor hen
werden ingevoerd en doordat ook al
leen een opvöedingsmaatregel legen
hen crenomen kon worden. Maar apar
te kinderrechters kregen we niet, de
kinderzaken worden oo d? aow-.ne
strafzitting gehouden. Alleen wordt
de openbaarheid bii kinderzaken op
geheven en moeten ouden? en voogden'
en kunnen onderwózers enz. worden
op"roepen om nree te komc'i.
Hot buitenland is echter veel vei de.
gegaan en zoo hebben we bet eeret in
Amerika en later ook in België, En
geland en Hongarije reedt, sinds jaren
aparte kinderrechtbanken. Lïtweiding
daarover zou hier minder op naar
laats zijn. De regeling is in al die
nden nog erg verschillend: m het
een heeft men het O. M. er. den ver
dediger ook in kinderzaken gehouden,
in het andere niet; hier heeft men drie
rechters, daar maar een Mieenspte-
kende, enz.
Maar het beginsel Is 0 e:oL iteli.k;
de jeugdmisdadigheid worlt— de 'ta-
tistiek leert het door de tegenwoor
dige straffen en het. tegenwoordigs
strafproces niet voldoen la tegenge
gaan, de kindernaluur is heel iets
anders dan een groote mensehonna
tuur, een straf of maatregel moei ge
nomen worden in overe uisiemmin-ï
met de natuur van den dader; dus
geen deftig groote-meuschengodoe en
we] zooveel mogelijk peisoou.ijk con
tact tusscben delinquent en rechter!
Ons land is in de toepassing van dit
beginsel ver ten achter gebleven. De
nieuwe tijd moet dien achterstand
onherroepelijk inhalen. Wel heeft, de
Amaterdamsche rechtbank een aparte'
korner voor kinderzaken gevormd,
zoodat daarin zittende rechters zich
speciaal op studie dor kindercrimino-
liteit, kunnen toeleggen. Maar dezelfde
vormen, dezelfde omgeving zijn ach
ter gebleven.
Vanwaar die achterstand Gebrek
aan sympathie? Het te niet aanneme
lijk, in de litteratuur worden haast
geen bezwaren geopperd, de lcJ.lers
van ons strafstelsel z'jn er allen
vlak voor, de Juristenvereeniging in
1917 ook. Of za! het antwoord zijn;
Sympathie is goedkoop, maar gela is
duur? Finantleele bezwaren aus.
Maar och, dat koet alteen een paar
nieuwe rechtere en ambtenaren. De
trage gang van onze wetgeving dan?
Zeker zal die schuld bebl en. die heeft
al zoo veel op haar geweten.
Ons dunkt, de achterstand is nog
het best te verklaren uit een overbe-
kende trek uil ons volkskarakter def
tigheldLet wel, een word dat .n
geen enkele taal behoorlijk te ver la
ren is. De deftigheid verzet zich hier
te lande zoowel tegen de afschaffing
van de geheime diplomatie tegen de
afschaffing van al die s'hootie titels
van groot edelachtbare, via heng ede!-
gestre-nge lol weledereetoren en vice
versa, als tegen de instelling \an een
rechtbank die zoo heeiemaii geen def
tig cachet meer zou dragen.
Maar alle gekheid op een stokje
de voordeelen van de kiptterreeht-
banken zijn zoo groot en springen in
dezen tijd van schrikbarend locne-
mende criminaliteit zoover in hei cog,
dot. hef Ministerie va:i Justitie op d-n
duur niot meer zal kunnen weigeren
om haar organisatietalent dat te
"enwoordig gelukkig een stijgende
lijn toont in dienst van deze her
vo-ming te stellen.
De voordeden? In plaats van de
tegenwoordige behandeling, waarbij
een kind van b.v. 13 jaar dat nog
nooit ..in de stad" i. geweest, dat
nog nooit 'n echten heer (behalve den
schoolmeester) heeft gesproken, plot
seling voor een vijftal heeren wordt
neorgezet, en waar liet natuui 1 ijk
trecn mond open doet komt, hef
kind in een gewone kamer en word!
-tear een tiidje aan de praat goh ouden
door een heer, in gewon-5 kleedij, die
gewoon is met kindaren om ie gaan,
en met wïen hij zich vrij gauw cp zijn
gemak voelt.
In plaats dat het O. M. een straf
.requireert". praat de kinderrechter
eens kalm met zijn pateen' en over
wet rustig na naar alle 'kanten ?e-
informeerd to hebben over zijn om
si.indidioden, karakter en opvoeding
welke maatregel hi] voor dU kind
ral. nemen
Niot zal pas over est maand na het.
