HAARLEM'S DAGBLAD
Tien dagen in België
ZATERCAQ 17 APRIL 1920 DERDE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
DALCROZE IN ENGELAND.
Na al deze jaren, waarin zoo wei
nig internationaal verkeer mogelijk
was. vooral op het gebied van kun
sten en wetenschappen, is het wel
een verblijdend teelten, iridlen voor
aanstaande menschen weer kans
■zien hun licht niet alteen over eigen
landgenooten, maai- ook in breeder
kring te doen schijnen. Misschien
zijn ook juist dezen de pioniers van
hetere en vredelievender verhoudin
gen al komen zo niet direct meit dit
doek
De lezingen met demonstraties,
die dit voorjaar door den heer Jac.
Daicroze in Engeland gegeven wor
den, zijn dan ook een ongekende ge
degenheid voor opvoedkundigen oin
uit te maken welke plaats de ryth-
mische gymnastiek bij het onderwijs
moet innemen. Het is jammer, dat
sommige uiterlijkheden bij de de
monstraties eenigszins verwarrend
werken, vooral bij die, personen, die
de dans- en muziekkunst uitsluitend
als een vermaak beschouwen. Het
nioerendeel van hen, die zeggen, dat
hun kinderen muziek leeren, bedoelt
daarmede, dat dezen op de piano
of op een ander instrument iets ee-
ren spelen, waarmede zij andaren
genoegen verschaffen. En dansen
op het tooneel is in hun oogen iets,
wat misschien heel aardig is om
gade te slaan, maar ze zijn volstrekt
niet overtuigd van de moreele of
«itistieke waarde dezer kunstuiting.
En nu is juist het eerste wat dui
delijk moet uitkomen bij de ryth-
nusche dansen van Daicroze dat zijn
onderwijs noch met deze populaire
opvatting der muziek, noch met oie
der toon eel-danskunst Iets te maken
heeft. Men moet trachten zich los tc
niaken van den uiterliiken kant. die
door 't gebruik van tooneel en voet-
Licht, ook door de kleeding der
medewerkenden altijd nog te veel
aan het ballet herinnert. Een derge-
lijke demonstratie leert aan den op
voeder in het algemeen meer nog
dan aan den muziekonderwijzer, hoe
het samengaan van gehoor en bewe
ging een staat van groote levendig
heid en beheerschirig van het ü-
cliaam bevordert, die 'n onschatbare
hulp zijn bij de opvoeding in het al
gemeen. Gehoor en beweging zijn
toch de gronden van muziek- en
danskunst en de geestelijke m phy-
sieke condities, die zij scheppen, wor
den de basis voor abc kunstuitingen
op dat gebied. Rythmische gymnas
tiek alleen vormt geen kunstenaars,
maar zij maakt de technische weder
gave zoo gemakkelijk, dal deze hel
onbewust eigendom van den leerling
wordt. De kunstenaar gelooft, dat
de kunst veel bijdraagt tot de alge-
meene opvoeding van den normalen
mensch. maar anderzijds verlangt
hij, dat deze zoo ontwikkeld zij, dat
hij gevoelig is voor de uitingen der
kunst. De leer van Daicroze nu werkt
in beide richtingen; in het begin al
leen. als opwekking en beheerscliing
der vermogens van lichaam en
ziel; later wordt de geest ingewijd
in de geheimen van maat en har
monie, maar vooral van het rythme,
zoodat de gevorderde leerling een
meesterschap heeft verworven over
de taai der muziek, oneindig groo-
ter dan door even zooveel uren
pianostudie te verkrijgen zou zijn
Daicroze zelf zeg;: „Indien wij met
het woord toonkunstenaar iemand
aanduiden, die in staat is muziek te
lezen, zingen of op eenig instrument
te vertolken, dan is de gewone mu-
z.kale opvoeding zeker voldoende.
Maar ais wij met de naam musicus
iemand bedoelen, die in staat is cm
niet alleen het geluid te hooren,
maar ei- naar te luisteren, het in
zich op te nemen, mede te voelen mot
al zijn schakeeringen van melodie
en harmonie, van klank ,on diepte,
don is de tegenwoordige opleiding
alleen goed voor de leerlingen met
groote natuurlijke begaafdheid, maar
dezen zijn de uitzonderingen. De
heden daagse he muzikale opvoeding
ontwikkelt het intellect en do tech
nische bekwaamheid, maar verwaar
loost wel eenigszins 't leeren hooren.
Het maatgevoel komt te veel in de
plaats van het rythmische gevoel,
dat bij iedereen van jongB af aan
ontwikkeld moet worden. Daar het
onderwijs dus niet tegemoet komt
aan de behoeften van de leerlingen
met weinig of slecht gehoor, kan het
nooit de muzikale ontwikkeling van
het geheele volk op hooger peil brem
gen. Het aanvaarden van deze feiten
bracht Daicroze er toe om een nieuw
systeem van onderwijs te zoeken, dat
in staat moest zijn om het muzikale
gevoel van het kind op te wekken
door gebruik te maken van zijn ook
nog zoo beperkte natuurlijke gaven,
doo rliein te leeren luisteren naar
noten en naar hannonién en lichaam
en zieil te laten ruootrillen met het
muzikale rythme. Deze leer is voor
jonge kinderen bedoeld, omdat voor
een volk geen vooruitgang in de
kunst mogelijk is, indien de opvoe-
ders niet trachten deze ontwikkeling
zoo vroeg mogelijk aan te brengen
Daarom moet de opvoeding van het
gehoor en van het rythmische ge
voel reeds op school aanvangen.
