Van onzen reizenden Redacteur
n
n
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 22 UAtfUARI 1921 DcttuE BLAD
(Vierd® reeks.)
No. 133
De vrouw bij de Politie.
Amsterdam. 18 Januari,
lil een vreohjk-lichte kamer, op
liaar buerau een vetplantje en een pot
fleurige bloemen er naast, vond ik
Jmspectrice Van den Brink naarstig
fltudeerend in een groot zwart boek
met „mutaties". Beneden was ©r een
echte agent-van-politie geweest, maar
Lier boven vond ik niets, dat aan het
strenge instituut der politie herinner
de. De inspectrioo in stemmig donker
had ook geen enkel distinctief harer
waardigheid. Bij de behandeling van
de Haarlemsohe Gemeentebegrooting
had mevrouw Willokes Macdonalcl d©
aanstelling van de vrouw bij i
litiecorps bepleit en dat gaf aanlei
ding tot misvatting.
Hoe inoel dut nu? vroeg men.
Ken vrouw bij de politie! Moet dan
de politie. .vrouw, moet ik wel zeg
gen, op straat eon overtredor-vun-hci-
et'.n-en-ainder in den nek kunnen pnik-
keri en naar het bureau sleepenDat
vond me toch al te mal.
'k Ben daarom maar eens naar bet
bureau aan den Kloveniersburgwal
geetapt, om er de vrouwelijke politie
aan den arbeid te zien. Buiten staat
een bord: „Kinderpolitie", waaruit
al blijk!, dat er geen vrees behoeft te
bestaan, dat hij de intrede van de
vrouw bij de politie onstichtelijke too-
ncelen op straat zullen ontstaan van
gehelmde dametjes, worstelend met
onwillige arrestanten. Haar taak be
perkt zich tot de kinderzaken, waarhij
dan in aanmerking'behoort genomen
te woden. dat het begrip „kind" zich
tot vrij laten leeftijd uitstrekt. Met
haar ambtgenoote, mejuffrouw Van
Ooy, haar twee mannelijke collega's
en ]5 agenten, o.w. drie vrouwelijke,
staat mejuffrouw Van den Brnk on
der een hoofdinspecteur, den lieer
Koogendïjk. die de leiding heeft van
do afdeeling ..Kinderpolitie". De
chef van d© nieuwe afdeeling zij
werkt neg maai' acht maanden en
zijn inspectrico hebben me hel een-en-
ander verteld over den jongen tak
van politiedienst. Do laak van de kin
derpolitie is veelzijdig Beschermt de
gewone politie de samenleving tegen de
sociale wezens, die de rust en de vei
ligheid van de burgerij bedreigen, de
kinderpolitie heeft een taak. die
oogenschijnHjk geheel anders van ka
rakter is, omdat, zij lot doel heeft de
bescherming van het kind, gedeeltelijk
tegen kwaad, dat het van dé zijde van
anderen bedreigt, gedeeltelijk echter
ook. om het kind tegen zich-zelf te
beveiligen, wanneer het door verkeer
de neigingen zich-zelf zou kunnen be-
nadeelen. Met dezen arbeid gaat de
politie wel een zeer speciaal socialen
kant uit. Maar al doet de kinderpoli
tie in dit opzicht wellicht d;ui ook.
geenpolitiewerk, zoo ais men dat tot-
nu gewoon was op te vatten, looh knmt
haar werk na jaren den eigenlijken
arbeid der politie ten goede en ver- j
Jicht in de toekomst haar taak. Want
het kind, dat thans vooi afdwalen he
lloed wordt, zal wellicht over cenige
jaren met beheoren tot het „afval
der maatschappij, waarmee de politie
haar handen vol heeft. Het verwaar
loosde kind, het afgedwaalde meisje
en de Jongen vormen ten groep adspi-
ranl-misdadigers, die de gemeenschap
op lioel wat moeite en kosten komen,
om don nog maar van hot lichame
lijk c-n materieel nadeel, dat deze in
dividuen hum medemenschen berokke
nen, te zwijgen. Het Is dus niet alle n
een groot zedelijk werk, om de jonge
lieden op het rechte pad te houden,
maar ook materieel gesproken een
nuttige arbeid, omdat ook hier het
„voorkomen is beter dan genezen"
duibbcl-en-dwars waarheid bevat.
