m m m m m b m m m m m m s HAARLEM'S DAGBLAD (ATIRDAO 29 MEI 1920 - VISRÖE BLAD Rubriek voor Vrouwen. RUSK IN EN ENCELSCHE VOLKS KUNST. 1 ln bet midden der vorige eeuw ïzien wij in Engeland een groote we- •'deropleving van de nationale kunst, 'en als een dergenen, die het moest medegewerkt hebben, om de volks kunst van hun vaderland op te hef fen, mag zeker JohnRu s k in ge noemd worden. Men zeide weleer» van hom, dat. hij do profeet was van de schoonheid in alles wat wij gobrui ken, en van het gebruiken in allies wat sclioon is." Als zoodanig wil Ik iets van hem vertellen en I niet ingaan zijno talrijke lit- taraire werken, die nog al tijd bestudeerd worden. Maar voor 'den buitenlander bestaat hij meer j ais een profeet in het vaste geloof In schoonheid, in de natuur, in de kunst en in den mensch. Wil men hein en zijne levensrichting leeren kennen, dan moet men dit niet nat de boeken halen maar naar dat ge deelte van Engeland gaan, waar !aües spreekt, van znn streven en .worken. Als kleine jongen kwam Ruskin "met zijne oudera, die bij Lomden woonden, de zomervacanües door brengen aan de Engelsche meeiren en dit district is voor hem altijd do liefsto plok van zijn vaderland ge bleven. Hij zegt zelf, dat de eerste 2111vore herinneringen, die hij in la tere jaren kon terugroepen, bestaan uit indrukken, hier opgedaan. Aan de Engelsche mewren leert hij die diepgaande liefde en 't samenwerken met do natuur, welke hij zijn leven lang behield. En als hij in latere ja- ren als kunstkenner en kunstcriticus naar Italië en Frankrijk reist, dan drijft het verlangen naar het Noor den van Engeland hem altijd weer terug. Zoo zijn het de boerenwonin gen van Cumberland, die hem doen zien. dat de architectuur pas aan de w are eischen van schoonheid voldoet, indien zij één is met den maker en de bewoners. Hier :eert hij de poëzie der bouwkunst waardeeren 'en de man die later boekdoelen schrijft over de gebouwen van Rome en Venetië grondde zijn kunsttheo» rieèn op den bouw der hutten van heniers en landbouwers. Deze liefde voor hat echte, onge kunstelde „buiten" ging gepaard met been groote sympathie voor den land man zelf en van deze liefde wns het Igevolg 'dat Ruskin den stoot gaf aan de huisvlijtindustrie op het 'platte land. Doordat hij nadacht over de wijze, waarop hij in de huizon der minderbedeelden wat meer vroug- Ide on schoonheid zou kunnen bren gen, kwam hij ertoe om naast de [kerk te zorgen, dat de dorpssmid en de dorpat immerman de techniek van het handwerk aan de jeugd zouden leeren. Daarna moest dan het ver sieren van het materiaal komen, voornamelijk om iedereen de vreug de te doen smaken van iets waariijks moois te kunnen mok™. Voor allen, de minst begaafden vraagt h.j, dat zij het potlood leeren hanteeren, om al teekonende iedere bloem on vogel te leeren kennen. „Wij moeten de vreugde van heit zien en de vreug de van het handwerk in de armste hulzen brengen," zeide hij. En niet daar alleen, maar ook voor die Jon gens, die nu 'eenmaaH goon hoofd voor klassieke talen of meetkunde hebben, wonschte hij de gelegenheid Open te stellen om knap te zijn d'oor het werk hunner handen. In die vrij geïsoleerde streek (men moet niet vergeten, dat ik spreek van do jaren tusschen 18401860) was er geen sprake van spoorwegen en zelfs nu nog bereikt men vele kleine stad jes slechts per voertuig. Het was dus aangewezen, dat men hier iets zocht om do lange winteravonden te vul len, want er was tijd te over voor handenarbeid. Men vertelde elkaar wol van de gezellige tijden van hot maar niemand had er aan gedacht deze kunst weer Ie doen herleven. Om kort te gaan Ruskin en zijne vrienden bosl o- ten om een vrouwelijke leerkracht uit Londen te doen overkomen, die drio dorpen les kon geven in huis Zooals liet meer gaait, toon ra on aandacht aan deze zaak ging schen ken, voelden opeens allerlei mon- schen er voor