HAARLEM'S DAGBLAD Schaakrubriek Damrubnek 0 1 1 1 II mm L IBi 1 1® H 1 O 1 l iS LOM i 1 1 O i» 1 I 1 D O J: IIIIMC ll 1 ni 1 II 1 II 1 nu uil umstreken Binnenland i- euilieton De Voorvader van den nuouen rimpernei ZATERDAG 28 FEBKUARI 1821 DEKtDE BLAD Oplossingen, vragen ens., te zenden aan den Sohaakredaoteur van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 03, Haarlem. Probleem No. 89*). G. C. ALVEY, (Londen). Mat in twee zetten. Stand der stukken Wilt Ka'2, DbS, Tc3, Tel, La8, Lb8, Pb4, Pc8, c2, e7, IB, g3, g4. Zwart I Ke5, Dhl, Td6, Le3, Lei, Pc7, aö, 16. Tweede prije probleem-tornooi van „The Observer" (zie vorige rvbriek). Jury-oordeel: een wonderlijk samengesteld stukje; 't la verrassend, dat één zet tegen het geheele epel ls opgewassen. De economie ls zoo goed als het thema veroorlooft. Oplossing Probleom No. 83. Stand der stukken Wit i Kal, Dei, Tel, Lf4, Pe5. Zwart i Ka3, Tg2, Th3, Lc6, a2, b7, c3, c., hü. 1. Llih6, Tg2—122. Pe5—13, T12xl3; 8. Tclxc3f, T13XC3; i. Lh6-18f. 2.Th3xl3; 8. Lh618f, TIBxto 4. lClXc3f. Tg2d22. Pe5-d3, ld2Xdl; 3. TclXc3f, Td3Xc3; i. Lh6-18f. 2.Th3xd3; 8. Lh6-18f, Td3d6i. Telxc8f. Tg2g82. Tel—dl (ol-el ol-11), Th3xh6; 8. Peö—d3, 4. Dc4—bif ol 4. Dc4Xa2f. Tg2—g6; 2. Pe5xg6, enz. Goed opgelost door Jac. J. Bert en P. Fabriek, beiden te H a a r 1 e m. H. W. v. Dort, te Schoten. ad Eindspelstudie Ko. 16. De componist zond ons een geheel orogewerkten stand van zijn stuaie „De Paardensprong" aangezien deze in den gepubiiceerden vorm niet geheel juist is. Wij zullen de vernieuwde studie de volgende week opnemen. Match Dr. Em. Laskor- J. R. Capablanca. Toen wij in onze rubriek van 30 Aug. 1919 den uitslag bespraken van den seuaakwedstrijd te Hastings, vvuarin Jose Raoul Capablanca den eersten prijs behaalde, stelden wij ons de vraag: „Wanneer zal een match tusscnen he.u ea den wereldkampioen dr noi. Lasker plaats hebben" en sl.taklen wij de verzuchting: „Als de „oude veeten, zijn vergeten"... ach, wanneer T' Eu thans, pi. in. l'/j jaar nadien, is dr Em. Lasker op reis naar Havanna, per s.oomschip „Hollaudia", in welke plaats de match ongeveer 10 Maart a.s. zal aanvangen. Zooals men weet ls dr. Lasker 62, Capablanca 82 jaar oud. Lasker heeft vrijwillig afstand gedaan vuu don titel van wereld kampioen, ten gunste van Capablanca, maar deze aanvaardde de kroon niet zinder te henbeu gespeeld, vandaar deze match. Voor Capablanca is het vau 't aoogste belang dezen kamp te winnen, daar bij anders, om mot zijn eigen woorden te spreken, zal worden „lorgotten lor the loiure" (vergeten voor het vervolg', lerwijl Lasker in de schaakwereld alle achting zal blij- veu genieten. Wij komen «r i ond voor uit. dat wij hopen Laskerais over winnaar te zien terugkseren eu voorts, dat hij o.L ook meer kaas heelt te overwinnen dan de Jeugdige Cubaan. Bij verschillende gelegenheden hebben wij er nog eens aan herinnerd, dat dr. Lasker het wereldkampioenschap bezit sedert 1-94. toen hij den wereldver maarden kampioen Wilhelm Steinitz met +10, b, 4 versloeg. Deze wa* toen reeds 28 jaren wereldkam pioen. Lasker ls in Nederland een beminde persoonlijkheid. Wie heeft hem nog niet zien spelen? Tal van séances heeft hij hier te lande gegeven. Zijn schaakioopnaan hebben wij ook in deze rubriek meermalen beschreven, zoodat wij 't onuoodig achten zijn daden op bel schaakbord nog eens te gaan memoreeren. Ook Canablanca is in ons laud geluk kig vrij algemeen in schakerzkrin- gt-u bekend. De mateh zal daardoor in ous land met buitengewoon veel belangstelling gevolgd worden. In onze rubriek van 3 Januari 1920 hebben wij do condities, waaronder de match zou gespeeld worden, uit eengezet. Daar er sedert dien enkele wijzigingen ingekomen zijn, laten wij hieronder de voornaamste voorwaarden rolgeu, zooais ze thans luiden 1. Acht winstpunten, doch hoog stens 24 partijen. 