HAARLEM'S DAGBLAD De zaak-Blom andermaal in den Schotenschen Raad. 3b Lachende Kavalier MAANDAQ 8 DECEMBER .919 TWEEDE BLAD Overtreding der ambtsinstructie? (Aden zie ook bet li blad.) SohoFBlngsmotie aangenomen. De Qemeenie-secretarie weerlegt de tegen hem ingebrachte klachten. Ëen Commissie van Onderzoek benoemd. Na opening der vergadering stelt pen an verdere kosien zouden niet ge- voorzit te r voor een zitting **""jgj| ie', gesloten deuren te houden. Na heropening der openbare ver gadering deelt de voorzitter mee, dat de hoeren Verkooy, Bies en Boxs het lolgefnde schrijven hebben ingezon den „Óndergeteakenden wenschen als punt van behandeling op de agenda geplaatst te zien: „Schorsing van den .•cteur van politie P. Rotteveel .an don agent K. Tijsterman. Beden van dit voorstel is het ple gen van ernstige onregelmatigheden tn ontoelaatbare handelingen", (get.) P. A. Verkooij, Chr. Bies en P. Bo.\3. Do zaak-Blom De heer V e r k o a ij liet woord verkrijgende, meent dat deze ook weer een uitvloeisel schijnt lviui de zaak Blom, voor zoover spre ker althams kan beoordcelen. Er is in dc vorige zitting besloten om eens (en vooral schoon schip in de ge beente te maken. Spr. wil daarbij de politiek uitschakelen. Van Roomsch- KmIJi. zijde Ls gezegd, dat aan de R.K. partij niet voldoende licht w.as gegeven, zoodat zij niet-in staat was, mi de zaak-Blom te onderzoeken. I Men kon toen niet over verschil lend bewijsmateriaal beschikken. Thans stapelen zich de bewijzen op. Origevraagd heeft de heer J. H. Ey- ter?, timmerman en aannemer uit Hilversum Vrijdag verschillende be sheiden ter Leschikking van den Seer Verkooy gesteld, omdat hij over zaak Blom-in een der bladen had psczen. Hij interesseerde zich voor den heer iKoui, omdat hij in hem herkeurde sn oude medebestuurder van den nodernen Bestuurdersbond te Hil versum (beweging). Het was tijdens kii vergadering in de stakingsdagen in 1903, dat gemeld werd, dat de jditie Blom opwachtte. Blom nep rit: N"u ben ik verloren!" Buiten [{komen werd Blom gearresteerd, liet gebouw was door de politie om- en ook voor Bloms huis stond De reden der arrestatie bleek, zegt nit het volgende stuk in de Courant", luidende: „Do 31-jai'igo agent en zaakwaarne- tier Chr. Ant. Blom uit Blaricum herd op 6 Moi 1903 door do Arnster- Rechtbank verooindeéld tot iiu jaar gevangenisstraf wegens «lechbeid in geschrifte, onder aftrek «ar preventieve hechtenis. Gasteren hd hij zich wederom voor de Am- «erduinsche Rechtbank te verant- >001 den, tliaus ter zake van oplich- ung. Volgens de gehoorde getuigen wvoegde hij zich op 17 Juni ten huize ijcner weduwe te Naarden, van vie hem ter oore was gekomeD, dat lij niet eenige harer kinderen ver Erhil had over de verdeeling der mv lilenschap van haar overleden man. Hij zeide gezonden te zijn door de H« litszeker h oidsm aatsch appij Kos- ïos" te Amslerdam, wier agent hij tt». Binnen veertien dagen zou hij wfgeii, dat de erfeniskwestie in orde ham; alle zaken waarmee hij fever zich had bezig gehouden, wa ren gewonnen, en de kosten zouden ba inbegrip van alles niet hooger sin dan f SO. Daarvan moesten f 10 felelijk betaald worden, 'want de tóerheidsraaaischappij ging niet eer- W werken voor het geld was ge- tori. de andere f 40 zouden eerst be- behoeven te worden als over dagen de zaak in orde was. Wvocalen zouden dan niet in de aak gemengd behoeven te worden. juffrouw, verlokt door het woord welke de Mkwaarnemer zeide te verlegenwoor ging" op het voorstel in en sloi-t te f 40. Op 90 Juni kwam belt!, weer ten, teront cn wist andermaal f 40 „los k pralen". Hoe eerder het geld er hoU eerder de zaak klaar zou feen, heette het thans. Werd het kld niet gegeven, dam zou hij niet doorwerken, het loon der was bij het geld ihbegre- maakt behoeven te worden. Den 