"-■-nleegde feit. als de herinnering
dus ook het schuldbewuste""
verflauwd is. de jonge boef in de
rechtszan1 komen, waar hü allicht
meer belangstelling za! hebben voor
dc omgeving, dan voor het feit zelf --
maar de politieagent, d'e hom betropl-
hrcugt hem dadelijk voor den kinder
rechter, in een kamer met licht en
lucht, mei weinig paperassen en \oe-
ware kinderliefde, nog v ere eh under
-len indruk van wat hij juist gedaart
heeft
Ileel anders dan tegenwoordig nog
bij al te veel rechtbanken, zal tr een
'illeniauwst. contact bestaan tusschen
de particuliere personen -5n vcreeni-
gingen, die zich voor 'rinderzorg irite-
resseerem en den Kinderrechter.
En vooral zal niet meer de rechter
na uitspraak van 't vonnis de zaak
ambtshalve moeten vergeten en nooit
meer iets van de uilwerking van zijn
eigen uitspraak hooren.
Zóp zijn de voordeelen groot. F.n dc
bezwaren gering; ze zullen nog het
sterkst van juridische zijde komen,
waar men over al de grondwe'teli.ike
cn wettelijke meer of minder deftige
of geleerde waarborgen, waarmee on
ze rechtspraak i8 versierd, maar met
zoo licht zal kunnen heenstappen. Be
zwaren ook van moeilijke keuze van
dien modernen kinderrechter,- van
vrees voor te veTge-ireven sentimen-
Mli-teit e. d. Maar tegen tie kern kun-
nen ze toch niets aanvoeren 1
We verbeelden ons heelemaal niet dat
met een stel goede kinderweteen,
met een corps goede kinderrechtere,
met een voldoende samenwerking met
het- particuliere initiatief de zaak
dadelijk gezond en de kindercrimina-
litei' bezworen zal zi'n. Neen, nicar
als de heele onvoedingsr-oiitick van
onze gemeenschap op hechter basis
zal zijn, wanneer door sport en spel
de Ln'erne tucht wordt aangekweekt.
>-n uitbreiding van den leerplicht de
kinderen vr.n de straat zal houden,
zal er heel, heel veel aan die ontzet
tende jeugdcriminaliteit te doen zijn.
Maarzie jedie oud-vader-
landsche deftigheidzal die de
frissche geur in de rechtzaal ook niet
tegen- en de ramen dichthouden
De ramen openGeef het kind den
rechter die het toekomt!
Mr. W. R. EMMEN RIEDEL.
N.B. Naar latere berichten te oor
deel en heeft do Minister van Justitie
de instelling van KindeiTechtbanken
in overweging genomen.
llulde
Kareltje
(Een Sint-Nico'.;
door
SIMON MOS.
ïlling)
Het was een aardig ventje.
Tenminste daarvoor ging hl] docr
bij zijn oudere, maar vooral bii de
tante-s en nichtjes. De aantrakk.dijk-
heid zat hem niet zoo zeer in tie coi -
rectheid en beleefdheid van het ventje,
maar voornamelijk In z'n lief gezicht-
'je. Alles was zoo leuk, zoo popperig
en meisjesachtig in z'n klein hakkesjc;
hij had zoo'n alleraardigsten hl or don
krullebol; hij kon kon zoo vreerelijk
wijs babbelen met z'n lief, ienvat
brauvverig stemmetje en zoo allerkt-d
digst wat vragen, dat niemand tem
iets kon weigeren en elk zich beijverde
"hem maar ter wille"te zijn.
Daar was Kareltje zich goed van
bewust en daarom had hij z! h die
zwakheden van ouders en familie uit
stekend ten nutte weten te maken en
had hij van lieverlede zijn wil weten
door te drijven, wanneer hij voor hel
een of ander zijn verlangen te kennen
«raf. Doordoor kon het we! niet an
ders of Kareltje werd heel spoedig
een erg verevend kindie, dat voor nn
dere personen, buiten 'le familie
staande, absoluut geen aantrekkelijk
heden bezat.
Toen hij een zekeren leeftijd lind
bereikt en onder anderen ook de
school mop?) bezoeken, bleek bet beel
moeill-tk hem weer in het rechte spoor
te leiden, het verzuimde in ie haten,
duar hij tal van onliebbslijkheJen
moest afloeren. Dat ging toon zeer
bezwaarlijk, want Kareltje wie; niet
alleen In hooge mate eigenzinnig,
maar wist, van enkele zaken door
dat zijn oudere die altijd hurlden Le
sproken, zonder op de aanwezigheid
van Kareltje te letten veel~in-er
dan andere kinderen op zijn leeftijd.
