EuiLM'i GllitUi. Buiteniandsch Overzicht TWEEDE blad. Zaterdag 8 Mui 1820 't Duitsctie leger telt nog btjna 2 mlllioen man. De Franschen blijven In do mllltalro sterkte van ultschland een gevaar alen. Do Fransche afgevaardigde Girod heeft in de Kamer aan de Praneche rogeering gevraagd of het waair was, diat het Duitsche leger op het oogen- hlik nog bestaat uit. 15.000 kanonnen etn meer dan 3 (drie) millioen man schappen. Hij vertelde daarbij dat 't leger van 8 mdlilAoeen man zou bestaan uit 200000 man van de Rijksweermacht; 400.000 man van het oude leger; 250.000_ man van de Veiligheid weer; en 2.250.000 burgerwacht-manschappen. En wan neer men deze indeeling ziet kan men zich tenminste voorstellen, dat inder daad de 200.000 man Rijksweertroepen ndel, h6t eenige leger vormen, dat Duhsehltmci in het alleruiterste geval zou kunnen uiit den grond stampen. De Fransche minister van oorlog heeft op de vraag o.a. het volgende geantwoord: De organisatie van de Duitsche rijksweermacht', is op het oogenblik zeer verward. Zij bestaat uiit drie ca tegorieën; ten le uit de Rijksweer macht, gevormd ingevolge de wet van 6 Maart 1919; ten 2de uit het over- gang.-iager gevormd bij de besluiten van Augustus 1919 ter uitvoering van het Vredesverdrag, dat, door vcrai.u, deiMng van de Rijksweeiniacht, een sterkte van 200.000 man moest heb ben, ten 3c het Rijksleger, welke or ganisatie, ontworpen dooi' tien Rijks- weer minister, nog niet is goedge keurd door den Rijksdag, doch een offensief van 100 000 man moet heb ben. Deze drie organisaties komen uit elkaar voort en loopen door elkaar heen, zoodat men op het oogenblik in Duitschland aantreft de volgende groote eenheden: V* brigades van de oude Rijksweermacht; 2 brigades ma rine-troepen; 14 brigades van het overgangsleger. Volgens de laatste bij zonderheden ontvangen van de con trolecommissie te Berlijn bestond het globale effectief in deze (Mo organi saties op 27 Februari jl. uit 13.000 of- lkiereh, 03.000 onderofficieren en 208.000 soldaten, totaal 284.000. Het oude leger bestaat uit de on derdeelen belast met de afwikkeling van de zaken; het personeel der ropa- trieeringskampen (voor de krijgsge vangenen) en het bewaklings-perso- neel voor de Russische lori j gegovan ge nen. De Duitsche regeering heeft het effectief van de onderdeelen, belast, met de afwikkeling der aken, het oude leger betreffende, opgegeven als 80.000 man, doch generaal Noliet van de controle-commissie schatte het in Maart op 60,000 man. Generaal Nol- let heeft de Duitsche regeering mede gedeeld, dat die onderdeelen vóór 10 April '20 moesten verdwenen zijnl Het personeel der repatrieeringskampen en der be.wak'.ngstroepen van do Rus sische ka ijfisgevatigcncn :e geschat op elk 20.000 man. Het totaal offec- tdef van het, oude leger zou dus zijn __J0Ö.OOO man, Volgens de opgaven van 1 Maart jl. bedroeg hei effectief van de Veilig heidspolitie, ongeveer 120.000 man. Er kunnen geen nauwkeurige opga ven gegeven worden omtrent de bur gerwachten en den technischen hulp dienst. Het aantal manschappen daar van staat in verband met de bevol king der provincies en districten en is zeer verschillend. Zoo zijn de bur gerwachten in Beieren zeer talrijk, doch in de Indistri «gebied enzoo als in Weet falen o" Saksen, veel minder groot. Bij deze beide korpsen meent de Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE» ln de afgeloopen week is de krans bij eengekomen bij de familie Hopma. Lie ver zou ik mijn tong afbijten, dan een woord kwaad zeggen van Suze Hopma, maar iedereen weet, dal zij de feitelijke heer des huizes is en dat de zoogenaamde heer des huizes de rol speelt van haar onderdanigen dienaar. Daaraan is "het dan ook zeker toe te schrijven, dat de kachel weggenomen was, want al is Suze Hopma netjes tot in het overdre- vene, zoodat zij na de schoonmaak geen kachel meer duldt, haar man is 'bijz mder kouwelijk. Hij moet dus in stilte veel geleden hebben. Toen wij binnenkwa men had de stakker van de kou een roo- den neus, daaronder