onkvrouw Jacqueline
RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
Kaadsais
Maaassloplosslngeii
De Wedstrijd.
De arme Peter
Onze LacMoek
fkniDüijd Nlesws
VIERDE BLAD
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1920
(Deze raadsels zijn alio Ingezonden door
(jongens en meisjes die „"Voor Ouzo Jeugd"
Ie/,en. De namen dor kinderen, dlo mij vóór
ftV uousdagmiddag 4 uur goede oplossingen
kenden, worden in hot volgende nummer
Jjekeiid gemaakt.)
i Iedere maand wordeu onder de besto
jiplossors twee boofceu in prachtband ver-
i/o raadsel prijzen Yoor de maand
Augustus zijn bij loting ten deel ge-
Vanen aan: KRANS GEHL en SOL
DAAT, die ze Woensdag b September
Sjj mij mogen afhalen.
1. (Ingezonden door Bloemkorfje).
Mijn 1ste is een vers, mijn 2d'o is
sen tand.
f Zoo gij 't geheel bezit, bezit gij
2. (Ingezonden door Rapunsel).
I Met mij bedoelt men Duitsche geld-
Itukken of een NederlandBch eiland.
Kat bedoel ik?
3. (Ingezonden door Zwartoog).
I lk ben jongensspel goed. Onthoofd
In,, en ik ben een lichaamsdeel,
j 4. (Ingezonden door Rhododendron).
V\ elko plaats in Zeeland behoort
pus in het plantenrijk'?
i 5. (Ingezonden door Primula).
Ik ben afschuwelijk. Zonder hoofd
prd ik ©en mooie bloem en zonder
IaJs een prachtig hemellichaam.
6. Strikvragen.
a. (Ingezonden door Rhododendron).
Wat merkt men van stoenen, die in
iet water liggen?
b. (Ingezonden door Zomertakje en
Albada).
Welke menschen verdienen spelen-
8 den kost?
c. Welke boerenkarren rijden niet?
d. Wat is boven ons verstand?
e. Waar woonde de toovenaar van
elft?
f. Welk verschil is er lusschen een
touw en een koffiekan?
g. (Ingezonden dooi' Biem en Zonne
bloem).
Wolko levende hanen kraaien niet?
li. Wat is er altijd in ©en leeg huis?
li. Waarom kijkt de kuiper in oen
fcg vat?
'j. Waarom droegen de mccldragers
uil Rotterdam vroeger witte kousen?
k. Er lagen vier jongens in een bed-
,ee en niemand lag vooraan. Hoe kan
at?
1. (Ingezonden door Onrust).
Hoeveel deuren en ramen heeft een
olbetimmerd huis noodig?
in. Hoe koint een kraai in zijn nest?
ii. Hoeveel Nedeiiandsche kannen
ater kan men in een leeg vat gieten?
0. Welk woordje wordt altijd fout
■schreven?
p. Wat is kleiner dan jezelf gn
eekt tocli boven je uit?
Wie leeft van water en wind?
De raadseloplossingen der vorige
eek zijn;
1. Zooals liet klokje thuis likt, tikt
it nergens.
2. Alessandria.
3. Ram, kram.
4. Stekelbaars.
Iiorst, worst.
Kluit, luit.
oplossingen ontvangen van:
[eidenaar 6, Kerstboompje 6, Contro-
Hir 6, Abrikoos 5, Het Trio 6, Zonne-
loem 6, Brem 6, Winnetou 6, Bloem-
prfje 6, Framboos 5, Lachebekje 6,
trans Gehl 5, Old Shatterhand
(ruusje Bakker C, Jacoba Bakker 6,
larietje Bakker 6, Hyacinth 6, Vlie-
jende Hollander (3, Onrust 6, Zeester
Musicus f', Pietje Puck 6, Lathyrus
Wilde Wingerd 6, Bergprins 6,
oud Elsje C, Sneeuwklokje 6, Duin-
ooitje 6, H. v. Dam 5, Langstaartje
Adrlaan Buytendijlc G, Lourens
Dster 5, Soldaut 5. Jacoba van Beie-
m 6, Karei dlo Groote 6, Krullebol 4,
iekio en Piene 5, Avondklokje 5, But-
rfly 5, Piet Hein 6, Prinses Atla
nta G. Goudkopje Prinses Roze-
jod 6, Primula 6, Rozenknopje 3,
ampanula 6, Passiebloem 6, Miner-
5, Piet en Dirk Oschatz 5, Lente-
lopje G, SprieteL G, Alpenfee 5.
