onkvrouw Jacqueline RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Kaadsais Maaassloplosslngeii De Wedstrijd. De arme Peter Onze LacMoek fkniDüijd Nlesws VIERDE BLAD ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1920 (Deze raadsels zijn alio Ingezonden door (jongens en meisjes die „"Voor Ouzo Jeugd" Ie/,en. De namen dor kinderen, dlo mij vóór ftV uousdagmiddag 4 uur goede oplossingen kenden, worden in hot volgende nummer Jjekeiid gemaakt.) i Iedere maand wordeu onder de besto jiplossors twee boofceu in prachtband ver- i/o raadsel prijzen Yoor de maand Augustus zijn bij loting ten deel ge- Vanen aan: KRANS GEHL en SOL DAAT, die ze Woensdag b September Sjj mij mogen afhalen. 1. (Ingezonden door Bloemkorfje). Mijn 1ste is een vers, mijn 2d'o is sen tand. f Zoo gij 't geheel bezit, bezit gij 2. (Ingezonden door Rapunsel). I Met mij bedoelt men Duitsche geld- Itukken of een NederlandBch eiland. Kat bedoel ik? 3. (Ingezonden door Zwartoog). I lk ben jongensspel goed. Onthoofd In,, en ik ben een lichaamsdeel, j 4. (Ingezonden door Rhododendron). V\ elko plaats in Zeeland behoort pus in het plantenrijk'? i 5. (Ingezonden door Primula). Ik ben afschuwelijk. Zonder hoofd prd ik ©en mooie bloem en zonder IaJs een prachtig hemellichaam. 6. Strikvragen. a. (Ingezonden door Rhododendron). Wat merkt men van stoenen, die in iet water liggen? b. (Ingezonden door Zomertakje en Albada). Welke menschen verdienen spelen- 8 den kost? c. Welke boerenkarren rijden niet? d. Wat is boven ons verstand? e. Waar woonde de toovenaar van elft? f. Welk verschil is er lusschen een touw en een koffiekan? g. (Ingezonden dooi' Biem en Zonne bloem). Wolko levende hanen kraaien niet? li. Wat is er altijd in ©en leeg huis? li. Waarom kijkt de kuiper in oen fcg vat? 'j. Waarom droegen de mccldragers uil Rotterdam vroeger witte kousen? k. Er lagen vier jongens in een bed- ,ee en niemand lag vooraan. Hoe kan at? 1. (Ingezonden door Onrust). Hoeveel deuren en ramen heeft een olbetimmerd huis noodig? in. Hoe koint een kraai in zijn nest? ii. Hoeveel Nedeiiandsche kannen ater kan men in een leeg vat gieten? 0. Welk woordje wordt altijd fout ■schreven? p. Wat is kleiner dan jezelf gn eekt tocli boven je uit? Wie leeft van water en wind? De raadseloplossingen der vorige eek zijn; 1. Zooals liet klokje thuis likt, tikt it nergens. 2. Alessandria. 3. Ram, kram. 4. Stekelbaars. Iiorst, worst. Kluit, luit. oplossingen ontvangen van: [eidenaar 6, Kerstboompje 6, Contro- Hir 6, Abrikoos 5, Het Trio 6, Zonne- loem 6, Brem 6, Winnetou 6, Bloem- prfje 6, Framboos 5, Lachebekje 6, trans Gehl 5, Old Shatterhand (ruusje Bakker C, Jacoba Bakker 6, larietje Bakker 6, Hyacinth 6, Vlie- jende Hollander (3, Onrust 6, Zeester Musicus f', Pietje Puck 6, Lathyrus Wilde Wingerd 6, Bergprins 6, oud Elsje C, Sneeuwklokje 6, Duin- ooitje 6, H. v. Dam 5, Langstaartje Adrlaan Buytendijlc G, Lourens Dster 5, Soldaut 5. Jacoba van Beie- m 6, Karei dlo Groote 6, Krullebol 4, iekio en Piene 5, Avondklokje 5, But- rfly 5, Piet Hein 6, Prinses Atla nta G. Goudkopje Prinses Roze- jod 6, Primula 6, Rozenknopje 3, ampanula 6, Passiebloem 6, Miner- 5, Piet en Dirk Oschatz 5, Lente- lopje G, SprieteL G, Alpenfee 5. [inzendingen ontvangen van: Jacoba [likker, oud 8 jaar, Marietje Bakker, [jaar, Bloemkorfje 13 jaar, Het Trio i jaar, Lachebekje 12 jaar, Dirk Ro- iijn 13 jaar, Piene 11 jaar, Hyacinth i jaar, Vliegende Hollander 9 jaar, [ruusje Bakker 10 jaar, Onrust 13 aar, Asschopoester 13 jaar, Vliegen- k Hollander 9 jaar, Dikkertje 10 jaar, (usiciis en Pietje Puck, Heiinio van am 11 jaar, Campanula 10 jaar, Bssiebloem 13 jaar, Prinses Attaianta jaar, C. Stulterheim, Krullebol, [rinses