een wit boord en daaronder weer eetl blauwe das, het geen" te zamen onze nationale driekleur vormde. Wouter, die nooit zwijgen kan, wan neer een ander weet te dragen zonder klagen, zei „jelui hebt hel hier ook niet warm. Bij mij brandt 's avonds de kachel even." ,,'t Is Meil" zei de gastvrouw kortaf. ,,'t Is mij?" vroeg Wouter, zich van den domme houdende. „Je bedoelt zeker te zeggen ik ben het, want je man is beroemd als eerste klasse kleumer." „We zijn in de Meimaand," verduide lijkte de gastvrouw. „Dat beteekent niemendal," zei Wou ter onverstoorbaar. „Zegt niet de groote dichter Bilderdijik of een ander.: De Meimaand is bedrog laat zij de zon al schiinen, Een schrale, koude wind pleegt 's men- sohen lijf te schrijnen. Hij spoedt zrich naar den haard, dat hij 2ijn leden warm', Nam dien dc huisvrouw weg, hij voelt zich Oril en arm." s,Ik hou van orde," zei Suze Hopma, met een nadruk op het woord ik, alsof ze wou zeggen, dat wij ^iiet van orde houden. Meer dan één paar wenkbrau wen werd even gefronst en de stemming zou gevaar geloopen hebben, wanneer niet juist op dat oogenblik de thee was rondgediend, die haar verwaimenden in- Minister echter nog eenige troepen- ovgfinii'--aI.ic5 te moeten voegen, nl. dc VYijwillifrerskorphen en de lijdelijke vrijwilligere, beide door generaal Nol- let geschal op reep. 20 tot 40.000 en op 50.000 man. Het effectief von de burgerwachten, technischen hulp dienst enz., geeft de Fransche minis ter, onder alle voorbehoud, dan op aibs 1.200.000 man. En wat het artiJlöriemateriéaL be treft: generaal Noliet hoeft van de Duitsche regeering ontvangen ver schillende lijsten met opgaven van uit te leveren vuurmonden, in het ge heel bevattende 13.650 stukken. Deze moeten tier vernietiging uitgeleverd worden. Duilechland beweert, tus- schen den wapenstilstand en hel van kracht worden van het Vredesverdrag reeds 2500 stukken vernöeld te heb ben. Eindelijk 1b er een verzoek van de Duitsche regeering om 7980 stuk loon te mogen houden. Tot zoover de Fransche minister. Volgens zijn antwoord zou het Duitsche leger dusnog be staan uit 1-734.000 man en uit 13.650 vuurmonden. De wlssel-qaaestle. In een zitting van de internationale parlementaire handlelsconfereattie te Parijs is de kwesti-e van den wissel- koets besproken. Er werden verschil lende voorstellen ingediend, waar van er twee bijzonder do aandacht der vergadering trokken, nl. dal van ba ron Descamps, voorzitter van het per manente bureau en dat van Walter Bohrens, oud-pros id ent van de Engel- sche Kamer van Koophandel te Parijs. Deze laatste stelt voor biljetten uit te geven, die gegarandeerd zullen zijn door Groot-B rittannië, de Vereenigde Staten, Frankrijk, Italië en België. Deze biljetten zouden een wc-tbelijk vaetgestetd.en koers hebben Ln de lan den der Geallieerden en zouden die nen om te betalen "hetgeen noodig ie voor den aankoop van levensmidde len en voor het herstel van Europa- De aankoop en zouden binnen een ter mijn van vijf jaren moeten geschift den. Het plan van baron Descamps be rust niet op een solidaire verantwoor delijkheid der verschillende staten, maar beveelt'de vorming aan van een internationaal wiissèlonstituut, samen gesteld uit vertegenwoordigers der be langhebbende mogendheden. De taak van dit instituut, zou zijn bons uiit te geven, die als betaalmid del kunnen dienen en als internatio nale waarden van den eersten rang verhandelbaar zijn maar beperkt moe ten blijven voor het verschaffen van de grondstoffen voor dte voedselvoor ziening en voor de groot-industrie. DE CONFERENTIE TE SPA. Do KÖilnische Zeitung verneemt uit Berlijn omtrent de conferentie in Spa,, dat het bericht van de Temps" als zouden volgens Millerande op vatting de Duatschers Ln Spa alleen de rol van toehoorders spelen, in Berlijnsche politieke kringen groote verwondering heeft -gewekt. Wan neer deze opvatting juist. is. dan zou de reis der Duitsche ministers naar Spa niet alleen overbodig zijn, maar een vernedering van het Duitsche volle beteek en en