[inzendingen ontvangen van: Jacoba
[likker, oud 8 jaar, Marietje Bakker,
[jaar, Bloemkorfje 13 jaar, Het Trio
i jaar, Lachebekje 12 jaar, Dirk Ro-
iijn 13 jaar, Piene 11 jaar, Hyacinth
i jaar, Vliegende Hollander 9 jaar,
[ruusje Bakker 10 jaar, Onrust 13
aar, Asschopoester 13 jaar, Vliegen-
k Hollander 9 jaar, Dikkertje 10 jaar,
(usiciis en Pietje Puck, Heiinio van
am 11 jaar, Campanula 10 jaar,
Bssiebloem 13 jaar, Prinses Attaianta
jaar, C. Stulterheim, Krullebol,
[rinses Rozerood 11 jaar, Maan elfje
I1 jaar.
Goed©
IpiH.pnn -i i
ONS ZUSJE.
In 't hoekje van de kamer
Staat een wiegje, o zoo fijn,
Achter 't tullen wiegekleedjo
Ligt ons zusje, nog heel klein..
Slu het kleedje maar op zijcle
Zeg, wat vind je van mijn zus?
Streel maar zacht de klein,e handjes,
Geef haar ©ventjee een kus.
Zie je wel dat blonde kopje,
En die wangen appelrond,
En die poez'le, dikke handjes,
En die lieve, rood© mond?
Ja, zoodra ik uit de school kom,
Glunr ik al om 't wieggordijn,
llè, als ze straks eens gaat lachen,
Wat zal dat toch heerlijk zijnl
llp.useh het allemoolste popje
Uit een spaelgo edmaguzij11
Kan vast toch niet liever wezen
DaJt ons lieve kindekijn.
B.-Z.
Brievenbus
Brieven aan do Redactie van do Kia-
dor-Afdeeling moeten gezonden worden
aan Mevr, BLOMBERG—ZEEMAN,
Van der Vinnestraat 21 rood*
(In do bus gooien 1 onder aanschel-
Ienl)
Nieuwelingen zijn: NELLIE IIAZE-
VOET, oud 8 jaar, Damstraat 8.
JEANTJE OOSTERLING, Saenredam-
straat 29 rood, oud 10 jaar.
PIENE. Je werk zag er keurig uit.
Ik heb er toch maar niets bijgeschre
ven uit vrees het te beschadigen, riet
deed me genoegen je zelf eens ie zien
en to spreken. Heb je je Dinsdag niet
vermoeid? OLD SITATTERHA.nd.
Je schrijf me eens gauw, welke uaam
er onder j© inzending stond. Ik zocht
tevergeefs naar Old Shatterhand.
F. G. Jongen, wat ben jij een fietsrij
der, En wat zeg je er wel van,' aai je
eriu- geloot bent? LACHEBEKJE.
Het deed me pleizier, dat je het boek
zoo prachtig vindt. Jo inzending was
best in orde. FRAMBOOS. Gezeilig,
zeg, dat moeder mee lu-ijgertje
speelde. Wil je een volgende Keer
een beetje dikker schrijven. Ik moest
er haast een bril voor opzeilen.
BLOEMKORFJE. Je raadsels zijn
goed.. Bevalt het je weer goea op
school? Een trommel als hoofdkussen
lijkt me niet zoo begeerlijk. IN-
NETOU. Wel gefeliciteerd met vaders
verjaardag. Een beetje jammer, dat
het een schooldag was. hè. Vind je dc
aanstaande verhuizing prettig? En|
blijft vader Haarlem's Dagblad le
zen? MAANELFJE. Wel bedankt
voor je rnooie kaart uit ELlecom.
HET TRIO. Ik zag wel, dat jullie
heel erg je best hadden gedaan.
DE SCIIIPPERIN. Hartelijk dank;
voor je beide kaarten uit Egmond.
'fc Ziet er daar echt gezellig uit.
ABRIKOOS. Was het mooi in het
paardenspel Je raadsel is goed.
MINERVA. Je was de vorige week te
laat. Ik heb je raadsels toch laten!
meetellen. Het slot van de vacantie
lang niet het minste deel. Als
ik eens ruim paats heb, komt er weel
een verhaal. ONRUST. Eindelijk
uilgezwierd Viel het niet een beetje
tegen op school Waren je gedaciwen
nog niet op de Zaandammer kermis?
ik zou wel alle weken „heerlijke tun-
ge brieven'' willen schrijven, als ik
maar heerlijk veel plaats had. Ik aana
je hartelijk voor de lekkere bramen-
vla, Wat heb ik hot toch goed dij
jullie! VLIEGENDE HOLLAN
DER. Jongen, jongen, wat hebben
ze jouw verwend. Heerlijk, hè, zoo'n
kinderpartijtje. Werken je machine
rietjes nog goed? HYACINTH.
Het doet me pleizier dat ik zoo'n goe
de keuze voor je gedaan heb. Ik neü
je nichtje ul ingeschreven, jullie
hebben van de week nog wel van de
fiets genoten. Fietste het niet
zwaar langs het strand? Gelukkig ne
dat de fietsbanden dicht bleven.