27eu Juni herhaalde hij zijn bezoek. Thans vertelde hij volgens du weduwe, dat hij hot testament moes; „omgooien", dat hij drie „exploien had „uitgegooid" en „rondgestrooid dot er .expicuen" waren van f6f 12 per stuk, al naar gelang van grootte enz. enz. Het eind van het lied was, dat de weduwe nogmaals f 45 stortte, tegen het advies van een barer dochters in, die niet ten on rechte vond, dat de zaakw de moeder „beduvelde". Bek), ontkende. Het O.M. eischte twee jaar gevangenisstraf. De verde diger concludeerde tot vrijspraak". Blom vroeg toen dien avond zijn vrouw te gaan vertallen, dait hij 's avonds nog wal thuis zou zijn, maar bij is een jaar weggebleven. Om de vrouw van Blom te helpen gaf de lieer Eybersi toen slakend spoor wegarnbtenaar, alies wat hij bij zich Jiad f 14 aan de vrouw en zette baar na een collecte door „de roode bende' gehouden in een wasseherij. Daarna hebben zij zich niet meer met het ge zin van Blom bemoeid. Toen Blom terugkwam en de zaak floreerde er waren 7 knechts werkzaam her innerde Eybers Blom er aan, dat hij nog geld van hem kreeg. Hij deed dit op eenigszins hardhan dige manier. Blom schreef daarop aan Eybers. clie zijn vrouw uit de moeilijkheden liad geholpen, het vol gende briefje: „N'aainloozo Vennootschap Wasch- en Strijkinrichiing „De Volharding", Natuurblecfcerij. Chemische Wassehe rij, Uifstoomerij Blaricum, 16 Aug. 1907. Den Heer J. H. Eybers, Hilversum. Zooeven was er aan onze b! eel te rij een jongen met een kwitantie; her haaldelijk vroeg ik u te komen afre kenen, doch Eybers kwam niet. Dat jongeinensch zei dat Eybers de vorde ring aan den Deurwaarder zou ven, mu dat vind ik lollig, maar dacht je nu soms dat ik al je boorden voor niemendal zou wassclien? Zeg ik krijg van jou nog acht gul den vier en dertig cent en verlang daar ook mijn geLd vam. Ik ben niet van plan zoo maar te betalen, nu ken je _wal het restant van het geld "krijgen, maar niet an- dein dan door boiuiddelihg van den deurwaarder. Brieven of zoo iets van u zend ik ongeopend terug, ik wist sedert lang wie en wat Eybers was, nu weet ik het des le beter en wacht mij voor verdere aanraking. Misschien wil je nog wel eens bij mijne vrouw komen praten als ik niet niet thuis ben. C. A, BLOM.1 Later in 1917 heeft Blom zich weer Eybers herinnerd. Het was. toen hij zich hier to Schoten gevestigd had. Hij schreef hem toen den volgenden brief: „CH. A. BLOM, Haarlem, Journalist. i Juni 191' Correspondent van Schalkburger. Buitenl. dagbladen. gracht 99. Den heer J. Eybers, Hilversum. Waarde heer, Wij zijn na een bijna tienjarig ver blijf in den vreemde tijdelijk in H, land weergekeerd, d.w.z. tot de nu - sohendwaasheid, die men oorlog; noemt, voorbij is. Gisteren, was ik even te Hilversum en dat bracht mij oude souvenirs naar voren alhoewel zij niet allen even. aangenaam zijn. Met belangstelling vernam ik, dat het u gelukkig naai den vleoze is blijven gaan. Ook ons is het lang niet slecht gegaan en hebben wij veel kunnen inhalen, dat ons tvroeger door en ook Wel zonder mijn schuld, voorbij den neus is gegaan. Bij mijn thuis is het ook alles niet. Mijn broer uit de Langestraat bidt en smeekt mij, hem thans te helpen en lik weet niet, wat te doen: wel of niet helpen. Die brave Katholieke lieden hebben mijn vader doen sterven en begro en, zonder dat wij er iets van gew» - ,ten hiebheu. Nog veel beter. Op hol oogenblilk, dat de oude man stierf, rwaren mijn vrouw en ik op 'n avond partij en vermaakten ons lustig. Uit teen advertentie in De Gooi en Een.