Maar het speciale muziekonderwijs
kan niet beginnen voor de leerling
blijk heeft gegeven, dat hij muzikaal
ontwaakt is. Muziek wordt niet ai-
leen opgenomen door het gehoor,
maar aangevoeld door het geheele
lichaam en het gehoor en rytliiui-
sclie bewegingen moeten ontwikkeid
worden door bepaalde oefening, die
vooral daann bestaat, dat aiie be
lemmeringen van pliyaieken en gees
telijken aard worden overwonnen.
Men lieott aan Daicroze zijn mea
ning gevraagd omtrent de nieuwe
studie der psyclio-analyso. Hij ziet
daarin onbegrensde mogelijkheden,
ook omdat ieder die muziekonder
wijs geeft ondervindt, dat liet ver
stand dikwijls nnnder telt dan de
onbewuste persoonlijkheid, Reizende
en demonstreerende in zoo verschil
lende landen, voelt hij wel sterk het
verschil van raa ook reeds bij het jon
ge kind; zoo reageert het Framche
en Italiaansche kind anders op zijn
methodo dan het Engeische. Maar
ook bij zijn studie voelt hij, dat al»
men. maar jong begint, hierin een
middel gevonden kan worden om het
kind niet zoo specifiek Engelsch of
Duitsch te doen opgroeien. Als 'een
voorbeeld van de kracht der massa
opvoeding noemt hij het feit, dat
velen zijner Duitache leerlingen hem
in het begin van den oorlog zeer
veel vaderlandslievende en oorlog
zuchtige brieven schreven, maar bij
bemerkte dat alle uitingen, ja zelfs
de woorden, absoluut gelijk waren,
het gevolg van eene opvoeding, ge
heel in militairistische richting.
Gelukkig constateerde hij. dat er
een sterke strooming komt tegen de
massa-opvoeding en men hoe langer
hoe meer gaat gevoelen voor de ont
wikkeling van het individu.
Ten slotte nog een algeraeene be
schouwing die Daicroze aan 't begin
van een zijner lezingen gaf. De eer
ste plicht van den opvoeder, zeide hij,
bestaat daarin, dat hij het kind moet
toerusten met oen zuiver gestemde
ziel, een krachtig en goed ontwik
keld lichaam, hem bezielen met ver
trouwen In zich zelf, vertrouwen in
zijn omgeving en vertrouwen In de
toekomst. Zijn verbeelding moet be
waren voor slechte fantasie, hem
leeren zuiver, waar en rechtschapen
waar te nemen en einde»ijk hem mot
juistheid on op het goede oogenb'ik
dis handelingen doen verrichten die
zijn oordeel en gevoei goed keuren
en noodig achten.
Indien tot het bereiken van dit
ideaal do Rythmische gymnastiek
meewerkt, dan zullen allen er wel
warme voorstandere van zijn.
P. J. WILLEKES MACDONALÜ-
REYNVAAN.
INCONSEQUENTIE EN DE MODE.
Rogenmantels bij mooi
weer. Regenhoeden
als gekieede hoofddek
sels. Nog steeds tullo.
De mode-kleur. De
moeilijkheid van elgon
werk.
Een vrouw, die graag naar de laatste
mode gekleed gaat, zou het allesbehalve
aangenaam vinden, wanneer zij tit de
conclusie moest komen, dat zij er wel
modieus, maar tegelijkertijd opgedirkt
uitziet. Want een goedgekleede vrouw
ziet er of zeer eenvoudig uit, of haar
kleeding is meer opvallend, maar onder
ling toch in goede harmonie. En het ge
vaar voor te veel schelle kleuren en te
veel versierselen is in den laatstee tijd
weer aanmerkelijk gxooter geworden.
Maar aan den anderen kant kan de een
voud ook te ver worden doorgevoerd.
En wie bij het prachtigste weer van dc
wereld eeu dame tegenkomt met haar
regenmantel aan, kijkt onwillekeurig
naar de mooie, blauwe lucht, of zich
daar soms ook onheilspellende wolken
gevaarten vertooncn. Intusschen blijft
het niet bij die eene vooral in Amster
dam is de voorkeur voor regenmancels
als voorjaarscosiuum buitengewoon
groot. Zeker, zij zijn over het algemeen
van stof, en wel van gabardine, wat een
zeker „cachet" geeft, maar de saaie
grauw-bruine kleur, de mouwen, die van
onderen dichigchaald zijn, de ceintuur
van de stof, die met een gesp, liefst zoo
onverscimjig mogelijk, wordt dichtge
trokken, geven er zonder twijfel het
stempel van „regenmantel" aan. Dat
deze mode uit Frankrijk zou komen, is
niet denkbaar zij is natuurlijk van En-
gcischen oorsprong, omdat de Pari-
sienne geen regenmantel draagt.