Een van de voornaamste dingen, die
de Kinderpolitie doet is dnn ook het
geven van raad aan allen, die zich ten
opzialito vain minderjarigen tot haar
wonden met gevallen, behoorendo tot
het z.g. maatschappelijk werk, zoo'aJs
ouders of voogden, die klagen over
het wangedrag hunner kinderen oi
pupal Ion; ongehuwide moeders, aio
hulp verlangen en dergelijke zaken
meer. Gevallen van weerbarstigheid
van kinderen komen - veel voor. Als
dan een vader of moeder ten einde
raad naar de politie loopt met de
klacht: „ik kan het niet meer met mijn
kind uithouden' krijgt zoo n jongen
of meisje een brieftje thuis, dat het
bij de kinderpolitie moet komen. En
het is merit waardig, dat dit woord
/politie" dikwijls al voldoende is, om
den jeugdigen delinquent tot rede te
brengen. Wat herhaalde vermanin
gen, redeneeringen, smeekbeden mis
schien, niet vermogen, werkt het „ont-
biedingsbriefje" soms alleen al uit.
„Onlangs had k het geval", vertelde
de im&peclrice, „dat een meisje me
schreef, of ze dezen keer nos; niet be
hoefde te komen: se zou haar leven
beteren". En de rapporten die sedert
ontvangen zijn, geven inderdaad aan,
dat het 'briefje blijvende resultaten
heeft gehad. Natuurlijk is men er in
do meeste gevallen niet mee klaar en
als het weerbarstige kind' verschijnt,
kost het zelfs dikwijls moeite, om liet
tót redo te brengen. „Vanmiddag
nog", vej-telde mejuffrouw Van den
Brink. die te Harlem al heel wat
van dezen arbeid bij „maatschappelijk
werk" heeft gedaan, ..had ik nog
zoon eigenzinnig ne-st dat met uit
dagende brutaliteit op haar stoel
neérplomple, alsof ze zeggen wou:
„hier zit ik nou en ik doe toch lekker
niet wat jij wit." Ons gesprek ging
ook in liet begin in die richting en
toen ik haar zei: „nu meisje, als je
dan niet goed wil, zijn er nog wel
inriohtïngein om hét je te leeren",
antwoordde ze me heel vinnig: „kan
me niks schotel, dan motten zo mc
maar opnemen Ik liöb toen toch nog
eens een kwartiertje met haar gespro
ken en hot eind was, dal ze me onder
hevige tranen vergiffenis vroeg, om
dat ze zoo brutaal tegen me was ge
weest. Ik had haar klem gekregen!
Dat zegt nu nog niet, dat we er 'daar
mee zijn, want ons werk brengt ons
heel wat teleurstellingen, ma
wij Is is zoo n gesprek onder vier
oogein afdoende. Helpt dat niet. dan
zoeken we een inrichting op, die het
kind misschien nog op het goede pad
kan brengen. Hot is daarvoor noodig,
dat de aard viui hot kind en van zijn
omgeving wordt onderzocht. Naar aan
leiding daarvan kan dan het gesticht
gekozen worden, dat in het onderha
vige geval het meeste kans op verbe
tering biedt.
De hoofdinspecteur prees het werk
der vrouwelijke inspecteurs voor dit
werk zeer. Een vrouw kan dikwijls be
ter met de ouders verschillende zaken
overleggen, vooral, omdat als het
meisjes geldt, dikwijs zulke toere za
ken moeten aangeroerd worden. Na
tuurlijk is voor het vermanen van de
meisjes zelf een vrouw dan ook meer
geschikt dan een man, temeer ook,
omdat de inspectriccs op alle mogelij
ke wijzen met de mannelijke «ambte
naren en beambten kunnen samen
werken. Zulke gevallen komen telkens
„Laatst hadden we een verzoes
ouders", vertelde de he.-r Hoo-
gendijk", „om op te letten op hun
dochter, do voortdurend met een ge
huwde man fietste. De imspectrice
hoeft toen eens met het meisje ge
sproken en ik heb den man onder
handen genomen. Die-heeft, toen ik
hem met voortdurende controle dreig
de, zulk een heilzame schrik gekre
gen, dat het zaakje nu geheel uit is.
Onze agenten, die ook de controle
an de jeugd op zich nemen op plaat-
en waar de verleiding voor de jeugu
sterk werkt, in danshuizen, cabarets,
verdachte cafés,, stations, aanleg
plaatsen van hooien, waar jonge msn-
schen dikwijls in verkeerd gezelschap
raken, op markten en op haven terrei
nen. waar vaak jongens tot diefjes op
groeien, kunnen ook in samenwerking
met de gewone politie, die ons ook
steeds waarschuw!, heel veel maal
gegevens verschaffen, om de ouders
xnededeeling te doen-van afdwalingen
hunner kinderen, waarvan ze zelf
niets afweten."
Maar ook doet de vrouwelijke poli
tie goed werk. wanneer de kinderen
tegen ouders of voogden moeten be-
scheimd worden. Wanneer do kinder
politie bericht krijg', van gevallen
van slechte behandeling of verwaar-
Joozing van kinderen, wordt een on
derzoek ingesteld, waarbij het vrou
welijk element bij de politie uïtteraard
nuttig werk kan verrichten.^ Buren
zijn het meestal, die zulke gevallen
aanbrengen en het pleit voor de pre-*
vhntieve werking van dozo afdeel mg,
dat slechte moeders en vaders al door
de buren worden gedreigd met een:
„als je je kinderen niet beter behan
delt, gaan we naar de Kinderpolitie!"