Hij! had in die jonge jaren op al zijn
naïeve vragen te. veel gedecideerde
antwoorden ontvangen, om zteh
voortaan met een kluitje in het liet
le laten sturen. Hij rustte nooit, ulvo
rens hij precies wist, hoe hij cv-r t'-'t
of dat geval moest oordeelen. Z In oor
luisterde scherp wanneer er niet op
hem werd gelet en hij bemerMe, da'
groote menschen onderwerpen behan
delden, die niet speciaal voor kinder
ooren waren bestemd. Daardoor had
hij een bijzonderen kijk op -te dingen',
en een vroeg-rijpe ontwikkeling, die
z'n normale opvoeding in de ;veg stond
Door die vroeg-wijsheid lende h:;
ook geen vrees voor legenden en ver
halen, waarvoor andere kinderen
soms angstig wegschuilen, denkende
den zwanen man of een spook hier of
daar te zullen ontmoeten.
Om Sint-Nicolaas bijvoorbeeld lach
te hij, dat hij schaterde. .Kom n.c
mei die malligheid niet aan boord",
proostte hij, „net alsof ik niet weet.
dat je ouders die geschenken koopen.
die ik, op 0 December in mijn Vcrije
vind. Hoe zou zoo'n ouwe inan over
de daken kunnen komen, met epn
paard nog wel en een zwarten knecht
A-bah! wat een kletskoek! Nee hoor.
daar weet ik alles van, Sinterklaas
bestaai niet en heeft nooit bestaan,
weet u 't nou!" besliste Kareltje.
Zoo naderde 5 December.
Kareltje had zijn ouders al gecom
mandeerd welke geschenken hij
wenechte to ontvangen. D i t begeerde
hij niet, maar dat moest hij hebben.
Zus en zoo moest gehandeld wor
den. Don goeden Sint zelf negeerde hij
totaal, hij verkoos hem niels te ver
zoeken, geen liedjes voor den kinder
vriend te zingen, hoewel hij er eenige
kende, zoo juist op school geleerd. Bii
liet zich niet intimideeren, noch door
Pieterman-knecht, die toch zoo zwart
als roei was, noch door den grooten
zak, waarin de ondeugende kinderen
worden gestept, om op de terugreis
naar Spanje te worden meegenomen.
Maar Kareltje's vader was van oor
deel, dat het toen welletjes was. D-
jongen werd onhandelbaar en ong -
zeggelijk, daar moest nu maar eens
een eind aan komen. En 'oen op een
avond Kareltje zich ter ruste had be
geven, na weer erg rumoerig en bru
taal te zijn geweest, opperde papa het
plan om hem op Sint-Nicolaasavond
eens een gevoelige les te geven.
Ik heb 'n idéé, zei hij tot zijn
vrouw, wij moeten op 5 December
Sint Nicola-as eens hier laten kernen
en Ear eitje eens geducht in de penarie
laten zitten. Zijn gedrag wordt zoo
onbetamelijk, dat hij ieder tot last
wordt. Hij is blijkbaar voor niemand
bevreesd,- maar dat wil ik 'm wel eens
afleeren.
Maar man! schrikte ma op, die
ln 'd« eerste plaats veel tft toegevend
voor Kareltje was geweest, Hoe wil
je dat doen?
Heel eenvoudig, antwoordde haar
man, Ik zaJ een compleet costuum
huren en verzoeken of Hannes op 5
December voor Shrt-Nicolaos wil fun-
geei'en.
Zou Hannes daar niet te ruw
voor zijn?
tk zal hem mijn instructies ge
ven, hoe hij moet handelen.
Ja, maar als Hannes hein maar
niet te grof aanpakt
Kom, dat zal zoo'n vaart niet
loopen.
Je weet, dat hij niet eterk ls,
spartelde mevrouw nog tegen; zij
had Kareltje altijd voor strenge Le
handeling bewaakt, ondèr het motief,
dot haar ventje zoo zwak cn teer
was.
Nee... van die behandeling zal-ie
heusch niet ziek worden. 't ls wer
kelijk voor z'n eigen bestwil.
Tenslotte gaf mevrouw, hoewel
schoorvoetend, haar toestemming.
Een costuum met bisschopsiaf en
mijteT werd tijdig gehuurd, benevens
de traditioneele groote witte fct-ard.
Om Kareltje te verschalken, was be
sloten, dat Hannes naar den cisch ge
grimeerd zou worden, daar 1 ij me!
