m m m m
m b m m m
m m m s
HAARLEM'S DAGBLAD
(ATIRDAO 29 MEI 1920 - VISRÖE BLAD
Rubriek voor Vrouwen.
RUSK IN EN ENCELSCHE VOLKS
KUNST.
1 ln bet midden der vorige eeuw
ïzien wij in Engeland een groote we-
•'deropleving van de nationale kunst,
'en als een dergenen, die het moest
medegewerkt hebben, om de volks
kunst van hun vaderland op te hef
fen, mag zeker JohnRu s k in ge
noemd worden. Men zeide weleer»
van hom, dat. hij do profeet was van
de schoonheid in alles wat wij gobrui
ken, en van het gebruiken in allies
wat sclioon is." Als zoodanig wil Ik
iets van hem vertellen en
I niet ingaan zijno talrijke lit-
taraire werken, die nog al
tijd bestudeerd worden. Maar voor
'den buitenlander bestaat hij meer
j ais een profeet in het vaste geloof
In schoonheid, in de natuur, in de
kunst en in den mensch. Wil men
hein en zijne levensrichting leeren
kennen, dan moet men dit niet nat
de boeken halen maar naar dat ge
deelte van Engeland gaan, waar
!aües spreekt, van znn streven en
.worken.
Als kleine jongen kwam Ruskin
"met zijne oudera, die bij Lomden
woonden, de zomervacanües door
brengen aan de Engelsche meeiren en
dit district is voor hem altijd do
liefsto plok van zijn vaderland ge
bleven. Hij zegt zelf, dat de eerste
2111vore herinneringen, die hij in la
tere jaren kon terugroepen, bestaan
uit indrukken, hier opgedaan. Aan
de Engelsche mewren leert hij die
diepgaande liefde en 't samenwerken
met do natuur, welke hij zijn leven
lang behield. En als hij in latere ja-
ren als kunstkenner en kunstcriticus
naar Italië en Frankrijk reist, dan
drijft het verlangen naar het Noor
den van Engeland hem altijd weer
terug. Zoo zijn het de boerenwonin
gen van Cumberland, die hem
doen zien. dat de architectuur pas
aan de w are eischen van schoonheid
voldoet, indien zij één is met den
maker en de bewoners. Hier :eert hij
de poëzie der bouwkunst waardeeren
'en de man die later boekdoelen
schrijft over de gebouwen van Rome
en Venetië grondde zijn kunsttheo»
rieèn op den bouw der hutten van
heniers en landbouwers.
Deze liefde voor hat echte, onge
kunstelde „buiten" ging gepaard met
been groote sympathie voor den land
man zelf en van deze liefde wns het
Igevolg 'dat Ruskin den stoot gaf
aan de huisvlijtindustrie op het
'platte land. Doordat hij nadacht over
de wijze, waarop hij in de huizon
der minderbedeelden wat meer vroug-
Ide on schoonheid zou kunnen bren
gen, kwam hij ertoe om naast de
[kerk te zorgen, dat de dorpssmid en
de dorpat immerman de techniek van
het handwerk aan de jeugd zouden
leeren. Daarna moest dan het ver
sieren van het materiaal komen,
voornamelijk om iedereen de vreug
de te doen smaken van iets waariijks
moois te kunnen mok™. Voor allen,
de minst begaafden vraagt h.j,
dat zij het potlood leeren hanteeren,
om al teekonende iedere bloem on
vogel te leeren kennen. „Wij moeten
de vreugde van heit zien en de vreug
de van het handwerk in de armste
hulzen brengen," zeide hij. En niet
daar alleen, maar ook voor die Jon
gens, die nu 'eenmaaH goon hoofd
voor klassieke talen of meetkunde
hebben, wonschte hij de gelegenheid
Open te stellen om knap te zijn d'oor
het werk hunner handen.
In die vrij geïsoleerde streek (men
moet niet vergeten, dat ik spreek van
do jaren tusschen 18401860) was er
geen sprake van spoorwegen en zelfs
nu nog bereikt men vele kleine stad
jes slechts per voertuig. Het was dus
aangewezen, dat men hier iets zocht
om do lange winteravonden te vul
len, want er was tijd te over voor
handenarbeid. Men vertelde elkaar
wol van de gezellige tijden van hot
maar niemand had er
aan gedacht deze kunst weer
Ie doen herleven. Om kort te gaan
Ruskin en zijne vrienden bosl o-
ten om een vrouwelijke leerkracht
uit Londen te doen overkomen, die
drio dorpen les kon geven in huis
Zooals liet meer gaait, toon ra on
aandacht aan deze zaak ging schen
ken, voelden opeens allerlei mon-
schen er voor hunne artistieke be
kwaamheden ten bate van de gemeen
schap aan te wenden. Dit was na
tuurlijk maar een begin, maar het
voerde tot de oprichting van oen
kimetnijverheidssclioo in Keswick,
aio nu in gelieol Engeland bekend is,
maar altijd nog werkt met memschen
hei district die degelijk technisch
en artistiek ontwikkeld zijn.