Nu zou voor ons klimaat deze dracht
uitstekend geschikt zijn, wanneer de
draagster daarbij nog in het bezit was
van een aardigen voorjaaismantel. Maar
gabardine is een dure stof, en de mees-
teu kunnen zich die dubbele weelde niet
veroorloven, zoodat tot den regenmantel
besloten wordt, omdat deze iets nieuws
is. En nu wij op het oogeablilc blijk
baar weer in een periode van veel regen
zijn aangeland, is een enkele zonnige
dag met een blauwe luch'. als een ohse
in de woestijn, en voelt men neiging de
kleeding daarnaar in te richten cn alles
wat aau regen doet denken, diep in de
kast weg te hangen. Waarom stellen de
dames zich dan niet tevreden me' een
mooien voorjaarsmantel cn getroosten
zich de moeite een parapluie mee tc ne
men, wanneer de grauwe wolken regen
voorspellen? Haar hoeden willen zij toch
ook niet nat laten worden!
Dan zijn er natuurlijk de regenhoe
den, die uitstekend aan hun doel beant
woorden, maar die dan toch ook alleen
voor nat weer geschikt zijn. Dat schijnen
echter sommige modisten niet te vinden
eu die hebben een wonderlijke crearie
van den regenhoed gemaakt, door de
zen de meest grillige vormen ie geven cn
hem dan met zijde te bestikken. Regen
hoeden zijn nooit mooi, alleen maar doel
matig, hoewel zij sommige frissche ge
zichten wet kunnen flat'eerem Maar hoe
er nog aftrek is voor geborduurd, glim
mende hoeden, die daarbij nog niet eens
voor re-en bedoeld zijn, zal den ineesicn
dames toch wel een raadsel wezen. Uij
voorkeur zijn zij beslikt met naturel-
kleurige zijde, wat hun he' aanzien geeft,
alsof ïij erg oud zijn en nu op alle vou-
weu'Soorgebarsten, Men ziet ze nog ivcl
dragen, maar hoe zoo'n glimmend ding
mooi gevonden kan worden, is ons niet
recht duidelijk.
lutusscnen doen de F'raosche tijd
schriften een bod op de handigheid harcr
lezeressen en raden aan, de oude, ge
deeltelijk versleten kleeren van verleden
jaar uit elkaar te halen, en dc goede
siukkcn weer <e gebruiken om er met wat
nieuw goed, nog een aardige voorjaars
japon van te maken. Effen blauwe ja
ponnetjes leenen zich daar uitstekend
tos, wanneer dc verminderde siof-vo.r-
raad dan me- oen ruit of een streep
wordt aangevuld.
Deze !i,onnen worden dan zonder
mautel gedragen, terwijl eeu eenvoudig,
klein 'hocdjé, meest gegarneerd met sim
pele veeren, dit alles tot een zeer gedis
tingeerd geheel maakt.
Hoewel de kleeren zelf meer versierd
en opgemaak' worden dan verleden jaar,
zijn dc kleuren gelukkig van bescheide
ner aard. Vooral lichtgrijs is voor de
voorjaars- en vroege zomercostuums een
gelielkoosde tint, maar ook roodbruin in
alle nuancen wordt veel gebracht. Nu
lijki de laatste kleur ons voor de meeste
Hollandsche vrouwen geschikter dan de
eerste,- omdat grijs 3e m.Wtste blondines
niet fiatteert/ Het fuavt: bleek, en hoe
mooi de tint ook overigens zijn mag, rij
geef: aau het gezicht heel vaak iets
doodsch en saais. Roodbruin daarente
gen „haalt op", sooals de term luidt
laten de donkere Fran^aises rich daar
om met hun lichtgrijs vergenoegen, wij
gevoelen ons hier meer geneigd tot de
donkerder en sprekender kleur.
Tulle schijnt voorloopig nog in de
mode te blijven, wat dus het toewijs er
van is, dat de uitstaande rokken ook nu
nog, evenals verleden jaar, hun ont
staan te danken hebben aan de tullen-
garneering, waardoor de breede heup-
liju zeer duidelijk als schijnbaar
wordt gekenmerkt. Gelukkig maar
aan he* natuurlijke figuur van de vrouw
wordt daardoor weinig afbteuk gedaan,
en een japon met tulle-versiering, hetzij
langs de mouwen, den hals en de taille,
nctzij over de heupen, kan, wanneer zij
goed gedragen wordt, een alleraardigst
luchtigen en jeugdigen indruk maken.
De tailleiijn is nu algemeen onder het
middelzelfs de mantels, die mees*
geen ceintuur meer hebben, maar door
hun model het figuur aanduiden, heb
ben een lage taillelijn, en dan is de man
tel meestal zóó gemaakt, dat de draag
ster, wanneer zij tenminste een goede
houding heeft, in he' rechte rugpand
vanzelf een horizontalen vorm doet ont
staan, die ook weer even onder de taü'e
valt. Deze lijn breekt de strengheid van
dc ruglijn en vormt als het ware een
verbinding tusschen de aangerimpe'de
heup stukken. Heel vaak is er dan voor
aan nog een klein ceintuur je, dat zoo
veel mogelijk op zii wordt dichtgestrikt.