Rozerood 11 jaar, Maan elfje I1 jaar. Goed© IpiH.pnn -i i ONS ZUSJE. In 't hoekje van de kamer Staat een wiegje, o zoo fijn, Achter 't tullen wiegekleedjo Ligt ons zusje, nog heel klein.. Slu het kleedje maar op zijcle Zeg, wat vind je van mijn zus? Streel maar zacht de klein,e handjes, Geef haar ©ventjee een kus. Zie je wel dat blonde kopje, En die wangen appelrond, En die poez'le, dikke handjes, En die lieve, rood© mond? Ja, zoodra ik uit de school kom, Glunr ik al om 't wieggordijn, llè, als ze straks eens gaat lachen, Wat zal dat toch heerlijk zijnl llp.useh het allemoolste popje Uit een spaelgo edmaguzij11 Kan vast toch niet liever wezen DaJt ons lieve kindekijn. B.-Z. Brievenbus Brieven aan do Redactie van do Kia- dor-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevr, BLOMBERG—ZEEMAN, Van der Vinnestraat 21 rood* (In do bus gooien 1 onder aanschel- Ienl) Nieuwelingen zijn: NELLIE IIAZE- VOET, oud 8 jaar, Damstraat 8. JEANTJE OOSTERLING, Saenredam- straat 29 rood, oud 10 jaar. PIENE. Je werk zag er keurig uit. Ik heb er toch maar niets bijgeschre ven uit vrees het te beschadigen, riet deed me genoegen je zelf eens ie zien en to spreken. Heb je je Dinsdag niet vermoeid? OLD SITATTERHA.nd. Je schrijf me eens gauw, welke uaam er onder j© inzending stond. Ik zocht tevergeefs naar Old Shatterhand. F. G. Jongen, wat ben jij een fietsrij der, En wat zeg je er wel van,' aai je eriu- geloot bent? LACHEBEKJE. Het deed me pleizier, dat je het boek zoo prachtig vindt. Jo inzending was best in orde. FRAMBOOS. Gezeilig, zeg, dat moeder mee lu-ijgertje speelde. Wil je een volgende Keer een beetje dikker schrijven. Ik moest er haast een bril voor opzeilen. BLOEMKORFJE. Je raadsels zijn goed.. Bevalt het je weer goea op school? Een trommel als hoofdkussen lijkt me niet zoo begeerlijk. IN- NETOU. Wel gefeliciteerd met vaders verjaardag. Een beetje jammer, dat het een schooldag was. hè. Vind je dc aanstaande verhuizing prettig? En| blijft vader Haarlem's Dagblad le zen? MAANELFJE. Wel bedankt voor je rnooie kaart uit ELlecom. HET TRIO. Ik zag wel, dat jullie heel erg je best hadden gedaan. DE SCIIIPPERIN. Hartelijk dank; voor je beide kaarten uit Egmond. 'fc Ziet er daar echt gezellig uit. ABRIKOOS. Was het mooi in het paardenspel Je raadsel is goed. MINERVA. Je was de vorige week te laat. Ik heb je raadsels toch laten! meetellen. Het slot van de vacantie lang niet het minste deel. Als ik eens ruim paats heb, komt er weel een verhaal. ONRUST. Eindelijk uilgezwierd Viel het niet een beetje tegen op school Waren je gedaciwen nog niet op de Zaandammer kermis? ik zou wel alle weken „heerlijke tun- ge brieven'' willen schrijven, als ik maar heerlijk veel plaats had. Ik aana je hartelijk voor de lekkere bramen- vla, Wat heb ik hot toch goed dij jullie! VLIEGENDE HOLLAN DER. Jongen, jongen, wat hebben ze jouw verwend. Heerlijk, hè, zoo'n kinderpartijtje. Werken je machine rietjes nog goed? HYACINTH. Het doet me pleizier dat ik zoo'n goe de keuze voor je gedaan heb. Ik neü je nichtje ul ingeschreven, jullie hebben van de week nog wel van de fiets genoten. Fietste het niet zwaar langs het strand? Gelukkig ne dat de fietsbanden dicht bleven. KWIKSTAARTJE. Ik vond het heel aardig nog wat uit Velp van jc te hooren. Het spijt me heusoli, dai ik je nu missen moet. Mijn oude trouwe klantjes houd ik zoo graag bij elkaar. Ben je in Amersfoort al heaieruaal ingeburgerd? Het ga je goed, kind! TRUUSJE. Je inzending zag er neel leuk uit. Ja, je kunt er straks best een lijstje om doen. Het weer is toch wel wat opgeknapt en jullie hebt er zeker de laatste week nog wel van genoten. FRANS G. Nog wel be- danks voor je onderzee-boot. Zou je er op willen zijn? TIEKIE EN PIENE, Als ik het zoo veranderen kan, dat het onzichtbaar is, wil ik het wel doen. Anders moet het maar zoo blijven. Heeft Koninginnedag voor Piene geen schadelijke gevol gen gehad? KRULLEBOL. Die briefkaart is zeker zoek geraakt. Wat leuk, dat je nog een Haagsch nichtje gekregen hebt. KAREL DE GROOTE. Ja, ik denk, dat er wel meer prettige plannetjes door den regen in de war zijn gestuurd. En- fin, daar kan niemand iets aan doen. Nu maar weer met moed en lust een nieuw werkjaar begonnen. ADRIAAN B. 