2. 15 zetten per uur; 3. 5 speeldagen per week; 4. Indien noodig, twee zittingen op eiken speeldag. Lie eerste telt 4 uur, de tweede zitting 2 uur, ua eeu rust poos van minstens 3 uur, 6. Op denzelfden dag zullen niet twoe partijen gespeeld worden 6 Deide spelers hebben recht op 8 rustdagen n an vang niet later dan 16 Maart 19* 8. Het recht van publicatie der par tijen huiten Cuba berust bij de spelers Voor de lazers van dit blad brengen wij nog eens Lasker's séance te Haar lem, op 7 Februari 19-0 in berinnering. In deze, door de bolde schnakvereeni- giugen te dezer stede georganiseerde séance, welke door honiloi den belang stellenden werd bezocht, verloor de meester geen enkele partij, maar ver kregen (le hoeren H. W. v. Dort, D. J. en S. Groen, alsmede Alp. Voortlng remise- Met spanning zullen dsrhalve ook de schakers van Haarlem en Om streken het resultaat vau den match afwachten. Wij laten hieronder de lste match partij volgen, gespeeld ln den wedstrijd om het wereldkampioenschap tusschon Lasker en wijlen Steinitz. Partij No. 87. Gespeeld te New-York, 15 Maart 1894. WiS: Zwart: Em. Lasker. W. Steinitz. SPAANSCHE PARTIJ. ®2-e4 1 e7-e5 Pglf3 a Pb8— c6 UI b5 8 d7-d6 da—d4 4 Lc8-d7 Pbl—c3 6 Pg8e7 Lb6c4 6 PcöXdi P!»Xd4 7 •SXd4 DdlXdt 8 Pe c6 Dd*e9 9 Pc6-e5 Lc4b3 10 C7C6 De3-g3 11 Peö - g6 h2—h4 12 Ld7—e0 Lb3xe6? 13 17xeö Lel—gö 14 Lf8-e7 0—0—0 15 e6—eö I.gö—e3 16 0—0 Pc3-e2 17 T18—17 hi-hb 18 Pg6—f4 Le3xf4 19 eöx f4 Lg3—f31 20 Dd8—aö Kcl-bl 81 Daö—e5 Pez-d4 22 Le7—16 C2c3 23 Ta8e8 Thl-el 24 Lf6d8 Df3 g4 26 Ld8—c7 Pd4-f3 26 Deö—16 PI3—d!2 27 Tf7—e7 Iz—f3 28 d6 d5 Tel—hl 29 Te7-e5 g2—g3 30 T«6 - gó Dg4-d7 31 D16-17 Dd7Xf.+ 32 KgÖXf7 g3—g4 33 Lc-1)6 eéXdó 34 c6Xdö Pdü— b3 85 Te8-e8 Thl-il 36 Tgö— e5 Pb3—clJ 37 Lb6— c7 Pel—d3 38 l'eö—g5 Pdü—bi 39 Tc3eö Tdl—d4 40 Lc7—bö Td4Xf4f 41 Kf7 g8 Pb4—d-'J «2 Teö—e2 Til dl 43 Lb6o3 Tf4b4 ■14 b7—bo Tb4—al ■•a a7*6 bib4 46 död4 c3—c4 47 LeS—d2 b4—b5 48 Ld2c3 Tdl- gl 49 TeU d2 13-14 60 TgöXgl TglXgi 51 Id2xd8 ti—cb 62 Tdt-e9 1 a4ci 53 di—d8 Tg4— gl 64 d3—<12 Tgl-dl 55 b6Xc5 b5-b6 56 Lc3-d4 b6—h7 b7 Te3-e8 Kbl—c2 68 Te8-b8 Tdl—bl 69 KgB17 Tc4-e4 60 Opgegt onschen den boeren prfjawlnnere van liartc geluk met bun behaald rncces en dc andere inzenders „een volgende maal l>eter"I Alle goedgekeurde problemen zullen ln volgorde van bet toegekende puntental in onze rubriek verschijnen. De prijsuitreiking zal zoo spoedig mogelijk plaats rinden! OPLOSSIvKSWEDSTRIJD. Het is mij bijzonder aangenaam onzen lezers to kunnen mcdcdeelou, dat ik, in aan sluiting op den Problem laten wedstrijd, door dc directie van „Haarlem's Dagblad" in de gelegenheid ben gesteld ecu Opkwseiswed- strijd uit te schrijven, waarvoor Haarlem's Dagblad" de volgende prijzen heeft beschik baar gesteld le prijseen kunstvoorwerp ter waarde hu 10.--. 2e prijs: een kunstvoorwerp ter waarde M 6. 3e prijseen kunstvoorwerp ter waarde au ƒ4-. 4e prijseen danrwerk ter waarde tju 2.00. 