KWIKSTAARTJE. Ik vond het heel
aardig nog wat uit Velp van jc te
hooren. Het spijt me heusoli, dai ik
je nu missen moet. Mijn oude trouwe
klantjes houd ik zoo graag bij elkaar.
Ben je in Amersfoort al heaieruaal
ingeburgerd? Het ga je goed, kind!
TRUUSJE. Je inzending zag er neel
leuk uit. Ja, je kunt er straks best
een lijstje om doen. Het weer is
toch wel wat opgeknapt en jullie hebt
er zeker de laatste week nog wel van
genoten. FRANS G. Nog wel be-
danks voor je onderzee-boot. Zou je
er op willen zijn? TIEKIE EN
PIENE, Als ik het zoo veranderen
kan, dat het onzichtbaar is, wil ik
het wel doen. Anders moet het maar
zoo blijven. Heeft Koninginnedag
voor Piene geen schadelijke gevol
gen gehad? KRULLEBOL. Die
briefkaart is zeker zoek geraakt. Wat
leuk, dat je nog een Haagsch nichtje
gekregen hebt. KAREL DE
GROOTE. Ja, ik denk, dat er wel
meer prettige plannetjes door den
regen in de war zijn gestuurd. En-
fin, daar kan niemand iets aan doen.
Nu maar weer met moed en lust een
nieuw werkjaar begonnen.
ADRIAAN B. 'k Kan me wel zoo n
beetje indenken, hoe of het kwam,
dat je wedstrijdwerk erbij inschoot.
Zoo iets gaat beter bij moeder tlruls
dan bij anderen. LANGSTAARTJE,
liet doet mij ook plezier, dat de Ku
brick je zoo goed bevalt. Vader mag
je best wat helpen. Zoo'n kiem©
peuter en nu al oen fiets 1 Wat een
genot. Hetty zal het wei jammer vin
den, dat je weer naar schooi gaat.
•Heerlijk, hè, zoo'n klein z.isje!
SNEEUWKLOKJE EN DUINV'IÜUL-
TJE. Nog wed bedankt voor ju.ne
mooie bloemen. Ze staan zoo gezei
lig in mijn serre. Is Sneeuwklokje
nu thuis? Gaan juilie «alle dagen
naar vaders tuin? IIEIDEPR1N-
SESJE. 'k Dacht eigenlijk, dat je un
was, omdat ik in lang niets van je
hoorde. Vervelend, dat je juist in ae
vacantie ziek werdt. Ben je nu weer
heelemaal de oude De gedroogde
bloemen worden tentoongesteld in de
Tijdingzaal, Groote Houtstraat, Ga
Woensdag maar eens kijken. Ik denk,
dat ze er dun zijn. Je kunt clan met
een zien, wie een prijs krijgen. Houdt
ie verder maar goed. BERGPRINS.
Dus het bevait je op school weer
goed? Flink zool Altijd vacantie zou
heelemaal niet bevallen. Wat jij?
AVONDKLOKJE EN BUTTERFLY.
Jullie iiepen zeker langs de Znncl-
voorlsche laan naar Zamlvoorl. ,00u
d© Zeeweg niet korter zijn? Nu ik
weer thuis ben, hoor ik zeker weer
geregeld wat van jullie. LENTE-
KNOPJE mag haar schuilnaam hou
den. MINERVA. Voortaan een
knoopje in je neus leggen. De raad
sels heb ik nog laten meetellen. Is
het je goed bevallen op school '1 Heb
je veel huiswerk? .Te raadsel is goed.
CAMPANULA EN PASSIE
BLOEM. Dus Campanula heeft Dins
dag een gezellig dagje gehad. Had je
nu ook nog maar een prijs veroverd.
Daar ik altijd een paar telaat komers
heb, vermeid ik d© volgende week den
uilslag van dezen wedstrijd. Ik noop,
dat ik Woensdag een plaatsje in de
TijdingzaaJ voor de gedroogde bloe
men kan veroveren. Waag er maar
een loopje aan. ROZENKNOPJE.
Spookt de blind© darm niet meert
Mag jc hem nog een poosje bouaen,
m de hoop, dal hij zich kaim houdt?
Ik vind het prettig, dat je weer gere
geld mee gaat doen. PRIMULA.
Hoe laat ging je Dinsdagavond wei
naar bed? E11 was je Woensdag locu
op tijd in schooi? Op den idisiag
moet je nog een weekje wachten.
PRINSES ROZEROOD. Jammer, u'at
ie niets gewonnen hebt in den lierte-
kamp. Ben je geen hardloopster,»e
raadsels van de vorige week stonaen
wel opgetcekend. Dus dat is toch in
orde. GOUDKOPJE. Het Haagsche
Warenhuis lijkt veel op de Annsier-
damsche Bijenkorf, 'lk wil wel geloo-
ven, dat je er graag heel wat soiiat-
len uit had willen halen. PRIN
SES ATTAI.ANTA. Die borslplaaijes
golden zeker zooveel ais troostprijs,
Het deed je al een beetje aan Shit-
Nicolaas denken, vind je niet?