hunne artistieke be kwaamheden ten bate van de gemeen schap aan te wenden. Dit was na tuurlijk maar een begin, maar het voerde tot de oprichting van oen kimetnijverheidssclioo in Keswick, aio nu in gelieol Engeland bekend is, maar altijd nog werkt met memschen hei district die degelijk technisch en artistiek ontwikkeld zijn. Maar do geest, die deze heele on- iememing bezielde en mogelijk mank te. was de ge«st van Ruskin. De school ligt op een mooie plek bij eene kleine rivier en ie gebouwd volgens de idealen, die Ruskin voor een gebouw hoog hield. Het volgende tweeregelige versje staat boven de deur: Toewijding in het oog. en kundig heid ter hand., Maakt tot een vreugd het werk, en zegen voor het land. Deze school Is dus bedoelxl als de ideale kunstnijverheidswerkplaals en als men de werkers ziet. dan beseft men, dat dezen allen trotsch zijn op hun eigen school. Deze menschen verwerpen zelfs de gedachte aan drank en al hebben zij een langen werkdag achter den mg, toch missen zij zelden de glorie van den dag, die bekroond wordt door dit geheel an dere werk voor oog en hand. Door de opleiding door vakmenschen en 't op hoog peil houden van het werk, is deze school nu zoo uitgebreid, dat er een jaariijksche omzet is van dui zenden ponden en hot nu meer moeite kost de bestellingen af te werken dan dat men diie behoeft af te wachten. Maar de waardo van de school is niet in gefld. om te zetten. Ga naar da huizen van de werkers en gij zult hooren, wat dit werk voor hen geworden i3... bezigheid voor ledige uren en een vreugde in hun bestaan. Ga naar den directeur der school' en hij zal U zeggen, dat bij zelf ver baasd is over de groote beschaving, die over zijn kunslnijveren is geko men. zoodat ruwe woorden niet ge hoord worden. Hij zal u zeggen, dat iele van de kameraadschap der oude gilden in de school bestaat. Want a)'s een metaalwerker eens een nieuwe techniek vindt, dan houdt hij dit voor zich zelf, maar geeft die ten dienste van zijne kameraden. Ga naar de bewoners van de 9tad en ve len zullen U zeggen: „wij kunnen niet oord «si en over al die hoogo kunstidealen, maar dit is zeker, dat de huisVlijtschool de groots"© strijder voor de geheelonthouding is." Graag zou ik U de plaatjes laten zien van de oud-Engelsche huizen tn Cumberland omdat het karakteris tieke daarvan is een portiek, die alle ingang dienst doet, maar waarin banken tot zitten uilnoodigen. Deze waren aangebracht omdat de vrou wen daar met het spinnewiel gingen zitten, beschut en toch buiten, en veel Engelsche dichters bezongen het gezellige poëtische geluid van de snorrende spinnewielen. Nu bleek 't in ongeveer 1S80 dat er nog verschei dene oude vrouwen waren, die in hare jeugd gesponnen hadden, en niets liever wilden dan weer aan den gang te gaan. En toen een harer door een toeval in de hal van een kasteel een oud spinnewiel zag, dat daar alsl artistiek meubeltje rtond, was zij niet meer te houden an pro beerde het instrumentje weer in orde te inaken. Dit bracht den eigenaar er toe om te trachten een goed spinne wiel te verkrijgen, maar hij had eerst weinig succes: de meesten wa ren hopeloos bedorven. Eindelijk vond men er een op het eiland Man, dat nog in vrij goeden staat was. Een knappe schrijnwerker en klossen- draaier word aan het werk gezet, de oude juffers die nog in hare jeugd gesponnen hadden, hieflpen met raad en daad en spoedig snorden do wiel tjes weer in het, merendisrtrict. Ook hier was het weder het kleine be gin, dat later tot de groote spin- en weef-industrïe den grondslag legde. De vrouwtjes, die het spinnen weer opvat ten, brachten de volle spoelen naar een centrum, waar men toen ook de oude handweefgetouwen had gereconstrueerd. Het groote middelpunt van deze vrouwe lijke industrie zag ik in Windermere. De spinne -ielen worden dnar aan vrouwen uitgeleend, zoodra zij de kunst machtig zijn en wat zij zoo in