'k Kan me wel zoo n beetje indenken, hoe of het kwam, dat je wedstrijdwerk erbij inschoot. Zoo iets gaat beter bij moeder tlruls dan bij anderen. LANGSTAARTJE, liet doet mij ook plezier, dat de Ku brick je zoo goed bevalt. Vader mag je best wat helpen. Zoo'n kiem© peuter en nu al oen fiets 1 Wat een genot. Hetty zal het wei jammer vin den, dat je weer naar schooi gaat. •Heerlijk, hè, zoo'n klein z.isje! SNEEUWKLOKJE EN DUINV'IÜUL- TJE. Nog wed bedankt voor ju.ne mooie bloemen. Ze staan zoo gezei lig in mijn serre. Is Sneeuwklokje nu thuis? Gaan juilie «alle dagen naar vaders tuin? IIEIDEPR1N- SESJE. 'k Dacht eigenlijk, dat je un was, omdat ik in lang niets van je hoorde. Vervelend, dat je juist in ae vacantie ziek werdt. Ben je nu weer heelemaal de oude De gedroogde bloemen worden tentoongesteld in de Tijdingzaal, Groote Houtstraat, Ga Woensdag maar eens kijken. Ik denk, dat ze er dun zijn. Je kunt clan met een zien, wie een prijs krijgen. Houdt ie verder maar goed. BERGPRINS. Dus het bevait je op school weer goed? Flink zool Altijd vacantie zou heelemaal niet bevallen. Wat jij? AVONDKLOKJE EN BUTTERFLY. Jullie iiepen zeker langs de Znncl- voorlsche laan naar Zamlvoorl. ,00u d© Zeeweg niet korter zijn? Nu ik weer thuis ben, hoor ik zeker weer geregeld wat van jullie. LENTE- KNOPJE mag haar schuilnaam hou den. MINERVA. Voortaan een knoopje in je neus leggen. De raad sels heb ik nog laten meetellen. Is het je goed bevallen op school '1 Heb je veel huiswerk? .Te raadsel is goed. CAMPANULA EN PASSIE BLOEM. Dus Campanula heeft Dins dag een gezellig dagje gehad. Had je nu ook nog maar een prijs veroverd. Daar ik altijd een paar telaat komers heb, vermeid ik d© volgende week den uilslag van dezen wedstrijd. Ik noop, dat ik Woensdag een plaatsje in de TijdingzaaJ voor de gedroogde bloe men kan veroveren. Waag er maar een loopje aan. ROZENKNOPJE. Spookt de blind© darm niet meert Mag jc hem nog een poosje bouaen, m de hoop, dal hij zich kaim houdt? Ik vind het prettig, dat je weer gere geld mee gaat doen. PRIMULA. Hoe laat ging je Dinsdagavond wei naar bed? E11 was je Woensdag locu op tijd in schooi? Op den idisiag moet je nog een weekje wachten. PRINSES ROZEROOD. Jammer, u'at ie niets gewonnen hebt in den lierte- kamp. Ben je geen hardloopster,»e raadsels van de vorige week stonaen wel opgetcekend. Dus dat is toch in orde. GOUDKOPJE. Het Haagsche Warenhuis lijkt veel op de Annsier- damsche Bijenkorf, 'lk wil wel geloo- ven, dat je er graag heel wat soiiat- len uit had willen halen. PRIN SES ATTAI.ANTA. Die borslplaaijes golden zeker zooveel ais troostprijs, Het deed je al een beetje aan Shit- Nicolaas denken, vind je niet? SPRIETEL. Daar kwam uit: ons ge bit. Gesnapt? Met nieuwen moed op school begonnen AAN ALLEN. Als er een plaatsje voor ons is in do Tijdingzaak hoop k a.s. Woensdag daar jullie inzen dingen ten toon te stellen. Ga er aan maar eens een kijkje nemen. W. BLOMBERG—ZEEMAN. v. d.. Vinnestraat 21 r., Iiaariem. 