HAARLEM'S DAGBLAD Tien dagen in België ZATERCAQ 17 APRIL 1920 DERDE BLAD Rubriek voor Vrouwen. DALCROZE IN ENGELAND. Na al deze jaren, waarin zoo wei nig internationaal verkeer mogelijk was. vooral op het gebied van kun sten en wetenschappen, is het wel een verblijdend teelten, iridlen voor aanstaande menschen weer kans ■zien hun licht niet alteen over eigen landgenooten, maai- ook in breeder kring te doen schijnen. Misschien zijn ook juist dezen de pioniers van hetere en vredelievender verhoudin gen al komen zo niet direct meit dit doek De lezingen met demonstraties, die dit voorjaar door den heer Jac. Daicroze in Engeland gegeven wor den, zijn dan ook een ongekende ge degenheid voor opvoedkundigen oin uit te maken welke plaats de ryth- mische gymnastiek bij het onderwijs moet innemen. Het is jammer, dat sommige uiterlijkheden bij de de monstraties eenigszins verwarrend werken, vooral bij die, personen, die de dans- en muziekkunst uitsluitend als een vermaak beschouwen. Het nioerendeel van hen, die zeggen, dat hun kinderen muziek leeren, bedoelt daarmede, dat dezen op de piano of op een ander instrument iets ee- ren spelen, waarmede zij andaren genoegen verschaffen. En dansen op het tooneel is in hun oogen iets, wat misschien heel aardig is om gade te slaan, maar ze zijn volstrekt niet overtuigd van de moreele of «itistieke waarde dezer kunstuiting. En nu is juist het eerste wat dui delijk moet uitkomen bij de ryth- nusche dansen van Daicroze dat zijn onderwijs noch met deze populaire opvatting der muziek, noch met oie der toon eel-danskunst Iets te maken heeft. Men moet trachten zich los tc niaken van den uiterliiken kant. die door 't gebruik van tooneel en voet- Licht, ook door de kleeding der medewerkenden altijd nog te veel aan het ballet herinnert. Een derge- lijke demonstratie leert aan den op voeder in het algemeen meer nog dan aan den muziekonderwijzer, hoe het samengaan van gehoor en bewe ging een staat van groote levendig heid en beheerschirig van het ü- cliaam bevordert, die 'n onschatbare hulp zijn bij de opvoeding in het al gemeen. Gehoor en beweging zijn toch de gronden van muziek- en danskunst en de geestelijke m phy- sieke condities, die zij scheppen, wor den de basis voor abc kunstuitingen op dat gebied. Rythmische gymnas tiek alleen vormt geen kunstenaars, maar zij maakt de technische weder gave zoo gemakkelijk, dal deze hel onbewust eigendom van den leerling wordt. De kunstenaar gelooft, dat de kunst veel bijdraagt tot de alge- meene opvoeding van den normalen mensch. maar anderzijds verlangt hij, dat deze zoo ontwikkeld zij, dat hij gevoelig is voor de uitingen der kunst. De leer van Daicroze nu werkt in beide richtingen; in het begin al leen. als opwekking en beheerscliing der vermogens van lichaam en ziel; later wordt de geest ingewijd in de geheimen van maat en har monie, maar vooral van het rythme, zoodat de gevorderde leerling een meesterschap heeft verworven over de taai der muziek, oneindig groo- ter dan door even zooveel uren pianostudie te verkrijgen zou zijn Daicroze zelf zeg;: „Indien wij met het woord toonkunstenaar iemand aanduiden, die in staat is muziek te lezen, zingen of op eenig instrument te vertolken, dan is de gewone mu- z.kale opvoeding zeker voldoende. Maar ais wij met de naam musicus iemand bedoelen, die in staat is cm niet alleen het geluid te hooren, maar ei- naar te luisteren, het in zich op te nemen, mede te voelen mot al zijn schakeeringen van melodie en harmonie, van klank ,on diepte, don is de tegenwoordige opleiding alleen goed voor de leerlingen met groote natuurlijke begaafdheid, maar dezen zijn de uitzonderingen. De heden daagse he muzikale opvoeding ontwikkelt het intellect en do tech nische bekwaamheid, maar verwaar loost wel eenigszins 't leeren hooren. Het maatgevoel komt te veel in de plaats van het rythmische gevoel, dat bij iedereen van jongB af aan ontwikkeld moet worden. Daar het onderwijs dus niet tegemoet komt aan de behoeften van de leerlingen met weinig of slecht gehoor, kan het nooit de muzikale ontwikkeling van het geheele volk op hooger peil brem gen. Het aanvaarden van deze feiten bracht Daicroze er toe om een nieuw systeem van onderwijs te zoeken, dat in staat moest zijn om het muzikale gevoel van het kind op