verloren uren spin nen, wordt goed betaald. De weefge touwen worden gfdeèltelijk door man nen bediend, maar de kunst van op deze kostelijke stoffen te borduren is natuur lijk weer vrouwenarbeid. -De dame, dit hier aan het hoofd staat, toonde mij met groo'.ea trots het door haar uitgevonden materiaal, half linnen, half ziidc,waarin zij prachtige kleurcombinaties verwerkte. Maar vele weefsters vonden zelf hare kleuren en noemden d;* met poëtische namen uit de natuur. Zoo was b.v. een heerlijk blauw de kleur van de Kingfisher, het ijsvogeltje, dat in E-ngeland zoo veel en bij ons zoo zelden voorkomt. Een andere stof hcert do purperen heid„ekleur of 3en gloed van he: vuur. Hier wordt het rijke brocaat gemaakt voor de hofjaponnen der Engelsche koningin, die niet anders draagt dan stoffen van Engelsch maak sel. Ook zag ik kostbare en mooie bor duurwerken. De directrice zelf heeft een verzameling van aüe mogelijke weefge touwen of modellen daarvan, van de ge'heele wereld. Ik was zoo gelukkig haar een klein kaanwcefioesteHetje, een Hollands?5>s uTMadTng'.- (Re nog aan hare verzameling ontbrak', ïo kunnen zen- deuj I.. Engeland kent iedereen het mooie Ruskin-aardewerk: Do kostbare stukken daarvnn bekoren door hun rnooien me taalglans, maar zij, die werkten in den geest'van RuskiD, trachtten zooveel mo gelijk de gewone gebruiksvoorwerpen van kleurig en aantrekkelijk aardewerk :e maken: Dit aardewerk is pas vele ja ren later ook buiten Engeland bekend geworden: Onbelangrijk als al deze proefnemin gen tot het bevorderen van volkskunst en huisvlijt mogen schijnen, zoo waren zij toch de uitingen van den wensch van een groot man, die het Engeland zijner dagen tot een gelukkiger woonplaats voor den arbeider wilde maken. En'dat zij zoo gelukkig slaagden, ligt waar schijnlijk niet alleen aan den goeden op zet, maar ook daaraan, dat de tijden ei rijp voor wareuj P.- J. W1LLEKES MACDONALD— RE YN VA AN. DE TENTOONSTELLING IN HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT TE AMSTERDAM. „HET HUIS EN ZIJN INRICHTINC". Tentoonsteülngsdrukte. Beperkte ruimte. De huiskamer. Felle kleu ren, drukke patronen. Weelderige en eenvoudige voorwerpon. Eigenlijk moest een tentoonstelling maar door een beperkt aantal men schen tegelijk bezocht kunnen worden, zoodat de commissie op een zeker oogenblik de controle kon laten sluiten, opdat er niet te veel bezoekers zouden zijn. Want dat is vaak de oorzaak er van, dat een tentoonstelling velen zoo teleursteltde menschenmassa is te groot dan dat ieder afzonderlijk goed zou kunnen zien, en ook hooren wat er door de vertegenwoordigers en verte genwoordigsters wordt uitgelegd en aan getoond. Maar de kas i; ook niet zonder be lang bij een dergelijke onderneming, en de zaak zou waarschijnlijk met te veel verlies werken. Waarom verdeelen de bezoekers (laten wij liever in net onderhavige geval be zoeksters zeggen) zich niet wat meer over den geheelen dag? De meeste der vertegenwoordigers sloven zich uit om alles te laten zien en het is vaak werke lijk zeer de moeite waard om hen het gebruik en gemak van vele voorwerpen te hooren uitleggen. Daar de tentoonstelling gewijd is aan het huis in den ruimsten zin van het woord, spreekt het welhaast vanzelf, dat er het meeste te zien is voor het gezel lig en mooi inrichten van woon- en slaapkamers en keuken. En hoewel er nu eenmaal niet te twisten valt over smaak, zijn er toch vele dingen die den naam van „mooi en smaakvol" ten volle ver dienen. Toch lijkt het inrichten van zoo'n ten- toe nsteliingskamer ons lang niet ge makkelijk, doordat de ruimte beperkt is. Zoo exposeert de firma Woltering, uit Amsterdam, een eetkamer-inrichting met een dressoir en een mooie, langwerpige tafel, die door uittrekken vergroot kan worden. Beide zijn prachtige meubelen, klein, en zij wekken daardoor den indruk van veel te kolossaal en massief te zijn. De