3 Sept. 1920. (Amerikaansoli schetsje),. Jane was eenvoudig bekoorlijk. Wie had er zoo groote bruine ree- ocgen, zulk een weelde van gouden Jokken en zoo'n betooverend klein mondje als zij? Alle menschen hielden van Jane en Jane mocht ze allen, en dit was juist het ergste. Zij ging nu ai twee winters uit en was nog altijd Jane Murray, het rijkste Cu mooiste meisje der stad, en omdat zij zoo gefortuneerd en knap was, verwonderden do men schen zich er over, dat zij niet huw de. Zij kon op meer aanbidders roe men dan èenig meisje in de stad, maar Jahë wag Jaar niet hoog moedig op en wanneer zij er een af wees, dan deed ze dit op zoo'n vrien delijke wijze, dat Bill Breen zei: bij haar zou men wel iederen dag blauwtje willen loopen. Eenige meer bejaarde dames en minder schoone meisjes zeiden, Jane was coquet; maar dit was niet zoo. Zij danste met alle jongelui, die zij kende, praatte en lachte met hen, doch coquet teerde nooit met hen. „Peter", sprak Jane zekeren dag, toen zij in de bibliotheek kwam, vvaar hij aan zijne schrijftafel zat, Peter, ik zou gaarne eens met u spreken, Het was In Peter's eigen biblio theek en hij zat aan de schrijftafel, waaraan hij „De oogen der liefde" 'i 'schreven had; dat uitstekende Koek, dat zooveel opgang gemaakt, had, Hij was namelijk Jane's voogd betrekkelijk nog jeugdig maar ook auteur en wel een auteur van beteekenis en we zullen er dadelijk bijvoegen, dat weinig personen zich zouden veroorloofd hebben, onaan- gediend Peter's bibliotheek binnen t,e gaan. Maar Jane had hare privile gies. Haar bezoek scheen Peter nu juist niet ongelegen te koouen. Hij stond dadelijk op en schoof den gemakke lijk sten 6toel in het vertrok naar den róhoorsteen, want Jane had in de koude een langen rit gemaakt. Met een nauw verneembaren zucht wierp zij zich in den zetel, trok hare rijihandschoenen uit en maakte heur door den wind verwarde lokken wat m orde, terwijl Peter hoffelijk en Kalm"tegen den schoorsteenmantel geleund stond. Peter, begon ze eindelijk, nadat zij een oogentoHk hot haardvuur be studeerd had, je zijt eëh zeer rustig mensch. Peter gliiinjlaclite en drukte zijn dankbaarheid voor dien lof uit. En hij had oen zeer aardige manier om met de oogen te lachen, voordat zijne lippen Jachten. Maar ga toch zitten, ging .Tane voort. Ge ziet or niet zoo kalm uit, wanneer ge staat, en ik spreek het liefst met menschen, die or gemoede lijk uitzien, Peter "overwoog even in stilte of Jane werkelijk vond, dat hij er zoo rustig uitzag. Zij zeide dikwijls din gen, die hij niet begreep, maar zij was charmant en hij nn.ni plaat» naast haar en dry-d zijn best om er •echt kalm en verstandig nit te zien. Wilt go thans zoo goed zijn, mij te zeggen, wat j© tot je voogd voert? begon hij. Een huwelijksaanzoek, ant woordde ,Tano kort. Ik wou dat de lui er geen deden, maar ze doen het tóch, en dat is soms heel vervelend. Paul Greyunore ie. hier, ging ze 11a een klein© pauze voort. Een andar jong meisje had wellicht „Lord Greymore" gezegd, maar Jane hechtte niet aan titels. Een paar van hare vriendinnen hadden zich door praedicaat laten toekoren en haar ongeluk had een omi it wisharen in druk op het jonge meisje gemaakt. Paul Greymore was echter niet als de anderen. Zij had iu den vorigen winter hem op het vaste land loeren kc-nnen, waar do jeugdige lord op de mooilei tAmeitlkaansdhc was verliefd geworden. Jane hield veel van liem. Ilij was een man, wien weinigen konden weerstaan, en; zijne gevoelens voor Jane waren op recht. Ik kom in December naar New- York en haal uw antwoord, had hij bij het afscheid nemen gezegd; dan moet ge met u zelve hebben uitge- imaulct, of go mij bemint of niet. En Jane had beloofd, dat hij dan 'haar beslissend antwoord bekomen Ui moet er eerst met Peter over .preken, had zij tot zichzelve ge- •p.gd. Moeder heeft daar geen ver stand van, maar Peter wel degelijk en hij moet