te wekken door gebruik te maken van zijn ook nog zoo beperkte natuurlijke gaven, doo rliein te leeren luisteren naar noten en naar hannonién en lichaam en zieil te laten ruootrillen met het muzikale rythme. Deze leer is voor jonge kinderen bedoeld, omdat voor een volk geen vooruitgang in de kunst mogelijk is, indien de opvoe- ders niet trachten deze ontwikkeling zoo vroeg mogelijk aan te brengen Daarom moet de opvoeding van het gehoor en van het rythmische ge voel reeds op school aanvangen. Maar het speciale muziekonderwijs kan niet beginnen voor de leerling blijk heeft gegeven, dat hij muzikaal ontwaakt is. Muziek wordt niet ai- leen opgenomen door het gehoor, maar aangevoeld door het geheele lichaam en het gehoor en rytliiui- sclie bewegingen moeten ontwikkeid worden door bepaalde oefening, die vooral daann bestaat, dat aiie be lemmeringen van pliyaieken en gees telijken aard worden overwonnen. Men lieott aan Daicroze zijn mea ning gevraagd omtrent de nieuwe studie der psyclio-analyso. Hij ziet daarin onbegrensde mogelijkheden, ook omdat ieder die muziekonder wijs geeft ondervindt, dat liet ver stand dikwijls nnnder telt dan de onbewuste persoonlijkheid, Reizende en demonstreerende in zoo verschil lende landen, voelt hij wel sterk het verschil van raa ook reeds bij het jon ge kind; zoo reageert het Framche en Italiaansche kind anders op zijn methodo dan het Engeische. Maar ook bij zijn studie voelt hij, dat al» men. maar jong begint, hierin een middel gevonden kan worden om het kind niet zoo specifiek Engelsch of Duitsch te doen opgroeien. Als 'een voorbeeld van de kracht der massa opvoeding noemt hij het feit, dat velen zijner Duitache leerlingen hem in het begin van den oorlog zeer veel vaderlandslievende en oorlog zuchtige brieven schreven, maar bij bemerkte dat alle uitingen, ja zelfs de woorden, absoluut gelijk waren, het gevolg van eene opvoeding, ge heel in militairistische richting. Gelukkig constateerde hij. dat er een sterke strooming komt tegen de massa-opvoeding en men hoe langer hoe meer gaat gevoelen voor de ont wikkeling van het individu. Ten slotte nog een algeraeene be schouwing die Daicroze aan 't begin van een zijner lezingen gaf. De eer ste plicht van den opvoeder, zeide hij, bestaat daarin, dat hij het kind moet toerusten met oen zuiver gestemde ziel, een krachtig en goed ontwik keld lichaam, hem bezielen met ver trouwen In zich zelf, vertrouwen in zijn omgeving en vertrouwen In de toekomst. Zijn verbeelding moet be waren voor slechte fantasie, hem leeren zuiver, waar en rechtschapen waar te nemen en einde»ijk hem mot juistheid on op het goede oogenb'ik dis handelingen doen verrichten die zijn oordeel en gevoei goed keuren en noodig achten. Indien tot het bereiken van dit ideaal do Rythmische gymnastiek meewerkt, dan zullen allen er wel warme voorstandere van zijn. P. J. WILLEKES MACDONALÜ- REYNVAAN. INCONSEQUENTIE EN DE MODE. Rogenmantels bij mooi weer. Regenhoeden als gekieede hoofddek sels. Nog steeds tullo. De mode-kleur. De moeilijkheid van elgon werk. Een vrouw, die graag naar de laatste mode gekleed gaat, zou het allesbehalve aangenaam vinden, wanneer zij tit de conclusie moest komen, dat zij er wel modieus, maar tegelijkertijd opgedirkt uitziet. Want een goedgekleede vrouw ziet er of zeer eenvoudig uit, of haar kleeding is meer opvallend, maar onder ling toch in goede harmonie. En het ge vaar voor te veel schelle kleuren en te veel versierselen is in den laatstee tijd weer aanmerkelijk gxooter geworden. Maar aan den anderen kant kan de een voud ook te ver worden doorgevoerd. En wie bij het prachtigste weer van dc wereld eeu dame tegenkomt met haar regenmantel aan, kijkt onwillekeurig naar de mooie, blauwe lucht, of zich daar soms ook onheilspellende wolken gevaarten vertooncn. Intusschen blijft het niet bij die eene vooral in Amster dam is de voorkeur voor regenmancels als voorjaarscosiuum buitengewoon groot. Zeker, zij zijn over het algemeen van stof, en wel van gabardine, wat een zeker „cachet" geeft, maar de saaie grauw-bruine kleur, de mouwen, die van onderen dichigchaald zijn, de ceintuur van de stof, die met een gesp, liefst zoo onverscimjig mogelijk, wordt dichtge trokken, geven er zonder twijfel het stempel van „regenmantel" aan. Dat deze mode