HAARLEM'S DAGBLAD
Schaakrubriek
Damrubnek
0
1 1 1 II
mm L
IBi
1 1® H
1
O 1 l
iS
LOM
i
1 1 O
i»
1 I 1 D O
J:
IIIIMC
ll 1
ni 1 II 1 II 1
nu uil umstreken
Binnenland
i- euilieton
De Voorvader van den
nuouen rimpernei
ZATERDAG 28 FEBKUARI 1821 DEKtDE BLAD
Oplossingen, vragen ens., te zenden aan den
Sohaakredaoteur van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 03, Haarlem.
Probleem No. 89*).
G. C. ALVEY, (Londen).
Mat in twee zetten.
Stand der stukken
Wilt Ka'2, DbS, Tc3, Tel, La8, Lb8, Pb4, Pc8, c2, e7, IB, g3, g4.
Zwart I Ke5, Dhl, Td6, Le3, Lei, Pc7, aö, 16.
Tweede prije probleem-tornooi van „The Observer" (zie vorige rvbriek).
Jury-oordeel: een wonderlijk samengesteld stukje; 't la verrassend,
dat één zet tegen het geheele epel ls opgewassen. De economie ls zoo goed
als het thema veroorlooft.
Oplossing Probleom No. 83.
Stand der stukken
Wit i Kal, Dei, Tel, Lf4, Pe5.
Zwart i Ka3, Tg2, Th3, Lc6, a2, b7, c3,
c., hü.
1. Llih6,
Tg2—122. Pe5—13, T12xl3; 8.
Tclxc3f, T13XC3; i. Lh6-18f.
2.Th3xl3; 8.
Lh618f, TIBxto 4. lClXc3f.
Tg2d22. Pe5-d3, ld2Xdl; 3.
TclXc3f, Td3Xc3; i. Lh6-18f.
2.Th3xd3; 8.
Lh6-18f, Td3d6i. Telxc8f.
Tg2g82. Tel—dl (ol-el ol-11),
Th3xh6; 8. Peö—d3, 4. Dc4—bif
ol 4. Dc4Xa2f.
Tg2—g6; 2. Pe5xg6, enz.
Goed opgelost door
Jac. J. Bert en P. Fabriek, beiden
te H a a r 1 e m. H. W. v. Dort, te
Schoten.
ad Eindspelstudie Ko. 16.
De componist zond ons een geheel
orogewerkten stand van zijn stuaie
„De Paardensprong" aangezien deze
in den gepubiiceerden vorm niet
geheel juist is.
Wij zullen de vernieuwde studie de
volgende week opnemen.
Match Dr. Em. Laskor-
J. R. Capablanca.
Toen wij in onze rubriek van 30 Aug.
1919 den uitslag bespraken van den
seuaakwedstrijd te Hastings, vvuarin
Jose Raoul Capablanca den
eersten prijs behaalde, stelden wij ons
de vraag: „Wanneer zal een match
tusscnen he.u ea den wereldkampioen
dr noi. Lasker plaats hebben" en
sl.taklen wij de verzuchting: „Als de
„oude veeten, zijn vergeten"... ach,
wanneer T'
Eu thans, pi. in. l'/j jaar nadien, is
dr Em. Lasker op reis naar Havanna,
per s.oomschip „Hollaudia", in welke
plaats de match ongeveer 10 Maart
a.s. zal aanvangen. Zooals men weet
ls dr. Lasker 62, Capablanca 82 jaar
oud. Lasker heeft vrijwillig afstand
gedaan vuu don titel van wereld
kampioen, ten gunste van Capablanca,
maar deze aanvaardde de kroon niet
zinder te henbeu gespeeld, vandaar
deze match. Voor Capablanca is het
vau 't aoogste belang dezen kamp te
winnen, daar bij anders, om mot zijn
eigen woorden te spreken, zal worden
„lorgotten lor the loiure" (vergeten
voor het vervolg', lerwijl Lasker in
de schaakwereld alle achting zal blij-
veu genieten. Wij komen «r i ond voor
uit. dat wij hopen Laskerais over
winnaar te zien terugkseren eu voorts,
dat hij o.L ook meer kaas heelt te
overwinnen dan de Jeugdige Cubaan.
Bij verschillende gelegenheden hebben
wij er nog eens aan herinnerd, dat dr.
Lasker het wereldkampioenschap bezit
sedert 1-94. toen hij den wereldver
maarden kampioen Wilhelm Steinitz
met +10, b, 4 versloeg. Deze
wa* toen reeds 28 jaren wereldkam
pioen. Lasker ls in Nederland een
beminde persoonlijkheid. Wie heeft
hem nog niet zien spelen? Tal van
séances heeft hij hier te lande gegeven.