me zijne opinie zeggen. Doch Peter had er al- zeer weinig over te zeggen. Dat is iets, wat je met jezelve irioet uitmaken, was zijn antwoord geweest. En nu was de maand December aaugebroken en Jane had nog altijd geen besluit genomen. Jail© was van haar stoel opgere zen en staarde in het vuur van den haard. Hare oogen hadden een zorg volle uitdrukking, welke Peter niet gaarne daarin opmerkte. Wat heer lijk beeld was zij, dit jonge meisje, met de groote, stralende ooge.ii en den kleinen rozigen mondl Hij komt hedenavond, sprak Jane zacht, terwijl zij haar kleine handen onder de kin gevouwen hield. Hij komt en ik heb beloofd, hem dan inijn antwoord te geven. Maar iJi weet niet, wat ik doen zal, Peter; ik weet het waarlijk niet. Hij heeft lang gewacht, merkte Peter op. Het meise zag hem aan, maar hij pookte nu in het vuur en zij kon zijn gelaat niet meer zien. Zoudt gij liet wenschen, Peter? vroeg zij. Ik wensch, je gelukkig te zien, antwoordde Peter. Jane's voder, als hij nog leefde, had waarschijnlijk hetzelfde ant woord gegeven. Zij haalde zoo diep adem, dat het als een Zucht klonk. Ik ben gelukkig, zeide zij zacht. Ik ben altijd gelukkig geweest en ik hoop, dat ik het ook in de' toekomst zal wezen. Mama houdt veel van hém ëri allen die hem kennen, mogen hem gaarne. Peter zag Jane aan. —Maar hoe bevalt hij Jou? vroeg hij, op den man af. Een donker rood kleurde har© wan gen. Ik weet niet, Peter, maar ik geloof je, ik hen zeker, dat ik hom beman. Helt vuur was uitgebrand. Peller legde den pook weg en ging naar het venster. Groote sneeuwvlokken vielen en de omgeving was grauw en duis ter. Jane streek Jacks kop en do hond keek met zijne trouwe, verstandige oogen haar aan. Ja, we hebben iuenig gezeilig uurtje niet elkaar doorgebracht. Peter en jij en ik, Jack; sprak ze fluisterend. J ane vroeg zich af," of Peter Haar erg missen zou, en Peter dacht er over hoe hij zonder haar leven zou, Maar hij was Jane's voogd en moest voor alles aan haar geluk denken. Hij ging weer „naar den haard en loc-n Jane thans hem gadesloeg, be speurde zij dat zijne oQge<n een trou-, rige uitdrukking hadden. Arme Peter, sprak zij, ge ziel er mioede uit; ik wil u niet langer sto ren. Peter storen! Ach Jane!... Ilij zeide niets. Hij kon niets zeg gen, want als hij gesproken had, dan zou hij haar wellicht verraden héb ben, dat het 't grootste geluik zijns levens was, door haar gestoord te worden, en dat zij zijn ieven had «aangevuld van het oogenblik af dat de vader hem de zorg voor diens klein brumoogig dochtertje had toe vertrouwd. Jane nam haar rijkleed op. Peter was ook schrikkelijk onvenschillig en hij interesseerde zich heelemaal niet voor hare liefdesgeschiedenis. Zijn schijnbare onverschilligheid krenkte haar en met fier opgeheven hoofd ging' zij naar de deur. Daar echter keerde zij zich om. Peter stond' nog bij den schoonsteenmantel c-n iets in zijn houding liet haar ra- «len, dat toet tooit misschien hem niet zoo eender zijn zou, wanneer zij met Paul wegreisde. Peter lispte zij. Hij schrok op maar niet lachen de oogen en lippen blikte hij haar aan. Wat beveelt u, .prinses? sprak hij, terwijl hij haar bij den naam noemde, dien hij in hare kinderja ren haar gegeven toad. Ge weet, dat ik 200 gaarne altijd alles met 11 bespreek, Peter, zeide zij met neergeslagen oogen. Mag ik dezen avond in de bibliotheek komen en met u over Paul spreken? Ja, wilt ge dat? riep Peter uit. Wanneer ge dat doet, prinses, zult ge een man vinden, die zoozeer voor lady Jane's toekomst zich in teresseert, dat hij do minuten zal tel len totdat zo komt. Dus wees zoo goed en-laat den armen Peter niet wachten! Jan© lachte om zijn woorden en Pe ter lachte met haar