En dan helpt het al dikwijls, vertelde
de beer Hoogendijk. Helpt het niet,
dan is er altijd nog de mogelijkheid,
om den ouders hun kinderen te out
door hen uit de ouderlijke
niacin te ontzetten. We werken daar
voor dagelijks samen met den Voog
dijraad, voor wien we ook de geval
len, die hij in onze handen stelt, on
derzoeken, Dat ons werk in deze
richting al moer bekend wordt, blijkt
wel hieruit, dat we laatst het geva'l
hadden van een kind van 14 jaar, dat
over haar oudei's kwa.m klagen en
ook inderdaad heel slecht door haar
stiefmoeder behandeld werd.
De Kinderpolitie heeft in verband
hfermpo ook de behandeling van de
gevallen van opneming van kinderen
J.in het Stadsbesledolingonhuis; ook
zorgt zh voor de opsporing van min
derjarigen, die het ouderlijk huis ont-
loopen zijn. Een groot succes heeft
de jonge afdeeling der hoofdstedelijke
politic gehad bij de beteugeling van
de-bedelarij, waarbij kinderen werden
gebruikt, leder, die in Amsterdam
kwam herinnert zioh, dat tot voor
korten tijd het bedelen met kinderen,
liedjeszingen. 6traath and eitje drijven
heel erg was. Dat is nu uit. De Kin
derpolitie heeft c-r een êind aan ge
maakt. Natuurlijk kan het nog wel
eens voorkomen, dat het weer gepro
beerd wordt, maar als bedrijf komt
het toch n:et mee? voor. Wat wel eens
beweerd werd, dat deze vorm van be
delarij wel werd uitgeoefend met ge
leende of gehuurde kinderen, blijk!
voor de hoofdstad, niet jui6t te zijn
geweest. Althans aan do Kinderpolitie
is er niets van gebleken.
Een ander arbeidsveld vindt de
Kinderpolitie in hel toezicht op de na
leving van de verordeningen, waarbij
liet kind betrokken is Het toezicht op
de uitstallingen, welke prikkelend op
de zomen kunnen werken, het ver
strekken van tabak aan kinderen
ee rookverbod voor jeugdige personen
is nog rn wording enz. Hiertoe zou
ook gerekend, kunnen worden het
naai'-schooUbrengen van schoolver
zuim-plegende 'kinderen. Volgens de
Leerplichtwet kunnen de gemeenten
daartoe gelegenheid geven. Nu wor
den de kinderen, alleen Indien de
ouders daartoe het verzoek doen, doo'r
de politie naar school gebracht, maar
binnenkort zal Amsterdam een ver
ordening hebben, waarbij de spijbe
laars ook zonder toestemming dei
ouders naar school zullen kunnen
worden gebracht, indien iemand van
•de Kinderpolitie daarvoor termen aan
wezig acht. Dit schijnt wel lieer erg
ingrijpen in de ouderlijke inaóhl,
maar de gevallen van schoolverzuim
onder begunstiging van de ouders of
door hun bepaalden wil zijn dan ook
heel ergerlijk. Do hoofdinspecteur
kreeg onlangs het verzoek eens wat te
doen aan het geval van een jongen,
die al een haif jaar lang de
school verzuimde. Moest, volgens
zijn moeder, op zijn zusje passen. Na-
'turlijk was het geheele apparaat van
Commissie-tot-wer;ng-van-sohoolver-
zu.m en kantonrechter in werking ge
zet, zonder afdoend resultaat even
wel. De vader werd bij do kinderpo
litie ontboden en de Hoofdinspecteur
vertelde hem, dat hij hem eigenlijk
verantwoordelijk achtte. De vrouw
was al twee maal veroordeeld door'
den kantonrechter, omdat die aan
nam, dat de man, 'die den geheel en
dag op zijn werk was, niet schuldig
was. De heer Hoogendijk bracht den
man echter aan zijn verstand, dat hij
zijn gezag moest laten galden,'om den
jongen naai* de school te krijgen.
Waarop de man het merkwaardige
antwoord gaf, dat hij zijn vrouw ge
zegd hftd, dat. nu het politiezaken
werden de vrouw was n.b. twee
maal veroordeeldhet maar uit moest
zijn.
Het gov ai echter, dat een kind een
half jaar er zijn zelfs gevallen van
een verzuim van een jaar lang uit
schooi kan blijven door do sahukl van
zijn ouders, maakt streng optreden
en desnoods ingrijpen in de ouderlijke
macht noodzakelijk.