,-en mombakkes voor het gelaat beslis!
fiasco zou maken. Hannes werd ter
dege op de hoogte gebracht en in ver
band mei zijn' niej gemakkelijke
ral, tal van bijzonderheden medege
deeld, betrekking habhend op bet da-
gelijksc.he leven vanKareltje.
Maar zal je hem heusch r.iet al
te hang maken? vroeg beverig me"
vrouw, die al weer spijt van de al faire
begon te krijgen.
Ken uwe bcgrijpc, zoo erg zal ik
't niet moake, troostte Hannes.
Maax toen hij door mijnheer uitge
leide w-ercl gedaan, zei die in de gang
tegen hem:
Je snapt wel, Hannes, dat 't Juisl
te doen is, om het jongemensch wat
vrees in te boezemen, dus maar niet
te zoetsappig, hoor!
Begrepen, meneerl Ik heb ter al
aJlcs van in de snoof... De jongeheer
is veuls te nerti^al!
Precies!... En dat moet hem wor
den afgeleerd.
Hannes was sedert jaren eon goede
knecht geweest in de zaak, die van
vader op zoon was overgegaan, maar
door een ongeval in de fabriek had
hij zijn pink van de linkerhand ge"
broken en door een verkeerde behan
deling was die pink steeds krom ge-
Weven, waardoor Hannes vu>r het
zware werk ongeschikt werd. 'lij was
echter in dienst der firma gebleven en
dood nu lichte karweitjes en boc-T-
schappen en was weldra iemand ge
worden, die.overal voor te g3bruiken
was.
Hij fungeerde zelfs zoo wat als huis
knecht im de familie en was wol eens
belast om Kareltje naar en van school
te geleiden, indien het weer wat
slecht, was.
Op Sim-NicOlaasavond was de fa
milie bijeeui in de gezellige hulska
mer. Ook een paar ongehuwde tantes
en nichtjes, die gewoonlijk dergelijke
feestjes meemaakten, waren aanwe
zig.
Het was bui tan flink vriezend en
ongemeen koud. zoo-dat de mo-lhge
warmte van den expresselijk goed
voorziene» haard, hoogst aangenaam
aandeed en het glas heete (unsch
met een warm gebakje zich uitmun-
lei d lieten smaken.
Mijnheer zat men een paar ken
nissen in gemakkelijke clubfauteuils
bij. den haard; de nichtjes musiceeren
wat bjj do piano en hielden de vroo
lijke stemming er in.
Kareltje had als gewoonlijk de be
langstelling van allen; hij werd door
de tantes met allerlei vragen lastig
gevallen, waarop hij weinig verkoos
te antwoorden. Over SL Nicolaas werd
echter niet gesproken, dat had mijn
heer verzocht ten einde Kareltje's
aandacht daarvan af te leiden, om
straks, bij het verschijnen van den
Sint, den indruk des te grooter te
maken. Pa wilde zijn zoontje ais het
ware plotseling overrompelen, om
eens te zien wat Kareltje dan wel
to zeggen.
Hannes was van alles ingelicht en
bereidde zich voor. door zich in een
zijkamertje te Weeden esi te grimee-
ren.
Het zal ongeveer tien uur zijn ge
weest, toen er een oorverdoovend la
waai o'n de gang hoorbaar werd, een
rommelend gestommel, gepaard met
luid brullende uitroepen, geslaakt als
door een fa.nalieken Indiër, die Amok
maakt. Hannes vatte zijn taaie klaar
blijkölijk zeer realistisch op.
De muziek en de gesprekken staak
ten onmiddellijk en aller oogen wa
ren gericht op de kamerdeur, die in
middels geopend was en waardoor
Sint Nicolaas, aflias Hannes, in groot
ornaat binnenkwam, ünder den lin
kerarm droeg bij een gi'ooten zak
waarin geschenken en in de rechter
hand lueld hij een zwaren ijzeren
ketting, waarmede hij aanhoudend
geweldig rinkelde.
De gasten keken met de grootste
verbazing naar dien levenraakenden
bisschop; mevrouw deinsde krijtbleek
terug; mijnheer haastic zich bij de
deur te komen en te fluisteren; ,,Niet
te véél herrie, Hannes!'' en Kareltje,
evenals sommige groote menschen.
welke zich aanvankelijk spottend over
een zeker gevaar uitlaten, hij het na
deren van dat gevaar zich ia-iï.órtig
terugtrekken, kroop subiet onder een
divan en was met geen mogelijkhedd
te bow eg on die verachte schuilplaats
te verlaten.