Maar do geest, die deze heele on-
iememing bezielde en mogelijk mank
te. was de ge«st van Ruskin. De
school ligt op een mooie plek bij
eene kleine rivier en ie gebouwd
volgens de idealen, die Ruskin
voor een gebouw hoog hield. Het
volgende tweeregelige versje staat
boven de deur:
Toewijding in het oog. en kundig
heid ter hand.,
Maakt tot een vreugd het werk,
en zegen voor het land.
Deze school Is dus bedoelxl als de
ideale kunstnijverheidswerkplaals en
als men de werkers ziet. dan beseft
men, dat dezen allen trotsch zijn op
hun eigen school. Deze menschen
verwerpen zelfs de gedachte aan
drank en al hebben zij een langen
werkdag achter den mg, toch missen
zij zelden de glorie van den dag, die
bekroond wordt door dit geheel an
dere werk voor oog en hand. Door
de opleiding door vakmenschen en 't
op hoog peil houden van het werk, is
deze school nu zoo uitgebreid, dat er
een jaariijksche omzet is van dui
zenden ponden en hot nu meer moeite
kost de bestellingen af te werken dan
dat men diie behoeft af te wachten.
Maar de waardo van de school is
niet in gefld. om te zetten. Ga naar
da huizen van de werkers en gij
zult hooren, wat dit werk voor hen
geworden i3... bezigheid voor ledige
uren en een vreugde in hun bestaan.
Ga naar den directeur der school' en
hij zal U zeggen, dat bij zelf ver
baasd is over de groote beschaving,
die over zijn kunslnijveren is geko
men. zoodat ruwe woorden niet ge
hoord worden. Hij zal u zeggen, dat
iele van de kameraadschap der oude
gilden in de school bestaat. Want a)'s
een metaalwerker eens een nieuwe
techniek vindt, dan houdt hij dit
voor zich zelf, maar geeft die ten
dienste van zijne kameraden. Ga
naar de bewoners van de 9tad en ve
len zullen U zeggen: „wij kunnen
niet oord «si en over al die hoogo
kunstidealen, maar dit is zeker, dat
de huisVlijtschool de groots"© strijder
voor de geheelonthouding is."
Graag zou ik U de plaatjes laten
zien van de oud-Engelsche huizen tn
Cumberland omdat het karakteris
tieke daarvan is een portiek, die alle
ingang dienst doet, maar waarin
banken tot zitten uilnoodigen. Deze
waren aangebracht omdat de vrou
wen daar met het spinnewiel gingen
zitten, beschut en toch buiten, en
veel Engelsche dichters bezongen het
gezellige poëtische geluid van de
snorrende spinnewielen. Nu bleek 't
in ongeveer 1S80 dat er nog verschei
dene oude vrouwen waren, die in
hare jeugd gesponnen hadden, en
niets liever wilden dan weer aan den
gang te gaan. En toen een harer
door een toeval in de hal van een
kasteel een oud spinnewiel zag, dat
daar alsl artistiek meubeltje rtond,
was zij niet meer te houden an pro
beerde het instrumentje weer in orde
te inaken. Dit bracht den eigenaar er
toe om te trachten een goed spinne
wiel te verkrijgen, maar hij had
eerst weinig succes: de meesten wa
ren hopeloos bedorven. Eindelijk
vond men er een op het eiland Man,
dat nog in vrij goeden staat was.
Een knappe schrijnwerker en klossen-
draaier word aan het werk gezet, de
oude juffers die nog in hare jeugd
gesponnen hadden, hieflpen met raad
en daad en spoedig snorden do wiel
tjes weer in het, merendisrtrict.
Ook hier was het weder het kleine be
gin, dat later tot de groote spin- en
weef-industrïe den grondslag legde. De
vrouwtjes, die het spinnen weer opvat
ten, brachten de volle spoelen naar een
centrum, waar men toen ook de oude
handweefgetouwen had gereconstrueerd.
Het groote middelpunt van deze vrouwe
lijke industrie zag ik in Windermere. De
spinne -ielen worden dnar aan vrouwen
uitgeleend, zoodra zij de kunst machtig
zijn en wat zij zoo in verloren uren spin
nen, wordt goed betaald. De weefge
touwen worden gfdeèltelijk door man
nen bediend, maar de kunst van op deze
kostelijke stoffen te borduren is natuur
lijk weer vrouwenarbeid.