Het ligt in-de bedoeling, om in sa-
omwerking met de Kinderpolitie oen
afdeeling Zedenpolitie te stichten,
waarbij het werk van de vrouw begrij
pelijkerwijze evenzeer tot haar recht
kap komen.
Uit hec boven meegedeelde over de
vrouw bij de politie blijkt wel, dat er
geen sprake van Is, dat de vrouw het
gewone werk der straatpolitic zou
gaan verrichten. Ook te Rotterdam en
Den Haag, waar de vrouw ul korter
ol langer lijd haar intrede in het po
litiecorps heeft gedaan, is dat haar
taak niet. Daar is haar arbeid echter
minder zelfstandig, gelijk haar naam
van „poütic-adsistente"-- aangeeft.
JAC. C. M. Jr.
Damrubriek
Daiarcdacteur r J. W. van kartelen,
Spionkopstraal SS, Schoten.
Alle correspondentie, deze rubriek be
treffende, gelieve men te zenden paar po
vungenoeind ad ren.
PROBLEEM No. 273.
Auteur: P. Kleule Jr. te 'sGravenhage.
ZWART
m.
46 47 48 '49. 50
WIT
f fcr.d in cijfers:
Zwart. '1 schijven op: 12, 13, 16 on 23 en
dam op 32,
Wit: 7 schijven op: 21, 27, 33, 36, 38, 39,
„Wit speelt en wint!"
I
1
lill
M
i ia»
i
19 iü 1 1 O
i i i i i i i i
1 DIM
1 1 O 1 II 1
O Q 1 1
1 1 O O 1 1
Zvrarf 7 Bellijver: op12, 13, IS-, 18, 22, 23
en 45.
Wit 9 schijven op 25, 32, 33, 38, 41, 42.
43, 4S en 49.
Mag Zwart in bovenstaande stelling
PROBLEEM No. 275.
Auteur: P. Kieutc Jr. te Gravenhage,
I I
I I
II II I i I li
I I I I I I I
I I I I i I
l I l I
O i I I I
□jaj i
i o I I
J_L
O Q I
II I l li
47 48 49 50
WIT
Stand in cijfers:
Zwart 2 schijven op17 en 35 en 2 Isa»,
men op 3 en 2S.
Wit 8 schijven op: 16, 27, 28. 32, 57, 38,
43 en 44.
„Wit speelt en winti"
Oplossingen van deze problemen wordefl
game ingewacht tot uiterlijk 31 Januari
a.s. bij den redacteur dezer rubriek.
ONZE PROBLEMEN.
Van don Haagschen Kampioen, den heef
P. Klcute Jr., ontvingen wij eenige pro
blemen ter plaatsing in onze rubriek.
De meer geoefende oplossers moeten
trachten de oplossingen van bet blad af
te vinden, de minder geoefende oplosser*
kunnen dit met behulp van bord en schij
ven doen.
Hoewel niet moeilijk. berusten «leze
vraagstukken toch alle op een aardig sys
teem en zijn de moeite van het oplossen
dubbel waard.
DAMNIEUWS.
speelt bet tweedé'
landsclien Dambond legen bet eerste
tiental van de Damclub Zandvoort iw het
clublokaal der „Hanrlemsche Damclub",
bovenzaal café ,.De Korenbeurs", Spaarne
No. 36.
Aanvang half acht Belangstellenden
hebben vrijen toegang I
DE HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Het clublokaal van deze vereenigmg Is
gevestigd in de bovenzaal van café „De
Korenbeurs", Spaarne 36. Clubavond lede
ren Maandagavond van 7 1/2 tot 12 uur.
Damliefhebbers en belangstellenden zijn'
daar steeds welkom.
Inlichtingen omtrent het lidmaatschap
worden gaarne verstrekt door den secre
tarie P. J. van Dartelen, PpionkopstTaa! 55
te Schoten, alwaar men zich ook als do
nateur kan opgever.
Jongelieden beneden 18 jaar kunnen op
vooi té 1 van het bestuur ale adspironV-
leden worden aangenomen.
Bibliotheek met zeer uitgebreide damli
teratuur gratis ter beschikking van de le
den.
DE DAMCLUB HAARLEM.
Dozo verecniging vergadert eiken Woen»
dagavond van 8—12 uur in de bovenzaal
van oafé Brinkmnnn, Groole Markt.
De secretaris, de beer D. A. van Abs,
Jansweg 30 rood te Haarlem, verschaft
gaarne inlichtingen omtrent het lidmaat
schap.
J. W. VAN DARTELEN.
Ëaarisjmuer Mietjes
dit is het verhaal van hoe
jan willem bas den
nieuwjaarsdag d oorbr acht.
Willem Nico kuis Bas, Jee werkman
te Haarlem, had tien kinderen, die ik
als het noodig was zou kunnen op
noemen, met huil leeftijden en ver
schillende kleur van haar er bij,
want dat heb ik allemaal op een
lij -Ije, daar een accurate goschied-
stui.rij.ver gedocumenteerd moet we
it-, n, zelfs op punten, die inj niet
rechtstreeks voor zijn verhaal noodig
hec-ft.