keuze van een groene Jampekap in die kamer lijkt ons niet erg gelukkig groenadhtig licht doet de menschen en de voorwerpen op hun onvoordeeügst uitkomen. Aan hetzelfde euvel van een te kleine ruimte lijden de patronen voor behang selpapier van de firma Aruhur Sander son en Sons, die zeer druk van patroon zijD, maar waarschijnlijk in een hooge kamer veel meer tot haar recht zouden komen. Van de inzending der firma Metz en Co. zou juist het tegenovergestelde ge zegd kunnen worden het kleine, luxueus ingerichte kamertje geeft niet een in druk van hard werken der bewoonster, hoewel de groote en kieiae pouffea op den grond, het lage roodgelakte tafeltje, de in verhouding niet minder lage divan en het mooie matrasje, dat ook tot een zit-pouffe kan worden opgerold, zeer smaakvol zijn. Laten wij, vrouwen, toch oppassen, dat w ij niet te veel aan zulke mooie, zachte, poesige dingen gaan hechten, die eigenlijk alleen geschikt zijn voor een boudoir, waar de eigenares haar tijd meer liggend dan zittend, in doorbrengt! 1-Iet maskeeren der centrale verwar ming hier met haar houten betimmering, verdient inius<schen aanbevelingeen radiator is geen versiering. Hoe uW smaak dan ook is, voor zware of teere meubeltjes, een mooie lamp of kroon, die het geheel op zijn vooicleeligst doei uitkomen, is niet zoo moeilijk te vinden. Alle mogelijke zijden kappen en kapjes zijn te krijgen, en de smaakvolle dof-bronzen kroontjes wedijveren om den voorrang met de nieuwere soort, die onder het lioht een soort komvormige, marmeren kap hebben, welke het uit stralende licht opvangen en de kamer in geiemperden schijn houden. Voor ba- racis waar gewerkt moet worden, zijn de andere kappen geschikter, maar in de eetkamer, de slaapkamer en den salon (kent men dat woord nog in de mo- dei no fitrisïnrïcbfTagTT zijd zli een aan gename verlichting. De staande elecsrische lampen, met hua artistiek overgeslagen kappen, die er uit zien alsof zij er toevallig met een bekwame hand overheen zijn gelegd, zijn geheel in stijl met de moderne huizen, maar een groote bekoring gaat er uit van de geëiste glazen kappen der fir ma J. N. Draycr Jr., uit Amsterdam: Zij zijn smaakvol als ornament, verleenen een mooi en rustig uiterlijk aan Let ver trek en zijn ook bekoorlijk in her bran den. Maar de omgeving moet in stijl wezen, en een lantaarn van dit geëts'C glas in een gewone gang zou misplaatst zijn, terwijl zij daarentegen in een een voudige hal met een lambrizeering en een smaakvol, rustig ameublement, ge heel zou passen. Tenslotte zijn er nog de kleine sche merlampjes, die bet weinigje licht in hun hoekje verspreiden en als orna mentje vaak zoo alleraardigst diens: doen. De Chimère van de Notre-Dame de Paris, met het kleine lampje in den mond, dat bij den stand van Dias Saa- tilhana te zien is, is er een goed voor beeld van. De N.V. Been's Woning-inrichting toon: verschillende lappenbekleeding voor de muren, die zeer zeker een houten lambrizeering vragen. De patronen zijn mooi maard tuk, wat ons trouwens van andere dingen ook wel opgevallen is. De strenge lijnen en vage kleuren, zij'n blijkbaar weer wat op den achtergrond gekomen cn de neiging tot sprekender voorwerpen wordt grooter. Een typisoh, maar in onze oogea lee- lijk voorbeeld hiervan zijn de katoenen poppen, die door een dame zijn inge zonden. welke van meening was, dat men met zulk een versiering in de ka mer. de vazen met bloemen wel kan ver vangen. Deze poppen hebben meest af schuwelijke gezichten, en fel gekleurde kleertjes aan. en alleen het Chineesje is ecDigszins natuurgetrouw. Over het algemeen doen zij meer denken aan mas cottes voor een auto-bestuurder of avia- teur, dan aan een versiering voor de huiskamer. Aan electrisclse verwarming;- en ver- bruikstoestellen ontbreekt het niet op de tentoonstelling en de practische en gemakkelijke verwarmingstoestellen, die de stand