Haarlems üml Nttuwe tüaeii, nieuw gelaiü. Ingezonden Gemsngii ftieuws L-'eiallJleton De Laciiende Cavalier VIAUVDE BLAD. Zaterdag 29 November 1919 KINDERRECHTERS. Heeft u wel eens gehoord van den benoemden Amerikaanschan Kinder rechter Lindsey, den man, die een bij na ongeloof ei ijken invloed op de mis dadige kinderen heeft? Hij was een paar jaar geleden als Kd van de z e. Ford Expeditie in Europa en sprak toen te Amsterdam over zijn ervaringen met zijn „Chil dren Court" in Denver. Stelt u non eris voor, dat liicr een jeugdige boef voor de rechtbank toni!., hij staat als zeer gevaarlijk bekend en is dienovereenkomstig zwaar geboeid. De president, beveelt echter dadelijk den veldwachter, die hem binnen brengt, den iongen de boeien af te doen en zelf weg te gaan: de man die de welluidende titel van „gewapende dienaar van de openba re macht" draagt, voldoet schroom val lil' aan dit bevel, maar waar schuwt den President dat de jongen hoélemaal niet te vertrouwen is en zon uit het. raam kan ontvluchten. lb- president laai nu den veldwnch f- in il zijn waardigheid en veroni. Wiuirdiging weggaan en zegt: „,'fon- "gen. heb jij gehoord, wat die veld wachter zeiDat ie niei te -.'ertroii wen was. Tk geloof het niet." Hij loopl naar het raam, schuift het hoog om hoog en zegt- ,,als ie denkt dat het eerliiik en goed is om weg te loopen, terwiil H< getrach' bob ie lp helpen, doe het dan." De ion ge boef kruipl naur liet raain toehet. is een angstig oogenblik, maar mol een slag schuift do jongen plotseling het raam neer en zegt „Meneer, niemand heef! ,ne ooit te voren vertrouwd of eerlijk behandeld. Tk \v'l die sme's e»--- lakker onge- liik geven." F.cn "i* duizend -n een iwoh' Neen alleen gebeurde het riet :n een Nedertandsebe rechtszaal, ji« aan de deur een z- beime auer v rdoron <te deurwaarder mei een groot ambtslint, op het podium alie maal heeren met togaV en heffer-, ernstige on g gezichten, biil len, vijf in getal, van links naar rechts: een officier van justitie, ee rechter. de president, een rechter t een gr'f fier. En dat in een gioo za I achter een groene, brecde tafel» vol stapels papier, een duffe men Bchenlncht Neen - bet gebeuide niet in cc; Nederlftndscke Rechtszaal, maar \v>' fn bet chiMren court fde kirrderfewit- bankl van rechter Lindsev. In Arno rik a b«s land der onbegrensde mo ge'i'kheden. F.n laten wij er dan nog aan foevoc gen. dat- diezelfde jrmgr-n, na oen lang onderhoud met rechter Lindöcv. 'b nacht alleen onbegeleid naar do. gevangenis terug ging. De portier, die hem •"■'eed, dacht een geest, te zien. II er v 'undo hebben we nog geen kinderrechters We hebben alleen in IJXfi dc kinderwetten g'kregon, die do behandeling van de jeugdige inis- d'digers al heelemaal veranderd heb ben doordat aparte straffen voor hen werden ingevoerd en doordat ook al leen een opvöedingsmaatregel legen hen crenomen kon worden. Maar apar te kinderrechters kregen we niet, de kinderzaken worden oo d? aow-.ne strafzitting gehouden. Alleen wordt de openbaarheid bii kinderzaken op geheven en moeten ouden? en voogden' en kunnen onderwózers enz. worden op"roepen om nree te komc'i. Hot buitenland is echter veel vei de. gegaan en zoo hebben we bet eeret in Amerika en later ook in België, En geland en Hongarije reedt, sinds jaren aparte kinderrechtbanken. Lïtweiding daarover zou hier minder op naar laats zijn. De regeling is in al die nden nog erg verschillend: m het een heeft men het O. M. er. den ver dediger ook in kinderzaken gehouden, in het andere niet; hier heeft men drie rechters, daar maar een Mieenspte- kende, enz. Maar het beginsel Is 0 e:oL iteli.k; de jeugdmisdadigheid worlt— de 'ta- tistiek leert het door de tegenwoor dige straffen en het. tegenwoordigs strafproces niet voldoen la tegenge gaan, de kindernaluur is heel iets anders dan een groote mensehonna tuur, een straf of maatregel moei ge nomen worden in overe uisiemmin-ï met de natuur van den dader; dus geen deftig groote-meuschengodoe en we] zooveel mogelijk