Zijn schaakioopnaan hebben wij ook
in deze rubriek meermalen beschreven,
zoodat wij 't onuoodig achten zijn
daden op bel schaakbord nog eens te
gaan memoreeren.
Ook Canablanca is in ons laud geluk
kig vrij algemeen in schakerzkrin-
gt-u bekend. De mateh zal daardoor
in ous land met buitengewoon veel
belangstelling gevolgd worden. In
onze rubriek van 3 Januari 1920
hebben wij do condities, waaronder
de match zou gespeeld worden, uit
eengezet. Daar er sedert dien enkele
wijzigingen ingekomen zijn, laten wij
hieronder de voornaamste voorwaarden
rolgeu, zooais ze thans luiden
1. Acht winstpunten, doch hoog
stens 24 partijen.
2. 15 zetten per uur;
3. 5 speeldagen per week;
4. Indien noodig, twee zittingen op
eiken speeldag. Lie eerste telt 4 uur,
de tweede zitting 2 uur, ua eeu rust
poos van minstens 3 uur,
6. Op denzelfden dag zullen niet
twoe partijen gespeeld worden
6 Deide spelers hebben recht op 8
rustdagen
n an vang niet later dan 16 Maart
19*
8. Het recht van publicatie der par
tijen huiten Cuba berust bij de spelers
Voor de lazers van dit blad brengen
wij nog eens Lasker's séance te Haar
lem, op 7 Februari 19-0 in berinnering.
In deze, door de bolde schnakvereeni-
giugen te dezer stede georganiseerde
séance, welke door honiloi den belang
stellenden werd bezocht, verloor de
meester geen enkele partij, maar ver
kregen (le hoeren H. W. v. Dort, D. J.
en S. Groen, alsmede Alp. Voortlng
remise- Met spanning zullen dsrhalve
ook de schakers van Haarlem en Om
streken het resultaat vau den match
afwachten.
Wij laten hieronder de lste match
partij volgen, gespeeld ln den wedstrijd
om het wereldkampioenschap tusschon
Lasker en wijlen Steinitz.
Partij No. 87.
Gespeeld te New-York, 15 Maart 1894.
WiS: Zwart:
Em. Lasker. W. Steinitz.
SPAANSCHE PARTIJ.
®2-e4
1
e7-e5
Pglf3
a
Pb8— c6
UI b5
8
d7-d6
da—d4
4
Lc8-d7
Pbl—c3
6
Pg8e7
Lb6c4
6
PcöXdi
P!»Xd4
7
•SXd4
DdlXdt
8
Pe c6
Dd*e9
9
Pc6-e5
Lc4b3
10
C7C6
De3-g3
11
Peö - g6
h2—h4
12
Ld7—e0
Lb3xe6?
13
17xeö
Lel—gö
14
Lf8-e7
0—0—0
15
e6—eö
I.gö—e3
16
0—0
Pc3-e2
17
T18—17
hi-hb
18
Pg6—f4
Le3xf4
19
eöx f4
Lg3—f31
20
Dd8—aö
Kcl-bl
81
Daö—e5
Pez-d4
22
Le7—16
C2c3
23
Ta8e8
Thl-el
24
Lf6d8
Df3 g4
26
Ld8—c7
Pd4-f3
26
Deö—16
PI3—d!2
27
Tf7—e7
Iz—f3
28
d6 d5
Tel—hl
29
Te7-e5
g2—g3
30
T«6 - gó
Dg4-d7
31
D16-17
Dd7Xf.+
32
KgÖXf7
g3—g4
33
Lc-1)6
eéXdó
34
c6Xdö
Pdü— b3
85
Te8-e8
Thl-il
36
Tgö— e5
Pb3—clJ
37
Lb6— c7
Pel—d3
38
l'eö—g5
Pdü—bi
39
Tc3eö
Tdl—d4
40
Lc7—bö
Td4Xf4f
41
Kf7 g8
Pb4—d-'J
«2
Teö—e2
Til dl
43
Lb6o3
Tf4b4
■14
b7—bo
Tb4—al
■•a
a7*6
bib4
46
död4
c3—c4
47
LeS—d2
b4—b5
48
Ld2c3
Tdl- gl
49
TeU d2
13-14
60
TgöXgl
TglXgi
51
Id2xd8
ti—cb
62
Tdt-e9
1 a4ci
53
di—d8
Tg4— gl
64
d3—<12
Tgl-dl
55
b6Xc5
b5-b6
56
Lc3-d4
b6—h7
b7
Te3-e8
Kbl—c2
68
Te8-b8
Tdl—bl
69
KgB17
Tc4-e4
60
Opgegt
onschen den boeren prfjawlnnere van
liartc geluk met bun behaald rncces en dc
andere inzenders „een volgende maal l>eter"I
Alle goedgekeurde problemen zullen ln
volgorde van bet toegekende puntental in
onze rubriek verschijnen.