V3n de firma De Goede en Huf te zien geven, doen ons bijna naar den winter terugverlangen. Kleine en grootere haardjes met platte geleidingsdraden, in plaats van ronde, electrische matten,kookplaten met spaarbranders, grill-ovens, kruiken en zelfs voetzakken en compressen, welke laatste midden in den draad weer contact hebben, zoodat de patiënt ze zoo nodig kan uitschakelen, worden er getoond. DL alles is nu wel zeer gemakkelijk, maar ook erg duur in den aanschaf. En voor de meeste menschen, die over een dergelijke ruime beurs niet kunnen be schikken, zijn de smaakvolle kleine voorwerpen, die de afd. Poolsche volks kunst hun laat zien, ook wel een kijkje waard. Want zelfs de rijkste moubel- innchringen toonen hier hun eenvoudi ge versieringen met pullen en vaasjes, en het tafelkleed dat de firma Pander ons voorlegt ia haar monsterkamer, van donker-beige stof, afgezet met een dik, diep-paars koord, is zeer bekoorlijk in zijn eenvoud." Enkele dingen, die ons frappeerden, hebben wij hier even genoemd, maar er zou nog veel en veel meer over al die woonkamers te zeggen zijn. Laten onze lezeressen echter zelf maar eens gaan kijken: net is den tocht naar de hoofdstad wel waard en wie er wat voor over heeft, kan er zeer smakelijk en niet al te duur koffiedrinken. Bovendien is de tentoonstellingsruim te licht en frisch en maakt het geheel een pretrigen, ordelijken indruk een tentoonstelling, die, naar wij hopen voor de afdeeling Amsterdam van de NecL Ver. van Huisvrouwen succes zal heb ben. Intusschcn is de huiskamer lang niet het eenige dat er vertegenwoordigd is hot huis en zijn inrichting omvat na tuurlijk ook aHe andere vertrekken, maar daarover hoop ik u een volgenden keer nog wat meer te kunnen vertellen. E.- E. PEEREBOOM. Buitenland DE IERSCHE QUAESTIE. Een metrewerker der „Truth'' te Belfast schrijft: „Alle hoop der Ulster Home Rulers dat de Home Rule-wel verbeterd zou worden in overeenstem ming met-liet verlangen van de groo te meerderheid van het Iereohe volk, is vernietigd. Ik hoor elk oogenblik verbazing uitspreken, en niet alleen door de Home Rulers, over den ver- derfeüjken invloed dien Sir Edward Carson schijnt oefenen, niet alleen op het kabinet, doch ook op de coa- Iliie-leden van het. Lagerhuis. Het ie duidelijk, dak hij alles gedaan krijgt wa; hij wenscht. Dat zou altijd een gevaar zijn, doch is 'n dubbel gevaar titans, nu iedere concessie aan den Ulsterschen Unionisten-leider niet alleen bet eekent een verwijden van de breuk tusschen de zes graafschappen en het overig deel van Ierland, doch "v.héa he: overig 'dool van Ierland n Engeland. Er word-, natuurlijk gezegd, dat Sir Edward Carson eerlijk overtuigd is, dat hij den rechten weg voor Ierland is ingeslagen. Doch de léden van dc Sinn Fein „Block Hand" zijn even eer lijk overtuigd, da: het bedrijven hun ner misdaden in hoi belang van hun land ia, en gedurende den oorlog had de dienstweigeraar ulo overtuiging hetzelfde denkbeeld. Als elke dienstweigeraar van dien aard in het Vereenigd Koninkrijk, die voor zijn ideaal tegen de wet ingaat, behandeld werd als Sir Edward Car son, zou de leider van de Sinn Fein Black Hand" vandaag lid van he: kabinet zijn en de leider der dienst weigeraars aan he: hoofd staan van het ministerie van Oorlog._ De buitengewone vergadering van de „Ulster Unionist Council", die te Belfast is saamgeroepen om ;e besli&- sen over de beslissing van de vorige vergadering om de Home Rüle-wel aan te nemen, sluit een les in voor het volk van Engeland en Schotland. De meeting is saamgeroepen op verzoek van een belangrijke groep der Ulster Unionisten, die volkomen terecht beweren, da: de genomen be slissing indruisch: tegen he* Cove nant. Een leider me: een greintje eerbied voor zijn volgelingen zou de beslissing dier bui':engewone samen komst hebben afgewacht .alvorens :e beslissen welk deel van het. land on der