en de irieeulngsver- schillien, die op de conferentie bijge legd moeten worden, slechts ver scherpen. De Kölnische Zeitimg zegt, dat het volgens de opvatting der Berlijnsche politieke kringen hier slechte gaat oru, weliswaar een ge vaarlijke. journalistieke stemming makerij van de Temps" tegen Lloyd George die. in verband met de besprekingen in San Remo, in hot Lagerhuis met nadruk heeft ver klaard, dat wanneer de Duitsche ge deilcgeerden in Spa zouden komen als menschen, die op den grondslag van het vredesverdrag zakelijk wil len onderhandelen, ze er van verze kerd zijd» dat al hun voorstellen on partijdig en eerlijk zullen worden overwogen. Havas verneemt, dat de Duitsche regeering een nota aan de Fransche regeering zal richten, met verzoek om uitstel van de conferentie te Spa, die tegen 25 Mei vastgesteld was. tot na de verkiezingen in vloed op lijf en ziel deed gevoelen. Wij mannen begonnen een gesprek over ja, waarover zouden we anders pralen, dan over den Raad, die al maar geld uitgeeft en over de belastingen, die daar door zoo schrikkelijk hoog worden. In middels hadden de dames het over ja, waarover zouden die anders gespro ken hebben, 'dan over de moeilijkheid om. een dienstbode te krijgen en de nog grootere moeilijkheid om haar te hou den! Maar noch het een, noch het ander was in staat om het kransgezelschap te verwarmen. De salon van de Hopma's moet wel een heel koude kamer zijn ge weest, want de neus van den gastheer, die aanvankelijk alléén rood was ge weest, behoefde een half uur later hoon noch spot meer te dulden van al de andere aanwezige Deuzen. Onze handen raakten meer in het blauwe getint en het hcele gezelschap zat zoo'n beetje discreet te rillen, toen op ^:ens Wouter opstond en de armen over elkaar slaande, als om warm te worden, den 'bekenden kreet van den man op 't ijs deed hóoren Heete melk en kou we jan! Leg eres an, leg eres an! Dit was niet beel beleefd en alle oogen richtten zich daarom onwillekeurig op de gastvrouw, ,,'t Spijt me, dat jelui het koud hebt, maar ik kan het niet hel pen," zei ze stijfjes. „Hopma, drom- melsche kerel, heb jij dan order gege ven om de kadhel weg te brengen?" riep Wouter en citeerde de laatste regels van Sta rings gedicht over Hugo de Groot „Eén vrouw is duizend manneü te erg, O, eeuwige eer van Reigersberg!" „Ik weet wat," zei Hupstra. „Laten wij spelletjes doen om weer warm te worden." „Goed," spotte Wouter.- „Krijgertje spelen in den tuin." Het park van de I-Iapma's is zoowat negen vierkante me ters groot .- „Hupstra zal springen op zijn hur ken," spotte Hopma. De dames zetten een afkeurend gezicht, die 'hadden er op haar leeftijd geen zin meer in. Maar Hupstra liet zich niet van zijn stuk brengen en vertelde zijn plannetje, dat dadelijk algemeen in den smaa'k viel. Een oogenblik later was het 'heele ge zelschap in 't huis verspreid de hecrcn Duifachjond, welke den lOen Juni zal plaats vinden. Dit Daitsebianl Stakingen. De staking der binnenschippers breidt teich üdt, zoo zelfs, dat de voed selvoorziening in Baksen bedreigt wordt. Aan de werven te Hamburg dreigt een staking om looneisehem. POINCARé OVER DE FRANSCHE POLITIEK. In zijn overzicht in do „Revue des Deux Mcxndes' neemt Podncaré maarschalk F och, en met hem ge heel Frankrijk, met nadruk in be scherming tegen de aaptijgingen be treffende militaristisclie en imperia listische plannen en neigingen. Foch is, nana- Poincaré verzekert, dezelfde bescheiden man en soldaat gebleven, die hij altijd geweest, is. Zijn aandringen tijdens de vredesonder handelingen op bezetting van den linker Rijnoever was uitsluitend het gevolg van do overtuiging, dart, Fran- rljk op die wijze gewaarborgd moest wórden tegen nieuwe agressieve plan nen van Duitscli'land, en dat het een pand in handen zou hebben tot na koming door Duitschland van zijn financieels verplichtingen. Terwijl hij dus eenerzijds Frank rijk schoonwascht van de beschul diging van imperialisme beklaagt de oud-president zich anderzijds ovet- de egoïstische houding