peisoou.ijk con tact tusscben delinquent en rechter! Ons land is in de toepassing van dit beginsel ver ten achter gebleven. De nieuwe tijd moet dien achterstand onherroepelijk inhalen. Wel heeft, de Amaterdamsche rechtbank een aparte' korner voor kinderzaken gevormd, zoodat daarin zittende rechters zich speciaal op studie dor kindercrimino- liteit, kunnen toeleggen. Maar dezelfde vormen, dezelfde omgeving zijn ach ter gebleven. Vanwaar die achterstand Gebrek aan sympathie? Het te niet aanneme lijk, in de litteratuur worden haast geen bezwaren geopperd, de lcJ.lers van ons strafstelsel z'jn er allen vlak voor, de Juristenvereeniging in 1917 ook. Of za! het antwoord zijn; Sympathie is goedkoop, maar gela is duur? Finantleele bezwaren aus. Maar och, dat koet alteen een paar nieuwe rechtere en ambtenaren. De trage gang van onze wetgeving dan? Zeker zal die schuld bebl en. die heeft al zoo veel op haar geweten. Ons dunkt, de achterstand is nog het best te verklaren uit een overbe- kende trek uil ons volkskarakter def tigheldLet wel, een word dat .n geen enkele taal behoorlijk te ver la ren is. De deftigheid verzet zich hier te lande zoowel tegen de afschaffing van de geheime diplomatie tegen de afschaffing van al die s'hootie titels van groot edelachtbare, via heng ede!- gestre-nge lol weledereetoren en vice versa, als tegen de instelling \an een rechtbank die zoo heeiemaii geen def tig cachet meer zou dragen. Maar alle gekheid op een stokje de voordeelen van de kiptterreeht- banken zijn zoo groot en springen in dezen tijd van schrikbarend locne- mende criminaliteit zoover in hei cog, dot. hef Ministerie va:i Justitie op d-n duur niot meer zal kunnen weigeren om haar organisatietalent dat te "enwoordig gelukkig een stijgende lijn toont in dienst van deze her vo-ming te stellen. De voordeden? In plaats van de tegenwoordige behandeling, waarbij een kind van b.v. 13 jaar dat nog nooit ..in de stad" i. geweest, dat nog nooit 'n echten heer (behalve den schoolmeester) heeft gesproken, plot seling voor een vijftal heeren wordt neorgezet, en waar liet natuui 1 ijk trecn mond open doet komt, hef kind in een gewone kamer en word! -tear een tiidje aan de praat goh ouden door een heer, in gewon-5 kleedij, die gewoon is met kindaren om ie gaan, en met wïen hij zich vrij gauw cp zijn gemak voelt. In plaats dat het O. M. een straf .requireert". praat de kinderrechter eens kalm met zijn pateen' en over wet rustig na naar alle 'kanten ?e- informeerd to hebben over zijn om si.indidioden, karakter en opvoeding welke maatregel hi] voor dU kind ral. nemen Niot zal pas over est maand na het. "-■-nleegde feit. als de herinnering dus ook het schuldbewuste"" verflauwd is. de jonge boef in de rechtszan1 komen, waar hü allicht meer belangstelling za! hebben voor dc omgeving, dan voor het feit zelf -- maar de politieagent, d'e hom betropl- hrcugt hem dadelijk voor den kinder rechter, in een kamer met licht en lucht, mei weinig paperassen en \oe- ware kinderliefde, nog v ere eh under -len indruk van wat hij juist gedaart heeft Ileel anders dan tegenwoordig nog bij al te veel rechtbanken, zal tr een 'illeniauwst. contact bestaan tusschen de particuliere personen -5n vcreeni- gingen, die zich voor 'rinderzorg irite- resseerem en den Kinderrechter. En vooral zal niet meer de rechter na uitspraak van 't vonnis de zaak ambtshalve moeten vergeten en nooit meer iets van de uilwerking van zijn eigen uitspraak hooren. Zóp zijn de voordeelen groot. F.n dc bezwaren gering; ze zullen nog het sterkst van juridische zijde komen, waar men over al de grondwe'teli.ike cn wettelijke meer of minder deftige of geleerde waarborgen, waarmee on ze rechtspraak i8 versierd, maar met zoo licht zal kunnen heenstappen. Be zwaren ook van moeilijke keuze van dien modernen kinderrechter,- van vrees voor te veTge-ireven sentimen- Mli-teit e. d. Maar tegen tie kern kun- nen ze toch niets aanvoeren 1 We verbeelden ons heelemaal niet dat met een stel goede kinderweteen, met