-* lander moest ik het afsterven verne men. Thans is er boedelbeschrijving ge houden en daar blijkt uit, dat er mi ets is en dat niettegenstaande wij •kunnen bewijzen, dat er tenminste een tienduizend gulden moet zijn. Moeder 74 jaar oud heeft evenals mijn zuster den eed afgelegd. Ik heb de zaak in handen eener advocaat ven, die mij afraad om te handelen, omdat het spel zou eindigen met een aanklacht wegens het afleggen van een val6che eed tegen mijn eigen Tnoeder. Ik gevoel het moeilijke en kal dus gevolg geven aan het advies Van Mr. Lugt. Evenwel zult u beg: pen, dal zulke zaken een mensch nu- meer afkeerig maken van het soon, die met Gods woord in den mond loopeo en daarachter zooveel ong strafte misdaden dekken. Mag ik u nu eens iets vragen? Ik ken mijn eigen broer niet meer; ik weet niet, of hij het waard is, om ge holpen te worden: ja of neen. Kunt u mij ook zeggen, of zijn openbaar ge- 'drag aanleiding kan zijn, oip. hem te helpen?? Ik weet zelf maar al te goed wat e - is; ik zelf héb veel to veel n; - righeid in mijn leven ondervonden en toch, Eybers, niet alles was mijn schuld. Mijm broer heeft zich jaren gemeen tegenover mij gedragen.... al- lergeinieenst. Ook uit zijn mond is veel laster gerold... het brood hebben zij mij uit den mond gestooten. 11c wil niet alleen «en theorit-mensch zijn, maar practisch bewijs leverian mensch te zijn mits het geen water uit of naar de zee drageu is. Mijn advocaat, Mr. Lugt, is ook cu rator in zijn faillissement.... hij raadt imij niet af en niet aan. Ik sta dus voor moeilijkheden, wee£ niet wat doen. Als het niet te veel veriangt is, wees dan zoo vriendelijk in naam onzer oude vriendschap om mij mede te deelen, wat of u in mijn plaats zou doen. U weet zoowat alles wat er ge passeerd is, zijt dus in staat om te oordeelen. Aangenaam, hoogst aangenaam zou liet ons zijn, indien wij u eens een dog bij ons zouden zien, maai dan a.u.b. een briefje vooraf, omdat hot anders zou kunneu gebeuren, da1 ik afwezig was. Onder aanbieding mijner beleefde groeten, verblijf ik, in afwachting van uw antwoord, Uw dw. dn. (w.g.) CH. A. BLOM' De heer Pruschen vraagt of men nog verder zai gaan met de voor lezing van dergelijke brieven. Da: - •mee heeft het gemeentebelang niéts te maken. De V o o r tz i t ter zegt, dat hiji niet wil verhinderen voorlezing der brieven to dO'en, als zij in het, gexneei - •tobelang zijn. Spreker vindt de zaak •ellendig en vreesélijk. Men kan het aan den heer Verkooy overlaten, of hij. het in htet gemeentebelang acht, om verder voorlezing van de particu- ilierc brieven te doen. Do heer Verkooy zeg', dat hij deze brieven voorleest, om den pc. soon van Blom »e 'eckenen. Hij zul zien echter beperken. De heer vc.- kooy vervolgt dan, dat P'Gin, na we derom in de gevangenis te hebben j gezeten, opgedoken is als redacteur van de liberale „Veldbode". Hij heefi ïoen wederom frauduleuze handel i: - gen gepleegd, waa.oij spreker zich oeroept op den lieer OldenJorp te Am sterdam. Blom is toen redacteu.-.;: geworden. Aan het hoofd van de „Veldbode" Verscheen de volgende kennisgeving: „Kennisgeving. Omstandigheden van maatschap- peüjken aard, w.o. vooral gebrek aan lijd door zijn studie, zijn oorzaak, dat de heer Cb. A. Blom heeft besloten af te treden als mede-redacteur van ons orgaan, Op ons verzoek heeft "de heer Blom zich echter verbonden vast me dew erker aan ons orgaan te bl - ven. zullende zijn verantwoordelb - beid niet verder strekken dan voor de door hem onderteekende artikelen. Redactie." Toen op een dag om 2 uur Blom weer zou zijn gevangen genomen, zegt do lieer Verkooy, onttrok hij zich daaraan rloor dc vlucht naar Antwerpen 'fnemén.