-De dame, dit hier aan het hoofd
staat, toonde mij met groo'.ea trots het
door haar uitgevonden materiaal, half
linnen, half ziidc,waarin zij prachtige
kleurcombinaties verwerkte. Maar vele
weefsters vonden zelf hare kleuren en
noemden d;* met poëtische namen uit
de natuur. Zoo was b.v. een heerlijk
blauw de kleur van de Kingfisher, het
ijsvogeltje, dat in E-ngeland zoo veel en
bij ons zoo zelden voorkomt. Een andere
stof hcert do purperen heid„ekleur of 3en
gloed van he: vuur. Hier wordt het rijke
brocaat gemaakt voor de hofjaponnen
der Engelsche koningin, die niet anders
draagt dan stoffen van Engelsch maak
sel. Ook zag ik kostbare en mooie bor
duurwerken. De directrice zelf heeft een
verzameling van aüe mogelijke weefge
touwen of modellen daarvan, van de
ge'heele wereld. Ik was zoo gelukkig haar
een klein kaanwcefioesteHetje, een
Hollands?5>s uTMadTng'.- (Re nog aan
hare verzameling ontbrak', ïo kunnen zen-
deuj
I.. Engeland kent iedereen het mooie
Ruskin-aardewerk: Do kostbare stukken
daarvnn bekoren door hun rnooien me
taalglans, maar zij, die werkten in den
geest'van RuskiD, trachtten zooveel mo
gelijk de gewone gebruiksvoorwerpen
van kleurig en aantrekkelijk aardewerk
:e maken: Dit aardewerk is pas vele ja
ren later ook buiten Engeland bekend
geworden:
Onbelangrijk als al deze proefnemin
gen tot het bevorderen van volkskunst
en huisvlijt mogen schijnen, zoo waren
zij toch de uitingen van den wensch van
een groot man, die het Engeland zijner
dagen tot een gelukkiger woonplaats
voor den arbeider wilde maken. En'dat
zij zoo gelukkig slaagden, ligt waar
schijnlijk niet alleen aan den goeden op
zet, maar ook daaraan, dat de tijden ei
rijp voor wareuj
P.- J. W1LLEKES MACDONALD—
RE YN VA AN.
DE TENTOONSTELLING IN HET
PALEIS VOOR VOLKSVLIJT TE
AMSTERDAM.
„HET HUIS EN ZIJN INRICHTINC".
Tentoonsteülngsdrukte.
Beperkte ruimte. De
huiskamer. Felle kleu
ren, drukke patronen.
Weelderige en eenvoudige
voorwerpon.
Eigenlijk moest een tentoonstelling
maar door een beperkt aantal men
schen tegelijk bezocht kunnen worden,
zoodat de commissie op een zeker
oogenblik de controle kon laten sluiten,
opdat er niet te veel bezoekers zouden
zijn. Want dat is vaak de oorzaak er
van, dat een tentoonstelling velen zoo
teleursteltde menschenmassa is te
groot dan dat ieder afzonderlijk goed
zou kunnen zien, en ook hooren wat er
door de vertegenwoordigers en verte
genwoordigsters wordt uitgelegd en aan
getoond.
Maar de kas i; ook niet zonder be
lang bij een dergelijke onderneming, en
de zaak zou waarschijnlijk met te veel
verlies werken.
Waarom verdeelen de bezoekers (laten
wij liever in net onderhavige geval be
zoeksters zeggen) zich niet wat meer
over den geheelen dag? De meeste der
vertegenwoordigers sloven zich uit om
alles te laten zien en het is vaak werke
lijk zeer de moeite waard om hen het
gebruik en gemak van vele voorwerpen
te hooren uitleggen.
Daar de tentoonstelling gewijd is aan
het huis in den ruimsten zin van het
woord, spreekt het welhaast vanzelf, dat
er het meeste te zien is voor het gezel
lig en mooi inrichten van woon- en
slaapkamers en keuken. En hoewel er nu
eenmaal niet te twisten valt over smaak,
zijn er toch vele dingen die den naam
van „mooi en smaakvol" ten volle ver
dienen.
Toch lijkt het inrichten van zoo'n ten-
toe nsteliingskamer ons lang niet ge
makkelijk, doordat de ruimte beperkt is.
Zoo exposeert de firma Woltering, uit
Amsterdam, een eetkamer-inrichting met
een dressoir en een mooie, langwerpige
tafel, die door uittrekken vergroot kan
worden. Beide zijn prachtige meubelen,
klein, en zij wekken daardoor den indruk
van veel te kolossaal en massief te zijn.
De keuze van een groene Jampekap in
die kamer lijkt ons niet erg gelukkig
groenadhtig licht doet de menschen en
de voorwerpen op hun onvoordeeügst
uitkomen.
Aan hetzelfde euvel van een te kleine
ruimte lijden de patronen voor behang
selpapier van de firma Aruhur Sander
son en Sons, die zeer druk van patroon
zijD, maar waarschijnlijk in een hooge
kamer veel meer tot haar recht zouden
komen.