uit Frankrijk zou komen, is niet denkbaar zij is natuurlijk van En- gcischen oorsprong, omdat de Pari- sienne geen regenmantel draagt. Nu zou voor ons klimaat deze dracht uitstekend geschikt zijn, wanneer de draagster daarbij nog in het bezit was van een aardigen voorjaaismantel. Maar gabardine is een dure stof, en de mees- teu kunnen zich die dubbele weelde niet veroorloven, zoodat tot den regenmantel besloten wordt, omdat deze iets nieuws is. En nu wij op het oogeablilc blijk baar weer in een periode van veel regen zijn aangeland, is een enkele zonnige dag met een blauwe luch'. als een ohse in de woestijn, en voelt men neiging de kleeding daarnaar in te richten cn alles wat aau regen doet denken, diep in de kast weg te hangen. Waarom stellen de dames zich dan niet tevreden me' een mooien voorjaarsmantel cn getroosten zich de moeite een parapluie mee tc ne men, wanneer de grauwe wolken regen voorspellen? Haar hoeden willen zij toch ook niet nat laten worden! Dan zijn er natuurlijk de regenhoe den, die uitstekend aan hun doel beant woorden, maar die dan toch ook alleen voor nat weer geschikt zijn. Dat schijnen echter sommige modisten niet te vinden eu die hebben een wonderlijke crearie van den regenhoed gemaakt, door de zen de meest grillige vormen ie geven cn hem dan met zijde te bestikken. Regen hoeden zijn nooit mooi, alleen maar doel matig, hoewel zij sommige frissche ge zichten wet kunnen flat'eerem Maar hoe er nog aftrek is voor geborduurd, glim mende hoeden, die daarbij nog niet eens voor re-en bedoeld zijn, zal den ineesicn dames toch wel een raadsel wezen. Uij voorkeur zijn zij beslikt met naturel- kleurige zijde, wat hun he' aanzien geeft, alsof ïij erg oud zijn en nu op alle vou- weu'Soorgebarsten, Men ziet ze nog ivcl dragen, maar hoe zoo'n glimmend ding mooi gevonden kan worden, is ons niet recht duidelijk. lutusscnen doen de F'raosche tijd schriften een bod op de handigheid harcr lezeressen en raden aan, de oude, ge deeltelijk versleten kleeren van verleden jaar uit elkaar te halen, en dc goede siukkcn weer <e gebruiken om er met wat nieuw goed, nog een aardige voorjaars japon van te maken. Effen blauwe ja ponnetjes leenen zich daar uitstekend tos, wanneer dc verminderde siof-vo.r- raad dan me- oen ruit of een streep wordt aangevuld. Deze !i,onnen worden dan zonder mautel gedragen, terwijl eeu eenvoudig, klein 'hocdjé, meest gegarneerd met sim pele veeren, dit alles tot een zeer gedis tingeerd geheel maakt. Hoewel de kleeren zelf meer versierd en opgemaak' worden dan verleden jaar, zijn dc kleuren gelukkig van bescheide ner aard. Vooral lichtgrijs is voor de voorjaars- en vroege zomercostuums een gelielkoosde tint, maar ook roodbruin in alle nuancen wordt veel gebracht. Nu lijki de laatste kleur ons voor de meeste Hollandsche vrouwen geschikter dan de eerste,- omdat grijs 3e m.Wtste blondines niet fiatteert/ Het fuavt: bleek, en hoe mooi de tint ook overigens zijn mag, rij geef: aau het gezicht heel vaak iets doodsch en saais. Roodbruin daarente gen „haalt op", sooals de term luidt laten de donkere Fran^aises rich daar om met hun lichtgrijs vergenoegen, wij gevoelen ons hier meer geneigd tot de donkerder en sprekender kleur. Tulle schijnt voorloopig nog in de mode te blijven, wat dus het toewijs er van is, dat de uitstaande rokken ook nu nog, evenals verleden jaar, hun ont staan te danken hebben aan de tullen- garneering, waardoor de breede heup- liju zeer duidelijk als schijnbaar wordt gekenmerkt. Gelukkig maar aan he* natuurlijke figuur van de vrouw wordt daardoor weinig afbteuk gedaan, en een japon met tulle-versiering, hetzij langs de mouwen, den hals en de taille, nctzij over de heupen, kan, wanneer zij goed gedragen wordt, een alleraardigst luchtigen en jeugdigen indruk maken. De tailleiijn is nu algemeen onder het middelzelfs de mantels, die mees* geen ceintuur meer hebben, maar door hun model het figuur aanduiden, heb ben een lage taillelijn, en dan is de man tel meestal zóó gemaakt, dat de draag ster, wanneer zij tenminste een goede houding heeft, in he' rechte rugpand vanzelf een horizontalen vorm doet ont staan, die ook weer even onder de taü'e valt. Deze lijn breekt de strengheid van dc ruglijn en vormt als het ware een verbinding tusschen de aangerimpe'de