mee. Doch toen zij de kamer verlaten had. ging hij langzaam uaar den haard terug; de lach verdween uit zijn oogen en van zijne lippen ,en hij zag er dieptreu- rig uit. Hij raapte een handschoen, die Jane verloren had, van het tapijt op. liet was een zeer kleine hand schoen en die zag er zonderling in Peters groote hand uit. Hij drukte hem teedor aan zijne wang en fluis terde treurig: „Arme Peter!" Het tuur gloeide in don liaai-d; op het tapijt daarvoor lag de hond, met den kop op de pooten. De pendu le in deal lioek sloeg tien uur en de iman in den stoel bewoog zich on rus- Dame (tot schilderj. U bont kunstenaar, U moet mij kunnen zeg gen, wat wel het groolste kunstv/ei'K ter wereld is. Schilder: Schilderijen verKoo. pen, mevrouw. Willy; Vader, on zo juffrouw, heeft vaJimorgen op school gezegd, dat wij op de vvereid zijn om anderen te helpen. Vader: Dat is ook zoo! Wil 1 y; Maar waarvoor zijn do anderen er dan -ig. Peter had 's middags zich gekleed maar hij had niet gegeten. Geheel had hij vergeten, dat een goc-d vriend hem wachtte: alles had hij vergeten voor die één© gedachte, dat Jane zou heengaan. Jane reisde naar Enge land; hij en Jack bleven alleen ach ter .Hij klemde kramaohtïg den klei nen handschoen in zijne hand en hoog het hoofd er over. Et kwam iemand de kamer in. Een jong meisje in ©en zacht, wit kleed; met goudbruin haar en wondervol la bruine oogen. Zij zag hem met den kleinen hand schoen in de hand zitten. Dot begreep Jano en het was haat al© zou haar hart bersten door hel groote geluk, dat het vervulde. Zij liep snel naar do plek, waar hij zat. Peter, fluisterde zij, terwijl zij naast hem knielde en zijne handen in de hare nam. Peter, lieve, Iieva Peter, hij is weg. Ik gevoelde, dat ik hem niet beminde en niet de zijne worden kon. Er was een ander, wien mijn hart altijd, toebehoorde zio mij toch aan, lieve Peter! En in de heide oogan, die vortrou- rend in de zijne blikten, la© Peter liefde, hoop en loven. Jane, voegde hij innig haar toe, terwijl hij haar aan zijn borst drukte en zijn gelaat in haar goudenlokken borg, nu ben ik niet meer de arm© Peter! EEN GEHEIMZINNIGE MOORD IN ENGELAND. De Engolsclie bladen geven in de laatste dagen hun leeers telkens nieu we bijzonderheden over een gehcim- zinnigoii moord, te Eastbourne ge pleegd op een Londensche typiste, Irene Muttro, wier lijk onder het zand bedolven op hef. strand werd gevon den. Do „Star" vergast zijn b-zers zelfg op een uitvoerig relaas van een spi ritistische séance, te Eastbourno ge houden, waar door middel van oen vrouwelijk medium de geest der ver moorde heeft gesproken en eon uit gebreid verslag gegeven heeft van haar eigen moord! De naam van den moordenaar werd daarbij oveneens genoemd de „Star" is zoo voor zichtig alleen de eerste letter af te drukken en tot in de kleinste bij zonderheden werd het gebeurde van dien dag via het medium verteld. Ook een signalement van den moorde naar werd gegeven, dal echter af wijkt van het signalement dat de po litie gegeven heelt van een man, die op den dag van den moord met Irene Munro in een theetuin is gezien. liet onderzoek zal er door deze uit- eenloopende signalementen niet ge makkelijker op worden, gezwegen nog van de mogelijkheid, dat een on schuldige op de spiritistische per soonsbeschrijving wordt aangehouden Een vriendin van de vermoorde heeft verklaard, dat juffrouw Munro voorzoover haar bekend niets van spiritisme afwist en den naam, in de „boodschap" van het medium ver meld, kende zij ook niet. Maar, zoo voegde de vriendin er bij, blijkbaar onder de bekoring der spiritistisch© onthullingen, hel; gebeurt dikwijls, dat ik mij in eens de namen herinner van menschen. die zij gekend heeft. De