Van de inzending der firma Metz en
Co. zou juist het tegenovergestelde ge
zegd kunnen worden het kleine, luxueus
ingerichte kamertje geeft niet een in
druk van hard werken der bewoonster,
hoewel de groote en kieiae pouffea op
den grond, het lage roodgelakte tafeltje,
de in verhouding niet minder lage divan
en het mooie matrasje, dat ook tot een
zit-pouffe kan worden opgerold, zeer
smaakvol zijn. Laten wij, vrouwen, toch
oppassen, dat w ij niet te veel aan zulke
mooie, zachte, poesige dingen gaan
hechten, die eigenlijk alleen geschikt
zijn voor een boudoir, waar de eigenares
haar tijd meer liggend dan zittend, in
doorbrengt!
1-Iet maskeeren der centrale verwar
ming hier met haar houten betimmering,
verdient inius<schen aanbevelingeen
radiator is geen versiering.
Hoe uW smaak dan ook is, voor zware
of teere meubeltjes, een mooie lamp of
kroon, die het geheel op zijn vooicleeligst
doei uitkomen, is niet zoo moeilijk te
vinden. Alle mogelijke zijden kappen en
kapjes zijn te krijgen, en de smaakvolle
dof-bronzen kroontjes wedijveren om
den voorrang met de nieuwere soort, die
onder het lioht een soort komvormige,
marmeren kap hebben, welke het uit
stralende licht opvangen en de kamer in
geiemperden schijn houden. Voor ba-
racis waar gewerkt moet worden, zijn
de andere kappen geschikter, maar in de
eetkamer, de slaapkamer en den salon
(kent men dat woord nog in de mo-
dei no fitrisïnrïcbfTagTT zijd zli een aan
gename verlichting.
De staande elecsrische lampen, met
hua artistiek overgeslagen kappen, die
er uit zien alsof zij er toevallig met een
bekwame hand overheen zijn gelegd, zijn
geheel in stijl met de moderne huizen,
maar een groote bekoring gaat er uit
van de geëiste glazen kappen der fir
ma J. N. Draycr Jr., uit Amsterdam: Zij
zijn smaakvol als ornament, verleenen
een mooi en rustig uiterlijk aan Let ver
trek en zijn ook bekoorlijk in her bran
den. Maar de omgeving moet in stijl
wezen, en een lantaarn van dit geëts'C
glas in een gewone gang zou misplaatst
zijn, terwijl zij daarentegen in een een
voudige hal met een lambrizeering en
een smaakvol, rustig ameublement, ge
heel zou passen.
Tenslotte zijn er nog de kleine sche
merlampjes, die bet weinigje licht in
hun hoekje verspreiden en als orna
mentje vaak zoo alleraardigst diens:
doen. De Chimère van de Notre-Dame
de Paris, met het kleine lampje in den
mond, dat bij den stand van Dias Saa-
tilhana te zien is, is er een goed voor
beeld van.
De N.V. Been's Woning-inrichting
toon: verschillende lappenbekleeding voor
de muren, die zeer zeker een houten
lambrizeering vragen. De patronen zijn
mooi maard tuk, wat ons trouwens van
andere dingen ook wel opgevallen is.
De strenge lijnen en vage kleuren, zij'n
blijkbaar weer wat op den achtergrond
gekomen cn de neiging tot sprekender
voorwerpen wordt grooter.
Een typisoh, maar in onze oogea lee-
lijk voorbeeld hiervan zijn de katoenen
poppen, die door een dame zijn inge
zonden. welke van meening was, dat
men met zulk een versiering in de ka
mer. de vazen met bloemen wel kan ver
vangen. Deze poppen hebben meest af
schuwelijke gezichten, en fel gekleurde
kleertjes aan. en alleen het Chineesje
is ecDigszins natuurgetrouw. Over het
algemeen doen zij meer denken aan mas
cottes voor een auto-bestuurder of avia-
teur, dan aan een versiering voor de
huiskamer.
Aan electrisclse verwarming;- en ver-
bruikstoestellen ontbreekt het niet op
de tentoonstelling en de practische en
gemakkelijke verwarmingstoestellen, die
de stand V3n de firma De Goede en Huf
te zien geven, doen ons bijna naar den
winter terugverlangen.
Kleine en grootere haardjes met platte
geleidingsdraden, in plaats van ronde,
electrische matten,kookplaten met
spaarbranders, grill-ovens, kruiken en
zelfs voetzakken en compressen, welke
laatste midden in den draad weer contact
hebben, zoodat de patiënt ze zoo nodig
kan uitschakelen, worden er getoond.