- Vandaar 'ge-1 raakte hij toch in de gevangenis te Breda. De hoer Verkooy zegt, dat hij lang zamerhand eeu groot dossier heeft ge kregen over Blom. Hij leest de vol gende inhoudsopgaaf daarvan voor: „G e d e e 11 e 1 Ij k e Inhoud Dossier i Telegram inöt verzoek om f 25 voor schot op oen transactie, die door hem Vervalscht is. Een door hém opgemaakt contract op zegel voor de levering van goede ren tot een bedrag van f 30.000; de 8 htund'leekeningen (waaronder v. Leeu wen, Toorop en v. d. Dolk zijn door h-ean op dit stuk geplaatst; op ditze - de contract komt een door hem ondc toekende verklaring voor, dat hij die nandieekeningen zelf heeft geplaatst. vDe heer Verkooy voegt hieraan toe, dat hij die bekentenis heef; plaatsen, anders was hij op het W Perpoorts:ti ondat door de politie omsingeld was, gearresteerd). Een valsch contract, door hem on- üertcekend met den naam der firma Sabelis te Haarlem. Een valsch contract met onleesba- ren naam. Verschillende brieven en briefkaar ten, door afnemers aan de firma schreven, waarin zij melding doen van geldopname door hem; opgemerkt wordt, dat hij ni'et gerechtigd was golden in ontvangst te nemen. Een brief uit Londen, waarin de bemiddeling der firma wordt ge vraagd voor teruggave van gelden, afkomstig van transacties, die valsch waren. Brief van hem aan zijn firma met erkenning. dat hij niet 'gerechtigd was tot opname van gelden. Brief vah Sloten EnMiuizen, aanleiding van een schrijven der fir ma over do levering van goederen; 'hieruit bleek, dat weder geld door hem was opgenomen op een valsch contract Een schrijven van een zékere Van Kleef, over opgenomen gelden. Een schrijven uit- Voleudam waarin de firma wordt meegedeeld, dat Blom de f 112. die hij valschelijk heeft c nomen, niet verrekend, ofschoon hij steeds schrijft, dat dit bedrag reeds door hem is verzonden. Een schrijven van de firma Berns ©n Co., te Amersfoort, waarin wordt bericht, dat aangaande Blom hij den officier van Justitie stappen zijn ge daan. Versclti Mende vaJsche handelingen met de firma Van Houten Verkoute ren te Halle (België). Idem met de firma J. B. van Catz en Zn. Gouda". In aansluiting met deze laatste zaak Heest de heer Verkooy nog de volgende verklaring voor: „Afschrift. In antwoord op uw schrijven be richt ik u, dat voor meur dan een üental Jaar, de door u genoemde heer vertegenwoordiger is geweest voor de firma J. B. Catz tai Zoon. Zoover ik weet is mijn vader er zonder schade afgekomen, nieit zoo echter andere firma's in ons land. 't. Is ©on gevaar- 1 ij k mensch cn het is mijn meemimg dat het hetor is niet in relatie met hem te taiedem" De lieer Verkooy zegt, dat, deze meilodeelingcn over de zaak-Blom een nadere toelichting zijn op hetgeen in de spoedeischende vergadering Dinsdag 1.1. is meegedeeld. B® pofitiequaestie. De heer Verkooy zegt, dat hij en anderen verband me enen te zien tus- schen de zaak-Blom en wat ten laste geiegd wordt aan den inspecteur pohue Rotteveel en den agent Tijs- i.rman. Do [inspecteur van politie en dje agent zijn, zegt spreker betrokken hij oen industrie te Schoten, wat nij in strijd ucht met hun ambtsinstruc tie, die 't drijven van handel of uit oefenen van een beroep verbiedt. De stukken op deze zaak betrekking hebbende zijn door bemiddeling van den Burgemeester, ais hulp-officier van Justitie, gesteld in handen van don Officier van Justitie te Haarlem. Maar spr. heeft vau te voren foto grafische reproducties laten maken. De Voorzitter deait mede, dat de Officier van Justitie de stukken weer tijdelijk heeft afgestaan, ter be schikking van den Raad, zoo die de oorspronkelijke stukken zien De heer V erlcooy leest thans een fotographiechc reproductie voor „eener nota van overeengekomen re gelingen" over liet aandeel van de betrokken politiemannen in do fa briek van koperwerken der heeren Pigge en Bosman, Dezo nota luidt ais volgt: „Al de orders die opgenomen war den, worden bij mij (dé inspecteur, zegt de hec-r VorkOoy) bezorgd (via Bioemfontiëinstraat 12) (de agent Tijs Urrnan, zegt de lieer V.)r Ik noteer ze in 't orderboek cn stuur ze dam terug naar de fabriek. Is een order klaar, dan ontvang ik daarvan be