hert Noorder Parlement zal moeten komen. Nie: aldus Sir Edward Car son, die zijn ©chepen reeds heef: ver brand en daardoor zijn minachting toonde voor de duizenden mannen en vrouwen in Ulster ik heb hun aan tal hooren schatten op de helft der genen, die he: Covenant teekenden die hij slechte eenige maanden gele den betitelde als „het zout der aar de". DE TWEE TALEN IN BELGlë. He: Viaamsch-spreken in de Ka mer leid: telkens weer to; heftige i:- cidenten en to: protesten van Franech-sprekende zijde, waar men óf 't Viaamsch niei verstaat, óf de ver spreiding' derVlaamsohe taal bestrij den wil. Toen in een der laatste zittingen de lieer Van Cauwelaert eenige opmer kingen wilde maken over de rede van den minister van buitenlandsch© za ken over he: schorsen der Belgisch- Nederlandsche onderhandelingen, en in het Viaamsch begon te spréken, ontstond luid rumoer. In het Kamer verslag lees: men hierover het. vol gende: ,Van Cauwelaer.. Mijne Hoe ren... (Bij deze Vlaamsche woorden ontstaat een geweldig lawaai. De Wa len en Franskiljons beginnen te schreeuwen en te tieren. Sommigen loopen heen. De voorzitter hamert. Tegenover ai dr< geweld juich: en de aamsche leden, ook de socialisten. Van Cauwelaer: toe. De betoogingeu houden ©enigen tijd aan. Eindelijk wordt het vrij stil.) De voorzitter (na lang gehamer:. Ik zeg u, dat de heer Van Cauwelaert Viaamsch zal spreken.(Handgeklap bij deYlamingen en lawaai en geroep bij de Walen en Franskiljons). Pepin, Hét gaat hier niet om lie: Viaamsch, maar om de veiligheid van het land. De heer Van Cauwelaert heef: een Fransohe opvoeding geno ten: hij kan Franech spreken en (De rest. gaat verloren in het weer losbrekend kabaal. De Vlamingen juichen Van Cauwelaert opnieuw toe. iaamsche socialisten redetwisten - gen Waalsche en eischen hun rech: op. Eindelijk is he; weer süL) DE VERHEFFINC VAN DE INBOOR- LINCEN IN ZUIO-AFRIKA. I)e Times'V correspondent meJcCti uit Kaapstad, dak generaal Smuts bij de behandeling van de tweede lezing van een wetsontwerp voor betere be hartiging van de belangen der in boorlingen, een redevoering Meld, welke beschouwd wordlt. als'een mijl paal op den weg :o: verheffing van het o-elcleurde Tas in Zuid-Afrika. Vol gens dit omwerp zal een inboor 1 in- genraad de kleurlingen geleidelijk gt seliik; maken tot deelneming aan een plaatselijk bes-uur, terwijl een com missi© zal worden ingesteld om alle problemen betreffende de inboorlin gen te beetudeeren. Smuts wees er onder meer op, dat he; huidige on derwijsstelsel geenszins beantwoordt «&n de behoeften der inboorlingen en hun den pas rot verheffing afsnijdt. Onis LacMiosk Eerste Professor (in nutd van vele paardenkrachten): Ha, wij hebben haar eindelijk! Tweede Professor: Wat be doel je? Eerste Professor: De 'eeu wigdurende beweging! Ik kan de auto niet meer laten stoppen! Dubbelzinnig. Gastvrouw (tot gnat die een -bied ten beste heeft gegeven): Nu, meneer Muller, nu moet u mij nooit meer komen vertelllen. dat u niet zin gen kunt nu weet ik bet! Damrubriek Red notour: J. W. VAN DARTE LEN, Spionkopstraai 55, Schoten. AH.- correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men le zenden naar bovengenoemd adres. Probleem No. 204. Auteur: J. W. van Dartelen, Schoten. Stand in cijfers: Zwart 10 schijven op; 7-9. 18—20, 22, 24, 30 en 35- Wit 10 schijven op: 16. 26, 27, 29. 32, 33, 42, 45, 47 en 50. Probleem No. 205. Auteur: J. W. van Dartelen, Schoten. 1 m m m m 5 6 a m fs 15 16 i m m h 25 26 S3 EÜ i 1 1 1 35 26 a m m aji a g i i i 46 46 Stand in cijfers: Zwart 10 schijven op: 3. 5, 7—9, 20, 24. 30; 35 en 36. Wit 10 schijven op: 15. 17, 23. 28. 