heup stukken. Heel vaak is er dan voor aan nog een klein ceintuur je, dat zoo veel mogelijk op zii wordt dichtgestrikt. Uit alle modeplaten kan intusschen worden opgemaakt, dat her weer steeds moeilijker wordt, om japonnen en voor al mantels zelf te maken. Al de losse modellen, die wij gehad hebben, leenden zich daar uitstekend toe, maar de nieu we mode vraagt een groote mate van handigheid en initiatief voor het eigen werk. En voor haar, die de moeilijkhe den niet goed kunnen overzien, verdient net meer aanbeveling, een enkele japon zelf te maken zonder te streven naar iets hyper-moderns en het overige maa: te koopen. Het bedenken en ui.voeren van een mooie, moderne garderobe is zeer moeilijk, en wij kunnen de oonaangc- vende dames in Parijs cn Londen in dit opzicht gerust als kunstenaressen iu haar vak toeschouwenl E. E. PERREBOOM. i. Iemand, die in Belgiö is geweest eu in Holland terugkomt, kan er ze ker van zijn, dat hem door zijn ken nissen geregeld dezelfde vragen wor den gesteld; „Heb je op je reis nog veel van den oorlog gemarkt! Hoe is de stemming der Belgen tegenover de Hollanders! en Is het in Belgiö net zoo duur ais; in ons land!" En even vast. kun je er op a«}1. eeii Hollander, dien je in België toe vallig ontmoet, je onmiddellijk een 'paraplu of een wandelstok of een hoed onder den neus duwt met de vraag: „Hoeveel denk je, dat ik daar voor betaald heb! Of je je geamuseerd hebt en of je veel hebt gezien, interesseert den menschen maar matig; het. zijn altijd weer dezelfde 3 vragen, waarop ze terugkomen: de oor'og, de stemming r Belgen en de duurte. Nu Ik hier voor de lezers van Haarlems Dagblad eenige mijner indrukken van mijn uitstapje naar België ga neerschrijven, zal ik met die duidelijk ui"gesproken Helena stelling rekening houden. Ik heb dan hoop, dat men deze „reisbrie ven" tot bet einde toe zal uitlezen. In het Noorden van België en in Brussel en Antwerpen merk je als reizigers van de naweeën van den ooriog betrekkelijk heel weinig. Wel valt je dadelijk aan de grens het verschil van reizen tusschen vroeger en nu op, en denk je, als je eerst in Roosendaal en later in Esëohen met, al je handbagage lajigs heb perron zeult en je je met moeite veroverde plaatsen in den trein door anderen ziet ingenomen, zuchtend aan den goeien ouden tijd, toen je handkof fers nog in den trein gevisiteerd werden en je van Haarlem naar Pa rijs desnoods aan één stuk kon blij ven zitten. Gemakkelijk wordt het reizen naar het buitenland je allerminst gemaakt en de reizigers zelve doen nog alles om de kleine grensmisèrea zoo onaan genaarn mogelijk te maken. Het ge drang in de douanenkantoren was ai- le vier malen, dat ik ze moest pus- seeren, zóó groot, alsof de menschen bang waren, dat het heele station binnen 5 minuten in de lucht zou springen. Het Is opmerkelijk, hoe onbeleefd en ongemanierd de meeste dames en heeren aan eon grenssta tion dadelijk worden; het is, of men de meest gewone vormen niet meer in acht behoeft >ie nemen, zoodra men maar den uitgang van een douanen- kantoor ziet. Alles dringt en duw.r en werkt met ellebogen en schouders om maar het eerst binnen en weer buiten te zijn en pas ais men vei.tg en wel een hoekplaatsje in den trein veroverd heeft, begin*, men ztok weer te herinneren, dat men geen pakjesdrager of bootwerker maar een op reis zynde mijnheer of mevrouw ia. Van Antwerpen naar Roosendaal reisden wij toevallig met een onzer meest Lekende en tegelijk geestig ste Hollandsche vrouwelijke com ponisten, die zich hierover ook be klaagde. „In Parijs", zei ze, „moest mijn bagage gewogen worden, inaar eiken keer, als ik meende, dat ik aan de beur; zou koinen, drong mij op eens weer iernana op zij en ging voor. Toen heb ik een truc bedaehi. Ik begon op eens, met een kleine variatie op Paust, te zingen; „Pesez, pesez, ma belle, pesez, pesez toujoure!" (weeg dan, weeg duri, mijn schoone, weeg altijd inaar door). De beambte hoorde het en begon te lachen. „Donnez, madame!" riep hij en al wegend, neuriede hij met me mee: „Pesez, pesez, ma beile, pesez. oe- 3c*z -oujourst" Zoo heeft de muziek mij toch nog op reis gohoipeu.1'-' TV Belgische wagens hebben zich tiO'.'i bejMialó onder- h.iion door groo.e netheid en na den oorlog ls dat er niet op verbeterd. De tweede klasse coupés