richt (via Bloemfonteinstraat 12) met vermelding van den datuum waarop ze zal worden verzonden. Ik maak dan de factuur en ver zend deze. De fabriek zorgt voor verzending van de order. Is deze verzonden, dan ontvang i.k daarvan bericht (via Bloemfonteinst.raat 12). Het voor de geleverde artikelen te ontvangen geld moet door den kooper worden afgedragen aan vennoot Bosman di rect bij bezorging, of anders wordt over dat geld door mij gedisponeerd. Mochten personen aan de fabriek betalingen doen, dan worden die be talingen wekelijks des Vrijdags ver rekend, tegelijk met het door Bosman ontvangen bedrag. Eens per week, des Vrijdags, te beginnen Vrijdag 31 October 1919. wordt afgerekend. In komsten worden met uitgaven ver geleken cn ieder ontvangt 1/3 der winst. De fabrikant (vennoot Pigge) betaalt uit arbeidsloon, betaalt vracht Kosten, enz. Des Vrijdags wordt ook dat uitge geven geld verrekend. Inkoopen mogen niet door Pigge of iemand anders worden gedaan dan nadat daarvoor door ons d r i e ën een bon is geteekend. Die bon blijft in mijn administratie (klei ne inkoopen zijn hiervan uitgezon derd). Een dupucaat-bon kan desge- enscht in de fabriek "bewaard blij ven. Betaalde rekeningen komen bij mij terecht. Als hulp voor de administra tie enz. wordt aangenomen T. (wel bekend). Kosten daarop vallende neem ik voor mijn rekening. Terug betaling van liet door mij voorgescho ten geld, vindt zoo spoedig mogelijk geheel of gedeeltelijk plaats. Is door Pigge en Bosman ieder 1/3 daarvan terugbetaald, dan zal een nadere re galing worden getroffen betreffende door hen te genieten salaris. (w. g.) R." iö/10/19i9. Na de voorlezing van dit stuk zegt de heer Verkooy, dat de zaak z.L ge dreven werd door drie vennooten Rotteveel, Pigge en Bosman. Na één week werd reeds winst gedeeid. Hoe dat mogelijk is bij een beginnend be drijf, begrijpt spr. niet. Gedurende die 5 weken is aau elk der vennoo ten f 58 tot f 60 uitgekeerd. A an dit bedrag moest de inspecteur Rotte.o.. 1.3, dus een f 20 afstaan aan triit agent Tijsterman. De boekhouding werd door inspecteur Rotteveel ge houden en spr. moet zeggen, dat deze boekhouding geen net stuk werk was. Winst is weer als uitgaaf geboekt. Eon der duurste boeken, een copieèr- boek is, naar spr. afleidt uit bijna on leesbaar gemaakte woorden eigen dom der gemeente. De inspecteur hoeft dus, zegt de heer Verkooy een copiearboek van de gemeente ont vreemd. Dit cpicerboek, dat aan de gemeente 1 o.oti heeft gekost, heeft inspecteur Rotteveel voor 1' 2 overge daan ,aan dc vennootschap. Aile administratie werd door den ispeoteur gevoerd. Toen een firma te Leiden een order niet accepteerde, schreef de inspecteur een brief, zegt de heer Verkooy aan de Leidsche fir ma, waarin gezegd werd, dat zij f 50 moest betalen, dan zou hij aan de zaalc geen gevolg geven. Toen de hoor Rotteveel te Berlijn vertoefde werd de administratie door den agent Tijsterman gevoerd, ure heeft stukken met den naam „Rotte- ixJ geteekend. Tijsterman, zegt de heer Verkooy, schijnt een kraan te zijn in het namaken van fiandtoeke- nmgen. Toen de lieer Rotteveel terug was, vond deze dit zeker be erg, al thans de n. aiu „Rotteveel" is op een der stukken doorgesclxrapt en ver vangen door eeinge letters, die niet goal leesbaar zijn. Toen kwamen moeilijkheden met dc zaak Blom, waarbij verschillende per. sonon nogal financieel geïnteresseerd waren. De heer Verkouij acht het waar schijnlijk, maar hei is niet zeker, dat Blom ook hij de koperwerkenfa- briek financier! geïnteresseerd was, Toen ging de zaak Biom aan het roi- len. Inspecteur Rotteveel kreeg toen ineens haast om zijn geld terug te krijgen. Hij liet de firmanten bij zich komen cn gaf een niet geteekand ac cept, dab zonder vervaldatum was tot een bedrog van f 1250 ter