van de bond- genooten, die Frankrijk met zijn ont redderden financieel en toestand loten zitten een toestand', welke voor een groot deel het gevolg is van het geen Frankrijk mede in bert belang dier geallieerde heeft gedaan. En •toch bobben diezelfde geallóeerdc-n gewild dat het Verdrag van Versail les Frankrijk teleurstelde, dart het in tegenstelling van liet verdrag van Frankfort niet op de schou ders van den overwonnene alle lasten van den oorlog heeft geilegd. Frank rijk moet, omdat zij dat. nu "zoo wil len, allleen opkomen voor de gewel dige schuld sinds 1914 aangegaan voor de mobilisatie van het leger, den aanmaak van kanonnen en munitie enz. enz. De achterstallige renten van die schuld bedragen reeds 9380 milffioen d.w.z, méér dan het cijfer der nieuwe belastingen, thans aan het parlement gevraagd zoodart die belastingen schoon opgaan aan het afbetalen van een schuld, welke, vol- ges de rechtvaardigheid, niet Frank rijk alleen had moeten drukken. Over het algemeen schrijft men den Franschman een vlug begrip toe maar hij heeft, toch veel tijd noodig gehad om het resultaat van de over winning te begrijpen. En indien hij thans dapper zijn kruis aanvaard heeft, dan is dat, omdat hij nu het verdrag eenmaal geleek end heeft., meent dart een ieder nu ook den plliclvt. heeft het broedertrouw na te Jeven. Maar, indien hij niet verlangt wat het- verdrag hem niet toestaat, zoo is hij aan den anderen kant over tuigd, dat niemand hom zal ontzeg gen, wat het verdrag hem toewijst. Poincaró blijkt overtuigd! dat de geallieerden hun afzijdige houding zullen laten varen, indien zij zien, dat, Frankrijk mei grooter ernst en wilskracht en met ontzegging van alles wat ontbeerd kan worden, zich toelegt op de financieele en economi sche reconstructie. Naast, den pijnlijken indruk, in Frankrijk gewekt door het streven naar revisie van het vredesverdrag bij sommige geallieerden wijst Poin- caré op de houding der bondgenooten ten opzichte van de Ooslereche quaes - ties, waarbij de bdlangari van Frank rijk ten zeerste in het gedrang ko men. De oud-president zegt tenslotte dat hij zoo vrijuit spreekt over (le verschillende scheurtjes in de coali tie, ten eerste omdat het, vergeefsch werk zou zijn ze te willen verbergen, en ten tweede omdat zwijgen de zaak niet beter maakt en het goed is onder vrienden de waarheid te zeggen. En ten slotte om te doen uitkomen, dat misslagen de fouten zijn van .perso nen, niet van de volken. Enkele financiers of enkele indus- trieclen, zegt Poincaré, dlie wart aft te verlangend rijn om weetr zaken met Duitschland te doen en dat land op gingen zich ap de kamer van Hopma kleeden, de dames (klommen met elec'.n- sche lantarentjes naar den zolder, om allerlei benoodigd'heden te gaan halen. Een half uur later waren wij gezamen lijk in den salon bij elkaar. Over het dure karpet waren oude gonje zakken gelegd, opdat het niet te veel te lijden zou heb ben. Wij stonden allen klaar om ie begin nen. Laat ik eerst beschrijven, hoe Hop ma er uitzag hij droeg een paar hooge laarzen, een witte broek, die in de kap pen was gestoken, een pandjesjas met een wit vest en een hoogen hoedtoen hij dien afnam, kwam zijn van haarolie glimmend hoofd te voorschijn, waarover heen een pracht van een scheiding Kep door helaas, ietwat dunne haren. In zijn hand droeg Hopma een kin derzweepje, waarmee hij trachtte ;e klappen. Dit ging evenwel niet goed. Dus zag 'hij er van af en begon, na een paar maal zijn keel geschrapt te hebben, deze sohoone rede „Verekrie Damen und Herren. Im Anfang von Mai 'kam der Wilhelm, nachher ersckien der Carl, jetzt komni ich, der Julius Hagenbeek. Früher war ich nde ins schone Dorf Sjoten, aber es ist das sohönste Stadchen der Welt und icih bin das grösste Circus vom.. vom. „Heelal," fluisterde Hupstra welwil lend. „Vom. Universum," zei Hopma triom fantelijk. „Ich bin hier gekommen mit einer VersammLung Löwen, Baren, Affen und Artisten „Ben je well razend," zei Wouter, „die volgorde deugt heelemaal niet." „Es ist