een corps goede kinderrechtere, met een voldoende samenwerking met het- particuliere initiatief de zaak dadelijk gezond en de kindercrimina- litei' bezworen zal zi'n. Neen, nicar als de heele onvoedingsr-oiitick van onze gemeenschap op hechter basis zal zijn, wanneer door sport en spel de Ln'erne tucht wordt aangekweekt. >-n uitbreiding van den leerplicht de kinderen vr.n de straat zal houden, zal er heel, heel veel aan die ontzet tende jeugdcriminaliteit te doen zijn. Maarzie jedie oud-vader- landsche deftigheidzal die de frissche geur in de rechtzaal ook niet tegen- en de ramen dichthouden De ramen openGeef het kind den rechter die het toekomt! Mr. W. R. EMMEN RIEDEL. N.B. Naar latere berichten te oor deel en heeft do Minister van Justitie de instelling van KindeiTechtbanken in overweging genomen. llulde Kareltje (Een Sint-Nico'.; door SIMON MOS. ïlling) Het was een aardig ventje. Tenminste daarvoor ging hl] docr bij zijn oudere, maar vooral bii de tante-s en nichtjes. De aantrakk.dijk- heid zat hem niet zoo zeer in tie coi - rectheid en beleefdheid van het ventje, maar voornamelijk In z'n lief gezicht- 'je. Alles was zoo leuk, zoo popperig en meisjesachtig in z'n klein hakkesjc; hij had zoo'n alleraardigsten hl or don krullebol; hij kon kon zoo vreerelijk wijs babbelen met z'n lief, ienvat brauvverig stemmetje en zoo allerkt-d digst wat vragen, dat niemand tem iets kon weigeren en elk zich beijverde "hem maar ter wille"te zijn. Daar was Kareltje zich goed van bewust en daarom had hij z! h die zwakheden van ouders en familie uit stekend ten nutte weten te maken en had hij van lieverlede zijn wil weten door te drijven, wanneer hij voor hel een of ander zijn verlangen te kennen «raf. Doordoor kon het we! niet an ders of Kareltje werd heel spoedig een erg verevend kindie, dat voor nn dere personen, buiten 'le familie staande, absoluut geen aantrekkelijk heden bezat. Toen hij een zekeren leeftijd lind bereikt en onder anderen ook de school mop?) bezoeken, bleek bet beel moeill-tk hem weer in het rechte spoor te leiden, het verzuimde in ie haten, duar hij tal van onliebbslijkheJen moest afloeren. Dat ging toon zeer bezwaarlijk, want Kareltje wie; niet alleen In hooge mate eigenzinnig, maar wist, van enkele zaken door dat zijn oudere die altijd hurlden Le sproken, zonder op de aanwezigheid van Kareltje te letten veel~in-er dan andere kinderen op zijn leeftijd. Hij! had in die jonge jaren op al zijn naïeve vragen te. veel gedecideerde antwoorden ontvangen, om zteh voortaan met een kluitje in het liet le laten sturen. Hij rustte nooit, ulvo rens hij precies wist, hoe hij cv-r t'-'t of dat geval moest oordeelen. Z In oor luisterde scherp wanneer er niet op hem werd gelet en hij bemerMe, da' groote menschen onderwerpen behan delden, die niet speciaal voor kinder ooren waren bestemd. Daardoor had hij een bijzonderen kijk op -te dingen', en een vroeg-rijpe ontwikkeling, die z'n normale opvoeding in de ;veg stond Door die vroeg-wijsheid lende h:; ook geen vrees voor legenden en ver halen, waarvoor andere kinderen soms angstig wegschuilen, denkende den zwanen man of een spook hier of daar te zullen ontmoeten. Om Sint-Nicolaas bijvoorbeeld lach te hij, dat hij schaterde. .Kom n.c mei die malligheid niet aan boord", proostte hij, „net alsof ik niet weet. dat je ouders die geschenken koopen. die ik, op 0 December in mijn Vcrije vind. Hoe zou zoo'n ouwe inan over de daken kunnen komen, met epn paard nog wel en een zwarten knecht A-bah! wat een kletskoek! Nee hoor. daar weet ik alles van, Sinterklaas bestaai niet en heeft nooit bestaan, weet u 't nou!" besliste Kareltje. Zoo naderde 5 December. Kareltje had zijn ouders al gecom mandeerd welke geschenken hij wenechte to ontvangen. D i t begeerde hij niet, maar dat moest hij hebben. Zus en zoo moest gehandeld wor den. Don goeden Sint zelf negeerde hij totaal, hij verkoos hem niels te ver zoeken, geen liedjes voor den kinder vriend te zingen, hoewel hij er eenige kende, zoo