Waar wat .zou de lezer er aan Jieu-
beji! Hij zou al die jonge Dasjes toch
niet uit elkander kunnen houden, om
dat zij op elkaar i ijken ais sprevu-
ivon, behalve dan Jan Willem, tnj
zijn broertjes en zusjes beter bekend
onder don naam van lummel, ornaat
moeder dat aJtijd tegen hem placht
te zeggen; wal Jan Wiiiems can.tte
broer, Genat, die telegrammen be
stride per (iets, het telegramadres
van Jan Willem placht te noemen
Wie was Jan Willem? Een kiem
kereltje van veertien jaar, mol een
verbazend grooten mond en oen paai
ooren, die ver van zijn hoofd afston
den, precies als do schrikkloppc-n bij
ceri paard. Zijn li «nar had do klatii
van oudroest en groei do naai- alio
kanten, omdat hij buitengewoon oe-
gaa/d was mei kruintjes: zijn moeder
had er wel zes geteld, ioen ze op zijn
verjaardag geprobeerd had, mot veel
wai'.r en een bijna tandlooze kam,
ivo: orde in dit struikgewas te bren
gen. Het was haar niet gelukt en
daarna had ze hot opgegeven. Jan
Willem zelf trok zich er ook mets
van aan, hem hinderde die verwarde
haarbos in 't geheel niet, want als
't to erg weid, kwam moedor mot cie
ecliaar en knipte alles k«tal, lieele-
imnal niet naar de regelen van ue
kunst, maair toch kaai
Jan Willem had met eenige moc-ite
de lagere schooi afgeloopen, „Dom is
hij juist niet", zei de juffrouw en
herhaalden later do onderwijzers, die
hem moesten oplaaien fot nuttig bur
ger van de maatschappij „maar
ik zou zeggen: 't dringt met tot hem
door". Inderdaad had Jan Willem
voor iezen, schrijven, aardrijkskun
de en geschiedenis maar matige be
langstelling. Hij sliep om zoo te zeg
gen, ook wanneer hij zijn oogen open
had, behalve wanneer de onderwijzer
begon te vertellen over dieren, dan
luisterde hij niet ingespannen aan-
daobt, en vertelde, als er gevraagd
•werd wie iets zeggen kon, op
beurt wat over honden en katten
üp den Nieuwjaarsdag had hij mei
goed kunnen opslaan, >i Bed was lok
ker warm en hij Jtoefde vandaag im
mers niet naar den patroon, een
glaswinkel, waar hij loopjongen was.
Juist droomde hij van ©en eekhoorn,
dien hij in con boom had weten re
vangen cm voorzichtig over het ang
stig trillen 1>ï, bruine lijfje streek toen
hij wakker schrikte door iets n-ats en
kouds in zijn gezicht. De eekhoorn
was verdwenen, maar op het zolder
tje, waar Jtij met vier broertjes s'iep
stond moeder, met c-en blikken water
kan in de hand, waaruit ze telkens
eon flinke greep deed, me! duidelijk
zaaiend gebaar over de vijf slaap
plaatsen en bijibeihoorendo toelichting,
„Rakkers, die jelui bent, is 't haast
uit mot dal gesnork? Deruit, 't is al
bijna half acht ja. ik zal daar weer
de onderdanige kamemi&r van de jon
kers sjielen, net ais verleden week.
Hei daar, Lummel, gëbèurt liet.
haast?" Dit natuurlijk tegen Jan Wil
lem, die meteen nog een extra plens
toe kreeg. Je moet maar bij moeder
;n de kas wezen.
Ik zal niet zeggen, dat de hoeren
ervan sol trek ten. Ze waren het ge
woon: op die manier werden ze altijd
gewekt op Zondagmorgen en als cr
tien zijn, is ook niet te verwachten,
dat ieder een gat of een kleiig gaatje
bi den dag slapen kan, naar zijn we1-
gevabtei. Een halfuurtje daarna was
dan ook het heele gezelschap pre
sent om de tafel, behalve vader, dre
wegens het zachte weer naar IJmui-
den was geloopem, om daan- mot een
hongöl naar pieterman te visschen op
"i pier.
In een oogwenk had moeder Bas
de ferme hompen brood gesneden en
rondgedeeld. Protesten w anneer de c«n
kleiner stuk had gekregen dan de an
der, werden niet aangenomen, zelfs
niet aangehoord. Jan Willem protes
teerde niet, hij at niet eens, maar
koele vol belangstelling naar een
vlieg, die in de vensterbank rond
liep en zoo grappig met zijn pootjes
krabbelde. Hij raakte ér totaal in ver
diept. Opeens werd hij hand aan zijn
getrokken, zoodat bom van pijn
tranen in de oogesn sprongen. Hij
zat alleen aan de tafel, alle broertjes
en zusjrs waren al >ang klaar met
hun cmtbijt en weg, de straat op.