Uit alle modeplaten kan intusschen
worden opgemaakt, dat her weer steeds
moeilijker wordt, om japonnen en voor
al mantels zelf te maken. Al de losse
modellen, die wij gehad hebben, leenden
zich daar uitstekend toe, maar de nieu
we mode vraagt een groote mate van
handigheid en initiatief voor het eigen
werk. En voor haar, die de moeilijkhe
den niet goed kunnen overzien, verdient
net meer aanbeveling, een enkele japon
zelf te maken zonder te streven naar iets
hyper-moderns en het overige maa: te
koopen. Het bedenken en ui.voeren van
een mooie, moderne garderobe is zeer
moeilijk, en wij kunnen de oonaangc-
vende dames in Parijs cn Londen in dit
opzicht gerust als kunstenaressen iu
haar vak toeschouwenl
E. E. PERREBOOM.
i.
Iemand, die in Belgiö is geweest
eu in Holland terugkomt, kan er ze
ker van zijn, dat hem door zijn ken
nissen geregeld dezelfde vragen wor
den gesteld;
„Heb je op je reis nog veel van
den oorlog gemarkt!
Hoe is de stemming der Belgen
tegenover de Hollanders! en
Is het in Belgiö net zoo duur ais;
in ons land!"
En even vast. kun je er op a«}1.
eeii Hollander, dien je in België toe
vallig ontmoet, je onmiddellijk een
'paraplu of een wandelstok of een
hoed onder den neus duwt met de
vraag:
„Hoeveel denk je, dat ik daar
voor betaald heb!
Of je je geamuseerd hebt en of je
veel hebt gezien, interesseert den
menschen maar matig; het. zijn altijd
weer dezelfde 3 vragen, waarop ze
terugkomen: de oor'og, de stemming
r Belgen en de duurte.
Nu Ik hier voor de lezers van
Haarlems Dagblad eenige mijner
indrukken van mijn uitstapje naar
België ga neerschrijven, zal ik met
die duidelijk ui"gesproken Helena
stelling rekening houden. Ik heb
dan hoop, dat men deze „reisbrie
ven" tot bet einde toe zal uitlezen.
In het Noorden van België en
in Brussel en Antwerpen merk je als
reizigers van de naweeën van den
ooriog betrekkelijk heel weinig. Wel
valt je dadelijk aan de grens het
verschil van reizen tusschen vroeger
en nu op, en denk je, als je eerst in
Roosendaal en later in Esëohen met,
al je handbagage lajigs heb perron
zeult en je je met moeite veroverde
plaatsen in den trein door anderen
ziet ingenomen, zuchtend aan den
goeien ouden tijd, toen je handkof
fers nog in den trein gevisiteerd
werden en je van Haarlem naar Pa
rijs desnoods aan één stuk kon blij
ven zitten.
Gemakkelijk wordt het reizen naar
het buitenland je allerminst gemaakt
en de reizigers zelve doen nog alles
om de kleine grensmisèrea zoo onaan
genaarn mogelijk te maken. Het ge
drang in de douanenkantoren was ai-
le vier malen, dat ik ze moest pus-
seeren, zóó groot, alsof de menschen
bang waren, dat het heele station
binnen 5 minuten in de lucht zou
springen. Het Is opmerkelijk, hoe
onbeleefd en ongemanierd de meeste
dames en heeren aan eon grenssta
tion dadelijk worden; het is, of men
de meest gewone vormen niet meer
in acht behoeft >ie nemen, zoodra men
maar den uitgang van een douanen-
kantoor ziet. Alles dringt en duw.r en
werkt met ellebogen en schouders
om maar het eerst binnen en weer
buiten te zijn en pas ais men vei.tg
en wel een hoekplaatsje in den
trein veroverd heeft, begin*, men ztok
weer te herinneren, dat men geen
pakjesdrager of bootwerker maar een
op reis zynde mijnheer of mevrouw
ia.
Van Antwerpen naar Roosendaal
reisden wij toevallig met een onzer
meest Lekende en tegelijk geestig
ste Hollandsche vrouwelijke com
ponisten, die zich hierover ook be
klaagde.
„In Parijs", zei ze, „moest mijn
bagage gewogen worden, inaar eiken
keer, als ik meende, dat ik aan de
beur; zou koinen, drong mij op eens
weer iernana op zij en ging voor. Toen
heb ik een truc bedaehi. Ik begon
op eens, met een kleine variatie op
Paust, te zingen; „Pesez, pesez, ma
belle, pesez, pesez toujoure!" (weeg
dan, weeg duri, mijn schoone, weeg
altijd inaar door). De beambte hoorde
het en begon te lachen.
„Donnez, madame!" riep hij en al
wegend, neuriede hij met me mee:
„Pesez, pesez, ma beile, pesez. oe-
3c*z -oujourst" Zoo heeft de muziek
mij toch nog op reis gohoipeu.1'-'
TV Belgische wagens hebben zich
tiO'.'i bejMialó onder- h.iion door
groo.e netheid en na den oorlog ls
dat er niet op verbeterd. De tweede
klasse coupés der van Dttkechland
overgenomen rijtuigen zic/i er met
hun papieren of vernielde zittingen
vooral op de minder drukke lij
nen nog zeer verwaarloosd uit.