juist op school geleerd. Bii liet zich niet intimideeren, noch door Pieterman-knecht, die toch zoo zwart als roei was, noch door den grooten zak, waarin de ondeugende kinderen worden gestept, om op de terugreis naar Spanje te worden meegenomen. Maar Kareltje's vader was van oor deel, dat het toen welletjes was. D- jongen werd onhandelbaar en ong - zeggelijk, daar moest nu maar eens een eind aan komen. En 'oen op een avond Kareltje zich ter ruste had be geven, na weer erg rumoerig en bru taal te zijn geweest, opperde papa het plan om hem op Sint-Nicolaasavond eens een gevoelige les te geven. Ik heb 'n idéé, zei hij tot zijn vrouw, wij moeten op 5 December Sint Nicola-as eens hier laten kernen en Ear eitje eens geducht in de penarie laten zitten. Zijn gedrag wordt zoo onbetamelijk, dat hij ieder tot last wordt. Hij is blijkbaar voor niemand bevreesd,- maar dat wil ik 'm wel eens afleeren. Maar man! schrikte ma op, die ln 'd« eerste plaats veel tft toegevend voor Kareltje was geweest, Hoe wil je dat doen? Heel eenvoudig, antwoordde haar man, Ik zaJ een compleet costuum huren en verzoeken of Hannes op 5 December voor Shrt-Nicolaos wil fun- geei'en. Zou Hannes daar niet te ruw voor zijn? tk zal hem mijn instructies ge ven, hoe hij moet handelen. Ja, maar als Hannes hein maar niet te grof aanpakt Kom, dat zal zoo'n vaart niet loopen. Je weet, dat hij niet eterk ls, spartelde mevrouw nog tegen; zij had Kareltje altijd voor strenge Le handeling bewaakt, ondèr het motief, dot haar ventje zoo zwak cn teer was. Nee... van die behandeling zal-ie heusch niet ziek worden. 't ls wer kelijk voor z'n eigen bestwil. Tenslotte gaf mevrouw, hoewel schoorvoetend, haar toestemming. Een costuum met bisschopsiaf en mijteT werd tijdig gehuurd, benevens de traditioneele groote witte fct-ard. Om Kareltje te verschalken, was be sloten, dat Hannes naar den cisch ge grimeerd zou worden, daar 1 ij me! ,-en mombakkes voor het gelaat beslis! fiasco zou maken. Hannes werd ter dege op de hoogte gebracht en in ver band mei zijn' niej gemakkelijke ral, tal van bijzonderheden medege deeld, betrekking habhend op bet da- gelijksc.he leven vanKareltje. Maar zal je hem heusch r.iet al te hang maken? vroeg beverig me" vrouw, die al weer spijt van de al faire begon te krijgen. Ken uwe bcgrijpc, zoo erg zal ik 't niet moake, troostte Hannes. Maax toen hij door mijnheer uitge leide w-ercl gedaan, zei die in de gang tegen hem: Je snapt wel, Hannes, dat 't Juisl te doen is, om het jongemensch wat vrees in te boezemen, dus maar niet te zoetsappig, hoor! Begrepen, meneerl Ik heb ter al aJlcs van in de snoof... De jongeheer is veuls te nerti^al! Precies!... En dat moet hem wor den afgeleerd. Hannes was sedert jaren eon goede knecht geweest in de zaak, die van vader op zoon was overgegaan, maar door een ongeval in de fabriek had hij zijn pink van de linkerhand ge" broken en door een verkeerde behan deling was die pink steeds krom ge- Weven, waardoor Hannes vu>r het zware werk ongeschikt werd. 'lij was echter in dienst der firma gebleven en dood nu lichte karweitjes en boc-T- schappen en was weldra iemand ge worden, die.overal voor te g3bruiken was. Hij fungeerde zelfs zoo wat als huis knecht im de familie en was wol eens belast om Kareltje naar en van school te geleiden, indien het weer wat slecht, was. Op Sim-NicOlaasavond was de fa milie bijeeui in de gezellige hulska mer. Ook een paar ongehuwde tantes en nichtjes, die gewoonlijk dergelijke feestjes meemaakten, waren aanwe zig. Het was bui tan flink vriezend en ongemeen koud. zoo-dat de mo-lhge warmte van den expresselijk goed voorziene» haard, hoogst aangenaam aandeed en het glas heete (unsch met een warm gebakje zich uitmun- lei d lieten smaken. Mijnheer zat men een paar ken nissen in gemakkelijke clubfauteuils bij. den haard; de nichtjes musiceeren wat bjj do piano en hielden de vroo lijke stemming er in. Kareltje had als gewoonlijk de be langstelling van allen; hij werd door de tantes met allerlei