5e prjjseen damwork ter waarJe tin l.bO. In de eerste plaats rest mij een woord .ai bartelijken dank aan de Directie van Haat 1 cm - Dagblad voor het beschikbaar atol- dure led rein kan hieraan deelnomen! Yoo' leder goed opgelost probleem wordt één punt toegekend, tenztj bot tegendeel er bij v oid! vermeld. Wij rekenen op een zeer groote deelne ming! Concoursprobleem No. 2+. AuteurP. J. VAN DARTELEN. Schoten. (Lid der „Haarlemsche Damclub".) Bekroond met den „Haarlem's Dagbiad- Eerete Publicatie. Pamr«d3cteur J. W. VAN DARTELEN, tjpronkopstraat 55, Schoten. Alle correspondentie, deze rnbriek betref fende, gelieve men te zenden naar bovenge noemd adres. PROBLEM ISTEN WEDSTRIJD „HAAR LEM'S DAGBLAD". De Cvmiuissio van Beoordeeling, bestaan de uit de beereu Mr. A. Vkaer, J. Groeu- teinau Jr. en A. D. Querido, allen te Am sterdam, is thans met haar werkzaamheden gereed gekomen. Mr. Visser heeft dc uitspraak dor jury ln een zeer lijvig rapport neergelegd, welk rapport wy met het oog op de plaatsruimte in een onzer volgende rubrieken zullen pu- blicoeren. Na een zeer nauwkeurig onderzoek, waar bij door de jury de punten werden toegekend op de "volgende basis 1. De stand. 2 De ontleding. 3. Het motief. 4. De oorspronkelijkheid; kwam zij tot het volgend resultaat UITSLAG. vuil de io- No. un het Aantal i mending. probleem. «oeg. t. 1 „Zwart zingt Zwanenzang" 1 7 „Triomftocht" 2 9 „Do Lokvogel 8 6 „De Rand va Elf" 4 8 „Vragen is Gevaarlijk" 6 3 33 2 „H. D. C." 1 7 2 13 3 9 8 b 9 40 9. „Aréna" 1 0 2 0 S 6 6 4. „Tempo" 1 7 2 6 3 7 20 6. „Een Poging 1 7 2 7 3 6 4 4 b 0 24 6. „Goal" 1 0 2 0 3 0 7 „Incogmio" 1 7 2 17 3 12 4 6 b 13 55 8. „Mijn Eerste" 1 1 2 3 3 2 4 9 6 0 16 7 Problemen moesten als onvolikionde ter zijde worden gelogd, waaronder do geheele inzending onder het motto „Goal". Bij opening van de uaauibiljcUen bleken de prijzen behaald te zijn door do volgende hee le prijs, genaamd „Haarlem s Dagblad- prijs", P. J. van Dartelen, te Scholen, met .Incognito", loting) mei „Triomftocht"'. 1c Eervolle vermelding (damwork ter waarde van 2.60), J. Wiclenga, le Haar lem, met „Mijn Eerste" (na loting). 2e Eervolle vermelding (dainwertk ter waar- 3 van 1.60), J. Siegcrist, te Haarlem,, (na loting), mot „Tompo". 3e Eervolle vermelding (damwerk ter waar- van ƒ1.60), P. A. Nooy, te Haarlem (ua loting), met „Een Poging". ZWART m m i' WIT 8tand in cijfer» Zwart 10 schijven, op 9, 12, 13, 18, 19, 21, 24, 25, 31 en 35. Wit 10 schijven, op: 22, 28, 33, 34. 38, 39, 40, 44, 45 en 40. Verklaring van den standMen plaatse voor zwart nog een schijf op 27, het witte stuk 38 zette men terug op 47 en plaatse nog een witte schijf op 42. Wit ruilt uit met 42—37 en 47 38. waarna zwart vervolgt met 2731 en de diagram9tand is ontstaan! Conceursprobleem No. 289. Auteur P. J. EYPE, te Schoten. Bekroond niet den 2d ca prijs. Eerste Publicatie. ZWART 1 2 3 4 5 WIT 8tand in cijfers: Zwart 11 schijven, op 4, 5, 7, 8, 9, 11, 16, 17, 19, 23 en 29. Wit 12 schijven, op16, 20, 26, 30, 31, 34, 36. 37, 38. 41, 42 en 50. Oplossingen worden gaarne ingewacht tot uiterlijk Maandagavond 7 Maart a.s., bij den redacteur dezer rubriek (na 1 Maart a.s. Roosvcldstraat 70, te Haarlem.) HEEMSTEDE. 