DL alles is nu wel zeer gemakkelijk,
maar ook erg duur in den aanschaf. En
voor de meeste menschen, die over een
dergelijke ruime beurs niet kunnen be
schikken, zijn de smaakvolle kleine
voorwerpen, die de afd. Poolsche volks
kunst hun laat zien, ook wel een kijkje
waard. Want zelfs de rijkste moubel-
innchringen toonen hier hun eenvoudi
ge versieringen met pullen en vaasjes, en
het tafelkleed dat de firma Pander ons
voorlegt ia haar monsterkamer, van
donker-beige stof, afgezet met een dik,
diep-paars koord, is zeer bekoorlijk in
zijn eenvoud."
Enkele dingen, die ons frappeerden,
hebben wij hier even genoemd, maar er
zou nog veel en veel meer over al die
woonkamers te zeggen zijn. Laten onze
lezeressen echter zelf maar eens gaan
kijken: net is den tocht naar de hoofdstad
wel waard en wie er wat voor over heeft,
kan er zeer smakelijk en niet al te
duur koffiedrinken.
Bovendien is de tentoonstellingsruim
te licht en frisch en maakt het geheel
een pretrigen, ordelijken indruk een
tentoonstelling, die, naar wij hopen voor
de afdeeling Amsterdam van de NecL
Ver. van Huisvrouwen succes zal heb
ben.
Intusschcn is de huiskamer lang niet
het eenige dat er vertegenwoordigd is
hot huis en zijn inrichting omvat na
tuurlijk ook aHe andere vertrekken,
maar daarover hoop ik u een volgenden
keer nog wat meer te kunnen vertellen.
E.- E. PEEREBOOM.
Buitenland
DE IERSCHE QUAESTIE.
Een metrewerker der „Truth'' te
Belfast schrijft: „Alle hoop der Ulster
Home Rulers dat de Home Rule-wel
verbeterd zou worden in overeenstem
ming met-liet verlangen van de groo
te meerderheid van het Iereohe volk,
is vernietigd. Ik hoor elk oogenblik
verbazing uitspreken, en niet alleen
door de Home Rulers, over den ver-
derfeüjken invloed dien Sir Edward
Carson schijnt oefenen, niet alleen
op het kabinet, doch ook op de coa-
Iliie-leden van het. Lagerhuis. Het ie
duidelijk, dak hij alles gedaan krijgt
wa; hij wenscht. Dat zou altijd een
gevaar zijn, doch is 'n dubbel gevaar
titans, nu iedere concessie aan den
Ulsterschen Unionisten-leider niet
alleen bet eekent een verwijden van de
breuk tusschen de zes graafschappen
en het overig deel van Ierland, doch
"v.héa he: overig 'dool van Ierland
n Engeland.
Er word-, natuurlijk gezegd, dat Sir
Edward Carson eerlijk overtuigd is,
dat hij den rechten weg voor Ierland
is ingeslagen. Doch de léden van dc
Sinn Fein „Block Hand" zijn even eer
lijk overtuigd, da: het bedrijven hun
ner misdaden in hoi belang van hun
land ia, en gedurende den oorlog had
de dienstweigeraar ulo overtuiging
hetzelfde denkbeeld.
Als elke dienstweigeraar van dien
aard in het Vereenigd Koninkrijk, die
voor zijn ideaal tegen de wet ingaat,
behandeld werd als Sir Edward Car
son, zou de leider van de Sinn Fein
Black Hand" vandaag lid van he:
kabinet zijn en de leider der dienst
weigeraars aan he: hoofd staan van
het ministerie van Oorlog._
De buitengewone vergadering van
de „Ulster Unionist Council", die te
Belfast is saamgeroepen om ;e besli&-
sen over de beslissing van de vorige
vergadering om de Home Rüle-wel
aan te nemen, sluit een les in voor het
volk van Engeland en Schotland.
De meeting is saamgeroepen op
verzoek van een belangrijke groep der
Ulster Unionisten, die volkomen
terecht beweren, da: de genomen be
slissing indruisch: tegen he* Cove
nant. Een leider me: een greintje
eerbied voor zijn volgelingen zou de
beslissing dier bui':engewone samen
komst hebben afgewacht .alvorens :e
beslissen welk deel van het. land on
der hert Noorder Parlement zal moeten
komen. Nie: aldus Sir Edward Car
son, die zijn ©chepen reeds heef: ver
brand en daardoor zijn minachting
toonde voor de duizenden mannen en
vrouwen in Ulster ik heb hun aan
tal hooren schatten op de helft der
genen, die he: Covenant teekenden
die hij slechte eenige maanden gele
den betitelde als „het zout der aar
de".
DE TWEE TALEN IN BELGlë.
He: Viaamsch-spreken in de Ka
mer leid: telkens weer to; heftige i:-
cidenten en to: protesten van
Franech-sprekende zijde, waar men óf
't Viaamsch niei verstaat, óf de ver
spreiding' derVlaamsohe taal bestrij
den wil.