vragen lastig gevallen, waarop hij weinig verkoos te antwoorden. Over SL Nicolaas werd echter niet gesproken, dat had mijn heer verzocht ten einde Kareltje's aandacht daarvan af te leiden, om straks, bij het verschijnen van den Sint, den indruk des te grooter te maken. Pa wilde zijn zoontje ais het ware plotseling overrompelen, om eens te zien wat Kareltje dan wel to zeggen. Hannes was van alles ingelicht en bereidde zich voor. door zich in een zijkamertje te Weeden esi te grimee- ren. Het zal ongeveer tien uur zijn ge weest, toen er een oorverdoovend la waai o'n de gang hoorbaar werd, een rommelend gestommel, gepaard met luid brullende uitroepen, geslaakt als door een fa.nalieken Indiër, die Amok maakt. Hannes vatte zijn taaie klaar blijkölijk zeer realistisch op. De muziek en de gesprekken staak ten onmiddellijk en aller oogen wa ren gericht op de kamerdeur, die in middels geopend was en waardoor Sint Nicolaas, aflias Hannes, in groot ornaat binnenkwam, ünder den lin kerarm droeg bij een gi'ooten zak waarin geschenken en in de rechter hand lueld hij een zwaren ijzeren ketting, waarmede hij aanhoudend geweldig rinkelde. De gasten keken met de grootste verbazing naar dien levenraakenden bisschop; mevrouw deinsde krijtbleek terug; mijnheer haastic zich bij de deur te komen en te fluisteren; ,,Niet te véél herrie, Hannes!'' en Kareltje, evenals sommige groote menschen. welke zich aanvankelijk spottend over een zeker gevaar uitlaten, hij het na deren van dat gevaar zich ia-iï.órtig terugtrekken, kroop subiet onder een divan en was met geen mogelijkhedd te bow eg on die verachte schuilplaats te verlaten. De opvoedkundige waard© van de met zooveel zorg in scène gezette ver tooning dreigde verloren te gaan, waarneer niet met Kareltje onderhan deld kon worden, dies trachtte Sint- Nrcdlaas het ventje uit zijn verborgen legemtee te lokken, door hem ietwat humaner toe te spreken, waarbu hij den ketting achter zich op "n stoei dep on eer da Kareltje! zei Hannes, die een onver- vaSschte Amsterdammer was, kom der moar erreissies van onder uit Sinterklaas tk je.huisch geen kwoad doen. hour! Gelijkertijd diepte hij uit den groo ten zak een muziektot op, een der ge schenken, die Kareltje voor zich ge- wenscht had. Dit hio'p! Langznmerhand durfde het ventje onder den divan uit te komen en gaf toen, hoewel nog aarzelend en beve rig, eten Sint be.eefd zijn rechterhand. ZA je nou altijd doen walte je ouwei's van je willen hebben, Koarei- tje? informeerde Sint-Nicolaas verder Ja... jawel!... Sint-Nicodaas snikte hot lctnd, met diep betraande oogen. Goed zoo! zed Hamnes, da's braaf! Dan krijg ie deuse mooie ellektrieke Lrem Nou istle niet faan? Jal knikte Kareltje, nog min of meer wantrouwend. Kè je ouk verssies, jongenheer? vroeg de Sint. Toe karei, zing er eens een voor Sint-Nicolaas. moedigde vader aan, blij dat alles zoo op rolletjes ging. Kareltje begon met zwak, trilleng stemmetje te zingen; Zie de maan schijnt door de boomen Makkers staakt uw wild geraas, 't Heerlijk avondje is gekomen. Avondje van Sinl-Nictaas' Na zijn oogen bij het zingen steeds strak op Sint-Nicolaas gevestigd te hebben hield hij bij dezen regel p'.oit op nain zijn electrïsehe tram en ging er me© naar een tafeltje ter zijde in de kamer; stoorde zich verder noch aan den Sint, noch aan het verdere gezelschap en bleef met zijn tram spelen. Skij je der nou zou in eene uit? vroeg Slnl-Nicolaas hour nou nog er reissies, Koarellje! Maar het ventje hborde niet en had blijkbaar alleen aandacht voor zijn speelgoed. Kom nou nog erreis hierl hield de Sint vol. Ik mot je nog meer vroa- gen. KaroUJe gaf geen enk ei teek en. dat hij naar den goeden man geluisterd had. Ik hel nog meer kcdoos, ging de brave bisschop voort, triomfantelijk den zak omhoog houdend. Leg ze dan maar op tafel, zei Kareltje, die eensklaps weer actief werd. Wablief'? vroeg verbluft de vader terwijl hij ndar de verbaasde gezich ten van zijn gasten keek. üamee was je nog zoo lief, zeur- I de