De opvoedkundige waard© van de
met zooveel zorg in scène gezette ver
tooning dreigde verloren te gaan,
waarneer niet met Kareltje onderhan
deld kon worden, dies trachtte Sint-
Nrcdlaas het ventje uit zijn verborgen
legemtee te lokken, door hem ietwat
humaner toe te spreken, waarbu
hij den ketting achter zich op "n stoei
dep on eer da
Kareltje! zei Hannes, die een onver-
vaSschte Amsterdammer was, kom
der moar erreissies van onder uit
Sinterklaas tk je.huisch geen kwoad
doen. hour!
Gelijkertijd diepte hij uit den groo
ten zak een muziektot op, een der ge
schenken, die Kareltje voor zich ge-
wenscht had. Dit hio'p!
Langznmerhand durfde het ventje
onder den divan uit te komen en gaf
toen, hoewel nog aarzelend en beve
rig, eten Sint be.eefd zijn rechterhand.
ZA je nou altijd doen walte je
ouwei's van je willen hebben, Koarei-
tje? informeerde Sint-Nicolaas verder
Ja... jawel!... Sint-Nicodaas
snikte hot lctnd, met diep betraande
oogen.
Goed zoo! zed Hamnes, da's braaf!
Dan krijg ie deuse mooie ellektrieke
Lrem Nou istle niet faan?
Jal knikte Kareltje, nog min of
meer wantrouwend.
Kè je ouk verssies, jongenheer?
vroeg de Sint.
Toe karei, zing er eens een voor
Sint-Nicolaas. moedigde vader aan,
blij dat alles zoo op rolletjes ging.
Kareltje begon met zwak, trilleng
stemmetje te zingen;
Zie de maan schijnt door de boomen
Makkers staakt uw wild geraas,
't Heerlijk avondje is gekomen.
Avondje van Sinl-Nictaas'
Na zijn oogen bij het zingen steeds
strak op Sint-Nicolaas gevestigd te
hebben hield hij bij dezen regel p'.oit
op nain zijn electrïsehe tram en ging
er me© naar een tafeltje ter zijde in
de kamer; stoorde zich verder noch
aan den Sint, noch aan het verdere
gezelschap en bleef met zijn tram
spelen.
Skij je der nou zou in eene uit?
vroeg Slnl-Nicolaas hour nou nog er
reissies, Koarellje!
Maar het ventje hborde niet en had
blijkbaar alleen aandacht voor zijn
speelgoed.
Kom nou nog erreis hierl hield
de Sint vol. Ik mot je nog meer vroa-
gen.
KaroUJe gaf geen enk ei teek en. dat
hij naar den goeden man geluisterd
had.
Ik hel nog meer kcdoos, ging de
brave bisschop voort, triomfantelijk
den zak omhoog houdend.
Leg ze dan maar op tafel, zei
Kareltje, die eensklaps weer actief
werd.
Wablief'? vroeg verbluft de vader
terwijl hij ndar de verbaasde gezich
ten van zijn gasten keek.
üamee was je nog zoo lief, zeur-
I de Sinterklaas.
Nou Hannes, ga nou maar weg,
hoor! schreeuwde plots Kareltje, je
wordt nou vorvelend!
Terwijl alle gasten proestten van
't onderdrukte lachen, stamelde va
der ontsteld:
Wint zeg je daar1 Hannes?
Maax jongen, hoe-kom je er toe?
Nou, ze; het veelbelovende ke
reltje, net oisof ik niet allang aan
zijn kromme pink gezien had, dat he!
Hannes was. in dat mooie pakkie!
Zoo'n bliksloagerse kwaajongen!
zei Hannes, die heelemaal uit zijn rol
viel, mijn kromme pink dat ik dom
mel an gedacht heb:
Vnn Inffoianden stukken, pepliatst of
■let jreplutat, wordt de kopie den insender
niot teruggegeven.
Voor don inbond desor rubriek stelt de
Bedoctie rich niet eenaprekelijk.
REDDINGSBRIGADE.
Geachte Redactie!
Mag ik voor onderstaande regels
uwe gastvrijheid inroepen?
Vourloopig mijn dank.