Toen in een der laatste zittingen de
lieer Van Cauwelaert eenige opmer
kingen wilde maken over de rede van
den minister van buitenlandsch© za
ken over he: schorsen der Belgisch-
Nederlandsche onderhandelingen, en
in het Viaamsch begon te spréken,
ontstond luid rumoer. In het Kamer
verslag lees: men hierover het. vol
gende:
,Van Cauwelaer.. Mijne Hoe
ren... (Bij deze Vlaamsche woorden
ontstaat een geweldig lawaai. De Wa
len en Franskiljons beginnen te
schreeuwen en te tieren. Sommigen
loopen heen. De voorzitter hamert.
Tegenover ai dr< geweld juich: en de
aamsche leden, ook de socialisten.
Van Cauwelaer: toe. De betoogingeu
houden ©enigen tijd aan. Eindelijk
wordt het vrij stil.)
De voorzitter (na lang gehamer:.
Ik zeg u, dat de heer Van Cauwelaert
Viaamsch zal spreken.(Handgeklap bij
deYlamingen en lawaai en geroep bij
de Walen en Franskiljons).
Pepin, Hét gaat hier niet om lie:
Viaamsch, maar om de veiligheid van
het land. De heer Van Cauwelaert
heef: een Fransohe opvoeding geno
ten: hij kan Franech spreken en
(De rest. gaat verloren in het weer
losbrekend kabaal. De Vlamingen
juichen Van Cauwelaert opnieuw toe.
iaamsche socialisten redetwisten -
gen Waalsche en eischen hun rech:
op. Eindelijk is he; weer süL)
DE VERHEFFINC VAN DE INBOOR-
LINCEN IN ZUIO-AFRIKA.
I)e Times'V correspondent meJcCti
uit Kaapstad, dak generaal Smuts bij
de behandeling van de tweede lezing
van een wetsontwerp voor betere be
hartiging van de belangen der in
boorlingen, een redevoering Meld,
welke beschouwd wordlt. als'een mijl
paal op den weg :o: verheffing van
het o-elcleurde Tas in Zuid-Afrika. Vol
gens dit omwerp zal een inboor 1 in-
genraad de kleurlingen geleidelijk gt
seliik; maken tot deelneming aan een
plaatselijk bes-uur, terwijl een com
missi© zal worden ingesteld om alle
problemen betreffende de inboorlin
gen te beetudeeren. Smuts wees er
onder meer op, dat he; huidige on
derwijsstelsel geenszins beantwoordt
«&n de behoeften der inboorlingen en
hun den pas rot verheffing afsnijdt.
Onis LacMiosk
Eerste Professor (in nutd
van vele paardenkrachten): Ha, wij
hebben haar eindelijk!
Tweede Professor: Wat be
doel je?
Eerste Professor: De 'eeu
wigdurende beweging! Ik kan de
auto niet meer laten stoppen!
Dubbelzinnig.
Gastvrouw (tot gnat die een
-bied ten beste heeft gegeven): Nu,
meneer Muller, nu moet u mij nooit
meer komen vertelllen. dat u niet zin
gen kunt nu weet ik bet!
Damrubriek
Red notour: J. W. VAN DARTE
LEN, Spionkopstraai 55, Schoten.
AH.- correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men le zenden
naar bovengenoemd adres.
Probleem No. 204.
Auteur: J. W. van Dartelen, Schoten.
Stand in cijfers: Zwart 10 schijven
op; 7-9. 18—20, 22, 24, 30 en 35-
Wit 10 schijven op: 16. 26, 27, 29.
32, 33, 42, 45, 47 en 50.
Probleem No. 205.
Auteur: J. W. van Dartelen, Schoten.
1 m m m m
5
6
a m fs
15
16
i m m h
25
26
S3
EÜ i 1 1 1
35
26
a m m aji
a g i i i
46
46
Stand in cijfers: Zwart 10 schijven
op: 3. 5, 7—9, 20, 24. 30; 35 en 36.
Wit 10 schijven op: 15. 17, 23. 28. 32,
38, 39 41, 43 en 50.
„Wit speelt en wint" gekit voor
beide problemen.
Oplossingen worden gaarne inge
wacht tot uiterlijk Maandag 7 Juni
OPLOSSINGEN.
Do auteursoplossing van Probleem
No. 200 is:
Wit; '12—37: 33—29; 29 18; 30 - 11;
48 37 en wint.
Zwart: 36 47: 47 42; 12 23; 6 17.
De auteursoplossing van Probleem
No. 201 Is:
Wit: 15-10: 28—22; 42 22, 36-31;
46-41: .50—41; 39 28; 44-40;
Zwart.: 5 14; 17 37: 18 27; 27 36
3o 47; 47 33, 23 32: 45 34;
W.: 43-39; 49 20; 35 2.
Zw.: 34:43; 24:15.