1 i d- e n z w e m inrichting. Dooi de Veree-niging lol Exploitatie eenet Had- en Zwem inrichting te Heemstede werd onder voorzitterschap van den heer Dr. E. A. M. Droog in caJe Landzicht een algemeens ledenvergadering gehou den. De opkomst was niet talrijk. Door den penningmeester werd ver sing uitgebracht over het gevoerde beheer. Voor het nazien der rekening worden benoemd de heeren Mr. J. D. v an der Plaats en Jos. M. J. Bruain. Het resultaat is dat wederom een ba tig saldo en wel van f 446.324 gemeantekas Ivan worden gestort. Door den secretaris werd een keurig jaarverslag uitgebracht, waaraan het volgcmde is ontleend: Het ledenaantal klom tot 63 Dit untaJ gezien over de 4 jaren van ons bestaan is niet buitengewoon groot, maar mogelijk dot 1921, alö het eer ste kroonjaar voor onze vereeniging, ook op ons ledental een kroon zet. Onze zwemvijvers zijn nog immer zeer in trek, getuigende het gebruik dat er van wordt gemaakt, wij kun nen de concurreorcnde zwemgelegen hod en nog 't hoofd blijven bieden. Een belangrijke kwestie, meerma len in de bestuursvergadering be sproken en gelukkig met succes be kroond, is die van het „personeel in vasten dienst dor gemeente", zoodat nu ln staat zijn on» personeel, doordat het 's winters Overgaat in dienst van de gemeente, voor elk zwemseizoen te behouden. Het personeel in het algemeen toont veel hart voor de zweminrichting te hebben, en iets voor onzen tijd merk waardigs, het beschouwt het werken nog als cün lust in plaats van een last. De kleedkamertjes, nis steeds een punt van beepreking, treden nu wat op den achtergrond door de overdekte teut die werd aangebracht, en zeer heeft voldaan. Van uit de kleedka mertjes en de tent komen wij vnm zelf het water der zwemvijvers dat dit Jaar, volgens de geregelde onder zoekingen dom- hel instituut van Dr. Havelaer, steeds op peil is gebleven en volgens die onderzoekingen steeds als een goed zwemwater werd bo vonden. Het water is en blijft 's zwemmers en vooral ook 's zwemsters element, gezien ook de diploma's die dit Jaar weer konden worden uitgereikt. Ook het zwemfeest, dit jaar weer aoo goed geslaagd, zouden wtj uit pro paganda's oogpunt noode missen, hoewel hel moeilijk is 6tecds Iets nieuws en aantrekkelijks aan te bie den. Terugkeerend van het feest weer tot de gewone dingen rest mij nog te vermelden dat het bestuur dit jaar an veranderd bleef en op te wekken onze vereeniging te blijven steunen en anderen tot steun op te wekken". Als bestuursleden werden herko- n de heeren Jhr. A. van de Poll, J. C. F. Kroon en D. F. de Wilde. Bi' de rondvraag goaft een der leden ln overweging het volgend seizoen em randere regel in^ te treffen omtrent de beschikbaarstelling van de zwemvij vers voor de politie. Het bestuur zei toe hieraan Aan dacht te zullen schenken. Brandweer. Door B. en W. in de plaats van den heer J. C. Th. Schooneman die door vertrek ontslag had gevraagd, benoemd tot assistent brandmeester aan spuit III de heer Jac. Wildschut alhier. BLOEMENDAAL. Bloeuiendaalsehe Bosch. De heer Jac. P. Thijsse achrijft in de Tel.: Nogal dikwijls krijg ik brieven roet dc vrang, of ik er niets aan doen kan, dat dit of dat op bet gebied van natuur of land schap gebeurt of niet gebeurt. In den re gel kan ik er dan heusch niets aan doen, in andere gevallen wil ik er niets aan doen en heel dikwijl» schrijf ik een langen brief te rug. die dan eigenlijk neerkomt op: „doe het zelf". Tegenwoordig krijg ik het nu weer druk met het Bloemendaalsche bosch brieven, briefkaarten, op straat staande houden en allemaal hetzelfde liedje: „kan ik het aanzien dat liet B. B. zoo bedorven wordt. Vroeger kon je er dit en kon Je er dat en nu zijn er allemaal paden met gras randjes, "t is geen bosch meer