der van Dttkechland overgenomen rijtuigen zic/i er met hun papieren of vernielde zittingen vooral op de minder drukke lij nen nog zeer verwaarloosd uit. De verrichting Hn de welnen is des avonds precies voldoende om, als Je den coupó uitgaat, niet, tegen de kuieön van je medepassagier te stooten- Van lezen in. den trein is bij die walmende pitjes natuurlijk geen sprake. In .Antwerpen zijn bij.ua alle door bet bombardement beschadigde hui zen er zijn er 800 geweest weer opgebouwd of hers-.e l d. Al leem In den omtrek van de Place Verte -- bij de gioo'.e kathedraal zie je nog groo te open plekken, maar het valt, je niet zoo dadelijk op, dat dit „oorlogs schade" is, doordat de meeste hui zen rees geheel zijn afgebroken of weer in aanbouw zijn. In een groo.e stad worden nu eenmaal aldoor hui zen reeds geheel zijn afgebroken of inen niet toevallig wist, dat daar in Antwerpen ruines van stuk geschoten huizen hadden gieetaan, zou men zon der er acht op te geven dio leege plekken .met de houten schuttingen er omheen, zijn gepasseerd. Wat mij in Antwerpen evenwel dadelijk op viel, waren de vele soldaten van allerlei landaard, die zich nog steeds in de Scheldestad ophouden. Je zag er uniformen van alle geallieerde naties: Engelachen, Amerikanen, Franschen Turco'e met hun roode fezzen vooral en natuurlijk zc-er veel Beigen. Antwerpen is de stapel plaats voor her. oeze.te Duitsche ge uiod en je zag er mei de PaaschL.a- geri dan ooa meer mziiuurau dan m Holland gedurende den druksten mo- oiiisauoujd. Dc Belgische soldaten maken ui terlijk een zeer goeden indruk. Een euKelan keer zag ik er wel éen, ais in ons dierbaar vaderland, mei oe na hoen in zijn zakken langs de straat sloffen, maar over hei alge - ineen zit er in den Belgischen soluaa* van tegenwoordig toen auideujk nieei elan, meer zeltöewusLziju can voor deu ooriog. De schildwachten bij voorbeeld bij het Koninklijk Paleis .e Brussel liepen steeds met een vluggen, correcten pas heen en weer en zagen er in hun velduini'oim t'.nu en martiaal uit. Het was een heel verschil met vroeger, toen ik eens eeu Belgisch soldaat., bij gemis aau een zakdoek, zijn neus zag snuiten in de nationale vlag, waarbij hij ge plaatst was. In Brussel trof ik toevallig den ver jaardag van koning Aibem en was ik getuige van het défilé der troepen tang» het Koninklijk patcis. Van een «eheele demobilisatie is in België blijkbaar nog geen sprake. Terwijl men bij ons-op Kauinginncda den irocp maar sa'.'eyes bjnnen houd: om aan den volke niet be: poover rei ie van ons leger ie boeven ver ouucn ik t wij iel, of een regenen: '»j ue tegen woordige sterkte 200 man bij een parade zou kunnen „opbreugen" zijn m Bel gië .Ie compagnieën nog e.n go uian sterk cn utac een regiment er rue. een 1000 man uit. Het défilé van het ruim gimenten infanterie, a legimenten cava lerie en 3 regimenten artillerie duur de ongeveer 3 kwar ier en heeft op mi) een blijvende en groote impressie ge maakt. He: was niet alleen de werkeiijk kranige houding der Belgische troepen, de vlugge, lenige gaag der iafan-.e- verschillcndc wapens, het prettige élan van de troepen, bet was vooral de aaa- van -oei genee.. Hier zag :U nu eens ■cn rnodei cn uniform ui*.geius:cn troept vVclk een verschil met ons eigen leger, .vaarbij zelfs tegen het etude der mobili- sauedagén een enkele secrie soms nog een staalkaart van 10 verseuirlende uni formen .e zien gaf! Hier soldaten in wer kelijke véld-uitrusting, allen me: de pracuscke en onontbeerlijke ooriogshel- mcn. Wanneer je bij ons eens een helm wilde zien, moest je naar de rustkamer gaan, waar een enkele van die in de oorlog toch onmisbare exemplaren als in een museum van oudheden tusschen prac-historisch wapentuig als „rariteit" werd bewaard. Maar wat mij bij dit deulê het mees: geirofteu heeft, was Je merkbare eerbied cn dc liefde van het Brusselscbe pubhek voor zijn leger! Daar bij die troepio- parade zag ik weer duidelijk den invloed van den oorlog op het Belgische volk. De Belgen zijn al nans voor een be langrijk deel militairistisch gaan voelen. He: is hier niet de plaats om over het gevaar van deze verplaat- sing van met militairisrne van Duitsch- land naar andere lauden e schrijven, ik constateer alleen maar, wat ik heb ge zien. Ik voelde het uit de toejuichingen