Sinterklaas. Nou Hannes, ga nou maar weg, hoor! schreeuwde plots Kareltje, je wordt nou vorvelend! Terwijl alle gasten proestten van 't onderdrukte lachen, stamelde va der ontsteld: Wint zeg je daar1 Hannes? Maax jongen, hoe-kom je er toe? Nou, ze; het veelbelovende ke reltje, net oisof ik niet allang aan zijn kromme pink gezien had, dat he! Hannes was. in dat mooie pakkie! Zoo'n bliksloagerse kwaajongen! zei Hannes, die heelemaal uit zijn rol viel, mijn kromme pink dat ik dom mel an gedacht heb: Vnn Inffoianden stukken, pepliatst of ■let jreplutat, wordt de kopie den insender niot teruggegeven. Voor don inbond desor rubriek stelt de Bedoctie rich niet eenaprekelijk. REDDINGSBRIGADE. Geachte Redactie! Mag ik voor onderstaande regels uwe gastvrijheid inroepen? Vourloopig mijn dank. Hoogachtend, A. J. ME1JERINK, Voorz. Zondagavond half elf werd ik opge beld voor een ongeval. Op mijn vraag wat aan de hand was, vernam ik dal CötJ vrouw was binnengedragen bij den li eer X dus het verzoek otn direct te willen komen. Op mijri tweede vraag of patiente eene drenkelinge was, kwam het antwoord: „Waar schijnlijk een aanval van beroerte", waarop ik liet volgen dat dergelijke zieken door leden der Brigade niet kunnen en niet mogen behandeld wor den; dat 'k direct adressen opgaf va» naastbij wonende doktoren, is duide lijk. Waar wij meermalen worden op geroepen ter assistentie bij brandwon den, zelfs hartziekten komt het mij gewenscht voor, ter vermij ling van noodeloos oponthoud, 't kan gebeuren dat minuten, zelfs seconden heel kost baar voor een levensbehoud zijn, even rnede te deden dat de leden der Red dingsbrigade bij dag en nacht hnip willen verleenen, indien zij daartoe in staat zijn, aan drenkelingen; bij ver drink irigsgevailen onder het ijs; bij verzUkkingsgevallen door het inade men van licht- of rioo'.gas; bij bedol ven zijn onder zand of puin; bij op hangen en bij electriciteitsongevallen, waarbij hartmassage of {en) kunst matige ademha'ing moet toegepast worden. Dat roem ook In aiie bovengenoem de gevallen onmiddellijk de hulp in roept van een medicus spreekt van zelf; Telefoon Reddingsbrigade 2500. M. HAARLEM'S KLEIN A CAPELLA- KOOR. Geachte Redactie. In uw blad van Dinsdag 25-November j.l. schrijft Mevrouw Jeanne Landré, dat een verecniging op het tweede plan blijft, wanneer zij haar naam veraeerd spelt. Inderdaad is hei de bedoeling van wiarleiu's Klein /V capellakoor geens zins, op hei tweede plan ie blijven en wanneer alleen nog ma2r een juiste spel ling van onzen naam voldoende is om op het eerste plan ie geraken, welnu, dan kan daaraan met groot genocger worden voldaan. Voor een juiste spelling zijn we te vinden, doch een j u i s 1 e spelling is daarom nog niet die van Mevr. Landré< Itaiiaansch versta ik niet, ik ken al leen een beetje Hollandsch. doch ik be gin te vreezen dat Mevr. Landré le .eel aan Iiabaansch doet en te weinig aan haar Hollandsen. 'k Heb die wijsheid niet van me zelf< „Kramers' met een weglatingste ken woordentolk" schrijft „a capcl- la", zonder begeleiding (bij het zingen); „Koenen's alweer met 't wcgla- tingsiceken verklaren handwoorden boek, geeft „A capella" te lezen. Uil Oosihoek's 't wegiatings.ee- ken oatbrccki ook hier niet ge-iilus- ireerde encyclopaedic'' knip ik „A ca pella", „l;al. muz. in kapelstijl spaiieering is niet van mij, C. W. dj w. 2. alleen voor zangs;emmen Zinder begeleiding van muziekinstrumenten". Üosthoek's Encjciopasdie spteek: dus vau Italiaansche muziek, ca schrijft A met een hoofdletter en ca pella met één p. Wat nu da: weglating'sieeken betreft, beloof ik Mevr. Landré, dat teeken nooit meer te zullen gcbiuikea, wanneer ik mijn vereenigiug dienen kan met 't weglaten van omhoogstaande komma's* Nochtaus geloof ik, is Mevr. Landré hier haar Hollandsch vergeten. Van een Haarlems koor, dat dan „Haarlems(eb)" zou moeten zijn, ia- dien Mevr. Landré althans geen voor standster is van de Koüetvijnsche spel ling, heb ik nog nooit gehoord. Een vereeniging die door haar