De prijsuitreiking zal zoo spoedig mogelijk
plaats rinden!
OPLOSSIvKSWEDSTRIJD.
Het is mij bijzonder aangenaam onzen
lezers to kunnen mcdcdeelou, dat ik, in aan
sluiting op den Problem laten wedstrijd, door
dc directie van „Haarlem's Dagblad" in de
gelegenheid ben gesteld ecu Opkwseiswed-
strijd uit te schrijven, waarvoor Haarlem's
Dagblad" de volgende prijzen heeft beschik
baar gesteld
le prijseen kunstvoorwerp ter waarde
hu 10.--.
2e prijs: een kunstvoorwerp ter waarde
M 6.
3e prijseen kunstvoorwerp ter waarde
au ƒ4-.
4e prijseen danrwerk ter waarde tju
2.00.
5e prjjseen damwork ter waarJe tin
l.bO.
In de eerste plaats rest mij een woord
.ai bartelijken dank aan de Directie van
Haat 1 cm - Dagblad voor het beschikbaar atol-
dure
led rein kan hieraan deelnomen!
Yoo' leder goed opgelost probleem wordt
één punt toegekend, tenztj bot tegendeel er
bij v oid! vermeld.
Wij rekenen op een zeer groote deelne
ming!
Concoursprobleem No. 2+.
AuteurP. J. VAN DARTELEN. Schoten.
(Lid der „Haarlemsche Damclub".)
Bekroond met den „Haarlem's Dagbiad-
Eerete Publicatie.
Pamr«d3cteur J. W. VAN DARTELEN,
tjpronkopstraat 55, Schoten.
Alle correspondentie, deze rnbriek betref
fende, gelieve men te zenden naar bovenge
noemd adres.
PROBLEM ISTEN WEDSTRIJD „HAAR
LEM'S DAGBLAD".
De Cvmiuissio van Beoordeeling, bestaan
de uit de beereu Mr. A. Vkaer, J. Groeu-
teinau Jr. en A. D. Querido, allen te Am
sterdam, is thans met haar werkzaamheden
gereed gekomen.
Mr. Visser heeft dc uitspraak dor jury
ln een zeer lijvig rapport neergelegd, welk
rapport wy met het oog op de plaatsruimte
in een onzer volgende rubrieken zullen pu-
blicoeren.
Na een zeer nauwkeurig onderzoek, waar
bij door de jury de punten werden toegekend
op de "volgende basis
1. De stand.
2 De ontleding.
3. Het motief.
4. De oorspronkelijkheid;
kwam zij tot het volgend resultaat
UITSLAG.
vuil de io-
No.
un het
Aantal
i mending.
probleem.
«oeg.
t.
1 „Zwart zingt
Zwanenzang"
1
7
„Triomftocht"
2
9
„Do Lokvogel
8
6
„De Rand va
Elf"
4
8
„Vragen is Gevaarlijk"
6
3
33
2 „H. D. C."
1
7
2
13
3
9
8
b
9
40
9. „Aréna"
1
0
2
0
S
6
6
4. „Tempo"
1
7
2
6
3
7
20
6. „Een Poging
1
7
2
7
3
6
4
4
b
0
24
6. „Goal"
1
0
2
0
3
0
7 „Incogmio"
1
7
2
17
3
12
4
6
b
13
55
8. „Mijn Eerste"
1
1
2
3
3
2
4
9
6
0
16
7 Problemen moesten als onvolikionde ter
zijde worden gelogd, waaronder do geheele
inzending onder het motto „Goal".
Bij opening van de uaauibiljcUen bleken de
prijzen behaald te zijn door do volgende hee
le prijs, genaamd „Haarlem s Dagblad-
prijs", P. J. van Dartelen, te Scholen, met
.Incognito",
loting) mei „Triomftocht"'.
1c Eervolle vermelding (damwork ter
waarde van 2.60), J. Wiclenga, le Haar
lem, met „Mijn Eerste" (na loting).