en ook geen park etc. etc. Dan was het dertig jaar gele den anders. Nu, dertig jaar geleden was het B. U. ook geen echt naluurboBch en veertig jaar geleden zijn er heele partijen van boomen netjes op rijen geplant, zooals nu nog dui delijk te zien is. Trouwens, wie in Holland eohte natuurbosschen wil vinden kan lang zoeken. Het is allemaal aanplant zooals in een land als het onze, dat al eeuwen lang beroemd is om zijn dichte bevolking, dan ook wel te verwachten is. Men beschouwt heel graag de boeeehen langs den duin zoom als overblijfselen van het Woud zon der Genade, zoo bekend in onze litteratuur on geschiedenis, maar dat is heelebaal mis. 't Is zeer de vraag niet alleen of er in ons land wel één duizendjarige boom wordt gc vonden maar zelfs of er wel een plekje m staat dat duizend jaar aan één stuk bc- boscht is geweest. Het Bloemendaalsche bosch is dus een betrekkelijk jongo eiken- en beukenplan tage. Maar tot vijf en-twintig jaar geleden is het behandeld als een bosch en heeft net woudloven er ticb kunnen ontwikkolen op een manier, die do werkwijze van de oer natuur al zeer nabij kwam. De drie etages van het woud waren in zeer voldoende mate aanwezig- hoog opgaand geboomte, schilderachtig geteisterd door den zee wind, lage heesters in groote verscheiden heide rijkelijk bloeiend in het voorjaar en de grond op sommige plekken fraai hemos-,, eildeis met klimop en maagdepalm cn daartusschen groeiden dan allerlei zeer mooie boschplanten. In het vroege voor jaar waren heele stukken rose en wit van anemonen, iets later wuifden daarboven do sprookjesachtige bloelpluimen van het hco- go gierstgraa, dan kwam de wilde tulp langs een slootkant en onder de hoornen het geheimzinnige stofzaad of in stille, be moste hoekjes de ongelooflijk mooie en heerlijk geurende bloei-pyramidc van net rondbladig wintergroen. En lelietjes van dalen, viooltjes, vogctmelk, salomonsze gel en wat niet al. Dan, als de zomerregen» kwamen verschenen er de bonte paddoaloe- en rijke verscheidenheid. Natuurlijk bracht dal alles ook een rijk leven van vo gels en insecten met zich en werkelijk kon den wij omstreeks 1890 met dat hoeoh te vreden zijn, al was het dan ook geen oer woud, doch slechts een boomenplantage. Toen met de nieuwe eeuw, kwam de be bouwing, de tram, do ondergang. Dp den intergoenhouvel verrees een villa en waar •t mooiste gierstgraa groeide, kwam er >g een en overal werd de rand van liet bosch bebouwd en wat er overschoot werd -as onder den voet geloopcn door dorps- Loot en vreemdeling. De Haarlemmer* Amsterdammers beschouwen zeer te- recht de heele wereld als hun wandelter rein maar hokken ten slotte toch op kleins plekjes opeen eu r.oo kwamen ze dan MJ honderden in het Bloemendalsche Bosch, aten er pannekoeken, bestrooiden het bosch met krantenpapier en sinaasappelschillen gingen er dan lekkertjes liggen in el kanders vuil. In minder dan tien Jaar was het toen met het rnooie bosch gedaan. De bloeihcesters werden vernield, de lage boomen werden slukgerngd en stukgcklom- q, de grond werd heelemaal kaal cn dor kon zich niet meer verdedigen tegen wind en regen die de wortels der boomen ontblootten. En toen in den oorlogstijd on der invloed van hooge liontprijzen dc moei- boomen werden gekapt, leek het wel >f het B. B. nu voorgoed zou verdwijnen. Ge lukkig werd het kappen gestuit door een kapverbod. maar de andere narigheid bleef. Reeds lang had de gemeente Bloemen de»] geprobeerd