De verrichting Hn de welnen is des
avonds precies voldoende om, als Je
den coupó uitgaat, niet, tegen de
kuieön van je medepassagier te
stooten- Van lezen in. den trein is bij
die walmende pitjes natuurlijk geen
sprake.
In .Antwerpen zijn bij.ua alle door
bet bombardement beschadigde hui
zen er zijn er 800 geweest weer
opgebouwd of hers-.e l d. Al leem In den
omtrek van de Place Verte -- bij de
gioo'.e kathedraal zie je nog groo
te open plekken, maar het valt, je niet
zoo dadelijk op, dat dit „oorlogs
schade" is, doordat de meeste hui
zen rees geheel zijn afgebroken of
weer in aanbouw zijn. In een groo.e
stad worden nu eenmaal aldoor hui
zen reeds geheel zijn afgebroken of
inen niet toevallig wist, dat daar in
Antwerpen ruines van stuk geschoten
huizen hadden gieetaan, zou men zon
der er acht op te geven dio leege
plekken .met de houten schuttingen er
omheen, zijn gepasseerd. Wat mij in
Antwerpen evenwel dadelijk op
viel, waren de vele soldaten van
allerlei landaard, die zich nog steeds
in de Scheldestad ophouden. Je zag
er uniformen van alle geallieerde
naties: Engelachen, Amerikanen,
Franschen Turco'e met hun roode
fezzen vooral en natuurlijk zc-er
veel Beigen. Antwerpen is de stapel
plaats voor her. oeze.te Duitsche ge
uiod en je zag er mei de PaaschL.a-
geri dan ooa meer mziiuurau dan m
Holland gedurende den druksten mo-
oiiisauoujd.
Dc Belgische soldaten maken ui
terlijk een zeer goeden indruk. Een
euKelan keer zag ik er wel éen, ais
in ons dierbaar vaderland, mei oe
na hoen in zijn zakken langs de
straat sloffen, maar over hei alge -
ineen zit er in den Belgischen soluaa*
van tegenwoordig toen auideujk nieei
elan, meer zeltöewusLziju can voor
deu ooriog. De schildwachten bij
voorbeeld bij het Koninklijk Paleis
.e Brussel liepen steeds met een
vluggen, correcten pas heen en weer
en zagen er in hun velduini'oim t'.nu
en martiaal uit. Het was een heel
verschil met vroeger, toen ik eens
eeu Belgisch soldaat., bij gemis aau
een zakdoek, zijn neus zag snuiten
in de nationale vlag, waarbij hij ge
plaatst was.
In Brussel trof ik toevallig den ver
jaardag van koning Aibem en was ik
getuige van het défilé der troepen
tang» het Koninklijk patcis. Van
een «eheele demobilisatie is in België
blijkbaar nog geen sprake.
Terwijl men bij ons-op Kauinginncda
den irocp maar sa'.'eyes bjnnen houd:
om aan den volke niet be: poover rei ie
van ons leger ie boeven ver ouucn ik
t wij iel, of een regenen: '»j ue tegen
woordige sterkte 200 man bij een parade
zou kunnen „opbreugen" zijn m Bel
gië .Ie compagnieën nog e.n go uian
sterk cn utac een regiment er rue. een
1000 man uit. Het défilé van het ruim
gimenten infanterie, a legimenten cava
lerie en 3 regimenten artillerie duur
de ongeveer 3 kwar ier en heeft op mi)
een blijvende en groote impressie ge
maakt. He: was niet alleen de werkeiijk
kranige houding der Belgische troepen,
de vlugge, lenige gaag der iafan-.e-
verschillcndc wapens, het prettige élan
van de troepen, bet was vooral de aaa-
van -oei genee.. Hier zag :U nu eens
■cn rnodei cn uniform ui*.geius:cn troept
vVclk een verschil met ons eigen leger,
.vaarbij zelfs tegen het etude der mobili-
sauedagén een enkele secrie soms nog
een staalkaart van 10 verseuirlende uni
formen .e zien gaf! Hier soldaten in wer
kelijke véld-uitrusting, allen me: de
pracuscke en onontbeerlijke ooriogshel-
mcn. Wanneer je bij ons eens een helm
wilde zien, moest je naar de rustkamer
gaan, waar een enkele van die in de
oorlog toch onmisbare exemplaren als
in een museum van oudheden tusschen
prac-historisch wapentuig als „rariteit"
werd bewaard.
Maar wat mij bij dit deulê het mees:
geirofteu heeft, was Je merkbare eerbied
cn dc liefde van het Brusselscbe pubhek
voor zijn leger! Daar bij die troepio-
parade zag ik weer duidelijk den invloed
van den oorlog op het Belgische volk.
De Belgen zijn al nans voor een be
langrijk deel militairistisch
gaan voelen. He: is hier niet de plaats
om over het gevaar van deze verplaat-
sing van met militairisrne van Duitsch-
land naar andere lauden e schrijven, ik
constateer alleen maar, wat ik heb ge
zien. Ik voelde het uit de toejuichingen
van de voorbijtrekkende 'roepen cn uit
den trcffenden eerbied vaar Je vaandels
en stapdaards. De Belgen, die vroeger
voor eeu vaandel even veel respect toon
den als de Hollanders, ontbloo-tcn zon
der uitzondering nu eerbiedig het hoofd,
telkens weer als deze legcrsymbolcn,
..waarop de bekende nameir van den Yser,
Passohendaele, Nieuwpoor; of Raiusca-
pelle 'e lezen waren, voorbij werden ge
dragen. En geen burger van welken
stand en weiken leeftijd ook zou pas-
scereu zonder het vaandel *e groeren.