ein Climax," zei Hopma def tig, maar daar hij blijkbaar al zijn Duitsohe kruit had verschoten, maakte hij er nu zelf een eind aan, zette zijn hoogen 'hoed weer op zijn prachtig ge plakte hoofd en riep „Die Vorstellung fSngt an, MusakI" Hierop begon tante Koos, waarvan ge zegd wordt, dat zij in haar jeugd wel een aardig stukje speelde, zoo hard als zij kon op de piano te bonzen en Hup stra liep op handen en voeten in de ka mer rond, voorstellende het edele, geheel in vrijheid gedresseerde Arabische paard Al mdn zor, „wiens stamboom tot de zesde eeuw opklimt"8 Het bleek, dat de been te helpen ten koste van Frankrijk, zijn nog niet, Engeland cn Italic. Beide landen weten wat zij Frankrijk verschuldigd zijn, even goed alls Frankrijk weet, wat bet, die landen te danken heeft. Zij willten zelf evenmin van ons scheiden als wij van hen. Zij erkermenv dart zij ona noodig hebben, evengoed ails wij hen. Lloyd George cn Nittii rijn te venstandige staatslieden om niet in te zien, dat hun grootste kracht altijd zal zijn, dart rij op die fundamentele opinie kunnen steunen. Laten zij, uit Ban Remo teruggekeerd, maar eens infarmeeren bij hun bondgenooten rij zullen hun antwoorden: Blij ft in (le eerste plaats één met Frank rijk." Na de theorie van San Remo komt het thans aan op de praktijk." DE STRIJD TECEN DE BOLSJEWIKI. 't, Oekrafesclie leger heeft, met be hulp van Rüemeóhsebe artillerie, Odessa bezet. Volgens een telegram uit Wladd- vos tak is een Engels che roode-kruis- Lreln to Siberië aangehouden. Hel personea-l dat den trein begeleidde is in de gevangenis, gezet of doodgescho ten. De trein was geladen met hospi taal-benoo-digdhed'en en 1 Goederen en was bestemd voor ïrkoetsk, waar de bevoidng dringend bulp noodig heeft-. Een bolsjewistisch bericht meldk dat het, overschot van het leger van Oenikin en van de Koeban-koz&kken- troepen, tezamen een 60.000 man, zich heeft overgegeven. Verspreid nieuws DE TOESTAND IN MEXICO. Uit Senora, hert hoofdkwartier dei' opstandelingen wordt gemald dart de spoorwegnijnan van Mexico-City Ln alle richtingen rich in handen der revoflutdonnairen bevinden. Het. pass giers- en postverkeer wordrt betrekke lijk vrij toegestaan. Het, goederen verkeer wordt echter door de opstan delingen tegengehouden. EEN GEDENKTEEKEN VOOR KARDINAAL MERCIER. Er is een comité gevormd voor het oprichten van een gedenkteken voor kardinaal Mercier, teneinde te herinneren aan de rol, door hem tijdens den oorlog vervuld. In het comité hebben (xa. zitting de hoeren Ernest Solvay, de burgemeester van Brussel, Max en de ministers Vandervelde, Hymans Janson en Rerikto. Met het beeldhouwwerk van hert manunlent is belast de heer Rom- baux, met het bouwkundig gedeelte de heer Franootrte. EEN BELANGRIJKE GIFT. De Band der Belgische kootoijneige- naars heeft een millioen geschonken "aan hot werk der oorLogs-invaTiden. ML'ITERJJEN. Ondier de Roe- meensche troepen in Zevenburgen zijn muiterijen voorgekomen waarbij veile officieren gedood werden. LLOYD GEORGE. De eereite mi nister van Engelland is veel beter en is voor eenige dagen naar een bad plaats vertrokken. Koloniün DE J. P. CO EN-STICHT1NG, Verschillende hier te lande gevestig de directies van Suikerondernemin gen op Java, aangesloten bij den bond van Eigenaren van dergellijke ondernemingen te Den Haag, hebben naar A n e t a verneemt, toit heden voor een bedrog van f 122.700 giften toegezegd aan deJan "Hietorszoon Coen-Stichting, welke opgelicht wérd ter herdenking van de stichting van Batavia en die zich d.o oprichting ten doel stelt van internaten voor studeerend'e jonge®eden in Neder land ech-lndië. een paard, dde het dan ook meer gewend is, heter op vier pooten vooruit kan ko men dan een mensdi, want Hupstra hijg de al halverwege en kon- alleen met de grootste inspanning door den ijzeren hoepel springen, dien ik hem voorhou den moest. Na dezen krachttoer (brak het gehcele publiek, 'dat wil zeggen iedereen, die op dat oogenlbliik geen werkzaam aandeel in de vertooning nam, in luid applaus los. Hupstra boog. Maar Hop ma, ontevreden, zei in 't moois,e Duitscb, dat hij vinden kon „Bist du wohl ga-na und gar toll? Ein Pferd macht sein Compliment ganz anders, kratzt mil dem Vorbein, sol" En de daad bij het woord voegende, krabde Ihij met zijn hooge rijlaars energiek over den vloer. „Hé, hd," nep mevrouw Hopma, „denk asjeblieft om mijn karpet!" „Veiikaufen Sie Programma!" bulder de directeur Hagenbeek, want aan de gastvrouw was de taak opgedragen, pro gramma's te venkoopën en de menschen naar hun plaats te brengen.