teekening. De humane geldschieter, zeide de heer Verkooy, maakte een goed gebruik vah zijn macht door te dreigen met gevangenneming, wanneer zij niet teekendion. De zenuwachlagste der firmanten vertikte het, Toen hij eenmaal het accept had, sclireef de inspecteur het volgende briefje op 1 December: „Schoten, len 12 '19. Den Heer Pigge te Schoten. A's ik Woensdag a.s. das middags om twaalf niet al mijn geld heb, zaJ tegen' u én Bosman een strafzaak Bc-, gorinen worden wegens verduistering van mijn geld. Rotteveel". Toen kwam hier Donderdag da zaak-Blom aan het rollen. Daardoor kwamon Pigge en Bosman er toe mij; dea nachts om 12 uur op strtfSt óp te. wachten en vroegen een onderhoud.' Ik heb toen al mijn fractiegenooten, behalve Verton, die in Zeeland was, in verband met de txamstaking, bij- eroepen en aan Bies en mij werd een onderzoek opgedragen. Pigge en Bosman deden, toen we er kwamen, zeer geheimzinnig. De boekhouding was overal verstopt en we kregen weinig te zien en evenmin te hoeren. Ik heb toen tegen Bies gezegd: „De mcuschen hun broodwinning staat op, 't spel, ze zullen niet ter spreken; voir zij weten, dat zij geholpen wor-' den We hebben toen beloofd om ie' trachten het geld, dat ue inspecteur terugvorderde, bijeen te zien gen en toen we daarin slaag'in:: en geld bijeen hadden en nog veel om dc zaak uit te kunnen brei- liebbt.ri we alle bescheiden in 1Landen gekregen. Die waren overal verstopt. De firmanten waren met in beslag-' neming en met huiszoeking en fouil- leering gedreigd en hadden daarom de stukken zoo opgeborgen, dat als de een gevangen genomen mocht wor den, de ander mij de stukken zou kunnen breng-.ii. Een stuk had een der firmanten tusschen zijn schoenzolen verborgen, opdat men dat bij fouiileering niet zou kunnen vinden. Zoo had, zegt de heer Verkooy, die knappe inspecteur van ons er dun schrik in gebracht. We hebben toen de administratie nagesnuffeld' en daarbij is gebleken, dat de inspecteur van politie de Ze-; gelwet ontdook door ongezegelde qui- tanties af te geven. Het is hier zoon zoodje, meen!, de heer Venkooy, dat we zulke politie- menschen niet langer kunnen loslaten op de gemeentenaren. Wij meenden deze zaak in een openbare raadsver gadering te moeten behandelen, niet alleen ter wille der openbaarheid, maar ook om pressie uit te oefenen op den Burgemeester, dat deze nientclien onschadelijk zullen worden gemaakt. Dergelijk geknoei heeft te Schoten al tijd de samenwerking der partijen ver hinderd. Er moet zoo spoedig mogelijk ingegrepen worcen. Het jusütiec-Ie onderzoek moet zijn loop hebben maar afgezien van aüe mogelijke strafbare feiten, staat bij mij vast, dat een in- Koectenr, die zoo met een agent schar- niet behoort gehandhaafd te wor- i; bi dén moeten worden geschorst, i li deze zaa.< is ons nader gebleken, gt de heer Verkooy, komen verschil lende zaken voort. Toen er electrici- teït begon ie heerschen en toen de dingen begonnen uit te lekken, wer en er onder het ambtenaarepersoneel gemeente zenuwaeh-ig. Er begon -•at uit te lekken, en zij, die waar schijnlijk in nauw verhand stonden met den inspecteur van politie begon nen lont te ruiken. Twee personen habben mij verklaard, en willen dat onder oede bevestigen, dat toen de zaak-Rotteveel ging dTaaien, de ge- meente-secretarLvlïe J°ng, die al aan de vennooten f 200 had ter hand ge steld, Woensdagavond bij de beide firmanten is gekomen en hun heeft aangeboden iiet aandeel, dat inspec teur Rotteveel terug wilde nemen, over te nemen. Zij hebben toen ge zegd, dat zij reeds met iemand bez.ig waren, en dat zij liefst geen gemeente ambtenaar weer in de zaak betrokken Donderdagavond is toen de heer De Jong teruggekomen en heeft f 1500 aangeboden, mits hij dan alle boeken en bescheriden in handen kreeg. De voorzitter: Dat