32, 38, 39 41, 43 en 50. „Wit speelt en wint" gekit voor beide problemen. Oplossingen worden gaarne inge wacht tot uiterlijk Maandag 7 Juni OPLOSSINGEN. Do auteursoplossing van Probleem No. 200 is: Wit; '12—37: 33—29; 29 18; 30 - 11; 48 37 en wint. Zwart: 36 47: 47 42; 12 23; 6 17. De auteursoplossing van Probleem No. 201 Is: Wit: 15-10: 28—22; 42 22, 36-31; 46-41: .50—41; 39 28; 44-40; Zwart.: 5 14; 17 37: 18 27; 27 36 3o 47; 47 33, 23 32: 45 34; W.: 43-39; 49 20; 35 2. Zw.: 34:43; 24:15. Beide problemen werden goed op gelost door de volgende heeren: W. J. A. Matla, P. Mollema, C. Sero- dini, C. J. van Wijk, Ph. F. Ame- lung, H. G. en W. J. Teunissc, C. Portegiee, en H. Boks. allen te Haarlem; P. J. Eype en A. Slinger, allen te Schoten. DE ..IIAARLEMSCHE DAMCLUB". De „Haarlemsche Damclub" houdt haar clubavonden i©deren Maandag avond van 7 Mi12 uur in do boven zaal van café „De Korenbeurs", Spanrne 36. Liefhebbers van het damspel en belangstellenden zijn steeds welkom. Inlichtingen omtrent het lidmaat schap worden gaarne verstrekt door den Secretaris: P. J. vau Dartelen, Spionkopstraat 55 te Schoten. F euilleton ONDER VERDENKING Naar het Poolsehvan WALECY PRZYBOROFSK1E. 16) Met ©on zucht keerde ik mij ora. w© weggaan van hier, meekt© ik mijn voogd. Hier word t te zeer herinnerd aan het treurspel, at zich hier afspeelde. -la, dit plekje is beslist niet vroo- luidde zijn antwoord, maar hangt veel af van de stem waarmee men het beziet. .Ie chijnt vandaag zoo somber te moede a zijn, Bella, dat ik blij ben dat wij h'rakau terugkeeren. Een half uur later zaten wij weer htj, rijtuig. De ritmeester was zeoi- zoodat de weg mij niet viel en toen wij 's avonds om u uur te Krakau kwamen, waren do roevo herinneringen, dJo mij op het ,ee' Lencze bevangen haddon, ge- «•I o]j dén achtergrond gedrongen, ELFDE HOOFDSTUK. was ik~ al,e(S °P mijn of ik ging de papieren inzien. Allen sliepen in huls reeds en ook op straat was het doodstil, toen ik de blaadjes in handeu nan, die mis schien jaren onopgemerkt achter het beeld gelegen zouden hebben, imdion het toeval ze mij niet in handen had gespeeld. Zij waren uit een schrift gescheurd en maakten gelijk ik al spoedig zag, liet dagboek uit van i\i lanle, Stanislaus eerst© vrouw. Wie had er belang bij gehad, deze blaadjes op te bergen? Stanislaus? Bij het lezen vau de eersle regels reeds verwierp ik deze gedachte eu mijn verdenking viel wederom op Ce cilia Woibrouska, die waarschijnlijk het geschrift had willen vernietigen en m dit plan verhinderd was gewor den. Zij had za loan in den eersten, den besten schuilhoek ach'er het portret! ijst je weggestopt. Onwillekeurig ontwaakte langza merhand i-n mij een gevoel van haat en van verachting tegen de2e onbe kende vrouw, toen ik las hoe haar naam, vergezeld van allerlei beleedi- gende woorden, telkens weer in dit dagboek voorkwam. Zij begon over de aankomst van haar vijandin aldus: Zij i3 ln een mooi rijtuig gekomen, dat mijn maa haar gezonden heeft. Voor mij zou hij slechts een oude ram melkast hebben overgehad, las ik mot, een bovendo hand neergeschreven. „Mijn hoofd doet piju, :k zal nog ziek worden van nijd''. En één uur later: „Ik beu niet naar haar toegegaan, ik schrijf difc in mijn bed. Ik wil niet naar beneden gaan, Julia zal mij wel vertellen wat zij samen bespreken. Tot beloon'ing heb ik haar mijn groen zijden japon beloofd". Op deze manier ging do schrijfster voort. Op iedere bladzijde waren uitingen, die van "jaloezie getuigden. Zij beschreef ook het tooneel waar van Iwan Kwiatofskie mij had ge sproken. hoe Stanislaus haar een briefje had geschreven, waarin hij haar vroeg bij hem te komen, hoe zij zijn briefje had verscheurd, maar ten slotte joch aan zijn wensch had govo'g' gegeven. „Wij zijn boos van ©Ikaar gegaan", stond er in het dagboek. „Dadelijk daarop kwam mevrouw Woibrouska, die eltendelinge bij mij. Zij was prach tig gekleed en overlaadde mij met lie ve woordjes. Zij zei mij ouk. dat zij oen nieuw middel had om de [int van mijn gelaat te verbeteren. Het was duur en moeilijk t© krijgen, maar als zij er mij genoegen mede deed, wilde zij er