politieambtenaar, die speciaal met hel onderzoek in deze zaak be last is. heef tal heel wat aanbiedin gen van „clair-vóyanten" gekregen, doch zo stelselmatig van de hand go- EEN HONGERSTAKER OVERLE DEN. Een uislrumentmaker Karl Danwoil te Biinjïngliam vva© bij rechterlijk vonnis uit zijn woning ge zet. 1-Iij had echter weer bezit van het huis genomen en geweigerd dit to verlaten, waarop hij wegens „con tempt of court' gearresteerd was. In do gevangenis weigorde hij ©enig voedsel te gebruiken met het nood lottig gevolg, dat hij vijf dagen later overleed. Men had hem dwaitgvoedsel willen ingeven, doch deze pogingen moeten staken. Kort voor zijn dood werd hij naar een ziekenhuis overge bracht. .Men wist liem eindelijk te overreden iets ie eten, doch toen was het reeds t© laat. Feuilleton EEN VERHAAL UIT HET OUDE KAMERIJK. Vrij vertaald naai; het Engelschvan BARONES ORCZY. ij had haar in zijn nietten gevangen s een handig vogelaar bijna zon- ir dat zij het merkte. Na dien tijd is er zoo veel veranderd. Van een ibaduidend meisje eigenlijk een Betje d© ondergeschikte van haar 'oer was Jacqueline een van de lornaamste personen in het land ge- orden. Ze werd gevierd, het hof ge- aakt, bewonderd aan alle kanten e" as omringd door de knapste en rid- Flijkste mannen van Europa. Zij had ch niet bepaald afgewend van den >liefdo van haar jeugd neen, dat oest zelfs de Land as erkennen 'aar zij had geleerd1 hem to vergelij- ?n met andere mannen, en kniirsse- tndend, met schaafntè en woedie in Ct hart, moest de Landas toegeven "t hij haar blijkbaar tegengevallen os. Er was een tijd geweest flat niets wereld hem haar bewondering zou hebben kunnen ontnemen, toen ze, ho© de schijn ook tégen hem was, liem be schouwde als het toonbeeld van dap perheid en eor. Maar gisteren was zij alleen maar zacht en modelijdend ge weest en een paar uur later had zij die hecle zaak aan haar voogd ver teld. Do Landas balde zijn vuist en druk te ze legen de vensterbank tot de knok ken van zijn slanko ha'nd glommen als ivoot. Iiad de gemaskerd© vreem deling zelf iets te maken met Jacque line's verraad? Plotseling voelde de Spanjaard dat hij tot eiken prijs de waarheid te weten moest komen, dat hij Jacqueline een bekentenis af moest dwingen of zij hem diep in haar hart ook een oogenblik in gedachte on trouw geweest was. Zoo vlug zijn zwakte hem toe liet, haastte hij zich door dë eindelooss gangen van liet paleis, totdat hij be neden in de hal kwam, aan don voet van die grooto trap, geen twintig pas sen van de kamer af waar hij des nachts zoo vernederd was. Instinct droef hem naar die kamer, waarvan het raam uitkwam op een pad dat naar liet park leidde,, Hij duwde de deur open waarachter een paar uur t© voren hij en zijn vrien den zoo schaamteloos op den loer hadden gelegen voor hun niets ver moedenden vijand. Bijna sluipend ging hij den drempel over en gluur de naar binnen. Ilij herkende de ka mer nauwelijks en dacht dat hij zich in do deur vergist had; en toch, alle bijzonderheden waren er: de lesse naar roet het niervormige bovenblad, die zulk een prachtige barricade voor den vijand gevormd had, do stoelen die de gemaskerde vreemdeling als schroefbladen boven zijn hoofd ge zwaaid had toen zij het laffe bevel hadden gegeven aan do bedienden om bij den aanval te helpen; het zware gordijn dat zijn laatste verdedigings- middeJ geweest was. Al 'Lze dingon waren weer op hun plaats gezet; een nieuwe rout lag op den gr.nd; liet gordijn was weer op gehangen; geen vleU, geen gebroken meubels konden getuigen van het vreeselijke bloedbad dat den vorigen nacht in dit vertrek was aangericht. De Landas keek verbaasd ora zich heen. Ilij ging de kamer binnen en toen hij dit deed sloeg de zware deur achter hem, door den tocht, met een lievigen slag dicht. Toen de Landas door de kamer keek om te zien wat de oorzaak van d'eze plotselinge wind vlaag kon zijn, zng hij dat hel raam tegenover hem tot uüu dien grond toe open stond.