SPRIETEL. Daar kwam uit: ons ge
bit. Gesnapt? Met nieuwen moed op
school begonnen
AAN ALLEN. Als er een plaatsje
voor ons is in do Tijdingzaak hoop
k a.s. Woensdag daar jullie inzen
dingen ten toon te stellen. Ga er aan
maar eens een kijkje nemen.
W. BLOMBERG—ZEEMAN.
v. d.. Vinnestraat 21 r., Iiaariem.
3 Sept. 1920.
(Amerikaansoli schetsje),.
Jane was eenvoudig bekoorlijk.
Wie had er zoo groote bruine ree-
ocgen, zulk een weelde van gouden
Jokken en zoo'n betooverend klein
mondje als zij?
Alle menschen hielden van Jane en
Jane mocht ze allen, en dit was juist
het ergste. Zij ging nu ai twee winters
uit en was nog altijd Jane Murray,
het rijkste Cu mooiste meisje der
stad, en omdat zij zoo gefortuneerd
en knap was, verwonderden do men
schen zich er over, dat zij niet huw
de. Zij kon op meer aanbidders roe
men dan èenig meisje in de stad,
maar Jahë wag Jaar niet hoog
moedig op en wanneer zij er een af
wees, dan deed ze dit op zoo'n vrien
delijke wijze, dat Bill Breen zei: bij
haar zou men wel iederen dag
blauwtje willen loopen.
Eenige meer bejaarde dames en
minder schoone meisjes zeiden, Jane
was coquet; maar dit was niet zoo.
Zij danste met alle jongelui, die zij
kende, praatte en lachte met hen,
doch coquet teerde nooit met hen.
„Peter", sprak Jane zekeren dag,
toen zij in de bibliotheek kwam,
vvaar hij aan zijne schrijftafel zat,
Peter, ik zou gaarne eens met u
spreken,
Het was In Peter's eigen biblio
theek en hij zat aan de schrijftafel,
waaraan hij „De oogen der liefde"
'i 'schreven had; dat uitstekende
Koek, dat zooveel opgang gemaakt,
had, Hij was namelijk Jane's voogd
betrekkelijk nog jeugdig maar
ook auteur en wel een auteur van
beteekenis en we zullen er dadelijk
bijvoegen, dat weinig personen zich
zouden veroorloofd hebben, onaan-
gediend Peter's bibliotheek binnen t,e
gaan. Maar Jane had hare privile
gies.
Haar bezoek scheen Peter nu juist
niet ongelegen te koouen. Hij stond
dadelijk op en schoof den gemakke
lijk sten 6toel in het vertrok naar den
róhoorsteen, want Jane had in de
koude een langen rit gemaakt.
Met een nauw verneembaren zucht
wierp zij zich in den zetel, trok hare
rijihandschoenen uit en maakte heur
door den wind verwarde lokken wat
m orde, terwijl Peter hoffelijk en
Kalm"tegen den schoorsteenmantel
geleund stond.
Peter, begon ze eindelijk, nadat
zij een oogentoHk hot haardvuur be
studeerd had, je zijt eëh zeer rustig
mensch.
Peter gliiinjlaclite en drukte zijn
dankbaarheid voor dien lof uit. En
hij had oen zeer aardige manier om
met de oogen te lachen, voordat zijne
lippen Jachten.
Maar ga toch zitten, ging .Tane
voort. Ge ziet or niet zoo kalm uit,
wanneer ge staat, en ik spreek het
liefst met menschen, die or gemoede
lijk uitzien,
Peter "overwoog even in stilte of
Jane werkelijk vond, dat hij er zoo
rustig uitzag. Zij zeide dikwijls din
gen, die hij niet begreep, maar zij
was charmant en hij nn.ni plaat»
naast haar en dry-d zijn best om er
•echt kalm en verstandig nit te
zien.
Wilt go thans zoo goed zijn, mij
te zeggen, wat j© tot je voogd voert?
begon hij.
Een huwelijksaanzoek, ant
woordde ,Tano kort. Ik wou dat de
lui er geen deden, maar ze doen het
tóch, en dat is soms heel vervelend.
Paul Greyunore ie. hier, ging ze
11a een klein© pauze voort.
Een andar jong meisje had wellicht
„Lord Greymore" gezegd, maar Jane
hechtte niet aan titels. Een paar van
hare vriendinnen hadden zich door
praedicaat laten toekoren en haar
ongeluk had een omi it wisharen in
druk op het jonge meisje gemaakt.