eigen schappen, door wat zij doet, voordraagt enz., aan Haarlem doet denken, bestaat niet. Onder „Haarlems" versta ik, iets op z'n ..Haarlem's" doen, oj> z'n Haar lem's zijn. Ik b.v. ben Haarlemmer. Een Haarlemmer noemt men ook vel „mug". Welnu, Mevr., zoo'n „mug" nu is \va men noemt „Haarlems". Haarlem's Dagblad, ach nee, dat laat ik der Redactie. Haarlem's Gemeentebestuur wil zeg gen, het Gemeentebestuur van Haar lem. Hao Zano^enot '.vil zeggen, een vereeniging „Zanggenot" genaamd, en ter nadere aanwijzing welk „Zangge- doi" bedoeld wordt; schrijf; men „Haarlem's Zanggenot". In dit geval dus „Zanggenot'' rn Haarlem gevestigd. Haarlem's A capellakoor dito dito. Het „Haarlems" van Mevr. Laadiéis bepaald op z'n Itaiiaansch, of is het wellicht Holiandschltaliaaasch" zonder koppeheelcea? Mevr. Landré zij nogmaals eerlijk be leend, dat ik van vreemde talen niejs af weet, en mocht blijken, meer overtui gend, dat de geachte schrijfster gelijk heeft, niets liever zal onze vereer;. ,;ng zyn, dan het dienen van de zuiverheid in alle opzichten. Hoogachtend, met dank voor de plaat sing, Voor bet Haarlem's A capellak_ jr, C. WESSELIUS, Haarlem, 27 November rgig. DE ÜEïsLHiEDENlS VAN DEN VOORVADER VAN DEN ROODEN PIMPERNEL, door BARONESSE OR'C.ZY, 81) Wat brengt Uwe Edelheid ïi. riep hij uit. Een mah heeft in zijn al lerlaatste oogenblikken zeker geem behoefte aan zulk een beklagens- waardigen aanblik als u op 't oogen blik biedt, lieer Beresteyn. Ik rtoorde van den heer van Sloutenburg wat hedennacht in de hut heeft plaats gehad, zei Bei. steyn mat aarzelende stem, vast t sloten te doen alsof hij den spotten de» toon van den ander niet op merkte. L hebt mtj hedenmorgen bij mijn nister gespaard; dat was een edele daad ik wilde u daarvoor dank teggetn 1 doe dat met bevende stem 0" knikketnde knieën, riep Dipgcncs vrcob'jk, ofsjlioon in zijn stom een «elite loon van spot klonk. Och! voegde hij er mei een grappige ver- Kieming aan toe, die kerels heb- bon niet eens dan moed voor' een misdaad l Die woorden en de toon en het schouder ophaken waarmede zij ver gezeld gingen, tastten Nicolacg Bere- stcyn 111 zijn eer. - Het verwondert mij niet, zei bij flinker, dat gij mij minacht. Uwe edelmoedigheid, waai' ik niet om gevraagd heb, heeft mij tegenover u 111 hel nadeel geplaatst. Geloof mij, ik zou niet voor u in edelmoedigheid onder willen doen; maar ik heb mij aan den heer van Sloutenburg ver bonden, andere zou ik dade ijk naai' mijn zuster gaan en haar mijn schuld belijden Dat gelooft ge, niet waar voegde hij er aan toe, want hij zug de lachende oogen van Diogenes spob tend op zich gericht Als liot lot liet wilde zou ik nu zelfs graag mot u van plaats ruilen. Ik word zoo meteen opgehangen, zei Diogenes ka!m. Helaas! - E11 u wordt gedwongen een laf aard te zijn. Geloof mij, heer, ik zou voor geen gold met u willen ruilen. Dat geloof ik graag, hernam Be- resfeyn ernstig; ik zou alleen graag widen, dat ge inzaagt, dat de schijn togen mfj is. Zelfs a! zou ik mijn zus ter alles opbiechten, dan zou dat uw nek niet uit den strop redden en ik zou haar het hart breken. De nek van een schurk is zeker oneindig minder waard dan het liari van een edele vrouw. Dus laten u dat onderwerp verder laten rusten. De dood en ik zijn oude bekenden; meer dan eens heeft hij mij in het voorbijgaan toegeknikt. Nu zullen wij elkaar beter leeren kennen, dat is alles. Eenmaal zal mijn zuster weten wat gij voor haar en voor mij hebt gedaan. Een Jichte schaduw gleed ovea- het gelaat van den lachenden Kavalier. Dat moet voor altijd tussohen u en mij blijven. Dit alleen wil ik, dat gij goid begrijpt; toen ik in het ate lier van mijn vriend Hals den schan delijken koop met u sloot, deed ik dat, omdat ik dacht, dat de jonk vrouw vei igeo- onder mijn hoede zou zijn dun onder de uwe. Bere6teyn wiUte hierop een driftig antwoord geven, maar juist op dat oogenblik kwam Jan met vluggen, vasten tred aangeloopen, gevolgd door een zestal soldaten Hij groette Bereeteyn