2e Eervolle vermelding (dainwertk ter waar-
3 van 1.60), J. Siegcrist, te Haarlem,, (na
loting), mot „Tompo".
3e Eervolle vermelding (damwerk ter waar-
van ƒ1.60), P. A. Nooy, te Haarlem (ua
loting), met „Een Poging".
ZWART
m
m
i'
WIT
8tand in cijfer»
Zwart 10 schijven, op 9, 12, 13, 18, 19,
21, 24, 25, 31 en 35.
Wit 10 schijven, op: 22, 28, 33, 34. 38,
39, 40, 44, 45 en 40.
Verklaring van den standMen plaatse
voor zwart nog een schijf op 27, het witte
stuk 38 zette men terug op 47 en plaatse
nog een witte schijf op 42. Wit ruilt uit met
42—37 en 47 38. waarna zwart vervolgt met
2731 en de diagram9tand is ontstaan!
Conceursprobleem No. 289.
Auteur P. J. EYPE, te Schoten.
Bekroond niet den 2d ca prijs.
Eerste Publicatie.
ZWART
1 2 3 4 5
WIT
8tand in cijfers:
Zwart 11 schijven, op 4, 5, 7, 8, 9, 11,
16, 17, 19, 23 en 29.
Wit 12 schijven, op16, 20, 26, 30, 31, 34,
36. 37, 38. 41, 42 en 50.
Oplossingen worden gaarne ingewacht tot
uiterlijk Maandagavond 7 Maart a.s., bij
den redacteur dezer rubriek (na 1 Maart a.s.
Roosvcldstraat 70, te Haarlem.)
HEEMSTEDE. 1 i d- e n z w e m
inrichting. Dooi de Veree-niging
lol Exploitatie eenet Had- en Zwem
inrichting te Heemstede werd onder
voorzitterschap van den heer Dr. E.
A. M. Droog in caJe Landzicht een
algemeens ledenvergadering gehou
den. De opkomst was niet talrijk.
Door den penningmeester werd ver
sing uitgebracht over het gevoerde
beheer. Voor het nazien der rekening
worden benoemd de heeren Mr. J. D.
v an der Plaats en Jos. M. J. Bruain.
Het resultaat is dat wederom een ba
tig saldo en wel van f 446.324
gemeantekas Ivan worden gestort.
Door den secretaris werd een keurig
jaarverslag uitgebracht, waaraan het
volgcmde is ontleend:
Het ledenaantal klom tot 63 Dit
untaJ gezien over de 4 jaren van ons
bestaan is niet buitengewoon groot,
maar mogelijk dot 1921, alö het eer
ste kroonjaar voor onze vereeniging,
ook op ons ledental een kroon zet.
Onze zwemvijvers zijn nog immer
zeer in trek, getuigende het gebruik
dat er van wordt gemaakt, wij kun
nen de concurreorcnde zwemgelegen
hod en nog 't hoofd blijven bieden.
Een belangrijke kwestie, meerma
len in de bestuursvergadering be
sproken en gelukkig met succes be
kroond, is die van het „personeel in
vasten dienst dor gemeente", zoodat
nu ln staat zijn on» personeel,
doordat het 's winters Overgaat in
dienst van de gemeente, voor elk
zwemseizoen te behouden.
Het personeel in het algemeen toont
veel hart voor de zweminrichting te
hebben, en iets voor onzen tijd merk
waardigs, het beschouwt het werken
nog als cün lust in plaats van een last.
De kleedkamertjes, nis steeds een
punt van beepreking, treden nu wat
op den achtergrond door de overdekte
teut die werd aangebracht, en zeer
heeft voldaan. Van uit de kleedka
mertjes en de tent komen wij vnm zelf
het water der zwemvijvers dat
dit Jaar, volgens de geregelde onder
zoekingen dom- hel instituut van Dr.
Havelaer, steeds op peil is gebleven
en volgens die onderzoekingen steeds
als een goed zwemwater werd bo
vonden.
Het water is en blijft 's zwemmers
en vooral ook 's zwemsters element,
gezien ook de diploma's die dit Jaar
weer konden worden uitgereikt.
Ook het zwemfeest, dit jaar weer
aoo goed geslaagd, zouden wtj uit pro
paganda's oogpunt noode missen,
hoewel hel moeilijk is 6tecds Iets
nieuws en aantrekkelijks aan te bie
den.
Terugkeerend van het feest weer tot
de gewone dingen rest mij nog te
vermelden dat het bestuur dit jaar
an veranderd bleef en op te wekken
onze vereeniging te blijven steunen
en anderen tot steun op te wekken".