Paul Greymore was echter niet als
de anderen. Zij had iu den vorigen
winter hem op het vaste land loeren
kc-nnen, waar do jeugdige lord op de
mooilei tAmeitlkaansdhc was verliefd
geworden.
Jane hield veel van liem. Ilij was
een man, wien weinigen konden
weerstaan, en; zijne gevoelens voor
Jane waren op recht.
Ik kom in December naar New-
York en haal uw antwoord, had hij
bij het afscheid nemen gezegd; dan
moet ge met u zelve hebben uitge-
imaulct, of go mij bemint of niet.
En Jane had beloofd, dat hij dan
'haar beslissend antwoord bekomen
Ui moet er eerst met Peter over
.preken, had zij tot zichzelve ge-
•p.gd. Moeder heeft daar geen ver
stand van, maar Peter wel degelijk
en hij moet me zijne opinie zeggen.
Doch Peter had er al- zeer weinig
over te zeggen.
Dat is iets, wat je met jezelve
irioet uitmaken, was zijn antwoord
geweest.
En nu was de maand December
aaugebroken en Jane had nog altijd
geen besluit genomen.
Jail© was van haar stoel opgere
zen en staarde in het vuur van den
haard. Hare oogen hadden een zorg
volle uitdrukking, welke Peter niet
gaarne daarin opmerkte. Wat heer
lijk beeld was zij, dit jonge meisje,
met de groote, stralende ooge.ii en
den kleinen rozigen mondl
Hij komt hedenavond, sprak
Jane zacht, terwijl zij haar kleine
handen onder de kin gevouwen hield.
Hij komt en ik heb beloofd, hem dan
inijn antwoord te geven. Maar iJi
weet niet, wat ik doen zal, Peter; ik
weet het waarlijk niet.
Hij heeft lang gewacht, merkte
Peter op.
Het meise zag hem aan, maar hij
pookte nu in het vuur en zij kon zijn
gelaat niet meer zien.
Zoudt gij liet wenschen, Peter?
vroeg zij.
Ik wensch, je gelukkig te zien,
antwoordde Peter.
Jane's voder, als hij nog leefde,
had waarschijnlijk hetzelfde ant
woord gegeven.
Zij haalde zoo diep adem, dat het
als een Zucht klonk.
Ik ben gelukkig, zeide zij zacht.
Ik ben altijd gelukkig geweest en ik
hoop, dat ik het ook in de' toekomst
zal wezen. Mama houdt veel van hém
ëri allen die hem kennen, mogen hem
gaarne.
Peter zag Jane aan.
—Maar hoe bevalt hij Jou? vroeg
hij, op den man af.
Een donker rood kleurde har© wan
gen.
Ik weet niet, Peter, maar ik
geloof je, ik hen zeker, dat ik hom
beman.
Helt vuur was uitgebrand. Peller
legde den pook weg en ging naar het
venster. Groote sneeuwvlokken vielen
en de omgeving was grauw en duis
ter.
Jane streek Jacks kop en do hond
keek met zijne trouwe, verstandige
oogen haar aan.
Ja, we hebben iuenig gezeilig
uurtje niet elkaar doorgebracht.
Peter en jij en ik, Jack; sprak ze
fluisterend.
J ane vroeg zich af," of Peter Haar
erg missen zou, en Peter dacht er
over hoe hij zonder haar leven zou,
Maar hij was Jane's voogd en moest
voor alles aan haar geluk denken.
Hij ging weer „naar den haard en
loc-n Jane thans hem gadesloeg, be
speurde zij dat zijne oQge<n een trou-,
rige uitdrukking hadden.
Arme Peter, sprak zij, ge ziel er
mioede uit; ik wil u niet langer sto
ren.
Peter storen! Ach Jane!...
Ilij zeide niets. Hij kon niets zeg
gen, want als hij gesproken had, dan
zou hij haar wellicht verraden héb
ben, dat het 't grootste geluik zijns
levens was, door haar gestoord te
worden, en dat zij zijn ieven had
«aangevuld van het oogenblik af dat
de vader hem de zorg voor diens
klein brumoogig dochtertje had toe
vertrouwd.
Jane nam haar rijkleed op. Peter
was ook schrikkelijk onvenschillig
en hij interesseerde zich heelemaal
niet voor hare liefdesgeschiedenis.
Zijn schijnbare onverschilligheid
krenkte haar en met fier opgeheven
hoofd ging' zij naar de deur. Daar
echter keerde zij zich om. Peter
stond' nog bij den schoonsteenmantel
c-n iets in zijn houding liet haar ra-
«len, dat toet tooit misschien hem niet
zoo eender zijn zou, wanneer zij met
Paul wegreisde.
Peter lispte zij.
Hij schrok op maar niet lachen
de oogen en lippen blikte hij haar
aan.