het bosch aan te koopen dat is in 1919 dan eindelijk gelukt. Vrij, Bloemendaalsche belastingbetalers, hebben twee ton neergelegd om die ruïne te koo- en onze vroede vaderen hebben de taak aanvaard, om er iets behoorlijks van te ma ken. En nu is het buitengewoon leerzaam sens geduldig en onbevoorordvcld le aanschouwen hoe dat gebeurt. Eerst is <r gekapt, o, veel meer dan in den oorlog, doch nu niet de zwaarste boomen, maar al les wat kreupel en ziek was en in den w« g stond. Toen zijn er verkeerswegen aange legd en wandelpaden om een eind te ma ken aan het onder den voet loopen. Maar de kinderen zijn flinke speelruimten gereserveerd en misschien komt er r.ic-Ucr tijd ook nog wel een lig-gclegenheid voor do natuurminnaars die geïrriteerd worden als zij eeu hank voelen tusschen hun zit vlak en de aarde. De graerandjes langs iie paden doen wel wat.gek aan, maar ie hebbci 1 toch ecu zeer groote heteckenis, ze houden de menschen op het pad. Je zoudt denken, ze stappen er toch overheen, u.nx wie voel met vee heeft omgegaan weet wel beter. Daarna is bet bosch heclcrria.d omgespit, want in de dagen van decaden tie hadden de wormen, de mollen en al ua andere wroeters, die in den regel zorgen de ventilatie van den bodein, het bosch gemeden. De spade verving hier de natuur zeer snel en doeltreffend. Toen konden r heestersch worden ingeplant, veel u.vr dan er zullen blijven staan en nu kun ook de fraAie bosch plantjes weer bun intocht doen. Over de keuze van die hees ters kan men van meening verschillen. t zijn er bij. die ik er liever niet zag. hel algemeen heeft men zicli gehou- aan den natuu:lijken ondergroei en het Holandsch duinbosch. Er is weinig aan te doen dat ze nu allemaal zoowat even oud zijn, maar dat komt in den loop der jaren wol terecht. Vanzelf zullen nu ook spoedig verscheidene vogels teugkeeren, ofschoon ie roeezen en spechten de holle boomen wel zullen mieren, maar ze worden wel i;e troost met nes-kastjes. Een boschpol iti. houdt orde op dc zaak en alt alles goed gaat, dan wordt het hier weer met "en paar jaar zoo. dat men er met voldoening den ontwikkelingsgang van het natuurle- kan volgen. Ik heb ten minste dc beste r achtingen. EEN GOEDE DAG. De Maar-bode verhaalt: Op den hoek van de Kalvcr- straat en den Dam te Amsterdam staat zij sedert jaren, het oude vrouw tje met den 6tok, waaraan d© veel kleurige gasballone zacht heen cu weer zweven, ledereen kent liaar r kleine kleuter van ongeveer 8 jaat loopt naar het oudje toe ont «en ballon te koopen. Hij steekt zijn aim- pje reeds naar voren opdat het vrouw tje den draad van de ballon daarom heen zal banden. De koopvrouw wil een der ballonnen losrukken doch breekt den verkeerden draad door en ziet alle de -10 ballons die zich nu m vreilieid voelen, zweven, langzaam at van den slok. De omstanders trachtten nog te grijpen, zij springen, dooh het is te laat. Thans vlugge rstijgt de groote gekleurde ballonnentroK om hoog, nageetdard door honderden, totdat nog slechts een enkel klein zwart stipje zioh afteekent tegen den helderen blauwen hesnel. Het arme vrouwtje staat te huilen, doch on middellijk schiet een jongmensen naar voren met de pet in de hand en in een oogenblik werpt een ieder, die begaan is met het lot van het arme vrouwtjes, kwartjes en dubbeltjes in de pet. Zij kijkt, zij telt on zij Licht. De omstanders lachen meo en begrij pen haar. Zij heeft moer geteld dan haar geheelen handel haar zou hobbe" opgebracht, en zij gaat haara weegs. Zij had niet zoo'n ongelukkigcn dag. (Een avontuur van ücii Lachenden kavalier). Naar hel En gelee h van BARONESS ORCZï. 