Als bestuursleden werden herko-
n de heeren Jhr. A. van de Poll,
J. C. F. Kroon en D. F. de Wilde. Bi'
de rondvraag goaft een der leden ln
overweging het volgend seizoen em
randere regel in^ te treffen omtrent de
beschikbaarstelling van de zwemvij
vers voor de politie.
Het bestuur zei toe hieraan Aan
dacht te zullen schenken.
Brandweer. Door B. en W.
in de plaats van den heer J. C. Th.
Schooneman die door vertrek ontslag
had gevraagd, benoemd tot assistent
brandmeester aan spuit III de heer
Jac. Wildschut alhier.
BLOEMENDAAL.
Bloeuiendaalsehe Bosch.
De heer Jac. P. Thijsse achrijft in de
Tel.:
Nogal dikwijls krijg ik brieven roet dc
vrang, of ik er niets aan doen kan, dat dit
of dat op bet gebied van natuur of land
schap gebeurt of niet gebeurt. In den re
gel kan ik er dan heusch niets aan doen, in
andere gevallen wil ik er niets aan doen en
heel dikwijl» schrijf ik een langen brief te
rug. die dan eigenlijk neerkomt op: „doe
het zelf". Tegenwoordig krijg ik het nu
weer druk met het Bloemendaalsche bosch
brieven, briefkaarten, op straat staande
houden en allemaal hetzelfde liedje: „kan
ik het aanzien dat liet B. B. zoo bedorven
wordt. Vroeger kon je er dit en kon Je er
dat en nu zijn er allemaal paden met gras
randjes, "t is geen bosch meer en ook geen
park etc. etc. Dan was het dertig jaar gele
den anders.
Nu, dertig jaar geleden was het B. U.
ook geen echt naluurboBch en veertig jaar
geleden zijn er heele partijen van boomen
netjes op rijen geplant, zooals nu nog dui
delijk te zien is. Trouwens, wie in Holland
eohte natuurbosschen wil vinden kan lang
zoeken. Het is allemaal aanplant zooals in
een land als het onze, dat al eeuwen lang
beroemd is om zijn dichte bevolking, dan
ook wel te verwachten is. Men beschouwt
heel graag de boeeehen langs den duin
zoom als overblijfselen van het Woud zon
der Genade, zoo bekend in onze litteratuur
on geschiedenis, maar dat is heelebaal mis.
't Is zeer de vraag niet alleen of er in ons
land wel één duizendjarige boom wordt gc
vonden maar zelfs of er wel een plekje m
staat dat duizend jaar aan één stuk bc-
boscht is geweest.
Het Bloemendaalsche bosch is dus een
betrekkelijk jongo eiken- en beukenplan
tage. Maar tot vijf en-twintig jaar geleden
is het behandeld als een bosch en heeft net
woudloven er ticb kunnen ontwikkolen op
een manier, die do werkwijze van de oer
natuur al zeer nabij kwam. De drie etages
van het woud waren in zeer voldoende
mate aanwezig- hoog opgaand geboomte,
schilderachtig geteisterd door den zee
wind, lage heesters in groote verscheiden
heide rijkelijk bloeiend in het voorjaar en
de grond op sommige plekken fraai hemos-,,
eildeis met klimop en maagdepalm cn
daartusschen groeiden dan allerlei zeer
mooie boschplanten. In het vroege voor
jaar waren heele stukken rose en wit van
anemonen, iets later wuifden daarboven do
sprookjesachtige bloelpluimen van het hco-
go gierstgraa, dan kwam de wilde tulp
langs een slootkant en onder de hoornen
het geheimzinnige stofzaad of in stille, be
moste hoekjes de ongelooflijk mooie en
heerlijk geurende bloei-pyramidc van net
rondbladig wintergroen. En lelietjes van
dalen, viooltjes, vogctmelk, salomonsze
gel en wat niet al. Dan, als de zomerregen»
kwamen verschenen er de bonte paddoaloe-
en rijke verscheidenheid. Natuurlijk
bracht dal alles ook een rijk leven van vo
gels en insecten met zich en werkelijk kon
den wij omstreeks 1890 met dat hoeoh te
vreden zijn, al was het dan ook geen oer
woud, doch slechts een boomenplantage.