Wat beveelt u, .prinses? sprak
hij, terwijl hij haar bij den naam
noemde, dien hij in hare kinderja
ren haar gegeven toad.
Ge weet, dat ik 200 gaarne altijd
alles met 11 bespreek, Peter, zeide
zij met neergeslagen oogen. Mag ik
dezen avond in de bibliotheek komen
en met u over Paul spreken?
Ja, wilt ge dat? riep Peter uit.
Wanneer ge dat doet, prinses,
zult ge een man vinden, die zoozeer
voor lady Jane's toekomst zich in
teresseert, dat hij do minuten zal tel
len totdat zo komt. Dus wees zoo
goed en-laat den armen Peter niet
wachten!
Jan© lachte om zijn woorden en Pe
ter lachte met haar mee. Doch toen
zij de kamer verlaten had. ging hij
langzaam uaar den haard terug; de
lach verdween uit zijn oogen en van
zijne lippen ,en hij zag er dieptreu-
rig uit. Hij raapte een handschoen,
die Jane verloren had, van het tapijt
op. liet was een zeer kleine hand
schoen en die zag er zonderling in
Peters groote hand uit. Hij drukte
hem teedor aan zijne wang en fluis
terde treurig: „Arme Peter!"
Het tuur gloeide in don liaai-d; op
het tapijt daarvoor lag de hond,
met den kop op de pooten. De pendu
le in deal lioek sloeg tien uur en de
iman in den stoel bewoog zich on rus-
Dame (tot schilderj. U bont
kunstenaar, U moet mij kunnen zeg
gen, wat wel het groolste kunstv/ei'K
ter wereld is.
Schilder: Schilderijen verKoo.
pen, mevrouw.
Willy; Vader, on zo juffrouw,
heeft vaJimorgen op school gezegd,
dat wij op de vvereid zijn om anderen
te helpen.
Vader: Dat is ook zoo!
Wil 1 y; Maar waarvoor zijn do
anderen er dan
-ig. Peter had 's middags zich gekleed
maar hij had niet gegeten. Geheel
had hij vergeten, dat een goc-d vriend
hem wachtte: alles had hij vergeten
voor die één© gedachte, dat Jane zou
heengaan. Jane reisde naar Enge
land; hij en Jack bleven alleen ach
ter .Hij klemde kramaohtïg den klei
nen handschoen in zijne hand en
hoog het hoofd er over.
Et kwam iemand de kamer in. Een
jong meisje in ©en zacht, wit kleed;
met goudbruin haar en wondervol la
bruine oogen.
Zij zag hem met den kleinen hand
schoen in de hand zitten.
Dot begreep Jano en het was haat
al© zou haar hart bersten door hel
groote geluk, dat het vervulde.
Zij liep snel naar do plek, waar
hij zat.
Peter, fluisterde zij, terwijl zij
naast hem knielde en zijne handen
in de hare nam. Peter, lieve, Iieva
Peter, hij is weg. Ik gevoelde, dat ik
hem niet beminde en niet de zijne
worden kon. Er was een ander, wien
mijn hart altijd, toebehoorde zio
mij toch aan, lieve Peter!
En in de heide oogan, die vortrou-
rend in de zijne blikten, la© Peter
liefde, hoop en loven.
Jane, voegde hij innig haar toe,
terwijl hij haar aan zijn borst drukte
en zijn gelaat in haar goudenlokken
borg, nu ben ik niet meer de arm©
Peter!
EEN GEHEIMZINNIGE MOORD
IN ENGELAND.
De Engolsclie bladen geven in de
laatste dagen hun leeers telkens nieu
we bijzonderheden over een gehcim-
zinnigoii moord, te Eastbourne ge
pleegd op een Londensche typiste,
Irene Muttro, wier lijk onder het zand
bedolven op hef. strand werd gevon
den.
Do „Star" vergast zijn b-zers zelfg
op een uitvoerig relaas van een spi
ritistische séance, te Eastbourno ge
houden, waar door middel van oen
vrouwelijk medium de geest der ver
moorde heeft gesproken en eon uit
gebreid verslag gegeven heeft van
haar eigen moord! De naam van den
moordenaar werd daarbij oveneens
genoemd de „Star" is zoo voor
zichtig alleen de eerste letter af te
drukken en tot in de kleinste bij
zonderheden werd het gebeurde van
dien dag via het medium verteld. Ook
een signalement van den moorde
naar werd gegeven, dal echter af
wijkt van het signalement dat de po
litie gegeven heelt van een man, die
op den dag van den moord met Irene
Munro in een theetuin is gezien.
liet onderzoek zal er door deze uit-
eenloopende signalementen niet ge
makkelijker op worden, gezwegen
nog van de mogelijkheid, dat een on
schuldige op de spiritistische per
soonsbeschrijving wordt aangehouden
Een vriendin van de vermoorde
heeft verklaard, dat juffrouw Munro
voorzoover haar bekend niets van
spiritisme afwist en den naam, in de
„boodschap" van het medium ver
meld, kende zij ook niet. Maar, zoo
voegde de vriendin er bij, blijkbaar
onder de bekoring der spiritistisch©
onthullingen, hel; gebeurt dikwijls,
dat ik mij in eens de namen herinner
van menschen. die zij gekend heeft.