Hoogachtend,
A. J. ME1JERINK, Voorz.
Zondagavond half elf werd ik opge
beld voor een ongeval. Op mijn vraag
wat aan de hand was, vernam ik dal
CötJ vrouw was binnengedragen bij
den li eer X dus het verzoek otn direct
te willen komen. Op mijri tweede
vraag of patiente eene drenkelinge
was, kwam het antwoord: „Waar
schijnlijk een aanval van beroerte",
waarop ik liet volgen dat dergelijke
zieken door leden der Brigade niet
kunnen en niet mogen behandeld wor
den; dat 'k direct adressen opgaf va»
naastbij wonende doktoren, is duide
lijk. Waar wij meermalen worden op
geroepen ter assistentie bij brandwon
den, zelfs hartziekten komt het mij
gewenscht voor, ter vermij ling van
noodeloos oponthoud, 't kan gebeuren
dat minuten, zelfs seconden heel kost
baar voor een levensbehoud zijn, even
rnede te deden dat de leden der Red
dingsbrigade bij dag en nacht hnip
willen verleenen, indien zij daartoe in
staat zijn, aan drenkelingen; bij ver
drink irigsgevailen onder het ijs; bij
verzUkkingsgevallen door het inade
men van licht- of rioo'.gas; bij bedol
ven zijn onder zand of puin; bij op
hangen en bij electriciteitsongevallen,
waarbij hartmassage of {en) kunst
matige ademha'ing moet toegepast
worden.
Dat roem ook In aiie bovengenoem
de gevallen onmiddellijk de hulp in
roept van een medicus spreekt van
zelf; Telefoon Reddingsbrigade 2500.
M.
HAARLEM'S KLEIN A CAPELLA-
KOOR.
Geachte Redactie.
In uw blad van Dinsdag 25-November
j.l. schrijft Mevrouw Jeanne Landré, dat
een verecniging op het tweede plan
blijft, wanneer zij haar naam veraeerd
spelt. Inderdaad is hei de bedoeling van
wiarleiu's Klein /V capellakoor geens
zins, op hei tweede plan ie blijven en
wanneer alleen nog ma2r een juiste spel
ling van onzen naam voldoende is om
op het eerste plan ie geraken, welnu,
dan kan daaraan met groot genocger
worden voldaan.
Voor een juiste spelling zijn we te
vinden, doch een j u i s 1 e spelling is
daarom nog niet die van Mevr. Landré<
Itaiiaansch versta ik niet, ik ken al
leen een beetje Hollandsch. doch ik be
gin te vreezen dat Mevr. Landré le .eel
aan Iiabaansch doet en te weinig aan
haar Hollandsen.
'k Heb die wijsheid niet van me zelf<
„Kramers' met een weglatingste
ken woordentolk" schrijft „a capcl-
la", zonder begeleiding (bij het zingen);
„Koenen's alweer met 't wcgla-
tingsiceken verklaren handwoorden
boek, geeft „A capella" te lezen.
Uil Oosihoek's 't wegiatings.ee-
ken oatbrccki ook hier niet ge-iilus-
ireerde encyclopaedic'' knip ik „A ca
pella", „l;al. muz. in kapelstijl
spaiieering is niet van mij, C. W. dj
w. 2. alleen voor zangs;emmen Zinder
begeleiding van muziekinstrumenten".
Üosthoek's Encjciopasdie spteek: dus
vau Italiaansche muziek, ca
schrijft A met een hoofdletter en ca
pella met één p.
Wat nu da: weglating'sieeken betreft,
beloof ik Mevr. Landré, dat teeken
nooit meer te zullen gcbiuikea, wanneer
ik mijn vereenigiug dienen kan met 't
weglaten van omhoogstaande komma's*
Nochtaus geloof ik, is Mevr. Landré hier
haar Hollandsch vergeten.
Van een Haarlems koor, dat dan
„Haarlems(eb)" zou moeten zijn, ia-
dien Mevr. Landré althans geen voor
standster is van de Koüetvijnsche spel
ling, heb ik nog nooit gehoord.
Een vereeniging die door haar eigen
schappen, door wat zij doet, voordraagt
enz., aan Haarlem doet denken, bestaat
niet. Onder „Haarlems" versta ik, iets
op z'n ..Haarlem's" doen, oj> z'n Haar
lem's zijn. Ik b.v. ben Haarlemmer. Een
Haarlemmer noemt men ook vel „mug".
Welnu, Mevr., zoo'n „mug" nu is \va
men noemt „Haarlems".
Haarlem's Dagblad, ach nee, dat laat
ik der Redactie.
Haarlem's Gemeentebestuur wil zeg
gen, het Gemeentebestuur van Haar
lem. Hao Zano^enot '.vil zeggen,
een vereeniging „Zanggenot" genaamd,
en ter nadere aanwijzing welk „Zangge-
doi" bedoeld wordt; schrijf; men
„Haarlem's Zanggenot". In dit geval
dus „Zanggenot'' rn Haarlem gevestigd.
Haarlem's A capellakoor dito dito.
Het „Haarlems" van Mevr. Laadiéis
bepaald op z'n Itaiiaansch, of is het
wellicht Holiandschltaliaaasch" zonder
koppeheelcea?