van de voorbijtrekkende 'roepen cn uit den trcffenden eerbied vaar Je vaandels en stapdaards. De Belgen, die vroeger voor eeu vaandel even veel respect toon den als de Hollanders, ontbloo-tcn zon der uitzondering nu eerbiedig het hoofd, telkens weer als deze legcrsymbolcn, ..waarop de bekende nameir van den Yser, Passohendaele, Nieuwpoor; of Raiusca- pelle 'e lezen waren, voorbij werden ge dragen. En geen burger van welken stand en weiken leeftijd ook zou pas- scereu zonder het vaandel *e groeren. Dat het Belgische volk sterk „milirai- ristisch" is gaan voelen, werd mij ook bevestigd door een Hollandsche dame. die in Brussel bij een Belgische faciiiie logeerde. Toen zij de menschen vóór dea oorlog voor 't iaa'.st had gesproken, wa ren zij socialistisch en fel anti-milirairis- tisch. Zij voai neu .erug „plus royarisie que ie roi" en na'ïouaiistisca toi bei fanatieke toe. Zoo had dc oorlog hen n deze 5 jaren otaal veranderdl Dc kanonnen oa» weer op het dëf ié terug te komeuwaren -ilie gecarunuf- lacid cn op de schilden lazen wij weer: Campagne 19141918 ea al dc bekende namen der plaatsen, waar het Belgische leger gestreden heeft. In het geheel -eidc ik 98 stukken, waaronder zware a: ille- ric en houwitsers, da: is dus meer dan de helft van onze heele veldartillerie in oorlogstijd. De regimenten cavalerie waren nog op een sterkte van 350 man en maakten zooals ook vroeger in België een uitstekenden indruk. Opmerkelijk waren de ontelbare deco raties der officieren. Wij zagen geueraa.s cn hoofdofficieren zóó me: kruisen tn medailles behangen, als Jaap Eden iu zijn goeden, ouden tijd en ik dacht on willekeurig aan 'n militairen collega, die met zya eak-i kruisje al zoo kinderlijk blij was, dat hq hc- volgens he: zeg gen tenminste, maar ik heb het niet zelf gezien op zijn pyama had gespeld om het nooit te hoeven af te ieggca, zrifs met, als hij naar bed ging. Of de discipline bij de Belgen nu zóó groot is, als de aanblik var. .ieze fimk ea kranig voorbijtrekkende -L-guuouvu zou doen vermoeden? Een Belg bijl; altijd een Belg cn wat ik zoo toevallig en passant opmerkte, toen de roep vóór den aanvang van het défilé een half urn tje stil stond, deed mij daaraan wel even twijfelen, ik stond vlak bij een secne genietroepen/ De eerste vijf minu cn ging hei goed, werd er zelfs en dat i-; voor iemand, die in Holland jaren lang officier is geweest, een wonder! bij na niet gesproken. Maar daarna haaiden zij hun schade in. De beschuiten werden tegen thet uitdrukkelijk verbod van den compagnies-commandant in door dc helft van de manschappen opgegeten ea daarbij diende de bajonet hen tot brood mes. Toea de rust nog langer duurde, kwamc-n dc sigaretten te voorschgn. De gelukkige eigenaar liet zijn sigaret iaags het heele achters e gelid passec- ren de man had zeker geprononceerde communistische ideecn en elke ma:: deed er in gebukte houding 2 lange ha len aan om haar daarna aaa 7ijn Huur man over te geven. Als solda.u moetje nu eenmaal niet vies zijn uitgevallen. Toen de tot de helft opgerook e sigaret bij den eigenaar terugkwam, „smoorde" hij haar alleen verder op, enkel zijn ,,ro:ge- nool" nu en dan nog een haaltje gun nende en hij gébruikte daarbij zijn ge weerloop als sigarettenkoker. En even maakte ik nog een :wis. tus schen een Waalschen en een Vlaamschen soldaat mee, die mij een treffend kijkje gaf op de rassen-rivaliteit der Belgen. De Viaam had naar den zin van den Waal blijkbaar te lang aan de gemeen schappelijke sigaret gezogen. „Donnei done, sale flamand!" was he. opeens nijdig. (Geef op, vuile Vlaam!) „Wacht, seffens, saligaudl" ant woordde de Vlaam met een breeden lach. Toen begon he: gekijf eerst reclr goed. „LI y a uue grande difference eatre un Francais et un Flamand!" bitste de Waal. (Er is een groot verschil tus schen een Fransohman en Vlaam.) „Awel, zulle, dat hoef gij aie niet :c zeggen, 'n Vlaam is 'n mensch en 'n Waal is 'n Wat de Waal volgens zijn Vlaamschen broeder was, zal ik hier maar. nie*. her halen om kaische oogen uie: :c kwetsen. J. 3. SCHUIL. Koloniën DUITSCHERS IN REGEERINCS- S ET REKKINGEN. Het Tw'.vue-iviirioiiiu De Groot heeft aan den Minister van Koloniën de volgende vragen gesteld: „Kan de minister luededééleij of het bericht, da: op 28 Februari l'J'A» de „Tiisalak" Op