zijn toch maar geen losse geruchten! De heer V e r k o o y: Twee perso nen verklaren dit onder eede te willen' bevestigen. Dc lieer Pruschen: Heb: u den indruk. dat die personen betrouw baar zijn? De hoer Verkooy: JaIk heb toen gezegd, Iaat de secretaris mnar prateii en zeg maar niets. Het is mijl bekend, dat inspecteur Rotteveel kort- geleden f 1600 van de Nutsspaarbank heeft gehaald- en nadr Berlijn ïs ge gaan, waar ook Blom en de heer De Jong zijn geweest. De heer Rotteveel had 30.0W) mark toen hij ging en toen hij terugkwam, zei hij niets gekocht te hebben en toch niets over te hebben. Later is geble- dafc er een zuiggasmotor is gekocht. De firma Zijdveld heeft de machine overgebracht naar de fabriek en de vracht is betaald door den Gemeente secretaris. De Gemcent e-se cretari s: U liegt »n commissie! De heer Verkooy: Mijnheer da Jong, ik heb u in de vorige vergade ring na uw plechtige verklaring, dat u niets met Blom uitstaande hebt ge had, gezegd, daar ik onder den indruk van uw verklaring 'kwam, dat ik u meer geloofde dan mijn eigen waarne ming. U hebt met het recht mij van een leugen te betichten. Een der leden: De he r De Jong is nscli DE GESCHIEDENIS VAN DEN VAN DEN ROODEN PIMPERNEL, door BARONESSE ORCZY, hj zouu.' erge ten; hij alleen, hij, zou do inlgestootene, paria blijven, voor altijd als ver- gebrandmerkt "ij nadert de hut opnieuw en voor kort oogenhlik lichten zijn doffe H'tfi op; GiMft is daar Gilda, die 5 lief heeft, cn wier nabijheid in de Ksomstige, zorgvoilo jaren hem een vergoeding zal zijn voor bic vemriclerïng en schande, die hij Ht doorgemaakt. Vandaag zou zij liem, misschien, volgen; maar Stoutenburg's ade zon haar koelheid over Hij voelde, dat hij haar iic-f- tou weten te verover en, a.!<? lm 71' eerst met haar alleen in --en ander land, als ook zonder familie en vrienden zich tot hein zou wenden S'Descherming en liefdé. 1-Iij twij felde niet; 't moest gelukken en een i zachte st.rauJ van hoop vervulde zijn ziel, dat haar liefde hem dan ook geüuk zou aanhrengen en hem weer moed en kracht zou geven om een nieuw leven te beginnen. XLII. Het gevecht b ij den Ingang. Van den achterkant der hut drong het geluid van bedrijvigheid en be weging tot hem door. Hij hoopte maar, dat Reresteyu zoo slim go- weest was, om de slede voor het ver trek gereed te maken, en daarom riep hij luid den naam van zijn vriendEon spottende stem ant woordde hem echter: Riep Uw Edelheid mij mis- sahien Uit den nust. die nog om het kiei- no gebouwtjs hing, kwam- plotseling de rcusachligo gestalte van Diogenes te voorschijn. Hij stond geleund te gen <kn deurpost der hut. De rech terhand had hij in zijn wambuis ge stoken en giet ruiker hield hij hei gevest, van zijn degen omklemd; zijn gedeukte hoed stond schuin op zijn hoofd en hij keek zijn naderenden vijand aan met c. -n wool ijken, doch Wodijk mi nachten den Wil;. Eoi'st d.tchl Stoutenburg niet anders of zijn koortsachtig brein speelde hein parten; maar toen hij begreep, niet met een visioen te doen te hebben en do werkelijkheid tot hem doordrong, uitte hij een ruwen, heeschen kreet als van een gewond beest. Sine r ap, schoelje! schreeuwde hij woedend. Schurk! bandiet! schelm! boos wicht! Alles tot uw dienst, noem mij maar zooals u wilt, riep de philosoof hem kalm toe. Jan! riep Stoutenburg. Jan! waar ben je? Niet ver weg, edele heer, ant woordde de ander. Jan is een dapper soldaat, maar tegen drie philosofen kan hij niet op, niettegenstaande een van hen eerst w;is vastgebonden. Jan is op zijn post gebleven, ont houd dat, heer, voegde hij er ernsti ger aan toe, hij bleef, toen al uw volgelingen en vrienden op de vlucht gingen als muizen bij het naderen Vaji een kat. Wij hebben hem niets gedaan, omdat hij een flink soldaat is, maar wij hebben hem gebonden om hom te verhinderen ïnfip le gaan halen, die wij op 't oogenbük nog best missen kunnen. Jou brutale vlerk! U hebt gelijk, edele heer. Ik ben n onbeschaamde kerel en daar ben ik tro!f"'li op ook, want ik bleef hier met opzet achter, tea wijl mijn kame raden bezig zijn alles in orde te ma ken, ik b-eof Ifier met opzet om die onbeschaamdheid op u nog wat te oefenen en te zien hoe iemand er uit ziet, die door een bnitaien vlerk in zijn gezicht wordt uitgescholden voor een ellendeling «n een ontaarden schurk. Hondsvot, riep Stoutenburg, wit v.