15) De stalknecht» brachten het paard van den prins; dc piekonlers volgden hen. Bij het Jawuiu van de langs Etiooineiide menigte, het gepraat en gelach, de muziek van violen en doe delzakkan, kfvam nu nog het stam- pen der paarden, het ratelen van de gebitten en kettingen, het geschreeuw van de mannon die de paarden trachten. De inenschen gingen acJtter- nt en maakten een opening voor het «is, waar in eoo oogenblik zooveel ^utters bijeen kwamen dat het scheen "bisof zij uit den grond waren opge rezen. ue Stadhouder nam afscheid van zijn gastheer en luisterde niet al het geduld waarover hij beschikte naar kmgo toespraken van enkele voorna me gasten; ook nam hij afscheid van den anderen bruid en bruidegom. Hij had, mij dunkt met opzet Diogo- nes z.jn rug toegekeerd, die vreemd genoeg, ook gelaarsd en gespoord was zijn zwaard had om gegord en die er met con zwartc-n mantel over uen arm, heeloniaaJ niet als een leeeteiijk goxlcode bruigom zag. En het gebeurde zoó ving dat noch de- gasten binnen, noch de soldaten, noch dc menigte buiten tijd hadden het tc beseffen of te begrijpen. Nie mand begreep eigenlijk wat er gebeur de, behalve misschien de Stadhouder, die het ramldo; en hij was in druk ge* sprek met den gastheer en den vader van do andere bruid. Een rijknecht te paard, gekleed in eon lecren wambuis, die eoo ander paard bij den teugel leidde, luid een plaatsje gevonden vlak voor de men seden menigte. Op een toeken dat b ailceu hoorde cn begreep, sprong hij uit het zadel en bleef naast het twee de paard staan. Op hetzelfde oogen blik had Diogenes bliksemsnel den mantel, dien hij droeg, om Gilda'a schouders gogooid, en voor zij kon schreeuwen ha<l hij haar in zijn ar men opgenomen alsof ze eeti lichte pop was. Een seconde later stond hij buiten, bovenaan de treden die naar de kade voerde. Kon oogenblik bleef hij daar staan, zijn holdere oogem dwaalden over het tooneol daar voor hem. Als een jongo leeuw die in con kool heeft gezeten en nu de vrijheid weer ruikt, ademde üij de senerpe lucht in; een prachtige verschijning, het hoofd ach terover gegooid, oogen en lippen la chend van vreugde over de vrijheid die hij tegemoet ging. Hij voelde dat liet meisje dat hij in zijn armen Luid zich steviger aan hem vastklemde, ea genoot van het gevoel van zijn macht, nu hij de vrouw die hein gelukkig zou maken, wegdroeg. Hij zag een tevreden, la chende uitdrukking op haar eerst verschrikte gezichtje komen en ze sloot met eon zucht de oogen. Toen kreeg iiij zijn poartl in hel oog en de man in liet loeren buis. Hij gaf lieni een teokei» dat hij de paarden dichterbij moest brengen. De inenschen begrepen hein en juichten Item toe. Ai w ei dingen had men ge zien en meegemaakt in llollandsche steden, maai nog nooit eeu zóó ro- lnaintiache ontvoering ate deze. Een bnudegom die zijoi bruid wegvoert onder de oogen van de verontwaar digde cn protest verende gasten! Zelfs tto Stadhouder lachte. Men zag hem achterna de gang de verschrikte gas ten geruststellen en hij drukte mijn heer Berestoyn de hand en trachtte hein le kalmeercn. Ik wist van zijn dolle plan ai en ik moet bekennen dat ik het goed ge vonden heb, fluisterde de prins den opgewonden vader in het oor. Hij neemt lioar vanavond mee naar Rot terdam. Laat