Moedór. rood van boosheid, vroeg ot
hij alweer in slaap gevallen Was,
stopte de boterham in zijn zak en
duwde hcim bij zijn arm de- deur uit,
met de bootischap: „ga maar Nieuw
jaar wensahen en zorg ea- voor dat ik
je niet voor etenstijd terug zie. versta
je, lummel
„Lummel", klonk de echo uit den
mond van twee zusjes, dfie roet een
ba! in dir straat speelden.
Jan Wil ten lette er niet op Hij
vogois rn konijnen, dat do onderwij- j sienterdo het straatje uit, in de rioh-
aer er verbaasd over stond en de an- hing van den Hout,
U!t k,as .hc'.n j Het wns mooi weer. Jan Willem
-n n',e.1 geniepig aan slenterde voort, alsof hij geen bepaald
rfi" of «JDchol- doel had, maar toch wist hij precies
waar hij naar toe ging; de hertenkamp
den aan zijn telegramadres.
in den Hout. Daur stond hij ieöeren
Zondag te kijken naar de herten, die
er liepen te grazen en ook wel naar
het schuine hok kwamen wanneer ze
gefloten of geroepen weiden en dach
ten, dat er wat voor lien te halen was:
Jan Willem spaarde dan altijd een
stuk van zijn boterham voor de Herten,
vooraf «af hij graag aan een jonge ree
die zoon buitengewoon mooie glanzige
bruine huid had en hem zoo vriendelijk
aankeek, d3t hij zeker wist: ze kende
hem, ze wist wie hij was.
Vandaag zag hij de ree niet dadelijk,
ze was zeker aan deu anderen kant.
Jan Willem zou haar gaan zoeken,
maar voor het oogenblik werd hij ai-
geleid door een familie, een lieer en da
me met drie kinderen, die oen grooten
hond bij zich hadden en een heel tasch
je vol brood en nootjes, dat ze aan de
heirteai voerek-n.. ltij stand vlak naast
hen, de grooto hond liep hem bijna
omver maar hij werd niet bang, hij
hield zijn hand uit en riep; Hec,
Hecwant hij dacht, dat alle groote
honden Hector heetten de hond
duwde er zijn kop in en begon te lik
ken, maar de heer riep knorrig het
beest terug: „Kom hier, Nero!" Luid
Duif fend sprang de hond om de familie
heen en dan weer tegen het hek op,
hoe langer hoe hooger, want hij was
speelsch en heel sterk en opeens sprong-
Lij zóó hoog, dat hij over het hek
Jicen in de hertenkamp viel cn luid
blaffend achter de herten aanliep,
die naai- alle kanten wegstoven. Jan
Willem gaf een schreeuw van schrik,
de lieer riep mt al zijn macht; „Nero,
hier! Nero!" Maar de hond was al te
ver en hoorde het niet meer. „Ledijke
hond!" nep Jan Wiüem. De heer keek
hem nijdig aan, maar hij zag het niet,
hij dacht alleen maar aan de r.leine
ree, die nu misschien ook voor dei.
grooten hond schrikken zou even zag
hij nu het dier niet meer, maar toer'
kwam de hond weer aan den anderen
kant van de hertenkamp voor den dag,
jagende achter één van de reeën en Jan
Wijlom zag, dat het zijn lieve, kleine
roe was, die in grooto sprongen (*t
was net of ze vloog) voorhij rende,
achtervolgd door Nero.
„Akelig beest, olieljg beest!" riep
Jan Willem en heesch zich bij het
schuine bek op, alsof hij evenals
XcfO wel in de Hertenkamp luid wil
len springen, om zijn ltove, kleine ree
te beschermen. Maar hij zag er geen
kans toe. De hond rende nog altijd
de ree. achterna, het poporde Jan
Willem, hij stond te trappelen van
kwaadheid on schreeuwde, half on-
bowuet, al do scheld woorden uit. du-
li ij in den loop van zijiv korte leven
op straat gehoord had en dat waren
cr niet weinig.
Intusschen was een derde acteur op
het toonoel verschenen, een man mei
een stok, de oppasseer van de her
ten, die Nero, den ongewepschten
kost, uit do anders zoo rustige her
tenkamp verjagen ging. Hij trechtie
don jagendon hond den pos af te
snijden en hief dreigend zijn stok op.
wat nu weer ae üeiugo lauuiie bui
ten hel hek tot vertwijfeling braelu.
vocaal ue met bont bef au en dame
wei'd zenuwachtig cn riep maai- ai
door; „nij heeii een geweer!" waar
mee zij aan 's mans nnuppel te veel
eer aai id red. Juist up dat oogennün
a ad Nero, nang vore den dreigenden
vijand, ue jaent gcslamii; angslig
neeic li.] om zich neen naar reu
uil, iio eigenaar z.iu* de vingers van
zijn recliiernand aan don mond en
noot schol, de hond begon weer den
dial en wipt© met Own geweldigen
circusspioiig weer over !i nek terug
en bleu, Uiikfltd van inspanning re
jactitiust, naast zijn meeeior Sltuui.