De politieambtenaar, die speciaal
met hel onderzoek in deze zaak be
last is. heef tal heel wat aanbiedin
gen van „clair-vóyanten" gekregen,
doch zo stelselmatig van de hand go-
EEN HONGERSTAKER OVERLE
DEN. Een uislrumentmaker Karl
Danwoil te Biinjïngliam vva© bij
rechterlijk vonnis uit zijn woning ge
zet. 1-Iij had echter weer bezit van
het huis genomen en geweigerd dit
to verlaten, waarop hij wegens „con
tempt of court' gearresteerd was. In
do gevangenis weigorde hij ©enig
voedsel te gebruiken met het nood
lottig gevolg, dat hij vijf dagen later
overleed. Men had hem dwaitgvoedsel
willen ingeven, doch deze pogingen
moeten staken. Kort voor zijn dood
werd hij naar een ziekenhuis overge
bracht. .Men wist liem eindelijk te
overreden iets ie eten, doch toen was
het reeds t© laat.
Feuilleton
EEN VERHAAL UIT HET OUDE
KAMERIJK.
Vrij vertaald naai; het
Engelschvan
BARONES ORCZY.
ij had haar in zijn nietten gevangen
s een handig vogelaar bijna zon-
ir dat zij het merkte. Na dien tijd
is er zoo veel veranderd. Van een
ibaduidend meisje eigenlijk een
Betje d© ondergeschikte van haar
'oer was Jacqueline een van de
lornaamste personen in het land ge-
orden. Ze werd gevierd, het hof ge-
aakt, bewonderd aan alle kanten e"
as omringd door de knapste en rid-
Flijkste mannen van Europa. Zij had
ch niet bepaald afgewend van den
>liefdo van haar jeugd neen, dat
oest zelfs de Land as erkennen
'aar zij had geleerd1 hem to vergelij-
?n met andere mannen, en kniirsse-
tndend, met schaafntè en woedie in
Ct hart, moest de Landas toegeven
"t hij haar blijkbaar tegengevallen
os. Er was een tijd geweest flat niets
wereld hem haar bewondering zou
hebben kunnen ontnemen, toen ze, ho©
de schijn ook tégen hem was, liem be
schouwde als het toonbeeld van dap
perheid en eor. Maar gisteren was zij
alleen maar zacht en modelijdend ge
weest en een paar uur later had zij
die hecle zaak aan haar voogd ver
teld.
Do Landas balde zijn vuist en druk
te ze legen de vensterbank tot de knok
ken van zijn slanko ha'nd glommen
als ivoot. Iiad de gemaskerd© vreem
deling zelf iets te maken met Jacque
line's verraad? Plotseling voelde de
Spanjaard dat hij tot eiken prijs de
waarheid te weten moest komen, dat
hij Jacqueline een bekentenis af moest
dwingen of zij hem diep in haar hart
ook een oogenblik in gedachte on
trouw geweest was.
Zoo vlug zijn zwakte hem toe liet,
haastte hij zich door dë eindelooss
gangen van liet paleis, totdat hij be
neden in de hal kwam, aan don voet
van die grooto trap, geen twintig pas
sen van de kamer af waar hij des
nachts zoo vernederd was. Instinct
droef hem naar die kamer, waarvan
het raam uitkwam op een pad dat
naar liet park leidde,,
Hij duwde de deur open waarachter
een paar uur t© voren hij en zijn vrien
den zoo schaamteloos op den loer
hadden gelegen voor hun niets ver
moedenden vijand. Bijna sluipend
ging hij den drempel over en gluur
de naar binnen. Ilij herkende de ka
mer nauwelijks en dacht dat hij zich
in do deur vergist had; en toch, alle
bijzonderheden waren er: de lesse
naar roet het niervormige bovenblad,
die zulk een prachtige barricade voor
den vijand gevormd had, do stoelen
die de gemaskerde vreemdeling als
schroefbladen boven zijn hoofd ge
zwaaid had toen zij het laffe bevel
hadden gegeven aan do bedienden om
bij den aanval te helpen; het zware
gordijn dat zijn laatste verdedigings-
middeJ geweest was.
Al 'Lze dingon waren weer op hun
plaats gezet; een nieuwe rout lag op
den gr.nd; liet gordijn was weer op
gehangen; geen vleU, geen gebroken
meubels konden getuigen van het
vreeselijke bloedbad dat den vorigen
nacht in dit vertrek was aangericht.