Tandjong Priok iB&tcviaj arriveerde met 200 voor de regeering uitgekomen Duifcscher», waarvan 87 bij de polkie zullen wor den geplaatst, nl. 4 als commissaris, tus ,,:./.j-.nor on ófi als hoofdagent, 1 voort.' bij de posterijen 48, bij de gou- veniemen.sbankinstelling 2, bij de B. O.W. 17, bij het- bureau voor Chi- necsche zaken 4. bij het Departement v-au Landbouw 5 en bij de Gouverne mentsmarine 4, geheel juist is?" „Zoo ja, zijn de beweegredenen die aan deze benoemingen ten grondslag hebben gelegen den minister bekend en zijn or in de toekomst meer dergelijke benoemingen te verwach ten!" „Vreest de minister van deze plaat singen geen ontstemming in de be trokken amblensarsHriiigin „Kan de minister zich ten deze met het beleid dat voor deze benoe mingen verantwoordelijk is, vereeui gen, er. zoo neen. is de minister dan nereid zulks ter kennis te bretfgm van den functionaris met jtergel.jke benoemingen belast!" binnenland □E STEENKOLENPRODUCTIE EN DE VOORUITZICHTEN VOOR 1820. Het iiuiuuier van „lu- un Uitvoer" bevat een overzicht van de steenko- lenproductie in 1918, van dc hand van inr. II. F. van L(eeuwen) waaraan ontleend is, dat de vier voornaamste uolen producerende landen in We^t- Europa, Engeland, Duitse hl and. Frankrijk en lielgie, in 1819 43 mil- rioen of 9 muulor kolen voort brachten dan in 1818. In de Ver. Staten bedroe^ de ach teruitgang dar productie in het afge- ioopen jaar 122 iniUioen ton of bijna rij in Engeland is de productie per man aanmerkelijk gedaald. Deze be droeg nl. in ïyib cm. 2ü3 ton, tegen .'32 ton in 1818 en OU2 son in 1813. Vergeleken bij die van andere landen staat de Belgische mijnindustrie er goed voor. Tegen liet einde van het jaar had de productie bijna weer het voor-oor- :ogsche peil bereikt; wegens do groo- tor wordende behoefte van de herle vende industrie was toen voor export weinig meer beschikbaar. Wat de vooruitzichten voor 1920 aangaat, kan niet anders worden ge constateerd dan dat het in alle produc tieianden bet©r gaat. In de Ver. Sta ten heeft de productie iu de eerste maanden van tilt jaar, ondanks on gunstige verkeersomstandigheden, die van de overeenkomstige periode van 1919 veire ach.e: zich gelaten. En geland zou op liet jieil van de huidi ge productie een jaarcijfer van 245 mil.ioen ton kunnen halen. Voor de Jongste revolutie was de productie In Diiitschlaml ook veel gunstiger in verband uiet de verbui ging van don arbeidstijd en deed c«" vet betering van 20 tegenover het vorig jaar verwachten. De groote vraag is echter, hoeveel kolen door stakingen in 1920 verloren zuilen gaan. Buitenland EISCHEN DER ARBEIDERS. Afporslng. Het Walffburean verspreidde het. volgende bericht; De bedrijlsra- den van de fabriek Knorrbremse in Lich'enberg drongen in het direc.i gebouw binnen en s.etden de directie da volgende eischen: l. betaling van I0Ü0 ui ark aan ieder der 3600 arbei ders; '2. geen stukloon meer, muur f; mark oon per uur; 3- ui betaling van het loon voor de v.akingsdageii in den Ehpp-.ijd. De arbeaiers gingen ook tot handtas; ei ijkheden over en dwongen .en elotte den directeur naar buiten te gaan en de beloften op schrift- te geven, die hij, gezien de dreigende houding der arbeiders) dan ook gat: Betaling van 500 mark. Ten aanzien van punt 2 eri 3 verklaarde hij, zich "hans nog niet 10 kunnen binden. De directie erkende later echter de verklaring van den direcU-ur niet, daar zij hem afgedwongen was. Zij weiger: aan dc eischen te voldoen en besloot de fabriek te slui ten en de arbeiders ;c ontslaan. Men vrees;, dat de arbeiders dientengevol ge de fabriek zulien rrachien tc sa" boteeren. Er is echter voor voldoende bescherming van de veilirrlicicl-po'.!. tie gezorgd. DE FRANSCHE rlNANClÖN. Marsal, minister van financiën, heeft in de Kamer zijn financieel program ontwikkeld. Hij heeft do fl- nancieoJe positie van Frankrijk uit eengezet eu de groote lijnen van zijn. fiscaal program aangegeven. Hij be gon met te verklaren, dut hij niet a»*e ie zijnen dienste staande middelen zou streven naar verliooging der be lastingen. Hij wees voorts op de groote lasten, waaronder Frankrijk gebukt gaat. Op de toekomstige be groot ingen zullen speciale rekenin gen geopend worden. Bij rie uitvoe ring van het Vredesverdrag heeft; Duilschland, teneinde in het onder boud der beze:tingsiroepen te voor zen, van de Vereen igdc Staten 730 uii'iioen Mark in goud cn aan Enge land 323 raülioen Mark betaald. F'rarii;r:jiv heeft voor ii milliard aan steenkool on anthraciet van Duilschland ontvangen. 