mij wat van geven. Men moest het ln water oplossen en 's nachts op hot gewicht leggen". Ik legde het papier neder, waut ik heriimtwdö mij' nu eensklaps do reke ning, die ik te I.encz had gevonden Ar vijf en dertig gulden. Was het dit wat mevrouw Mélanie als schoonheidsmiddel had aangeprezen? Met ingehouden adem las ik verder. Uit de hand van haar doodsvijandin had de armo vrouw liet verraderlijke poeder aangenomen. Dien dag was er a'daar vergadering vr.n vreemde hee ren geweest, die lang mot gesloten deuren hadden zitten beraadslagen. Julia had daarvan niets te weten kun nen komen dan dat mevrouw Woi brouska er bij was geweest. Den 16en .Tuil vertelde zij aan haar meesteres dat er tweo bloeiende rozenstruiken voor Stanislaus uit Warschau waren bezorgd. „Voor wie zouden deze zijn?'' schreef Mélauie verder. „Mijn man is zeer goed zoluimd: er zijn hier veel gasten. Zij eten en drinken van mijn geld en mevrouw VV. Is hier de ko ningin. Wat zijn d© mannen toch dwaas! Voor haar heeft Stantelaus ze ker de mooie rozen laten komen. Ik verga van woede. Als zij er zich mor gen mee toMt, ontruk ik za Kaar voor aller oogen. Ik duld het naet. Ik ben zijn vrouw." De laaU;o aanteokvuing van 17 Juli luidde: „Zij heoft de rozen ui et ge kregen. Vijf honderd flesschen wijn hebben zo uitgedronken. Schandelijke verkwisting!" Dit waren de Inutate woorden. Eeni ge uren later had de uoodlotligo strijd om do roos plaats gehad, die haar het loven kostte. Met een bezwaard hart legde ik de velletje*! napier neder. Zü wierpen een schel licht op de tooneelen, die zich in die dagen aldaar hadtien af gespeeld ©u konden ruij van nut zijn om de onschuld van mijn man to bo- wijzen. Maar bovendien g&voelde ik toch diep medelijden rnot de vrouw, die zoozeer geleden had, door de die pe klove, di© haar van den geliefden man scheidde. Ik koesterde voor haar veel minder afkeer dan voor Cecilia Woibrouska, wie,r brioven ik thans ter hand nam, bezield door de stille vrees, dat de inhoud daarvan tegen mijn man zon kunnen getuigen. Acli, ik had mij niet vergist! Het blo--; mij dat zij mijn man had be mind, maar geen wederliefd© had ge vonden. Toen ik eerst ie at op den dag ont waakte, was ik veei kalmer. Ik kou nu mijn werk voortzetten en zion of ik in het notitieboekje van mevrouw Wo'broueka nog iets kon vind©::. Het ©erst vond ik een menigte bui- teiüamisohe adressou. In Italië, Hon garije, Frankrijk ©n F.ngoland overal had zij blijkbaar connecties. Ook de verdere inhoud van het boekje bovestigde duidelijk dat zooals Pinja had gezegd, deze mooie vrouw ln een politieke tram? mzwering was beirokken geweest. Meer dan dit. interesseerden mij echter haar opmerkingen over het echtpaar Wisrdefskic, waaruit mij duidelijk haar misdadige plan nen tegen hut leven van de vrouw, bleken. Do notiiübn Uopen tot 17 Juli, den noodlottigen dag, maar toen Bc liet boekje nog eens doorbladerde, vond ik op do laatste bladzijde, bijna onlees baar gekrabbeld: Ik kan niet stopen en dat tor wiille van ©eu roos! Ik sloot nu even de oogen. Indien ik tot nu toe nog getwijfeld had, op (Jit oogenblik was ik te" volle over tuigd dat Cecilia Woibrouska de af schuwelijke misdaad had geploegd Fu zijbeminde mijn echtgenoot! Wat r een liefde was dat, die om haar doel 10 bereiken niet voor oen moord terugdeinsde ep zwijgen kon op het Oogenblik dat zij den geliefd© van .-en zware smet kon zuiveren? Liefde? Neen. Hetgoeu haar voor Stanislaus bezielde was slechts ©en uitvloeisel van berekening, van baat zucht geweest cn verdiende den cd©- icn naam van liefde niet. En. terwijl miju gedachten Üuuis wederom bij mijn echtgenoot vertoef den, nam :k het beslui', deze vrouw, in haar eigen woning (e gaan opzoe ken, en haar met de wapenen, di© dit boekje mij in handen hodddn gege ven tot bekentenis van haar schuld tè brengen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 13