het kind gaan, mijn- lieer, ze is veilig 111 zijn armen. licresteyn was een van die inen schen die er him leven lang aan go- wend zijn geweest zich in het onver mijdelijke to schikken. Misschien wist hij in zijn hart dut de Stadhouder golijk had. Gisd hein uw zegen, mijnheer, drong Prins Mauri te aan. Of hij en Engelsch edelman is of een avon turier, hij is een man in den waren zin van het woord en verdient het. Uw dochter heeft hem lief. Laat hen begaan. Diogenes zag Bere-steyn's verwijten den blik op zich gevestigd. Hij bleef staan waar hij was en sloeg zijn ar men noc steviger om Gllda heon. Het was, als daagde hij den vader uit, als wilde hij hem tarten. Wat hij had zou hij houden, Berestoyn aarzelde een enkele se conde; toen ging ook hij naar buiten en stapte op zijn schoonzoon toe. Hij zoide niets maar in het volle gezicht van de menigte bukte hij zich en drukte zijn lippen op het voorhoofd van zijn dochter. Toen mompelde mijnheer Bere&teyn iets dat als een zegenwénsch klonk en voegde er plech tig bij: Moge men u straffen, mijn heer, als gij haar ooit verdriet doet. - Dat zij zoo, aoide Diogenes opge wekt. Zij en ik, mijnheer, zullen een poosje samen in Engeland blijven drocenen, maai- ik zal haar bij u terug brengen als onze boomgaarden vol staan met aippelbloesem en men den zomer ln de lucht voelt naderenI Hij boog het hoofd om den zegen van den vader ln ontvangst to ne men. De menschon juichten weer; vio len en doedelzakken speelden <xo vroolijk wijsje. Aan elk raam en langs de kade stonden de menschen te kij ken naar het indrukwekkende schouw spel. In de deuropening van het huis van mijnheer Berestoyn bleef de Stad houder staan kijken. Op dit oogenblik scheen hij gezonder en vrool ijker, meer zooals hij vroeger was, Het an dere bnndspaar en K^atje's ouders stonden achter hem, maar de gasten waren teruggekeerd naar de groote eetzaal, waar ze door de open ramen konden zien wat er gebeurde. Par. 7. Toeii gebeurde er plotseling iets heel zonderlings. Het was zoo vreemd dat de menschen die achteraan ston den huil blik afwendden van het ro mantische schouwspel voor hen, om al hun aandacht te wijden aan twee wonderlijke kerels die juist de Kop pelpoort warcu biimen gereden en zich nu langzaam een weg baanden door de menigte. Men had de twee ruitere bet eerst opgemerkt door het geschreeuw van een van hen, wat zelf9 Diogenes hoorde, die bleef slaan wachten, m plaats van zijn avontuurt ijken tocht te beginnen. De stem was hem bekend genoeg maar wat beteekende het in hemelsnaam allemaal? Vocc-uit, schurk! klonk het voor de derde maal uit den mond van den vreemden cavalier. Maakt plaats. Wij moeten naar het huis van mijnheer Berestoyn, die ons heeft uitgenoodigd zijn gast te zijn. Luid gelach volgde op deze aankon diging en ©em spottende stom ant woordde vroolijk: Hei daar! Maakt plaats voor de deftige gasten van mijnheer Bere stoyn 1 Het was inderdaad niet te verwon deren dat het uiterlijk van deze twee cavaliers zooveel vroolijkheid veroor zaakte bij de menschen, die op dit oogenblik zeer geneigd waren om te lachen. Een van hen, zoo mager als een lat, zat hoog op z:jn paard met groote rijlaarzen, die zijn been en ge heel bedekten. Een hoed in den vorm van een suikerbrood had hij op het hoofd en zijn mager gezicht, met den krommen, giooten neus en ongesch» ren kin zag blauw van do koude. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1921 | | pagina 9