- „Wo ist der Bar?" Een geweldig gebrul volgde. Dé beer verscheen. Dat was ik zelf, gedost in een omgekeerde-pelsjas van Hopma en met drie paar sokken over elkaar aan. Ter wijl Koos een muziekstuk inzette, waar van rij later beweerde, dat het een wals was geweest, maar waarvan ik op dat oogenblik niets begreep, .begon ik als beer te dansen. Af en toe streelde der Herr Director mijn schouders met het kinderzweepje en riep my toe „briiilen. Sie und schn-ell! die Damen und Herren haben ja doch bezahk". Ik zette dan oen geweldige keel op, waarvan een vaasje op een saloukastje scheen te schrikken, daar het zonder eenige andere duidelijke reden op den grond viel, gelukkig zon der te breken. Voor mij was er nu geen reden meer om over kou te klagen in de pels, de drie paar sokken en met een bonten muts op het hoofd, had ik het warm genoeg. „Brav, sehr brav," eei onze Direoteur en stak mij een klontje toe. Maar ik, om mij te wreken over de zweepslagen, heet hem meteen in zijn vinger, waarop hij een luid, maar echt gebrul aanhief. „Ziedaar do risico van het bedrijf," merkte Wouter op, die oa mij zou op treden.- StadsBlenws By Hagenbeek. Bij Hagénbeck, dat wil hier zeggen niet i n den circus, maar achter den circus. Wij brachten Vrijdagmorgen nog eens een bezoek aan hot ten te i,-.:.- wagen-complex aan den Scliotei v. ..g. 'Eenst leidde de directeur ons roni, deed ons de Bengaateche tijgerin me itaar drie jongen bewonderen (tref fend was het te zien, hoe de moeder zicJi dadelijk beschermend vóór haar drie kindeion plaatste), de ijsberen,de olifanten, de bruine beren (waarvan één zich bijzonder gebelgd toonde over het onbescheiden journahslen- bezoek, zoodat. de heer Hagenbeek one waarschuwde, goed in hei midden tusschen de kooien te blijven) en de nog niet geheel ge:«mde tijgers uit Sumatra. 'e Moi-gens, aldus vertelde de di recteur ons terloops, was een van d'. olifanten op sjouw gegaan, maar hij was nu weer terecht: hij was weer af gekomen op de signalen, door zijn broeder-olifanten de luch: in gestooton Nog toonde de heer Hagebeck ons een diepe wond in den voorpoot van een der Ijsberen, die deze Ln een ge vecht me(, een der andere beren had opeeloopen. Zoo pratende kwamen wij bij de kooi van de zeven Beiherleeuwen, waai- de dierentemmer, de heer Augiust Mölciker, beeig was, psijn woeste vriendinnen en vrienden se verzorgen Men was bezig de kooien schoon te maken. Telkens werd een kool leegge maakt (hetgeen soms mei veel geduld moest geschieden: een leeuw is nu eenmaal een leeuw en hij meent, ook ln gevangen s.aat, recht te hebben op „zelfbestuur") en dan deden schui ven en bezems hun werk. Spoedig waren de kooien kraakzindelijk (van leeuwenstandpunt beschouwd,. Toen kwam er opeens heftige beroering on der de kooi-bewoners, daar werd ge" gromd en mei staarten' gezwiep:, dat liet een aard had (een dei 'leeu wen had geen staar; om mee te zwie pen, die was hem afgetrokken, toen hij gevangen werd, vertelde de heer Mólcker ons) en telkens slaakten de dieren even hun nerveus lieen-en— we er-geloop in bun benauwde omge ving en staarden met. Koog-opgeheven kop in één richting. Wij wilden juist vragen of onze ,,anspruchslo6e" ver" schijning de oorzaak kon zijn yan al die leekenen van onrust, noen het raadsel werd opgelost: uit de richting waarheen de blikken der vroegere woestijnbewoners gingen, kwam een cLrcusknecht mei een handkar aan rijden en op die kar lagen de heer lijkste ribstukken die een slager maar leveren