1 Februari heeft Frankrijk 630 inil'.ioen Mark ontvangen aan loco- marieven, waggons. chemische en 1 sndbou wpi-oducten Toch is het gevaar niet denkbeel dig. dat Duiteckland zal jiogen zich aan zijn reciitma.ige verplichtingen te onttrekken. Van December 1919 tol Maart 1920 hadden wij 9 millioeu 960 duizend ton kolen moeten ontvangen. Wij hebben echter slechts 3 rmilloen en 70 duizend ton ontvangen. Zijn rede vervolgende, wees de Minister er op, dat wat hei financi eel probleem aaogaat, de Fransehe regeering in nauwe samenwerking rnc-t óe Engeische regeering handelt. De V ereenigde Staten en Engeland hehbtn de periode van leerlingen af gesloten. Het gemeenschappelijk be- i-uig der geallieerden ten opzichte van iie: financieele vraagstuk dwingt. Ken tegenover Duitschland één lijn <0 trtaken. Concludeerende kunnen wij cons ateeren, aldus de minister, dat wij een economische herleving doormaken. Onze belastingwetten moeten echter rekening honden met illes, wat nooiiig is nrn u:.: hand ei -di ij ven dn 1 en industrieelen aan te moedigen, de productie op .e voeren. Dit program van wederopbouw i$ ge weldig, maar ieder heeft zijn (aak te vervuilen. De regeeting vroeg do Kaïn©r een bedrag van 8 milliard toe :e staan in het belang van het vndcrland. E ONRUST IN IERLAND. De correspondent van de Telegraaf seint Het belangrijkste nieuws uil Ieria.nd is, dat er tweemaal zooveel ïinn Fei- ners te Dublin in de Montjoy-gevange nis opgesloten zijn, als er den vongen dag zijn uitgelaten. De 66 vrijwillig hongerlijdende Sinn Feiners zijn op eerewoord vrijgelaten, doch Bonar Law verklaarde ia he: La gerhuis, da; onder die vrijgelatenen en kele veroordeelden rijn, die door een fout, door de gevangenUbcamb'ca be gaan, op vrije voeten zijn gesteld, of schoon de regecriag niet voornemens was eu zou zijn, om veroordeelden, die voedsel weigerden, 0111 die roden los te laten. Dc massa-arrestaties haddeu Donder dagmorgen vroeg van 1 to; 2 uur ;c Du blin plaa'.s. Twintig a dertig motorlor ries mei gewapende troepen en politie bemand, vertoonden zich iegelijk in 13 verschillende straten. Er v.,:Jen -.er- schillende huiszoekingen gedaan in de straat, v.aar Woensdag een poliuc-agent van een huis ui: is doodgeschoten. Ver der werden de handelskantoren in Suf- folkstrect. onderzocht, terwijl dc straat aan beide kanten door motorlorries inet gewajiende j>oli:ie-agenien werd afgezet.- Gedurende deze huiszoekingen reed een gepantserde auto in de straa. op en neer, wv-amp gescnut geplaa-,. was, :a: op het publiek gericht was. Talrijke ar- restauten werden uit hun woningen ge haald en in het hollo van den nacht naar de gevangenis gcbrach'. Dit is het eerste doortastende optre den van den nieuwen bevelhebber der Engeische troepen in Ierland, Mac Rea dy. die echter naar verluidt tot de voor- looi>ige invrijheidsstelling van de vrijwil lig hongerlijdende gew.ngencn besloot. Terwijl Donderdag een optocht door de straten van Dublin trok, werd een brigadier van de politie door een revol verschot levensgevaarlijk gewond. Dit ging aan de nachtelijke nrres'aties vooraf. In de sla Limerick deed de menigte ■va aanval op eenige postbeambten, die geweigerd Ladder, te staken. Zij werden •i.vsiig mishandeld. Donderdagavond werd bench:, dat :c Londen cea jonge man is gearresteerd, j-joaboot over het Ka- ...tai r.-iar Kingstown is vervoerd, cn van daar onder een sterk geleide van drie auto's niet gewapende soldaten naar Du blin is gebracht. Zijn idenutcii wordt strcug geheim gehouden, cn men vraag» zich af, of deze pciso.»:-. mi-KDc Valera is. Do beslissing van üo autoriteilcii 111 Ierlund, tot bet vrijlaten van zekere gevangen genomen Sinn Feiners. die op order van de militaire autoritei ten waren gearresteerd, maar nog niet hadden terechtgestaan, is met afgemeeiie goedkeuring on. vangen. Er wordt op gewezen dat dit een nieuwe - poging ie, om'tot overeen stemming <e komen en een weg te bunan voor (het regeringsontwerp betreffende Home Rule.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 13