Toen met de nieuwe eeuw, kwam de be
bouwing, de tram, do ondergang. Dp den
intergoenhouvel verrees een villa en waar
•t mooiste gierstgraa groeide, kwam er
>g een en overal werd de rand van liet
bosch bebouwd en wat er overschoot werd
-as onder den voet geloopcn door dorps-
Loot en vreemdeling. De Haarlemmer*
Amsterdammers beschouwen zeer te-
recht de heele wereld als hun wandelter
rein maar hokken ten slotte toch op kleins
plekjes opeen eu r.oo kwamen ze dan MJ
honderden in het Bloemendalsche Bosch,
aten er pannekoeken, bestrooiden het bosch
met krantenpapier en sinaasappelschillen
gingen er dan lekkertjes liggen in el
kanders vuil. In minder dan tien Jaar was
het toen met het rnooie bosch gedaan. De
bloeihcesters werden vernield, de lage
boomen werden slukgerngd en stukgcklom-
q, de grond werd heelemaal kaal cn dor
kon zich niet meer verdedigen tegen
wind en regen die de wortels der boomen
ontblootten. En toen in den oorlogstijd on
der invloed van hooge liontprijzen dc moei-
boomen werden gekapt, leek het wel >f
het B. B. nu voorgoed zou verdwijnen. Ge
lukkig werd het kappen gestuit door een
kapverbod. maar de andere narigheid
bleef.
Reeds lang had de gemeente Bloemen
de»] geprobeerd het bosch aan te koopen
dat is in 1919 dan eindelijk gelukt. Vrij,
Bloemendaalsche belastingbetalers, hebben
twee ton neergelegd om die ruïne te koo-
en onze vroede vaderen hebben de taak
aanvaard, om er iets behoorlijks van te ma
ken. En nu is het buitengewoon leerzaam
sens geduldig en onbevoorordvcld le
aanschouwen hoe dat gebeurt. Eerst is <r
gekapt, o, veel meer dan in den oorlog,
doch nu niet de zwaarste boomen, maar al
les wat kreupel en ziek was en in den w« g
stond. Toen zijn er verkeerswegen aange
legd en wandelpaden om een eind te ma
ken aan het onder den voet loopen. Maar
de kinderen zijn flinke speelruimten
gereserveerd en misschien komt er r.ic-Ucr
tijd ook nog wel een lig-gclegenheid voor
do natuurminnaars die geïrriteerd worden
als zij eeu hank voelen tusschen hun zit
vlak en de aarde. De graerandjes langs iie
paden doen wel wat.gek aan, maar ie
hebbci 1 toch ecu zeer groote heteckenis, ze
houden de menschen op het pad. Je zoudt
denken, ze stappen er toch overheen,
u.nx wie voel met vee heeft omgegaan weet
wel beter. Daarna is bet bosch heclcrria.d
omgespit, want in de dagen van decaden
tie hadden de wormen, de mollen en al ua
andere wroeters, die in den regel zorgen
de ventilatie van den bodein, het bosch
gemeden. De spade verving hier de natuur
zeer snel en doeltreffend. Toen konden r
heestersch worden ingeplant, veel u.vr
dan er zullen blijven staan en nu kun
ook de fraAie bosch plantjes weer bun
intocht doen. Over de keuze van die hees
ters kan men van meening verschillen. t
zijn er bij. die ik er liever niet zag.
hel algemeen heeft men zicli gehou-
aan den natuu:lijken ondergroei en
het Holandsch duinbosch. Er is weinig aan
te doen dat ze nu allemaal zoowat even oud
zijn, maar dat komt in den loop der jaren
wol terecht. Vanzelf zullen nu ook spoedig
verscheidene vogels teugkeeren, ofschoon
ie roeezen en spechten de holle boomen
wel zullen mieren, maar ze worden wel i;e
troost met nes-kastjes. Een boschpol iti.
houdt orde op dc zaak en alt alles goed
gaat, dan wordt het hier weer met "en
paar jaar zoo. dat men er met voldoening
den ontwikkelingsgang van het natuurle-
kan volgen. Ik heb ten minste dc beste
r achtingen.
EEN GOEDE DAG. De Maar-bode
verhaalt: Op den hoek van de Kalvcr-
straat en den Dam te Amsterdam
staat zij sedert jaren, het oude vrouw
tje met den 6tok, waaraan d© veel
kleurige gasballone zacht heen cu
weer zweven, ledereen kent liaar r
kleine kleuter van ongeveer 8 jaat
loopt naar het oudje toe ont «en
ballon te koopen. Hij steekt zijn aim-
pje reeds naar voren opdat het vrouw
tje den draad van de ballon daarom
heen zal banden. De koopvrouw wil
een der ballonnen losrukken doch
breekt den verkeerden draad door en
ziet alle de -10 ballons die zich nu m
vreilieid voelen, zweven, langzaam at
van den slok. De omstanders trachtten
nog te grijpen, zij springen, dooh het
is te laat. Thans vlugge rstijgt de
groote gekleurde ballonnentroK om
hoog, nageetdard door honderden,
totdat nog slechts een enkel klein
zwart stipje zioh afteekent tegen den
helderen blauwen hesnel. Het arme
vrouwtje staat te huilen, doch on
middellijk schiet een jongmensen
naar voren met de pet in de hand en
in een oogenblik werpt een ieder, die
begaan is met het lot van het arme
vrouwtjes, kwartjes en dubbeltjes in
de pet. Zij kijkt, zij telt on zij Licht.