„Leeujii-e mmu. ecnola Jan Wil
lem. maar hij Kreeg nu de gehore e
deftige familie aan zijn lials, die den
doorgesla.ii.cn angel op hem ontlastte.
Mevrouw knjsohlo, de kinderen
schrreuwdan en mijnheer kwam ver
woed op hem af 011 riep; „lummel!"
„Jawel, baas zei Jail likm,
.want hij Uaciu: „iue kent me", mam
de iirea nooaigde heui uit, dadelijk
op te d oiivrat hij hem andtus
aan de pohue overgeven zou. Jan
Willem, verschrikt door uezen "aigc-
iniviiien aanvai, nam de beeoen en
draafde^ bevreesd omziende oi er
soms oen agent achter hem aankwam,
don weg naar Hoemstedo op, xnci
diepen spijt omdat hij nu zijn gewo
ne bezoek aan de eenden, en zwanen
nad moeten opgeven.
Langzamerhand bedaarde zijn angst
en begon inj langzamer l© loopeai. Bij
de Koediefiaan vueiue hij weer ue
dikke homp broed in zijn zak en nam
er een hap van, maar tegelijk zag hij
eenige mussclieu, die lusscheu de
stoonen'pikten naar voedsel. Jan Wil
lem, een brok brood verkruimelend,
3trooi<ie het om zich heen. Twin
tig, dertig musschen streken dadeiijli
nsei', met schichtige s navol beweging
telkens pikkend en verschrikt opvlie
gend, wanneer hij zich maar even be
woog; toen ze zagen dat hij geen
kwaad deed, werden zo rustiger en
smulden tot den laatst en kruimel al
les op.
Jan Willem ging op een omgchuk-
ten boomstam zitten eai strooide nog
meer. Hij had d© diertjes wel een
voor een in zijn hand willen nemen
en over hun zachte kopjes strijken,
dieren vond hij veel aardiger dan
menschen, er kwaui een vreemde ge
dachte bij hem op, dat het veel pret
tiger zou wezen, wanneer alle men
schen in dieren veranderden, behalve
hij zelf. Wat voor dier zou zijn moe
der dan worden? Ze was groot en
dik, hij dacht aan den buffel, uien
hij gezien had in Artis bij het laat
ste schoolfeestje zijn vader, die
moeder altijd uit den weg ging, zou
dan etn vos worden, zijn broers, jon ge
bonden en zijn zusjes jonge kotten,
omdat die scherpe nagols hebben; de
hoofdonderwijzer zou dan veran
deren in een deftige flamingo,
zoo als die in den vijver van
Artis rondstapte en de deftige hoer
en came weiden zeeleeuw-;:., z:j om
dat z© zoo n niooien giauüen bont
mantel aan iiad en hij omdat inj zoo
looi ijk schreeuwde.
Dc musschen' werden nu te lastig,
zc wilden maar, telkens meer liebocn,
maar hij kon niets meer missen,
want de dag was n<^; iaiig. Nu wan-
U'cid© n.j in de richting van Beaine-
broak en zog op eens ren paard gra
zen in de wui; leunend over het lie-
uout hij zacihjss, zooafb ko<.is.res wel
tegen hun bresten docii; liet paard
nief zijn kop op, keek naar hem, aar
zelde even en kwam toen langzaam
naar hero toe, zooais abc dieren plach
ten te doen. Het beest ieg.tc- don kop
op zijn scnpuiler en wroet" dien lieen
mi weef. JtuVWiflem gaf h&h ook een
stuk brood, maar niet zooveel dat zijn
bek er mew vol was, want (lio bek was
zoo groot. Na ecu poosje klopte L
het paard vriendelijk op den kop en
wandelde verder; toen hij even om
keerde zag hij, dat het paard hem na
keek en even hinnikte. Jan WiLt-ro
kreeg, waarom wist hij niet, er tra
nen van in zijn oogen.