De Landas keek verbaasd ora zich
heen. Ilij ging de kamer binnen en
toen hij dit deed sloeg de zware deur
achter hem, door den tocht, met een
lievigen slag dicht. Toen de Landas
door de kamer keek om te zien wat
de oorzaak van d'eze plotselinge wind
vlaag kon zijn, zng hij dat hel raam
tegenover hem tot uüu dien grond toe
open stond.én dat Jacguoline daar
blijkbaar net van uit het park bin
nengekomen was.
Eerst zag zij hem hl et, maar bleef
staan en nam, evenals Ijl] gedaan had,
nauwkeurig alles in d© kamer op
liet raam omlijstte haar als een vol-
maukte schildei ij, met haar donkere
japon en goudblond haar en haar
zachte, witte huid. De kap van haar
mantel was over haar schouders ge
vallen en zij hield haar zware rokken
niet de hand. bij elkaar.
Jacqueline, riep die jonge man
spontaan uil.
Ze keek op en zag hem, en stapte
kalm de kamer binnen; met uitgesto
ken liaiid kwam zij naur liem toe om
hem te begroeten, een zachte en be
zorgde uitdrukking op het Jieve ge
zichtje.
-- llé, José, zeide ze opgewekt,
ik had niet, gedacht dat ik je van
daag nog zien zou.
Dat schijnt jc niet erg gehinderd
te hebben, antwoordde hij somber.
Ik wist dat je ziek was. D© dok
ter heeft toch zeker volmaakte rust
voorgeschreven?
Ik heb niet over ziekte of rust
gedacht, antwoordde hij op halfver-
wijtenden toon. Ik dacht or alleen
aan dat ik jou wilde zien.
Ik zou bij je gekomen zijn, zeide
zc kalm, zoodra de dokter het goed
vond.
En ik kon niet wachten, ant
woordde hij met een zucht. Dat is
nu het verschil, Jacqueline, lusschen
mijn liefdé en d© Jouwe.
Toen zij geen antwoord gaf, maar
hem zachtjes, als een ziek kind, naar
een stoel bracht, voegd© hij er somber
bij.
lk kwam jc vaarwel zeggen, Jac
queline.
Vaarwel? Ik begrijp je niet.
Ik ga weg.
Waarheen?
Hij haalde de schouders op.
Wie zal het zeggen? zeide hij.
Wat doet hel er eigenlijk toe?
Je spreekt in raadselen, ant
woordde zij. - Kun je het niet nader
verklaren?
D© verklaring is, helaas, maar
al te eenvoudig! De gouverneur heeft
mij uit de stad verbannen.
- Je uit die stad verbannen? her
haald© ze langzaam.
Ja! Omdat ik de hand heb dur
ven uitsteken naar Zijne Hoogheid
den Prim van Froidcrnont.
José, je maakt gekheid!
lk ben nog nooit vru mijn leven
zoo ernstig geweest.
F.n wanneer .ga je?
Vanavond.
Maar waarheen? drong zij aan..
Zooals ik nJ zeide: wie zal het
zeggen?
Hij sprak nu op heeschen toon.
Blijkbaar waren zijn zenuwen gespan
nen en kostte het hem moeite zich in
bedwang te houden. Hij zat bij den
lessenaar en zijn am lag er bovenop,
rle vuist gebald, pn zijn donkere oogen
keken het meisje onderzoekend aan.
terwijl hij sprak. Zij stond een paar
passen van hem af en keek hem met
een verwonderde uitdrukking op haar
gezicht aan.
José, zeide ze na een poosje,
je bent op het oogenblik wat boos en
overspannen. Je denkt, geloof ik, dat
liet mijn schuld is dat mijn voógd van
het gevecht vannacht gehoord lieeft.
Ik zweer je dat ik onschuldig ben, ik
heb juist alles gedaan wat in myn
macht was om de schandelijke gebeur
tenis voor iedereen geheim t© houden,.
Schandelijk, Jacqueline? protes
teerde hij.
Ja., schandelijk, antwoordde zij.
Mijn voogd is, schijnt het, vanmor
gen vroeg op liet spoor gebracht
hoe, dat weet ik niet. Maar hij stuur
de om de nuchtwakers en heeft ze la
ten ondervragen. Toen heeft hij mij
verteld wat er gebeurd was.
En heb je hem geloofd?
Ik heb hom geloofd en niet ge.
loofd. Ik was pijnlijk getroffen en
wist niet wat ik er van denken moest.
Nu vertol jo met dat mijn voogd; je
uit de stad verbannen heeft. Dat zou
hij zeker niet gedami hebben, José, als
hij niet de bewijzen had van je schuld.
Weinul antwoordde hij op ver-
waanden toon. Ik zal het niet onU
kennen.
Josél
(Wordt vervolgd).