De omstanders lachen meo en begrij
pen haar. Zij heeft moer geteld dan
haar geheelen handel haar zou hobbe"
opgebracht, en zij gaat haara weegs.
Zij had niet zoo'n ongelukkigcn dag.
(Een avontuur van ücii Lachenden
kavalier).
Naar hel En gelee h van
BARONESS ORCZï.
15)
De stalknecht» brachten het paard
van den prins; dc piekonlers volgden
hen. Bij het Jawuiu van de langs
Etiooineiide menigte, het gepraat en
gelach, de muziek van violen en doe
delzakkan, kfvam nu nog het stam-
pen der paarden, het ratelen van de
gebitten en kettingen, het geschreeuw
van de mannon die de paarden
trachten. De inenschen gingen acJtter-
nt en maakten een opening voor het
«is, waar in eoo oogenblik zooveel
^utters bijeen kwamen dat het scheen
"bisof zij uit den grond waren opge
rezen.
ue Stadhouder nam afscheid van
zijn gastheer en luisterde niet al het
geduld waarover hij beschikte naar
kmgo toespraken van enkele voorna
me gasten; ook nam hij afscheid van
den anderen bruid en bruidegom. Hij
had, mij dunkt met opzet Diogo-
nes z.jn rug toegekeerd, die vreemd
genoeg, ook gelaarsd en gespoord was
zijn zwaard had om gegord en die
er met con zwartc-n mantel over uen
arm, heeloniaaJ niet als een leeeteiijk
goxlcode bruigom zag.
En het gebeurde zoó ving dat noch
de- gasten binnen, noch de soldaten,
noch dc menigte buiten tijd hadden
het tc beseffen of te begrijpen. Nie
mand begreep eigenlijk wat er gebeur
de, behalve misschien de Stadhouder,
die het ramldo; en hij was in druk ge*
sprek met den gastheer en den vader
van do andere bruid.
Een rijknecht te paard, gekleed in
eon lecren wambuis, die eoo ander
paard bij den teugel leidde, luid een
plaatsje gevonden vlak voor de men
seden menigte. Op een toeken dat b
ailceu hoorde cn begreep, sprong hij
uit het zadel en bleef naast het twee
de paard staan. Op hetzelfde oogen
blik had Diogenes bliksemsnel den
mantel, dien hij droeg, om Gilda'a
schouders gogooid, en voor zij kon
schreeuwen ha<l hij haar in zijn ar
men opgenomen alsof ze eeti lichte
pop was.
Een seconde later stond hij buiten,
bovenaan de treden die naar de kade
voerde. Kon oogenblik bleef hij daar
staan, zijn holdere oogem dwaalden
over het tooneol daar voor hem. Als
een jongo leeuw die in con kool heeft
gezeten en nu de vrijheid weer ruikt,
ademde üij de senerpe lucht in; een
prachtige verschijning, het hoofd ach
terover gegooid, oogen en lippen la
chend van vreugde over de vrijheid
die hij tegemoet ging.
Hij voelde dat liet meisje dat hij
in zijn armen Luid zich steviger aan
hem vastklemde, ea genoot van het
gevoel van zijn macht, nu hij de
vrouw die hein gelukkig zou maken,
wegdroeg. Hij zag een tevreden, la
chende uitdrukking op haar eerst
verschrikte gezichtje komen en ze
sloot met eon zucht de oogen.
Toen kreeg iiij zijn poartl in hel
oog en de man in liet loeren buis.
Hij gaf lieni een teokei» dat hij de
paarden dichterbij moest brengen. De
inenschen begrepen hein en juichten
Item toe. Ai w ei dingen had men ge
zien en meegemaakt in llollandsche
steden, maai nog nooit eeu zóó ro-
lnaintiache ontvoering ate deze. Een
bnudegom die zijoi bruid wegvoert
onder de oogen van de verontwaar
digde cn protest verende gasten! Zelfs
tto Stadhouder lachte. Men zag hem
achterna de gang de verschrikte gas
ten geruststellen en hij drukte mijn
heer Berestoyn de hand en trachtte
hein le kalmeercn.