Dien iioefeai dag verkeerde hij tc-~-
schen zijn" vrienden, de dieren. Te
Bennebroek praatte hij wet eenden
en kippen, de deftige haan, die drei
gend aan kwam stappen en mei op-
gel ie ven poot voor hem staan bleel',
zu.g wel dadelijk, dat t goed volk
w'as, waarvan zijin kippen niets te
vreoaen haddcui. /e liepen om nein
heen en maakten vriendelijke .gelui
den en duwden nu en uan oveai tegen
hem aan, maar hij deed hun great
kwaad, zat maar stil op den giond
uiet piezier in zij" oogen te kijken;
eindelijk ging hij weer verder cn zag
op den rami van een boilenveid een
Loei kiem veldmuisje, dat eerst, ais
ecu biiksemstraal zoo gauw weg-
sclioot, toen hij bleef staan, een
oogenblik Later kwam eerst het spit
se snuitje en daarna de rose oortjes
van het muisje weer heel voorzichtig
te voorschijn en verdwenen dadehp.
weor. Jan Willem strooide zijn laat
ste broodkruimels en wachtte gedul
dig, totdat het beestje aan lieiu ge
wend en rustig geworden --fras. Dit
was het prettigste van allee. Het
muisje koek hem aan met zijn slim
me, donkere oogjes en knaagde aan
ue kruimels en Jan- Willem zat stil
letjes te kijken naar de beweginkjes
van het diertje.
Op eons schrikte Jan Wiüem op,
zoodat het muisje, ontsteld, uë vlucht
nam. Hij zag, dat het donker werd.
Al lang had' hij thuis moeten zijn,
daar zou woor eon standje op zitten.
Zeker was hij anderhalf uur van huis,
misschien wel verder nog. Op dit
oogenblik kwam juisrt de stoomtram
aan, stopte vlak in zijn buurt, om
reizigers uit te laten.
„Baas, mag ik mee?" vleide Jan
Wiliem tot deu conducteur. „Als je
centen hebtzd de conducteur,
niet? üau zal 't niet gaan". Hij blies
op zijn trompetje en do tram rolde
verder. Jan WjUlem vergeleek deai
conducteur mei t<-n boonsn woif mot
een harde siciu. aaurna begon hij
langzaam, uogai ermootd, terug lé
loopau naar huis.
Do avond viel, oen kwartier later
was 't donker, jau Willem za^ zijn
vrienden, de die»en, niet merer, ze
waron uiiemaai in de duisternis ver
dwenen alleen bioflc iner oi uaar
soms een hond of schoot een schich
tige kat voor zijn voeten iieen over
do straat. Hij liep rei imp maai' door,
altoos iuiigs de lulls en werd op T
eind doouiuoe, zuudat hij dacnl. „ik
Kom er nooit' Maar eindeiijk, juist
toeai hij dacht; „ik kan geen voet
merer verzotten", was hij weer thuis.
De familie zat aan tafel en at weer
bolerJisimnen. Jan Willem rammelde
van honger «n wou ook maar dade
lijk toetasten. „Wel bewaar me",
zei zijn moeder, „daar is die jongen
ook nog, waarom ben je niet thuis
komtvu eten?" Jan Willem wist niet
wat hij zeggen moest, toen stotterde
hij wat van als maar doorgelee pen
eui veel dieren gezien. „Daar heb je
hein weer mei zijn beesten"-, zei moe
der, de zusjes haalden snuivend hun
neusjes op, want die mochten Jiem
n'ct lijden. „De jongman zal wel hon
ger hebben", zei vader goedig, „heb
je heek-maal geen wurm eten gehad?"
Jan Willem schudde zijn hoofd; hij
kroeg tranon in zijn oogen van mode-
(Lalijdeai met «zichzelf, omdat hij zoo
moe was en zoo"n honger had. .^Ja,
maar wacht 's even", zei moeder,
„waai* zijn de centen van t Nieuw
jaar wen schalt" Hij keek haar be
duusd aan. dat had hij- heel ©maal
vergoten. Toen stond moeder op,
groot en sterk (hij dacht alweer aan
den buffel in Artis) en gaf hem oen
draai om zijn ooren en riep: „gaen
rooi© cant brengt h:j ;huis, afla naar
bed, wie niet werkt, zal ook niet
eten-'' oil zc joeg hem met boozó
woorden de trap op naar den zol
der.
Snikkend kleedde hij zich uit, viel
toen als een blok in zijn bed.. De
trap kraakte, vader kwam voor zijn
lied en stopte hem een stuk brood
toe. „eet dat maar gauw op", en sloop
toen weer naar beneden. Jan W illem
moest er om lachen dat zoo"n gocêe,
beste voa hem wat brengen kwam, hij
hapte er de helft af. maar kon van
slaperigheid haast niet kauwen. Toen
het stuk op was, wou hij-ook de an
dere helft opeten, maar het ging niet
meer, hij was te vermoeid. Mót het
brood in zijn hand viel hij in slaap
hn droomde van den deftigen, dikken
lieen-, die met de stem van een zee»
leeuw „lummel"' tegen hem riep en
een politieagent wenkte, die met ver
schrikkelijk groote stappen, dwars
over het veld voor 't Paviljoen, op
hem afkwam.
FIDEI.IO.