Dat het Belgische volk sterk „milirai-
ristisch" is gaan voelen, werd mij ook
bevestigd door een Hollandsche dame.
die in Brussel bij een Belgische faciiiie
logeerde. Toen zij de menschen vóór dea
oorlog voor 't iaa'.st had gesproken, wa
ren zij socialistisch en fel anti-milirairis-
tisch. Zij voai neu .erug „plus royarisie
que ie roi" en na'ïouaiistisca toi bei
fanatieke toe. Zoo had dc oorlog hen n
deze 5 jaren otaal veranderdl
Dc kanonnen oa» weer op het dëf ié
terug te komeuwaren -ilie gecarunuf-
lacid cn op de schilden lazen wij weer:
Campagne 19141918 ea al dc bekende
namen der plaatsen, waar het Belgische
leger gestreden heeft. In het geheel -eidc
ik 98 stukken, waaronder zware a: ille-
ric en houwitsers, da: is dus meer dan
de helft van onze heele veldartillerie in
oorlogstijd. De regimenten cavalerie
waren nog op een sterkte van 350 man en
maakten zooals ook vroeger in België
een uitstekenden indruk.
Opmerkelijk waren de ontelbare deco
raties der officieren. Wij zagen geueraa.s
cn hoofdofficieren zóó me: kruisen tn
medailles behangen, als Jaap Eden iu
zijn goeden, ouden tijd en ik dacht on
willekeurig aan 'n militairen collega, die
met zya eak-i kruisje al zoo kinderlijk
blij was, dat hq hc- volgens he: zeg
gen tenminste, maar ik heb het niet zelf
gezien op zijn pyama had gespeld om
het nooit te hoeven af te ieggca, zrifs
met, als hij naar bed ging.
Of de discipline bij de Belgen nu zóó
groot is, als de aanblik var. .ieze fimk
ea kranig voorbijtrekkende -L-guuouvu
zou doen vermoeden? Een Belg bijl;
altijd een Belg cn wat ik zoo toevallig
en passant opmerkte, toen de roep vóór
den aanvang van het défilé een half urn
tje stil stond, deed mij daaraan wel even
twijfelen, ik stond vlak bij een secne
genietroepen/ De eerste vijf minu cn
ging hei goed, werd er zelfs en dat i-;
voor iemand, die in Holland jaren lang
officier is geweest, een wonder! bij na
niet gesproken. Maar daarna haaiden zij
hun schade in. De beschuiten werden
tegen thet uitdrukkelijk verbod van den
compagnies-commandant in door dc
helft van de manschappen opgegeten ea
daarbij diende de bajonet hen tot brood
mes. Toea de rust nog langer duurde,
kwamc-n dc sigaretten te voorschgn. De
gelukkige eigenaar liet zijn sigaret
iaags het heele achters e gelid passec-
ren de man had zeker geprononceerde
communistische ideecn en elke ma::
deed er in gebukte houding 2 lange ha
len aan om haar daarna aaa 7ijn Huur
man over te geven. Als solda.u moetje nu
eenmaal niet vies zijn uitgevallen. Toen
de tot de helft opgerook e sigaret bij
den eigenaar terugkwam, „smoorde" hij
haar alleen verder op, enkel zijn ,,ro:ge-
nool" nu en dan nog een haaltje gun
nende en hij gébruikte daarbij zijn ge
weerloop als sigarettenkoker.
En even maakte ik nog een :wis. tus
schen een Waalschen en een Vlaamschen
soldaat mee, die mij een treffend kijkje
gaf op de rassen-rivaliteit der Belgen.
De Viaam had naar den zin van den
Waal blijkbaar te lang aan de gemeen
schappelijke sigaret gezogen.
„Donnei done, sale flamand!" was he.
opeens nijdig. (Geef op, vuile Vlaam!)
„Wacht, seffens, saligaudl" ant
woordde de Vlaam met een breeden lach.
Toen begon he: gekijf eerst reclr
goed.
„LI y a uue grande difference eatre
un Francais et un Flamand!" bitste de
Waal. (Er is een groot verschil tus
schen een Fransohman en Vlaam.)
„Awel, zulle, dat hoef gij aie niet :c
zeggen, 'n Vlaam is 'n mensch en 'n
Waal is 'n
Wat de Waal volgens zijn Vlaamschen
broeder was, zal ik hier maar. nie*. her
halen om kaische oogen uie: :c kwetsen.
J. 3. SCHUIL.
Koloniën
DUITSCHERS IN REGEERINCS-
S ET REKKINGEN.
Het Tw'.vue-iviirioiiiu De Groot
heeft aan den Minister van Koloniën
de volgende vragen gesteld:
„Kan de minister luededééleij of
het bericht, da: op 28 Februari l'J'A»
de „Tiisalak" Op Tandjong Priok
iB&tcviaj arriveerde met 200 voor de
regeering uitgekomen Duifcscher»,
waarvan 87 bij de polkie zullen wor
den geplaatst, nl. 4 als commissaris,
tus ,,:./.j-.nor on ófi als hoofdagent, 1
voort.' bij de posterijen 48, bij de gou-
veniemen.sbankinstelling 2, bij de B.