eerbiedig. Ik vraag u vergeving, heer, zei hij, maar mijn meester heeft be volen, dat de gevangene zoo spoedig mogelijk moet worden terechtgesteld. Hel bieeke ge'.aat van Nicolaas werd aschgrauw. Een oogenblik, Jan, zei hij, een oogenblik nog. Ik moet neg eerst met je meester spreken ik Zal ik lieiu een boodschap zon den, dat u hem wenscht te spreken? Hij is op 't oogenblik bij de jonk vrouw. Neen, neen ik ik stamel de Nicolaes, die een hevigen strijd met zijn zwakheid en lafheid streed. Die zwakheid was het, die hem op dezen verderfebjken weg had ge bracht, nu stond hij van aangezicht tot aangezicht tegenover den man, uien hij alleen maar had widen ver achten, maar- die op 't punt stond te sterven, beschuldigd van de misda don, die hij, Nicolaes, had bedreven. Sloutenburg had hem geheel in zijn macht gekregen, door zijn invloed had hij alle gevoel van rechtschapen heid, eer «1 edelmoedigheid ver.o- ran. Hij had sen verbond ges«olen met moordenaars en was nu zoover gekomen, dat, ofschoon hij zich be- wust was een ellendige rol te spe len, hij toch geen uitweg vond 0111 weer een rechtschapen man te wor den. Eén woord van hem tot Gilda, een volledige bekentenis van zijn schuld, en zij zou zeker een middel weten, om de zaak van den veroor deelde te bepleiten bij Stouteinburg, die dan deze schandelijke daad niet zou durven bedrijven. Maar om dat ééne woord te spre ken daartoe ontbrak beau de nooiit- ,?c moed. Met doffe oogen en stilzwijgend GROOTE BRAND. Te Futtendorf in Tsjech<>4slowakije i6 een suikerfa briek afgebrand, waardoor 15 milliocn kronen schade is veroorzaakt. zag hij tee. iioe Roode Piet de tou wen volgens Jan's bevelen losmaak te. die den gevangene aan de palen gebonden hielde»; daarna bond hij stevig de armen van den veroordeel de oji den rug vast. De mist was nu licht grijs geworden en de voorwer pen blonken m zulk een geheimzin nig waas, als alleen de dageraad ze verleonen kon. De manschapjien, aan getrokken door hei schouwspel van een medeschepsel, dat ter dood ge bracht moet worden, waren Ln groep jes van vier en vijf gaan staan; zij keken somber en dreigend en had Jan zich niot opzettelijl^doof gehou den voor hun geinompe Tdan zou hij menige vervloeking hebben hooren fluisteren. He: waren onrustige, strijdlustige lijden, «dei man was in Je eerste plaats soldaat en don pas vreedzaam burger. Ook in dezen toestand was niets buitengewoons. Do manschappen konden niet weten wat de gevangene gedaan had, waarom hij deze straf verdiende. Misschien was hij een spion, een ven-ader of een krijgsgevangene, 't Stond niet aan een soldaat om lusscheiibeiden te komen, hij had slechts bevelen te gehoorzamen en niets te vragen. Maar met dezen gevangene was het wat anders. Hem gaven zij de eer van een eerbiedig stilzwijgen. Terwijl Jan de handen van den veroordeelde vastmaakte en de sombere voorhAnai- duigen maakte, die zelfs zulk een eenvoudige doodvonnis als ophan gen vereischle, zwegen langzamer hand de vloeken en de gebruikelijke kwinkslagen en al deze ruwe onbe schaafde krijgers ontblootten het hoofd, allen s onden kaarsrecht in eerbiedige houding. Hun instinct, hun nooit falend soldaten-instinct zei hun, dat hier nte'. een gewone schurk zijn verdiende ioon kreeg, maar dat een dapper man met zorgeloozon glimlach zijn dood tegemoet ging. Is de heer kiaar me! den gevan gene? vroeg Jan. toen hij zag, dat Piet met zijn taal; gereed en de ge vangene bereid was om weg gel-, id te worden. Heeft l Edele hem nog leis te zeggen? Dit alleen nog, z^i Beresteyn vastberaden, dat aJs zijn handen vrij waren ik hem vergunning zou vragen ze te mogen drukken. Een vriendelijke verhoasae Mik viel uit de oogen van den gevangene op het hleeke gelaat van den jongen man. Ik heb u nooit gekend, ik weet ook alleen maar uw vreemden bij naam, vervolgde Beresteyn ernstig, maar u hebt toch zeker ergens fa milie en verwanten? Hebt gij vader noch moeder, die over u zullen treu ren? (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 17