Mevr. Landré zij nogmaals eerlijk be
leend, dat ik van vreemde talen niejs af
weet, en mocht blijken, meer overtui
gend, dat de geachte schrijfster gelijk
heeft, niets liever zal onze vereer;. ,;ng
zyn, dan het dienen van de zuiverheid in
alle opzichten.
Hoogachtend, met dank voor de plaat
sing,
Voor bet Haarlem's A capellak_ jr,
C. WESSELIUS,
Haarlem, 27 November rgig.
DE ÜEïsLHiEDENlS VAN DEN
VOORVADER VAN DEN ROODEN
PIMPERNEL,
door
BARONESSE OR'C.ZY,
81)
Wat brengt Uwe Edelheid ïi.
riep hij uit. Een mah heeft in zijn al
lerlaatste oogenblikken zeker geem
behoefte aan zulk een beklagens-
waardigen aanblik als u op 't oogen
blik biedt, lieer Beresteyn.
Ik rtoorde van den heer van
Sloutenburg wat hedennacht in de
hut heeft plaats gehad, zei Bei.
steyn mat aarzelende stem, vast t
sloten te doen alsof hij den spotten
de» toon van den ander niet op
merkte.
L hebt mtj hedenmorgen bij mijn
nister gespaard; dat was een edele
daad ik wilde u daarvoor dank
teggetn
1 doe dat met bevende stem
0" knikketnde knieën, riep Dipgcncs
vrcob'jk, ofsjlioon in zijn stom een
«elite loon van spot klonk. Och!
voegde hij er mei een grappige ver-
Kieming aan toe, die kerels heb-
bon niet eens dan moed voor' een
misdaad l
Die woorden en de toon en het
schouder ophaken waarmede zij ver
gezeld gingen, tastten Nicolacg Bere-
stcyn 111 zijn eer.
- Het verwondert mij niet, zei bij
flinker, dat gij mij minacht.
Uwe edelmoedigheid, waai' ik niet om
gevraagd heb, heeft mij tegenover u
111 hel nadeel geplaatst. Geloof mij,
ik zou niet voor u in edelmoedigheid
onder willen doen; maar ik heb mij
aan den heer van Sloutenburg ver
bonden, andere zou ik dade ijk naai'
mijn zuster gaan en haar mijn schuld
belijden Dat gelooft ge, niet waar
voegde hij er aan toe, want hij zug
de lachende oogen van Diogenes spob
tend op zich gericht Als liot lot
liet wilde zou ik nu zelfs graag mot
u van plaats ruilen.
Ik word zoo meteen opgehangen,
zei Diogenes ka!m.
Helaas!
- E11 u wordt gedwongen een laf
aard te zijn. Geloof mij, heer, ik zou
voor geen gold met u willen ruilen.
Dat geloof ik graag, hernam Be-
resfeyn ernstig; ik zou alleen graag
widen, dat ge inzaagt, dat de schijn
togen mfj is. Zelfs a! zou ik mijn zus
ter alles opbiechten, dan zou dat uw
nek niet uit den strop redden en ik
zou haar het hart breken.
De nek van een schurk is zeker
oneindig minder waard dan het liari
van een edele vrouw. Dus laten u
dat onderwerp verder laten rusten.
De dood en ik zijn oude bekenden;
meer dan eens heeft hij mij in het
voorbijgaan toegeknikt. Nu zullen wij
elkaar beter leeren kennen, dat is
alles.
Eenmaal zal mijn zuster weten
wat gij voor haar en voor mij hebt
gedaan.
Een Jichte schaduw gleed ovea- het
gelaat van den lachenden Kavalier.
Dat moet voor altijd tussohen u
en mij blijven. Dit alleen wil ik, dat
gij goid begrijpt; toen ik in het ate
lier van mijn vriend Hals den schan
delijken koop met u sloot, deed ik
dat, omdat ik dacht, dat de jonk
vrouw vei igeo- onder mijn hoede zou
zijn dun onder de uwe.
Bere6teyn wiUte hierop een driftig
antwoord geven, maar juist op dat
oogenblik kwam Jan met vluggen,
vasten tred aangeloopen, gevolgd
door een zestal soldaten Hij groette
Bereeteyn eerbiedig.
Ik vraag u vergeving, heer, zei
hij, maar mijn meester heeft be
volen, dat de gevangene zoo spoedig
mogelijk moet worden terechtgesteld.
Hel bieeke ge'.aat van Nicolaas
werd aschgrauw.