O.W. 17, bij het- bureau voor Chi-
necsche zaken 4. bij het Departement
v-au Landbouw 5 en bij de Gouverne
mentsmarine 4, geheel juist is?"
„Zoo ja, zijn de beweegredenen die
aan deze benoemingen ten grondslag
hebben gelegen den minister bekend
en zijn or in de toekomst meer
dergelijke benoemingen te verwach
ten!"
„Vreest de minister van deze plaat
singen geen ontstemming in de be
trokken amblensarsHriiigin
„Kan de minister zich ten deze
met het beleid dat voor deze benoe
mingen verantwoordelijk is, vereeui
gen, er. zoo neen. is de minister dan
nereid zulks ter kennis te bretfgm
van den functionaris met jtergel.jke
benoemingen belast!"
binnenland
□E STEENKOLENPRODUCTIE EN
DE VOORUITZICHTEN VOOR 1820.
Het iiuiuuier van „lu- un Uitvoer"
bevat een overzicht van de steenko-
lenproductie in 1918, van dc hand van
inr. II. F. van L(eeuwen) waaraan
ontleend is, dat de vier voornaamste
uolen producerende landen in We^t-
Europa, Engeland, Duitse hl and.
Frankrijk en lielgie, in 1819 43 mil-
rioen of 9 muulor kolen voort
brachten dan in 1818.
In de Ver. Staten bedroe^ de ach
teruitgang dar productie in het afge-
ioopen jaar 122 iniUioen ton of bijna
rij in Engeland is de productie per
man aanmerkelijk gedaald. Deze be
droeg nl. in ïyib cm. 2ü3 ton, tegen
.'32 ton in 1818 en OU2 son in 1813.
Vergeleken bij die van andere landen
staat de Belgische mijnindustrie er
goed voor.
Tegen liet einde van het jaar had
de productie bijna weer het voor-oor-
:ogsche peil bereikt; wegens do groo-
tor wordende behoefte van de herle
vende industrie was toen voor export
weinig meer beschikbaar.
Wat de vooruitzichten voor 1920
aangaat, kan niet anders worden ge
constateerd dan dat het in alle produc
tieianden bet©r gaat. In de Ver. Sta
ten heeft de productie iu de eerste
maanden van tilt jaar, ondanks on
gunstige verkeersomstandigheden, die
van de overeenkomstige periode van
1919 veire ach.e: zich gelaten. En
geland zou op liet jieil van de huidi
ge productie een jaarcijfer van 245
mil.ioen ton kunnen halen.
Voor de Jongste revolutie was de
productie In Diiitschlaml ook veel
gunstiger in verband uiet de verbui
ging van don arbeidstijd en deed c«"
vet betering van 20 tegenover het
vorig jaar verwachten. De groote
vraag is echter, hoeveel kolen door
stakingen in 1920 verloren zuilen
gaan.
Buitenland
EISCHEN DER ARBEIDERS.
Afporslng.
Het Walffburean verspreidde
het. volgende bericht; De bedrijlsra-
den van de fabriek Knorrbremse in
Lich'enberg drongen in het direc.i
gebouw binnen en s.etden de directie
da volgende eischen: l. betaling van
I0Ü0 ui ark aan ieder der 3600 arbei
ders; '2. geen stukloon meer, muur f;
mark oon per uur; 3- ui betaling van
het loon voor de v.akingsdageii in
den Ehpp-.ijd. De arbeaiers gingen
ook tot handtas; ei ijkheden over en
dwongen .en elotte den directeur
naar buiten te gaan en de beloften op
schrift- te geven, die hij, gezien de
dreigende houding der arbeiders) dan
ook gat: Betaling van 500 mark. Ten
aanzien van punt 2 eri 3 verklaarde
hij, zich "hans nog niet 10 kunnen
binden.
De directie erkende later echter de
verklaring van den direcU-ur niet,
daar zij hem afgedwongen was.
Zij weiger: aan dc eischen te
voldoen en besloot de fabriek te slui
ten en de arbeiders ;c ontslaan. Men
vrees;, dat de arbeiders dientengevol
ge de fabriek zulien rrachien tc sa"
boteeren. Er is echter voor voldoende
bescherming van de veilirrlicicl-po'.!.
tie gezorgd.
DE FRANSCHE rlNANClÖN.
Marsal, minister van financiën,
heeft in de Kamer zijn financieel
program ontwikkeld. Hij heeft do fl-
nancieoJe positie van Frankrijk uit
eengezet eu de groote lijnen van zijn.
fiscaal program aangegeven. Hij be
gon met te verklaren, dut hij niet a»*e
ie zijnen dienste staande middelen
zou streven naar verliooging der be
lastingen. Hij wees voorts op de
groote lasten, waaronder Frankrijk
gebukt gaat. Op de toekomstige be
groot ingen zullen speciale rekenin
gen geopend worden. Bij rie uitvoe
ring van het Vredesverdrag heeft;
Duilschland, teneinde in het onder
boud der beze:tingsiroepen te voor
zen, van de Vereen igdc Staten 730
uii'iioen Mark in goud cn aan Enge
land 323 raülioen Mark betaald.