-.n kwaadheid uit, als je dan ge bleven bent om met mij te onderhan delen, zal ik je antwoorden op een roanier waardoor je je volgende bru taliteiten zult nalaten. Laat me da delijk door, ik heb wat in de hut te verrichten. Dat weet ik, edele heer, maar ik vrees, dat uw werk zal moeten wachten, tot twe© philosofen, ge naamd Pythagoras en Socrates, met het hunne gereed zijn Wat bedoel je? Laat me door, pas op, anders. Anders zal voor de tweede maal uw wraak op mijn onwaardig hoofd neerdalen. Wat heb ik niet afmoeten lijden onder uw machtigen toom. Je haat 'moeien hangen vóór dat Dat is een verzuim en ik vree®, dat wij het aan dc toekomst moeien overlaten om daarin te voorzien. Ga op zij, kerel! schreeuwde Stoutenburg hecsoh van woede. Iiij trok zijn zwaard cn sloeg snol naar zijn vijand; hij herinnerde zich dat de man aan den schouder ge wond was en zag nu, dat zijn rech terhand daardoor tijdelijk onbruik baar was geworden. O, ho, edele heer! riep Diogenes vrooLijk, terwijl hij met zijn iinker hand Bucephalus uit de schede trok. U hebt zeker vergeten, of mis schien nooit geweten, dat mijn degen even zoo goed past in mijn linker sis in mijn rechter hand. Als oen woedende stier viel Stou tenburg opnieuw zijn tegenstander aan;'maar Diogenes was op zijn hoe de, kalm en bedaard in zijn bewegin gen als een bedreven schermer be taamt. Stoutenburg, kokend van woi-.lo onhandig en onbesuisd, was al dadelijk in het nadeel, doordat de avonturier kalm en vxoolijk een meester bleek tn het zwaardgevecht, een meesier ook in zelfbeheersching, in hot bedaard afwachten tot het gunstig oogenhlik zou komen; geen dadelijke uitval of stoot, maar stil op zijn hoetic. 't Scheen wel, of Bu cephalus zich vermenigvuldigd had, zoo snel glinsterde soms het staal in het grauwe licht om dan weer plot seling te verdwijnen. Stoutenburg zag het gevaar dade lijk Ln. Hij was verre dc mindere in dit schitterend zwaard gevecht; zijn tegenstand- r scheen slechts wat met hom ie spuien, maar Stoutenburg voo Ida, «lat da «Uendaling ia ataad slaan, hem wapen uit tie band te het hem goc-d c.acht. roede verblindde hem} het bloed was hem naar hot hoofd go- stegen en zijn slapen klopten terwijl de ander hem met vroofijke uitroepen aanhitste en bovendien n'-g het voor deel had van in den rug gedekt to zijn door den muur achter hem. - Flink zoo, edeVe lieer! riep hij vrooiijk, als ik tiaar zoo dik was als u schijnt te denken zou uw zwaard lier recht door mijn zij ge gaan zijn. Jammer toch, hè, dat ik- wat breeder ben en maar niet ge raakt wil worden? Nu, daar dan, riep hij zijn tegenstander toe. terwijl hij hem met eon vlugge handbewe ging het wapen uit de hand sloeg, en veroorloof mij u dit zwaard weder aan te bieden. Hij bukte snel, raapte Stouten burg s degen op cn hield dezen' met zijn slank© vingers aan de punt yast, me' uitgestrekt en arm. terwijl hij spottend lachte en overdreven hoffe lijk boog. Zullen wij Jan roepen of een \an uw vrienden om u te helpen? Ik zog daar juist ceriige van hen mefc buitengewone haast het gastvrij dak van dezen molen verlaten, maar mis schien zijn er nog wet één paar ach ter gebleven. JWerdt rervoliid-l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1919 | | pagina 5