Een oogenblik, Jan, zei hij,
een oogenblik nog. Ik moet neg eerst
met je meester spreken ik
Zal ik lieiu een boodschap zon
den, dat u hem wenscht te spreken?
Hij is op 't oogenblik bij de jonk
vrouw.
Neen, neen ik ik stamel
de Nicolaes, die een hevigen strijd
met zijn zwakheid en lafheid streed.
Die zwakheid was het, die hem op
dezen verderfebjken weg had ge
bracht, nu stond hij van aangezicht
tot aangezicht tegenover den man,
uien hij alleen maar had widen ver
achten, maar- die op 't punt stond te
sterven, beschuldigd van de misda
don, die hij, Nicolaes, had bedreven.
Sloutenburg had hem geheel in zijn
macht gekregen, door zijn invloed
had hij alle gevoel van rechtschapen
heid, eer «1 edelmoedigheid ver.o-
ran. Hij had sen verbond ges«olen
met moordenaars en was nu zoover
gekomen, dat, ofschoon hij zich be-
wust was een ellendige rol te spe
len, hij toch geen uitweg vond 0111
weer een rechtschapen man te wor
den. Eén woord van hem tot Gilda,
een volledige bekentenis van zijn
schuld, en zij zou zeker een middel
weten, om de zaak van den veroor
deelde te bepleiten bij Stouteinburg,
die dan deze schandelijke daad niet
zou durven bedrijven.
Maar om dat ééne woord te spre
ken daartoe ontbrak beau de nooiit-
,?c moed.
Met doffe oogen en stilzwijgend
GROOTE BRAND. Te Futtendorf
in Tsjech<>4slowakije i6 een suikerfa
briek afgebrand, waardoor 15 milliocn
kronen schade is veroorzaakt.
zag hij tee. iioe Roode Piet de tou
wen volgens Jan's bevelen losmaak
te. die den gevangene aan de palen
gebonden hielde»; daarna bond hij
stevig de armen van den veroordeel
de oji den rug vast. De mist was nu
licht grijs geworden en de voorwer
pen blonken m zulk een geheimzin
nig waas, als alleen de dageraad ze
verleonen kon. De manschapjien, aan
getrokken door hei schouwspel van
een medeschepsel, dat ter dood ge
bracht moet worden, waren Ln groep
jes van vier en vijf gaan staan; zij
keken somber en dreigend en had
Jan zich niot opzettelijl^doof gehou
den voor hun geinompe Tdan zou hij
menige vervloeking hebben hooren
fluisteren. He: waren onrustige,
strijdlustige lijden, «dei man was
in Je eerste plaats soldaat en don
pas vreedzaam burger. Ook in dezen
toestand was niets buitengewoons. Do
manschappen konden niet weten wat
de gevangene gedaan had, waarom
hij deze straf verdiende. Misschien
was hij een spion, een ven-ader of
een krijgsgevangene, 't Stond niet
aan een soldaat om lusscheiibeiden
te komen, hij had slechts bevelen te
gehoorzamen en niets te vragen.
Maar met dezen gevangene was het
wat anders. Hem gaven zij de eer van
een eerbiedig stilzwijgen. Terwijl
Jan de handen van den veroordeelde
vastmaakte en de sombere voorhAnai-
duigen maakte, die zelfs zulk een
eenvoudige doodvonnis als ophan
gen vereischle, zwegen langzamer
hand de vloeken en de gebruikelijke
kwinkslagen en al deze ruwe onbe
schaafde krijgers ontblootten het
hoofd, allen s onden kaarsrecht in
eerbiedige houding. Hun instinct,
hun nooit falend soldaten-instinct zei
hun, dat hier nte'. een gewone schurk
zijn verdiende ioon kreeg, maar dat
een dapper man met zorgeloozon
glimlach zijn dood tegemoet ging.
Is de heer kiaar me! den gevan
gene? vroeg Jan. toen hij zag, dat
Piet met zijn taal; gereed en de ge
vangene bereid was om weg gel-, id
te worden. Heeft l Edele hem nog
leis te zeggen?
Dit alleen nog, z^i Beresteyn
vastberaden, dat aJs zijn handen
vrij waren ik hem vergunning zou
vragen ze te mogen drukken.
Een vriendelijke verhoasae Mik
viel uit de oogen van den gevangene
op het hleeke gelaat van den jongen
man.
Ik heb u nooit gekend, ik weet
ook alleen maar uw vreemden bij
naam, vervolgde Beresteyn ernstig,
maar u hebt toch zeker ergens fa
milie en verwanten? Hebt gij vader
noch moeder, die over u zullen treu
ren?
(Wordt vervolgd.)