Beide problemen werden goed op
gelost door de volgende heeren: W.
J. A. Matla, P. Mollema, C. Sero-
dini, C. J. van Wijk, Ph. F. Ame-
lung, H. G. en W. J. Teunissc, C.
Portegiee, en H. Boks. allen te
Haarlem; P. J. Eype en A. Slinger,
allen te Schoten.
DE ..IIAARLEMSCHE DAMCLUB".
De „Haarlemsche Damclub" houdt
haar clubavonden i©deren Maandag
avond van 7 Mi12 uur in do boven
zaal van café „De Korenbeurs",
Spanrne 36.
Liefhebbers van het damspel en
belangstellenden zijn steeds welkom.
Inlichtingen omtrent het lidmaat
schap worden gaarne verstrekt door
den Secretaris: P. J. vau Dartelen,
Spionkopstraat 55 te Schoten.
F euilleton
ONDER VERDENKING
Naar het Poolsehvan
WALECY PRZYBOROFSK1E.
16)
Met ©on zucht keerde ik mij ora.
w© weggaan van hier,
meekt© ik mijn voogd. Hier word
t te zeer herinnerd aan het treurspel,
at zich hier afspeelde.
-la, dit plekje is beslist niet vroo-
luidde zijn antwoord, maar
hangt veel af van de stem
waarmee men het beziet. .Ie
chijnt vandaag zoo somber te moede
a zijn, Bella, dat ik blij ben dat wij
h'rakau terugkeeren.
Een half uur later zaten wij weer
htj, rijtuig. De ritmeester was zeoi-
zoodat de weg mij niet
viel en toen wij 's avonds om
u uur te Krakau kwamen, waren do
roevo herinneringen, dJo mij op het
,ee' Lencze bevangen haddon, ge-
«•I o]j dén achtergrond gedrongen,
ELFDE HOOFDSTUK.
was ik~ al,e(S °P mijn
of ik ging de papieren inzien.
Allen sliepen in huls reeds en ook op
straat was het doodstil, toen ik de
blaadjes in handeu nan, die mis
schien jaren onopgemerkt achter het
beeld gelegen zouden hebben, imdion
het toeval ze mij niet in handen had
gespeeld. Zij waren uit een schrift
gescheurd en maakten gelijk ik al
spoedig zag, liet dagboek uit van i\i
lanle, Stanislaus eerst© vrouw.
Wie had er belang bij gehad, deze
blaadjes op te bergen? Stanislaus?
Bij het lezen vau de eersle regels
reeds verwierp ik deze gedachte eu
mijn verdenking viel wederom op Ce
cilia Woibrouska, die waarschijnlijk
het geschrift had willen vernietigen
en m dit plan verhinderd was gewor
den. Zij had za loan in den eersten,
den besten schuilhoek ach'er het
portret! ijst je weggestopt.
Onwillekeurig ontwaakte langza
merhand i-n mij een gevoel van haat
en van verachting tegen de2e onbe
kende vrouw, toen ik las hoe haar
naam, vergezeld van allerlei beleedi-
gende woorden, telkens weer in dit
dagboek voorkwam. Zij begon over de
aankomst van haar vijandin aldus:
Zij i3 ln een mooi rijtuig gekomen,
dat mijn maa haar gezonden heeft.
Voor mij zou hij slechts een oude ram
melkast hebben overgehad, las ik mot,
een bovendo hand neergeschreven.
„Mijn hoofd doet piju, :k zal nog ziek
worden van nijd''. En één uur later:
„Ik beu niet naar haar toegegaan, ik
schrijf difc in mijn bed. Ik wil niet
naar beneden gaan, Julia zal mij wel
vertellen wat zij samen bespreken.
Tot beloon'ing heb ik haar mijn groen
zijden japon beloofd".
Op deze manier ging do schrijfster
voort. Op iedere bladzijde waren
uitingen, die van "jaloezie getuigden.
Zij beschreef ook het tooneel waar
van Iwan Kwiatofskie mij had ge
sproken. hoe Stanislaus haar een
briefje had geschreven, waarin hij
haar vroeg bij hem te komen, hoe zij
zijn briefje had verscheurd, maar
ten slotte joch aan zijn wensch had
govo'g' gegeven.
„Wij zijn boos van ©Ikaar gegaan",
stond er in het dagboek. „Dadelijk
daarop kwam mevrouw Woibrouska,
die eltendelinge bij mij. Zij was prach
tig gekleed en overlaadde mij met lie
ve woordjes. Zij zei mij ouk. dat zij
oen nieuw middel had om de [int van
mijn gelaat te verbeteren. Het was
duur en moeilijk t© krijgen, maar als
zij er mij genoegen mede deed, wilde
zij er mij wat van geven. Men moest
het ln water oplossen en 's nachts op
hot gewicht leggen".