Ik wist van zijn dolle plan ai en
ik moet bekennen dat ik het goed ge
vonden heb, fluisterde de prins den
opgewonden vader in het oor. Hij
neemt lioar vanavond mee naar Rot
terdam. Laat het kind gaan, mijn-
lieer, ze is veilig 111 zijn armen.
licresteyn was een van die inen
schen die er him leven lang aan go-
wend zijn geweest zich in het onver
mijdelijke to schikken. Misschien wist
hij in zijn hart dut de Stadhouder
golijk had.
Gisd hein uw zegen, mijnheer,
drong Prins Mauri te aan. Of hij
en Engelsch edelman is of een avon
turier, hij is een man in den waren
zin van het woord en verdient het.
Uw dochter heeft hem lief. Laat hen
begaan.
Diogenes zag Bere-steyn's verwijten
den blik op zich gevestigd. Hij bleef
staan waar hij was en sloeg zijn ar
men noc steviger om Gllda heon. Het
was, als daagde hij den vader uit,
als wilde hij hem tarten. Wat hij had
zou hij houden,
Berestoyn aarzelde een enkele se
conde; toen ging ook hij naar buiten
en stapte op zijn schoonzoon toe. Hij
zoide niets maar in het volle gezicht
van de menigte bukte hij zich en
drukte zijn lippen op het voorhoofd
van zijn dochter. Toen mompelde
mijnheer Bere&teyn iets dat als een
zegenwénsch klonk en voegde er plech
tig bij:
Moge men u straffen, mijn
heer, als gij haar ooit verdriet doet.
- Dat zij zoo, aoide Diogenes opge
wekt. Zij en ik, mijnheer, zullen een
poosje samen in Engeland blijven
drocenen, maai- ik zal haar bij u
terug brengen als onze boomgaarden
vol staan met aippelbloesem en men
den zomer ln de lucht voelt naderenI
Hij boog het hoofd om den zegen
van den vader ln ontvangst to ne
men. De menschon juichten weer; vio
len en doedelzakken speelden <xo
vroolijk wijsje. Aan elk raam en langs
de kade stonden de menschen te kij
ken naar het indrukwekkende schouw
spel. In de deuropening van het huis
van mijnheer Berestoyn bleef de Stad
houder staan kijken. Op dit oogenblik
scheen hij gezonder en vrool ijker,
meer zooals hij vroeger was, Het an
dere bnndspaar en K^atje's ouders
stonden achter hem, maar de gasten
waren teruggekeerd naar de groote
eetzaal, waar ze door de open ramen
konden zien wat er gebeurde.
Par. 7.
Toeii gebeurde er plotseling iets
heel zonderlings. Het was zoo vreemd
dat de menschen die achteraan ston
den huil blik afwendden van het ro
mantische schouwspel voor hen, om
al hun aandacht te wijden aan twee
wonderlijke kerels die juist de Kop
pelpoort warcu biimen gereden en
zich nu langzaam een weg baanden
door de menigte.
Men had de twee ruitere bet eerst
opgemerkt door het geschreeuw van
een van hen, wat zelf9 Diogenes
hoorde, die bleef slaan wachten, m
plaats van zijn avontuurt ijken tocht
te beginnen. De stem was hem bekend
genoeg maar wat beteekende het in
hemelsnaam allemaal?
Vocc-uit, schurk! klonk het voor
de derde maal uit den mond van
den vreemden cavalier. Maakt
plaats. Wij moeten naar het huis
van mijnheer Berestoyn, die ons heeft
uitgenoodigd zijn gast te zijn.
Luid gelach volgde op deze aankon
diging en ©em spottende stom ant
woordde vroolijk:
Hei daar! Maakt plaats voor de
deftige gasten van mijnheer Bere
stoyn 1
Het was inderdaad niet te verwon
deren dat het uiterlijk van deze twee
cavaliers zooveel vroolijkheid veroor
zaakte bij de menschen, die op dit
oogenblik zeer geneigd waren om te
lachen. Een van hen, zoo mager als
een lat, zat hoog op z:jn paard met
groote rijlaarzen, die zijn been en ge
heel bedekten. Een hoed in den vorm
van een suikerbrood had hij op het
hoofd en zijn mager gezicht, met den
krommen, giooten neus en ongesch»
ren kin zag blauw van do koude.
(Wordt vervolgd