en een leeuw zich maar den ken kon. De dames en heeren hadden dat vleesch natuurlijk al lang gero ken vóórdal wij er ec-n „ATifrung" van hadden! Toen kreeg ieder zijn deel. Met een tweetand pikte de heer Mölker (die dit werk altijd zelf doel, dan kan hij zich overtuigen, dat zijn pupillen een goeden eetlus;, hebben en dus ge zond zijn) groote brokken vleesch op en hield ze den leeuwen voor, die met onbeschrijfelijke, wilde begeerig- iheid er op aanvielen. Toch viel er yerschiil op te merken: de heeren aten woester dan de dames, die zich meer als lekkerbekken gedroegen. Eéns per dag krijgen zij zoo hun rnntlsoen van vijf en nwintig pond vleesch. Zij zouden wel 't dubbele en nog veel meer op kunnen, maar dan zouden zij den volgenden dag ",e vaó" sig zijn en nie. geschikt om „op te treden". Gedurende den maaltijd moeten zij me: ruet. gelaten worden, vertelde de temmer. Anders gaan zij nög woester Y,"!ten en zouden zich kunnen verslik ken en stikken. En dat zou een soha— En in welk costuum! In een pantalon van Hopma, die halverwege zijn enkels kwam, met een bonten sjaal als sjerp om zijn middel, een met krijt wi: ge maakt gezioht en een slaapmuts met een grooten (kwast op zijn hoofd. Hij was de eerste clown van het circus, Senor Ar- turonauwelijks was mijn berengebrul verstomd, of Êet komisch intermezzo begon. „Koeten afond, Herr Director," zei Wouter, met een diepe buiging voor „den Julius", die hem bijna zijn even wicht kostte. „Koeten afond, Herr Clown," ant woordde Hopma, naar oud gebruik zijn best doende om zoo goed mogelijk Ne- derlandsclt te spreken. „Hoe kaat het met oew kesundkeLt?" „Prachtig, prachtig," zei Wouter, juist eeu slag met het zweepje ontwijkend, maar gaf meteen met zijn wit gemaakt gezicht een duw tegen tflen schouder van den directeur, waardoor de mooie jas totaal wit. zag. „Ruhig, riihig," zei Director Julius, „iek hat kedacht oe sollte ein sjeunes Nummer mit Paarden machen. lek seh die Beesten nirgends." „Nicht?" vroeg Wouter en keek rond, naar ons, naar do programmaverkoop ster, dc pianiste en het publiek, alsof wij de paarden waren. „Neiu, gai hebt Recht, Director, iek weet al wo die Pfer- den sind. Hier!" En daarbij klopte hij met grooten nadruk op zijn zak. „Was? In die Tasche?" vroeg de di recteur uiterst verwonderd. „Nein, nioht in een Tasck, ien main Sack," zei Wouter en de hand in den zak stekende, bracht hij zes (houten paardjes te voorschijn, die hij op 2ijn hand zette. „Das ist Alles, was von meinem Traltehnerhengste overkeblefen ies. Ke- sjmolten, allemal kesjmolten? Forike tuaand waren die Pferde alle noch se (daarbij wees hij de hoogte van een ge woon paard aan) nun smd sie kesjmol ten. „Kesjmolten? Warum?" vroeg Herr Director Julius.- „Von Hunger." „Hunger?" „Jawohl, erst kam der Wilhelm, dann der Karl, am letzten Julius. Das keëhrte Poeblik komm. nicht mehr, hat kenoei depost zijn wan:... ook dc leeuwen zijn duurder geworden' Toen de maaltijd af geloop ou v. ut, werden er van de zeven kooien door het. weghalen van schotten weer drie ge ma uk; en zoo onhebbelijk n de dieren zich zoo juis: gedragen hadden zoo ru6tig-tevreden vleiden zij zich rtu weer op dem bodem van hun kooien. De „restjes" werden uit de kooien geveegd en li t moment van den dag wa6 voor de vloeech-c'crs weer afge- loópen. Hoe lang bent u al Ln liet vaki vroegen wij den heer Mólcker. Al van 1889 af! was het antwoord. Je moei er vroeg bijkomen, anders leer je het nie; meer. Trouwens iééren kun je temmen ook eigenlijk niet. 't le een gave. Je hebt he; of je heb: het niet. Lust en liefde voor dieren zijn wed de eerste vereischlen om ie;e :e bereiken. En dan wilskracht en een onuitputtelijk geduld. Je moe: de karakters van de dieren Lestudeeren erf voor je zelf uitmaken, waarvoor elk individu hei meest ge schikt is. Want ik verzeker u, dat e!k dier een eigen karakter heeft, als een menech. „Die Weiber eind allen falsch" zei de heer Mólcker op z'n S cliopenh au e rsch„Nicht waihr? en hij streelde een leeuwin over den kop, die dadelijk reageerde door een Wauw uiu te slaan. „Ja, ich kenne •Sie!" Vooral mag een temmer nooit bang zijn. Wilde dieren zijn vee) in telligenter dan huisdieren en zij ont dekken zeer spoedig of men vrees voor iien gevoel1:.