F'rarii;r:jiv heeft voor ii milliard
aan steenkool on anthraciet van
Duilschland ontvangen.
1 Februari heeft Frankrijk 630
inil'.ioen Mark ontvangen aan loco-
marieven, waggons. chemische en
1 sndbou wpi-oducten
Toch is het gevaar niet denkbeel
dig. dat Duiteckland zal jiogen zich
aan zijn reciitma.ige verplichtingen
te onttrekken.
Van December 1919 tol Maart 1920
hadden wij 9 millioeu 960 duizend
ton kolen moeten ontvangen. Wij
hebben echter slechts 3 rmilloen en
70 duizend ton ontvangen.
Zijn rede vervolgende, wees de
Minister er op, dat wat hei financi
eel probleem aaogaat, de Fransehe
regeering in nauwe samenwerking
rnc-t óe Engeische regeering handelt.
De V ereenigde Staten en Engeland
hehbtn de periode van leerlingen af
gesloten. Het gemeenschappelijk be-
i-uig der geallieerden ten opzichte
van iie: financieele vraagstuk dwingt.
Ken tegenover Duitschland één lijn
<0 trtaken. Concludeerende kunnen
wij cons ateeren, aldus de minister,
dat wij een economische herleving
doormaken. Onze belastingwetten
moeten echter rekening honden met
illes, wat nooiiig is nrn u:.: hand ei
-di ij ven dn 1 en industrieelen aan te
moedigen, de productie op .e voeren.
Dit program van wederopbouw i$ ge
weldig, maar ieder heeft zijn (aak
te vervuilen.
De regeeting vroeg do Kaïn©r een
bedrag van 8 milliard toe :e staan in
het belang van het vndcrland.
E ONRUST IN IERLAND.
De correspondent van de Telegraaf
seint
Het belangrijkste nieuws uil Ieria.nd
is, dat er tweemaal zooveel ïinn Fei-
ners te Dublin in de Montjoy-gevange
nis opgesloten zijn, als er den vongen
dag zijn uitgelaten.
De 66 vrijwillig hongerlijdende Sinn
Feiners zijn op eerewoord vrijgelaten,
doch Bonar Law verklaarde ia he: La
gerhuis, da; onder die vrijgelatenen en
kele veroordeelden rijn, die door een
fout, door de gevangenUbcamb'ca be
gaan, op vrije voeten zijn gesteld, of
schoon de regecriag niet voornemens
was eu zou zijn, om veroordeelden, die
voedsel weigerden, 0111 die roden los te
laten.
Dc massa-arrestaties haddeu Donder
dagmorgen vroeg van 1 to; 2 uur ;c Du
blin plaa'.s. Twintig a dertig motorlor
ries mei gewapende troepen en politie
bemand, vertoonden zich iegelijk in 13
verschillende straten. Er v.,:Jen -.er-
schillende huiszoekingen gedaan in de
straat, v.aar Woensdag een poliuc-agent
van een huis ui: is doodgeschoten. Ver
der werden de handelskantoren in Suf-
folkstrect. onderzocht, terwijl dc straat
aan beide kanten door motorlorries inet
gewajiende j>oli:ie-agenien werd afgezet.-
Gedurende deze huiszoekingen reed
een gepantserde auto in de straa. op en
neer, wv-amp gescnut geplaa-,. was, :a:
op het publiek gericht was. Talrijke ar-
restauten werden uit hun woningen ge
haald en in het hollo van den nacht
naar de gevangenis gcbrach'.
Dit is het eerste doortastende optre
den van den nieuwen bevelhebber der
Engeische troepen in Ierland, Mac Rea
dy. die echter naar verluidt tot de voor-
looi>ige invrijheidsstelling van de vrijwil
lig hongerlijdende gew.ngencn besloot.
Terwijl Donderdag een optocht door
de straten van Dublin trok, werd een
brigadier van de politie door een revol
verschot levensgevaarlijk gewond. Dit
ging aan de nachtelijke nrres'aties
vooraf.
In de sla Limerick deed de menigte
■va aanval op eenige postbeambten, die
geweigerd Ladder, te staken. Zij werden
•i.vsiig mishandeld.
Donderdagavond werd bench:, dat :c
Londen cea jonge man is gearresteerd,
j-joaboot over het Ka-
...tai r.-iar Kingstown is vervoerd, cn van
daar onder een sterk geleide van drie
auto's niet gewapende soldaten naar Du
blin is gebracht. Zijn idenutcii wordt
strcug geheim gehouden, cn men vraag»
zich af, of deze pciso.»:-. mi-KDc
Valera is.
Do beslissing van üo autoriteilcii 111
Ierlund, tot bet vrijlaten van zekere
gevangen genomen Sinn Feiners. die
op order van de militaire autoritei
ten waren gearresteerd, maar nog
niet hadden terechtgestaan, is met
afgemeeiie goedkeuring on. vangen.
Er wordt op gewezen dat dit een
nieuwe - poging ie, om'tot overeen
stemming <e komen en een weg te
bunan voor (het regeringsontwerp
betreffende Home Rule.