Ik legde het papier neder, waut ik
heriimtwdö mij' nu eensklaps do reke
ning, die ik te I.encz had gevonden
Ar vijf en dertig gulden. Was
het dit wat mevrouw Mélanie als
schoonheidsmiddel had aangeprezen?
Met ingehouden adem las ik verder.
Uit de hand van haar doodsvijandin
had de armo vrouw liet verraderlijke
poeder aangenomen. Dien dag was er
a'daar vergadering vr.n vreemde hee
ren geweest, die lang mot gesloten
deuren hadden zitten beraadslagen.
Julia had daarvan niets te weten kun
nen komen dan dat mevrouw Woi
brouska er bij was geweest. Den 16en
.Tuil vertelde zij aan haar meesteres
dat er tweo bloeiende rozenstruiken
voor Stanislaus uit Warschau waren
bezorgd. „Voor wie zouden deze zijn?''
schreef Mélauie verder. „Mijn man is
zeer goed zoluimd: er zijn hier veel
gasten. Zij eten en drinken van mijn
geld en mevrouw VV. Is hier de ko
ningin. Wat zijn d© mannen toch
dwaas! Voor haar heeft Stantelaus ze
ker de mooie rozen laten komen. Ik
verga van woede. Als zij er zich mor
gen mee toMt, ontruk ik za Kaar voor
aller oogen. Ik duld het naet. Ik ben
zijn vrouw."
De laaU;o aanteokvuing van 17 Juli
luidde: „Zij heoft de rozen ui et ge
kregen. Vijf honderd flesschen wijn
hebben zo uitgedronken. Schandelijke
verkwisting!"
Dit waren de Inutate woorden. Eeni
ge uren later had de uoodlotligo
strijd om do roos plaats gehad, die
haar het loven kostte.
Met een bezwaard hart legde ik de
velletje*! napier neder. Zü wierpen
een schel licht op de tooneelen, die
zich in die dagen aldaar hadtien af
gespeeld ©u konden ruij van nut zijn
om de onschuld van mijn man to bo-
wijzen. Maar bovendien g&voelde ik
toch diep medelijden rnot de vrouw,
die zoozeer geleden had, door de die
pe klove, di© haar van den geliefden
man scheidde. Ik koesterde voor haar
veel minder afkeer dan voor Cecilia
Woibrouska, wie,r brioven ik thans ter
hand nam, bezield door de stille
vrees, dat de inhoud daarvan tegen
mijn man zon kunnen getuigen.
Acli, ik had mij niet vergist! Het
blo--; mij dat zij mijn man had be
mind, maar geen wederliefd© had ge
vonden.
Toen ik eerst ie at op den dag ont
waakte, was ik veei kalmer. Ik kou
nu mijn werk voortzetten en zion of
ik in het notitieboekje van mevrouw
Wo'broueka nog iets kon vind©::.
Het ©erst vond ik een menigte bui-
teiüamisohe adressou. In Italië, Hon
garije, Frankrijk ©n F.ngoland overal
had zij blijkbaar connecties.
Ook de verdere inhoud van het
boekje bovestigde duidelijk dat zooals
Pinja had gezegd, deze mooie vrouw
ln een politieke tram? mzwering was
beirokken geweest.
Meer dan dit. interesseerden mij
echter haar opmerkingen over het
echtpaar Wisrdefskic, waaruit mij
duidelijk haar misdadige plan
nen tegen hut leven van de vrouw,
bleken.
Do notiiübn Uopen tot 17 Juli, den
noodlottigen dag, maar toen Bc liet
boekje nog eens doorbladerde, vond ik
op do laatste bladzijde, bijna onlees
baar gekrabbeld: Ik kan niet stopen
en dat tor wiille van ©eu roos!
Ik sloot nu even de oogen. Indien
ik tot nu toe nog getwijfeld had, op
(Jit oogenblik was ik te" volle over
tuigd dat Cecilia Woibrouska de af
schuwelijke misdaad had geploegd Fu
zijbeminde mijn echtgenoot! Wat
r een liefde was dat, die om haar
doel 10 bereiken niet voor oen moord
terugdeinsde ep zwijgen kon op het
Oogenblik dat zij den geliefd© van .-en
zware smet kon zuiveren?
Liefde? Neen. Hetgoeu haar voor
Stanislaus bezielde was slechts ©en
uitvloeisel van berekening, van baat
zucht geweest cn verdiende den cd©-
icn naam van liefde niet.
En. terwijl miju gedachten Üuuis
wederom bij mijn echtgenoot vertoef
den, nam :k het beslui', deze vrouw,
in haar eigen woning (e gaan opzoe
ken, en haar met de wapenen, di© dit
boekje mij in handen hodddn gege
ven tot bekentenis van haar schuld tè
brengen.
(Wordt vervolgd.)