* Weten zij dit eenmaal, don is men verloren en al zijn macht over hen kwijt. liebi u wel eens een „ongelukje"- gehad? vroegen wij. Ja, dat blijft natuurlijk niet uirt. In 1912 wera ik door een leeuwin in den oirous aangevallen. Maar 't is goed af ge loopen, vervolgde de «em mer, die over dit onderwerp maar liever niet scheen door :e praten. Nog weersprak de heer Mölker de legende, dat leeuwen bij het temmen gepijnigd worden met gloeiende ijzers enz. Het ';emmen gaat als 't ware spe" Ienderwijs en wij gebruiken daarbij hie:6 dan de zweep, een stevigen knuppel... en veel geduld. Willen de dieren bepaald kwaad, dan kunnen zij voldoende op een af stand gehouden worden door lange, stevige stokken me: gaffelvormige uit einden, die hun in den muil gestooten worden. Andere wapens gebruiken'wij niet, aldus besloot de heer Mólcker. EEN PROPAGANDA-AVOND. In één der zalen van café „Brink-* mann" werd door de vereeniging de Algemeene Nederlandsche Vrouwen organisatie, Vrijdagavond een pro- paganda-bijeenkomst gehouden. Met, een kor:, kernachtig woord werd de vergadering door de Presi dente der Vereeniging ge opend, die aankondigde, dat, hen pro- pugand a-woord uitgesproken zou worden door mevrouw Nine Minn om a en dat ter verdere opluistering een zangeres uit Haarlem en de kunst- schilderes, Meivrouw Tula Smoren- berg di Vista, uit Oud-Loosdrech., als declamatricft mee zouden werken. Mei zang werd begonnen, de onbe kende zangeres behoefde over waar» deering niet te klagen. Daarna was het woord aan mevr. Nine Mmnema, die ".ot onderwerp had gekozen: „Wat moet de vrouw met haar kiesblljet doen?". Spr. begon met 'n terugblik :e wei-pen op het af geloopen :ijdperk der oor logsellende, daarbij wijzend op hei aiionsinerachiiige van de uitgestrekt heid der wereldoorf og-el agv e! rl cat, wanreer men die vergelijkt met het Waterloc-slagveld. Nu zitten we mid den in den nasleep, de gevolgen doen zich eers:', redK kennen, wanneer de blik gericht wordt naar duister Am sterdam, duister Den Haag en dui6ter RovJerdaan en naar elk duistgedeel- von Oircus. meine Pferde batten nicht kenoek zu essen, eind so klein kewor- den." En hij' wees op 't kinderspeelgoed' op zijn hand. Director Julius greep al naar zijn zweepje, om straffen uit te deelen, Toen de arme clown nog juist bijtijds riep,- dat hij een ander, veel grooter paard prachtig gedresseerd had. En een groo ten bezem voor den dag balende, ge bruikte hij dien als stokpaard en sprong daarmee in de kamer rond, achtervolgd door den verwoeden directeur. Helaas, der Herr Director raakte met zljD voc. ia een gonje zak verward, struikelde en de clown viel over hem heenin hun val wierpen zij een tafeltje om, waarop al lerlei breekbaars stond, tot grooten schrik van mevrouw Hopma. Zoo kwam de circusvoorstelling ontijdig aan ccn eind, want de dames verklaarden een parig, dat het te gevaarlijk was, niet voor de arristen, denk dat niet, uiaar voor het meubilair. Het was jammer. Er stond nog een vuureter op het program ma (dat was ik zelf) en een reuzentijger (Hupstra) benevens een gezelschap par terre-gymnasten, waarin al de heeren zouden hebben meegewerkt. Het eenige nummer, dat nog werd uitgevoerd, was dat van mevrouw Hup stra, dde af en toe had moeien roepen „Kaffee, Bier, Schokolade!" maar zon der ze in werkelijkheid aan te bieden* omdat hei alleen maar om de sugges.ie van de circusomgeving te doen was ge weest. Nu kregen we inderdaad van haar wat te drinken. En 't was zuur verdiéndl Nadat we ons weer in onze gewone plunje hadden gestoken, deden wel al onze oude botten pijn, maar van kou hadden we geen last meer. Ook de da mes niet, die zelf in den circus wel niet waren opgetreden, maar zich warmge» lachen hadden om ons.- EIDELIOJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 5