én dat Jacguoline daar blijkbaar net van uit het park bin nengekomen was. Eerst zag zij hem hl et, maar bleef staan en nam, evenals Ijl] gedaan had, nauwkeurig alles in d© kamer op liet raam omlijstte haar als een vol- maukte schildei ij, met haar donkere japon en goudblond haar en haar zachte, witte huid. De kap van haar mantel was over haar schouders ge vallen en zij hield haar zware rokken niet de hand. bij elkaar. Jacqueline, riep die jonge man spontaan uil. Ze keek op en zag hem, en stapte kalm de kamer binnen; met uitgesto ken liaiid kwam zij naur liem toe om hem te begroeten, een zachte en be zorgde uitdrukking op het Jieve ge zichtje. -- llé, José, zeide ze opgewekt, ik had niet, gedacht dat ik je van daag nog zien zou. Dat schijnt jc niet erg gehinderd te hebben, antwoordde hij somber. Ik wist dat je ziek was. D© dok ter heeft toch zeker volmaakte rust voorgeschreven? Ik heb niet over ziekte of rust gedacht, antwoordde hij op halfver- wijtenden toon. Ik dacht or alleen aan dat ik jou wilde zien. Ik zou bij je gekomen zijn, zeide zc kalm, zoodra de dokter het goed vond. En ik kon niet wachten, ant woordde hij met een zucht. Dat is nu het verschil, Jacqueline, lusschen mijn liefdé en d© Jouwe. Toen zij geen antwoord gaf, maar hem zachtjes, als een ziek kind, naar een stoel bracht, voegd© hij er somber bij. lk kwam jc vaarwel zeggen, Jac queline. Vaarwel? Ik begrijp je niet. Ik ga weg. Waarheen? Hij haalde de schouders op. Wie zal het zeggen? zeide hij. Wat doet hel er eigenlijk toe? Je spreekt in raadselen, ant woordde zij. - Kun je het niet nader verklaren? D© verklaring is, helaas, maar al te eenvoudig! De gouverneur heeft mij uit de stad verbannen. - Je uit die stad verbannen? her haald© ze langzaam. Ja! Omdat ik de hand heb dur ven uitsteken naar Zijne Hoogheid den Prim van Froidcrnont. José, je maakt gekheid! lk ben nog nooit vru mijn leven zoo ernstig geweest. F.n wanneer .ga je? Vanavond. Maar waarheen? drong zij aan.. Zooals ik nJ zeide: wie zal het zeggen? Hij sprak nu op heeschen toon. Blijkbaar waren zijn zenuwen gespan nen en kostte het hem moeite zich in bedwang te houden. Hij zat bij den lessenaar en zijn am lag er bovenop, rle vuist gebald, pn zijn donkere oogen keken het meisje onderzoekend aan. terwijl hij sprak. Zij stond een paar passen van hem af en keek hem met een verwonderde uitdrukking op haar gezicht aan. José, zeide ze na een poosje, je bent op het oogenblik wat boos en overspannen. Je denkt, geloof ik, dat liet mijn schuld is dat mijn voógd van het gevecht vannacht gehoord lieeft. Ik zweer je dat ik onschuldig ben, ik heb juist alles gedaan wat in myn macht was om de schandelijke gebeur tenis voor iedereen geheim t© houden,. Schandelijk, Jacqueline? protes teerde hij. Ja., schandelijk, antwoordde zij. Mijn voogd is, schijnt het, vanmor gen vroeg op liet spoor gebracht hoe, dat weet ik niet. Maar hij stuur de om de nuchtwakers en heeft ze la ten ondervragen. Toen heeft hij mij verteld wat er gebeurd was. En heb je hem geloofd? Ik heb hom geloofd en niet ge. loofd. Ik was pijnlijk getroffen en wist niet wat ik er van denken moest. Nu vertol jo met dat mijn voogd; je uit de stad verbannen heeft. Dat zou hij zeker niet gedami hebben, José, als hij niet de bewijzen had van je schuld. Weinul antwoordde hij op ver- waanden toon. Ik zal het niet onU kennen. Josél (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1920 | | pagina 13